.1
f
De laatste OwHaiti ia liet ffestea
van ie Kaaptotoiie.
56s*8 iaargang.
Zondag 21 en Maandag 22 December 1902.
Mo. 11040.
Tweede Blad
TO ONBBL SPEL.
Kennisgeving.
Kamers van Arbeid te Schiedam.
BEK E N I) I A K ING.
SCHIEDAMSCtlE COURAN T
Deze courant verschijnt d agelqks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: "Voor Schiedam en "Vlaardingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weckVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
BureauBotezstraat ®8.
Prijs der Advertentiën: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere ree el
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die sij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeehge voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-en Zaterdagavond verschijnen, worren
zoogenaamde Itleia» eadaavt natiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bjj vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
latere. Telefoon Ho. 123.
Burgemeester en wethouders van
Schiedam,
Gezien de wet op de Kamers van Arbeid, het
Kiesreglement voor de Kamers van Arbeid en
bet Koninklijk besluit van 13 Mei 1899, No. 47,
herinneren de hoofden of bestuurders van de
navolgende bedrijven
Voor de ALKOHOL-INDUSTR1E
de branderijen, de distilleerderijen en
mouterijen
de gislpakkei'ijen
het molenaarsbedrijf
het bedrijf der wegers of meters van graan
en steenkolen en dat der zakkendragers.
Voor de BOUWBEDRII VEN
het bewerken van hout, steen of metalen
het schilders-, stoffeerders-, behangers-,
stukadoors-, mandenmakers-, kurksnijders-,
aardwerkers- en straalmakersbedrijf
het ontwerpen van en het houden van toe
zicht bij het uitvoeren van bouwplannen.
Voor de VOEDINGS- en GENOTMIDDELEN
de brood-, koek-, beschuit-, suiker- en
banketbakkerijen
de slagerijen
de bierbrouwerijen, de azijnfabriek, de
zoutziederijen
de zuivel- en de kunstboterfabrieken, het
bedrijf der drinkwaterleiding;
t de tabak- en sigarenfabrieken;
het vervaardigen van kleeren, hoeden of
sciioenen
de boek- en courantdrukkerijen;
de kaarsen-, de gas-, de glas-, de soda-,
de zeep- en de cartonnagefabrieken
aan hunne verplichtingen om \óór 15 Januari
e. k. eene lijst op te maken van da namen,
voornamen enz. der mannelijke en vrouwelijke per
sonen, die in hun bedrijf binnen het gebied der
bovengenoemden Kameis van arbeid (hetwelk zich
uitstrekt over de gemeente Schiedam) als patroons
of in hun dienst als werklieden werkzaam zijn
of zijn geweest gedurende hot laatst veiloopnn
kalenderjaar (1902) of, indien het het bouwvak
betreft, geduiende het laatste tijdvak van 7
maanden dat in dat bedrijf is gewerkt, en om
die lijst, mede vóór 15 Januari a.s,, te zenden
aan Burgemeester en Wethouders.
Ten aanzien van hem, die in het bedrijf van
liet bouwvak weikzaam is geweest, wordt op
de lijst opgegeven gedurende welken tijd hij in
dat bedrijf weikzaam is geweest.
Op die lijsten mogen niel vermeld woidenz'ij,
die gedurende het laatst verloopen kalenderjaar
of, indien het het bouwvak betreft, gedurende
bovenbedoelde 7 maanden, niet binnen het ge
bied der bovengenoemde Kamer van arbeid bij
hetzelfde hoofd of denzeltden bestuurder weik
zaam zijn geweest en behoeven niet le worden
vermeld zij, die geen ingezetenen des Rijks el
geen Nederlanders zijn, of die op 15 Febiuaii
1903, den leeftijd van vijf en twinug jaar met
zullen hebben bereikt.
Naar hot Duitsch
van ADELHEII) WEBER,
Onder patroons woiden verstaan de manne
lijke of vrouwelijke hoofden of bestuurders van
een bedrijf, waarin ten minste één persoon
boven de 20 jaren tegen genot van loon weik
zaam is, en allen, die op het beheer der hoof
den of bestuurders toezicht houden terwijl met
patroons gelijk gesteld worden de personen, dia
door het hoofd of bestuurder van een bedrijf
in den regel belast worden mot het ontwerpen
van wetenschappelijke plannen en modellen, of
met het doen van wetenschappelijke proeven,
de procuratiehouders alsmede de personen, die
bij ontstentenis van het hoofd of den bestuui-
der van het bediijf dat hoofd of dien bestuurder
vervangen.
