li 57"" Jaargang. Zondag 21 en Maandag 22 Juni 1903. No. 11190 Eerste Blad TOTO. Bericht. Ken n i s g c y i 11 g. KENNISGEVING. BUITENLAND. SCHIEDAMSCHE COURANT. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardiagen fl. 1.25. Franco •a post fl. 1-65. Prijs per weckvoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur yn het bureau bezorgd zijn. Bureau Boterstraat ®g, ïy, die zlcli niet liet nieuwe knar- {aal, aanvangende I Juli a s,, op je „gcliledanische Courant" alion- aeeren, ontvangen «le tot ellen datum jcrseUynende nummers gratig. Regeling van liet voorbereidend Militair Onderricht. De Burgemeester van Schiedam, gezien de beschikking van den lieer Minister un Oorlog, dd. 23 Juni 1902, Jle afd. no. 90, brengt bij deze ter kennis dat bovenbedoelde regeling in hoofdzaak de navolgende bepalingen bevat Het voorbereidend militair onderlicht heeft in let algemeen ten doei, door locale oefening, die zei mogelijk aansluiting zoekt bij bet school- aJerwijs in de gymnastiek, do bekendheid te bvorderon met de eenvoudigste militaire exer utiên, terwijl het tevens leert kennen de alge- seene plichten van den soldaat. Dat onderricht strekt om lo, aon jongelieden, die.zich daartoe vrijwillig iraaielilen, de gelegenhaid te openen tot hel tntvangen van elementair practise!) en theore tisch ondeiwijs in den dienst der Infanterie en tor Vesting-Artillerie 2o. arm toekomstige miliiiephchtigen do ge- eenheid te verschaffen om de geschiktheid te «erven tot het voldoen aan de eischen van militaire bekwaamheid en zoovee! mogelijk ook tan die van lichamelijke geoefendheid, bedoeld lij artikel 104 van de Militiewet 1901, zoo als dj zijn vastgesteld bij Koninklijk Besluit van ton Isten April 1902 (Staatsblad no. 48); 3o. aan jongelieden, die oene verbintenis lillen aangaan als vrijwilliger voor hot reserve bier, zooveel doenlijk de golegenheid te geven ie geoefendheid te verwerven, vereischt voor let veikrijgen van liet militair Getuig-chiift, tot toelating bij de categoiien van dat kader, loor zooveei daarbij het overleggen van bedoeld ;etuigscbrift wordt vereischt. Het vooibeieiden 1 militaii ondeiricht v.nrdt. Jók buiten de garnizoenen van het leger," door militaire instiucteuis plaatselijk gegeven. Het vooibereidend militair onderlicht omvat «leningen voor de jongelieden bedoeld sub lo. en lo. hierbo'. n genoemd naar een programma verdeeld over twee achtereenvolgende wintei- tijdpeiken 4 voor de jongelieden bedoeld sub 3o. hier- 'en genoemd over één wlntertijdpeik. Be onder o en 1 bedoelde wmtertijdperken 'wen, naar gelang van de piaatsolijke omstandig- n, van af 1 of 15 November tot ultimo Februari. De oefeningen hebben plaats gedu- ende tenminste 4 uren por week. Naarmate van do geschiktheid dor localitoit strekt het voorbereidend militair onderlicht zich uit, hetzij alleen over de militaire oefeningen, dan wel, geheel of gedeeltelijk ook voor de lichaamsoefeningen, volgens daarvoor vastge stelde progiamma's. Het vooi bereidend militair onderricht wordt gegeven kosteloos voor de deelnemers Het kan worden gevolgd door jongelieden van 16 tot 24 jarigen leeftijd. Voor zooveel de benoodigde localiteit be schikbaar of op billijke voorwaarden te ver krijgen is, wordt het gegeven a, in plaatsen, waar Infanterie of Vesting- Artillerie in garnizoen ligt en in die, waar een militaire cursus voor vrijwilligers voor liet Reservekader wordt gehouden, indien aldaar ten minste 5 adspiianten-vrijwilliger voor bet