r
58,tt Jaargang.
Zondag 25 December 1904.
No. 11657
Derde Blad
r
i
COOT^i dagelli3-k^J 1061 van Zoa. FeesfcW.
p^js per kwart»1: Voor Schiedam w VUardingea fl. 1.2^7^
jwf post fl. 1.65.
Trijs per 'wedevoor Schiedam ea Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelij ka aangenomen.
AdvertentiSn voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
ea het bureau bezorgd zijn.
Bureau t Boterstraat 68.
Pr^s der Advertentiën: Ven i6 regels fl. 0.92iedere "egsfl
meer 45 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die sf
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven kk»-
van zqn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Z a t e r d ag a nA
verschijnen, worden zoogenaamde Jcfefue advert en tiSn opgenomen tot des» pj^a
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
latere. Telefoon No. 133.
Kennisgeving.
De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand
der gemeente Schiedam, brengt ter kennis,
dat op Maandag den 2Gsten December a.s.,
tweeden Kerstdag, des middags van 12 tot
12i/2 ure aan het Bureau van den Bur
gerlijken Stand ten Stadhuize, gelegenheid
zahworden gegeven tot het doen van aan
giften van geboorten en overlijden.
Schiedam, den 24sten December 1904.
De Ambtenaar voornoemd,
M. L. HOjMERL'AGE GRETE.
Kennisgeving.
Drankwet.
Burgemeester en Wethouders van Schie
dam,
brengen, ingevolge art. 12, le lid der
Drankwet, ter openbare kennis, dat bij hen
zijn ingekomen de navolgende verzoeken
om verlof tot den verkoop, respectievelijk
voortzetting van den verkoop van alcohol
houdenden drank, andoren dan sterken
drank, of uitsluitend alcoholvrijen drank:
1°. van A. Meijer, voor het pand Nieuwe
Haven no. 39;
2s. van P. van Doorn, voor het pand
Bakkersstraat no. 6;
3°. van A. M. van Geijl, voor het pand
linderbuurt no. 29;
4°. van C. van Haaften, voor het pand
Broersveld no. 95;
5°. Yan N. Craina, voor het pand Sin
gel no. 195;
6°. van A. Bouman, voor het pand Broers
veld no. 55;
7°. van W. II. Droge, voor het pand
Groenelaan no. 109;
8°. van de Wed. P. Heetwinkel, voor hel
pand Kethelstraat no. 31.
Binnen twee weken, nadat deze bekend
making is geschied, kan ieder tegen het
verleenen van het verlof schriftelijk bezwa
ren inbrengen.
Schiedam, 24 December 1904.
NATIONALE MILITIE.
Kennisgeving.
-Zijn LCerstbruid.
Ja", zei mijn oom, toen hij zich na
M Kerstmaal behaaglijk! in een gemakke-
Hjten stoel neervlijde en zijn pijp aanstak,
A sommigen zeggen dat het onzin is, de
®rstsprookjes, de mistletoe en het bezoe-
en yan oude kenissen, maar denk om
woorden jongens, Kerstmis doet meer
ped in deze wereld dan eenig andere dag
het jaar. Er is tenminste één man,
c ®od elk jaar voor het Kerstfeest dankt
('af |s mijn beste vriend Dick Martin."
nMariin, de rechter?" vroeg Dr. Gale.
.'Juist. Die historie zal ik u eens vertel
Dick was toen nog een jonge man,
16Londen studeerde voor advocaat. Ik
uit de stad gegaan om bij den patroon
Kerstfeest te vieren. We hadden mach-
S veel plezier dat jaar. Dansen, schaat
senrijden en balspelen op het ijs, jongens,
wv66' n*et *10e prettig het wel was. IJsi
eken achtereen. De huisvrouw had alles
pmgeld voor het gebruikelijke Kerstbal.
«t geheele huis was in orde gebracht,
'j^'0KG6rknrnpi*Q wnwn «•eiucht con doz"n
bankt.i, waren van een hotelhouder geleend
het b. kken en braden nam geen einde.
