r 58,tt Jaargang. Zondag 25 December 1904. No. 11657 Derde Blad r i COOT^i dagelli3-k^J 1061 van Zoa. FeesfcW. p^js per kwart»1: Voor Schiedam w VUardingea fl. 1.2^7^ jwf post fl. 1.65. Trijs per 'wedevoor Schiedam ea Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelij ka aangenomen. AdvertentiSn voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur ea het bureau bezorgd zijn. Bureau t Boterstraat 68. Pr^s der Advertentiën: Ven i6 regels fl. 0.92iedere "egsfl meer 45 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die sf innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven kk»- van zqn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Z a t e r d ag a nA verschijnen, worden zoogenaamde Jcfefue advert en tiSn opgenomen tot des» pj^a van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. latere. Telefoon No. 133. Kennisgeving. De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Schiedam, brengt ter kennis, dat op Maandag den 2Gsten December a.s., tweeden Kerstdag, des middags van 12 tot 12i/2 ure aan het Bureau van den Bur gerlijken Stand ten Stadhuize, gelegenheid zahworden gegeven tot het doen van aan giften van geboorten en overlijden. Schiedam, den 24sten December 1904. De Ambtenaar voornoemd, M. L. HOjMERL'AGE GRETE. Kennisgeving. Drankwet. Burgemeester en Wethouders van Schie dam, brengen, ingevolge art. 12, le lid der Drankwet, ter openbare kennis, dat bij hen zijn ingekomen de navolgende verzoeken om verlof tot den verkoop, respectievelijk voortzetting van den verkoop van alcohol houdenden drank, andoren dan sterken drank, of uitsluitend alcoholvrijen drank: 1°. van A. Meijer, voor het pand Nieuwe Haven no. 39; 2s. van P. van Doorn, voor het pand Bakkersstraat no. 6; 3°. van A. M. van Geijl, voor het pand linderbuurt no. 29; 4°. van C. van Haaften, voor het pand Broersveld no. 95; 5°. Yan N. Craina, voor het pand Sin gel no. 195; 6°. van A. Bouman, voor het pand Broers veld no. 55; 7°. van W. II. Droge, voor het pand Groenelaan no. 109; 8°. van de Wed. P. Heetwinkel, voor hel pand Kethelstraat no. 31. Binnen twee weken, nadat deze bekend making is geschied, kan ieder tegen het verleenen van het verlof schriftelijk bezwa ren inbrengen. Schiedam, 24 December 1904. NATIONALE MILITIE. Kennisgeving. -Zijn LCerstbruid. Ja", zei mijn oom, toen hij zich na M Kerstmaal behaaglijk! in een gemakke- Hjten stoel neervlijde en zijn pijp aanstak, A sommigen zeggen dat het onzin is, de ®rstsprookjes, de mistletoe en het bezoe- en yan oude kenissen, maar denk om woorden jongens, Kerstmis doet meer ped in deze wereld dan eenig andere dag het jaar. Er is tenminste één man, c ®od elk jaar voor het Kerstfeest dankt ('af |s mijn beste vriend Dick Martin." nMariin, de rechter?" vroeg Dr. Gale. .'Juist. Die historie zal ik u eens vertel Dick was toen nog een jonge man, 16Londen studeerde voor advocaat. Ik uit de stad gegaan om bij den patroon Kerstfeest te vieren. We hadden mach- S veel plezier dat jaar. Dansen, schaat senrijden en balspelen op het ijs, jongens, wv66' n*et *10e prettig het wel was. IJsi eken achtereen. De huisvrouw had alles pmgeld voor het gebruikelijke Kerstbal. «t geheele huis was in orde gebracht, 'j^'0KG6rknrnpi*Q wnwn «•eiucht con doz"n bankt.i, waren van een hotelhouder geleend het b. kken en braden nam geen einde. P het laatste oogenblik kwam liet in me Dick to telegrafeeren om ook te komen, ftdat j er voor dier; tijd niet aan ge- 4™t had, maar er was een moeilijkheid. e beste vriend van don patroon was de rode Gregoi y Carstairs. Ik hield hem voor pd hardvochtigen vent, maar de patroon en hij hielden van elkaar en hij was zeer rijk. Hij had slechts maar een kind, zijn dochter Milly. Ze was juist negentien ge worden en Dick had een goed