Onder werklieden werden verstaan aile ande
ren, die tegen genot van loon in een bedrijf
weikzaam zijn, behalve zij. die geheel of gedeel
telijk gezag over anderen uitoefenen.
Zij, die gedurende liet laatst verloopen kalen
derjaar of, indien het het bouwvak betreft,
gedurende het laatste tijdvak van 7 maanden, dat
in dit bedrijf is gewoikt, niot in liet bedrijf van
hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder weik
zaam zijn geweest, eri die aanspraak kunnen
maken om geplaatst te worden op de kiezerslijst
voor de bovengenoemde Kamers van arbeid zijn
bevoegd daarvan vóór 15 Januari e. k. aangifte
te doen bij Burgemeester en Wotliourleic.
De formulieren voor bedoelde lijsten en aan
giften zijn kosteloos voor belanghebbenden ver
krijgbaar aan de afdeeling A, ter gemeente
Secretarie.
Schiedam, 20 December 1902.
Burgemeester en Wethouders vaorntemd.
VERSTEEG.
De secretaris,
WIJTEMA.
De burgemeester van Schiedam,
Gezien de wet van 30 December 1887 staats
blad no. 225) betreffende ondoi stand (onder
steuning) aan mindeie gtémplrieerden, vaste
wet kliedert en bedienden op daggeld werkzaam
bij inrichtingen van 's rijks zeemacht en op 's rijks
weikvaariuigen, niet vallende in de termen van
ait. 2 der wet van 24 Juni 1854 staatsblad
no. 92)
Gelet op arl. G van het Koninklijk besluit
van 10 Januari 1888 staatsblad no. 3) hou
dende bepalingen nopens de betaalbaarstelling
der bij eerstgenoemde wet toegekende onder
steuningen
Maakt bekend dat de attestation de vita tot
ontvangst van bedoelde ondersteuningen, in het
begin van ieder kwaitaal, oji de werkdagen van
des vooimiddags 10 tot des middags 12 uren,
ter secretaiie der gemeente verkrijgbaar zullen
tijn.
Schiedam, 20 December 1902.
De Burgemeester voornoemd
VERSTEEG.
(Slot).
XVI.
5 Juni. We zijn sedert gisteren op weg
om Oud-Mur© te bereiken, waar wij de
komst van generaal Smuts willen afwachten,
d'io ons zal inlichten tot ouzo wreede ontgoo-
elialiing, doch een eind zal maken aan onzen
tweestrijd, hiji zal ons de vredesvoorwaarden
bekend! maken. Op onzen wog passeeren we
Klilpfontein, en don grafheuvel van Steuer-
wald, den dapperen kameraad, die nu meer
dan een jaar geleden te Mid'dil c-kraal werd
•gedood.Bij' do gedachte aan zijn dood denk ik
weer terug aan die veie gesneuvelden in den
oorlog en ik bepeins terwijl d'at hun beende
ren thans van vreugde zouden beiveti in de
kist als zij konden weten dat de vrede de
onafhankelijkheid van da Transvaal en den
Oirauij^jTrijiSibaat w&iaiAroijgd'en, maar. wat
een tranen, wat oen rouw zou het geven in
dien zijl hun bloed voor nibte hadden vergo
ten, in een hopcloozen worstelstrijd die
moest eindigen met den ondergang der Re
publieken
67 Juni. Oudc-Mure. De commandan
ten Wesseils en Tkeron zijn eveneens kier
gearriveerd om da mededeeling van generaal
Smuts to vernemen. We venkeeren allen in
een onverdraaglijke onzekerheids-spanning.
We zijn als veroordeelden die op bun vonnis-
uitepraak wachten, doch niet weten of het
deod of loven zal worden.
Maar het meerendeél van ons hlyft vast
overtuigd dat de vredo is gesloten in 'b voor
deel d!er beide Republieken, want wa weten
absoluut niets van den hongersnood, die in
Transvaal heersckt, niets van de duizenden
vrouwen en kinderen die als muizen in de
concentratiekampen zijn gecrepeerd, niets
van de laatste tegenslagen van De la Roy,
die verscheidene malen door talrijke EngeL-
schö colonnes werd omsingeld'. Wij toetsen
de zaken op het overig deel van het oorlogs
veld aan onze eigen toestandengeheel hot
Westen van Kaapkolonie was feitelijk in
onze handen, we hadd'en. mondvoorraad, en
paarden in overvloed, clo beste troeven uit
liet spel, waarmede wij den grootcn slageden
„raid" naar Kaapstad durfden wagen, nu
juist op dit moment d!e tijding Van dien ver
vloekten vrede komt ilk zegvervlo-eikt,
omdat wij' toen van do dringenden noodzake
lijkheid nog onbewust waren.