P het laatste oogenblik kwam liet in me
Dick to telegrafeeren om ook te komen,
ftdat j er voor dier; tijd niet aan ge-
4™t had, maar er was een moeilijkheid.
e beste vriend van don patroon was de
rode Gregoi y Carstairs. Ik hield hem voor
pd hardvochtigen vent, maar de patroon
en hij hielden van elkaar en hij was zeer
rijk. Hij had slechts maar een kind, zijn
dochter Milly. Ze was juist negentien ge
worden en Dick had een goed oogje op
haar. Wij wenschten allen van harte, dat
zij een paar zouden worden. Alle menschen
te Tetherdown hadden dit gaarne gezien,
behalve een oude man en dat was Milly's
vader. Een twintig jaar geleden was er
iets -gebeurd tusschen de oude Gtegory en
Dick's vader.
Nu bleef de oude man op zijn stuk staan
en verbood zijn dochter, Dick Martin te
ontmoeten. Zij mocht alleen op ons Kerst
bal verschijnen, onder de voorwaarde, dat
hij niet geïnviteerd werd. Daarom moest
de patroon Dick's naam van de lijst schrap
pen, en dit is de reden, waarom Dick niet
verwacht werd.
Maar het trof mij, dat zc Dick er zoo
graag wilden hebben. Want de vrouw des
huizes zei voortdurend: „Hadden wij nu
Martin maar hier," waarop de patroon naar
het plafond starend, zeido: „Ja, Dick is
eon aardige jongen." En zoo dacht ik, dat
zij wel geen bezwaar zouden hebben tegen
hetgeen ik vart plan was te doen. En bo
vendien moest de oude Gregory zooveel
Ia rppaan hebben?
Ik telegrafeerde Diók dan den dag voor
Kerstmis 'ik herinner mij nog heel goed,
dat het een Dinsdag was om over te
komen en om vier uur giilg ik naar het
station om hem van den trein te halen.
Hij was de eerste die uitstapte. Ik wierp
zijn valies in do sjees, wij sprongen bei
den in het rijtuigje, en vooruit, daar
ging het. i i
„Wel, Bob," zoido hij, ,,'t gewone par
tijtje denk ik?"
„Ja," antwoordde ik, „Do Archers, de
Kings' en de Dawsons komen en dan nog
een paar, die je niet onbekend zijn."
„Zeg eens, amice, komt zij ook?"
„MisS Carstairs?"
„Wie anders?"
„Wel zeker. De huisvrouw hoorde heden
in het dorp, dat de oude Gregory ziek is.'
„Dan komt ze niet?"
„0," dat mogen wij zoo dadelijk nog maar
niet zeggen, Dick."
Maar het is een feit, dat ik me niet pret
tig gevoelde. Toen de huisvrouw bij de
lunch opmerkte, dat do oude Carstairs op
bed lag en dat Milly wel eens niet in staat
zou zijn. om dien avond te komen, maakte
dit mij geheel en al van strook. Wat zou
Dick er wel van zéggen, dat ik hem hier
had laten komen? De arme vent keek wel
wat somber na het liooren van dit nieuws
en een oogenblik roden wij zwijgend ver
der. Toen wij nabij een bocht van den
weg kwamen, vingen mijn ooren hot ge
luid vair hoovengeklepper op, komende van
de tegenovergestelde richting en nog juist
bijtijds om een botsing te voorkomen, kon
ik het paard doen uitwijken.
Het was de dogcart van dc Grange, Simp
son, de bottelier mende, Hij hield zijn
paard in, want do weg .was smal en het
was een gevaarlijke bocht.
„Hoe is het met mr. Carstairs?" riep
ik den man toedie ons heiden wel kende.
„Minnetjes, mr. Robert, minnetjes. Dit
koude weer is gevaarlijk voor oude men
schen,"
„Houdt hij het bed, Simpson?"
„Ja, mijnheer. Sedert gisteren. Ik moet
dr. Harper halen."
„O, is hel zoo erg? Dal spijt me. Zeg
dat ik geïnformeerd heb, Simpson."
„Heel goed mijnheer. Dag mr. Robert,
dag mr. Martin."
Dick had geen woord gezegd.
,,'t Is allemaal uit," zuchtte hij, toen
we verder gingen.
„Wacht maar", zeide ik. „Er is een uit
stekende kalkoen en we zullen je in allen
gevalle een zeer vroolijk bal geven."
Maar pnze studententijd was vooibij en
deze genietingen schenen voor Dick haar
bekoring verloren te hebben.
Zonder een woord te wisselen reden wij
verder. Wel deed ik mijn best en sprak
zooveel ik kon, maar Dick deed geen mond
open.
