Praatjes orer vee, ml ea aai wat. Zondag tO Januari 1904, No. 11361. Derde Blad INDISCHE PERKÏIASSEN, xLni. Het Verraad. Landbouw en "Veeteelt. Deze courant verse) ujnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen 1,25. Franco per post 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Afzonderlijke Abonnementen worden d..gelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bwreaas ESoterstrant GS. rrrrr-JTTyi -pm ,y r.? - Prijs der Adverteatiën: "Van 46 regels fl 0.92iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats dia rq innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeeligo voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Iclaine endver ten tiën opgenomen tot den prijs van 40 ceats per advertentie, bij vooruitbetaling aau het Bureau te voldoen. latere. Telefoon Ko. £.23. We zijln reeds ruim een week op Soeka- boemi (,,'b lustoord der wereld") en kunnen nog maar niet besluiten verdei* te gaan, zoo intens genotvol' is 't 'Her op dit plaatsje i Do als overal weelderige natuurpraolit der tropen paart zich dan oo'k al zeer geluk kig aan een goddelijk zomonklimaat, terwijl de buitengewoon smaakvolle aanleg der plaats oen wellust is voor de oogen. De Europeanen maken lxier veel' moer weak van hun huis en hof dan elders. Straks zal 't u duidelijk zijn, waarom. 'tls hier oen recht gezegend plakje op aarde, een oord om televen, telioven en te sterven zou de idealist Van Kol zeggen, en zoo wordt 't dan ook begrepen door tal'van gepensionncerd© landsdienaren, die hier ecu werkelijk gcnotvcllen ouden dag zochten en vonden. Men valt hier eenvoudig over o-ud-residen- ten on gewezen hoofdofficieren, mannen, dio zoo slim waron Gods sehoone vrije na tuur te profereoron boven een benauwd ho- venhuisje, ergens in een buitenwijk van 'n jBfollandscho stad. Zij' blijven hier zoo ge heel in hun oigen Indische doen en laten, ze wonen hier zoo „lokker" in hun „vi 11a', hebben ook geen „Soosah" met do voor oud- gasten meestal vrij onhandelbare dienstbo den, terwijl op slot van rekening, en dat doet do deur toe, ze ook nog veel meer kans •hebben om langer van hun jaargeld,e te pio- fitecren dan ginds bij U m het ongezonde, koude, mistige vaderland met zijn voor In diërs altijd zeer gevaarlijke Noord-Oosten wind. Spreek maar eens honderd oud-gasten in patria, en zeiker zullen er negen en negen tig. Bas Ye-th ten spijt heb zonnige Iiisuiindö betreuren. 'Ze kunnen daar bij II nooit goed meer aarden en in de laatste jaren keerden -clnii ook velo Indische fami lies naar hier terug, om zich voor immer in liet gezonde binnenland to vestigen. Voor de moestc"h echter is 't <rerimr-e< pensioen con bezwaar en dan de oveitochts- kosten, niet te vergetenIn Indië leeft 'n Europeaan duurder dan in Holland "en aan gezien de Indisdho pensioenen geheel en al door Indië moeten wo-rden opgebracht, zou het m. i. zeer billijk wezen om aan hen, dio zich blijvend hier wilden vestigen, eon zekere vorhoog'ing too to 'konnen, terwijl men den repatrieOrenden wat minder zou kunnen geven, 't Kwam. dan zoo ongoveet overeen uit en or bleven hier meer Indisch© dubbeltjes in omloop. Nu gaat co- ieder jaar voor een zeor groote som aan Indisch geld naar Europa en wordt het volk hier dus voortdurend armer. In dei gegeven om standigheden zou ik er zelfs glad vóór zijn om oud-gaston, die dit verlangden, voor gouvernementsreikening weer naar Indië te voiwocxcn en den gepensionneerden, die hier dadelijk voor goed wilden blijven, als pre mie hun overtocihtsgolden uit te