SPORT. INDISCHE PENKRASSEN. zn. Lt. Clockener Brousson, b. d, 30 Maart 1903. a/b. S.S. Koning Willem II. ALLERLEI. Koloniën. IN GEZOND EnT^ verloopen; er is dan veel kans, dat een re genbui grond en mest inniger vorbindt. Te eggen na bet zaaien aolit ilk minder geschikt voor het gelijkmatig opkomen der grassen en klaversen dam door het rollen wordt de bodem meer gesloten en liet lichte gras zaad meer iu de aarde gedrukt. Slaat alles goed aan, dan zal de weide er goed op ver- komen, dodh muur en nog eens muur, da zal het weligst tieren. In den rvinter geve men dan nog eens 1000 K.G. kalk en egge in het volgend voorjaar (Maart) het geheel nog een paai' keer. Allicht zal men vragenwaarom geen stalmest Voornamelijk omdat de hier gehruikto Stalmest (zonder strooisel) cjeu grond te kor- sterig maakt en dit moet vooral voorkomen worden. Bovendien, kalk is onmisbaar voor de grondonteuring en verbeterimg.Kalk en stalmest samen geven gaat wel, doch grieft aanleiding tot vermindering der s t a 1- waarde. Waarin dat zit, komt later wel ter sprake, evenals dat korsterig worden door onzen stalmest. Ploegt men niet, dan kan niet genoeg aanbevolen worden vóór het eggen, sloot- of baggeraardo over den grond to brengen.Het beter aanslaan van het gezaaide zal er door bevorderd worden. Waar zal men ze echter vandaan halen 1 In den Noord-Kebholpolder zullen de stalen, zoo ze er nog ziju, voorloo- pig wel Waardeloos zijn. Ploegt men, dan heeft men versdhen grond genoog; maar egt men alleen, dan, zoo mogelijk er ook slootaarde over brengen. D'e aanwending van slootaarde zal wel meer in den smaak vallen, dan die van kalk en todh men houcle 'het mij ten goede die kalk zal nu en later uw weiden ver beteren. Voedzamer, meer pittiger grassen zullen de plaats van W i! 11 b o l en meer zulk p u i 'k goedje, innemen klaver zal bloeien, waar dePinkster- bloem stond. En dat adht gij toch, met mij, verbetering? 'Hoe men zich ovenwei tegen het nieu we kant. eggen, daaraan zal men moe ten gelooven. Stonden de tanden der liooi- hark maar wat dichter bijeen, en waren ze maar wat zwaarder, ik zou den tegen het eggen oprienden boer aanraden, op zijn hooihark "het land eenige keeren op en neer to hobbelen, dan egde hij' tooh. Wie het be proeven wil bezware eiken tand met 1 a 2 EG., do© met een kleine afwijking eiken rit door het land 2 maal en liijl zal aardig geëgd hebben zonder egge. Is dit echter het eenige, wat hij, aan het bovengekomen land doet, dan kan 'hij het volgend jaar gaan braken om door het vuil (onkruid) heen te tomen. De wedstrijden te Oudshoorn. In de 24e heat sloegen nog de Amster- damsche juniores van sNereus'teen Delftschen Jonge vier van ïLaga". Het schiffnummer is niet doorgegaan. Overmorgen komen we te Padang en dan is onze mailras op een oor na gevild. We hielden ook nu weder, van af Perim, het mooiste weer dat men zich maar wen- schen kan. Wel begon 't zonnetje met den dag, vol gens sommigen zelfs met het uur, steeds fel ler te branden, dodh dat is nu eenmaal ons voorland in de tropen. In alle 'geval is do Oostersbhe warmte ver reweg te verkiezen boven nattige kou, gu- ren Noordenwind, sneeuwjacht en dergelij ke liefelijkheden meer. waarmee moeder na tuur ons vaderland zoo nu en dan begiftigt. Als een der passagiers dan ook over de warmde begint te mopperen, behoef ik slechts even aan dien dag in het Kanaal Van IJmuiden te herinneren en do man is da delijk met den nieuwen toestand verzoend. Men moet er zich echter op Tdeedeu en niet doen als een paar eigenwijtee „baren" aan