Zondag 8 Maart 1904.
57"" laargang.
No. 11409.
Tweede Blad
Over vrijhandel en protectie.
Het Spookhuis.
SCHIEDAMSC
Deze courant verschijnt dage 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaar dingen fl. 1.25. Franco
per post il. 1.65,
Prys per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau t lloterslraat 09.
Overmits do toestand van 's Rijks
schatkist niet voldoende is om do (deze)
geestelijke en stoffelijke sociale her
vormingen tot stand te brengen, wordt
versterking van 's Rijks inkomsten ver-
cischt, waardoor allereerst herziening
van bet tarief van invoerrechten in
aanmerking komt.
Troonrede, September 1901.
Vooral sedert in de bewuste troonrede van
1901 deze wooiden tot het Nedertandsehe
volk werden ge-proken, is de oude kwestie
^vrijhandel of protectie" weer opnieuw aan
de orde gesteld en worden protectie ïter
bescherming vau nationale nijverheid", ol
enkel een fi-eanl tarief »ter versterking van
's Rijksmiddelen" tpgon vrijhandel uitgespeeld.
Gerust kan men echter zeggen, dat ar
onder de vele vraagstukken, die de huishou
ding van den Staat betreffen, schier geen is,
dat in de laatste 25 jaren de gemoederen
meer in beweging bracht, waarvoor heftiger
gesneden K dan over de vraag: Vrijen
handel of protectie (bescherming).
Voor ui in Duhsehland trok voor 25 jaren
en vooral ook voor een paar jaar (de nieuwe
tarievenwetdie strijd de algemeene aan
dacht en ieder lezer is liet zeker bekend, hoe
thans in Engeland, Imt principieelsle land van
den vrijhandel, door Chamberlain de strijd
voor de protectie is aanvaard.
In Duilschland leden de vrijharidelnars de
eerste groote nederlaag in 1879 met de in
voering van een nieuw tarief van bescher
mende strekking.
Het vrijbandelsteisel, dat in ons land in
1800 een voljtomen overwinning behaalde,
heeft langzamer hand ook hier zjjn gelederen
zieri dunnen, vroegere voorstanders zijn thans
verklaarde pro!ectioimten geworden, anderen
hellen er toe over, en met de door dit
ministerie aangeboden tarievenwot dreigt de
protectie ook in- ons land zijn intrede te
doen, om ook hier, wie weet hoe lang, te
heerselwn.
Zal het ons voor- ot nadeel aanbrengen.
V r ij handel en bescherming zijn
beide middelenwaarvoor men langs ver
schillende wegen éénzelfde doel tracht te
liet was in den herfst- van 1887, dab ik
een wandoUooht door Kent ondernam.
liet reisje liep prachtig van stapel. Het
weer was zoo mooi als alleen oen Engelseho
herfst dat kan geven, en eiken dag ontdekte
ik nieuwe heerlijkheden op het gebied, van
natuur-- of architectuursehoon, of kreeg ik
weer een anderen kijk op de wonderlijke'
bewoners van do primitieve plaatsjes, waar
ik doortrok.
Ik hacl mijn reis een dag vorder uitge
strekt dan het oorspronkelijk plan was.
's Morgens van Rochester vertrekkende, on
den slingerweg door .Stroud on Cuxton vol
geilde, die telkens op den hoofdweg terug-
voordo, gebeurde hot, dab ik, op een. der
gelijk uitvlucihtje plotseling door do duis
ternis werd •overvallen, terwijl ik nog een
aanzienlijken afstand van Tollbridge) waar
ik den nacht wilde doorbrengen, verwijderd
vu. Daar ik «iet al to ver af was van oen
dorpje d'at zich, mocht verheugen in den
muzikalöii naam van Snodfiokl, wondde ik
mijn schreden daarheen, denkende, dat het
boter zou zijn zonder uitstel daar te blij
ven en «en flink souper te nemen, dan don
maannacht, to gebruiken voor mijn tocht
haai- Tonbridgo. In de herberg wachtte mij
ten teleurstellingeon groot® criket-malch
had, voel omwonenden er bijeengebracht.