betalen. Hoe mc'er gegoede Europeauon hior toch wonen, hoe beter het voor Indië en zijn bevolking is. Nu op Soekaboemi begint liet al vrij aar dig en daar de monscihon hier toch tot him dood too blijven on en* ook al den tijd toe> hebben, besteden ze hier buitengewoon voel zorg aan hun tuinen en meubileering en hoeft dit plaatsje dus een voor Indié onge woon schilderachtig aanzien, 't Is hier ver rukkelijk wandelen en ik zocht dan ook al dio' .mooie: lieve plekjes weer op, Welke ik me nog zoo goed herinnerde van 1896, toen de gevolgen van 'n ernstige ziekte, mij liier twee maanden van zalig „dolce far meute." deden genieten. Ik schreef hierboven, dat de heer Van Kol ons Soekaboemi een oord zooi vinden om televen, te 1 i v e n on to st erven, nu 't laatste vind ik overal en ten allen tijde een vrij onaangename en veel te vctl afdoend© bezigheid, doch wat 't tweede punt betreftom te 1 i e v c n of boter nog v e r 1 i -e f d t o w o r d e n, kijk daar is dit Eden nu juist als voor geknipt Van de tien meisjes, blauike of bruine, die men hier op z'n weg ontmoet, kunnen or zeker vijf onder de bepaalde beautés worden gerangschikt en ik geloof, dat dit ook al 'n gelukkig govolg is van 't gezonde kbmaat. Ik zag nooit ergens zooveel kleur bij elkaar! Zelfs Londen legt 't tegen de Preangca* af. Behalve om z'n mooie gezichtjes is So-e- Hot geschiedde op den morgen van mijn herstel na een hevige ziekte, die ik slechts door do toewijding van P-eploe, onzen regi- monts-ohirurgijn, te boven was gekomen. Ik gonoot juist van oen fijne sigaar, terwijl ik met oen anderen reconvalescent onder de- ta- merindo zat, loon plotseling mijn oude 'ka meraad Oswald Harlow kwam opdagen. De jongen ihij was nog weinig meer ver keerde in de grootste opgewondenheid. Ik beweerde altijd, dat hij uit kwikzilver was samengesteld. „Bravo, Donald!" nop bijl, „we zullen sa men voor een maand op de jacht gaan. Er is voel wild, en dat zal je gauwer op de been helper dan allo pillen on drankjes van on zen alchemist." „Zacht wat, je lijkt wol oen tornado. Wat meen je tooli?" „Wel, loet is ©en uitnoodiging van Cay- ford, om hem oen bezoek te brengen en de commandant .hoeft geen bezwaar." „Maar, hod „Onzin, i'k luister naar geen enkele „maar". Accepteer en de zaak is beklon ken." Heb 'kwam mijl inderdaad lang niet ver werpelijk voor. D'e vraag, die i'k had willen stollen, toen Oswald mij in de rod© viel, was dezes, hoa majoor Cayford mijn poisoon kende. Maar ik kon zulks gemakkelijk ra den. Harlow had mijt destijds ingewijd in heb geheim, dat hijl bij zijn aankomst in de Oost verliefd Was .geworden op een blonde scihoone -en .haar jawoord had gewonnen. Ik begreep dat hij) met haar correspondeerde, en herinnerde me, dat ze Edith Cayford heette. D'at was da sleutel tot clo opgewon denheid van mijn vriend; d© uitnoodiging hield in, het bijzijn on het genot van do glimlachjes van het meisje hetwelk hij' lief had. Een wcefc later maakten Oswald en ik ons op voor die ©xpoditia, ten zeerste benijd, naar ik vroe-s, door scharen van arme 'Ice- rals, dio gedwongen waren te worstelen met de vreeselijkste vermoeidheid, ©en gevolg van het, hecte jaargetijde, cm to droomen van do bossohen op de bergen als van do za Jigkeden .van het paradijs. ka-boemi ook nog bekend als herstellings oord voor ziekten, opgedaan in do lago kuststreken of te velde. 