Zondag 8 Maart 1904. 57"" laargang. No. 11409. Tweede Blad Over vrijhandel en protectie. Het Spookhuis. SCHIEDAMSC Deze courant verschijnt dage 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaar dingen fl. 1.25. Franco per post il. 1.65, Prys per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau t lloterslraat 09. Overmits do toestand van 's Rijks schatkist niet voldoende is om do (deze) geestelijke en stoffelijke sociale her vormingen tot stand te brengen, wordt versterking van 's Rijks inkomsten ver- cischt, waardoor allereerst herziening van bet tarief van invoerrechten in aanmerking komt. Troonrede, September 1901. Vooral sedert in de bewuste troonrede van 1901 deze wooiden tot het Nedertandsehe volk werden ge-proken, is de oude kwestie ^vrijhandel of protectie" weer opnieuw aan de orde gesteld en worden protectie ïter bescherming vau nationale nijverheid", ol enkel een fi-eanl tarief »ter versterking van 's Rijksmiddelen" tpgon vrijhandel uitgespeeld. Gerust kan men echter zeggen, dat ar onder de vele vraagstukken, die de huishou ding van den Staat betreffen, schier geen is, dat in de laatste 25 jaren de gemoederen meer in beweging bracht, waarvoor heftiger gesneden K dan over de vraag: Vrijen handel of protectie (bescherming). Voor ui in Duhsehland trok voor 25 jaren en vooral ook voor een paar jaar (de nieuwe tarievenwetdie strijd de algemeene aan dacht en ieder lezer is liet zeker bekend, hoe thans in Engeland, Imt principieelsle land van den vrijhandel, door Chamberlain de strijd voor de protectie is aanvaard. In Duilschland leden de vrijharidelnars de eerste groote nederlaag in 1879 met de in voering van een nieuw tarief van bescher mende strekking. Het vrijbandelsteisel, dat in ons land in 1800 een voljtomen overwinning behaalde, heeft langzamer hand ook hier zjjn gelederen zieri dunnen, vroegere voorstanders zijn thans verklaarde pro!ectioimten geworden, anderen hellen er toe over, en met de door dit ministerie aangeboden tarievenwot dreigt de protectie ook in- ons land zijn intrede te doen, om ook hier, wie weet hoe lang, te heerselwn. Zal het ons voor- ot nadeel aanbrengen. V r ij handel en bescherming zijn beide middelenwaarvoor men langs ver schillende wegen éénzelfde doel tracht te liet was in den herfst- van 1887, dab ik een wandoUooht door Kent ondernam. liet reisje liep prachtig van stapel. Het weer was zoo mooi als alleen oen Engelseho herfst dat kan geven, en eiken dag ontdekte ik nieuwe heerlijkheden op het gebied, van natuur-- of architectuursehoon, of kreeg ik weer een anderen kijk op de wonderlijke' bewoners van do primitieve plaatsjes, waar ik doortrok. Ik hacl mijn reis een dag vorder uitge strekt dan het oorspronkelijk plan was. 's Morgens van Rochester vertrekkende, on den slingerweg door .Stroud on Cuxton vol geilde, die telkens op den hoofdweg terug- voordo, gebeurde hot, dab ik, op een. der gelijk uitvlucihtje plotseling door do duis ternis werd •overvallen, terwijl ik nog een aanzienlijken afstand van Tollbridge) waar ik den nacht wilde doorbrengen, verwijderd vu. Daar ik «iet al to ver af was van oen dorpje d'at zich, mocht verheugen in den muzikalöii naam van Snodfiokl, wondde ik mijn schreden daarheen, denkende, dat het boter zou zijn zonder uitstel daar te blij ven en «en flink souper te nemen, dan don maannacht, to gebruiken voor mijn tocht haai- Tonbridgo. In de herberg wachtte mij ten teleurstellingeon groot® criket-malch had, voel omwonenden er bijeengebracht. Al wat ik 'krijigen kon was eon soupea* ecu bed ongelukkig niet. D'us had1 ifc do keus, of mij uit te strekken op een ruig haardkleed, of den nadhinetvel to trotseemi ma m do naast® plaats gastvrijheid! to