Maritz dealt niet meer in ons vertrouwen
Hij is somber en afgetrokken on loopt doel
loos boon en weer, als een leeuw in zijn kooi,
Op den middag kondigt een nieuw tele
gram van Kitchener aan dat generaal Smuts
uibt voor den 15em dezer zal aankomen. Nog
acht daigen wachten.
Zooals ik reeds vermeldde in het begin
van mijn verhaal, kwamen jonge Boeren
vrouwen uit den omtrek ons uitnoodigen tot
een bal-champêtre, ter eers van do onafhan
kelijkheid der hetldhaftiigo Republieken, die
ook zijl zeker waanden
Dte dépêche Van Kitchener, die door een
Hottenibot-soldaab ila Engelschei uniform
(Kitchener gebruikte dus op da meest cyni
sche wijze naturellen om betrekkingen! met
ons aan to knoopen) was aangebracht,ver
zoekt generaal Maritz do Boerenstrijdkraöh-
ten op Spitzkop te concenwreeren, waar al
len zullen worden onthaald uit dei voorraden
dier magazijnen van Zijne Britscha Majes
teit. Verder dringt Kitchener aan op een
completen staat van ons effectief in man
schappen, paarden, muiten, wagens.
Maritz is niet meen- bij ons; hij, rijdt dag
en nacht tei paard in "de omstrefkon, maar
vooral naar het Noorden, om den drukken-
den wachtens-angst te verdrijvon.
12 Juni. Vijf dagen lang volgen we
ceds Maritz' voetsporen zonder hem in ie
halen. Eindelijk treffen wijl hem to Van
Rhijn'sdorp on ik doel hem den inhoud van
Kitchener's bevel mede.
„Ik stoor mij er niet aan," antwoordt hij.
Ik liöb geen complimenten af te wachten
an dien EngeTschmau. Ik gehoorzaam mijn
onmiddeillijken chef, vechtgeneraal Snrats
Kitchener kam naar dan duiival loopen
Telegrafische bevelen komen in van zes-
en-dertig andere Enigolsclien, generaals, ko
lonels of majoors. Maritz getroost zich niet
de moeite do „bevelen" te beantwoorden.
13 Juni. Wij; vernemen dat generaal
Smuts dezen avond te Zoetwater, Waar thans
heb meorendeetl1 van onze burgers is saamge
trokken, zal aankomen Dat meldt een
rapportrijder van Smuts zelf. „Opzaal" en
in galop Thans zouden we de geheolo
waarheid vernemen.
'14 Juni. Men kent uit heb begin van
mijn verhaal do treurige ontgoocheling die
ons wachtte Zoetwater. De kampvuren zijn
op het punt van uit te dooven en niemand
denkt er aan ze op te- rakelen, zoozeer ils men
e-rdiept in zijn mijmeringen. Ouzo dappere
inede-strijders, vanaf jongens van 14 jaren
vele sterke, breedgeschouderde mannen in
do kracht van liun leven, grijsaards nog bla.
kende van vaderlandsliefde, allen zwerven
door elkander, als in een gestoord' bijen
nest, somber en treurig gestemd voor do dour
van de generaalswoning, in afwachting van
zijn verslag: het doodvonnis of do vrijheid.
En toen overschreed1 generaal Smuts den
drempel van da woning, gearmd met Maritz
cn sprak dei noodlottige woorden uit on wan
hoop deed oude cn jonge strijders do gebalde
vuisten ten "hemel strekken, en enkelen vie
len bewusteloos neer, terwijl anderen, ruwe
kerels, snikten rite ikinde|rcn, dta meesten
vloekten
D'aarop volgde do bezadigde uitlegging der
feiten door 'generaal Smuts, aangevuld dooi
de even kalme, berustende woorden van don
dominee, die ben voorspelde dat bun streven
niet voor niets zou zijn geweest en al bet
vrouwen- en kinderbloed niet to vergeefs zou
zijn vergoten
Maritz weigerde standvastig den eed van
trouw aan den overweldiger af te leggen en
zijn wapens in to leveren om met berusting
in het wreedo noodlot onder Britsclie vlag
ta leven.
