Praatjes «ter fee, wiie en bgi wat. INDISCHE PENER ASSEN. x. Landbouw cn Veeteelt. R e chtzak e 11, 51 kamars zich hadden aangemeld, niet zou doeu doorgaan. (sN. R. Ct Zedelijke verbetering Tan gevangenen. In het verslag der vergadering van het Genootschap tot zedelijke verbetering van gevangenen staat, dat de afgevaardigde van de afd. 's-Gravenhage 1 500 van een onbe kende tot stijving der kas had ontvangen en dit bedrag den penningmeester overhandigde. Dit moet zjjn f 5 0 00. Stoomtiamverblndlng inct het dVestlaml. Naar wy vernemen zal, niettegenstaande de bezwaren door de bevvonets van den Spoorsingel, de Coenderstraat en de Parallel weg te Delft daai tegen ingebiacht, de ge projecteerde lijn van den Westlandschen stoomtram tóch worden aangelegd. De regee ring is van oordeel dat genonnd* buurten niet meer bezwaren opleveren dan ander»1, en bovendien dat da kosten, aan een ge wijzigde richting verbonden, te hoog zouden loopen. (sD. C.") Arbeid Adelt. Te s'-Gtavenhage, weid gisteren onder voorzitterschap van Mevrouw Vening Meiuesz den Tex uit Amsterdam, de jaatlijksche algemeene vergadering gehouden van de algemeene Nederlandsche vrouwenvereeniging Arbeid Adeit. We bleven dten 17don Maart don gethee- len dag in heit Kanaal van Suez, steeds go nietende van het. afwisselend 'kijkje op de oevers. "Vaoa-al de .ora-tig balvroe", de nieuwelin gen, die voor hot eerst met heb zoo typisch© Oosten kennis maakten, waren opgetogen oven: al hetgeen zijl te zien kregen. Nu eens aan bak-, dan weêr aan stuurboordzijde trok een of ander schilderachtig pimt of een aar dig troepjes der bevolking do algemeene aan dacht. Vooral da zoo lief gelegen dorpjes met hun witte platto huisjes, half verborgen in het groen, zoo heerlijk afstekende tegen het helwitte woestijnzand, wekten aller belang stelling. Do bevolking is bepaald rij\k aan mooie donkere typen. We zagen allersno-epertgstei kinderen en tal van flink gebouwde man nen en jongens met zeer regelmatige sym pathieke gelaatstrekken. De vrouwen verbergen hun gezicht, zoo lang zij' ongehuwd zijn, zeer zedig achter een sluier. Wat zal menigeen daar, na zijn trouwen, bedrogen uitkamen. Kameelen eii schapen schijnen er do meest geliefde huisdieren te zijn. Zoo nu en dan zien we een brokje karavaan. Om 1 uur 40 nam. passeerden we aan stuurboord het bij toeristen zoo gunstig bek kende Ismailia aan het Timsah-Meer. Het Kanaal loopt cr dwars door. Aangezien een Fransche mailboot van de andere zijde, van Suez, verwacht werd, La gen er in genoemd meer heb Engolsche transportschip no. 5 Assey Greenock en oen Duitsehe vrachtboot voor anker en ook wij, moesten dat voorbeeld nu volgen. Het transportschip, dat we 's nachts te Port Said reeds gezien hadden en blijkbaar eerdeir dan wij van da-ar vertrokken was, was propvol met tommies, die in hun prac- tisohei nette khaki-uniform werkelijk een goed figuur maakten. Onze ko-loniaaltjes stonden natuurlijk op den bak, vol nieuwsgierigheid naar den En gelsehen „erfvijand" te kijken. En ziet, toen gebeurde er iets onverwachts, iets spon geten te hebben. Hiji zocht of vermeed haar gezelschap nooit; Gypsy gevoelde zzkh ech ter steeds minden- op haar gemak. Zij gevoélde zilch altijd sterk