57"° Jaargang.
Donderdag 14 Januari 1904.
No. 11364.
nationale militie.
De wil tot geluk.
Kennisgeving.
ZEEMILITIE.
Zeevarenden.
BUITENLAND.
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen."
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Ylaardingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en V1 a a r d i n g e n 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
san het bureau bezorgd zyn.
Bureau i Uoferstrtt,»! 08.
Prjjs der Advertentiën: Van 16 regels 11. 0.92iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents por regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschenen, worden zoogenaamde Itfeine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
ï«J«fooo No. 193.
ONTHEFFING van WERKELIJKEN DIENST
incovolste art. 113, eerste zinsnede, der Militiewet
1901.
De burgemeester van Schiedam
brengt ter kennis van geestelijken, bedienaren
van den godsdienst, zendelmgleoraren 011 broeders-
diakonen van eene godsdienstige vcreoniging, als
mede van studenten in de godgeleerdheid en
icndelingkweekelingen, die aan eene inlichting van
onderwijs tot geestelijken, bedienaren van den gods
dienst of zendclingleeiaren worden opgeleid, proef-
broeders, die tot broeder-diakonen van eene gods
dienstige veieeniging worden opgeleid, en Roomsch-
Katiiolieke oidebroeders, die tot eene binnen liet
Rijk gevestigde kloostonnricliting bobooien, in deze
gemeente, voor de lichting van 1901, voor de militie
hebben geloot en voor den dienst dooi den militieraad
zijn aangewezen of bereids in voorgaande jaren bij
de militie zijn ingelijfd en kiaehtens ait. 113,
eerste zinsnede, der Militiewet 1901, voor één
jaar van den werkelijken dienst zijn ontheven:
dat volgens art. 86 van het Koninklijk besluit
van 2 December 1901 (staatsblad no. 230),
da AANVRAGEN om ontheffing van den werkelijken
dienst, vermeld ill de eerste zinsnede van art. 113
der wet en gericht aan li. M. de Koningin,
door de dienstplichtigen, die ontheffing vvenschen te
bekomen, eigenhandig onderteekend met de VER-
EISCHTE BEWIJSSTUKKEN moeten worden inge
diend bij den Buigemeester der gemeente, binnen
welke zij voor de militie zijn ingeschreven, en wel.
lo. m de laatste tien dagen van Januari door hen,
bedoeld in de eerste zinsnede van art. 96, onder
lo der wet en in de laatste tien dagen van
Maart door hen, bedoeld in die zinsnede onder
2o.;
2o door hen, die op een ander tijdstip tor inlijving
bij de militie moeten worden afgelevei d, binnen
tien dagen na de dagteekoningvan den oproepings
brief;
3o. door hen, die opnieuw van den werkelijken dienst
wensclien ontheven te vvoiden, in de laatste tien
dagen der maand, op ééne na voorafgaande aan
de maand waarin de duur van de verleende of
laatstelijk verleende ontheffing eindigt;
4o, door de ingehjfden bij de militie, die voor het
eerst voor ontheffing in aanmeiking vvenschen
te komen, zoodra zij mecnen op ontheffing aan
spraak te kunnen maken; en
dat het overgelegd bewijsstuk niet vioeger mag
afgegeven zijn dan tien dagen vóór de inlevering
er van bjj den Burgemeester en dat de aanvrage
op ongezegeld papier kan vvoiden geschreven.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 13d«n Januari 1904.
De Burcjcmecslei voornoemd
VERSTEEG.
Burgemeester en Wethouders
van S oh i e d a m,
gelet hebbende op art. 138 der Militiewet 1901;
RoepSn bij deze op alle lotolingen der Natio
nale Militie, voor de lichting van 1903 en 1904,
die in Maart dezes jaars bestemd zijn om te
worden ingelijfd, eon der na te melden beroepen
uitoefenen eri verlangen bij de ZEEMILITIE te
dienen, om zich daarvoor vóór 1 Februari aan
staande ter gemeente-Secietarie aan te melden
of te doen opgeven.
