Praatjes orer vee, ml ea aai wat.
Zondag tO Januari 1904,
No. 11361.
Derde Blad
INDISCHE PERKÏIASSEN,
xLni.
Het Verraad.
Landbouw en "Veeteelt.
Deze courant verse) ujnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen 1,25. Franco
per post 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Afzonderlijke
Abonnementen worden d..gelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bwreaas ESoterstrant GS.
rrrrr-JTTyi -pm ,y r.? -
Prijs der Adverteatiën: "Van 46 regels fl 0.92iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats dia rq
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeeligo voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Iclaine endver ten tiën opgenomen tot den prijs van 40 ceats
per advertentie, bij vooruitbetaling aau het Bureau te voldoen.
latere. Telefoon Ko. £.23.
We zijln reeds ruim een week op Soeka-
boemi (,,'b lustoord der wereld") en kunnen
nog maar niet besluiten verdei* te gaan, zoo
intens genotvol' is 't 'Her op dit plaatsje i
Do als overal weelderige natuurpraolit
der tropen paart zich dan oo'k al zeer geluk
kig aan een goddelijk zomonklimaat, terwijl
de buitengewoon smaakvolle aanleg der
plaats oen wellust is voor de oogen. De
Europeanen maken lxier veel' moer weak van
hun huis en hof dan elders. Straks zal 't u
duidelijk zijn, waarom.
'tls hier oen recht gezegend plakje op
aarde, een oord om televen, telioven
en te sterven zou de idealist Van Kol
zeggen, en zoo wordt 't dan ook begrepen
door tal'van gepensionncerd© landsdienaren,
die hier ecu werkelijk gcnotvcllen ouden dag
zochten en vonden.
Men valt hier eenvoudig over o-ud-residen-
ten on gewezen hoofdofficieren, mannen,
dio zoo slim waron Gods sehoone vrije na
tuur te profereoron boven een benauwd ho-
venhuisje, ergens in een buitenwijk van 'n
jBfollandscho stad. Zij' blijven hier zoo ge
heel in hun oigen Indische doen en laten,
ze wonen hier zoo „lokker" in hun „vi 11a',
hebben ook geen „Soosah" met do voor oud-
gasten meestal vrij onhandelbare dienstbo
den, terwijl op slot van rekening, en dat
doet do deur toe, ze ook nog veel meer kans
•hebben om langer van hun jaargeld,e te pio-
fitecren dan ginds bij U m het ongezonde,
koude, mistige vaderland met zijn voor In
diërs altijd zeer gevaarlijke Noord-Oosten
wind.
Spreek maar eens honderd oud-gasten in
patria, en zeiker zullen er negen en negen
tig. Bas Ye-th ten spijt heb zonnige
Iiisuiindö betreuren. 'Ze kunnen daar bij
II nooit goed meer aarden en in de laatste
jaren keerden -clnii ook velo Indische fami
lies naar hier terug, om zich voor immer
in liet gezonde binnenland to vestigen.
Voor de moestc"h echter is 't <rerimr-e<
pensioen con bezwaar en dan de oveitochts-
kosten, niet te vergetenIn Indië leeft 'n
Europeaan duurder dan in Holland "en aan
gezien de Indisdho pensioenen geheel en al
door Indië moeten wo-rden opgebracht, zou
het m. i. zeer billijk wezen om aan hen, dio
zich blijvend hier wilden vestigen, eon
zekere vorhoog'ing too to 'konnen, terwijl
men den repatrieOrenden wat minder zou
kunnen geven, 't Kwam. dan zoo ongoveet
overeen uit en or bleven hier meer Indisch©
dubbeltjes in omloop. Nu gaat co- ieder
jaar voor een zeor groote som aan Indisch
geld naar Europa en wordt het volk hier
dus voortdurend armer. In dei gegeven om
standigheden zou ik er zelfs glad vóór zijn
om oud-gaston, die dit verlangden, voor
gouvernementsreikening weer naar Indië te
voiwocxcn en den gepensionneerden, die hier
dadelijk voor goed wilden blijven, als pre
mie hun overtocihtsgolden uit te betalen.
Hoe mc'er gegoede Europeauon hior toch
wonen, hoe beter het voor Indië en zijn
bevolking is.