reservekader of in bet geheel ten minste 10 deelnemers de lessen volgen; b. in andere plaatsen, dan die sub a bedoeld, indien aldaar ten minste 5 adspiranten-vrijwil- liger voor het reservekader of in het geheel ten minste 20 deelnemeis de lessen volgen. De aanmelding tot deelneming aan het voor bereidend militair onderricht geschiedt jaarlijks vóór 1 Augustus, in do bedoelde garnizoens plaatsen bij don coramandeeiende-offlcier der Infanterie of der Vesting-Artillerie; in de overige plaatsen bij den Burgemeester der gemeente. Het bestuur en bet toezicht over het vooi- boreidend militair onderricht is opgedragen aan den Inspecteur der Infanterie. Genoemde Inspec teur doet jaarlijks vóór 20 Januari, naar door hem vast te stellen regelen een onderzoek in stellen naar de mate van geoefendheid van hen die dingen naar liet bewijs, hetzij voor mtlitaiie bekwaamheid, hetzij voor lichamelijke geoefend heid, dan wei naar beide. Tot bedoeld onderzoek worden toegelaten de lotelingen voor de lichting van het loopende jaar, zoowol degenen, die aan het voorbereidend militair onderricht hebben deelgenomen, als zij, die zich op andere wijze hebben geoefend. SCHIEDAM, den 20sten Juni 1903. De Burgemeester voornoemd, VEKSTEEG. Roman van HENRY DE VERE STACPOOLE. HOOFDSTUK III. Ofschoon do door don bedelaar achter volgde naar liaar kleeding te oordeeleu l>e- aoorde tob de lagere klasse, dacht de jonge helman er todli geen oogenblik aan, haar 'baar lob over bo laben. Met dreigende Jebaren naderde liiji den vagebond, die aan stonds liet 'hazenpad koos en in een zijstraat verdween, ..O, ik dank u wel, mijnbeer!" lispelde «tjonge meisje dat als een schuchter vogel- Ijd bleef staan. nSpreek mijl niet van dank!" weerde To- af. „Do slungel zou voor elkeen zijn bie- Mn hebben geipakb. Staat gijl mij toe, mejuf- 'fotuy," voegde hij er galant bijl, „dab ik u n eindje ven-gezel Do kleine ze had wondervol blauwe «gen bloosde lidht. „O ja!" stemde zij, a"ktbaar verheugd, too. „Ik moot naar de "to St. Honoré, waar ik bijl madame Ferrol ton hoed anoeb afleveren." «En waar woon ie?" vroeg Toto' nieuws gierig. »Ik woon op een kamertje in do rue de j "'bylono," vertelde zijl vertrouwelijk. „Daar tof ik geheel alleen met Dodor." »Wie i3 dat V' „Een leeuwerik. En hij! kan zoo mooi zin Als man hom hoort, gelooft men in tnjö veld te zijn." »Bébb gij don vogel in con kooi V' vroog °t° vardor, zijn best doend om liet gesprek ""!l c'ou gang te houden, Toelating van vee bestemd voor de luudbotnv tentoonstelling te Winterswijk. De Burgemeester van Schiedam, vestigt, op verzoek van den hoer Commissaris der Koningin in do provincie Zuid-Holland, dp aandacht van belanghebbenden op het navol gend bericht „De Ministers van Waterstaat, Handel en Nijver heid en van Financiën; Gelet op do Koninklijke besluiten van 8 Decem ber 1870 Staatsblad uo, 194), 14 Augustus 1888 {Staatsblad no. 142) en 3 Februari 1902 Staats blad no. 15); Brongen ter kennis van belanghebbenden, dat ten aanzien van den invoer van rundvee, schapen, geiten en varkens, bestemd voor de vanwege de afdeeling Winterswijk der Geldersch-OverijBselsche Maatschappij van Landbouw op 9, 10 en 11 Sep tember e. k. te Winterswijk te houden inter nationale landbouw-tentoonstelling, afwijking van de verbodsbepalingen, verrat in do eerstgenoemde twee Koninklijko besluiten, wordt toegestaan onder voorwaarde a. dat aan hot Isto kantoor worde overgelegd eene verklaring van het bestuur van voornoemde