Wo vertrokken d'oor lliet Duitscho gebied
naar Europa en kwamen den 27on Augustus
te Brussel aan.
Er te nog een diepgaande quacsbio aan too
te voegen. Da Engeteclion hadden (bij mon
de van lord Kitchener) beloofd amnestie aan
allo 'Kaapschct rebellen die de wapens neer
legden, aanstonds na de mededeeling van do
vredesluiting door generaal Smuts. Zijl zou
den vrij zijn na erkenning van hun opstand
tegen zijp Britsclie Majesteit. En Maritz
vernam in Europa uit brieven uit Zuid-Afri
ka, dat de mannen van zijn commando's 3
m a. a n d e n 1 a n g w a d' c r-r echte-
1 ij k g ev a n g o li ig o h o u d e n, dat hun
vee en goed was verbeurd ver
klaar d o m d' a t z ijl z o b waren mis-
h a li dol d, datvorscheideneinde
6 e v a n g c n i s w a r e n b e z w e k e n.
Dat alles omdat zij hun bloedverwanten
cn rasgenooten tegen de misdadigste van allo
aanslagen hadden willen verdedigen
Op" weg naar Duitscli-Zuid-AVest-Afriika
maakte ik nog met enkele kenschetsende
staaltjes van verbittering konnis. In meer
dan één Boerenwoning waar wij gastvrij
heid genoten, legdto men zich tor ruste z o n-
dorliotavondgcbodoptozeggen.
Men bad niot m e o r, men g o ii o- o f-
deiiietmocr, zöb hadden de gebeurtenis
sen van den dag de verbittering gewekt,
men nam aan, dat misdaad en on-
r e c h t v a a r d i g k e i d altijd cn. nog
steeds in den loop dor dingen de eerste viool
spelen en alle beroep op een boogeren rech
ter verloren ging in de doofheid van de on
eindige wereldruimte!
Toch waren dit slechts uitingen van men-
schelijk gevoel van don eersten tijd na den
vrede. De brieven uit Zuid-Afrika ontvan
gen, ademen t-lians ccn moor beruslcnder
geest, het vertrouwen in den wond-keelen-
den tijd is teruggekeerd
...„Alles sail rog kom!"
Do geheeld gesciliiedenis van Zuid-Afrilca
i's een strijld, onverpoosd on reusachtig, van
twee rassen, dia na een flinke aderlating
schijnt in ito, sluimeren, doch steeds vooite
snieulb en. voortwoekert, Vol onverwacht e,
keerpunten
Waf hot huidige, betreft, laat alles zich
somber aanzien, cn als geluk en toeval' geen
belangrijke rol spelen, en drit ziet men voel-
a.l in do intornati'onaiTo politiek, d!an zal er
iange tijid noodig zijn willen dö Boeren dor
bekte Republieken on do Hollanders van
Ka -.ipkolonio zelf aan dei verkrijging van
'hun Recht arbeiden.
Maar in Zuid-Afrika vergaat men ïii'et
licht, d'e gevoelens van haat, dö verwachtin
gen en wensshen worden niet zóó spoedig
uitgewischt als bij onze koortsachtig met-den-
dag-levcndo Euiropeesdio bevolking, bij wie
de gobcuitcnilsseai van heden do zorgen van
gisteren verdrongen cn een voetc na, een ge
slacht of twee drie in bef vergcetbook raakt.
Karakteristiek is liet foil dat in 1896 de
Kaapschet Booren d'o gailg, dia in 1816 diende
als hot moordwerktuig van Slagter's Nek,
naar Pretoria zonden om do lioofd-aanvoor-
tic rs au den Jameson-raid' cr aan op te knoo
pen.
Zoo diep zat dc> herinnering aan den
moord te Slagter's Nok, waarbij het zestal
bekende Boeren-opsbandóWngen tot twee
maal toe (da galg brak bijl de eerste maal)
werd' opgehangen, ingeworteld, dab men 80
jaren later nog naar een schitterende weer
wraak met lietzdlfdo moordwerktuig dorstte.
En hoeveel jatrou, eeuwen moeten er nog
volgen voo-r dö wrok dar herinnering aan
de afschuwelijke wreedheden des vijands ge
pleegd! in d'en laatsten, bijna 3-jaaigen Ver
derf oorlog zal zijn uitgewischt?
