i
57'" Jaargang.
Zondag 17 Januari 1904.
^3Èif
No. 11367.
Tweede Blad,
Kindervoeding1 en -Meeding.
lui#?*;, ysJefbou ivo. X23.
BONENLAND.
V
SCHIEIDAMSCIKE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25. Franco
per post 11. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
•san het bureau bezorgd zijn.
Bureau t Botentraat 08.
Prijs der Adv«rt«ntiën: Van 16 regels fl. 0.02; iedoie regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de pi.mts die zij
innemen,
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag*, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde Itloiae udrertentii'n opgenomen tot den prijs
van 10 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
I.
Zeker is er geen onderwerp, dat steeds
200 zeer aan de orde van den dag, en telken
winter met meerdere kracht aan de orde
van don dag komt, dan het vraagstuk om
trent voeding en kkeding van schoolgaande
kinderen.
Een vraagstuk, dat met iedere bogrooting
in vele gemeenten van ons vaderland op
nieuw optreedt, en dat slechts hier eu daar
tot een bepaalde oplossing komt, doch op
die weinige plaatseu ook nog niet tot een
zelfde oplossing.
Ook dit. jaar zijn er in de gemeenteraden
van Den ITaag en Amsterdam voorstellen
cn'ticnt deze zaak gedaan, die heel wat de-
bal hebben uitgelokt, soms zelfs een heftige
isooidcnwhseling ten gevolge hadden.
En het is jui-t het in den Amsterdam-
sclien gemeenteraad aangenomen voorstel
van vijf raadsleden, dat ons noopt, ovor dit
onderwerp te schrijven, allereerst wijl ons
dit vooisbei toeschijnt de brug te zijn, waar
op voor- en tegenstanders van bepaald© wij
zen van 't verstrekken van voedsel en klee
ding aan schoolgaande kinderen elkaar
kunnen ontmoeten, en waarlangs men kan
komen tot een algeheel e oplossing dezer zoo
belangrijke zaak.
Gelijk onze lezers weten, staat in art. 35
van de Leerplichtwet, zooals die op Vrijdag
30 Maait 1900 is aangenomen:
Ter bevordering van het schoolbezoek is
dc gemeenteraad bevoogd voeding en
kleeding te verstrekken aan schoolgaande
kinderen voor wie daarvoor behoefte be
staat. of met dat doel subsidie te verleenen,
een en ander volgens regelen bij algemeouen
maatregel van bestuur te stellen.
Dit artikel is met 49 tegen 48 stommen
(de gcheele toenmalige minderheid) aange
nomen.
Oorspronkelijk was or in liet wetsontwerp
geen dergelijk artikel opgenomen, wijl de
Regcenng meende, dat de wet op bet Lager
Onderwijs aan de gemeenten reeds deze be
voegdheid verkende. De meerderheid van
de Kamer heeft echter geoordeeld, dat deze
bevoegdheid in deze wet clicnde opgenomen
te worden.
Zij oordeelde aldus: door deze wet (do
Lceqdichtwet) worden do ouders verplicht,
aan hun kinderen voldoend eu geregeld la
ger onderwijs te doen verstrekken van het
7de tot liet 13de jaar, zoodat het allo klas
sen der lagere school heeft doorloopen of al
thans die klassen, waarin liet bij liet berei
ken van den dertienjarigen leeftijd was go-
plaatst.
Deze verplichting nu van do zijde der
ouders, welker stipte nakoming door de
overheid wordt gc'èisöht, legt aan de Regee
ring den plicht op, zooveel mogelijk de hin
derpalen weg te nemen, die er voor ouders
of kinderen kunnen bestaan, om aan die
verplichtingen te voldoen.
Een van die hinderpalen is: ge li rok aan
voeding on klecdmg van liet kind, dat tot
eohoolgaan verplicht is.
Vandaar het door do 5 liberale Kamerle
den voorgestelde amendement, dat gelijk
luidend was aan art. 35.
Hieraan was een amendement voorafge
gaan, dat tot strekking had, de gemeenten
de verplichting op to leggen tot het
verstrekken van Voeding cn Meeding.
Die verplichting is niet opgelegd.