oogje op haar. Wij wenschten allen van harte, dat zij een paar zouden worden. Alle menschen te Tetherdown hadden dit gaarne gezien, behalve een oude man en dat was Milly's vader. Een twintig jaar geleden was er iets -gebeurd tusschen de oude Gtegory en Dick's vader. Nu bleef de oude man op zijn stuk staan en verbood zijn dochter, Dick Martin te ontmoeten. Zij mocht alleen op ons Kerst bal verschijnen, onder de voorwaarde, dat hij niet geïnviteerd werd. Daarom moest de patroon Dick's naam van de lijst schrap pen, en dit is de reden, waarom Dick niet verwacht werd. Maar het trof mij, dat zc Dick er zoo graag wilden hebben. Want de vrouw des huizes zei voortdurend: „Hadden wij nu Martin maar hier," waarop de patroon naar het plafond starend, zeido: „Ja, Dick is eon aardige jongen." En zoo dacht ik, dat zij wel geen bezwaar zouden hebben tegen hetgeen ik vart plan was te doen. En bo vendien moest de oude Gregory zooveel Ia rppaan hebben? Ik telegrafeerde Diók dan den dag voor Kerstmis 'ik herinner mij nog heel goed, dat het een Dinsdag was om over te komen en om vier uur giilg ik naar het station om hem van den trein te halen. Hij was de eerste die uitstapte. Ik wierp zijn valies in do sjees, wij sprongen bei den in het rijtuigje, en vooruit, daar ging het. i i „Wel, Bob," zoido hij, ,,'t gewone par tijtje denk ik?" „Ja," antwoordde ik, „Do Archers, de Kings' en de Dawsons komen en dan nog een paar, die je niet onbekend zijn." „Zeg eens, amice, komt zij ook?" „MisS Carstairs?" „Wie anders?" „Wel zeker. De huisvrouw hoorde heden in het dorp, dat de oude Gregory ziek is.' „Dan komt ze niet?" „0," dat mogen wij zoo dadelijk nog maar niet zeggen, Dick." Maar het is een feit, dat ik me niet pret tig gevoelde. Toen de huisvrouw bij de lunch opmerkte, dat do oude Carstairs op bed lag en dat Milly wel eens niet in staat zou zijn. om dien avond te komen, maakte dit mij geheel en al van strook. Wat zou Dick er wel van zéggen, dat ik hem hier had laten komen? De arme vent keek wel wat somber na het liooren van dit nieuws en een oogenblik roden wij zwijgend ver der. Toen wij nabij een bocht van den weg kwamen, vingen mijn ooren hot ge luid vair hoovengeklepper op, komende van de tegenovergestelde richting en nog juist bijtijds om een botsing te voorkomen, kon ik het paard doen uitwijken. Het was de dogcart van dc Grange, Simp son, de bottelier mende, Hij hield zijn paard in, want do weg .was smal en het was een gevaarlijke bocht. „Hoe is het met mr. Carstairs?" riep ik den man toedie ons heiden wel kende. „Minnetjes, mr. Robert, minnetjes. Dit koude weer is gevaarlijk voor oude men schen," „Houdt hij het bed, Simpson?" „Ja, mijnheer. Sedert gisteren. Ik moet dr. Harper halen." „O, is hel zoo erg? Dal spijt me. Zeg dat ik geïnformeerd heb, Simpson." „Heel goed mijnheer. Dag mr. Robert, dag mr. Martin." Dick had geen woord gezegd. ,,'t Is allemaal uit," zuchtte hij, toen we verder gingen. „Wacht maar", zeide ik. „Er is een uit stekende kalkoen en we zullen je in allen gevalle een zeer vroolijk bal geven." Maar pnze studententijd was vooibij en deze genietingen schenen voor Dick haar bekoring verloren te hebben. Zonder een woord te wisselen reden wij verder. Wel deed ik mijn best en sprak zooveel ik kon, maar Dick deed geen mond open. Toen wij dicht bij de poort kwamen, ge voelde ik me zeer zonderling gestemd. Het was een lastig geval, Dick hier gehaald te hebben, nu Milly er niet was. De patroon knipoogde ons toe, toen we er voorbij reden en daarna gingen we re gelrecht naar de bibliotheek, waar we hom lachen hoorden. De huisvrouw en onze kinderen maakten veel drukte toen wc binnenkwamen. Zij ontdeden Dick van zijn overjas, biachten hem wijn en maakten de kachel aan in zijn kamer, waar