aangetrok- ken door lichamelijk schoon en dez© man bezat een bijzonder© aantrekking voor haar. Op een stormachtigen Novemberavond stond zij voor het geopende venster in haar kamer, waar Sidney haar eens gevraagd hadi naar "bulten te staren. Een storm als deze maakte haar steeds angstig. Soms trok zij dan haar regenmantel' aan, zette do kap op on ging naar buiten, worstelend, tegen veler en wind liep za dan naar het strand! Juist dadht ze er over of ze nu weer zou gaan, toen er aan d'e derur geklopt; werd en Sidney Grant binnentrad. Het was de eerste maal d'ab hij dh haar kamer was sedert dien belangrijken avond ©n Gypsy's wangen 'Meurden, zich. donker rood, e»arst door verwondering, toen door boosheid omdat zij gebl-oosd 'had. „U?" zeide zij nerveus. „Het spijlt mij vrcesel'ijik dat moeder niet thuis is." „Ik wist het, toen ik wegging," antwoord de 'hij kalm. ,,Ik kwam alleen maar om u." „Dat is aardig van u,"' zeide zij op con- ventioneolen toon. „D'aarom kwam ik maar dadelijk boven," ging hij koel voort, „ik wist dat ik u hier zou vinden." Gypsy schoof onrustig op haiar steel heen en weer, maar Sidny ging kalm door; hij scheen haar zenuwachtigheid' in. 't geheel niet te bemerken. „Weet u weil, dat wij. nooitsamen een. lang gesprek hebben gevoerd? De laatste maal toen ik dacht dat wij aardig zouden keuvelen, deed je uitkomen dat conversatie n-iet mijn fort was, weet je miet „Ik ben het vergeten," zeid'e Gypsy een beetje uit de hoogte, ofschoon. ha.ar hart sneller klopte, niet zoozeer door dü herinne ring aan diten avond, dan wel door zajb toe- spaling, d'at ©r iets ernstigs zou, gebeuren. „Is dat dnd'eirdaad waar?" vroeg hiji ter wijl er teederheid in zijn stem lag. taansD'o soldaten van 'koning Edward za gen hun Nederlandscibo wapenbroeders en begonnen plotseling met hun (helmen en mutsen te zwaaien en te wuiven, dat het een lust wasonze militairen, oon oogenblik overbluft, vergaten toen opeens ook alle wrok en rassenhaat, zagen eensklaps in die „khakies" kameraden, vakgenooten en wuifden hartelijk terug!4 Toen nu do Engelsclio officieren "t voor beeld hunner „jongens" volgden, zagen ook wij., passagiers, in die menselien niet langer „vijanden" en werd 'hun groot joviaal be antwoord. Hoerah's werden echter niet aan geheven, dat -kon, dat mocht niet, doch die mannen van het transportschip verantwoordelijk stellen voor hun regce- rmg, voor 'hun Chamberlain cn daarom hun vriendelijkheid onbeschoft ncgeeren, dat mocht nog minde r. Van ons oponthoud maakten Arabieren, in drie vlugge zeilscheepjes, gebruik om zich aan onzo boot met touwen en haken vast te klemmen on oon handel met equipage en soldaten te beginnen in struisvogcleieron, Turkscho pijpen, muilen en mutsjes, an- sichtskaarten van liet Kanaal cn omstreken, bloedkoralen, sclielpen, struisveeren enz. Daar onze kolonialen zoo goed als platzak zijn, roeipen dei Oostcrlilngen voortdurend „Tinki'e voor tinkie1" waarschijnlijk een verbastering van „dingetje voor dingetje", aldus een voorslag tot ruilhandel, waarbij ouzo manneknes natuurlijk leolijk afgezet worden. Toon om 3 uur 6 dé Franseho boot- oinddlijk voorbij stoomde, word er w-eder hartelijk gegroet, docih nu hoord© men wel degelijk over en weer