600 .Met-er boven de oppervlakte der zee gelogen is het hier altijd heerlijk koel, veel koelder dan een Augustusdag in Holland, ja 's nachts kan 't zelfs vrij. koud hebben. Do gemiddelde temperatuur is ongeveer 26 graden Celsius, dus voor een tropenlaud idfeaal en honderden hebben hier genezing gevonden van doodolijlko ziekten. Als we van het station komen hebben wo eerst rechts do groote passer, waar de kleu rige Helding der Soendaneezen prettig af steekt tegen de zwart geverfde passer- kraampjes. 't Is hier 's morgens bijna altijd druk. Laat ik U al dadelijk zeggen, dat d'e bevol king in do Preanger over 'b algemeen nog zeer welvarend is. Eerst sedert kort vindt men hier opium kitten. Ze zijn een gevolg van de opium regie, d. w. z. het Gouvernement heeft kier* thans de gelegenheid tot schuiven geopend en wel in een streek, waar dat bij 't oudo paolitsysteem verboden was! Veel! durf ik er niet van zeggen. Zhebben den lieer Scheltema van „het Bafca-naascili Nieuws blad" drie maanden in de cel gestopt, om dat hij deze handeling van onzo Regeering durfde 'hekalen, dus 't schijnt nog al een teer punt to wezen, dat ik echter zeer nede rig aan do welwillend© belangstelling van H.H. Kamerleden opdraag. Opiumschuiven is nüg grooter kwaad dan b.v. de Staats loterij, zou ik zoo mceuen. Van beide immo- reole zaken tiekt de schatkist profijt. Waarom nu zou t eene, na verloop van eenigoti tijd1, worden afgeschaft en 't andere min of meer aangemoedigd?! We zijn hier in Indië erg nieuwsgierg naar een beant woording van die vraag. Wie weet of niet nog éénmaal de Kamerverslagen deze onze nieuwsgierigheid zullen bevredigen y Billijkheidshalve moet nog even worden opgemerkt, dat do Regeering den Inlan ders hier in de Peranger, het schuiven verboden heeft. Zij) mogen met in do kit ten worden toegelaten en ook geen opium ko-open. Een en ander is alleen maar aan onze gele broeders, de Ohineezen, veroorloofd. Intusschen begrijpt een ieder, dab de In landers zeer gemakkelijk het smerige goedje uit do tweede hand kunnen krijgen. Ze be talen liet dan eenvoudig wat duurder en schuiven tocli. Velo Inlanders hebben mij erzekerd, dat tot nog toe de Soendaneezen maar weinig gebruik van die gelegenheid maken, doch allen waren t er over eens, dat mochten die kitten niet spoedig verdwijnen, dat dan langzaam maar zeker hot opium schuiven hier ingang zal vindon dat 't dan met do bekende "Preangerwelvaart gedaan zal zijn. Laat ons intusschen hopen dat de Neder- landscho Anti-Opiumbond deze zaak eens ter harte zal willen nomen. Lt. Clockener Brousson, b. d. Soekaboemi. De reis was langdurig, maar de gedachte aau toekomstige dingen verminderde het vervelende -cirvan, hoewel het niet geheel voor cén van ons beiden de vermoeienis kon verbannen. Het landhuis dat verborgen lag in ©en afgelegen hoek van de noord-westelijke heu vels, was geriefelijk ingericht. De' aanwezig heid van zcovtol artikelen van woelde en zeldzame voortreffelijkheid gaven getuigenis van majoor Cayfords zin voor weelde en van zijn gecultiveerde1 smaak. Hiji was niet a'leen de „ruwe soldaat'' zooals de getuig schriften van rijn moed' en dapperheid zou den hebben doen vermoeden. Wijl werden buitengewoon hartelijk ver welkomd, en een zoen* korte tijd, doorge bracht in gezelschap van miss Cayford, over tuigde mij, dat mijn vriends enthousiasme niet misplaatst was. Zij) was een bekoorlijk meisje, met juist lat verschil' van (karakter, 'dat volgons dei wetten der contrasten liaar juist passend maakte voor den grilligen, im- p ui si© ven Harlow. Toen het regiments-nieuws voldoende be sproken was, kwam het gesprek op don avond van onze aaukomst, op een chronische onrust, dia nu juist zwaardier