afdeeling, ten bewijze dat de dieren, waarvan de soort, het aantal en het signalement tc vermelden zijn, voor bedoelde tentoonstelling zijn inge schreven b. dat de dieren van het 1ste kantoor naar Winterswijk worden vervoerd per spoor, zonder overlading en afgescheiden van ander veo; o. dat de dieren, voor zoovool zij na afloop der tentoonstelling hier to lande ino-htcn blijven, niet in bot verkoor worden gebracht dan na door den districtsveearts to Zutphon of oen zijner plaats vervangers te zijn gekeurd en gezond bevonden." 's-Gravenhage, 18/22 Mei 1903. Be Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, DE MAJREZ O YENS. De Minister van Financiën HARTE VAN TECKLENBURG. Schiedam, 20 Juni 1903. De Burgemeester voornoemd, VERSTEEG. „Ja, in een zoor groota zelfs. Eigenlijk Be hoort een leeuwerik in de vrijlo natuur bliuis, maar hoe zou ik hem dan kunnen hooz-en zingen Ik kocht D'o'dor in een klein kooitje, onze portierster gaf mij echter de groote kooi van haar papegaai die gestorven was. Inbussdhon hadden zij heb modemagazijn van madame Ferrol bereikt. „Zal ik hier op je wachten vroeg Toto'. „Ik heb juist niets 4e doen ©n zou willen dat jij mij| nog meer van je leven verbeldet. Mijln naam is To D'ésiré Cammora." „En ik beet Célestine Sabatier. Wanneer gij werkelijk op mij' wilt waoliten, mijnheer, dan zal ik ha,ast maken." „Noem mij totok, geen „mijnheer"Ver zocht Toto, doch zijl was in don modewinkel verdwenen. In gedachteu bleef de .jonge man staan. „Wat een beminnelijk schepsel, is zijd" dacht hij. „En hoe nebjes en zindelijk is haar „kleeding, ofschoon zij arm sohijint to zijn." Na eon minuut of tien kwam Célestine met van vreugde stralende oogen weder naar hem toe. „O, ik bon zoo gelukkig geweest!" riep zij hom tegemoet. „Madame Ferrol was zeer tevreden met mijn werk. Denk eens, zij heeft mijl een franc extra betaald." „Hoeveel krijgt go voor een hoed?" vroeg Toto onder 't Verder gaan. „Twee francs. Voor dezen hoed echtor gaf de modiste er mijl drie. Maai- hij! Was ook prachtig bijna een meesterstuk." Toto laohte. „Noen, giji mo'ogt daarom niet lachen," Verwoei zij hem in ernst. „Weet je dat heb een 'kunst is om een ikoed mooi op to ma ken Menigmaal heb ik al het materiaal voor mijl liggen tullo, kant, linten, bloemen en ik weieb niet Waarmee ik zal beginnen, 20 Juni 1903. Servië. He straf voor de moordenaars en de laatste «Ier «lircnowitsel». De Russische bladen hespreken met een stemmige voldoening 't communiqué van de rogeering cn zij onderschrijven hoofdzake lijk den wensch van den czaar, waar hij ko ning Peter I op zijii vorstelijke plichten wijlsb en hem de lastige opdracht goefb de moordenaars van het koningspaar te straf fen. Ontegenzeggelijk verkeert koning Peter in een lastig parket in verband met de vij andige houding van de radicale partijl op dit punt, wier steun voor den nieuwen ko ning onmisbaar is. Volgens de „Frankf. Ztg." zou de koning weinig geneigd zijn do moordenaars te straf fen. Aan een correspondent van genoemd blad zou de koning tc Geneve bobben ver klaard dat zulks een kwestie van bimion- landsolien aard was en dat hij in alle geval als constitutioneel vorst niet mocht vergo ten dat de Skoeptcliina haar goedkeuring had gehecht aan de daad van het leger. Intussdhen zou het zeer onhandig zijn van den nieuwen koning indien 'hij voor zijn troonsbestijging reeds do mogendheden tel gen zich in het harnas joeg en het interview van de „Frankf. Etg." te Geneve wondt dan ook to