Toen wij dicht bij de poort kwamen, ge
voelde ik me zeer zonderling gestemd. Het
was een lastig geval, Dick hier gehaald
te hebben, nu Milly er niet was.
De patroon knipoogde ons toe, toen we
er voorbij reden en daarna gingen we re
gelrecht naar de bibliotheek, waar we hom
lachen hoorden.
De huisvrouw en onze kinderen maakten
veel drukte toen wc binnenkwamen. Zij
ontdeden Dick van zijn overjas, biachten
hem wijn en maakten de kachel aan in
zijn kamer, waar hij zou slapen. „Arme
jongen," zeiden ze tot elkander en de
huisvrouw nam hem plotseling in haar ar
men en kuste hem. Enkele meisjes zouden
het ook wel graag gedaan hebben, want
Dick was een bijzondere -gunsteling van
De Spaarbank.
Met groote ingenomenheid hebben wij
gezien, dat het Bestuur der Schiedamscho
Spaarbank sedert cenigen lijd begonnen is
met op de gewone aanplakplaatscn te dezer
stede biljetten te laten aanplakken, waarin
de aandacht van het publiek op hare in
stelling gevestigd woidt. We gelooven, dat
het Bestuur daarmee een stap in een goede
richting gedaan beeft. Onbekend maakt on
bemind, zegt het spreekwoord, en hoewel
de Spaarbank hier ter stede geen onbekende
was, is ons althans van pogingen, om haai
meet' algemeen bekend te maken, niets ge
bleken. Een eenvoudig, hcelemaal niet in
het oog springend opschrift, een klein ven-
slerbordje, door vorm doende denken aan
een gewoon kantoor, waarop vermeld stond
de avonduren, waarop wekelijks zitting werd
gehouden, en om de vier maanden een
advertentie, vermeldende de aan de inleg
gers verschuldigde hoofdsom, benevens het
zuiver overschot ziedaar alles. Met deze
passieve houding schijnt nu gebroken te
zijn; in plaats van af te wachten dat het
publiek tot haar komt, komt de Spaarbank
nu tot het publiek.
Flink zoo! Menigeen heeft wel eens
een sommetjedat hij op het oogenblik
niet noodig heeft, maar eerst over een
paar maanden, geheef of gedeeltelijk. Hij
weet eigenlijk niet goed, wat er voor
het moment mee te beginnen; het geld ligt
renteloos en is meermalen niet eens goed
bewaard. Daar valt zijn aandacht op de
kennisgeving van het Bestuur der Spaar
bank, en verstandig zal hij handelen als
hij het, al is het maar voor een paar maan
den. daar brengt. Zijn geld ligt daar sekuur
en geeft nog bovendien rente. Sekuur, zei
den we, en we hadden het oog daarbij
op het reservefonds, dat op 31 Aug. 1.1.
in ronde cijfers f 154.000 bedroeg. Ruim
anderhalve ton reserve op een inlage van
tusschen de acht en negen ton komt ons
voor alleszins voldoende te zijn om do
Bank in staat te stellen, wat er ook moge
gebeuren, ten allen tijde aan haar verplich
tingen te voldoen. We aarzelen dan ook
ons. Ook Bessie had een goed oogje op hem."
„Zeg ereis, ondeugd!" riep moeder. „Als
ik ooit
„Kom, kom," antwoordde mijn oom, ter
wijl hij zijn pijp. opnieuw stopte, in eik-
geval gaf hij jou nooit kans l"
„Hoe kunt ge zulke dingen zeggen in
tegenwoordigheid van de kinderen," riep
moeder uil, die naderde en haar ongetrouw-
den broeder een klap gaf.
„Ga door me! je verhaal, Ford, riep
Dr. Gale.
„Welnu dan jongens, -ik nam Dick mee
naar mijn kamer en wij begonnen ons te
kleeden. Als ik ooit een ellendig uitzieuden
man zag, dan was liet wel onze arme Dick
Martin op dien avond.
„Zij zal wel niet komen, Bob," zei hij
steeds. „Zij zal wel niet komen."
Maar wc deden onzen rok aan en kwa
men juist beneden toen de eerste gasten
arriveerden. We hadden veel gasten dien
avond, dat verzeker ik jullie en de ontvang
kamer zag er prachtig uit.
