59"* Jaargang Donderdag 15 Juni 1905 No. 11799. H ELENA. Onze Tijdingzaal. KENNISGEVING. Hoogere Burgerschool KENNISGEVING. Weet ge, waar het om gaat? vijfde hoofdstuk:. SCHIEDAMSCHE COURANT P» Des* courant verschijnt dagelijks, met uitzondering iaa Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 125. Franco 4 fl. 1.65. .'lijn per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 40 cent Afzonderlijke numniara 2 cent Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Ad verten tüa voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vddr een unr het bureau betorgd zijn. Buream Boter»trast S3. Prigs der AdvertontiSn: Van 46 regels fl. 0.92iedere regd meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij Innemen. Advertentiên by abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zyn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine ndvertenitën opgenomen tot denpvjjs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het-Bureau te voldoen. Intern. Telefoon As. DM. Op den. avond van den stemmingsdag, 16 dezer, zal Musis weder onze Tijdingzaal zijn. Herhaaldelijk heeft men oris daarnaar reeds gevraagd, en wij zijn dus overtuigd dat deze mededeeling door de tallooze be langstellenden met voldoening zal worden vernomen. Alle maatregelen zijn door ons genomen om den uitslag der stemmingen in de ver schillende districten van ons land zoo spoedig mogelijk te ontvangen en in onze Tijdingzaal bekend te maken. De zaal zal Vrijdagavond a. s. vanaf 6 uur voor het belangstellend publiek toegan kelijk zijn. Evenals in 1901 zal ook nu weer een entree worden geheven van 21/2 cent; de geheele opbrengst, Iron der e enigen aftrek van kosten zal ook nu weer komen ten bate der vereoniging vacantie- kolonie, waarvan het bestuur heeft op zich genomen de èntree's te ontvangen. Zij die de zaal verlaten en weer wenschen binnen te treden, moeten opnieuw hun 21/2 cent offeren. m Burgemeester en Wethouders van Schiedam. brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het Kohier Nb. 5 der plaatselijke direc te belasting naai- het inkomen, djenst 1904/ 1905 door den gemeenteraad vastgesteld in zijn vergadering van den 31sten Mei 1905 en den 6den Juni daaraanvolgende door hoeren gedeputeerde stalen dezer pro vincie goedgekeurd, aan den ontvanger der gemeente ter invordering is uitgereikt en in afschrift gedurende vijf maanden, te re kenen van heden, op de secretarie dei- gemeente voor een ieder ter lezing is neder- gelegd. Wordende voorts een ieder aangemaand zijnen aanslag op de bepaalde termijnen te voldoen, op straffe van vervolging vol gens de wet. Er is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 14den Juni 1905. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG, Ue Secretaris V. SICKENGA. eindigen der vooi middag godsdienstoefeningen aan de huizen dei- ingezetenen de gewone jaar- lijksche collecte zal gehouden worden ten be hoeve van het Fonds tol aanmoediging en onder steuning van den gewapenden dienst in de Nederlandenen noo ligen de ingezetenen uit, tiaar vermogen, bij te dragen, en alzoo roede te weiken aan de verzorging van verminkte krijgslieden en de tegemoetkoming in de be boetten der betrekkingen van hen, die in den strijd voor het vaderland gesneuveld zijn. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behooit, den 14den Juni 1905 Burgemeester en wethouders voornoemd, VERSTEEG. De secretaris V. SICKENGA. met vijfjarigen Cursus. (voor JONGENS en MEISJES te Schiedam.) Hoet TOELATINGSEXAMEN zal worden afgenomen in de eerste helft van Juli. JONGELIEDEN uit Nederlandsche ge meenten, waar een Hoogere Buigerscbool met vijfjarigen cursus bestaat, worden alleen toegelaten, 11a voldoend afgelegd examen, als er plaats is, tenzij zij zich metterwoon te Schiedam vestigen, iri welk geval zij worden gelijkgesteld met Jongelieden uit ge meenten waar geen Hoogere Burgerschool met 5 j. cursus is gevestigd. Aangifte van Candidaten kan geschieden vóór 16 T u n i schriftelijk, met opgave van naam, voornaam en datum van geboorte der Candidaten, de klasse waarvoor het exa men gedaan zal worden en de school waar aan zij onderwijs ontvangen; mondeling el- ken binsdag en Donderdag van ll/i21/4 in het Schoolgebouw. De Directeur, M. HORN. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, doen te weten dat op Zondagden iSden Jum e.kna het Naar liet Dudtsoh door W. ZUR NETELEN. 6) „Ia u bekend of mevtrouiw Hairtrenbusoh na uw vertrek nog ander bezoek heeIft ont vangen „Neen, daar wteleft i'k niette van." „Maar kent u, de personen, cKe mot haar converseerden 1" „Zijl had, naar i'k weet,, bijna geen om gang. Slechts de advocaat Muffler bezocht haiar in den 1'aJatsten tijd di.kwijpb." .„Advocaat Muller, wie ia dat?" „<Een verro 'bilbeidVertwiantl van mevrouw Hairteanbuaeh. Zijl heeSb miij| hem dtechts eenmaal! vluchtig) voorgesteld." „Weet ui zfijln adres?" „Neen. Mevrouw IHartaenbuficth. sseMb mi) aften, dab hiii| halar iu het echteclhéftcbagls- prooes met zdjln raadgevingen .terzijde stond" „Nu, die aal wiefl.' gevonden worden. Maar u j uiiai, spreekt over dat cdhhiciLic:: dingspriooes gelooft u niet dart bet de ongelukkige huwehitosomsbandigliiedeii ge weest zijjn, die de vrouw iu dbn dood heb ben gedreven 1" „Heit. stilleen niet, afeof zij rich de zaak zeer ter 'harte nam. Somitij|ds maakte rijj oen Vliucihiiiigc opmerking over kaar mia.ni, maar zij was .achüjMbaar met (haar tegen- woondigen toestand zieer tevreden," De rechter, dia eenige natnltnlea ihadl ge- „Weet ge, waar hel 0111 gaat'' Zoo dikwijls is 111 woord en geschrift op de groote beteekenis dei nu genaderde verkiezing gewezen, dat de vraag vrijwel overbodig lijkt. En toch zouden we zoo gaarne willen, dat ieder kiezer van hel disluel Schiedam zich nog eens goed de vraag voorstelde: w e e t i k n u w e 1, w a. ar li e t o 111 gaat? Daar wordt zooveel geschermd met groo te woorden, met holle bombastische zinnen, daar wordt zoozeer met drogredenen gegoo cheld, dat menigen eenvoudigen lezer het stellen dezer vraag "brengt in een doolhof van gedachten. Niet hem, 'die met ons overtuigd is van de groote tekortkomingen van dit ministerie van „beloften en oude plunje"; niet hem, die dit ministerie bestrijdt, om dat het is de schepper der godsdienstige onverdraagzaamheid naast farizeesche hoog moed en schijnvroomheid niet hem, die het bestrijdt, omdat het is in zijn twee voornaamste wetten ultra- clericaal en in zijn overig doen en laten conservatief. Maar hem, die meent, dat dit ministerie in waarheid is een ministerie, dal strijdt voor het ware Christendom, dat Christus stelt tegenover den Satan; maar hem, die van af 1901 in zijnChiis- telijk bestuur niets anders las