li
57"" Jaargang.
Zondag 21 en Maandag 22 Juni 1903.
No. 11190
Eerste Blad
TOTO.
Bericht.
Ken n i s g c y i 11 g.
KENNISGEVING.
BUITENLAND.
SCHIEDAMSCHE COURANT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardiagen fl. 1.25. Franco
•a post fl. 1-65.
Prijs per weckvoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
yn het bureau bezorgd zijn.
Bureau Boterstraat ®g,
ïy, die zlcli niet liet nieuwe knar-
{aal, aanvangende I Juli a s,, op
je „gcliledanische Courant" alion-
aeeren, ontvangen «le tot ellen datum
jcrseUynende nummers gratig.
Regeling van liet voorbereidend
Militair Onderricht.
De Burgemeester van Schiedam,
gezien de beschikking van den lieer Minister
un Oorlog, dd. 23 Juni 1902, Jle afd. no. 90,
brengt bij deze ter kennis dat bovenbedoelde
regeling in hoofdzaak de navolgende bepalingen
bevat
Het voorbereidend militair onderlicht heeft in
let algemeen ten doei, door locale oefening, die
zei mogelijk aansluiting zoekt bij bet school-
aJerwijs in de gymnastiek, do bekendheid te
bvorderon met de eenvoudigste militaire exer
utiên, terwijl het tevens leert kennen de alge-
seene plichten van den soldaat.
Dat onderricht strekt om
lo, aon jongelieden, die.zich daartoe vrijwillig
iraaielilen, de gelegenhaid te openen tot hel
tntvangen van elementair practise!) en theore
tisch ondeiwijs in den dienst der Infanterie en
tor Vesting-Artillerie
2o. arm toekomstige miliiiephchtigen do ge-
eenheid te verschaffen om de geschiktheid te
«erven tot het voldoen aan de eischen van
militaire bekwaamheid en zoovee! mogelijk ook
tan die van lichamelijke geoefendheid, bedoeld
lij artikel 104 van de Militiewet 1901, zoo als
dj zijn vastgesteld bij Koninklijk Besluit van
ton Isten April 1902 (Staatsblad no. 48);
3o. aan jongelieden, die oene verbintenis
lillen aangaan als vrijwilliger voor hot reserve
bier, zooveel doenlijk de golegenheid te geven
ie geoefendheid te verwerven, vereischt voor
let veikrijgen van liet militair Getuig-chiift,
tot toelating bij de categoiien van dat kader,
loor zooveei daarbij het overleggen van bedoeld
;etuigscbrift wordt vereischt.
Het vooibeieiden 1 militaii ondeiricht v.nrdt.
Jók buiten de garnizoenen van het leger," door
militaire instiucteuis plaatselijk gegeven.
Het vooibereidend militair onderlicht omvat
«leningen
voor de jongelieden bedoeld sub lo. en
lo. hierbo'. n genoemd naar een programma
verdeeld over twee achtereenvolgende wintei-
tijdpeiken
4 voor de jongelieden bedoeld sub 3o. hier-
'en genoemd over één wlntertijdpeik.
Be onder o en 1 bedoelde wmtertijdperken
'wen, naar gelang van de piaatsolijke omstandig-
n, van af 1 of 15 November tot ultimo
Februari. De oefeningen hebben plaats gedu-
ende tenminste 4 uren por week.
Naarmate van do geschiktheid dor localitoit
strekt het voorbereidend militair onderlicht zich
uit, hetzij alleen over de militaire oefeningen,
dan wel, geheel of gedeeltelijk ook voor de
lichaamsoefeningen, volgens daarvoor vastge
stelde progiamma's.
Het vooi bereidend militair onderricht wordt
gegeven kosteloos voor de deelnemers
Het kan worden gevolgd door jongelieden
van 16 tot 24 jarigen leeftijd.
Voor zooveel de benoodigde localiteit be
schikbaar of op billijke voorwaarden te ver
krijgen is, wordt het gegeven
a, in plaatsen, waar Infanterie of Vesting-
Artillerie in garnizoen ligt en in die, waar een
militaire cursus voor vrijwilligers voor liet
Reservekader wordt gehouden, indien aldaar
ten minste 5 adspiianten-vrijwilliger voor bet
reservekader of in bet geheel ten minste 10
deelnemers de lessen volgen;
b. in andere plaatsen, dan die sub a bedoeld,
indien aldaar ten minste 5 adspiranten-vrijwil-
liger voor het reservekader of in het geheel
ten minste 20 deelnemeis de lessen volgen.