boord, die beweren, dat ze de Indische dracht onfatsoenlijk en onsmaaikvol vónden Nn, we zullen die heeren en dames over een paar maanden wel eens nader spreken. Veel belangrijks ondervonden we op ons traject na Perim nu juist niet. 23 Maart passeerden we de beruchte „Kaap Guardafui" of op zijn Hollandsch „Kaap pas op jo tellen". Het kan hier soms leelijk spoken, zooals ik trouwens zelf op mijn thuisreis in December 1900 ondervond. Thans hadden we ei* een spiegelgladde zee, zooals men dat noemt, al is er natuurlijk eenige beweging en golving te bespeuren. We zagen dien dag ook nog „the Bro thers", een paar gevaarlijke klippen, waar op, vooral in onze zomermaanden, vele zeil schepen stukloopen. Op die hoogte 'kwam ons. heel in de ver te, het s.s. G e d der „Rott. Lloyd" voor bij, op de terugreis naar Holland. Onwille keurig denk ik weder aan mijn eerste uit vaart naar het land der zonne, in 1896 op diezelfde goede oude G o d met de 240 mannetjes Koloniale Reserve aan boord. Wat brachten die vroolijike kerels een leven in de brouwerijVan een klein detachement merkt men zoo bitter weinig. Neen, dan moet 't op zoo'n groot Engelscih transport schip met 2 a 3000 man troepen pas je ware zijn De passagiers brachten een kleine drie honderd gulden bij elkaar om de equipage en de militairen eens een verzetje te geven. 28 Maart was het feest. Het programma bestond uit touwtrekkon, stroophappen, een wedloop mot 'hindernissen, zakloopen enz. Do mannen verzochten mij:, hier openlijk namens hen, in de bladen, hartelijk dank te betuigen voor het genotene. Tegen 3 uur iu den middag van den feestroes, zagen we aan bakboord het sdhoo- ne eiland Ceylon met zijn blauwgrijze ber gen en heerlijk groene heuvels. We gingen dicht onder den bosdiirijken wal en konden duidelijk met 't blooto oog do eerste klap- peilboomen (kokospalmen) onderscheiden. Bij' Point de Gallo werd oni half zes 's na middags geseind„voor rapport naar Am sterdam en Batavia alle9 wel". De ondergaande zon wierp haar gouden lichtbundels op 't tropisch strand en jam mer, doodjammer was het, dat de duisternis zoo snel inviel en we toen niets meer zagen van dat 'heerlijk sekoono eiland. Nu'hunkeren wc allen naar Padang. Daar is de natuur nog veel schooner en zijn we feitelijk weer iu ons eigen vaderland, in het Nederland tusschen de keerkringen. Het passagiorsbestaan op een stoomboot wordt op den duur toch knapjes vervelend. Niet, dat we 't niet goed hcibbenIntegen deel, er lieerseht op de schepen der Mij. „Nederland" en der „Rotterd. Lloyd" eer overdaad en er is bepaald veel zelfbedwang en wilskracht noodilg, om zioh niet ziek te eten. Het ware m. i. beter de passagekoSten wat te verlagen en dan eenvoudiger op te dissciheu. Ik moet u nog altijd ons leven aan boord schetsen en wil daarom thans met u, uur voor uur, een dag doorworstelen, zooals wij passagiers dat sedert een week gewoon ziju. 't Is half zes in den morgen. Het dak is als bezaaid met slapende menschen en maakt werkelijk den indruk van een zigeu nerkamp. Daar hoort men plotseling zware voet stappon dreunen en hard klinkende man nenstemmen. De bootsman niet zijn matro zen komt met de brandslangen om schoon scihip te maken of 'liever gezegd dek te spoe len. Ze zij,n erg zindelijk op zoo'n Holland- sclie 'bootHals over 'kop vluchten nu allen naar de benauwde hutten o-m handdoek en zeep te halen en dan wordt 't een ware vliegen afvangerij om in de badkamers te komen. (Zie redhbmatilge klacht in vorige Penkras Zijl, die wachten moeten, kunnen niet meer