do noodige hoera,'sl Wij hadden een mail aan boord en kre gen dus den vooirang. Toen we onder stoom gingen, salueerde de Engelschman bet oerst met zijn vlag, iets wat een Brit niet gauw- zal doen en natuurlijk werd toen door ons met hoeden ©n zakdoeken den Tommies een goed reis en een behouden aankomst in het schoono Engelsch-Indië toegewuifd. Ook zij lieten zich weer niet onbetuigd. D'at oogenblik in 'het Timsaih-Meer was voor mij als 't ware een symbool dar zoo ge- wéiisehte internationale» verbroedering. Om 5 urur kwamen we in bet schoona Groot-Bit- tomieor met haar schilderachtige oevers. Het werd met 't 'kwartier warmer en vro merkten duidelijk, dab do Roode Zee reeds dicihtea-biji 'kwam. De vaart door het Groot- Bittermeer duurt ongeveer vijftig minuten, daarna vernauwt het zich tob 't zgn. Klein- Bittarmeer en toen werd het langzamerhand donker. Er was vooruit ©er elektrisch zoeklicht der Kanaal-AIaatsdhappdji aangebracht, dat, eenmaal ontstoken, een 'heerlijk effect gaf. Nu ©n dan passeeren we reusachtige bag germachines, door ons fantastisch verlicht. Heb was dei derde maal, dat ik bij donker een dool van het Kanaal doorstoomde en nog steeds vond ik het prachtig mooi Zonder vast te raken, walt nog al eens ge beurt, zonder op andere vastzittend© schel pen t© stuiten, bereikten we om 9 uur 40 's avonds Port Tewfilk, vlalk bijl Suez aan stuurboord. 't Is wel jammer, dat we nu niets zien clan lichtjes. Ik herinner mij nog van vroet- ger het heerlijk panorama van uit d© Golf. D'e boot stopt en van den wal komen ver schillende stoombootjes. De agent der Mij,. Nederland to Suez, moet den commandant spreken. Brieven worden hier nog verzonden, o. a. ook mijn Pcn'kras IX en de noodige kiekjes voor „Bintang" en „Prins". De Kanaalloods gaat van boord en do electrische machine van het zoeklicht met de twee electriciens uit Na een oogenblik geaarzeld te hebben, ging Gypsy mat zeker© waardigheid voort en antwoordde kool „Ik begrijp u met, mr. Grant." „Wees niet- boos," zeidei haar vis-a-vis. Toot, voordat zijt begreep wat zijin plan was, stond' 'hiji naast haar, sloeig zijn arm om haar midldol eu kust© hartstöciHól ij k haar rood© lippen. Een oogenblik scheen het alsof haar ha "t stil stond, terwijl' zij deed alsof zij boos was D'aama beigon haar hart stormachtig te kloppen en lijdelijk lag zij' in. zijn arm, tot dat 'hiji, na kussen op haar blozend gamut gedrukt te hebben, haar eindelijk 'losliet. Een paar seconden keken zijl alkaar zwijgend aan. Daarna liep Gypsy met een 'half onder drukten kreet naar d© deur en trachtte deze ta openen. „Halt!' riep de jonge man, terwijl zijn oogen fonkald'en. „Nog 'kan je niet 'gaan. "Vaord'at iik jo heb hooren zoggen: „iik heb je liief" en iik door j© kussen weet dab dlit waar is, ben ik niet tevreden." „Ho© durf jo tochriep het meisje, ter wijl zijl haar hoofd oprichtte en trachtte hem uitdagend aan t© kijken. D'ank zij haar trots, had' geen man 'haar ooit in zijn armen go- houden en haar zoo gekust, toch. kon zij het Sydney Grant niet kwalijk nemen, en kon sïedhts half en half om genade smeekem toen hij haar nog eens in zijn armen nam. „Hot is juist zoo'n avond1, alu toen jij mij vijf jaar geleden- afwees ©n lachte