De aanmelding tot deelneming aan het voor
bereidend militair onderricht geschiedt jaarlijks
vóór 1 Augustus, in do bedoelde garnizoens
plaatsen bij don coramandeeiende-offlcier der
Infanterie of der Vesting-Artillerie; in de overige
plaatsen bij den Burgemeester der gemeente.
Het bestuur en bet toezicht over het vooi-
boreidend militair onderricht is opgedragen aan
den Inspecteur der Infanterie. Genoemde Inspec
teur doet jaarlijks vóór 20 Januari, naar door
hem vast te stellen regelen een onderzoek in
stellen naar de mate van geoefendheid van hen
die dingen naar liet bewijs, hetzij voor mtlitaiie
bekwaamheid, hetzij voor lichamelijke geoefend
heid, dan wei naar beide.
Tot bedoeld onderzoek worden toegelaten de
lotelingen voor de lichting van het loopende
jaar, zoowol degenen, die aan het voorbereidend
militair onderricht hebben deelgenomen, als zij,
die zich op andere wijze hebben geoefend.
SCHIEDAM, den 20sten Juni 1903.
De Burgemeester voornoemd,
VEKSTEEG.
Roman van
HENRY DE VERE STACPOOLE.
HOOFDSTUK III.
Ofschoon do door don bedelaar achter
volgde naar liaar kleeding te oordeeleu l>e-
aoorde tob de lagere klasse, dacht de jonge
helman er todli geen oogenblik aan, haar
'baar lob over bo laben. Met dreigende
Jebaren naderde liiji den vagebond, die aan
stonds liet 'hazenpad koos en in een zijstraat
verdween,
..O, ik dank u wel, mijnbeer!" lispelde
«tjonge meisje dat als een schuchter vogel-
Ijd bleef staan.
nSpreek mijl niet van dank!" weerde To-
af. „Do slungel zou voor elkeen zijn bie-
Mn hebben geipakb. Staat gijl mij toe, mejuf-
'fotuy," voegde hij er galant bijl, „dab ik u
n eindje ven-gezel
Do kleine ze had wondervol blauwe
«gen bloosde lidht. „O ja!" stemde zij,
a"ktbaar verheugd, too. „Ik moot naar de
"to St. Honoré, waar ik bijl madame Ferrol
ton hoed anoeb afleveren."
«En waar woon ie?" vroeg Toto' nieuws
gierig.
»Ik woon op een kamertje in do rue de
j "'bylono," vertelde zijl vertrouwelijk. „Daar
tof ik geheel alleen met Dodor."
»Wie i3 dat V'
„Een leeuwerik. En hij! kan zoo mooi zin
Als man hom hoort, gelooft men in
tnjö veld te zijn."
»Bébb gij don vogel in con kooi V' vroog
°t° vardor, zijn best doend om liet gesprek
""!l c'ou gang te houden,
Toelating van vee bestemd voor de luudbotnv
tentoonstelling te Winterswijk.
De Burgemeester van Schiedam,
vestigt, op verzoek van den hoer Commissaris
der Koningin in do provincie Zuid-Holland, dp
aandacht van belanghebbenden op het navol
gend bericht
„De Ministers van Waterstaat, Handel en Nijver
heid en van Financiën;
Gelet op do Koninklijke besluiten van 8 Decem
ber 1870 Staatsblad uo, 194), 14 Augustus 1888
{Staatsblad no. 142) en 3 Februari 1902 Staats
blad no. 15);
Brongen ter kennis van belanghebbenden, dat
ten aanzien van den invoer van rundvee, schapen,
geiten en varkens, bestemd voor de vanwege de
afdeeling Winterswijk der Geldersch-OverijBselsche
Maatschappij van Landbouw op 9, 10 en 11 Sep
tember e. k. te Winterswijk te houden inter
nationale landbouw-tentoonstelling, afwijking van
de verbodsbepalingen, verrat in do eerstgenoemde
twee Koninklijko besluiten, wordt toegestaan
onder voorwaarde
a. dat aan hot Isto kantoor worde overgelegd
eene verklaring van het bestuur van voornoemde
afdeeling, ten bewijze dat de dieren, waarvan de
soort, het aantal en het signalement tc vermelden
zijn, voor bedoelde tentoonstelling zijn inge
schreven
b. dat de dieren van het 1ste kantoor naar
Winterswijk worden vervoerd per spoor, zonder
overlading en afgescheiden van ander veo;
o. dat de dieren, voor zoovool zij na afloop der
tentoonstelling hier to lande ino-htcn blijven, niet
in bot verkoor worden gebracht dan na door den
districtsveearts to Zutphon of oen zijner plaats
vervangers te zijn gekeurd en gezond bevonden."