dan lofre denen op dit ministerie on nu, opgeschrikt door de felle aanvallen van liberale zijde, ook een weinig gaat nadenken over den arbeid van den man „der kleine luy- den". En er moeten er onder hen toch wel zijn, die genoeg gezond verstand bezitten, om zich maar niet steeds door groote woor den te laten overbluffen, vooral nu met, nu het en het hoogste belang gaat. Groote woorden! Een aaneenschakeling van deze levert het artikel „Ten strijde", dat den katholieken door de „N. Sch. Ct." wordt voortgezet. We lezen daarin 0 a. We staan dan aan den vooravond van dagen, waarop beslist zal worden, of de gunstige conditie, waarin we nu vier jaren verkecren, zal voortduren, dan wel of we weder zullen komen onder den last van een staatkundige over- he e r s ch i n g, die ons V ij an d i g ge zind is, en waarvan we reeds veel onrecht moesten verduren. Immers op de keper beschouwd is wat wij onder liberale politiek verstaan eigenlijk niets anders dan een voortzetting of herhaling der geest- en lichaamdoodende revolutiekoorts van 1789, toen de grondslagen gelegd wer den van een richting, waarin godsdienst loosheid, onverschilligheid en geloofs haat den boventoon voerden. Zij, die daar hunne krachten offerden, hebben getracht de hechte grondslagen van het christendom door een verderfelijke wijsbegeerte te on dermijnen. (De spatieering is van ons). Heeft nu ooit eenig katholiek, oï wel de katholieke kerk zelf hier in ons land 11a de giondwet van 1848 bijv., -toen er voor 't meerendeel liberale ministeries wa ren, geleden onder staatkundige overheer- scliing? En zoo er sprake was van een vijandig-gezind zijn, zijn het dan de libera len geweest, die ooit tegen de katholieke kerk optrokken, of waren het niet diezelfde Calvinisten, of zoo ge wilt Christelijk-His- torischen, waarmee de katholieken nu een verhond hebben gesloten? Neen, de katholieken zijn altijd trouwe bondgenooien van de liberalen geweest, tot er voor de kerk van dezen niets meer te halen was. De echt-liberale Thorbeckc, de drager dei- liberale beginselen, nu door de katholieke maakt, stafc een weinig! teleurgesteld, rijn boeik wil in den zak. „Daar Iben ik dluis niet veel wlijjaer geworden, XT weet dius nidts meer mede te deeden, dait u voor ie ophel dering der zaalc vian ©enige beteökenis itoe- sdbiipt?" Hellena draialïd© een oogtinbffiilk! met heb ■antwoord era. ikeeic nadenkend! Voor zich uit. Toen schudde rii 'het 'hoodif en ziedde zacht: „Neen, ilc zou niets «ndera Wefteiii, meneen.il" De man Stond op en greep naai' rijn hoed'. „Het. is niet onmogelijikj, dab ui in den loop der volgende dagjen aal Worden gedag vaard om uw| getuigenis of te leggen. In dien beo mogdlijik is, zal' ik u echter diere mooiba terporen, want i!k neem aan, dat u uilfc eigen Ibeweglimg] melcfen tault, wiat ui nog vemeemi, daib der Vermelding waard! is." Helena antwoordde! niets en 'de rechter commissaris vertrok,. Harmening begeleidde 'hem beleefd tot aan do deur. Toen blij' ii'n de kamer terug kwam vond hij' HMIena hevig snikkend op do sofa. Bekommerd 'boog] Mj rich over kaar been en vroeg, of rij! dian zooVeeO! van die vreemdta vrouw had gehouden,, dlat rij zich in 't gehocfl nfelb over haar d'oodl wist, is üroofitjsn Een tijdlang 'kon Hal'eraa hem niet ant woorden on toen zo,;de zij niets anders dan „lAcih, i'k ben zoo ongelukkig, zoo