om mijn verwaandheid," fluisterdé hij. „D'at 'herin ner je je zeker nog wel V' Toestemmend 'knikte Gypsy heb hoofd. „Wil je mij nu beloven mijn vrouw te zuüil'en wordteu?" vroeg'hiji, bijna trotsch, en zij beantwoordde in bevestigenden zin da vraag, welke zij) vijf jaar geleden Verachtte. Si'dnoy Grant lag onverschillig in een scheepsstoel, zijn gelaat en oogen in een Ver band. Zijn geheels houding Verraadde d'e Port-Said eveneens. Dó agent bracht goed nieuws uit Europa. Dé passagiers werden hier nl. verrast door een telegram uit Am sterdam, luidende„Alles rustig, wetten na Pasohen." Dat was al weer oon can paik van ons hart. Ik haastte mij' het heuglijk, bericht ook naar veren, naar de equipage en de militai ren ove» rto brongen. Ook daar Waren allen zeer blij, dat de zaken nu toch. nog een kalm verloop kragen, dat beid© partijen er nog eenigo nachtjes over zouden 'kunnen slapen, alvorens iets to beslissen. Wo haalcleu om 10 uur 31 'het anker Veer op, stoomden d© Golf in en gingen naar kooi, want wo hadden werkelijk een zeer vermoeiende 24 uur achter don rug. Met Vollo kracht doorploegen w« nu do klassiek© zeo, door koning Salomo's schepen reeds bovarön en aan welks oevers men de 'heiligste plaatsen dor Joden en Muzelman nen aamvijizen kan. Een volgend© maal meer bijzonderheden over onzen tocht door do Roode Zee. Et. Clockener Brousson, b. d. 19 Maart 1903. a/b. S.S. Koning Willem II. J'.e/i en ander over de. verpleging van ons vee en wat daarmede eamenhangi, (Vervolg), Toen wo de laatste maal spraken over onzo weiden en de «groote waarde, welke we bobben to hechten aan een doelmatig© cm afdoende drooglegging, daar to veel water in het algemeen, maar op veengronden in hek bijzonder; zulk© nadaelige» gevolgen kan hebben, wees ik c»r wal op hoeveel zorgen die drooglegging in onze polders ons baart,doch dacht ik niot aan hot boezemwater. De voor vele boeren 7,00 noodlottige door braak aan de Poldervaart ondeir de gemeen te. Ketliel heeft er mijl aan herinnerd, dat voor onze polclerbowonea-s d© boezem en zijn peiil van veel belang zijn. Daarover nu uit te wijden, ligt niet in mijn bedoeling, doch wol wil ik do aandacht vestigen op het vel© boezemwater, dat, al door de 'kade siji- pelend, eer het de bermslooten vult, bot hinnentatud dei" tkaden zóódanig doorweekt en vochtig houdt, dat het plantonkleed, waarmee het bedekt is, wel weelderig is, maar wanneer het gehooid of geweid wordt, voor d© voeding van 011s veo van zeer ge ringe waarde its. Het geeft buikvuliiing, heusoh niet veel meer. Gaan wijt eens 11a, van do kruin te begin nen, wat er aan zoo'n door en door nat bin nen talud groeit. Langs den rand ©eu Ganzet- ri'kso'ort, bij den boer bekend als blik, een lief plantje met geurige bloempjes. Nu, ik hoop maar in heb belang der Zouiteveensche zuiveilboereu, dat hun weiden gebrek zullen krijgen aan zulko klaver, en hebben ze ar veel van, laten ze* in het najaar dan ©ons wat kalkbemesting aanwenden, dan zal het blik plaats maiken voor echte witte of röode kla ver. Dezo zijn gewoonlijk ih gezelschap van beter- *gras dan die pseudodclaver. D'aarnaast treft mem igewoonlijtk wat ma deliefjes aan ©11 zoogenaamd knopgras, eem Vossestaartsoort van vrij goede 