hij zou slapen. „Arme jongen," zeiden ze tot elkander en de huisvrouw nam hem plotseling in haar ar men en kuste hem. Enkele meisjes zouden het ook wel graag gedaan hebben, want Dick was een bijzondere -gunsteling van De Spaarbank. Met groote ingenomenheid hebben wij gezien, dat het Bestuur der Schiedamscho Spaarbank sedert cenigen lijd begonnen is met op de gewone aanplakplaatscn te dezer stede biljetten te laten aanplakken, waarin de aandacht van het publiek op hare in stelling gevestigd woidt. We gelooven, dat het Bestuur daarmee een stap in een goede richting gedaan beeft. Onbekend maakt on bemind, zegt het spreekwoord, en hoewel de Spaarbank hier ter stede geen onbekende was, is ons althans van pogingen, om haai meet' algemeen bekend te maken, niets ge bleken. Een eenvoudig, hcelemaal niet in het oog springend opschrift, een klein ven- slerbordje, door vorm doende denken aan een gewoon kantoor, waarop vermeld stond de avonduren, waarop wekelijks zitting werd gehouden, en om de vier maanden een advertentie, vermeldende de aan de inleg gers verschuldigde hoofdsom, benevens het zuiver overschot ziedaar alles. Met deze passieve houding schijnt nu gebroken te zijn; in plaats van af te wachten dat het publiek tot haar komt, komt de Spaarbank nu tot het publiek. Flink zoo! Menigeen heeft wel eens een sommetjedat hij op het oogenblik niet noodig heeft, maar eerst over een paar maanden, geheef of gedeeltelijk. Hij weet eigenlijk niet goed, wat er voor het moment mee te beginnen; het geld ligt renteloos en is meermalen niet eens goed bewaard. Daar valt zijn aandacht op de kennisgeving van het Bestuur der Spaar bank, en verstandig zal hij handelen als hij het, al is het maar voor een paar maan den. daar brengt. Zijn geld ligt daar sekuur en geeft nog bovendien rente. Sekuur, zei den we, en we hadden het oog daarbij op het reservefonds, dat op 31 Aug. 1.1. in ronde cijfers f 154.000 bedroeg. Ruim anderhalve ton reserve op een inlage van tusschen de acht en negen ton komt ons voor alleszins voldoende te zijn om do Bank in staat te stellen, wat er ook moge gebeuren, ten allen tijde aan haar verplich tingen te voldoen. We aarzelen dan ook ons. Ook Bessie had een goed oogje op hem." „Zeg ereis, ondeugd!" riep moeder. „Als ik ooit „Kom, kom," antwoordde mijn oom, ter wijl hij zijn pijp. opnieuw stopte, in eik- geval gaf hij jou nooit kans l" „Hoe kunt ge zulke dingen zeggen in tegenwoordigheid van de kinderen," riep moeder uil, die naderde en haar ongetrouw- den broeder een klap gaf. „Ga door me! je verhaal, Ford, riep Dr. Gale. „Welnu dan jongens, -ik nam Dick mee naar mijn kamer en wij begonnen ons te kleeden. Als ik ooit een ellendig uitzieuden man zag, dan was liet wel onze arme Dick Martin op dien avond. „Zij zal wel niet komen, Bob," zei hij steeds. „Zij zal wel niet komen." Maar wc deden onzen rok aan en kwa men juist beneden toen de eerste gasten arriveerden. We hadden veel gasten dien avond, dat verzeker ik jullie en de ontvang kamer zag er prachtig uit. Ralph en ik waren er eonige dagen mee bezig -geweest om hel te versieren. Het wapenrek was mooi gepoetst, dc schilde rijen waren toovcrachlig verlicht dooi lam pen, terwijl .le groote vergulden lijsten met hulst versierd waren. Ik dacht dat zij verheugd waren, die oude Fords, terwijl zij op dit tooneel neerzagen. Vroeger had den ze daar zelf gedanst. Daar had je sir Peter met zijn pruik en dc dappere Jonker John, die voor den koning te Nascby vocht. En de dames, de hemel zegeno ze en ver geef haar hcur blanketsel en poudre (le riz, lachten gemaakt. En de oude tante vSfiï 4 «f- SCHIEDAMSCHE COURANT Burgemeester en Wethouders voornoemd VERSTEEG. De Secretaris, SICKENGA. Burgemeester en wethouders van Schiedam temmeren bij deze