diep on- gdlukikigi!'' Reekfe in de aivondMadielni Van den Void gen dlaig) 'had Neuhauser een bericht gelezen omtrent dlein nog onopgjehdlderdfera zrillf- bladen zoo verguisd, werd zelfs eens in Maastricht, het katholieke bolweik, candi- daat gesteld. En aldus (door hun steunen van liberale regeeringen) "hebben de katholieken mee gedaan aan „de voortzetting der geest- en lichaamdoodende revolutiekoorts van 1789". Waarmee tevens do geheele philippics van „Ten strijde" haar snorkende kracht ver liest. Neen, het aandeel, dat de katholieken in dit verbond hebben, is niet de strijd voor den Christus, maar de strijd voor de kerk (de gelden, der onderwijswet) en voor het conservatisme der katholieke Kamerleden. En daaraan wordt de katholieke arbei der en kleine burger eenvoudig opgeofferd. Niet anders is het met den zoogonaamden „Christelijker!" arbeider. Ook hem is de glo rie Gods als het doel van dit ministerie steeds voor oogen gehouden en, schoon hier meerdere tegenstand komt tegen het minisleric-Kuyper dan bij do katholieken, is daar slaafsche volgzaamheid nog een te groote karaktertrek. Er fs echter oppositie. „De Zondagsbode" laat het zijn lezers voelen. Zij zegt(alweer spatieering van ons) Op Vrijdag 16 dezer worden wij ge roepen onzen plicht ais Staatsburgers en kiesbevoegden te volbrengen. Deze plicht worde ernstig biddend volbracht. Wij begrijpen, dat er tegen de coa litie van godsdienstige par tijen zijn, maar wie godsdien stig is zal wel niet anders kun nen. Want de niet-godsdiensüge Staats partijen sluiten zich aaneen krachtens hun beginsel. Daar is in dezen tijd geen andere mo gelijkheid om uit de omarming van het socialisme te blijven, dan door "de hand van het liberalisme af te slaan. Laat ons in gemeenschap met de Christelijk gezinden front maken tegen de aller- verdeifelijkste beginselen en praktijken van het ongeloof en van het materia lisme. Daar is vaagheid in de aanbeveling, al leen duidelijkheid in do uit niets bewezen „alleiveiderfelijkste beginselen en praktijken van het ongeloof en van het materialisme". Daar is geen openlijk aanbevelen van de cóaliLie;de redactie begrijpt, dus weet, dat velen er tegen zijn, echter „zij moeten wel mee". Als ze godsdienstig zijn; immeis het heet te gaan tegen het ongeloof en het materia lisme, voor den Christus, tegen den Satan. Dit toch is de antithese van Dr. Kuyper, die aan Roornsch Katholieken, Anti-revo lutionairen en Christelijk-Historischen den naam van Christenen toekende en alle ande ren als ongeloovigen, of erger nog, als hei denen Paganisten brandmerkte. Is het waar? Kunnen zij niet anders als ze.godsdienstig zijn? moord vta mevrouw tHanitfeenbusidh. Hij had! het vluchtig galezieln, daw de naam hem geheel onbekend was en ide persoon van den do ode daarom van geen belang voor 'hem ivae. Dezen morgen, werd hij bij het doorlezen der Courant getroffen doen een grooter artikel' over idezeilftte gebeurte nis. Het scheen, dat bij don ambtenaar, dia bet onderteek in deze zaak leidde, twijfel gerezen was, of er hier wiel sprake wlaa van zelfmoord. Er ontbraken echijlmbaur motieven voor zniKk een daaid, Van VartWjijl- fel'ing bij dte jonge, vanmogiemde en afge zien van haar echtelijke tegenspoeden in de aangenaamste omstandigheden leven de vrouw. Noutoausea' was een te ijjVeragj j uiteb en had ridh met te groote