Al wat ik 'krijigen kon was eon soupea*
ecu bed ongelukkig niet. D'us had1 ifc do
keus, of mij uit te strekken op een ruig
haardkleed, of den nadhinetvel to trotseemi
ma m do naast® plaats gastvrijheid! to zoo-
kon. Geen van beads alternatieven za.g er
«rg aanlokkelijk uit. Maar liever dan op don
grond! to liggen, besdbob ik woor op wog te
gaan, in -weerwil van de nadhtolijiko kou,
tton. de waard, eon vriendelijk man met
®en oog, (dat echter bijtenden* op zijn qui
vive was) dio mijl ongaarne zag verblikken
ten luminous idbö ika-eeg.
Het dorp had1, als zooVole andere, zijn
i Kpodkhuia Het gebouw, dat dezo reputatie
genoot, had vroeger1 aan con, familie mot
oadijn naam toebehoord) en aan den laat-
bereiken: liet verkrijgen van de grootst mo-
g-lijke maatschappelijke welvaart.
Gesteld nu eens, dat men op deugdelijke
gronden kon aanlnonen, dat door het verbie
den van alle handelsverkeer tusschen de
verschillende staten de welvaart van de be
woners van die staten afzonderlijk en dus
ook gezamenlijk het best bevorderd werd,
dan zou dus de vrije ruiling, het vrije han
delsverkeer niet in het belang zijn van de
menschheid en elke vrijhandelaardie te
goeder trouw was, zou dit stelsel van afslui
ting moeten goedkeuren en zelfs toejuichen,
al mocht het hem spijten, dat de weg tot
het bereiken van dit doel niet de weg wa«,
dien hij het liefst had ingeslagen.
Het ideaal, dat ieder vrij handelaar of pro
tectionist nastreeft, althans behoort na te
streven, is, dat ieder mensch zooveel mogelijk
in z(ju stoffelijken behoeften kan voorzien,
zich dus zooveel mogelijk kan verschaffen,
wat nuttig en noodig is. Maar om bij
ons voorbeeld van daar straks te blijven
bij dat gemis van alle ruil vet keer (handel)
zou dus ieder land zelf moeten voortbrengen,
wat zijn volk nooriig heeft.
Ons land zou dus bijv. thee moeten pro-
duceeren. Welnu 't zou kunnen maar
enorme sommen kosten.
Daarentegen worden er bij ons voorwer
pen vervaardigd, die in het land van de thee
schatten aan productie zouden kosten.
Doch wat is nu het voordeeligst en bevor
dert de productie?
Natuurlijk dat de producten daar worden
voortgebracht, waar ze het gemakkelijkst
voort te brengen zijn, waar de natuur den
monsch de meest behulpzame hand biedt bij
de productie. Waarutt dus volgt, dal de vrjje
ruiling tusschen ons land en de landen der
heete luchtstreek de productie van beide
landen zou bevorderen en c!e bewoners van
beide landen in staat zou stellen te genieten
van elkanders arbeid op de goedkoopste wijze.
De vrije voortbrenging (door geen indirecte
belasting bemoeilijkt) en hel vrije ruilveiiseer
(door geen hooge invoerrechten belemmerd)
zoude dus op handelsgebied de voorwaaiJe
zijn, waaronder de welvaart van de mensch
heid lot haar grootst mog'dijke ontwikkeling
kan komen.
Dat is de grondgedachte van den vrijen
handel tusschen alle stoten onderling, dus
van den Internationalen Vrijhandil.
Dat de iaternutioriale vrijhandelspolitiek
wen sc hel ij is is, zeggen ook zij, die van
vrjjhandelaai- vooistnnder van beschermende
echten zjjn geworden, maar zij voegen er
aan toezoolang deze er niet is, moeten
bescheimende rechten onze volkswelvaart
verzekeren.
De eerste vraag, die we ons moeten stellen,
is dus: is internationale vtijhnndel moge-
1 ij k, is het denkbaar, dat alle landen den
vrijhandel toepassen
Indien het antwoord op deze vraag ont
kennend moest luiden, de kwestie van den
vrijhandel zou reeds intig van de baan zijn
want wat geeft een schoone theorie, die
geen pvaktjjk kan wordenwat geeft een
stelsel dat onuitvoerbaar is geen ernstig
staathuishoudkundige zou zulle een stelsel
willen veidedigen of aanhangen. Het onover
komelijk bezwaar, dat de proteetionisten
in den vrijhandel zien, bestaat volgens hen
hierin, dat het mogelijk is, dat enkele
staten door de toepassing er van in minder
gunstige conditie zullen komen, en dat die
staten niet bereid zullen bevonden worden
om hun eigen weivaart te verminderen ten
bate der menschheid.