D'o toekomst behoort bun, dte zich heb
verleden weten te1 herinneren en in den boe<-
zem blijven omdragen hot onwrikbare 'be
sluit eenmaal weer vrij; te worden
Markies ROBERT DE KERSAUS0N.
„Hjiji kon evenals de stervende Augustus,
Roma's groote keizer, zoggen: „Applaudite,
amicd"."
De voorl'ezeres liet do courant zinken en
keek vragend op naar den jongen, bloeken
man, dia ih den rolstoel in hot schaduwrijke
waranda-hoekje zat, uitziende op een gema
cadamiseerd en weg in een grooten bloemen-
tuin.
Zóó, mot diien blik van schuchtere veree-
ring en kinderlijke nieuwsgierigheid in do
heldere oogen, zag haar fijn-gevormd gezicht
je Van onder hot dik-blond'o haar dat in
dichte Jokken achter dei kleine rozige ooreu
'hing, er zeer jeugdig en lief uit.
De humane lachte zijn moedier toe als wil
de hij zeggen„Is zijl niet lieftallig, die kisi
ne en dan eerst beantwoordde hij, de vraag
van het jonge meisje,
„Heit citaat ds slechts een kleine, boosaar
dige opmerking van den journal;st, juf
frouw. Hij wil1 oi" mede zeggen dat dei aoode
aan wien Iriji do necrologie, wijdt, met dm
stervenden Romedtaschen keizer had kun
nen zeggen„Als ik mijn rol in het leven
goed' Vervuld heb, applaudisseert dan, mijne
vrienden."
Do oogen van hst jonge meisje weerkaats
ten nog steeds haar verbazing en haar zach
te stern, dio hem steeds ontroeide, vroeg
aarzdend
„In welk opzicht heeft Augustus ik
meen waarin bestond! dio rol, die db keizer
heeft gespeeld?"
„Men zegt d'at kij| van nature koudi, onge
voelig, egoïstisch, wraakzuchtig en dhbbel-
karbig was en hij regeerde, als ©en wijs vorst
die het volk op zijn hand trachtte 'tekrijl-
gen, slechts om do Romeinen des te zeker
der de larie op de borst te, kunnen zetten.'
„O, dio anno manriep ze op een toon,
di© haar instinctmatig begrijpen verried,
„Hoe vreeselij'k, om rijm leven lang comod'ie
te moeten spelen
„Och, d'at doen er nog zoo velen in onze
hedendaagscho beschaafde maatschappijl,'
zeiide do moed'er van dien lamme, een geheim
raadsvrouw; zonder dei oogen van haar fijn
borduurwerkje op te slaan, ging ze op söhool-
meesterachtigcm toon voort
„Db Volksvertegenwoordiger denkt bij
zijn redevoeringen slechts aan hat materiee-
le belang van zijn partij dö hoveling buit
zijn gebieder uit tenvijj, hij, hem met vleierij
zand! in do oogen strooit do dames der
groote wereld huichelen belangstelling in
kunst en wetenschap, waar rij1 niet het min
ste verstand van helbbem en hetgeen haar to
taal onverschillig is het j'onge meisje hen
gelt naar oen goedo partij! met haar quasi-
kind'erlijlk-onsehuMige lachjes om te, zwijt-
gen van die legio ondergeschikten, die bijna
allemaal huichelen en liegen can der wille
van de smeer
Over het frissdhe meisjesgelaat vloog een
diepe bibs, een, donkeren bMk wierp ze op
d'a aiistocrabisch-golcardo dama ginds, diei
van alle markten thuis scheen.
Deze sloeg geen blik van haar Üiandwerkj,
op on aan haar kalm gelaat merkte men wel
dat zij igeon bijzonder geval op heb oog bad
bij baar duidelijk© d'och in 'k algemeen ge
sproken betichtingen.
Het rood Vervluchtigde op de jeugdig©
wangen en een spotachtig lachen vertrok do
bloedkroodo lippen, d'io aan haar bleek ge
laat zoo'n onweerstaanbare bekoorlijkheid
gavenD'o spot verdween echter aanstonds
cn heb lachen werd een zoet-moowarig glim
lachje, toon heit jonge meisje d'en blik van
den lamme, op zich gevestigd' voelde.
Hij) zeidei zeer hartstochtelijk
„Van alle menschen doen zij miji heb mees
te smart, dfe de bittere nood) dwingt tob lie
gen en huichelen."