vooriliefd© gewijd aan de studie van het strafrecht om zich nu ntefc te interesseeren voor biet ge val. Hij lias heb "bericht nog eenmaal' d'ooh en eerst nu viel het heem op, dat straat en huisnummer dezelfde warnat, die h'ij) zich twee dagen geleden 'genoteerd had uit de stukken Peterm-ann contra 'Harmening. De gestorvene of vermoord1© was «Dus eon. buur vrouw geweest van het jonge meisje, diait tegen wil en danik rijn gedachten nog dteeds bozig 'hield. En nadat hij door het zonder linge toeval opnieuw' aan haar herinnerd werdj, bespeurde hij weder dat gevoel van «murtólijike tdemistolMng over het sndlle einde van d-eae Icennismalring. Nog Was hij or niet toe gekomen, zich met iets anders herig te honden, toen ©en der Merken heti hoofd om de deur stak en hem meldde, 'dlat een zdkero juffrouw Hair- mening den adlvodaat om ©en Jcort onder houd vteirtecht. Aangenaam Vernuft glaf Mj bevel, haar „De strijd gaat tusschcn geloof en onge loof", aldus stelde dr. Kuyper het voor en zijn schare galmt het na. Maar weten ze dan niet, dat Dr. Kuyper deze coalitie vormde, nadat hij eerst ge tracht had de macht te krijgen door een verbond met de radicalen, de nu zoo ge scholden voibloed-paganisten? Eerst toen Dr. Kuyper zag, dat hij het regeerkasteel niet kon veroveren, dan door een yerbond met de katholieken, toen gaf hij den steeds door hem gevoerden feilen strijd legen Rome op en vond hij de ank; these uit, waaronder tevens de eertijds zoo gesmade Ned. Hervormden waren te vangen en zijn gevangen. Wat den eenvoudigen kiezer wordt voor- gestold als een heilige strijd, dien hij strijdt voor zijn geloof, is niets anders dan een middel van tactiek van den slimmen voor- gangei geweest, die er de groote minister president door werd en er de macht door Inreeg om christelijke vrienden aan goede postjes, zijn universiteit aan geld en rech ten, het bijzonder ondeiwijs aan millioenen te helpen, waardoor aan de eene zijde sehijn- christelijkhoid kan worden aangekweekt, aan de andere zijde het onderwijs, het eenige, dat den mindere in den levensstrijd van zoo grooten steun is, een levensfactor voor hem, wordt bedorven. (Hij leze daarvoor het laatste nummer eens van het verspreide blad „Onze School", ook de redactie der „N. S. Ct." kunnen we die' lezing aanbevelen.) Ter verdediging van het bovenstaande ha len we aan uit bet stenografisch verslag van het debat tussclien de heeren VegteL (antir.) en Treub het volgende: „Ik (Treub) heb hier een nummer van „De Standaard' 'van 9 April 1894, waar in een heele lijst van candidaten staat opgesomd, die aanbevolen worden door dr. Kuyper en ik heb het genoegen daar bij te staan. En in die jaren heb ik te Dordrecht staan spreken en wat heb ik daar aanbevolen? De candidatuur van dr. Kuyper. En toen dr. Schaepman we gens moeilijkheden met zijn katholieke autoriteiten in Breukelen niet kon op treden, heb ik te elfder ure een tele gram gekregen, dat ik moest spreken voor Schaepman Welnu! dal zijn feiten, die niet te weerspreken zijn. Evengoed als toen dr. Kuyper heeft geschreven en gesproken voor mij, heb ik geschreven en gespro ken voor dr. Kuyper. Toen de uitslag echter niet aan de verwachting beant woordde, heeft dr. Kuyper gezegd: nu zullen wij het niet meer probeeren met de Democraten, maar de antithese op den voorgrond stellen." En „de kleine luyden", die