Eigenaardig is bet, dat werkelijkheid is
geworden, wat do heer do Sav. Lokman in
®jn bestrijding van dit artikel aanhaalde:
dat, wanneer men bijl do wet een publiek
rechtelijk© bevoegdheid geeft, dit al
tijd min of meer een publiekrechtelijke z o-
d e 1 ijk o verplichting wordt.
Immers, meer en meer wordt heb verschaf
fen van voeding en Weeding, aan het dit
ontberende schoolgaande kind als een zede
lijke plicht der gemeente beschouwd en ver
schil! on de bladen van liberale zijdo (van
de moest vooruitstrevende tot do moest be
houdende) enkel in de wijze van hot ver
schaffen hiervan.
Do bevoegdheid1 is dus vrijwel een ver
plichting in velar oogen geworden.
Zoo herinneren we slechts aan Wat liet
i.Handelsblad" zei in oen artikel -over het
genoemde voorstel der 5 raadsleden „Do
Gemeenteraad van Amsterdam mag zich
n'et langer onttrokken aan de z o d o 1 iji k e
01' p 1 i c h t. i n g, welke de leerplichtwet
te dien aanzien (voeding en klecding) aan
do Gemeenten oplegt'."
Zoo wijzen we op een krachtig pleidooi
voor voeding en Meeding aan het anno
M-lioo'kind, uitgegeven op gezag van het
Nut van t Algemeen en geschreven dooi
den heer Riumwold Riedel, een boekje, dat
met deze opwekking eindigt:
,,En vomtq aan den arbeid! De leego
maag liccft geen ooren en in een verkleumd
lii haam is ook de geest niet opgewekt."
Een boekje dat daarbij oohter waar
schuwt
„Ga (daarom) to werk met de grootsto
omzichtigheid, zonder eenigo overdrijving.
Wie in dezen meer doet, dan na nauwgezet
onderzoek van onderwijzers cn Vereeniging,
Comité of schoolbestuur, noodig blijkt, doet
te veel. Wie liet niet doet met de stellige
'bedoeling, daarbij) alles to vermijden, wat
de kinderen zou kunnen vervreemden van
do familie, of de ouders van hun natuur
lijke lasten en verplichtingen, doet heb werk
niet goed. Wie aan dezen arbeid zijn mede
werking geeft of onthoudt op grond van
politieke of sociale overwegingen, dio om
gaan buiten het direct© belang van het
arm o schoolkind zelf, laat zich leiden door
motieven, die buiten dit vraagstuk staan."
De bevoegdheid van het Gemeentebestuur
wordt dus vriji wel algemeen opgevat als
een zedelijke verplichting tot het verschaf
fen van voeding en Meeding van heb school
gaand© kind, mits ter bevordering
van hot schoolbezoek.
Heb Koninklijk Besluit van 19 Nov. 1902
tot uitvoering van art. 35 der leerplicht
wet heeft dan ook volgende artikelen.
Art. 6. Voeding en kleeding worden al
leen verstrekt aan kinderen, die, uit lioofdo
van gebrek aan voeding of klecding, niet
of niet trouw ter school komen, of van wio
het te verwachten is, dat zij, zonder ver
strekking van voeding of klecding, niet ge
regeld de school zullen blijven bezoeken.
Verstrekking van voeding en kleeding
mag niet anders dan rechtstreeks aan de
kinderen zelv© plaats vinden.
Art. 7. Voor Ideeding van één ©n het
zelfde kind mag niet moor besteed worden
dan 10 per jaar.
Art. 8. Verstrekking van voedsel zal zoo-
voel mogelijk plaats vinden buiten do ge
wone schoollokalen.
Art. 9. Subsidiën, als bedoeld in art. 35
Leerplichtwet, worden alleen verleend aan
Vereenigingen of Commissiën, di© zdoli het
verstrekken van voedsel of .kleeding aan
kinderen, tor bevordering van schoolbezoek,
ten dool stellen, en aan schoolbesturen.
Alzoo geheel ter bevordering van school
bezoek.
Mag dan nu het gemeentebestuur geen
voeding en .klecding versohaffen aan arme
schoolkinderen, opdat zei met meerdere
vrucht 'het onderwijs kunnen genieten?"