Nu op Soekaboemi begint liet al vrij aar
dig en daar de monscihon hier toch tot him
dood too blijven on en* ook al den tijd toe>
hebben, besteden ze hier buitengewoon voel
zorg aan hun tuinen en meubileering en
hoeft dit plaatsje dus een voor Indié onge
woon schilderachtig aanzien, 't Is hier ver
rukkelijk wandelen en ik zocht dan ook al
dio' .mooie: lieve plekjes weer op, Welke ik
me nog zoo goed herinnerde van 1896, toen
de gevolgen van 'n ernstige ziekte, mij liier
twee maanden van zalig „dolce far meute."
deden genieten. Ik schreef hierboven, dat
de heer Van Kol ons Soekaboemi een oord
zooi vinden om televen, te 1 i v e n on to
st erven, nu 't laatste vind ik overal en
ten allen tijde een vrij onaangename en
veel te vctl afdoend© bezigheid, doch wat 't
tweede punt betreftom te 1 i e v c n of
boter nog v e r 1 i -e f d t o w o r d e n, kijk
daar is dit Eden nu juist als voor geknipt
Van de tien meisjes, blauike of bruine, die
men hier op z'n weg ontmoet, kunnen or
zeker vijf onder de bepaalde beautés worden
gerangschikt en ik geloof, dat dit ook al 'n
gelukkig govolg is van 't gezonde kbmaat.
Ik zag nooit ergens zooveel kleur bij elkaar!
Zelfs Londen legt 't tegen de Preangca* af.
Behalve om z'n mooie gezichtjes is So-e-
Hot geschiedde op den morgen van mijn
herstel na een hevige ziekte, die ik slechts
door do toewijding van P-eploe, onzen regi-
monts-ohirurgijn, te boven was gekomen. Ik
gonoot juist van oen fijne sigaar, terwijl ik
met oen anderen reconvalescent onder de- ta-
merindo zat, loon plotseling mijn oude 'ka
meraad Oswald Harlow kwam opdagen. De
jongen ihij was nog weinig meer ver
keerde in de grootste opgewondenheid. Ik
beweerde altijd, dat hij uit kwikzilver was
samengesteld.
„Bravo, Donald!" nop bijl, „we zullen sa
men voor een maand op de jacht gaan. Er
is voel wild, en dat zal je gauwer op de been
helper dan allo pillen on drankjes van on
zen alchemist."
„Zacht wat, je lijkt wol oen tornado. Wat
meen je tooli?"
„Wel, loet is ©en uitnoodiging van Cay-
ford, om hem oen bezoek te brengen en de
commandant .hoeft geen bezwaar."
„Maar, hod
„Onzin, i'k luister naar geen enkele
„maar". Accepteer en de zaak is beklon
ken."
Heb 'kwam mijl inderdaad lang niet ver
werpelijk voor. D'e vraag, die i'k had willen
stollen, toen Oswald mij in de rod© viel,
was dezes, hoa majoor Cayford mijn poisoon
kende. Maar ik kon zulks gemakkelijk ra
den. Harlow had mijt destijds ingewijd in
heb geheim, dat hijl bij zijn aankomst in de
Oost verliefd Was .geworden op een blonde
scihoone -en .haar jawoord had gewonnen. Ik
begreep dat hij) met haar correspondeerde,
en herinnerde me, dat ze Edith Cayford
heette. D'at was da sleutel tot clo opgewon
denheid van mijn vriend; d© uitnoodiging
hield in, het bijzijn on het genot van do
glimlachjes van het meisje hetwelk hij' lief
had.
Een wcefc later maakten Oswald en ik
ons op voor die ©xpoditia, ten zeerste benijd,
naar ik vroe-s, door scharen van arme 'Ice-
rals, dio gedwongen waren te worstelen met
de vreeselijkste vermoeidheid, ©en gevolg
van het, hecte jaargetijde, cm to droomen
van do bossohen op de bergen als van do za
Jigkeden .van het paradijs.
ka-boemi ook nog bekend als herstellings
oord voor ziekten, opgedaan in do lago
kuststreken of te velde.
600 .Met-er boven de oppervlakte der zee
gelogen is het hier altijd heerlijk koel, veel
koelder dan een Augustusdag in Holland,
ja 's nachts kan 't zelfs vrij. koud hebben.
Do gemiddelde temperatuur is ongeveer 26
graden Celsius, dus voor een tropenlaud
idfeaal en honderden hebben hier genezing
gevonden van doodolijlko ziekten.