weg, anders verliezen ze hun beurt, zo sluipen daarom verdrietig hun kop koffie, steken een pijp of een cigaret op, (do hee ren wel te verstaan, want- de dames rooken niet en wachten niet), en mopperen over het „verschrikkelijke geteut" der gelukkigen, die nu reeds van 't lekkere stortbad genie ten. Na do douche gaat men ontbijten. De ta fel blijft tot 9 uur gedekt en de meeste da mes en heeren rijn zoo verstandig om, zoo lang als het sciheepsregl enten t het toelaat, in het zoo luchtig Indisch négligé te ver schijnen. Vooral de meer donker gekleur- den weten de sarong en kabaja met een ze kere gratite te dragen. Jammer, dat voor ons, heeren, op bepaalde uren (van 9 tot 12 uur 's morgens) wanneer het juist het warmst is, die zoo practische kleeding verboden viucht wordt. Het ontbijt is meer dan goed. In de le klasse krijgt men bijv", vandaag: koffie of thee, versch aan boord gebakken witte brood, paling in gelei, kalfsvleesch, gerook te tong, gelei, koek, 'kaas en beschuit. In de 2de precies hetzelfde behalve de paling in gelei en het kalfsvleesdh. Als de inwendige mensdli nu voldoende versterkt is tegen de vermoeienissen (sic) van den komenden dag, gaat men naar bo ven. D'e meesten gaan daar erg lui in hun lange rieten stoel liggen, voor den vorm mot een jMaleisch leerboekje of een roman bij zich. Enkele vaste clubjes spelen kaart or domino. De jongeren flirten zoo'n beetje met de aardige bakvisdhjes aan boord, ter wijl vele kinderen onvermoeid krijgertje spelen en 't heele schip door hun gekraai en gelach doen weerklinken. Om 10 uur brengen de Javaansdhe 'be dienden (een verbasterd soort Inlanders, be dorven als ze worden door liun veelvuldig bezoek aan Amsterdam) ons een versnape ring b.v. heden abrikozensorbet en daarna wordt het langzamerhand tijd voor een „pa it je" (bittertje). Pait wordt in de tropen tweemaal daags gedronken, omdat men er ook tweemaal daags wam. eten nuttigt. Men is hier aan boord dadelijk met die Indische gewoonte begonnen, trouwens op Hr. Ms. oorlogssche pen wordt zij ook steeds gevolgd. Om 12 uur liudt de bel voor het middag maal en we zullen nu maar weer eens heb menu van de 1ste klasse raadplegen. Het bestaat uit 1. Indische 'rijsttafel2. biefstuk; 3. dop erwten 4. gebakken aardappelen5 citroen-bavaroise; 6. vruchten en 7. koffie. Bij do 2de klasse vervalt alleen de citroen- bavaroise. Na tafel trachten velen een dutje te doen, wat echter uiterst moeilijk is door het liefe lijk gekweel der jeugd. Anderen weêr dooden dei» tijd als in de morgenuren. Tegen 3 uur gaat de bel voor de „affer- noon tea" en daarna begint op nieuw de strijd om het dagelijksch 'bad. Is de zon onder, dan moeten we door een voedzamer! maaltijd weêr op krachten ge bracht worden en dat het niet Voor de poes is, blijkt wel uit 't onderstaande menu der lste klasse. 1. soep; 2. nierbroodjw3. ossenhaas au Richelieu; 4. vol au vent de Toulouse; 5. ham; 6." bloemkool7. gekookt© aardappe len 8. gebraden kapoen9 compote10. cabinet-pudding met ïtamsaus 11. room taart; 12. vruchten; 13. ijs; 14. koffie, kaas, beschuit enz. Bij ae 2de klasse vervallen alleen de num mers 8, 9, 11 en 13. U zult met me ©eii9 zijn, dab men 't er best op kan uithouden en ik geloof, dat menigeen aan boord het thuis nooit zoo ge had heeft en het in ludië nooit meer zoo hebben zal. Toch rijn er nog ontevredenen onder de passagiers, mensclien, die over alles en nog wat durven mopperen. En nu begint de lang© avond, die door geworsteld wordt met zingen, vioolspelen, guitaargetokkel, dansen