Roman van
MARTHA GUBALKE.
21)
„Wij) zullen heb haar maar toestaan,
Koert,"
„Ik kan ui ook, in allerlei behulpzaam,
zei Marianne. „Wanneer gij, mij, dic
teert
Hij scihudde het hoofd en streek over haar
zacht haar. „Eerst moet gijl noodzakelijk
ontspanning hebben, wij| zullen veel gaan
wandelen en in de herfstvaeautie zult giji uw
geliefd Thiiringer woud terugzien."
De tranen kwamen Marianne in de oogen.
„Waarlijk?" stamelde zdj en overwaldigdl
door zooveel goedheid, sio©g zijl do handen
voor het gelaat en snikte.
Koert stond beteuterd.
„Wees niet bang, iKoert," zei Ludwig
zacht, „dat gebeurt menigmaal, als men
overspannen is."
De knaap at zwdjigend zijjn boterham. De
professor had zijn 'hand op Marianne's
schouder gelegd en sprak kaar kalmecrende
woorden toe
„Nu blijf je biji mij'."
Marianne knikte.
Sen poosj© later kwam Ludwig's zuster en
zij begroette Marianne met warme harte
lijkheid'.
„Ja, ja, die boozo wereld, die 'heeft ons
vogeltje de vleugels laan, geslagen 1"
De bovenbedoelde, bij beschikking van den
Minister van Marine van 4 December 1903, no.
33, Bureau S/B., aangewezen beroepen zijn de
volgende
A. Stuurlieden, stuurmansleerlingen, matrozen,
lichtmatrozen en jongens op koopvaardijschepen
van de groote en kleine vaart en op zeesleep.
booten.
Stuurlieden, schippers en verdere opvarenden
van loodsvaartuigen en tonnenleggers,
Diepzoevisschers en Noordzeekust-visscliers.
Binnenschippers.
B Stuurlieden, schippers en schippersknechts
van Rijnschepen, aken, tjalken en kleinere
vaai tuigen.
Stuurlieden, matrozen, schippers en schippers
knechts van passagiers en sieepbooten op bin
nenwateren.
Zuiiierzeevisschors.
Visschors op Zeeuvvsciie wateren en op de
groote rivieren.
Mossel- en oestervisschers.
Schuitenvoerders, vletteriieden en veerlieden.
Smeden, stokers, machinisten
en bankwerkers.
C. Machinisten en machinist-leerlingen op
schepen en vaartuigen, bij spoor- of tramwegen
en op fabiieken en andere inrichtingen.
Stokers als boven.
Machinediijvers.
Smeden en smid-bankwerkers.
Mathine-bankvverkeis en gewone bankwerkers
(hieronder ook te verstaan rijwielherstellers).
Werktuigmakers.
Kolen ti emmets.
Metaalbewerkers (hieronder te verstaan koper
slagers, kotelmakers, vijlenkappers en voorslagers).
Electriciöns.
Overige a m b a'c h t e n.
Scheepsbeschioters.
Scheepstimmei lieden (scheepmakers).
E. Keek- en banketbakkers of -knechts.
Koks en koksmaat, hetzij aan boord van sche
pen of vaartuigen, hetzij aan den wal.
F. Koffiehuis en hotelbedienden.
Hofmeesters en kellners op schepen of booten.
G. Ziekenverpleger.
Baibiers.
A potliekersbeilienden.
II. Personeel van 's Rijksweiven.
N.B. De personen genoemd onder A, B en D
komen allereerst in aanmerking voor
inlijving als zeeonlicien-matroos.
De pe sonen genoemd on 'er C, komen
alleieerst in aanmerking voor inlijving
als zeeroilicien-stuker.
De peisonen genoemd onder E komen in
aanmerking vuor inlijving ais zeomiii-
cien-kok.
De pessonen genoemd onder F komen in
aanmerking voor inlijving als zeemiii-
cien hofmeester.
De peicoue» genoemd onder G komen in
aanmerking voor inlijving als zeotnih-
cten-ziekenvei pleger.