'kwaliteit. Lager treffen we aamPinksterbloemen, met haar zacht-paarse, soma in wit over- gaando bloemengeaneene waterkers, ook al lieve bloempjes; maar dau is er voor ons, boeiren, ook alles van gezegd. In dezelfde strook vinden we nog den Smeer (spek, vet- of keial-)wortel, een ruwe baas met groote, grova bladen, niot mooi gekleurd© maar zwaiklheidl van .iemand dite van een langduri ge ziekte heirgteütmdc is. „Is miss Denvers vandaag ook hier geweest?" Hij sprak tegen Gypsy zelf, Gypsy, ge kleed in hot -costuium van een pleegzuster, iets blocker dan gewoonlijk «n met een groefje om haar mond', dat sprak van veel zielesmart. „Ja," luidde hat antwoordt, dat zacht klonk en een groote tegenstelling vonndlö mot haar vroegere harde wijiz© van spretken. „Zij hooft gevraagd of zc eens bijl u mocht komen De zieke sloeg de handen ineen en zucht te lievig. Gypsy's lippen "beefden. Vele ma len 111 do laatste maandlen had zij' or naar verlangd zijn hoofd' 'tegen haar boezem ta drukken en hem te troosten in zijn smart, maar zij had niet gedurfd'. Nu was do aan vechting haar bijna te machtig. O, dia stormachtig© avondl Een week later was hiji op eem 'afgelegen weg aangevallen, en men had hem vitriool in hot gezicht geworpen zoadat hij| blind was en vreeselijik bijtend1© wond'en had 'ge kregen. Zijn oogen had hiji verloren, zijn schoonheid! was verdwenen, toch had zijthem "hartstochtelijk lief, ja neg hartstochtelijker d'an vroeger. Zij 'had een iietvtigem strijd! ge voerd'. Zijl was nilet een van dio meiibjes, dia haar hart in kléine stukjes snijden. Zij zou dadelijk naar hem gegaan zijin', ondanks zijp. vreemde ©n besliste weigering, nodh, haar noch haar moeder bij zich tö willen ontvam- gen. „Je zult verdriet berokkenen als giji blijft doordrijven,vertelde d© vuds dicöctör haar. „D'o suggestie wilndt hem vreoselijik op. "Wij moeten zien d'at hij) een Venpleegster krijgt cn ca- geen gras ovetr laten gro'oieai." „Dan zal ik d'ic verpTöcgster zijin," riep Gypsy met besl'istlkbdd. „Een werkelijke zio- kezuster kan den nachtdienst doen, maar over dag zal ik, en niemand and'cra hem ver plegen." „Onmogelijk, miss Gypsy," zeide» hij hef tig. „Bovendien, hij' zou jö stem herkennen." kunstig ingerichte bloemen; wel vier soor ten van boterbloemen (egel, groote, blaar trekkende en kruipende) en daartusscheu moeraisiboe.mdgras en lies- of kantgras, geen van allo veel bijzonders.Onderaan ziét men kleine plompen, eigolakoppem en enkele zeg- gesoorten (het bekende driekant behoort er toe) in gezelschap van grasbiezen cn een en kele maal odk van breedbladig wollegras enz. onz. D'at alles bcboorlijik overschaduwd langs het geheel© talud met pijp of pip kruideen waar eldorado voor beoefenaars van plantkunde. Beschouwt men echter zoo'n doorweekt binnen talud met de gedach te: dat is nu can deel van onze waterkec- ring, dan is ca- iets beangstigends in voor den boer, wiens land door zulk een wator- 'kcering beschermd moet worden. Ik'heb allen mogclijlken eerbied voor onze waterschapsbesturen, hot zijin van die histo rische stukken, op wier vergaderingen mis schien lang© pijpen op sleetjes plus komfoor nog hoc»g in eer© zijnof echter de belangen dor plattelandsbewoners daar nu