zoo- kon. Geen van beads alternatieven za.g er «rg aanlokkelijk uit. Maar liever dan op don grond! to liggen, besdbob ik woor op wog te gaan, in -weerwil van de nadhtolijiko kou, tton. de waard, eon vriendelijk man met ®en oog, (dat echter bijtenden* op zijn qui vive was) dio mijl ongaarne zag verblikken ten luminous idbö ika-eeg. Het dorp had1, als zooVole andere, zijn i Kpodkhuia Het gebouw, dat dezo reputatie genoot, had vroeger1 aan con, familie mot oadijn naam toebehoord) en aan den laat- bereiken: liet verkrijgen van de grootst mo- g-lijke maatschappelijke welvaart. Gesteld nu eens, dat men op deugdelijke gronden kon aanlnonen, dat door het verbie den van alle handelsverkeer tusschen de verschillende staten de welvaart van de be woners van die staten afzonderlijk en dus ook gezamenlijk het best bevorderd werd, dan zou dus de vrije ruiling, het vrije han delsverkeer niet in het belang zijn van de menschheid en elke vrijhandelaardie te goeder trouw was, zou dit stelsel van afslui ting moeten goedkeuren en zelfs toejuichen, al mocht het hem spijten, dat de weg tot het bereiken van dit doel niet de weg wa«, dien hij het liefst had ingeslagen. Het ideaal, dat ieder vrij handelaar of pro tectionist nastreeft, althans behoort na te streven, is, dat ieder mensch zooveel mogelijk in z(ju stoffelijken behoeften kan voorzien, zich dus zooveel mogelijk kan verschaffen, wat nuttig en noodig is. Maar om bij ons voorbeeld van daar straks te blijven bij dat gemis van alle ruil vet keer (handel) zou dus ieder land zelf moeten voortbrengen, wat zijn volk nooriig heeft. Ons land zou dus bijv. thee moeten pro- duceeren. Welnu 't zou kunnen maar enorme sommen kosten. Daarentegen worden er bij ons voorwer pen vervaardigd, die in het land van de thee schatten aan productie zouden kosten. Doch wat is nu het voordeeligst en bevor dert de productie? Natuurlijk dat de producten daar worden voortgebracht, waar ze het gemakkelijkst voort te brengen zijn, waar de natuur den monsch de meest behulpzame hand biedt bij de productie. Waarutt dus volgt, dal de vrjje ruiling tusschen ons land en de landen der heete luchtstreek de productie van beide landen zou bevorderen en c!e bewoners van beide landen in staat zou stellen te genieten van elkanders arbeid op de goedkoopste wijze. De vrije voortbrenging (door geen indirecte belasting bemoeilijkt) en hel vrije ruilveiiseer (door geen hooge invoerrechten belemmerd) zoude dus op handelsgebied de voorwaaiJe zijn, waaronder de welvaart van de mensch heid lot haar grootst mog'dijke ontwikkeling kan komen. Dat is de grondgedachte van den vrijen handel tusschen alle stoten onderling, dus van den Internationalen Vrijhandil. Dat de iaternutioriale vrijhandelspolitiek wen sc hel ij is is, zeggen ook zij, die van vrjjhandelaai- vooistnnder van beschermende echten zjjn geworden, maar zij voegen er aan toezoolang deze er niet is, moeten bescheimende rechten onze volkswelvaart verzekeren. De eerste vraag, die we ons moeten stellen, is dus: is internationale vtijhnndel moge- 1 ij k, is het denkbaar, dat alle landen den vrijhandel toepassen Indien het antwoord op deze vraag ont kennend moest luiden, de kwestie van den vrijhandel zou reeds intig van de baan zijn want wat geeft een schoone theorie, die geen pvaktjjk kan wordenwat geeft een stelsel dat onuitvoerbaar is geen ernstig staathuishoudkundige zou zulle een stelsel willen veidedigen of aanhangen. Het onover komelijk bezwaar, dat de proteetionisten in den vrijhandel zien, bestaat volgens hen hierin, dat het mogelijk is, dat enkele staten door de toepassing er van in minder gunstige conditie zullen komen, en dat die staten niet bereid zullen bevonden worden om hun