niet konden wachten, geen dag of geen nacht? Zij kunnen wachten 1 Wachten en wachten 1 terstond te laten binnenkomen. Maar heb vrieudehjlk© op vToöl'ijjken toon uitgespro ken woord1 valarmee hij) baar wilde begroe ten, bestierf hem op d® lippen, toen hijj ©era 'Mik op Iheb gericht van kfe ibinnehkomerade had gewonpön. Ziijj zag 'hedlejn nog bleeker on bedkulkter uit dian bij haar cerslto bbzodk ©n luaiaa' oogen waren rood' vian stihireien. Noubaaisar haastte ridh haar ©611 stool1 aan to bieden en zijl liet rich geheel1 terneeiige- slajgan daiaii'op neeivafflen. ,,lk vraag wol ©xcaiuis, dlat idt ui nog öens 'kom lastig Vallen, meneer," zei'db rij| met maitte stom, „maar ik vist) niet biijj wien ik anders raad zou kunnen inwinnen. U ns zoo vriendelijk tegenover mij gleweesb, eoi ik ken (hier geen mensdh, wien IK. mijtn moeilikjk- heden zooi kunnen toevertrouwen." „Ik ben uahuuiiijlk geheel tot uw dienst), antwoordde mi'. Neuhauser, „mijn ambt vlaai adVooaab geeft u reeds wiaaateng ge noeg, dat u mij allies moogjb zeggen, wat u op 'ti haat Digit." „Ik veert! niet, of u iets gekoorid! heeft van het steinfgevall, dalt in ons huis heeft plaats gevonden, meuesr," begon Helena. „TT spreakt vara den dood Van mevrouw Hartizonbusch Ik Iheb daarover geiezen in de couranten. De dame moet zelfmoord! gfe- plieegd. hebben." „Ik kan dat nog niet gelooVan, Zij was kort voor dien tijd nog zoo vroolijk en zoo vol hoop, ailb iemand! miaar rijjn kan, die op eer. fcuig en gelukkig leven rekent. En rij was zoo 'goed dat onmdgielijk iemand1 haarr naar het 'leven heeft kunnen staan." ,,U was dlus nader met haar bekend? „Ja. En iik hen geen mensdh. ter grootete dariklbaamlieiid VerSch'riL'digdl "dian Qraar. Dat is lidt, waarom i'k fob u kom, mieneer. U weeb in velik© verschrfidkelajke moeillijlkheden xk mijl eenige dugera geleden 'bevond. Ik zou veaforen rijtn geweest, indien mevrouw Harteeubusch mij| niet te hulp was gekomen." „Oh|, van haaa' idus onbvingb u het geüd, dat u eergisteren aian den dteunwiaarder be- taaiM beeifb, zooals de heer Petorinann mij mtxlödoelde." „Ja, d'at is zoo. Ik haid) ni©b heft plan haiaa' daarom te vragen, want dlaaavoor kenden we edkaar niet genoeg. 'Maaa* Itoen nik. eerfgis- itei-mongen zooals ail rijd' blaar bezocht], viol mijn bedlrukb uiteitldjk haar op ien rijj vroeg mij zoo lang tot ik lxaar 'alles bekende. Daaa-op verMaarda zij teirsbond, dalt zij mij helpen, wilde. Zij zade, dat voor blaar heb 'bodrag niet veel beteekendo en dat rij teveel van mij kieiM om mijn droefheid te kunnen aanrien. Zijl ging naar 'haair cas sette en daar riji alleen groote hfflflleftten daarin 'had, overhancfilgidla riji mij een Ibnl- lef van duizend mark, met de opmeatki'ng, dat ik haar beu ovaitblijv^nde geld des ua- nn'dldajgs kon teruggeven." Neuhauser knilkte, want hiji healiimerde rich, dat Potermann 'hem gisteren over diait bilWeft Van duizend niaftk gesprokbn had. „Dn nu?" vroeg ihij toen, „wat? h-esEt deze edelmoedige 'handeling van mevrouw Harfc- zenbustili to maken met uw treurigs Stem ming;?" „Zeer veel, Want ik Kaïdi geen gedeg©nheid meer, haar het ovesMïjlVenide gold terug! te geven. Toen ik des namiddags bij| hlaiairl aan belde, werd niet opengedaan. Zijl was op dat oogen'blïk reeds dood'." (Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1905 | | pagina 1