altijd in do eerste plaats behartigd worden, of ze daar aan goede handen zijn toevertrouwd, wie zou daar wal niot eens aan twijfelen Wio ten minste, zooals völen misschien mot mij gedaan hebben, de vorige weck langs de Poldervaart is gegaan eu ook dei toen zicht bare buitentaluds zag, zal wol gezegd heb ben, dat het povertjes was. En dait onder stel van dio zgn. Steanenbrug over de vaart Nou, nou 1 Er staat met vette of de verf wel erg vet geweest is waag ik niot te be slissen letters D. L. 110. 1. Dat 110. 1 ziet zeker op hot registernommer, waaronder de brug bij het waterschap bekend staat, an ders zou ik 'heb maar liever niet No'. 1 noe men van des waitersdhaps kunstworken onder dien naam duidt men immers ook bruggen aan? Neen, dan zien de sluiswerken aan ds "Vijf Sluizen er anders uit. Daar neem ik mijn hoed voor af. Voor dife Stee- nenbrug ontbloot ik mijn leêkonhoofd niet. 2e moesten haar netjes afbreken en er plaat sing voor verzoeken in liet Rijksmuseum, want cr zitten nog merkwaardig oude stee- non incn del naneef kan dan later nog zien, over welke bruggen wij met spoeling- kiston durfden te rijden in 1993. Wo gaan naar da plaats der doorbraak. Nu, lozere, i.k ben ca" een paar maal naar wezen zien, maar ik moet eerlijk bekennen, dat ik mijn hart vast houd, als ik denk aan de schade, welke dezo ramp veroorzaakt heeft. Hoeveel honderden morgen zear goed weiland werden daar door dio bare ze© van vuil boezemwater" bedektWat moet daar van terecht komen? Dis vera n two ordelijk zijn voor d© doorbraak, zullen niet org op hun gemak sdjta, ais zij, een medelijdend hart hebben. Want naar rnijii bescheiden me© ning zal het voorjaar Van 1903 dio boeren daar lang heuigen. ■Zwart en verrot zullen de goedo grassoor ten boVen komen cn alleen zure en do hier boven genoemde grassen kunnen misschien zulk een waterkuur te boven komen. Zoo'n ondcrwatcrzetting voor 2 of 3 da gen is nog zoo'n ramp niet, vooral als het geen Warm weer is. Al gaat 'liet »in den win ter voor een weiek of langer er onder, dat is niet erg, er ib dan geen groei in den grond. Het plantenleven staat wol niet ge heel stil', maar het is> toch va,n weinig betec- konis. Blijft ds temperatuur laag, dan kan een langen tijcl dat plantenleven als het wa re in rust blijven, doch stiilgt do tempera tuur, is er voldoend© vocht en dat is er in ons polderland al 'gauw en. lucht, dan wordt de plant als hot ware tot nieuwe le venswerkzaamheid geprikkeld; do sapstroo- men in de plant worden krachtiger, de groei wordt hervat. Laten we echter steeds i'11 het „Het is niet ■onmogelijPc d'at ik mijn stem zeer gemakkelijk kan veranderen, zeilde zij| cai d'o d'ofctei" zweag. Het was mooilijlketr goweiest d'an zijl zich voorgesteld had'. I11 -zijn. heldere ootgenblik- ken weigerde'hiji iets te hooren ovter een be zoek van zijn verloofde, maar er waren in de eerste veertien dagen ooigenblilcken d'at hij, bijna krankzinnig van smart, mompelde d'at hiji Gypsy wild© zictn. „Gelooft go in oen, hel vroeg dc zieke plotseling. Gypsy keek verbaasd en vergat bijna haar stem te veranderen. Neen, dat d'00 i!k niet, maar waarom vraagt u dat?" „Et was er alleen maaa" nieuwsgilerilg naar, of de vardooiiKlen meer lijld'en d'an ik," was het bittere antwoord'. „Arme man," mompelde zijl, haar blee'ke hand! 