De personen genoemd onder 11 komen in
aanmerking voor zeemilicien-matroos oi
-stoker ai naarmate van het beroep dat
zij uitoe'ene
Uit de lotelmgen, die een dezer beroepen
uitoefenen, wordt de voorkeur gegeven aan hen,
die zich overeenkomstig de/e uitnoodigmg voor
den dienst ter zee hebben aangemeld of hebben
Marianne weende niet meer, maar zijl wat
doodmoe. Beate Bracht haar naar boven.
Ondan'ks haar doodedijfce vermoeidheid
kon Marianne een uitroep van verbazing
niet weerhouden, toen zijl in 'haar kamer
trad.
„Zij,n dat 'geen mooie bloemen?" vroeg
Beate. „Nu moet gijl u ook niet meer zoo
ongelukkig gevoelen, ©'at zou bijna ondank
baar zijjn."
Marianne knikte en Beate ging voort
„Mijn broeder heeft mij een mooi plan mee
gedeeld. Hij' heeft zich een lieve vrouw uit
gekozen."
■Marianne meende te droomen.
De oude zuster plaatste de lamp op tafel
en hielp Marianne bijl het uibkieeden.
„Gij zijit nog jong, mijn kind, en je be
hoeft nog niet te versagen. GETeb leven heeft
ons allen smarten bereid."
Dat waren woorden Van ervaring en van
don ouderdom, die de jeugd nog steeds met
•een ongeloovig medelijden beschouwt:
„Wat weet 'gijl van mijln smart!" zoo dacht
ook Marianne, toen zijl alleen lag in 'het
duister en al do herinneringen zich bij kaar
opdrongen en kaar hersens kwelden en af
tobden. Door het openstaande venster
iklonk het rumoer dei- grootstad'. Welk een
vreemde uitwerking 'had het op haar. Steeds
leidde het ongewone gedruischhet 6norren
der deotrischo trams, het ratelen der omni
bussen op de keien en het gedempte gestamp
over het- asphalt Ihaar gedadhtengang af.
De zenuwen verlangden een mechaniSchen
arbeid! en Marianne's 'gedachten Vestigden
zich op het straatrumoerNu kwam er een
omnibus; de paardenhoeven stampten op
doen opgevendo overige voor den dienst
noodige manschappen worden te zijner irjd door
loting aangewezen.
De aandacht van de lotelingen woidt gevestigd
op art. 116 der Militiewet 1901, luidende
als volgt
sDe bij do miiitie te land ingelijfden worden
niet tot liet aangaan van eene vei bintenis voor
de buiteniandscbe zeevaart toegelaten, zonder
schriftelijke toestemming van wege Onzen Minis
ter van Oorlug.
Die toestemming wordt in gewone tijden niet
geweigerd aan de lotingen, die reeds vóór hunne
inlijving bij de militie hun beroep van de buiten
iandscbe zeevaart maakten en die zich overeen
komstig art. 138 voor de zee ilitie hebben aan
geboden, doelt daarbij met hebben kunnen worden
aangenomen."
Op aangiiten na 1 Februari a s gedaan wor
dende kan niet worden gelat.
En is hiervan afkondiging geschied, waar hot
behoort, den 13den Januari 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris
V. SICKENGA.
EN
WETHOUDERS VAM
Burgemeester
Schiedam,
Doen te weten, dat door den Raad dier ge
meente de volgende veroideningen zijn vast
gesteld
VERORDENING tot heffing van keurloon
van vleesch te Schiedam. (Op de
aanplakbi jetten worden nader ver
meid de ai tikelen dezer verordening.)
VERORDENING op de invordering van
keurloon van vleesch te Schied im.
(Op de aanplakbiljetten worden nader
vermeld de artikelen dezer vei or
dening.)
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 13den Januari 1904.
Burgemeester on tVotl.ouders voornoemd
VERSTEEG.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
13 Januari 1904.
Be crisis in Oost-Azle.