Als we van het station komen hebben wo
eerst rechts do groote passer, waar de kleu
rige Helding der Soendaneezen prettig af
steekt tegen de zwart geverfde passer-
kraampjes.
't Is hier 's morgens bijna altijd druk.
Laat ik U al dadelijk zeggen, dat d'e bevol
king in do Preanger over 'b algemeen nog
zeer welvarend is.
Eerst sedert kort vindt men hier opium
kitten. Ze zijn een gevolg van de opium
regie, d. w. z. het Gouvernement heeft kier*
thans de gelegenheid tot schuiven geopend
en wel in een streek, waar dat bij 't oudo
paolitsysteem verboden was! Veel! durf ik
er niet van zeggen. Zhebben den lieer
Scheltema van „het Bafca-naascili Nieuws
blad" drie maanden in de cel gestopt, om
dat hij deze handeling van onzo Regeering
durfde 'hekalen, dus 't schijnt nog al een
teer punt to wezen, dat ik echter zeer nede
rig aan do welwillend© belangstelling van
H.H. Kamerleden opdraag. Opiumschuiven
is nüg grooter kwaad dan b.v. de Staats
loterij, zou ik zoo mceuen. Van beide immo-
reole zaken tiekt de schatkist profijt.
Waarom nu zou t eene, na verloop van
eenigoti tijd1, worden afgeschaft en 't andere
min of meer aangemoedigd?! We zijn hier
in Indië erg nieuwsgierg naar een beant
woording van die vraag. Wie weet of niet
nog éénmaal de Kamerverslagen deze onze
nieuwsgierigheid zullen bevredigen
y
Billijkheidshalve moet nog even worden
opgemerkt, dat do Regeering den Inlan
ders hier in de Peranger, het schuiven
verboden heeft. Zij) mogen met in do kit
ten worden toegelaten en ook geen opium
ko-open.
Een en ander is alleen maar aan onze
gele broeders, de Ohineezen, veroorloofd.
Intusschen begrijpt een ieder, dab de In
landers zeer gemakkelijk het smerige goedje
uit do tweede hand kunnen krijgen. Ze be
talen liet dan eenvoudig wat duurder en
schuiven tocli. Velo Inlanders hebben mij
erzekerd, dat tot nog toe de Soendaneezen
maar weinig gebruik van die gelegenheid
maken, doch allen waren t er over eens, dat
mochten die kitten niet spoedig verdwijnen,
dat dan langzaam maar zeker hot opium
schuiven hier ingang zal vindon dat 't dan
met do bekende "Preangerwelvaart gedaan
zal zijn.
Laat ons intusschen hopen dat de Neder-
landscho Anti-Opiumbond deze zaak eens
ter harte zal willen nomen.
Lt. Clockener Brousson, b. d.
Soekaboemi.
De reis was langdurig, maar de gedachte
aau toekomstige dingen verminderde het
vervelende -cirvan, hoewel het niet geheel
voor cén van ons beiden de vermoeienis
kon verbannen.
Het landhuis dat verborgen lag in ©en
afgelegen hoek van de noord-westelijke heu
vels, was geriefelijk ingericht. De' aanwezig
heid van zcovtol artikelen van woelde en
zeldzame voortreffelijkheid gaven getuigenis
van majoor Cayfords zin voor weelde en
van zijn gecultiveerde1 smaak. Hiji was niet
a'leen de „ruwe soldaat'' zooals de getuig
schriften van rijn moed' en dapperheid zou
den hebben doen vermoeden.
Wijl werden buitengewoon hartelijk ver
welkomd, en een zoen* korte tijd, doorge
bracht in gezelschap van miss Cayford, over
tuigde mij, dat mijn vriends enthousiasme
niet misplaatst was. Zij) was een bekoorlijk
meisje, met juist lat verschil' van (karakter,
'dat volgons dei wetten der contrasten liaar
juist passend maakte voor den grilligen, im-
p ui si© ven Harlow.
Toen het regiments-nieuws voldoende be
sproken was, kwam het gesprek op don
avond van onze aaukomst, op een chronische
onrust, dia nu juist zwaardier dan gewoon
lijk op den geest Van onzen gastheer drukte.
Er is misschien, of misschien ook niet, een
nog niet ontdekt© wetenschappelijk© grond
voor liet volksgeloof, wat voorgevoelens be
treft, maar ik heb na dien tijd dikwijls go
dacht dat kier ten minste een voorbeeld
Was van ontroerende- gebeurtenissen, die
haar zwarte schaduw vooruit wierpen.