dan gewoon lijk op den geest Van onzen gastheer drukte. Er is misschien, of misschien ook niet, een nog niet ontdekt© wetenschappelijk© grond voor liet volksgeloof, wat voorgevoelens be treft, maar ik heb na dien tijd dikwijls go dacht dat kier ten minste een voorbeeld Was van ontroerende- gebeurtenissen, die haar zwarte schaduw vooruit wierpen. „Toon ik dit landhuis kocht," zei majoor Cayford, „van den heer die het h'ad laten bouwen, ontving ik een wenk, nadat de koop gesloten was, dat de bevolking op de heuvels in dit district buitengewoon oproe rige en gevaarlijke buren waren. Ik lette nauwelijks op deze Waarschuwing, maar omstandigheden herinnerden ©r mij spoedig* weer aan Onze be/.itringcn verdwe nen, onze grenspalen werden overschreden, en tweemaal werd een Engelsoh dienaar ge slagen met gevaar van zijn loven. Straf baat te niet, en i'k nam mijn toevlucht tot een ander plan. Wo namen een man en een vrouW uit de inboorlingon-bevollring in dienst, de laatste) als Edith's meid. D© zwar te deern was een slimme dieVogg©zo zit nu in den districtskerker gevangen." Een en ander over de vfpleging van ons vee en wal danrmele eam'nhanjS. Yervt la). De laatste maal merkten wo op, dat er gespioken wordt van n au w e on r u i oi o f w ij. d e voeding. IIoo grooter de hoe veelheid verteerbaar eiwit in oen vcoder- middel of in een voeder-rantsoen is tegen- :r dc hoeveelheid verteerbar© niet e i w i t, weiko erin vooikomt, hoe n a u- w r de voeding wordt. Hoe kleiner die hoeveelheid in verhouding wordt, koo r u ï- mor of Wijl dor men voort. Wijl willen dit met enkele voorbeelden toelichten Nemen wo als eerste voorbeeld gras cener matig goede weide. Bij onderzoek blijkt 100 K.G. van zulk gras te bevatten 2 5 K.G-. verteeibaat e i w i t, 9.9 K.G, verteerbaar zetmeel ©n 0.4 K.G-. verteerbaai' vet*). Uit tal van proeven, met groote nauwkcu- „Maar Nurad-eh is onschuldig," zei miss Cayford, terwijl ze spoelde met do gouden kralen van een armband, waarschijnlijk con geschenk van Oswald. Dei majoor bromde- con krachtige verwen- seldng tegen het heelo geslacht van Nura- doh, ©n zou ze wei graag, als de dames er niet bij, geweest waren, allen naar 't laud van do peper gewenscht hebben. Nu kwam het gesprok op d© jacht. De majoor verzekerde o-us dat de 'bosohjes wild in overvloed opleverden, varkens, beren, pantere, tijgors. IHct vooruitziakt deed ons het bloed met nieuwe kracht door de ade ren stroomen. Heb leven was meer een vreugde, en zul ke dingen als pijln en vermoeidheid) schenen visioenen uit een akeligen droom to zijn. Zij behoorden tot het verleden en hot tegen woordige was vroolijikheicl en het genot van frissdhe jadhtsport. D'en tweedon dag van ons bezoek werd ©en plan opgemaakt om te gaan jagen in een woud met een onmogelijk: uit te spra ken naam, ongeveer drie mijlen van het dorp G-urrundore© en van het landhuis van onzen gast. Wijl hadden de diensten aangenomen van ee-nigo inboorlingen als gidsen, en onze hoop en verpachtingen waren hoog gestegen. Twee van onze satellieten waren in 't be zit van zulke leeliijke. gezichten, als ik nooit gezien had, maar 't waren gespierde1, flink gebouwde kerels, en in da hoogste' mate on derdanig. „Iïeb woord „booswicht" is op deze som bare voorhoofden geschreven," zei ik tot Harlow. Hij| lachte', „Flink is, die flinke dingen doet," antwoordde) hij. Indien zo jou je1 oe-r stei kans op een sohob op een tijger geven dan zal j© je niet beklagen over je geleid denk ik.' Wij verdoelden onzo krachten en gingen op weg, terwijl