alle belanghebbenden aan hunne verplichting tot het doen van aangifte ter inschrij- mttg voor de nationale militiein de maand Januari 1905. De bepalingen der ililiticwet 1901, die betrek king hebben op de inschrijving luiden als.volprt: Art. 13. Voor de militie wordt ingeschreven: lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België verblijf houdt, 2o, ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie woonplaats heeft, 3o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Ko inkrijk Belgie woonplaats heeft, 4o. ieder mannelijk ingezetene niet-Nederlander, zoo hij op den Isten Januari van het jaar het 19de levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een der bij art. 15 omschreven gevallen Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder 4o. A. de binnen het Rijk verblijf houdende minder jarige niet-Nederlander a, wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk woonplaats heeft en baar gedurende de voor afgaande achttien nuandon in het Rijk of de koloniën of bezittingen des Rijks in aniere worelddeeien gehad heeft; l>. van wiens ouders de langstlevende bij zijn of haar overlijden in het hierboven onder a om schreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogl niet in dat geval of al is deze buiten 's lands gevestigd e. die door zijn vader, moeder of voogd verlaten is, of die oudeiloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en van wien niet bekend is dat hij een voogd heeft, indien hij gedurende de voomfgaande achttien maanden in het Rijk verblijf gehouden heeft; B. de meerderjarige met-Nederlan Ier, die binnen het Rijk woonplaats heeft en haar reduronde de voorafgaande achttien maanden in het Rijk of de koloniën of bezittingen des Rijks m andere werelddeelen gehad heeft. Voor minderjarig wordt voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder A gehouden hij, die minderjarig is in den zin der Nederlandsctie wet Voor meerderjarig wordt voor de toepassing van het bepaalde hiei voren onder B gehouden hij, die meerderjarig is in den zin van voormelde wet Art. 14. De inschrijving geschiedt: lo. van hem bedoeld in art. 13 eerste zinsnede 1o. Zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader, moeder of voogd aldaar woonplaats heeft, in de gemeente der woonplaats van vader moeder of voogd Zoo hij binnen het Rijk verblijf hoo idt en zijn vader, moeder of voogd elders dan binnen het Rijk woonplaats heeft, in de gemeente, waar hij verblijf houdt; Zoo hij door zijn vader, moeder of voogd ver laten is, ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of "moeder heeft en liet niet bekend is dat hij een voogd heeft, in de gemeente, waar hij verblijf houdt; Zoo hij in het Duitsche Rijk verblijf houdt, in de gemeente Amsterdam Zoo hij in het Koninkrijk België verblijf houdt, in de gemeente Rotterdam 2o van hem, bedoeld in art 13 eerste zinsnede 2o.: Zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft binnen het Rijk, in de gemeeiite der woonplaats van vader, moeder of voogd; is de woonplaats van vader, moeder of voogd in het Duitsche Rijk, in de gemeente Am sterdam is zij m het Koninkrijk België, in de gemeente Rotterdam 8o van hem, bedoeld in art. 13, eeiste zinsnede 3o Zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, in de gemeente zijner woonplaats; Zoo hij woonplaats heeft in het Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam Zoo hij woonplaats heeft in het Koninkrijk België, in de gemeente Rotte:dam; 4o. A.van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4o., indien hij minderjarig is Zoo hij verkeert in het geval, in de tweede zinsnede van dat artikel onder Ao omschreven in de gemeente, waar zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft; Z o hij verkeert in het