eigen weivaart te verminderen ten bate der menschheid. Er wordt dus beweerd, dat een rijk minder maatschappelijk inkomen zou krygen door afschaffing der invoerrechten. Maar dat meerdere inkomen is fictief, het bestaat in werkelijkheid niet; door de be scherming zijn wel de productieprijzen ver hoogd, de productie zelf niet. Het volk betaalt dus zelve zijn meerder inkomen. Eu dat geheele volk betaalt die teR voordeele van enkele door de invoerrechten bescherm den. Want dat is juist de grief, die zooveieu tegen invoel rechten hebben, dat ze zjjn een belasting geheven van :t, geheele volk, ten voordeele van enkelen. En het zijn nog niet juist de zwakkere, die daarvan het meest profiteeren. Graanrechten komen meer ten voordeele van de groot-grondbezitters dan van de pach ters; bescherming van cenig nijverheidspro- ducl meer ten voordeele van de groote in- dustrieelen, dan van de kleine fabrikanten en van do nog kleinere hfindwetkdieden. Waarom zou anders indertijd de vergadering van schoenmakers te Rotterdam geproterie-nd hebben tegen een invoerrecht op leer. Echter, eeu t'ydelijke bescherming, om een in verval gekomen nijverheid er weer bovenop te brengen een kwijnende land bouw weer te doen bloeien, een nieuwe industrie in haar eeisto rnoeielijke jaren te steunen Velen, anders geen om oor v aardelijke voor standers van bescherming, hebben - door geschiedkundige Ic'iten en redeneeringen laten eaaagsoa «gaaaaaags tBaTOac«asstasaggn in ^BSsaaamaeasBsn sten vertegenwoordiger knoopten zioh eenig© onverkwikkclïjtlto geschiedenissen vast, waarin, o schrikbeeld, een vermoord, meisje een rol speelde en liet was vaart sehrjtnlijk aan dctze legende, dat do woning den naam dankte. Na don dood van den laatste» erfgenaam was het in andere han den overgegaan, maar liet veih.aal deed de rondo, dal de> nieuw© bezitters, na voor een engelen nacht hot huis te hebben betrok ken, iti overijlde vlucht waren heengegaan, de gansche bezitting met liaar geheele meu- bilccring aan den verlatenheid prijs ge vend. Een beschrijving loven-end© van de plaats, waarbij' hij zooveel mogelijk haar slechten naam trachtte te verborgen, vertelde do goede Bonifacius mij, dab ik er den nacht wel zen hunnen doorbrengien de sleutels waren toch in zijn bezit. Er was een ruim© voorkamer op de eerste! verdieping en hij zou een knecht zonden om vuur aan te leggen. Dat was precies, wat ik moest hebben. Don nacht alleen doorbrengen in con spook huis was ccn soort, van welkom avontuur, zeldzaam genoeg voor dia dagen en net •koren op mijd molen, d'aar ik vooral niet zonder romantisch© neigingen was. Wat mijn gtcloof in spoken betreft, ik lachte har telijk om zulk soort, wezens en alle andere boven natuurl ij|ke etcetera.'s. D'us trok ik welgemoed naar mijjn nieuwe behuizing. Deze stond op een kleinen heu vel buiten liet dorp, de still© schrik van alle kleine) en groot© kinderen uit don omtrek. Ik kon, toen ik opkeek naai' 'lwb verlaten huis, niet nalaten te denkon, dat, als ooit dö geesten der afgestorvenen weer op het to'onc'eil dezer werdd 'mochten. Verschijnen,, zd bezwaarlijk een geschikter woning zou den kunnen vinden. Het huis was breed' cn ruim, in Elisabeth-stij'l opgetrokken, en er waren talloozo bijlgebouwen, allo meer cf minder in verval geraakt. Het gewone bijr geloof, dat een of ander onzichtbare macht mensdh olijke tusschcnkohist om d© bezit ting van den ondergang te redden, verhin derde) kwam bij! snij1 op. Dto inrichting van heb huis trof mij meer dan de buitenzijde, en de ruimö Ytevtrcfoken vervulden. mij met een gevoel van somberheid cn verlatenheid. COURANT -6 regels fl, 0.92iedere regel Groote letters naar de plaats die zij Prys der Advertentiën: Van 1 meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel, innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden, van zjjn gratis aan het Bureau te bekomen. Tarieven bier- In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde "lileine advertentiSn opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. latere. Telefoon So. 133. verlokken tot het goedkeuren dezer bescher ming. Hun werd voorgehouden, hoe Colhert, mi nister an Frankrijk, er door bescherming de zijde- en andere industrie bovenop bracht, maar zij denken er niet asm, iioe hg er den landbouw door drukte en dezen deed kwijnen. Zij meenen, dat ook onze slaat in dezen tijd landbouw en industrie door invoerrechten moet heipen en beschermen. Hun steik.-te motief is: ook wjj moeten onze vrijhandels politiek laten varen, want wij gaan er mee te gronde, nu al onze buren zware invoerrechten gaan heffen. Voetstoots aan te nemen, dat, wanneer het eene land invoerrechten heft, het andere land goed doet bij zijn stelsel van viijen invoer te volharden, zou al even dwaas zijn, als vast te stellen wanneer het eene land rechten iieft, moet het andere land dat voor beeld volgen. Maar indien wij andere landen in dat voor beeld moeten volgen, dan zullen de twee volgende vragen eerst bevestigend moeten kunnen beantwoord worden. do. Heeft de nijverheid in an dere landen hulp gevonden bij invoer ree ii ten? 2o. Heeft onzen ij verheid door de bese hermen de rechten van andere landen geleden en moe ten we, om dit verlies te her stelion, invoerrechten gaan heffen? Voor de beantwoording der eerste vraag, gaan we in de eerste plaats om inlichtingen bij het m-'est protectionistische Frankiijk, sedeit 1881 het iand van bescherming bij uitnemendheid. Een van Frankrijks eerste ministers, de Freycinel, heeft gezegd: »dat de wetenschap ons leert, dat de absolute vrijheid van ruiling de meest gunstige voorwaarde is vour de algemeene economie der voortbrenging, doch dat liet de staatkunde is, die vermaant om verkregen toestanden te ontzien en d" nationale onafhankelijkheid Ie hecc!ie> men en dat liet niet onverschillig is, voor welk iand ook, takken van nijverheid te gronde te zien gaan, die op het oogynblik, hat men ze noodig zou hebben, ontbieken zonnen." En wat hebben de beschei mende reeh'eu Frankiijk nu gebiacht? 'Hoi, verslag van de Maatschappij van Nijverheid" te Founders zegt ..D.e hooge belastingen, die onze industrie heeft to betalen, voornamelijk, door do duur- yia«Twnaac»rmMMjiRMJMiarcw^!irff^<iWwwiBg|gTnaagg?BTari3fiiyjga Hot vuur echter dat er was aangelegd!, gaf do kamer die ik had betrokken een vroo- lijh aanzien en toen hol lichtgcflikkor langs do oud© gordijnen en stoffige schilderijen danst© c-n weerkaatste iu do spiegels met rijke lijhten dio achter glazen ronding eiken hoek van het vertrek verborgen, begonnen mijn gevoelens van angst to verdwijnen en vond i'k do situatie boa langer hoe aantrek kelijker. Als er int-usschon bewijzen noodig waieu gewSist voor do kwade reuk, waarin de plaats stond, leverde do knecht, dio mij bcdicnd'ci en zijlu hniverachtigiheid niet trachtte te verbergen, voldoende materiaal. Met wolk een liaust en gevoel van blijkbare verlichting, blies hij den aftocht, zoodra ik hom zijn congé had gegeven 1 Toon ik alleen was gelaten, was mijn eerste daad eiken hoek t© onderzoeken, do wandtapijten op te lichten, in cn onder het bed te zien, langs het karpet te voelen, of op den vloer ook een vaktouv verborgen was en de sluiting der vreemd© vensters na te gaan, waardoor ik dc1 verlicht© vensters van Snodfiield door de* hoornen zag glanzen. Toon ik mij op die manier had overtuigd dat ik alleon in d© kamer was, on dat nie mand buiten mij door do deur