„Toon ik dit landhuis kocht," zei majoor
Cayford, „van den heer die het h'ad laten
bouwen, ontving ik een wenk, nadat de
koop gesloten was, dat de bevolking op de
heuvels in dit district buitengewoon oproe
rige en gevaarlijke buren waren.
Ik lette nauwelijks op deze Waarschuwing,
maar omstandigheden herinnerden ©r mij
spoedig* weer aan Onze be/.itringcn verdwe
nen, onze grenspalen werden overschreden,
en tweemaal werd een Engelsoh dienaar ge
slagen met gevaar van zijn loven. Straf baat
te niet, en i'k nam mijn toevlucht tot een
ander plan. Wo namen een man en een
vrouW uit de inboorlingon-bevollring in
dienst, de laatste) als Edith's meid. D© zwar
te deern was een slimme dieVogg©zo zit nu
in den districtskerker gevangen."
Een en ander over de vfpleging van ons vee
en wal danrmele eam'nhanjS.
Yervt la).
De laatste maal merkten wo op, dat er
gespioken wordt van n au w e on r u i oi o
f w ij. d e voeding. IIoo grooter de hoe
veelheid verteerbaar eiwit in oen vcoder-
middel of in een voeder-rantsoen is tegen-
:r dc hoeveelheid verteerbar© niet
e i w i t, weiko erin vooikomt, hoe n a u-
w r de voeding wordt. Hoe kleiner die
hoeveelheid in verhouding wordt, koo r u ï-
mor of Wijl dor men voort. Wijl willen dit
met enkele voorbeelden toelichten
Nemen wo als eerste voorbeeld gras cener
matig goede weide.
Bij onderzoek blijkt 100 K.G. van zulk
gras te bevatten 2 5 K.G-. verteeibaat
e i w i t, 9.9 K.G, verteerbaar zetmeel ©n
0.4 K.G-. verteerbaai' vet*).
Uit tal van proeven, met groote nauwkcu-
„Maar Nurad-eh is onschuldig," zei miss
Cayford, terwijl ze spoelde met do gouden
kralen van een armband, waarschijnlijk con
geschenk van Oswald.
Dei majoor bromde- con krachtige verwen-
seldng tegen het heelo geslacht van Nura-
doh, ©n zou ze wei graag, als de dames er
niet bij, geweest waren, allen naar 't laud
van do peper gewenscht hebben.
Nu kwam het gesprok op d© jacht. De
majoor verzekerde o-us dat de 'bosohjes wild
in overvloed opleverden, varkens, beren,
pantere, tijgors. IHct vooruitziakt deed ons
het bloed met nieuwe kracht door de ade
ren stroomen.
Heb leven was meer een vreugde, en zul
ke dingen als pijln en vermoeidheid) schenen
visioenen uit een akeligen droom to zijn. Zij
behoorden tot het verleden en hot tegen
woordige was vroolijikheicl en het genot van
frissdhe jadhtsport.
D'en tweedon dag van ons bezoek werd
©en plan opgemaakt om te gaan jagen in
een woud met een onmogelijk: uit te spra
ken naam, ongeveer drie mijlen van het
dorp G-urrundore© en van het landhuis van
onzen gast.
Wijl hadden de diensten aangenomen van
ee-nigo inboorlingen als gidsen, en onze hoop
en verpachtingen waren hoog gestegen.
Twee van onze satellieten waren in 't be
zit van zulke leeliijke. gezichten, als ik nooit
gezien had, maar 't waren gespierde1, flink
gebouwde kerels, en in da hoogste' mate on
derdanig.
„Iïeb woord „booswicht" is op deze som
bare voorhoofden geschreven," zei ik tot
Harlow.
Hij| lachte', „Flink is, die flinke dingen
doet," antwoordde) hij. Indien zo jou je1 oe-r
stei kans op een sohob op een tijger geven
dan zal j© je niet beklagen over je geleid
denk ik.'