enz., enz., totdat men tegen 11 uur uur op zijn stoel gaat lig gen, om weldra te droomen van het verre vaderland en de geliefden thuis. Waaromen daarom". Waarom worden spinneikoppeu Tm huis, op 't erf ©n in do stallen bestookt, hoewel ze 'honderden vliegen vangen, di© het u en uw vee lastig maken Waarom de koekoek met geweer verjaagd en 'gedood, wiens helste voedsel bestaat uit langharige rupsen Waarom met den voet den krekel 'getrapt, die in uw tuin loopt en daar oorlog voort tegon vraatzuchtige rupsen, slakken en mei kevers? Waarom worden d© aardige pimpel- meezen gedood ze zijn toch zonder eenigon twijfel de grootste vijanden der duizendpoo ten en wespen Waarom uw hagel en kruit verschoten aan de' spreeuwen, die hun leven Jang do insecteneieren oppeuzelen, uw bees ten van ongedierte zuiveren en in den broei tijd honderden schadelijke rupsen verslin den Waarom de mcezen in strikken gevangen, hoewel elk van de-zo driemaals 's jaars nes telt en elk paartje ongeveer 12,000 wormen en insecten aan zijn jongen geeft? Waarom de zomiekevers gedood, die zich met bouw huizen spijzigen Waarom de pad vervolgd en dikwijls afschuwelijk vermoord, di'o zoo veel slakken, mieren en keldermotton als een lekkernij gebruikt Waarom del vleer muizen niet gespaard, diie toch leven van aardwormen Waarom omdat do meeste menschen niet verder kijken dan hun neus lang is, dikwijls niet op de hoogte rijjn van 'liet leven van genoemde dieren ©n het „daaom" niet kennen. („Centrum".) Mantien schoonheid. In Weenen is deze weak een mannenten- toonstolling gehouden. Zeventig mannen, de meesten tusschen de 20 en 30 jaar, namen in zwenicostuum plaats op het podium en onderwierpen zich aan de critische blikken van jury en publiek. Enkele jonge dames in de zaal sloegen eerst bedeesd de oogen neer en zaten later onophoudelijk te giego- len. In tusschen was de tentoonstelling een ernstige zaakde Oostenrijjksdhe athleten- bond had ze op touw gezet, en geleerden, beeldhouwers, schilders en doktors zaten in de jury. Er werd niet gelet op mooi© kne vels, neuzen of monden, maar op den lichaamsbouw. Dó meest© mededingers wa ren pootige, zeer gespierde kerels. Maar bij velen was duidelijk te zien, dat een lieve- lingssport hen een of andere lichaamsdeel eenrijjdig ontwikkeld had, wat sdhade deed aan den aest'hetiachen totaal-indruk. Het Apolio-type was schaars vertegenwoordigd. Wie echter dit type heb meest nabij kwa men, worden door heb aanwezige publiek 't luidst toegejuicht. D'e prijswinner heet Raimund Walter; Lij is lid van de Weener athletieksporb-club. De jury vatte haar taak zeer consciëntieus op. Een harcr leden, professor Bonk, heeft te kennen gegeven, dat voor hem het ideaal van mannelijke schoonheid een eem'gszins gespierde Apollo is. De manneilijikö schoon heid, zeide hij, mag niet vrouwelijk zijn. Yoor 't ©Verige is schoonheid ni'ets andei's dan proportiein de verhoudingen van het lichaam ligt zijn schoonheid. Vooral het hoofd mag niet te groot rijn, zegt prof. Benk; alle beroemde klassieke beeldhouw werken hebben ook kleine hoofden. Feodorowna Ries heeft aan een redacteur van de „Neue Ereie Presse" gezegd, dat zij het veel rechtvaardiger zou hebben gevon den, indien de beslissing over de vraag, wie do mooiste man was, aan vrouwen ware overgelaten. Een man, zeide zij1, kan eigen lijk evenmin over mannon oordeelon, als een vrouw over vrouwen. Maar zij! hoefde eon man niet naaikt te zien, om te weten, hoe 't geschapen is met rijh lichaam. Dat zag rij wel aan zijn gang en rijn houding. Verdek hecht