D'o laatste 'berichten wijden uit dab van
officieel© zijlde al het mogelijke Wordt aan
gewend om te doen gelooven dat het in het
Oosten zonder oorlog zal afloopen, maar een
treurig feit is het, dat èn Rusland èn Japan
onverminderd voortgaan met' zich tot do
tanden te wapenen on van den aanvang af
wezen wijl er op dat dto Bewapening, die
schatten geld verslindt, niet voor mets kan
geschieden. Een Engelschmau, lord RonaJ'ds-
tay, dio eonige dagen geleden van een rois
door Japan on Mantsjoerije terugkeerde,
meldt aan het Reuterbureau, dat 'bij zich in
•Mantsjoorijo kon overtuigen dat Rusland
allo oorlogsmaatregelen heeft getxoffon.Men-
soben dio heb weten konden, vertelden den
Engeisokman, dat het 'Russische leger al
daar 2 maal honderdduizend man bedroeg.
de Brug. Dan over de straatkeien en verder
overasplialt. Met korte tusschenpoozen hei'-
liaalde zich het bekende gedruisah! Dan
weer kwamen er tweo, drie rijtuigen achter
elkaar. Een late vrachtwagen
Marianne's oogen vielen toe, zij' sliep in.
Den anderen morgen ontwaakt© zij eerst
laat. Verbaasd, keek zij rondom zich. De
klokken luidden. Het was dus Zondag. Zij
sprong op de slaap had haar goedgcd'aan
en ze had honger. Hoofdschuddend stond ze
voor den spiegel, toon ze heur haar vlechtte.
Zij zag er uit als iemand, die groote smart
doorgemaakt had. Maar innerlijk voelde zij
rust en de kracht om verder te leven en
'haar geluk te overmeesteren.
Er kwamen dagen en uren, dat Marianne
de zelfgewilde eenzaamheid ontvlood. De
groote smart van ltaar eerste liefde, dto haar
geen geluk kon brengen, ging langzamer
hand Voorbij
Op zekeren dag trad zij Ludwig's studeer
vertrek binnen en vroeg d>en professor
„Kan ik u werkelijlk niet helpen?"
Haji reikte haar een manuscript over eu
zij beijverde zich er zich in te verdiepen
Haar gelaat gloeide van verrukking nu zij'
den geleerden man in zijn werkzaamheden
kon behulpzaam zijtn en in 'geestvervoering
riep zij uit
„O, wanneer ik u altijd helpen raoolir,!"
Bijl lachte.
„Maai- dan moogb gij niet meer wegloo-
pen."
Met stralende oogen zag zij! hem aan.
„Slechts éénmaal naar huis. O, wat ver
lang ik naar het oude bosch,"
Ludwig knikte.
Van Franscke zijde komt weer een ge
ruststellend! telegram. De Fransche minis
terraad vergaderde 'gistermorgen in heb Ely-
sée. Ddcassó Besprak met zijjn ambtgenoo-
ten de Russdsch-Japanschö kwestie. De in
druk die van deze bespreking uitging, was,
dat de toestand! beter schijnt te zijn gewor
den.
In het laatste telegram door do Japan-
solto legatie t© Londen ontvangen, schijnt
een Vergissing te zijn geslopen. D'e gezant
bevestigde wel is waar dat door de regee
ring te Tokio aan de Ghineesche rogeering
een telegram was verzonden waarin China
strikte neutraliteit ingeval van een oorlog
Wordt aanbevolen. Maai* hiji gelooft, dat de
zinsnede Betreffende het grijpen naar de
wapens ontstaan is uit een verwisseling van
Ghineesche lotterteekens (l).De gezant voeg
de er aan toe, dab het beslist niet vaststaat,
d'at de oorlog een onoverkomelijke noodza
kelijkheid is. Japan poogt nog steeds den
vrede to Behouden.
Officieel werd den legaties te Peking mee
gedeeld dat twee afdeelingen Russische troe
pen op Weg zijn naar het Oosten, per Sibe-
rischen spoorweg.
De Russische troepen Bezetten Hsinmin-
ling, het eindpunt van de nieuwe zijlijn, on
langs aangelegd, van do ChineeSeh© Shan-
hadkwan-N ioetsjwang-lij n.