's-Gravenhage, 18/22 Mei 1903.
Be Minister van Waterstaat,
Handel en Nijverheid,
DE MAJREZ O YENS.
De Minister van Financiën
HARTE VAN TECKLENBURG.
Schiedam, 20 Juni 1903.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
„Ja, in een zoor groota zelfs. Eigenlijk Be
hoort een leeuwerik in de vrijlo natuur bliuis,
maar hoe zou ik hem dan kunnen hooz-en
zingen Ik kocht D'o'dor in een klein kooitje,
onze portierster gaf mij echter de groote
kooi van haar papegaai die gestorven was.
Inbussdhon hadden zij heb modemagazijn
van madame Ferrol bereikt.
„Zal ik hier op je wachten vroeg Toto'.
„Ik heb juist niets 4e doen ©n zou willen
dat jij mij| nog meer van je leven verbeldet.
Mijln naam is To D'ésiré Cammora."
„En ik beet Célestine Sabatier. Wanneer
gij werkelijk op mij' wilt waoliten, mijnheer,
dan zal ik ha,ast maken."
„Noem mij totok, geen „mijnheer"Ver
zocht Toto, doch zijl was in don modewinkel
verdwenen.
In gedachteu bleef de .jonge man staan.
„Wat een beminnelijk schepsel, is zijd"
dacht hij. „En hoe nebjes en zindelijk is
haar „kleeding, ofschoon zij arm sohijint to
zijn."
Na eon minuut of tien kwam Célestine
met van vreugde stralende oogen weder
naar hem toe.
„O, ik bon zoo gelukkig geweest!" riep
zij hom tegemoet. „Madame Ferrol was zeer
tevreden met mijn werk. Denk eens, zij
heeft mijl een franc extra betaald."
„Hoeveel krijgt go voor een hoed?" vroeg
Toto onder 't Verder gaan.
„Twee francs. Voor dezen hoed echtor gaf
de modiste er mijl drie. Maai- hij! Was ook
prachtig bijna een meesterstuk."
Toto laohte.
„Noen, giji mo'ogt daarom niet lachen,"
Verwoei zij hem in ernst. „Weet je dat heb
een 'kunst is om een ikoed mooi op to ma
ken Menigmaal heb ik al het materiaal
voor mijl liggen tullo, kant, linten, bloemen
en ik weieb niet Waarmee ik zal beginnen,
20 Juni 1903.
Servië.
He straf voor de moordenaars en
de laatste «Ier «lircnowitsel».
De Russische bladen hespreken met een
stemmige voldoening 't communiqué van de
rogeering cn zij onderschrijven hoofdzake
lijk den wensch van den czaar, waar hij ko
ning Peter I op zijii vorstelijke plichten
wijlsb en hem de lastige opdracht goefb de
moordenaars van het koningspaar te straf
fen. Ontegenzeggelijk verkeert koning Peter
in een lastig parket in verband met de vij
andige houding van de radicale partijl op
dit punt, wier steun voor den nieuwen ko
ning onmisbaar is.
Volgens de „Frankf. Ztg." zou de koning
weinig geneigd zijn do moordenaars te straf
fen. Aan een correspondent van genoemd
blad zou de koning tc Geneve bobben ver
klaard dat zulks een kwestie van bimion-
landsolien aard was en dat hij in alle geval
als constitutioneel vorst niet mocht vergo
ten dat de Skoeptcliina haar goedkeuring
had gehecht aan de daad van het leger.