Ralph en ik waren er eonige dagen mee
bezig -geweest om hel te versieren. Het
wapenrek was mooi gepoetst, dc schilde
rijen waren toovcrachlig verlicht dooi lam
pen, terwijl .le groote vergulden lijsten
met hulst versierd waren. Ik dacht dat
zij verheugd waren, die oude Fords, terwijl
zij op dit tooneel neerzagen. Vroeger had
den ze daar zelf gedanst. Daar had je sir
Peter met zijn pruik en dc dappere Jonker
John, die voor den koning te Nascby vocht.
En de dames, de hemel zegeno ze en ver
geef haar hcur blanketsel en poudre (le
riz, lachten gemaakt. En de oude tante
vSfiï
4 «f-
SCHIEDAMSCHE COURANT
Burgemeester en Wethouders voornoemd
VERSTEEG.
De Secretaris,
SICKENGA.
Burgemeester en wethouders van Schiedam
temmeren bij deze alle belanghebbenden aan hunne
verplichting tot het doen van aangifte ter inschrij-
mttg voor de nationale militiein de maand Januari
1905.
De bepalingen der ililiticwet 1901, die betrek
king hebben op de inschrijving luiden als.volprt:
Art. 13.
Voor de militie wordt ingeschreven:
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in
het Koninkrijk België verblijf houdt,
2o, ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens
vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in
het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie
woonplaats heeft,
3o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in
het Ko inkrijk Belgie woonplaats heeft,
4o. ieder mannelijk ingezetene niet-Nederlander,
zoo hij op den Isten Januari van het jaar het
19de levensjaar was ingetreden en niet verkeert
in een der bij art. 15 omschreven gevallen
Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaalde
hierboven onder 4o.
A. de binnen het Rijk verblijf houdende minder
jarige niet-Nederlander
a, wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk
woonplaats heeft en baar gedurende de voor
afgaande achttien nuandon in het Rijk of de
koloniën of bezittingen des Rijks in aniere
worelddeeien gehad heeft;
l>. van wiens ouders de langstlevende bij zijn of
haar overlijden in het hierboven onder a om
schreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogl
niet in dat geval of al is deze buiten 's lands
gevestigd
e. die door zijn vader, moeder of voogd verlaten
is, of die oudeiloos is of in wettelijken zin
geen vader of moeder heeft en van wien niet
bekend is dat hij een voogd heeft, indien hij
gedurende de voomfgaande achttien maanden
in het Rijk verblijf gehouden heeft;
B. de meerderjarige met-Nederlan Ier, die binnen
het Rijk woonplaats heeft en haar reduronde
de voorafgaande achttien maanden in het Rijk
of de koloniën of bezittingen des Rijks m
andere werelddeelen gehad heeft.
Voor minderjarig wordt voor de toepassing van
het bepaalde hierboven onder A gehouden hij, die
minderjarig is in den zin der Nederlandsctie wet
Voor meerderjarig wordt voor de toepassing van
het bepaalde hiei voren onder B gehouden hij, die
meerderjarig is in den zin van voormelde wet
Art. 14.
De inschrijving geschiedt:
lo. van hem bedoeld in art. 13 eerste zinsnede 1o.
Zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn
vader, moeder of voogd aldaar woonplaats
heeft, in de gemeente der woonplaats van vader
moeder of voogd
Zoo hij binnen het Rijk verblijf hoo idt en zijn
vader, moeder of voogd elders dan binnen het
Rijk woonplaats heeft, in de gemeente, waar
hij verblijf houdt;
Zoo hij door zijn vader, moeder of voogd ver
laten is, ouderloos is of in wettelijken zin geen
vader of "moeder heeft en liet niet bekend is
dat hij een voogd heeft, in de gemeente, waar
hij verblijf houdt;
Zoo hij in het Duitsche Rijk verblijf houdt,
in de gemeente Amsterdam
Zoo hij in het Koninkrijk België verblijf houdt,
in de gemeente Rotterdam
2o van hem, bedoeld in art 13 eerste zinsnede
2o.:
Zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats
heeft binnen het Rijk, in de gemeeiite der
woonplaats van vader, moeder of voogd;
is de woonplaats van vader, moeder of voogd
in het Duitsche Rijk, in de gemeente Am
sterdam
is zij m het Koninkrijk België, in de gemeente
Rotterdam
8o van hem, bedoeld in art. 13, eeiste zinsnede
3o
Zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, in
de gemeente zijner woonplaats;
Zoo hij woonplaats heeft in het Duitsche Rijk,
in de gemeente Amsterdam
Zoo hij woonplaats heeft in het Koninkrijk
België, in de gemeente Rotte:dam;
4o. A.van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede
4o., indien hij minderjarig is
Zoo hij verkeert in het geval, in de tweede
zinsnede van dat artikel onder Ao omschreven
in de gemeente, waar zijn vader, moeder of
voogd woonplaats heeft;
Z o hij verkeert in het geval, in die zinsnede,
onder Ai omschreven, m de gemeente, waar
zijn voogd woonplaats hoeft; is de woonplaats
van dezen buiten lands, dan geschiedt de
inschrijving in de gemeente waar de minder
jarige verblijf houdt;
Zoo hij verkeei t, in een der gevallen, in even-
bedoelde zinsnede onder Ac omschreven, in de
gemeente, waar hij verblijf houdt
B. van hem, bedoe'd in art. 13, eerste zinsnede
4o, indien hij meerderjarig is:
in de gemeente, waar hij woonplaats heeft.
De in de vorige zinsnede als plaats van in
sehrijving aangewezen gemeente is die, waar
het verblijf of de woonplaats gevestigd is of
w.i3 op den lsten Januari van liet jaar, vol
gende op dat, waarin de in te schrijven per
soon het 18e levensjaar volbracht, tenzij het
iemand geldt, wiens inschrijving te Amsterdam
of te Rotterdam moet geschieden wegens ver
blijf of woonplaats onderscheidenlijk in het
Duitsche Rijk o£ in het Koninkrijk Belgte.
Ait. 15.
Voor de militie wordt niet ingeschreven:
lo. de ingezetene niet-Nedeilander, die bewijst
te behooren tot een staat, waar de Nederlanders
niet aan den verplichten krijgsdienst zijn onder-
vvr-pen of waar ten aanzien van den dienstplicht,
he beginsel van wederkeetigheid is aangenomen;
2o. hij, die bewijst in de kolomen of bezittingen
des Rijks in andere werelddeelen vei blijf te houden
of woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder,
voogd of curator woonplaats binnen het Rijk.
Art. 16.
Hij, die volgens art. 13 behoort te worden inge-
si hreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester
en Wethouders der gemeente, waar volgens art 14
de inschrijwng moet geschieden, aan te geven
tusschen den lsten en den 3lsten Januari van het
jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levens
jaar volbracht.
Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, dio
zich ter inschrijving moet aangeven, alsmede in
een dei gevallen, hierna in de vierde zinsnede
omschreven, rust de verplichting tut het doen der
aangifte: indien het een minderjarige betieft, op
zijn vader, moeder of voogd;
indien het een meerdcjarige betreft, die onder
curateele gesteld is, np zijn curator De veiphchting
van vader, moeder of voogd geldt evenwel slech's
zoo hij of zij binnen het Rijk, m hot Duitsüie Rijk
of in het Koninkrijk Belgte woonplaats heeft.
Behüulens de uitzonderingen bij de volgende
zinsnede gemaakt, ru-t de zorg voor het doen der
aangifte uitsluitend op den in te schrijven minder
jarige;
indien zijn vader, moeder of voogd niet binnen
het Rijk, in het Duitsche Rijk of in lut Koninkrijk
Be'gie woonplaats heeft;
indien zijn vader of moeder of beiden de ouder
lijke macht missen;
indien hij door zijn vader, moider of voo.d ver
laten is; of
indien hij ouderloos is of in wettelijken zin geen
vader of moeder heeft en het met bekend is dat
hij een voogd heeft.
Hij, die door de bestuurde,s, in art 22 vermeld,
ter inschrijving moet worden opgegeven of die in
dienst is bij de zeemacht, de marine-reserve en he
korps mariniers hieronder begrepen, bij het leger
hier te lande of bij de koloniale troepen, is tot het
doen van de aangifte niet verplicht.
Voor hem of haar, die tot het doen der aangifte
verplicht is, kan de aangifte geschieden door een
ander, daartoe schriftelijk gemachtigd. De volmacht
blijft onder Burgemeester en Wethouder, beiusten.