D© vx-ecmiddingcn te N'ioetsjwang zijh
zeer Bevreiesd dat deze stad' het tooneel van
vijandelijkheden zal worden. Zij! Verzochten
hun consuls aan de iregeeringen te vragen
om zulke maatregelen te treffen d'at do ordo
en de neutraliteit te Nioetsjwang gehand
haafd icon büijlVon.
In verhand met de mogelijkheid van een
overval van Japansohe zijde te Port-Arthur
namen de Russische autoriteiten buitenge
wone voorzorgsmaatregelen in deze stad ©n
langs den gansdken spoorweg in Mantsjoe
rije.
Het gerucht doet de ronde te Port Ar
thur dat de Japanneezen hun slag hopen to
slaan tijd'ens het Russische 'kerstfeest, om
de oorlogsschepen te 'Port-Arthur te ove-
vallen. Dag en nacht worden deze schepen
bewaakt. De goheolo vloot is thans in ge-
vechtsstaat.
Meegedeeld wordt dat met het oog op liet
dreigende nieuws uit Korea de Comman
dant van de zevende Russische brigade naar
de Yalu-rivier vertrokken is om oen tijdelijk
kamp t,c 'kiezen, ©n le zorgen voor de con
centratie der troepen.
Gistermiddag had) te Tokio in tegenwoor
digheid van den 'mikado een vergadering
plaats, waai aan deel namen alle leden van
het. kabinet, vijf staatslieden-seniores, twee
admiraals en generaal Kodama.
Meegedeeld Wordt dat het antwoord aan
Rusland, gisteren ontworpen, werd goedge
keurd! D'it antwoord wordt beschouwd als
de laatste stap op den weg der onderhande
lingen, Tengevolge biervan is de politieke
belangstelling tot 'n koortsachtig© opgewon
denheid gestegen.
Het J'apansche antwoord op d© Russisch©
nota zal hoogstwaarschijnlijk vragen om ant
woord binnen een bepaalden tijd.
In do redevoering dio de Engelsoho mi
nister-president Balfour te Manchester
hield, zei hij' 'b volgonde over elfen toestand
in Oost-Azië
„Niemand kan aan de mogelijkheid den
ken eener uitbarsting van vijandelijkheden
tusschen twee groote en beschaafde landen
zondes- dab een gevodl van ongerustheid en
van ontmoediging hem, die den vrede lief
heeft, bevangt. Doch daar 't niet noodig is
te zoggen, dat Engeland tot het laatst toe al
zijn verplichtingen en al wat het, krachtens
overeenkomsten, jegens ieder van hen, aio
tractaten met ons sloten, zal' vervullen, zou
ik de zaak van don vrede niet dienen door
over 'het geschil tusschen Japan on Rusland
in het openhaar te gaan spreken." Uit deze
omzichtige en ingewikkelde diplomatieke
taal is weinig op te maken. Maar wel tooh
dit eene, dat Engeland, althans in officiee-
len zin, niet aanmoedigt wat een aanzienlijk
dool der Engelscho "bladen thans schijnt te
beoogon, liet aaustokon en opblazen van het
dreigend oorlogsgevaar
_r r J J v_/">
Gemengde üfedcdecllngen.
Frankr ijl k.
By besluit van minister Combes is de Duit-
sche rijksdagafgevaardigde en katholiek pries
ter Delsor van Franscli grondgebied in den
Elzas verwijderd en Ihans heeft Delsor in een
waardigen brief aan den prefect van Nancy
tegen zijn uitzetting uit Franktjjk gepro
testeerd.
Op voorslel van Joseph Reinach zai de uit
de Dreyfus-afTaire bekende sLigue des Droits
da l'homme" protesteoren tegen de uilzetting
van abbé Delsor.
Een Parijsch blad beweert dat men Ester-
hazy te 's Gravenhage heeft gezien, waar hij
een onderhoud zou hebben gehad niet ver
schillende personen naar aanleidiog van de
revisie van het proces-Dreyfus.