Wecnen sterk in twijfel getrokken. Koning Peter zal omtrent liet straffen dor moordenaars zich nog geen partij hebben ge kozen cn vooraf zich op de hoogte willen stellen van den staat van zaken in Servië zelf. Wat de houding der mogendheden aan gaat in verhand met heb drama te Belgrado wordt gemeld dat lord Lansdowne Vrijdag Prijs der Advertentiën; Van 1G regels fl. 0.92, iedeie legel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plnat= die rij innemen. Advertentiën bjj abonnement op voordeelige voorwaardn Taneven huri- van zjjn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worèen zoogenaamde Kleine meSeerfeafiëa opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. luiere, felefooa STo. 133. evenmin als wanneer ik den Eiffeltoren moest bouwen. En dan krijg ik plotseling een ingeving en voor mijn oogen zweeft reeds de voltooide hoeddan zet ik mij aan 't werk an in een oogenblik is het gelukt. Zonder de minste verlegenheid babbelde Célestine voort, terwijl Toto haai- «iet de grootste belangstelling aauhooide. Do beko ring der nieuwheid en van een onbedorven gemoed werkte sterk op hom. Dit jonge we zen aan zijn zijde, rein als een engel, dab in ilict gewoel der grootstad zich een weg baande door de kunstvaardigheid van zijn handen, leök hem een wonder toe. Toto' had geen zin zoo spoedig van Céles tine afscheid te nemen oil dus trad hij niet 'haar oen molksalou binnen, waai' hij haar op koffie en wittebrood onthaalde. In don loop van hot gesprok vertelde bijt haar dat hij schilder was. „O," riep ziji uit, hem half bewonderend, half nieuwsgierig aanziend, „zijt gij een heuscho schilder? Ik heb nog nooit met zoo iemand gesprokenslechts in het Louvre heb ik ze gezien. Ik ga menigmaal daar heen," helderde zij' op, „do zalen zijn zoo groot en men ziet er zooveel verschillende nienschen, vooral Engclsolien met vreemd soortige hoeden. Schildert gij ook in het Louvre?" „Neen, ik werk in mijn eigen atelier." Weder zag zo hom met naïeve bewonde ring aan. Nog nooit had hij zich zoo gevleid gevoeld, als door den stommen eerbied van dit achttienjarige meisje, dat voor do eerstel maal in haar ïeven in tegenwoordigheid van een echten kunstenaar geloofde to zij,u. „I'k heb eens in don schouwburg oen stuk gezien," zeidoi Célestine na een pauze, „de held was een schilder, maar hiji was arm. En per slot van rekening wilde bijl zich ophan gen, omdat hij niets meer te eten had. Ge in het Hoogerhuis verklaarde dat do Brit- sehe gezant te Belgrado last kreeg niets te doen, dat den indruk kon geven 'n officieoio erkenning te zijn van de voorloopige regee- ring. D'o Briltsch© regeering acht het onge- wensölit dat de gezant te Belgrado is, als de nieuwe rogoering wordt ingehuldigd. Hij. kreeg daarom last Belgrado voor dien tijd te verlaten. Frankrijk, Duitscihland on Italië Volgen een soortgelijke gedragslijn. Rusland en Oostenrijk schijnen bereid 't uiouwe regime te erkennen. Koning Peter heeft zijn broeder Arsène opgedragen bij Salize, een bekend Parijs ju welier, oen koningskroon to bestollen voor de aanstaande kroningsplechtigheid te Bel grado. De Servische belasting-plichtigen krijgen naderhand de rekening thuis ge stuurd. Do kroon zal volgens teekeuing van prins Bogador, con neef van den koning, -Worden vervaardigd en moet binnen drie weiken ge reed zijn. Het is do eerste maal dab een ko ning van Servië een kroon bozit. Dö voor gangers van Peter I bezaten er geen en bij- geloovige lieden zullen er wellicht