geval, in die zinsnede, onder Ai omschreven, m de gemeente, waar zijn voogd woonplaats hoeft; is de woonplaats van dezen buiten lands, dan geschiedt de inschrijving in de gemeente waar de minder jarige verblijf houdt; Zoo hij verkeei t, in een der gevallen, in even- bedoelde zinsnede onder Ac omschreven, in de gemeente, waar hij verblijf houdt B. van hem, bedoe'd in art. 13, eerste zinsnede 4o, indien hij meerderjarig is: in de gemeente, waar hij woonplaats heeft. De in de vorige zinsnede als plaats van in sehrijving aangewezen gemeente is die, waar het verblijf of de woonplaats gevestigd is of w.i3 op den lsten Januari van liet jaar, vol gende op dat, waarin de in te schrijven per soon het 18e levensjaar volbracht, tenzij het iemand geldt, wiens inschrijving te Amsterdam of te Rotterdam moet geschieden wegens ver blijf of woonplaats onderscheidenlijk in het Duitsche Rijk o£ in het Koninkrijk Belgte. Ait. 15. Voor de militie wordt niet ingeschreven: lo. de ingezetene niet-Nedeilander, die bewijst te behooren tot een staat, waar de Nederlanders niet aan den verplichten krijgsdienst zijn onder- vvr-pen of waar ten aanzien van den dienstplicht, he beginsel van wederkeetigheid is aangenomen; 2o. hij, die bewijst in de kolomen of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen vei blijf te houden of woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder, voogd of curator woonplaats binnen het Rijk. Art. 16. Hij, die volgens art. 13 behoort te worden inge- si hreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar volgens art 14 de inschrijwng moet geschieden, aan te geven tusschen den lsten en den 3lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levens jaar volbracht. Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, dio zich ter inschrijving moet aangeven, alsmede in een dei gevallen, hierna in de vierde zinsnede omschreven, rust de verplichting tut het doen der aangifte: indien het een minderjarige betieft, op zijn vader, moeder of voogd; indien het een meerdcjarige betreft, die onder curateele gesteld is, np zijn curator De veiphchting van vader, moeder of voogd geldt evenwel slech's zoo hij of zij binnen het Rijk, m hot Duitsüie Rijk of in het Koninkrijk Belgte woonplaats heeft. Behüulens de uitzonderingen bij de volgende zinsnede gemaakt, ru-t de zorg voor het doen der aangifte uitsluitend op den in te schrijven minder jarige; indien zijn vader, moeder of voogd niet binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in lut Koninkrijk Be'gie woonplaats heeft; indien zijn vader of moeder of beiden de ouder lijke macht missen; indien hij door zijn vader, moider of voo.d ver laten is; of indien hij ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en het met bekend is dat hij een voogd heeft. Hij, die door de bestuurde,s, in art 22 vermeld, ter inschrijving moet worden opgegeven of die in dienst is bij de zeemacht, de marine-reserve en he korps mariniers hieronder begrepen, bij het leger hier te lande of bij de koloniale troepen, is tot het doen van de aangifte niet verplicht. Voor hem of haar, die tot het doen der aangifte verplicht is, kan de aangifte geschieden door een ander, daartoe schriftelijk gemachtigd. De volmacht blijft onder Burgemeester en Wethouder, beiusten. De wijze waarop van de gedane aangifte moet blijken, wordt door Ons bepaald. Art. 18. Voor de militie wordt ook ingeschreven of wordt opnieuw ingeschreven 1o ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die na den 1s en Januari van het jaar, volgende opdat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar zijn vei blijf binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in hel Koninkrijk België gevestigd heeft 2o. ieder minderjarig mannelijk Nedei lander, wiens