Er wordt dus beweerd, dat een rijk
minder maatschappelijk inkomen zou krygen
door afschaffing der invoerrechten.
Maar dat meerdere inkomen is fictief, het
bestaat in werkelijkheid niet; door de be
scherming zijn wel de productieprijzen ver
hoogd, de productie zelf niet. Het volk betaalt
dus zelve zijn meerder inkomen.
Eu dat geheele volk betaalt die teR voordeele
van enkele door de invoerrechten bescherm
den.
Want dat is juist de grief, die zooveieu
tegen invoel rechten hebben, dat ze zjjn een
belasting geheven van :t, geheele volk, ten
voordeele van enkelen.
En het zijn nog niet juist de zwakkere,
die daarvan het meest profiteeren.
Graanrechten komen meer ten voordeele
van de groot-grondbezitters dan van de pach
ters; bescherming van cenig nijverheidspro-
ducl meer ten voordeele van de groote in-
dustrieelen, dan van de kleine fabrikanten
en van do nog kleinere hfindwetkdieden.
Waarom zou anders indertijd de vergadering
van schoenmakers te Rotterdam geproterie-nd
hebben tegen een invoerrecht op leer.
Echter, eeu t'ydelijke bescherming, om
een in verval gekomen nijverheid er weer
bovenop te brengen een kwijnende land
bouw weer te doen bloeien, een nieuwe
industrie in haar eeisto rnoeielijke jaren te
steunen
Velen, anders geen om oor v aardelijke voor
standers van bescherming, hebben - door
geschiedkundige Ic'iten en redeneeringen laten
eaaagsoa «gaaaaaags tBaTOac«asstasaggn in ^BSsaaamaeasBsn
sten vertegenwoordiger knoopten zioh
eenig© onverkwikkclïjtlto geschiedenissen
vast, waarin, o schrikbeeld, een vermoord,
meisje een rol speelde en liet was vaart
sehrjtnlijk aan dctze legende, dat do woning
den naam dankte. Na don dood van den
laatste» erfgenaam was het in andere han
den overgegaan, maar liet veih.aal deed de
rondo, dal de> nieuw© bezitters, na voor een
engelen nacht hot huis te hebben betrok
ken, iti overijlde vlucht waren heengegaan,
de gansche bezitting met liaar geheele meu-
bilccring aan den verlatenheid prijs ge
vend.
Een beschrijving loven-end© van de plaats,
waarbij' hij zooveel mogelijk haar slechten
naam trachtte te verborgen, vertelde do
goede Bonifacius mij, dab ik er den nacht
wel zen hunnen doorbrengien de sleutels
waren toch in zijn bezit. Er was een ruim©
voorkamer op de eerste! verdieping en hij
zou een knecht zonden om vuur aan te
leggen.
Dat was precies, wat ik moest hebben.
Don nacht alleen doorbrengen in con spook
huis was ccn soort, van welkom avontuur,
zeldzaam genoeg voor dia dagen en net
•koren op mijd molen, d'aar ik vooral niet
zonder romantisch© neigingen was. Wat
mijn gtcloof in spoken betreft, ik lachte har
telijk om zulk soort, wezens en alle andere
boven natuurl ij|ke etcetera.'s.
D'us trok ik welgemoed naar mijjn nieuwe
behuizing. Deze stond op een kleinen heu
vel buiten liet dorp, de still© schrik van alle
kleine) en groot© kinderen uit don omtrek.
Ik kon, toen ik opkeek naai' 'lwb verlaten
huis, niet nalaten te denkon, dat, als ooit
dö geesten der afgestorvenen weer op het
to'onc'eil dezer werdd 'mochten. Verschijnen,,
zd bezwaarlijk een geschikter woning zou
den kunnen vinden. Het huis was breed' cn
ruim, in Elisabeth-stij'l opgetrokken, en er
waren talloozo bijlgebouwen, allo meer cf
minder in verval geraakt. Het gewone bijr
geloof, dat een of ander onzichtbare macht
mensdh olijke tusschcnkohist om d© bezit
ting van den ondergang te redden, verhin
derde) kwam bij! snij1 op. Dto inrichting van
heb huis trof mij meer dan de buitenzijde,
en de ruimö Ytevtrcfoken vervulden. mij met
een gevoel van somberheid cn verlatenheid.
COURANT
-6 regels fl, 0.92iedere regel
Groote letters naar de plaats die zij
Prys der Advertentiën: Van 1
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel,
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden,
van zjjn gratis aan het Bureau te bekomen.