kon binnen komen, trok ik een armstoel bij het vuur, gooido mijn jas ert vest uit, stak mijn pijp aan, nam oen „Figaro" ter hand, die ik uit Rochester bad meegebracht, cn drukte mij met zekeren wellust in dc kussens, met mijn voeten voor 'het vuur uitgespreid, om mij oen halfuurtje!tl ïndjn feuilleton te verdie pen. Zoo was ik ccuigen tijd in mijn verhaal verdiept, geweest, cn langzamerhand was de 'gedachte aan d© slechte reputatie van het huis, dat mij herberg verleend, geheel' op den achtergrond gedrongen, toon ik plotse ling een soort Van schavend'geluid vernam, dat denken deed aan het ronddraaien van een sleutel in een oud slot, Ik hield op inet mijn lectuur, legde het blad neer en luister de aandachtig. Maar liet geluid liet zieli niet meer hooren. „Er zal zeker het ceil of ander verdwaal de schaap in ecu 'bijgebouw zijn verzeild," zcide ik tot mezelf, cn, na nog een poosje mot alle aandacht t© hebben geluisterd, boog i'k me voorover en gaf een krachtige te vau 't levensonderhoud voor do werklie den ten gevolge van dto b os cth. er in e nd a r och t Q n op dvoedings- m i d d o 1 c n, veroorzaken, dut -do kostend© pi-ij's van onze' producten wezenlijk honger is clan die van onze Belgis-che en Duitsohe concurrenten." In de consulaire verslagen lezen we): „De landbouwers ga-aji door te klagen, in weerwil van de hooge invoerrechten, waar mede de producten Worden getroffen. "Voor do iudustrieelon wordt do uitvoer moeilijk) terwijl do 'binnenlandschc markt met hun producten ovoi-stroomd wordt. D'ö landbou wers en bidustricelen richten zich. beurle'- lings tot den Staat, dio niet bijl ma-ölite is hen to voldoen, cn vragen lietziji nieuwe pre- miën, 't zijl nieuw'ö rechten, 't zijl zelfs mo nopolies." D'o heer Aimard, voorattor van dc kaanex' van koophandel to Lyon, zei reeds in een verslag van 20 Oct. 1894 „Do landbouwers bcsdhermd met 40 invoerrechten op granen on 25 op wijnen, klagen over den overvloed en den verko-op •beneden d'o Waardo." Van ccn ander lezen We: „Ouzo Voornaamste takken van nijlvei-- beid' bevinden zicli all© in een zorgwdk'ken- den toestand, Dc Lyonsche zijde-industri© bevindt zich. in staat van kwijning, de wol- inclustrie hoeft nog meer geleden; vol© fa brieken werken met verlies," In een toespraak tot den prefect in Juni 1896 sprak de burgemeester van Marseille van „d e j a m -moren i u o n ze s t ad! door 't protectionistisch stol sel teweeggebracht". „Het is niet onverschillig voor een land, takken van nijverheid to grimde to zien gaan," zei do Frcycineb, on. hij1 zei bet te recht. Maar kan bescherming zoo'n tak van nij verheid lodden D© aardappelxneelindus-trie, die in Frank rijk ondanks de hooge invoerredhten slecht» ©en kwijnend bestaan veert, heeft het bij ons van een uitvoer van f 1.570,000 in 1871 tot f 10.132,000 in 1896 gebracht cn toch heffen allo landen hoog© invoerrechten. 'Maar Duitschland dan DbitseMand met zijn minder kx-a-ebtigo bescherming en zijn bloeiende» toestand? Staan deze twee: ïnatigo bescherming en por met Ac pook aan het vuur, zooclat d© vonken in duizendtallen den ouden schoor steen injoegen en toen nam ik mijn gemak- kclijlke houding weer aan. Maar nauwelijks had ik mij opnieuw ver diept in de courant, toen een duidelijk hoor baar geluid van een deur, die in hét slot werd geworpen, mijn oor trof, gevolgd door het klinken van voetstappen. Dezen keer kon ik mij niet vergissen buiten mij was cr nog iemand in hot huis! Haastig rees ik op, rolde mijn leunstocil terug in eeu hoek der kamer, -cn liep haastig naar de 'deur. Ter wijl ik dat deed, kwamen mij plotseling de aanduidingen vau don waard cn de gejaagd heid van den knecht in de gedachten cn een oogenblik voelde ik