De wijze waarop van de gedane aangifte moet
blijken, wordt door Ons bepaald.
Art. 18.
Voor de militie wordt ook ingeschreven of wordt
opnieuw ingeschreven
1o ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die
na den 1s en Januari van het jaar, volgende opdat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór
het intreden van het 21ste levensjaar zijn vei blijf
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in hel
Koninkrijk België gevestigd heeft
2o. ieder minderjarig mannelijk Nedei lander, wiens
vader, moeder of voogd na den lsten Januau van
het jaar, volgende op dat, waarin de mmdeijarige
het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden
van diens 21ste levensjaar zijn of hare woonplaats
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het
Koninkrijk België gevestigd heeft
3o. ieder mannelijk minderjarige, die riaden lsten
Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij
het 18de levensjaar volbracht, rn voor het intreden
van het 21ste levensjaar Nedei lander of opnieuw
Nedei lander is geworden, zoo hij in een der hierboven
onder lo. omschrevengevallen verkeert, of wiens
vader, moeder of voogd verkeeit in een der gevallen
hierboven onder 2o. omschreven
4o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlandei, die
na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóó
het intreden van het 21ste levensjaar zijne woonplaats
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het
Koninkrijk Belgie gevestigd of er woonplaats ver
kregen heeft
5oiieder mannelijk meerderjarige, die na den lsten
Januari van liet jaar, volgende op dat, waarin hij
het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden
van het 21sle levensjaar Nederlander of op nieuw
Nederlander is geworden, zoo hij in een der Hiei-
boven onder 4o. omschieven gevallen verkeert
Üo. ieder mannelijk niet Nederlander, die na don
lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin
hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het in
treden van het 21ste levensjaar ingezetene of op
nieuw ingezetene is geworden in den zin der tweede
zinsnede van art. 13.
H'erbij gelden dc laatste zinsnede van dat ai tikel
en art 15.
Ten aanzien van de gemeente, ivaar de inschrij-
vh g of de inschrijving op nieuw moet geschieden
en van de verplichting tot het doen van aangiite
ter inschrijving of ter inschrijving opn'euw gelden
de eerste zinsnede van art 14 en de laatste vijf
zinsneden van art. 16.
De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving
opnieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede
van dit artikel inoet woiden ingeschreven, geschiedt
binnen dertig digen na het verkrijgen of, weid hij
reeds vroeger iugeschieven doch van hot register
afgevoerd, na het te.ug erlangen van het N der-
lau 'ersehap of van het ingezetenschap, of na de
vestig-ng van verblijf of de vestiging f het ver
krijgen van woonplant"! binnen het Rijk, in het
Duit-che Rijk of in het Koninkrijk Belgie.
De inschrijving geschiedt .in het register be-
tuffende de lichting van het jaar, waai toe de in
de eerste zinsnede van dit artikel bedoelde persoon
volgens zijnen leeftijd behooit.
Art. 166.
Met boete van ten minste vijftig cents en ten
hoogste f100.woidt gestraft de overtreding van
de aitt. 16, 18 en 22.
Dientengevolge wordt aan alle mannelijke inge-
zete ten, die geboren zijn in het jaar 1886, kennis
gegeven, dat in het getouw deST.JOElS SOJSLD,
aan het Doeleplein alhier, op dagen en uren hiei-
onder vermeld, tot het doen dier inschrijving meer
bepaaldelijk gelegenheid za! worden gegeven, te
weten, op:
VRIJDAG den 6den Januari 1905,
voor hen wier geslachtsnamen beginnen met een der
letteis A tot en met M, en
ZATERDAG den 7den Januari 1905,
voor hen wier geslachtsnamen beginnen met een
der letters N tot en met Z,
telkens van des voormiddags half tien tot des middags
twaalt uur.
Voor hen die verzuimd hebben of verhinderd wa
ren, zich op een der voornoemde dagen ter inschrij
ving aan te geven, zal daartoe, ten Maadh'iize der
gemeente, alsnog gelegenheid bestaan op iedereu
werkdag der maand Januari a.s op de uren hier
boven vermeld terwijl het register van inschrij
ving, ingevolge art. 23 der men gemelde wet, op
den 3lsten dier maand voorloopig zal worden ge
sloten.
En is hieivan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 24steu December 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
SICKENGA.
stóft i -
■MfVc? rv