Tarieven bier-
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde "lileine advertentiSn opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
latere. Telefoon So. 133.
verlokken tot het goedkeuren dezer bescher
ming.
Hun werd voorgehouden, hoe Colhert, mi
nister an Frankrijk, er door bescherming de
zijde- en andere industrie bovenop bracht,
maar zij denken er niet asm, iioe hg er den
landbouw door drukte en dezen deed kwijnen.
Zij meenen, dat ook onze slaat in dezen
tijd landbouw en industrie door invoerrechten
moet heipen en beschermen. Hun steik.-te
motief is: ook wjj moeten onze vrijhandels
politiek laten varen, want wij gaan er mee te
gronde, nu al onze buren zware invoerrechten
gaan heffen.
Voetstoots aan te nemen, dat, wanneer
het eene land invoerrechten heft, het andere
land goed doet bij zijn stelsel van viijen
invoer te volharden, zou al even dwaas zijn,
als vast te stellen wanneer het eene land
rechten iieft, moet het andere land dat voor
beeld volgen.
Maar indien wij andere landen in dat voor
beeld moeten volgen, dan zullen de twee
volgende vragen eerst bevestigend moeten
kunnen beantwoord worden.
do. Heeft de nijverheid in an
dere landen hulp gevonden bij
invoer ree ii ten?
2o. Heeft onzen ij verheid door
de bese hermen de rechten van
andere landen geleden en moe
ten we, om dit verlies te her
stelion, invoerrechten gaan
heffen?
Voor de beantwoording der eerste vraag,
gaan we in de eerste plaats om inlichtingen
bij het m-'est protectionistische Frankiijk,
sedeit 1881 het iand van bescherming bij
uitnemendheid.
Een van Frankrijks eerste ministers, de
Freycinel, heeft gezegd: »dat de wetenschap
ons leert, dat de absolute vrijheid van ruiling
de meest gunstige voorwaarde is vour de
algemeene economie der voortbrenging, doch
dat liet de staatkunde is, die vermaant om
verkregen toestanden te ontzien en d"
nationale onafhankelijkheid Ie hecc!ie> men
en dat liet niet onverschillig is, voor welk
iand ook, takken van nijverheid te gronde
te zien gaan, die op het oogynblik, hat men
ze noodig zou hebben, ontbieken zonnen."
En wat hebben de beschei mende reeh'eu
Frankiijk nu gebiacht?
'Hoi, verslag van de Maatschappij van
Nijverheid" te Founders zegt
..D.e hooge belastingen, die onze industrie
heeft to betalen, voornamelijk, door do duur-
yia«Twnaac»rmMMjiRMJMiarcw^!irff^<iWwwiBg|gTnaagg?BTari3fiiyjga
Hot vuur echter dat er was aangelegd!, gaf
do kamer die ik had betrokken een vroo-
lijh aanzien en toen hol lichtgcflikkor langs
do oud© gordijnen en stoffige schilderijen
danst© c-n weerkaatste iu do spiegels met
rijke lijhten dio achter glazen ronding eiken
hoek van het vertrek verborgen, begonnen
mijn gevoelens van angst to verdwijnen en
vond i'k do situatie boa langer hoe aantrek
kelijker. Als er int-usschon bewijzen noodig
waieu gewSist voor do kwade reuk, waarin
de plaats stond, leverde do knecht, dio mij
bcdicnd'ci en zijlu hniverachtigiheid niet
trachtte te verbergen, voldoende materiaal.
Met wolk een liaust en gevoel van blijkbare
verlichting, blies hij den aftocht, zoodra ik
hom zijn congé had gegeven 1
Toon ik alleen was gelaten, was mijn
eerste daad eiken hoek t© onderzoeken, do
wandtapijten op te lichten, in cn onder
het bed te zien, langs het karpet te voelen,
of op den vloer ook een vaktouv verborgen
was en de sluiting der vreemd© vensters na
te gaan, waardoor ik dc1 verlicht© vensters
van Snodfiield door de* hoornen zag glanzen.
Toon ik mij op die manier had overtuigd
dat ik alleon in d© kamer was, on dat nie
mand buiten mij door do deur kon binnen
komen, trok ik een armstoel bij het vuur,
gooido mijn jas ert vest uit, stak mijn pijp
aan, nam oen „Figaro" ter hand, die ik uit
Rochester bad meegebracht, cn drukte mij
met zekeren wellust in dc kussens, met mijn
voeten voor 'het vuur uitgespreid, om mij
oen halfuurtje!tl ïndjn feuilleton te verdie
pen.