Zeker wel, beamen we met den heer
Bruinwold Riedel. „Het is integendeel wen-
sehelijk, dat zijl krachtig medewerken tot
vervulling van alle voorwaarden eu het in
't leven roepen van do moest gunstige om
standigheden, om het onderwijs te doen
beantwoorden aan zijn doel."
De bevoegdheid hierto-e is niet gegeven
in de Leerplichtwet, wijl dit geheel buiten
deze wet ligt. Maar reeds in do wet op het
Lager Onderwijs van 1857 staat to lezen:
het gemeentebestuur bevordert zooveel
mogelijk het schoolgaan der kindoren van
bedeelden, onvermogenden en minvermo
genden.
Dat daarbij! aan lichamelijke verzorging
mocht gedacht worden kwam eerst op, toen
do leerplichtwet in 1900 word ingediond en
do Minister heb amendement van voeding
en kleeding bestreed als overbodig, zijiido
dit roods in do web op 't Lager Onderwijs
opgenomen.
Do vraag blijft dusis het, uit een op
voedkundig oogpunt, wonsdkolijfc, dat armo
kinderen, die onvoldoende gevoed on go-
kleed worden, voedsel on kleoding worde
verschaft
En zoo ja, hoo moet deze voeding en klec
ding verschaft 1
Wijl zullen ons omtrent d-eso vraag niot
in theoretische beschouwingen verdiepen,
maar aan do hand van meergemeld boekjo
nagaan, hoo men in 't buitenland over dit
vraagstuk denkt on hoo men het ter oplos
sing heeft trachten to brengen, om daarna
ie zien, wat in ons land aan voeding en
kleeding wordt, gedaan, opdat we zoo komen
tot onzo eigen schoolgaande kindoren en do
zorg van ons Gemeentebestuur daarvoor.
Ovor 't buitenland zullen we zoo kort
mogelijk zijn.
Het eerst is do voeding en 'kleoding in
Frankrijk toegepast (1SS1), daarna in
Duilschland (1882), .Zwitserland (1SS3),
Oostenrijk, België (1888), in Engeland, Ita
lië en Noorwegen in de allerlaatste jaren.
Do ruimste toepassing vindt men iu
Zwitserland, waar voeding verschaft wordt
aan arme schooglaande kinderen, die niet
voldoende of uiet voldoende krachtig voed
sel ontvangen, en om het geregeld school
bezoek te bevorderen ën om bet onderwijs
meer vruchtdragend te maken, doch tevens
met het meer verwijderde doel: den alge
menen gezondheidstoestand te verbeteren en
het komende geslacht meer strijdbaar to
maken en beter voor to bereiden voor den
arbeid, die het in do samenleving wacht.
De verschaffing gaat hier meer door par
ticuliere vereenigingen, dan door de over
heid zelve; in Frankrijk zorgt de gemeen
telijke overheid er voor, zoo ook steeds
mem' en meer in Italië en Engeland, in
Duitse.hland is zij armenzorg.
In Frankrijk bestaat in elke gemeente
oen schoolkas, gevormd door contribution
van leden en subsidiën van staat, departe
ment en gemeente.
Door dezo worden in vele gemeenten
sclioolcantines in stand gebonden, die allo
kinderen der gemeentelijke lagere scholen,
kosteloos of t e g e li b e t a 1 i n g, na
den oclitendsehooltijd een warm maal (soms
ook 's morgens een warm boort soep) ver
schaffen. Sommige groot© gemeenten heb
ben deze cantines in eigen beheer.
De sohoolvoeding is golicol onderwijszaak,
goliecl buiten de armenzorg. Zij heeft boven
al op liet oog liet vruchtbaar maken van
het onderwijs.
De door de stad Parijb aan de solioolkas-
sen verstrekte bijdragen loopen van 1891
1899 vau 640.000 tot ruim 1 millioen francs,
do bijdragen der kassen zalven daalden van
36.000 tot 20,000 francs.
Lyon geeft jaarlijks 40.000 fiancs; Rou-
baix gaf in 1900 201.000 francs, wijl daar
aan deze voeding tevens 't verschaffen van
kleed ere n was verbonden.
Kiezerslijsten.
Evenals andere jaien, wijten wij hieron
der op al wat men doen moet om kiezer te
word o li of te blijven.