'teedcr op zijp. voorhoofd 'leggend. „Zwijg! Ik veadieu geen medelijden," riep hij ongeduldig. „U moot u niet opwinden," zeide zijl op bevelenden toon. „D'at ib zoo slecht voor n." „Dat is niets. Waarom hebben zei mij in het leven gehouden," antwoordde hij bitten" „Blind, ledlijk en zonder vrienden, het leven ikan niets meer voor mijl zijn." „Niet zonder vrienden," protesteerd© zij, haastilg. „D'euk aan miss Denvers, waarom wilt u d'ezei niet laten komen om u té troos ten?" „Yeai'eid'stea"," zeide 'hij ernstig, „jö weet niet hoe ik naar haar Veriang, maar ik heb veel! geloerd' sedbrt dien verschrilkkdlijkeai nacht. Krijg eens even pen ©11! inkt. Gij zult haar voor mijl schrijven." Tweemaal opendo Sidney zijin mond om te beginnen, maar het ging niet. „Ala u het mij eetaa ©env'oudig verteld1©, dan, kon ik hot mededooTon aan aan d'e b'e- doetld© persoon," steldé Gypsy eindelijk voor. Dé patient knikte goedkeurend met het •hoofd' en begon te vertellen. „Toon iik nog een jongen was, had ik Gyp sy Denvers lief. Maar zij lachte mij) uit en wildé niets van mijin. liefdé weten. Alles wat oog houden dat voor voldoenden 'groei noo. dig zijn lucht, vocht, warmte enoen zeke re hoeveelheid plantenvoedsel. Ontbreekt één van dio vier groeivoor. waarden, dan staat de groei' stil. Heeft een maal do plant haar groei hervat, dan is zij uiterst gevoelig ook voor een tijdelijk ge brek aan slechts één der viea- hierboven 4 noemde -onderhoudsmiddelen ©n treedt zee- spoedig versterving in. Hoe plotselinger nn zoo'n gebrek intreedt, hoe nadeeligeaC Als in het najaar do tuinder zijn daarvoor aangewezen planten tot rust, dit is tot stil stand in haar groei wil brengen, doet hij dit eenvoudig door zo langzamerhand min- der water te geven. Onthield hiji de plant opeens allo vocht, zijn planten zonden er in h-et voorjaar treurig uitzien of ongeschikt zijn om in trok gebracht te worden. Ilct is met d© plant niet andean dau met monsch en dien; voor hen golden ook de bo. vengenoemde voorwaarden. II©t onthouden van lucht kan slechts zeer kort plaats heb- ben, zondar schadelijke» gevolgen. Gebrék aan lucht dus aan zuurstof, we weten liet van vroeger belet d© voornaamste wer kingen in planten en dieren en werkt dus noodlottig. Wol kunnen planten or ielts lan ger buiten dan de meeste diaren, maar ook voor hen is vrije toetreding van lucht le vensvoorwaarde. Men zal miji tegenwerpen hoc is het dan met de. waterplanten ©n vissollen? Wel, heel eenvoudigook in het watea* is altijd lucht en nu zijn die in het water levende planten en dieren er op ingericht, het met die wei nig aanwezige lucht tö 'kunnen stellen. Daar komt nog iets bij. Yclc onzer zoogenaamde waterplanten reuken met sommilg© 'barer doelen, soms blaren en stengels, soms alleen blaren, tot aan of tob boven dé oppervlakte van het water en weten 7.001 in haar behoef te aan lucht te voorzien. Bovendien, plant en dier veirtoonen een zoogenaamd aanpassingsvermogen, d. i. zij kunnen zich behelpen m©t minder voorkeu passend© omstandigheden. Blijven planten en dieren voortdurend onder zulke gewijzig de omstandigheden, dan blijken later huil nakomelingen reeds