Zoo was ik ccuigen tijd in mijn verhaal
verdiept, geweest, cn langzamerhand was de
'gedachte aan d© slechte reputatie van het
huis, dat mij herberg verleend, geheel' op
den achtergrond gedrongen, toon ik plotse
ling een soort Van schavend'geluid vernam,
dat denken deed aan het ronddraaien van
een sleutel in een oud slot, Ik hield op inet
mijn lectuur, legde het blad neer en luister
de aandachtig. Maar liet geluid liet zieli niet
meer hooren.
„Er zal zeker het ceil of ander verdwaal
de schaap in ecu 'bijgebouw zijn verzeild,"
zcide ik tot mezelf, cn, na nog een poosje
mot alle aandacht t© hebben geluisterd,
boog i'k me voorover en gaf een krachtige
te vau 't levensonderhoud voor do werklie
den ten gevolge van dto b os cth. er
in e nd a r och t Q n op dvoedings-
m i d d o 1 c n, veroorzaken, dut -do kostend©
pi-ij's van onze' producten wezenlijk honger
is clan die van onze Belgis-che en Duitsohe
concurrenten."
In de consulaire verslagen lezen we):
„De landbouwers ga-aji door te klagen, in
weerwil van de hooge invoerrechten, waar
mede de producten Worden getroffen. "Voor
do iudustrieelon wordt do uitvoer moeilijk)
terwijl do 'binnenlandschc markt met hun
producten ovoi-stroomd wordt. D'ö landbou
wers en bidustricelen richten zich. beurle'-
lings tot den Staat, dio niet bijl ma-ölite is
hen to voldoen, cn vragen lietziji nieuwe pre-
miën, 't zijl nieuw'ö rechten, 't zijl zelfs mo
nopolies."
D'o heer Aimard, voorattor van dc kaanex'
van koophandel to Lyon, zei reeds in een
verslag van 20 Oct. 1894
„Do landbouwers bcsdhermd met 40
invoerrechten op granen on 25 op wijnen,
klagen over den overvloed en den verko-op
•beneden d'o Waardo."
Van ccn ander lezen We:
„Ouzo Voornaamste takken van nijlvei--
beid' bevinden zicli all© in een zorgwdk'ken-
den toestand, Dc Lyonsche zijde-industri©
bevindt zich. in staat van kwijning, de wol-
inclustrie hoeft nog meer geleden; vol© fa
brieken werken met verlies,"
In een toespraak tot den prefect in Juni
1896 sprak de burgemeester van Marseille
van „d e j a m -moren i u o n ze s t ad!
door 't protectionistisch stol
sel teweeggebracht".
„Het is niet onverschillig voor een land,
takken van nijverheid to grimde to zien
gaan," zei do Frcycineb, on. hij1 zei bet te
recht.
Maar kan bescherming zoo'n tak van nij
verheid lodden
D© aardappelxneelindus-trie, die in Frank
rijk ondanks de hooge invoerredhten slecht»
©en kwijnend bestaan veert, heeft het bij
ons van een uitvoer van f 1.570,000 in 1871
tot f 10.132,000 in 1896 gebracht cn toch
heffen allo landen hoog© invoerrechten.
'Maar Duitschland dan DbitseMand
met zijn minder kx-a-ebtigo bescherming en
zijn bloeiende» toestand?
Staan deze twee: ïnatigo bescherming en
por met Ac pook aan het vuur, zooclat d©
vonken in duizendtallen den ouden schoor
steen injoegen en toen nam ik mijn gemak-
kclijlke houding weer aan.
Maar nauwelijks had ik mij opnieuw ver
diept in de courant, toen een duidelijk hoor
baar geluid van een deur, die in hét slot
werd geworpen, mijn oor trof, gevolgd door
het klinken van voetstappen. Dezen keer
kon ik mij niet vergissen buiten mij was cr
nog iemand in hot huis! Haastig rees ik op,
rolde mijn leunstocil terug in eeu hoek der
kamer, -cn liep haastig naar de 'deur. Ter
wijl ik dat deed, kwamen mij plotseling de
aanduidingen vau don waard cn de gejaagd
heid van den knecht in de gedachten cn een
oogenblik voelde ik een intens onaangename
gewaarwording. Gelukkig echter redde het
beetje philosophic, dat ik cr op nahield, mij
uit dcu nood. Ik bedacht, dat het onmoge
lijk een geest zou kunnen zijn; dat, zoo liet
een man was. ik zeikcr in staat zou zijn, om,
als het tot het uiterst© niooht kompa, een
flinke» tegenstand te bieden, ©n dat, zoo
bet een vrouw was, ik nog minder vrees zou
behoeven te koesteren.