Feodorowna zeer veel aan den vorm van de onderkaak. J>Looping the loop". Een nieuwe aantrekkelijkheid op het gebied van sport is het looping the loop, een kunst stuk waarbij een wielrijder zich beweegt langs de binnenzijde van een baan, die men zich 't best kan voorstellen door een reuzen- spiraal met een krul. Vele waaghalzen, die het looping the loop beproefden, braken er hun armen en beenen en sommigen hun nek mede, door dien zij het hoogste punt niet konden bereiken en tegen den grond smakten. Een Brusselsche wielrijder, Mondt, heeft het kunststuk in den Circus Variété te Luik geprobeerd doch is gevallen en ernstig gewond. Niettegenstaande zal hij weder op nieuw beginnen, heeft hij verklaard. Te Brussel vertoont de wielrijder Mephisto in het Palais d'été de nieuwe kunst en Zater dag liep de ïpremière" zonder ongelukken af. Atjoli. Aan een van den civielen en militairen gouverneur van Afcjeh on Onderliooriigheden ontvangen telegram van 27 April wordt door do „Java Ct." het volgende on bloend: Op het bericht dat ©en paar beudehoof- den zich met volgelingen en 2 repeteerge weren te Teupin-Djallo en te Naleung op hielden, ageerde de colonne Christoffel in di© streken27 vijanden sneuveldenbuit 6 voorladers en blanke wapens D'o colonne Colijn patrouilleorde in Bo- ven-Peutoë en tusschen Pira en Pasé; 18 dooden met 1 Beaumontgewecr en 4 voor laders vielen in onze handen. De 2ded ui te nant J. H. Ebbiifk ontving een onbedui dend schampschot. Do ooi on n o Toekarop 'Lammers patrouil leerde van Bironi naar Blang Ara; 2 doo den vielen ons in handenbuit: 1 Beau mont en 2 donderbussen. Een mareohaussee-colonne1 onder kapitein la Gordt Dilliló vertrok 18 April van Sama- langa naar de Gajolanden; majoor van Dlaailcn ging mede. De colonne Raedt van Oldenbarneveldt patrouilleerde in Boveu-Pjainbo© Ajé9 vijanden sneuveldenbuitveel wapens, waaronder 1 Beaumont. Toekoe 'Moeda Latif van Blang Meh kwam in ondenverpiug. DJuinbl. Onder dagteekening van 29 April seind© do resident van Palembang als volgt: 4 en 6 April werd een dekking van hout kappers uit het bivak Pelajang beschoten, geen verliezen. Tengevolge actiever optreden cn tenuit voerlegging dwangmaatregelen is toestand Boven-Tebo onmiskenbaar verbeterd. Tot en met 15 April geen beschietingen meer, aan doesoens opgelegde boeten, bot een to taal Van 2400 dollar, zijp geheel voldaan. Talia schreef aan hoofden om verzot door te zetten. Een detachement van Loebocq-Sengka- wau (Boven-Batanghari) werd 19 April licht beschoten en patrouilleerde naar Soemaj- gebied. Een telegram van den resident van Pa lembang van 30 April jl. luidt als volgt Stoombarkas Hendri'k werd tusschen Pamenang en Kroja (Merangin) twee malen door sterke bende beschoten, waardoor sneuvelde de Eur. fuselier Van Asperen, zwaar ge'wond raakten do,Eur. fuselier Spijltsma en een Amboineesche fuselier, en licht, gewond do Eur. sergeant Jepkens ©n do Eiur. fuselier Mnijizer ral Db Kiuijfook Pangeran Poespo, die overgevoerd werd, ils gewoud. D'oesoens tusschen Pamenang en Pangkail Boelin verlaten. Gewestelijk militair com mandant vertrekt heden met ass.