beter dié omstandighe den to kunnen verdragen dan hun ouders. D'ib aanpassingsvermogen -ontwikkelt zioh echter zeer langzaam. Zouden nu do grassen op dié verdrenken landerij'en ook geen gebruik 'kunnen maken van haar aanpassingsvermogen Welnee®, dan zou mm ze er immers stelselmatig aan gewond moeten hebben. Neon, do slechte, zure planten en de moerasplanten, die zijn er ©enigszins aan gewend 'het met minder gunstige groeiplaatsen te doen, die liebben zich al loeren schikken naar dite» ook voor lieoi oorspronkelijk minder gunstige levens voorwaarden. D'aarom beweerde ik hierbo ven de goed© grassen gaan dood, da slechte brengen ©r misschien 'heb léven af. Nu is er, zou men haast zoggen, altijd een geluk 'bij ©en ongeluk. Dé laatst© dagen voor ds doorbraak waren 'koud en guur. Ha gel en sneeuw hielden deal igrond koud en het was aan dé weiden te zien, dait 11a de voorafgegane warmer© dagen dé groei stil stond vele weiden hadden 0011 slechte kleur gekregen. Die stilstand werkt nu gun stig. Maar het op het land staande water is do laatste» wéék te warm geworden. Overal ziet men in liet water groenachtig schuim cn de in het watea" staand© voorwerpen wor den met een zacht groen laagje bedekt en dit is een veeg teeken. D'aarove-r een volgen de maal meer. H. M. de Koningin iieett de gevangenis«tral ik deod was te vergeefs. Toen poinsda ik over wraak. Ik zag haar niot in Vijf jaar, maar vörgötcu hadi ik niot, ctn boen wijl el kaar weer ontmoetten., zag ilk, dat ik mij|n wraak gemakkelijk item uitvoer kon bren gen. Zij* iiiiald. van schoonhienid' -en kracht en «ik wist dait ilk beid© bezalt, zij was ontwik keld' ctl i!k kou haar bevallen, koaitom, ik dood ha,ar beloven, mijn vrouw té zullen word'en. Mijp. plan was ha'aa" persoon keale- maal'van mijl afhanikdlijik ito maken, iod'areea to laten wetén dat wijl zoud'en trouwen, en dan to woigaren mijn bolafta te vervullen. Zij was zoo trotschi, dat ilk wist dat dit haar zou verpletteren. 'Maar toen, ondanks mij zelf, do aanraking van haar lippen mijn oudei liefd-a voor haar wedterom d'oed herle ven, hieldl ik vol'. Nu als zij' dilt weet, zal zo ma nooit weer torugzieai en zal iik alleen door hét leven gaan. Gypsy zuchtte dilep, maai" bewoog ziek niet. '„Zag dan tocli »i'ets," zeid© hij| tón slotte gemelijk. „Zeg ma dat iik ©en monster ben, zeg iéts, 't 'geeft niet was, maar spréék." Eén oogenblik dacht Gypsy na. Zijl voer de een -harden strijd. „'Hiji heeft me lief," dacht ziji. „Hlijl zou nooit zijn plan uitge voerd hébben, bovendilen," zijl keek naar heb anma verminkt© gelaat, d'e verbonden ooigcn en haar hart werd.' vervuld me't innig medeilijlden. 'Zij-liet zïdk op ©en 'kni© vallen en sprak meit haar -gewon© lieldea-e stam. „AEjit arne jongen, ilk zal jö noioitt weer veriaiten. Je hebt -m© lief on ilk ben tevre den," zciidö ziji. „Gypsy Ongeloof, smcoking en vrees klonken in zijn stem toen bijl zijlui magere hand oplichtte om haar gelaat en beur ha»aa' té belbasten. Ja, ik bon ihab, lieve. Ik bon Mei" geweess om je té verptegen. J« ziet, nu ben jé geheel- iln' mij'n macht, en ik zal ja straffen dooi' 'kolen, vurur op je hoofd' té stapelen."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1903 | | pagina 6