„Dat verlangt ook geen sterveling van
u," gaf de oude dam© ten antwoord. „Inte,-
gondeól wordt hot juist zeer 'kwalijk geno
men, als men er achter komt, niet voor vol
te zijp aangezien."
„Als men er aclitor komt," zei de zoon.
Gat la van Dewitz stoud op mot de oogen
gericht op het uurwerkje in haar armband.
,,'t Spijlt me, maar ik moet nu afsch.iJ
nemen," zed. zo. „Mevrouw Da,uncir zal reeds
op mij' wachten, want ik verba'bbdl hier
steeds mijn tijtt, mevrouw. Maar juist om-
dab ik bijl u in enkel© minuten lessen in le
vens-wijsheid apdbe, ven-korten in mijn oog
do uren tot minuten. D'a vrouw van geheim
raad' Wilde streek zacht ovor hot blondo
kopje dat zich over liaar hand boog.
„Tot weerziens op morgen, mijn litef kind',"
zoi zo. „Of misschien is nw avond nog
niot bezet on voor ons vrij Wij wachten ge
leerd' bezoek, een paar professoren met hun
dames hot zou me veel genoegen doen,
wanneer gijl ook van do partij waart."
„Gij zijit al te goed, mevrouw"
„En niet waai", gij brengt uw muziek me
de. Ik zou zoo gaarne uw melodieus© stem
hooron om er voor mijn vriende mee te geu
ren."
,Meb veal genoegen, mevrouw, ik hoop u
niet ta leur to stallen."
Spoedig daarna stond ze op straat. Zo
ademdb diep. Tic-n minuten was de afstand
tusschcn dc boidei woningen, waar zij, in
dienst was, in de eeiie als voorlezeros bij,
een lamme, daar als gouvernante voor ach
terlij Ico kinderen. Tien minuten uitspan
ning.
Het lieflijke gezichtje ontspande zich en
veranderde. Het zoete 'lachje verdween spoor
loos, d'e wenkbrauwen trokken zich samen,
de mondhoeken naar beneden, baar wangen
zagen nog bleeker, als uitgeput. Carla von
Dewitz zag er bijna tien jaren ouder uit.
Weer vlamde een levendig rood op haar
kaken, dei sclierp-uitziende oogen behielden
weer don d'offen, hulpeloozen blik van zoo-
oven.
Om den hoek der straat verscheen oen
jong officier en hij salueerdb eerbiedig reen
hij Carla naderde. Op zijn aristocratisch ge
zicht was aangename verrassing to lezen.
„Mijlu lieve juffrouw!" zoi hij, en bleef
staan.
Carla was weer op haar gemak. Zij' reikte
hem de hand'.
„Wilt go mij niet een cihdjo vergezellen,
mijnheer von Lackner?" vroeg sdjj. „Ik moet
deze straat langs cn stap af bijl dö villa van
mevrouw Dauner."
Hij zag haar verbaasd' aan.
„Verkeert gijl dan in 't huis Van mevrouw
Dauner?"
Een laclijo vertrok haar rooden mond,
„Ik onderwijp daar haar achterlijke kin
dereu," antwoordde zij.
„Maar juffrouw," riep hij, en hield plotse
ling op. „Wat een aangename uren hob ik
niet doorgebracht in de woning van uw ovex--
lodcn papa, en hoe hoog schatte ik den ge
neraal
Zijl viol hem snel in de rod'e.
„We. hebben elkaar sedert papa's begrafe
nis voor do laatste maal ontmoet, geloof ik.
Dat is nu een jaar geileden."
„Ik werd' juist daarop naar Posen over
geplaatst. Mijn afscheidsbezoek naamt gijl
niet aan
„Neen," antwoordde ze, „ik. nam liob
niet aan. En liior beu ik aan het doel van
mijn wandeling, mijnheer von Laokner."
„Ja," zei hij werktuiglijk. Ze bleven staan
en reikten elkaar waar de hand'. Carla sloeg
baar oogen, dio een poosje doelloos over den
weg liadden gestaard, naar hem op. Zij werd
bloedrood iri 't gelaat cn daarop zeer bleek.
Haar oogen schibterdbn.
Do jongs officier greep baar hand nog
maals on kust© die hartstochtelijk. Z& nik
te rich los en sncldb naai- het hek.
■Ze opende, het hek en trad zonder oni to
zien door den tuitn op hot huis toe, dat zij
binnenging, geruisehioos.