van den ken, dat zulks hun geen geluk heeft aange bracht. Uit Panccsova, een Hongaarsch© stad. na bij de Servische grens, wordt gemeld dat een 16-tal Servische officieren, aanhangers der Obrenovitsdh, aldaar zijn aangekomen. VrijKvillig begeven zij' zich in ballingschap. Aan de Oosteurijlksche regoering hebben zij verlof gevraagd in verschillende steden des rijks te mogen wonen. De jonge prins George, zoon van koning Peter, die te Petersburg op dö militaire school gaat, zal te Belgrado zijin studies vol tooien, daar de nieuwe constitutie zegt dat de kroonprins zijn opvoeding in Servië moet genieten. D'o „Petit Bleu" meldt dat er op het oogenblik in geheel Servië portretten wor den verspreid van een natuurlijken zoon van Milan en mevrouw Christitc.li, de vrouw van oen Servisch gezant to Peteraburg. Do zoon van Milan, dus een halve broeder van den onlangs vermoorden Alexander, moot op dit oogenblik 16 jaar oud zijn. De jonge man lijkt, naar gemeld wordt, sprekend op zijn vader Milan; hij woi"dt opgevoed te Konstanti'nopel en draagt den titel „ko ninklijke hoogheid". Zooals gezegd, worden ca- duizenden af beeldingen van den alleriaatsten Obreno- vitscli verspreid en wel bijt wijze van ge- illustreerde briefkaarten. Volgens het Brus- selsche sensatie-blad is die verspreiding op groote schaal een soort propaganda ten gun ste van een eventueel© candidatuur Van den erfgenaam der Obrenovitsdh. voor don Ser- visclieil troon. De drie zustere van koningin D'raga zijn Vrijdag naar Weonen vertrokken. Heb is niet juist dat het fortuin van deze zusters zou zijn -verbeurd verklaard. De juweelen, tot een bedrag van 30,000 francs, zijn haar teruggegeven. Volgens de „Petit Bleu" zul len zijl zich te Brussel vestigen. ^Setaengde SJededeellngeai. Engeland. Do Engelscliö minister van oorlog Bro- drick heeft in 't Lagerhuis op een interpel latie over Somaliland geantwoord en eenigo mededeclingon over de expediliö gedaan, In geen drio weken iliad men berichten van ge- noraal Manning ontvangen, maar dit kwam omdat de Engelsche troepen oen eoncemtree- roiido beweging uitvoerden. In Indië en in Berbera trouwens ook stonden troepen ge reed om zoo noodig 'liulp te bieden. De Con centratie bau plaats op Bohotle eu bet Huis vond het blijkbaar- vanzelf sprekend, dat men in verband daarmede in geen drie we ken taal noch toeken van Manning of Cobbe vernam. De liberale bladen, die deze verklaring bespreken, noemen haar onomwonden niots- 7.eggend, men wordt er niets wijzer door. Hot meest ernstüge feit is dat sedert drio weken taal noch toeken van do expeditie is vernomen en in verband met de activiteit van den mullah wordt het meer en meer waarschijnlijk, dat de holonncs Cobbe «Sn Manning hetzelfde lot ondergaan als Gordon le Khartoum, De liberale bladen laken de tactiek van stilzwijgen van hot War-Office over deze zaak evenals in 't begin van den Zuid-Afrikaanscben oorlog. Naar aanleiding van heb gerepatrieerde Boeren-contingcnb zegt de „Daily News" dat gegeven do groote periode van lijden, die, do Boeren gedurende don oorlog hebben doorgemaakt en hun groote behendigheid in het gevecht, het vast staat dat dit contin gent of was samengesteld uit ,het uitvaagsel der Boeren of dab zij' door de Britsche troe pen zijn uitgestooten. lukkig kwam nog bijibijds zijn rijlke vader te voorschijn en redde hem heb leven, maar het was toch een zeer treurige geschiedenis. Zijn allo kunstenaars arm,mijnheer D'ésiré?" „Nu, de meesten van hen kunnen