een intens onaangename gewaarwording. Gelukkig echter redde het beetje philosophic, dat ik cr op nahield, mij uit dcu nood. Ik bedacht, dat het onmoge lijk een geest zou kunnen zijn; dat, zoo liet een man was. ik zeikcr in staat zou zijn, om, als het tot het uiterst© niooht kompa, een flinke» tegenstand te bieden, ©n dat, zoo bet een vrouw was, ik nog minder vrees zou behoeven te koesteren. Toen ik zoodoend© mijn oude kalmte had herkregen, nam ik mijn wandelstok, dio door een gelukkig toeval niet in do vestibule was blijven staan, draaide dei» sleutel cm en ging met groote stappen het duister in. Ik kon totaal niets onderscheiden, maar ik vond het raadzamer geen licht mee te ne men, daar dat alvast mijn aanwezigheid aan den indringer zou verraden. Tastend© zocht ik dus voorzichtig miju weg in het donker, ik ging langzaam voor uit, totdat eindelijk mijn handen de stevige balustrade rondom don brccden trap, die vau d'en kelder naar dcu zolder Voerde, omsloten en toen zag ik neer in een onheil spellende diept© beneden. Duisternis daar alom 'Maar nog steeds hoorde ik die voetstap pen. naair 't mij voorkwam, in den corridor en ik riep luid: „Wie is daar?" Even goed had ik in een bodcmlooze put 'kunnen roe pen van c&nig antwoord geen spoor. „Wie is daar?" riep ik opnieuw, maar weer stierf miju stern onbeantwoord wc'g ondei" echo's zich voortplantend in d'en duisteren koepel boven mijn hoofd. 'De voetstappen echter klonken door, nu eens licht en trippelend als die van ccn jong meisje, daxi zwaar en onregelmatig als die van een opgewonden man. Dit was te veel voor mij' en ik besloot, er mocht da-li van komen wat er van wilde, het geheim zonder dralen te gaan oplossen. Mijn stok dus bijl zijn ondereind' in mijn rechterhand houdende) cn met- de aitd'er zorgvuldig langs de leuning voortglijdende, ging ik de trappen af ©n ik liad juist het eerste platje bereikt, toen ik bij het neer- kijlken in het ouderhuis, een tooncel gewaar werd, dat mijj van schrik deed' verstijven, zoodat mijn 'knieën hun dienst weigerden, D'aar uit do duisternis, iu do groote ruim te) zag ik een vrouwengelaat ©plichten, zon der meer, iu schrikwekkende duidelijkheid. Krampachtig do trapleuning vastgrijpen de, staarde ik met -onbewegelijke blikken naar deze mij onbegrijpelijk© verschijning. Wat kon dat beduiden? Had zo geen li chaam. "Wikl bruisten verschillende verkla ringen door mijn. brein, maar een bevredi gend© was or niet onder. Ik zag slechts, dat het gelaat, hetwelk anet zoo vreemd' lielit glansde, schoon was als dab van een der moest aanminnige docliteren Eva's, een ge laat, waarvoor ofschoon het koud was ais dat van Medusa een m'an in staat zoai zijn, leven, eer ja alles op liet spel te zetten, zóó volmaakt was liet in zijn schoonheid maar plotseling woorldonk oen afgrijselijke gil, en het phenoraecn verdween in d© duis ternis, terwijl eon geluid als van den donder het 'gebouw op zijn grondsesten deed schud den en duizend©» veelkleurige vuurbollen mij voor de oogen dansten. Ik hijgde naar adom, en viel ten slotte achterover in wel dadige bewusteloosheid. Toen ik miju oo'gcn weer epen deed, vroeg ik me verbaasd af, vaar ik was. D© gordij nen van mijn bed waren.opengetrokken; de kamer kwam imc vreemd en tegelijkertijd' bekend voor. Togonovor mijl aan den wand hing het portret van een deftige, oud© damo met wit plooisel cn fijpe kanten niauehotten op oen smaakvol kleed van zwart fluweel. In de hoeken waren .groote Florentrjnscthö spiegels aangebracht.. Maar alles was zoo vaag en onzeker van lijnen, vaag, als het schijnsel, dat het. vuur verspreidde, en dat op wonderlijke vijte in twc'e helften ver»

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 5