Intussdhen zou het zeer onhandig zijn
van den nieuwen koning indien 'hij voor zijn
troonsbestijging reeds do mogendheden tel
gen zich in het harnas joeg en het interview
van de „Frankf. Etg." te Geneve wondt dan
ook to Wecnen sterk in twijfel getrokken.
Koning Peter zal omtrent liet straffen dor
moordenaars zich nog geen partij hebben ge
kozen cn vooraf zich op de hoogte willen
stellen van den staat van zaken in Servië
zelf.
Wat de houding der mogendheden aan
gaat in verhand met heb drama te Belgrado
wordt gemeld dat lord Lansdowne Vrijdag
Prijs der Advertentiën; Van 1G regels fl. 0.92, iedeie legel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plnat= die rij
innemen.
Advertentiën bjj abonnement op voordeelige voorwaardn Taneven huri-
van zjjn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worèen
zoogenaamde Kleine meSeerfeafiëa opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
luiere, felefooa STo. 133.
evenmin als wanneer ik den Eiffeltoren
moest bouwen. En dan krijg ik plotseling
een ingeving en voor mijn oogen zweeft
reeds de voltooide hoeddan zet ik mij aan
't werk an in een oogenblik is het gelukt.
Zonder de minste verlegenheid babbelde
Célestine voort, terwijl Toto haai- «iet de
grootste belangstelling aauhooide. Do beko
ring der nieuwheid en van een onbedorven
gemoed werkte sterk op hom. Dit jonge we
zen aan zijn zijde, rein als een engel, dab
in ilict gewoel der grootstad zich een weg
baande door de kunstvaardigheid van zijn
handen, leök hem een wonder toe.
Toto' had geen zin zoo spoedig van Céles
tine afscheid te nemen oil dus trad hij niet
'haar oen molksalou binnen, waai' hij haar
op koffie en wittebrood onthaalde. In don
loop van hot gesprok vertelde bijt haar dat
hij schilder was.
„O," riep ziji uit, hem half bewonderend,
half nieuwsgierig aanziend, „zijt gij een
heuscho schilder? Ik heb nog nooit met zoo
iemand gesprokenslechts in het Louvre
heb ik ze gezien. Ik ga menigmaal daar
heen," helderde zij' op, „do zalen zijn zoo
groot en men ziet er zooveel verschillende
nienschen, vooral Engclsolien met vreemd
soortige hoeden. Schildert gij ook in het
Louvre?"
„Neen, ik werk in mijn eigen atelier."
Weder zag zo hom met naïeve bewonde
ring aan. Nog nooit had hij zich zoo gevleid
gevoeld, als door den stommen eerbied van
dit achttienjarige meisje, dat voor do eerstel
maal in haar ïeven in tegenwoordigheid van
een echten kunstenaar geloofde to zij,u.
„I'k heb eens in don schouwburg oen stuk
gezien," zeidoi Célestine na een pauze, „de
held was een schilder, maar hiji was arm. En
per slot van rekening wilde bijl zich ophan
gen, omdat hij niets meer te eten had. Ge
in het Hoogerhuis verklaarde dat do Brit-
sehe gezant te Belgrado last kreeg niets te
doen, dat den indruk kon geven 'n officieoio
erkenning te zijn van de voorloopige regee-
ring. D'o Briltsch© regeering acht het onge-
wensölit dat de gezant te Belgrado is, als de
nieuwe rogoering wordt ingehuldigd. Hij.
kreeg daarom last Belgrado voor dien tijd
te verlaten.
Frankrijk, Duitscihland on Italië Volgen
een soortgelijke gedragslijn.
Rusland en Oostenrijk schijnen bereid 't
uiouwe regime te erkennen.
Koning Peter heeft zijn broeder Arsène
opgedragen bij Salize, een bekend Parijs ju
welier, oen koningskroon to bestollen voor
de aanstaande kroningsplechtigheid te Bel
grado. De Servische belasting-plichtigen
krijgen naderhand de rekening thuis ge
stuurd.
Do kroon zal volgens teekeuing van prins
Bogador, con neef van den koning, -Worden
vervaardigd en moet binnen drie weiken ge
reed zijn. Het is do eerste maal dab een ko
ning van Servië een kroon bozit. Dö voor
gangers van Peter I bezaten er geen en bij-
geloovige lieden zullen er wellicht van den
ken, dat zulks hun geen geluk heeft aange
bracht.