Al e t te meer nadruk dringen wij
bij hen, die in de termen vallen om kiezer
te zijn of te worden, er ditmaal op aan om
hun plicht in deze niet te verzuimen, want
dit jaar toch staan de verkiezingen voor le
den der Provinciale Staten voor de deur.
Ook met bet oog op liet jaar 1903, wan
neer de Tweede Kamer-verkiezingen aan dc
orde zijn, kan het nuttig wezen zich uu
reeds als kiezers op to geven, wijl dit aan do
orgar-.rt.ie der partijen bevorderlijk kan
zijn.
De aangifte teil Stad huize
moet geschieden tussclieu 1 cn
15 Februari a.s.
V*
Om kiezer te zijn, moet men op deii 15en
Mei a.s. den leeftijd van 25 jaar bereikt
hebben.
Als men bölastiugkiezcr is, dan
behoeft men geen aangifte te doenen dat
is men wanneer men over het dienstjaar,
loopendo van 1 Januari tot 31 December
1903, is aangeslagen naar ecu of meer dei-
vijf eerste grondslagen van de porsoneele
belasting of in de grondbelasting (in deze
laatste voor ten minste een bedrag van een
gulden aan hoofdsom), of in het dienstjaar,
loopende vail 1 Mei 1902 tot 30 April 1903,
in de vermogens- of bedrijfsbelasting. Men
moet echten-, om op de kiezerslijst to ko
men, do directe rijksbelastingen, waarvoor
men aangeslagen is, vóór 1 Februari a.s.
hebben voldaan. Zoo men dit verzuimd
heeft, kan men nog op do kiezerslijst ko
men, als men do verschuldigde belastingen
vóór of op 1 M'aart voldoet.
Heeft men in een of meer andere gemeen
ten een der genoemde belastingen over do
genoemde tijdvakken betaald1, dan kan men,
zoo noodig, daarvan door overlegging van
do voor voldaan goteekende belastingbiljet
ten vóór 15 Februari a.s. ton gemeentehui
zo doen blijiken.
Dé aanslag der vrouw in de rijks directe
belastingen geldt voor haar mandie van
minderjarige kinderen wegens goederen,
waarvan hun vader het vruchtgenot heeft,
voor hun vader. Aanslagen in de grondbe
lasting wegens onroerende goederen oener
onverdeelde nalatenschap gelden ook voor
den mede-eigenaar, wiens naam niet bij den
aanslag iu iliet kohier is vermeld, mits zijn
aandeel in dien aanslag ten minste 1 be
draagt.
Is men echter geen bclastingkiezer, dan
kan men nog op verschillende andere ma
nieren op de kiezerslijst geplaatst worden,
mits men vóór 15 Februari a.s. aangifte
doet ten gemeentehuizo.
Men kan woningkiozer zijn, wan
neer men als hoofdi van een gezin of als al
leen wonend persoon op 31 Januari 1904 fie
delt 1 Augustus van het vorig jaar heeft
bewoond, krachtens huur, oen huis of een
gedeelte van een huis, waarvoor, met of
zonder bijheb oorenden of in huur gebruik
ten grond of lokaleij en bijgebouwen, niet
tea" bewoning bestemd, do wettelijke huur
prijs, per week berekend, ten minste heeft
bedragen voor: Schiedam f 1.75, Vlaardin
gen ƒ1.50, Ovorschio en Vlaairtiuger-Am
bacht ƒ1.25, Ketlic-1 en Scibiebroek ƒ1.
Ook zij, die als hoofden van gezinnen of
alleen wonende1 personen op 31 Januari
1993 sedert 1 Augustus 1902, krachtens
eigendom, vruchtgebruik of kuur, eenzelfde
vaartuig van teil minste 24 kub. 'Ml inhoud
of 24,000 kilogram laadvermogen hebben
bewoond, bebooren tot do woonkiezers.
Indien men hetzelfde perceel of hetzelfde
schip is blijven bewonen, waardoor men bet
vorig jaar op do kiezerslijst werd gebracht,
is aangifte thans niet noodig.