Wij verdoelden onzo krachten en gingen
op weg, terwijl do majoor en Oswald cén
richting namen, ik met mijn zwarte bondg'e-
nooten de andere. Eon gemeenschappelijk
i'endez-vous weid bepaald op een plek, di
zoowel den inboorlingen als ons bekend was
Afgaande op mijn eigen onbctcelconende
daden, was het cou buitengewoon toleurste
londei tocht, on he© verder do daig ten oiude
liep, d'es te meer raakte ik uit mijn humeur
Stellig kwamen wij op wogen in het woud;
Hierbij is gebruik gemaakt van de tabel
over dc gemiddelde samenstelling der vocdermid-
ddelen en hun gehalte aan verteerbare bestand-
deelen, als aanhangsel voorkomende in E Wolffs
oordeelkundige voedering van het vee. Voor de
vergemakkelijking zijn eiwit en .1 m i d o n als
eiwit genoemd en dc Stikstof v r ij e e
traetiestoffon en deruw vezel ris zet
meel aangeduid.)
righeicl genomen, is gebleken, dat verteer
baar vet in hot voedsel 2.5 maal zooveel
voedingswaarde hezit als verteerbaar zet
meel. Voor liet gemak wordt daarom het
vet herleid tot zetmeel, door de hoeveelheid
vet 2.5 maal te nemen en het komend© ge
tal als gewoon zet moei' iu rekening to
krengen.
In bedoeld gras is alzoo 2.5 K.G. vei teer-
baar eiwit te^cn 9.9 en 2.5 maal 0.4 is *c-
O O
lijk aan 10.9 K.G. verteerbaar zetmeel
voorhanden .Op 1 K.G. eiwit alzoo 10.9 K.G.
gedeeld door 2.5 is gelijk aan ruim 4 K.G.
zetmeeldo voedingsverhouding is nu 1
ruim 4.
Stellen wo naast dit 'gras dadelijk hooi
van matig goede kwaliteit, dan blijkt do
voedingsverhouding heel wat ruimer te zijn.
Hiervan 'blijken 100 KG. te bevatten 5.4
K.G. verteerbaai* eiwit, 40.7 K.G. verteer
baar zetmeel on 1 K.G verteerbaar v e t.
Maken we dus als" boven onze berekening,
dan zien wo 5 4 K.G. eiwit tegen 40.7 en
2.5 maal 1 is gelijk aan 43.2 K.G, zetmeel
of op 1 K.G. eiwit 8 K.G. zetmeel. De voe
dingsverhouding is hier dus 1 8, alzoo
veel ruimer dan bijl het gras.
Op iliet ce-iste gezicht lijkt dit vreemd.
Men had allicht een minder groote afwij
king verwacht. Houdt men editor m het
oog, dat, hoe ouder het gras wordt, hoe
minder varieerbaar hot wordt, dan is do
verklaring gauw gevonden. Gras, kort voor
den bloei dus in den tijd zoo ongeveer,
dat men mot maaien kan beginnen, geeft
in 100 K.G. aan verteerbaar eiwit 2 K.G.,
aan verteerbaar zetmeel 13 K.G. en 0 4 K.G
verteerbaar vet. Een verhouding dus van
13 en 2.5 maal 0.4 of 1 7. IIe.l staat
dus dichter bij' het, 'hooi dan bij het gras.
Nu is hierbij stilzwijgend aangenomen,
dat het hooi goed gewonnen is. Is cl)t niet
het geval, hoeft men in den hooitijd met
slecht weer te kampen gch„d, dm blijkt bij
onderzoek de vocd-ervc-rliouding dikvrii's te
zijn 1 10. Ilcoft men nu 'bovendien lift
gras te lijp laten worden, dan voert men
s winters stroo en geen hooi.
■Hoe is het nu met d© spoeling gesteld?
Is hierbij' de voedingsverhouding nauw, is
spoeling krachtvoer?
liet is jammer dat niet tot onzo beschik
king staan juiste opgaven omtrent do t e-
di© de teokens droegen dat er wilde dieren
in de nabijheid waren, maar dab was ook
alles.
Plotseling drukte een vreemde gewaar
wording op mijn ziel. Ik was alleen in deze
geheimzinnige wildernissen verlaten,
met niet één enkel toeken dat aanduidde
dat mijn geroep gehooid was. Het was vree-
selijik om te gcloovon wat niettemin een on
heilspellend feit -Was. Ilc riep en flauw© spot
tende echo's werden teruggekaatst dooi' het
.'erwarde struikgewas rondom. Wanhopig
liep ik dan deze dan die richting uit; mijn
oogen vielen alleen op ©en somber bruin
rotsgevaarte, weelderig .gebladerte en dun
jungle-gras.