Uit Panccsova, een Hongaarsch© stad. na
bij de Servische grens, wordt gemeld dat
een 16-tal Servische officieren, aanhangers
der Obrenovitsdh, aldaar zijn aangekomen.
VrijKvillig begeven zij' zich in ballingschap.
Aan de Oosteurijlksche regoering hebben zij
verlof gevraagd in verschillende steden des
rijks te mogen wonen.
De jonge prins George, zoon van koning
Peter, die te Petersburg op dö militaire
school gaat, zal te Belgrado zijin studies vol
tooien, daar de nieuwe constitutie zegt dat
de kroonprins zijn opvoeding in Servië moet
genieten.
D'o „Petit Bleu" meldt dat er op het
oogenblik in geheel Servië portretten wor
den verspreid van een natuurlijken zoon
van Milan en mevrouw Christitc.li, de vrouw
van oen Servisch gezant to Peteraburg. Do
zoon van Milan, dus een halve broeder van
den onlangs vermoorden Alexander, moot
op dit oogenblik 16 jaar oud zijn. De jonge
man lijkt, naar gemeld wordt, sprekend op
zijn vader Milan; hij woi"dt opgevoed te
Konstanti'nopel en draagt den titel „ko
ninklijke hoogheid".
Zooals gezegd, worden ca- duizenden af
beeldingen van den alleriaatsten Obreno-
vitscli verspreid en wel bijt wijze van ge-
illustreerde briefkaarten. Volgens het Brus-
selsche sensatie-blad is die verspreiding op
groote schaal een soort propaganda ten gun
ste van een eventueel© candidatuur Van den
erfgenaam der Obrenovitsdh. voor don Ser-
visclieil troon.
De drie zustere van koningin D'raga zijn
Vrijdag naar Weonen vertrokken. Heb is
niet juist dat het fortuin van deze zusters
zou zijn -verbeurd verklaard. De juweelen,
tot een bedrag van 30,000 francs, zijn haar
teruggegeven. Volgens de „Petit Bleu" zul
len zijl zich te Brussel vestigen.
^Setaengde SJededeellngeai.
Engeland.
Do Engelscliö minister van oorlog Bro-
drick heeft in 't Lagerhuis op een interpel
latie over Somaliland geantwoord en eenigo
mededeclingon over de expediliö gedaan, In
geen drio weken iliad men berichten van ge-
noraal Manning ontvangen, maar dit kwam
omdat de Engelsche troepen oen eoncemtree-
roiido beweging uitvoerden. In Indië en in
Berbera trouwens ook stonden troepen ge
reed om zoo noodig 'liulp te bieden. De Con
centratie bau plaats op Bohotle eu bet Huis
vond het blijkbaar- vanzelf sprekend, dat
men in verband daarmede in geen drie we
ken taal noch toeken van Manning of Cobbe
vernam.
De liberale bladen, die deze verklaring
bespreken, noemen haar onomwonden niots-
7.eggend, men wordt er niets wijzer door.
Hot meest ernstüge feit is dat sedert drio
weken taal noch toeken van do expeditie is
vernomen en in verband met de activiteit
van den mullah wordt het meer en meer
waarschijnlijk, dat de holonncs Cobbe «Sn
Manning hetzelfde lot ondergaan als Gordon
le Khartoum, De liberale bladen laken de
tactiek van stilzwijgen van hot War-Office
over deze zaak evenals in 't begin van den
Zuid-Afrikaanscben oorlog.
Naar aanleiding van heb gerepatrieerde
Boeren-contingcnb zegt de „Daily News"
dat gegeven do groote periode van lijden,
die, do Boeren gedurende don oorlog hebben
doorgemaakt en hun groote behendigheid in
het gevecht, het vast staat dat dit contin
gent of was samengesteld uit ,het uitvaagsel
der Boeren of dab zij' door de Britsche troe
pen zijn uitgestooten.
lukkig kwam nog bijibijds zijn rijlke vader
te voorschijn en redde hem heb leven, maar
het was toch een zeer treurige geschiedenis.
Zijn allo kunstenaars arm,mijnheer D'ésiré?"
„Nu, de meesten van hen kunnen behoor
lijk. leven," antwoordde Toto, „dat wil zeg
gen, wanneer zij hun schilderijen verkoopen.