-resiident van Djamlbi naar Merangin. („Java Crt.") Korlntjl. Naar het „Bat. Nhld." mededeelt, zal het optreden iu de eerste plaats gericht zijn tegen de Selapan Halai Kam, liet min der vijandige maar beter toegeruste com plex van staatjes Van waar de Tiga Halai Ka in, de meest schuldige streek, hulp zou kunnen krijgen. „De Tiiga Halai Kain zoo schrijft het blad hebben minder toe nadering tot het gouvernement getoond dan do Selapan Hal ai-K ai n, omdat de streek moer onder Djambisdlien invloed staat, minder welvarend en minder bevolkt is, weinig handel drijft en daardoor do afhan kelijkheid van de kust zich minder doet ge voelen. Wel is do naaste oorzaak tot de ver wikkelingen met Korintji het vermoorden van twee zendelingen uit de residentie Ben- koelen t© Iempoer (in de Tiga Halai-Kain) en do bevolking van Zuid-Koriutji hot sterkst viij;audig gezind, zoodat de Ti'ga Halai-Kain het eerst voor een bestraffing in aanmerking zou komen, maar in dat ge val zou die afdee'ing dö Selapan Halai-Kain in den rug bobben en vandaar uit aanvul ling 'kunnen krijgen. Daarom is het heter rechtstreeks naar het noorden op te rukken on dus hot eerste Selapan Halai-Kain aan t-p tasten, wat ook uit een militair oogpunt wensdhelijlk is om een snel verloop van den- .krijg te verzekeren, waartoe vereöscht wordt den vijand aan te tasten waar hij het sterkst is en over de meest© hulpmiddelen beschikt. „Zooals onze lezers verder weten zal de expedittie te Pasir 'Malang, bij! Indrapoera, de eerste operatiebasis en landingsplaats vinden, terwijjl de vïvres per prauw worden opgevoerd tob Tapan aan de grens van liet bewoonde gedeelte van Indrapoera. „Ten dienste der officieren die voor de expeditie ziju aangewezen, is een boekje in 'bewerking, samengesteld door den majoor van don generalen staf H, G. Kroaoaier en bevattende allo gegevens, door dezen offi cier tijdens rijn verkenningstocht verzar meld." Nog verneemt het „Bat. NbTd." dat twee compagnieën van het zestiende bataljon te Padang Pandjang, een Europeesdhe en een inlandscfhe compagnie, ter Sterkte van hon derdvijftig man, voor den bocht naar de IMapan Halai-Kain rijn aangewezen. In afwijking van het vroegere/ denkbeeld zal niet de majoor van den generalen staf H. C. Krommer met het ooanmando worden be last, maar vormioedelijik de luitenant-kolo nel der infanterie G. J. H'. Bruynis, aan wieu als chef van den staf wordt toegevoegd de kapitein van don generalen staf H. L. Bens©. Voor do zorg voor den verplegings dienst wordt vermoedelijk aangewezen de kapiteiü-ihtendent T. A. J. Molenaar r trein zal bestaan uit ruim tweehond J d wangarbeiders. „De uit Djambi ageerende troepen - zegt het blad - zullen ook wel niet <m V( tegenstand stuiten; uit deofficioele beridh ten weten wij reeds dat een colonne onder luitenant Gusdorf zonder tegenstond ft Soengei Tenang en Serampas en dwars door deze streken in Korintji is dorgedronutn trouwens wij deelden reeds mode hoo Soen- gen Tonang en Serampas hun onderwerpt (hebben aangeboden." 0 Met opneming wordt geen instemming der Redaili bedoeld. Copy wordt nimmer teruggegeven. >i 11 L Rotterdam, 29 Mei 1903. Mijnheer de Redacteur! Toen i'k onlangs hoorde van het vreemde geval dat zich voorgedaan heeft iu da Coöperatieve bakkerij' aan do Ketheistraat 24 a costi, was miijfa oerste gedachte „Jongens, als dat eens ccn bakker was overkomen, wat hadden die co operators ge schetterd en die particuliere baikker had gerust wat men noemt „af 'kunnen hinden" dat is zeker, want niets ibad bovengenoemde dieeren natuurlijk weerhouden dat rond te bazuinen, contrarie zij hadden er een grooto reclame voor hun zaak van gemaakt. Nu echter is dat vreemde geval (ik moet erkennen dat het een vreemd geval is) hen zelf overkomen, en hoewel ik ook zelf erken dat liet een vreemd 'geval is, zoo wil dat nog niet zeggen, dab het nic-t voorkomen had 'kunnen worden. Waarom toch is di© ba'klkerij, ja waar-om worden in 't algemeen coöperatieve