Een prelaat uit de naaste omgeving van
den paus heeft dezer dagen op de vraag of
president Loubet op het Vaticaan zou ont
vangen wordpn, woordelijk geantwoord nDe
paus zal Loubet onder geen omstandigheden
ontvangen."
De Kamer koos met 257 stemmen Btisson
tot haren voorzitter. Op Bertrand waren 219
stemmen uitgebracht. De heeren Eu'enne,
Lockroy, Gerville-Róache en Guillain zjjn tot
vice-president gekozen. Jauiès isjniet herkozen.
Vrijdag of Zaterdag zal te Parijs de bij
zetting van het lijk van prinses Mathilde
Bonaparte plaats hebben. Slechts enkele fa
milieleden van de overledene zullen bij de
plechtigheid tegenwoordig wezen.
„Eu d'an Bezoeken wij samen een graf
vorder sprak liijt niet. Maar in gedachten
voleindigde zij zijn zin„aan het graf
uw jeugd."
Het fclëine dorp Walddorf werd besche
nen door de stralen dor ondergaande zon,
toen ziji eonigö w©kcn later het dorp door
liepen. 'De lieden zaten voor hun huisjes, do
mannen rookten hun pijpon on de vrouwen
hadden haar kinderen op den arm.
„Zij zijn mij! allen zoo vervreemd,' zei
Marianne treurig, „en kennen mijl niet eens
meerZiji ging naar ©en meisje toe, dat aan
een deur leunde.
Bertha, 'kon je mij. niet meer? Wij heb
ben nog samen gespeeld."
Verlegen staarde het meisje haar aan.
„Mïjin grootvader was toch, hier predi
kant."
Nu ging er Voor heb meisje een licht op
en zij! gaf Marianne de hand, doch de herin
nering was aan één© zijde slechts levendig
gebleven.
In gedachten ging Marianne verder.
„Ik had mij! zoo Verheugd. Zien wiji d©
wereld dan nooit zooals zij1 is, maar hoe rij'
zich aan onze verbeelding voordoet?"
„Ja, ja," zei Ludwig, „dab alles heb ik
ook moeten ervarenAlleen het bosoh is mij)
trouw gebleven. D'at vond ik steeds l Tg,
zooals lief in mijn herinnering voortleefde."
„Maar gaan wijl morgen naar de kerk?"
vroeg Marianne. „Daar moet alles nog zijn,
zoóals vroeger."
Ludwig keek 'haar aan.
Italië.
Sarafoff is te Ropm aangekomen en heeft
„O, gij dweepster!"
Zijl schudde heb hoofd.
„Neon, dat zal geen ontgoocheling zijn!"
D©n volgenden morgen waren rij, reeds
vroeg op om hun morgen-Wandelingetje te
maken. Het dorp lag in zijn Zondagscho
rust, alleen do kippen (kakelden cn de gan
zen snater-den.
De boeren waren thans heter te spreken
dan den vorigen dag. Het was als een loo-
peud vuurtje door het dorp gegaande
vieemdo dame was de kleindochter van den
ouden 'Dbgenhard1.
Mot een gelukkigen l'aoki kcelc Marianne
Ludwig aan„Wij deden die mensolieu on
recht aan. H|un memorie is slechts wat
vaag."
Zij hadden thans het dorp achter den
rug en sloegen den weg in naar het bosch.
„Hoe dikwijls ben ik dezen weg niet als
kind gegaanriep Marianne uit en plukte
bloemen af, die in menigte langs den weg
groeiden. Eindelijk hadden zij) heb bosch be
reikt en met 'kinderlijke vreugde klapte Ma
rianne in do handen.
„Zoo, thans hebben wij ons doel bereikt,"
zei Ludwig en nam den hoed af, en d© koele
morgenwind woei Langs rijït slapen.
Marianne ging op een met moe begroeid©
bank zitten, waarboven een wilde rozen
struik in bloed stond.
„Hier zat uw moeder ook dikwijls," zei
Ludwig zacht.
Slot volgt.)