Wat ook do reden wezen moalit, waarom
ik zoo alleen gelaten was, dat het mot opzet
gekeurd was, ilneraan kon ik nauwclijk
twijfelen. Een toeken dab mijn aandaalit
ontsnapt was, was gegeven, en steelsgewijze,
als pantere, haddon mijn gidsen mij, verla
ten.
Wat voerden zij. in hun schild? Dit was
de vraag, die zich na de oeirste verrassing
aan mijl opdrong. Waarschijnlijk was het,
dat ifc verder en vervier van mijn Engelsch©
collega's was weggelokt, en in oen gedeelte
van deze rotsachtige wildemisse-'n, waai* het
moeilijk was uit te geraken. Hot gevoel van
mijn toestand maaikte mijl wanhopig.
Hoe slecht ook de verhowding van do in
boorlingen tegenover majoor Cayford zijn
mocht, zij hadden stellig geen reden tot vij
andscihap togen miji Terwijl ik over dit pro
blesm nadacht, oogen en ooron inspannende
om een of ander* teeken van meuschelijko
aanwezigheid te hoQren. hopende tegen be
Ier weten in, op oen gelukkige, oplossing van
dit raadsel, dwaalde ik her*- en derwaarts
trachtende, de richting ts vindon waardoor
i'k hei dorp zou kunnen 'bereiken.
Later ontdekte' ik, dat mijn weg me die
per on -dieper do wildernis in 1-ciiddci Mam*
'het was oen vergissing, waarvoor ik on
Oswald in nog meerdere mate eeuwi;
dankbaar ben gebleven.
Mijn kruit had ik verschoten bij dio
schurken van verraders, anders had ik nu
en dan een soliot kunnen lossen iu do zwak
ke hoop, de> plaats waar ik mij bovond daar
door aan mijn vrienden bekond! te maken
Zooal's -do zaak nu stond, w*as ik verplicht de
beid© scihoton in mijn „express" en -die in
mijn revolver to bewaren voor de een of an-
derfc overrompeling, die mijl mogelijk waeiht-
Reconvalescent, als ik was, waron mijn
oudo fcraebten nog niet teruggekeerd, en na
oen paar uur marciheereais in do gioote een
zaamheid, bogon ik dc ge-volgen to gevoelen
van mijn moeilijke dagtaak. Wat was wij
zei*? To toeven, waar ik was, of vei dor te-
gaan? In beide gevallen liep ik gevaar.
Maar do dlend© van mijn verlatenheid
on mijn gcvaaiwollö positie doden mij tot
het laatste 'besluiten.
Eindelijk kwam ik op don rand van een
doel van heb woud, on wel op ©en punt, van
waar een spoor naar benedon leidde langs
ecu ste-ite helling in een ravijn. Rondom
mij venlii-eveu zich golfvormig do dooreen
gegroeide heesters en boomon. De nacht
viel in en, als ik mijn weg terugzocht door
de duistere dioptcn, zou het makkelijk kun
nen gebeuren, dat de jager do gejaagde
werd en dat mij een lot- wachtte, waarvoor
ik huiverend terugdeinsde.
Door het spoor ni het ravijn te volgen,
was er een kleine kans, dat ik uit do verte
weer in contact 'kwam met mijn kameraden.
Ik klauterde dus naar omlaag over de hob
belige stoencn, en een gekraak aan mijn
rechterhand waarschuwde mij dat zich ge
vaarlijke vijanden in mijn nabijthcid ba-
vonden.
Ik greep mijn trouwe „express" en wacht
te af, wat er gebeuren zou. Maar geen ge
luid verbrak do stilto meer. Toen ik het
wapen op den grond neerlegde om hét
klamm-o vocht van miju voorhoofd af te
vegen, ontstelde ik hevig. In het zand aau
miju voeten glinsterde, oen ster gelijk, een
klein goud knopje.
Speelde- mijn fantasie mij parten Werd
ik door spookbeelden geplaagd en zou ik
aanstonds weer ontwaken in de droefgees
tige g.mriz.oenomge-ring te Buxshur? Als
dit liet geval niet was, dan had liet klein
ood, dat miju oog zoo onverwachts ont
dekte, dezen zelfden morgen nog deal uit
gemaakt van een fijn armbandje, dat den
tongeren arm van miss Eclith Cayford had,
omsloten.
D'aar zijn oogenblikken in het leven, dio