do majoor en Oswald cén richting namen, ik met mijn zwarte bondg'e- nooten de andere. Eon gemeenschappelijk i'endez-vous weid bepaald op een plek, di zoowel den inboorlingen als ons bekend was Afgaande op mijn eigen onbctcelconende daden, was het cou buitengewoon toleurste londei tocht, on he© verder do daig ten oiude liep, d'es te meer raakte ik uit mijn humeur Stellig kwamen wij op wogen in het woud; Hierbij is gebruik gemaakt van de tabel over dc gemiddelde samenstelling der vocdermid- ddelen en hun gehalte aan verteerbare bestand- deelen, als aanhangsel voorkomende in E Wolffs oordeelkundige voedering van het vee. Voor de vergemakkelijking zijn eiwit en .1 m i d o n als eiwit genoemd en dc Stikstof v r ij e e traetiestoffon en deruw vezel ris zet meel aangeduid.) righeicl genomen, is gebleken, dat verteer baar vet in hot voedsel 2.5 maal zooveel voedingswaarde hezit als verteerbaar zet meel. Voor liet gemak wordt daarom het vet herleid tot zetmeel, door de hoeveelheid vet 2.5 maal te nemen en het komend© ge tal als gewoon zet moei' iu rekening to krengen. In bedoeld gras is alzoo 2.5 K.G. vei teer- baar eiwit te^cn 9.9 en 2.5 maal 0.4 is *c- O O lijk aan 10.9 K.G. verteerbaar zetmeel voorhanden .Op 1 K.G. eiwit alzoo 10.9 K.G. gedeeld door 2.5 is gelijk aan ruim 4 K.G. zetmeeldo voedingsverhouding is nu 1 ruim 4. Stellen wo naast dit 'gras dadelijk hooi van matig goede kwaliteit, dan blijkt do voedingsverhouding heel wat ruimer te zijn. Hiervan 'blijken 100 KG. te bevatten 5.4 K.G. verteerbaai* eiwit, 40.7 K.G. verteer baar zetmeel on 1 K.G verteerbaar v e t. Maken we dus als" boven onze berekening, dan zien wo 5 4 K.G. eiwit tegen 40.7 en 2.5 maal 1 is gelijk aan 43.2 K.G, zetmeel of op 1 K.G. eiwit 8 K.G. zetmeel. De voe dingsverhouding is hier dus 1 8, alzoo veel ruimer dan bijl het gras. Op iliet ce-iste gezicht lijkt dit vreemd. Men had allicht een minder groote afwij king verwacht. Houdt men editor m het oog, dat, hoe ouder het gras wordt, hoe minder varieerbaar hot wordt, dan is do verklaring gauw gevonden. Gras, kort voor den bloei dus in den tijd zoo ongeveer, dat men mot maaien kan beginnen, geeft in 100 K.G. aan verteerbaar eiwit 2 K.G., aan verteerbaar zetmeel 13 K.G. en 0 4 K.G verteerbaar vet. Een verhouding dus van 13 en 2.5 maal 0.4 of 1 7. IIe.l staat dus dichter bij' het, 'hooi dan bij het gras. Nu is hierbij stilzwijgend aangenomen, dat het hooi goed gewonnen is. Is cl)t niet het geval, hoeft men in den hooitijd met slecht weer te kampen gch„d, dm blijkt bij onderzoek de vocd-ervc-rliouding dikvrii's te zijn 1 10. Ilcoft men nu 'bovendien lift gras te lijp laten worden, dan voert men s winters stroo en geen hooi. ■Hoe is het nu met d© spoeling gesteld? Is hierbij' de voedingsverhouding nauw, is spoeling krachtvoer? liet is jammer dat niet tot onzo beschik king staan juiste opgaven omtrent do t e- di© de teokens droegen dat er wilde dieren in de nabijheid waren, maar dab was ook alles. Plotseling drukte een vreemde gewaar wording op mijn ziel. Ik was alleen in deze geheimzinnige wildernissen verlaten, met niet één enkel toeken dat aanduidde dat mijn geroep gehooid was. Het was vree- selijik om te gcloovon wat niettemin een on heilspellend feit -Was. Ilc riep en flauw© spot tende echo's werden teruggekaatst dooi' het .'erwarde struikgewas rondom. Wanhopig liep ik dan deze dan die richting uit; mijn oogen vielen alleen op ©en somber bruin rotsgevaarte, weelderig .gebladerte en dun jungle-gras. Wat ook do reden wezen moalit, waarom