bakke rijen opgericht Om 'brood aan den arbeider te leveren, zoo goed mogelijjk en tot zeer billijken prijs, echter niet om, winst te be halen en wanneer men zich daar nu aan houdt en oofc in die bakkerij goede loonen betaalt aan de werklieden (want dat is ook het dool) dan is dat een gezonde coöperatie, voor welks concurrentie een vakman heusdk geen vrees behoeft t© koesteren. Wat is nu echter het goval Het publiek laat zich niet zoo gemakkelijk vangen om deelnemer te worden, en men gebruikt daartoe oen lokmiddel, nl. uftkeering van dividend, in evenredigheid met het door iederen afnemer verbruikte brood. Men maakt nu den meusclhen dus wijs, zelfs met oogenschijnlijk afdoende bewijzen gestaafd, dat na ccn jaar 4, 8, 10 ja soms 12 percent en no'g koogcr wordt uitgekeerd, on weldra is or geen gebrek meer aan loden, de bakkerij wordt -opgericht en alles gaat naar wensiclli. 't Eerste jaar worden ei' al een paar pro cent uitgekeerd, wat natuurlijk bijl een zui vere en gezond© coöperatie niet mogelijk zou zijn, en of het verdiend is of niet, toch wordt er uitgekeerd, anders raakt men im mers leden 'kwijt Dat nu is do oneerlijke concurrentie waarmede een bakker de sehrilk op 't lijf ge jaagd wordt. Oneerlijke concurrentie is het bovendien, als mannen die er geen jota verstand van hebben, t. w. van 't bakkersvak, en dus ook niet weten aan welke verdisdhten een goed brood moet voldoen, aan 't beheer van zoo'n inrichting staan, zooicts mocht niet kunnen vóórkomen, want dat acht ik dan ook stellig do oorzaak te zijn van hetgeen hier plaats gehad flieeft. D'at een makelaar, een boekdrukker, een timmerman en wat ©r nog meer in 't bestuur is vertegenwoordigd (in ieder geval, allo vakken behalve 't bakkersvak) niet bere kend rijln voor hun taak, bewijst dat be stuur, door een advertentie waarin men leest„El'kei zak meel zal voortaan nauw keurig onderzocht worden". Waarom is dat dan altijd niet gedaan? 'Het pulblibk moet dan stellig al meermal® kluitjes etc. geslikt hebben, al had het mis schien toen nog niet zulke onaangename go- volgen. Vooral betreft dit de „waterbroodven bruikers want men komt nu wol aan met een rapport in rijp geheel, maar dat zogt nog niet dat „Majuiba" aan de eischen vol doet om er eon good waterbrood van te ma ken, en hoewol Voor leden en ledkeu dat rapport misschien kloek en afdoende lijkt, zoo bevredigt het mij als vakman in 't go- heel niet. Men spreekt ook van een zeer goed be kend meukdaar moet ik toch bij, gelegen heid eens naar informeeren, want 't is nuj ni'et bekend. Met dat al is het een feit dat, als het. ge won© bakers zijn (die Majuba's bedoel ik) dat het schande is om het op riclb zelf t® bakken en aan arbeiders tö leveren; m® heeft hen voorgespiegeld goed brood, wel nu, voor den prijjs dien men or Voor be taalt, 'kan het bost gemêleerd worden ffl® een goede inlandsch© soort. Ia het cc ,io soort beter als bakers, dan en blijft (het een stommiteit van de bestuur ders om het niot~te mêleereu, en tevens niet te onderzoeken of liet 'kluitjes beV&i daar ik zoo vriji ben om van de petroleum praatjes niets te gelooven. Gedachtig aan het spreekwoordwfa zögt moet ook B zeggen, eindig ik, leefden dank voor de verleende plaats nuf' te, en beveel mij derhalve beleefd aan soon nog een plaatsje, als 't noodig mocht blijken- D. v. d. LAAN Jr. Rotterdam. Aan de Redactie der Schicd. Gourcn Van de ons gegeven gelegenheid om da <- lijk te antwoorden op het schrijven Van «0ii

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1903 | | pagina 6