Eu altijd gelukt het niet, zo in de „kunst
zaal" te brengen."
„Wat is dat?"
„Zoo noemt men een tentoonstelling van
schilderijen waar prijken worden uitge
loofd."
„Hebt gijl ook reeds een prijs behaald?"
„Helaas niet. Zij zeiden dat mijn dook te
klassiek was, maar dat was natuurlijk een
uitvlucht, omdat zij! er de waarde niet van
begrepon.
„Arme meneer D'ésiré l" kwam het mede
lijdend van C'élestino's lippen.
„Noem mij' toch alleen Désiré!" verzocht
Toto.
„Désiré," herhaalde zij' gehoorzaam als
een kind.
„Zoo is het goed," zei Toto tevreden„En
nu, mijn kleine Célestine, vertel mij' eens
hoe het komt dat je alleen met jo leeuwerik
leeft."
„Mijn moeder stierf toen ik nog klein
was," vertelde zij. „En later kocht ik Dodor
voor drie francs."
Dat was haar geiheeile levensgeschiedenis
Zoo eenvoudig, zonder gebeurtenissen
maar ook' zonder vreugde, overdacht Toto.
„Voedt gij1 u dan niet eenzaam?" vroeg
hij. „Het moet toch een treurig, eentonig
bestaan voor je zijn, wanneer je geen enke
len bloedverwant liebt."
„He Was altijd alleen," antwoordde zij,
„maar alle mensdhon zijn goed tegen mijl.
D'o portierster neemt mij dikwijls Zondags
mee naar de Buttes öhaumant. Ik stel me
België.
D'e permanente suikercommissi© te Brus
sel onderzocht gifeteren de wetgeving van
Denemarken. Vervolgens werd een redactie-
ontwerp voorgesteld, betreffende do kwestie
der certificaten van oorsprong. Eindelijk
kwam men tot het onderzoek van de Neder-
Iandsche sruikcrwetgeving. D'e agenda van
de zitting van lieden bevat de definitieve
beslissingen over de belangrijke in beraad
gehouden punten betreffende del wetgeving
van Frankrijk, Nederland, Oostenrij|k en
Hongarije. Do commissie zal zicli nog bob
ben bezig te houden met de suikerwetgeving
van België en Engeland.
voor dat het in don hemel ovenzoo als daar
is."
„Verder zijt go nog nooit geweest?"
„O jawel. Eens ben ik in Champrosay ge
weest, maar dat is lang geleden. Ik .herinner
het mij nog slechts als in oen droom."
Toto haalde ecnig koper-gold te voorschijn
om hun ontbijt te betalen. Hij was blijde,
dat hiji zijn goudstuk had gewisseld, nu
kon hiji nog gemakkelijker den rol van een
armen kunstenaar spelen.
Ook Célestine opende haar beursje, om
haar aandeel in do onkosten biji te dragen.
To-to weerde dit echter af, waarover zij zicht
baar verheugd was het zou haar zwaar
zijn gevallen van een paar centimes te
scheiden. Ia stom gebed dankte zij den he
mel voor hot goede ontbijt, dat hiji liaar had
gezonden cn dan sprong ze snel op.
„O, hoe slecht van mijriep zijl ontsteld
uit. „Ik heb Dodor geheel vergeten en hiji
wacht nog op zijn ontbijt."
Toto volgde haar, terwijl ihijj voorstelde
een rijtuig te nemen dat hen naar de rue do
Babylono zou brengen."
Tegen dit voorstel verzette Célestine
zich echter met kracht.
„Dat zon een te groots luxe zijn,' meen
de zijl „Het schijnt dat gij erg verkwistend
zijt, D'ésiré. Ik heb nog nooit in een rij.tuig
gereden."
„Wat?" riep Toto uit, do oogen wij'd open
van Verbazing.
„Alleen in de omnibus, wanneer het te
hard regent; maar dat is zeer duur-, Totoh
rijd ik graag in een omnibus," vertelde zijl
Verder, „men ziet er zooveel menschen bijl
elkaar en zij zijn allen vriendelijk. Vooral
d© oude heeren. Die helpen mij bij' liet uit
stappen en vergezellen mijl naai1 huis."
(Wordt vervolgd.