ik zoo alleen gelaten was, dat het mot opzet gekeurd was, ilneraan kon ik nauwclijk twijfelen. Een toeken dab mijn aandaalit ontsnapt was, was gegeven, en steelsgewijze, als pantere, haddon mijn gidsen mij, verla ten. Wat voerden zij. in hun schild? Dit was de vraag, die zich na de oeirste verrassing aan mijl opdrong. Waarschijnlijk was het, dat ifc verder en vervier van mijn Engelsch© collega's was weggelokt, en in oen gedeelte van deze rotsachtige wildemisse-'n, waai* het moeilijk was uit te geraken. Hot gevoel van mijn toestand maaikte mijl wanhopig. Hoe slecht ook de verhowding van do in boorlingen tegenover majoor Cayford zijn mocht, zij hadden stellig geen reden tot vij andscihap togen miji Terwijl ik over dit pro blesm nadacht, oogen en ooron inspannende om een of ander* teeken van meuschelijko aanwezigheid te hoQren. hopende tegen be Ier weten in, op oen gelukkige, oplossing van dit raadsel, dwaalde ik her*- en derwaarts trachtende, de richting ts vindon waardoor i'k hei dorp zou kunnen 'bereiken. Later ontdekte' ik, dat mijn weg me die per on -dieper do wildernis in 1-ciiddci Mam* 'het was oen vergissing, waarvoor ik on Oswald in nog meerdere mate eeuwi; dankbaar ben gebleven. Mijn kruit had ik verschoten bij dio schurken van verraders, anders had ik nu en dan een soliot kunnen lossen iu do zwak ke hoop, de> plaats waar ik mij bovond daar door aan mijn vrienden bekond! te maken Zooal's -do zaak nu stond, w*as ik verplicht de beid© scihoton in mijn „express" en -die in mijn revolver to bewaren voor de een of an- derfc overrompeling, die mijl mogelijk waeiht- Reconvalescent, als ik was, waron mijn oudo fcraebten nog niet teruggekeerd, en na oen paar uur marciheereais in do gioote een zaamheid, bogon ik dc ge-volgen to gevoelen van mijn moeilijke dagtaak. Wat was wij zei*? To toeven, waar ik was, of vei dor te- gaan? In beide gevallen liep ik gevaar. Maar do dlend© van mijn verlatenheid on mijn gcvaaiwollö positie doden mij tot het laatste 'besluiten. Eindelijk kwam ik op don rand van een doel van heb woud, on wel op ©en punt, van waar een spoor naar benedon leidde langs ecu ste-ite helling in een ravijn. Rondom mij venlii-eveu zich golfvormig do dooreen gegroeide heesters en boomon. De nacht viel in en, als ik mijn weg terugzocht door de duistere dioptcn, zou het makkelijk kun nen gebeuren, dat de jager do gejaagde werd en dat mij een lot- wachtte, waarvoor ik huiverend terugdeinsde. Door het spoor ni het ravijn te volgen, was er een kleine kans, dat ik uit do verte weer in contact 'kwam met mijn kameraden. Ik klauterde dus naar omlaag over de hob belige stoencn, en een gekraak aan mijn rechterhand waarschuwde mij dat zich ge vaarlijke vijanden in mijn nabijthcid ba- vonden. Ik greep mijn trouwe „express" en wacht te af, wat er gebeuren zou. Maar geen ge luid verbrak do stilto meer. Toen ik het wapen op den grond neerlegde om hét klamm-o vocht van miju voorhoofd af te vegen, ontstelde ik hevig. In het zand aau miju voeten glinsterde, oen ster gelijk, een klein goud knopje. Speelde- mijn fantasie mij parten Werd ik door spookbeelden geplaagd en zou ik aanstonds weer ontwaken in de droefgees tige g.mriz.oenomge-ring te Buxshur? Als dit liet geval niet was, dan had liet klein ood, dat miju oog zoo onverwachts ont dekte, dezen zelfden morgen nog deal uit gemaakt van een fijn armbandje, dat den tongeren arm van miss Eclith Cayford had, omsloten. D'aar zijn oogenblikken in het leven, dio

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 9