Verder kan men loonlfiezcr zijn,
wanneer men op 31 Januari 1904 sedert 1
Januari 1903 achtereenvolgens bij niet
meer dan twee personen, ondernemingen,
openbare of bijzondere instellingen in
dienstbetrekking o£ als inwonende zoon in
bet bedrijf of beroep der oudere werkzaam
is geweest en als zoodanig over dat jaar
een inkomen heeft genoten voor: Schiedam
ƒ450, Vlaardingon ƒ400, Overschiet en
VIaardinger-Ambacht 350, Ejetkel eu
Schiebroek 325, met inbegrip van het in
de wet aangegeven bedrag voor vrije woning
of inwoning en vrijl kost en inwoning.
Loonkiezers, dio op de lijst, van het
vorige jaar voorkomen, ontvangen, met de
noodigo toelichting, blanco-aangiftebiljetten
ter invulling voor hun toelating tot do
nieuwe lijst.
Ook als pon sio'cnki ozdr ban men
recht hebben om te stemmen.
Onder die categoi-io bobooren zij; die op
1 Februari 1904 in het genot zijn van een
door een onderneming, openbare of bijzon
instelling verleend pensioen of verleende
lijfrente van gelijk bedrag als bij' de loon
kiezers is gemald.
Voor hen, die minder dan het vereisehto
bedrag aan pensioen of lijfrente ontvangen
en bovendien een inkomen liebben, verkre
gen op de wijze als onder de rubriek, „loon
kiezers" is vermeld, mogen pensioen, .lijf
rente en inkomen worden samengeteld. Be
reikt- deze som dan tenminste het vereisckte
cijfer, dan kan do pensioen- of lijfrente- en
loontrekkende kiezer Worden.
Pensioenkiozers, die op do lijst van het
vorige jaar voorkomen, behoeven zich niet
o-pnieuw aan te geven.
Inkomen, pensioen en lijfrente der vrouw
geldt voor liaren mandat Van do inwonen
de minderjarige kinderen voor de helft
voor hun vader.
Nog een andere weg is er om als kiezer
invloed to oefenen op den loop der zaken,
namelijk als Groofboelc-of Spaa r-
b a n k k i e z e r.
Do zoodanigen rijn zij; die op 1 Februari
1904 sedert een jaar den eigendom met
recht van vrije beschikking hebben van t-eu
minste ƒ100 (nominaal), ingeschreven in de
Grootboeken der National© Schuld, of van
ten minste 50, ingelegd in de Rijkspost
spaarbank, in een gemeentelijke spaarbank
of in een spaarbank, beboerd door hot be
stuur van eau rechtspersoonlijkheid bezit
tende vereeniging, van een naamlooze ven
nootschap, van een coöperatieve vereeni
ging of van een stichting.
Hij1, die op dezen grond roeds het vorig
jaar keizer was cn voor wien die grond ook
thans nog bestaat, behoeft zich niet opnieuw
aan te geven.
Al de tot nu toe genoemde oategoriën vra
gen een zeikeren welstand of zeker bezit,
maar er is nog een andere gelegenheid om
kiezer te worden, want. de wet noemt ook
nog E x a m e n-k i e z o r s, dat zijn zij, dio
met goed gevolg hebben afgelegd een exa
men, ingesteld door of krachtens de wet of
aangewezen bij' nlgemeenen maatregel van
bestuur eu in verband staande met de be
noembaarheid tot eenig ambt, do vervul
ling van eenige betrekking of do uitoefe
ning van eenig bedrijf of beroep.
Hij, die op dezen grond het vorig jaar
reods kiezer werd, behoeft niet opnieuw
aangifte te doen.
De formulieren voor de verschillende aan
giften zijin kosteloos verkrijgbaar aan do
secretarie der gemeen to.
Al het bovenstaande geldt voor de kiesbe
voegdheid voor de T w o ed e K a m e r.
Voor do kiesbevoegdheid voor do P r o-
v i u c i a 1 e Staten zijn bijl de' kieswet
dezelfde cischen gesteld, met dien verstand»
dat men bovendien ingezetene dei- pro
vincie moot zijn.