Toen ik zoodoend© mijn oude kalmte had
herkregen, nam ik mijn wandelstok, dio
door een gelukkig toeval niet in do vestibule
was blijven staan, draaide dei» sleutel cm
en ging met groote stappen het duister in.
Ik kon totaal niets onderscheiden, maar ik
vond het raadzamer geen licht mee te ne
men, daar dat alvast mijn aanwezigheid aan
den indringer zou verraden.
Tastend© zocht ik dus voorzichtig miju
weg in het donker, ik ging langzaam voor
uit, totdat eindelijk mijn handen de stevige
balustrade rondom don brccden trap, die
vau d'en kelder naar dcu zolder Voerde,
omsloten en toen zag ik neer in een onheil
spellende diept© beneden.
Duisternis daar alom
'Maar nog steeds hoorde ik die voetstap
pen. naair 't mij voorkwam, in den corridor
en ik riep luid: „Wie is daar?" Even goed
had ik in een bodcmlooze put 'kunnen roe
pen van c&nig antwoord geen spoor. „Wie
is daar?" riep ik opnieuw, maar weer stierf
miju stern onbeantwoord wc'g ondei" echo's
zich voortplantend in d'en duisteren koepel
boven mijn hoofd. 'De voetstappen echter
klonken door, nu eens licht en trippelend
als die van ccn jong meisje, daxi zwaar en
onregelmatig als die van een opgewonden
man. Dit was te veel voor mij' en ik besloot,
er mocht da-li van komen wat er van wilde,
het geheim zonder dralen te gaan oplossen.
Mijn stok dus bijl zijn ondereind' in mijn
rechterhand houdende) cn met- de aitd'er
zorgvuldig langs de leuning voortglijdende,
ging ik de trappen af ©n ik liad juist het
eerste platje bereikt, toen ik bij het neer-
kijlken in het ouderhuis, een tooncel gewaar
werd, dat mijj van schrik deed' verstijven,
zoodat mijn 'knieën hun dienst weigerden,
D'aar uit do duisternis, iu do groote ruim
te) zag ik een vrouwengelaat ©plichten, zon
der meer, iu schrikwekkende duidelijkheid.
Krampachtig do trapleuning vastgrijpen
de, staarde ik met -onbewegelijke blikken
naar deze mij onbegrijpelijk© verschijning.
Wat kon dat beduiden? Had zo geen li
chaam. "Wikl bruisten verschillende verkla
ringen door mijn. brein, maar een bevredi
gend© was or niet onder. Ik zag slechts, dat
het gelaat, hetwelk anet zoo vreemd' lielit
glansde, schoon was als dab van een der
moest aanminnige docliteren Eva's, een ge
laat, waarvoor ofschoon het koud was ais
dat van Medusa een m'an in staat zoai
zijn, leven, eer ja alles op liet spel te zetten,
zóó volmaakt was liet in zijn schoonheid
maar plotseling woorldonk oen afgrijselijke
gil, en het phenoraecn verdween in d© duis
ternis, terwijl eon geluid als van den donder
het 'gebouw op zijn grondsesten deed schud
den en duizend©» veelkleurige vuurbollen
mij voor de oogen dansten. Ik hijgde naar
adom, en viel ten slotte achterover in wel
dadige bewusteloosheid.
Toen ik miju oo'gcn weer epen deed, vroeg
ik me verbaasd af, vaar ik was. D© gordij
nen van mijn bed waren.opengetrokken; de
kamer kwam imc vreemd en tegelijkertijd'
bekend voor. Togonovor mijl aan den wand
hing het portret van een deftige, oud© damo
met wit plooisel cn fijpe kanten niauehotten
op oen smaakvol kleed van zwart fluweel.
In de hoeken waren .groote Florentrjnscthö
spiegels aangebracht.. Maar alles was zoo
vaag en onzeker van lijnen, vaag, als het
schijnsel, dat het. vuur verspreidde, en dat
op wonderlijke vijte in twc'e helften ver»