vader, moeder of voogd na den lsten Januau van het jaar, volgende op dat, waarin de mmdeijarige het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van diens 21ste levensjaar zijn of hare woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België gevestigd heeft 3o. ieder mannelijk minderjarige, die riaden lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, rn voor het intreden van het 21ste levensjaar Nedei lander of opnieuw Nedei lander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder lo. omschrevengevallen verkeert, of wiens vader, moeder of voogd verkeeit in een der gevallen hierboven onder 2o. omschreven 4o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlandei, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóó het intreden van het 21ste levensjaar zijne woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie gevestigd of er woonplaats ver kregen heeft 5oiieder mannelijk meerderjarige, die na den lsten Januari van liet jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21sle levensjaar Nederlander of op nieuw Nederlander is geworden, zoo hij in een der Hiei- boven onder 4o. omschieven gevallen verkeert Üo. ieder mannelijk niet Nederlander, die na don lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het in treden van het 21ste levensjaar ingezetene of op nieuw ingezetene is geworden in den zin der tweede zinsnede van art. 13. H'erbij gelden dc laatste zinsnede van dat ai tikel en art 15. Ten aanzien van de gemeente, ivaar de inschrij- vh g of de inschrijving op nieuw moet geschieden en van de verplichting tot het doen van aangiite ter inschrijving of ter inschrijving opn'euw gelden de eerste zinsnede van art 14 en de laatste vijf zinsneden van art. 16. De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving opnieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede van dit artikel inoet woiden ingeschreven, geschiedt binnen dertig digen na het verkrijgen of, weid hij reeds vroeger iugeschieven doch van hot register afgevoerd, na het te.ug erlangen van het N der- lau 'ersehap of van het ingezetenschap, of na de vestig-ng van verblijf of de vestiging f het ver krijgen van woonplant"! binnen het Rijk, in het Duit-che Rijk of in het Koninkrijk Belgie. De inschrijving geschiedt .in het register be- tuffende de lichting van het jaar, waai toe de in de eerste zinsnede van dit artikel bedoelde persoon volgens zijnen leeftijd behooit. Art. 166. Met boete van ten minste vijftig cents en ten hoogste f100.woidt gestraft de overtreding van de aitt. 16, 18 en 22. Dientengevolge wordt aan alle mannelijke inge- zete ten, die geboren zijn in het jaar 1886, kennis gegeven, dat in het getouw deST.JOElS SOJSLD, aan het Doeleplein alhier, op dagen en uren hiei- onder vermeld, tot het doen dier inschrijving meer bepaaldelijk gelegenheid za! worden gegeven, te weten, op: VRIJDAG den 6den Januari 1905, voor hen wier geslachtsnamen beginnen met een der letteis A tot en met M, en ZATERDAG den 7den Januari 1905, voor hen wier geslachtsnamen beginnen met een der letters N tot en met Z, telkens van des voormiddags half tien tot des middags twaalt uur. Voor hen die verzuimd hebben of verhinderd wa ren, zich op een der voornoemde dagen ter inschrij ving aan te geven, zal daartoe, ten Maadh'iize der gemeente, alsnog gelegenheid bestaan op iedereu werkdag der maand Januari a.s op de uren hier boven vermeld terwijl het register van inschrij ving, ingevolge art. 23 der men gemelde wet, op den 3lsten dier maand voorloopig zal worden ge sloten. En is hieivan afkondiging geschied, waar het behoort, den 24steu December 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, SICKENGA. stóft i - ■MfVc? rv

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 9