behoor lijk. leven," antwoordde Toto, „dat wil zeg gen, wanneer zij hun schilderijen verkoopen. Eu altijd gelukt het niet, zo in de „kunst zaal" te brengen." „Wat is dat?" „Zoo noemt men een tentoonstelling van schilderijen waar prijken worden uitge loofd." „Hebt gijl ook reeds een prijs behaald?" „Helaas niet. Zij zeiden dat mijn dook te klassiek was, maar dat was natuurlijk een uitvlucht, omdat zij! er de waarde niet van begrepon. „Arme meneer D'ésiré l" kwam het mede lijdend van C'élestino's lippen. „Noem mij' toch alleen Désiré!" verzocht Toto. „Désiré," herhaalde zij' gehoorzaam als een kind. „Zoo is het goed," zei Toto tevreden„En nu, mijn kleine Célestine, vertel mij' eens hoe het komt dat je alleen met jo leeuwerik leeft." „Mijn moeder stierf toen ik nog klein was," vertelde zij. „En later kocht ik Dodor voor drie francs." Dat was haar geiheeile levensgeschiedenis Zoo eenvoudig, zonder gebeurtenissen maar ook' zonder vreugde, overdacht Toto. „Voedt gij1 u dan niet eenzaam?" vroeg hij. „Het moet toch een treurig, eentonig bestaan voor je zijn, wanneer je geen enke len bloedverwant liebt." „He Was altijd alleen," antwoordde zij, „maar alle mensdhon zijn goed tegen mijl. D'o portierster neemt mij dikwijls Zondags mee naar de Buttes öhaumant. Ik stel me België. D'e permanente suikercommissi© te Brus sel onderzocht gifeteren de wetgeving van Denemarken. Vervolgens werd een redactie- ontwerp voorgesteld, betreffende do kwestie der certificaten van oorsprong. Eindelijk kwam men tot het onderzoek van de Neder- Iandsche sruikcrwetgeving. D'e agenda van de zitting van lieden bevat de definitieve beslissingen over de belangrijke in beraad gehouden punten betreffende del wetgeving van Frankrijk, Nederland, Oostenrij|k en Hongarije. Do commissie zal zicli nog bob ben bezig te houden met de suikerwetgeving van België en Engeland. voor dat het in don hemel ovenzoo als daar is." „Verder zijt go nog nooit geweest?" „O jawel. Eens ben ik in Champrosay ge weest, maar dat is lang geleden. Ik .herinner het mij nog slechts als in oen droom." Toto haalde ecnig koper-gold te voorschijn om hun ontbijt te betalen. Hij was blijde, dat hiji zijn goudstuk had gewisseld, nu kon hiji nog gemakkelijker den rol van een armen kunstenaar spelen. Ook Célestine opende haar beursje, om haar aandeel in do onkosten biji te dragen. To-to weerde dit echter af, waarover zij zicht baar verheugd was het zou haar zwaar zijn gevallen van een paar centimes te scheiden. Ia stom gebed dankte zij den he mel voor hot goede ontbijt, dat hiji liaar had gezonden cn dan sprong ze snel op. „O, hoe slecht van mijriep zijl ontsteld uit. „Ik heb Dodor geheel vergeten en hiji wacht nog op zijn ontbijt." Toto volgde haar, terwijl ihijj voorstelde een rijtuig te nemen dat hen naar de rue do Babylono zou brengen." Tegen dit voorstel verzette Célestine zich echter met kracht. „Dat zon een te groots luxe zijn,' meen de zijl „Het schijnt dat gij erg verkwistend zijt, D'ésiré. Ik heb nog nooit in een rij.tuig gereden." „Wat?" riep Toto uit, do oogen wij'd open van Verbazing. „Alleen in de omnibus, wanneer het te hard regent; maar dat is zeer duur-, Totoh rijd ik graag in een omnibus," vertelde zijl Verder, „men ziet er zooveel menschen bijl elkaar en zij zijn allen vriendelijk. Vooral d© oude heeren. Die helpen mij bij' liet uit stappen en vergezellen mijl naai1 huis." (Wordt vervolgd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1903 | | pagina 1