Voor dö kiesbevoegdheid voor do G e-
m c c n t e r a d o n gelden dezelfde eisclien,
met dien verstande, dat men bovendien in
gezetene der gemeente moet zijn en dat die
categorieën, die niet tot de belastingkiezcrs
behooren, tevens over 1963 voor een zeker
bedrag in do plaatselijke directe belasting
moeten zijn aangeslagen geweest eu op 1
blaart 1904 dat bedrag voldaan hebben.
Prins Hendrik tc Berlijn.
D'ö correspondent van de „N. R-. Ct." te
Berlijn seint
In do ridderzaal van het oude Stadsslot
alhier beeft do keizer vanmiddag om twaalf
uur mot den gewonen luister cn met do
oude praoktsontwikkeling do investituur in
de orde van den Zwarten Adelaar verleend
aan do nieuwbenoemde ridder-s, don Prins
dei- Nederlanden, den Erfprins Wilhelm
van Holienzolleru en don Geheimraad Georg
von Kooller. In groot gala reden de prinsen
van het koninklijk huis eu do van elders
voor dö plechtigheid overgekomen vorstelij
ke personen naar het paleis, waarop do drie
■keizerlijke standaarden waren uitgestoken.
Van kwart voor twaalven af verschenen de
talrijke als getuigen van de plechtigheid
uitgenoodigdo hooge miltairen, leden dor
hofhouding en hooget ambtenaren, de leden
van bet gevolg der vorsten en zoo voort. Na
eenigo oogcnblikkcn van plechtige stilte
klonk een daverende fanfare, een korte roep
van de in de zaal geplaatste trompetters -en
do eerste ridder trad binnen, met een twee-
do fanfare begroetAils laatste ridder trad
do keizer in de zaal, liet hoofd met den
helm bedekt, in purperfluweelen mantel, de
keten van den Zwarten Adelaar om de
schouders. Graaf Kaait?, trad tot voor den
troon, boog cn ontving het keizerlijk bevel,
do jongste ridders van de hoogc orde ter op
neming in de orde binnen te leiden. Onder
nieuw trompetgeschal worden de Prins der
Nederlanden cn do Erfprins van Holienzol
leru door hun peten, do prinsen Friedricli
Heinrich en Joacliim Aübrecht, met plech-
tig-langzamen stap tot voor den troon ge
voerd. Hier aangekomen bogen de vier
prinsen voor den Keizer, de secretaris dei-
orde las de formule der gelofte, terwijl de
muziek natuurlijk zweeg, de eed: „Ja, iób
gelobo es" werd uitgesproken en onmiddel
lijk viel een oud-Duit sche fanfare in, welke
tot het einde dea- investituur voortklonk.
Tot oen nieuwen -roep verhieven zich do
trompetters, toen de Keizer den prinsen de
keten der orde om do schouders legde, waar
bij do laatsten do knie op oc-n trede van den
troon hadden gebogen. De fanfare werd van
'het koor af driemaal beantwoord. Nadat-
do twee prinsen liun plaatsen onder de
kapittelbevoegdo ridders hadden ingeno
men, gaf de Keizer bef bevel den verkelij-
ken .geheimraad Kaeller binnen te leiden.
Ten toeken dat do investituur was geëin
digd, word nogmaals een fanfare geblazen.
De Keizer verhief zicli van den troon om
zich naar de zaal van bet kapittel to be
geven, waarbeen zich eon stoet van 46 rid
ders richtte, in dier voege, dat de nieuw
ingelijfden den stoet openden.
Na de plechtigheid hoeft bij liet Keizer
lijk Paar een dejeuner plaats geliad, waar
toe do Prins der Nederlanden, prins Ilein-
rioli van Pruisen, prins Friedricli Karl van
Hessen eu de Rijkskanselier graaf von Bii-
low waren genoodigd.
Dr. Kuyp-r In België.
In „Do Tijd" deelt do heer A. van Win
kel, R. K. pr., geestelijk hoofd der katho
lieke Nederlandsciliö kolonie cn directeur
dcir Nodcriandscho Werkliedcnvereeniging
te Brussel, con onderhoud mede, dat hij met
den minister Kuyper gehad hooft. Wij ont-
ilcenen daaraan het volgende.
Vooreerst vroeg Z. Excellentie met veel
belangstelling naar- den toestand der Kath.
Nederl. Kolonie te Brussel, Want de treu
rige ondervinding had hem geleerd, dat zijn