ALLERLEI.
VOOR DAMES
I
Kolontel Andresen werd benoemd tot G'ou-
vernements C ononis sari s en verdreef de
„muitelingen" uit de hoofdplaats Martapor-
ra. Als eerlijk cn verstandig soldaat begreep
hij al gauw hoe de vork in den steel zat
en snaplo tevens, dat, de verheffing van
den wettigen Prins tot Sultan, onmiddellijk
de rust zou herstellen.
Hij noodigde den Pretendent daarom uit
tot een samenkomst in den Kraton van
Martapoera, doch do Prins herinnerde zich
do unfaire wijze, waarop de vorige Holland-
schb bewindsman zich van zijn broeder
Praboe Anom had meester gemaakt, wan
trouwde de bedoelingen van de „Kompo
nie" en bleef weg.
Andresen wist den onderkruiper Tam-
djid van een onrechtvaardig verkregen troon
te werken en hoopte daarna nog altijd op
den terugkeer van den wettigen vorst. Ven
geefs echterUe oorlog woedde voort en
Kolonel Andresen werd intusschen vervan
gen door Resident Kieuwenhuijzen.
Majoor Ycrspyck, dc latere Generaal
thans te 's-Gravenhage woonachtig, streed
mtet groot beleid tegen tien vijand en wist
den opstand eindelijk te bedwingen. Heel
onverstandig van do Regeering werd toen
echter 11 Juni 1S60 geproclameer. dat het
Rijk Banjermasin had opgehouden te be
staan.
Het vertwijfelde volk greep daarom we
derom naar de wapens, de strijd begon op
nieuw!
In 1862 onderwierp zich Pr Ais Hidajat aan
Verspyck en men had hem nu tot Sultan
moeten benoemen, doch verbande hem
naar Java, zoodat de strijd nog heviger
£ve'rd.
Pe geheele geschiedenis van dat Gewest
is 'n droeve aaneenschakeling van derge
lijke domheden. Ja. tot zelfs in de laatste
jaren is er op erbarmelijke wijze gemod
derd eh geknoeid. Van Heutsz moest ko
men en er z'n marechaussee's onder Chris-
t'offel lieen ztenden, om tenminste militair
succès te krijgen, wat intusschen niet weg
neemt, dat het recht nog steeds is aan
den overkant!
En nu hekken we een zwarte jas aan
en gaan op bezoek bij de ongelukkige ban
nelingen. Ik kleed me niet in uniform,
want op militairen zullen die Prinsen het
nu' juist niet bijzonder begrepen hebben.
De Adjuiict-Djaksa heeft belet voor ons
gevraagd en de heeren wachten ons heden
avond om 7 uur.
Lt. Clockenep. Brousson, h. d.
Buitenzorg.
DE SPORT IN DE OUDHEID EN
TEGENWOORDIG.
jWij leven in een tijd, waarin bijna eiken
dag de tijding van een nieuw record in
den een of anderen tak van sport ons oor
bereikt en er wordt inderdaad tegenwoordig
buitengewone inspanning van het lichaam
vereischt. Nu rijst dc vraag op of "de mo
derne athleet een vergelijking met zijn
voorgangers bij de oude Grieken, wier in
elk opzicht flink ontwikkeld lichaam ons
nog altijd als oen onbereikbaar ideaal voor
oogen zweeft, kan doorstaan. Zulk een ver
gelijking is waarlijk niet gemakkelijk door
te trekken, daar bet tot hiertoe aan nauw
keurige gegevens in de oude berichten ont
breekt; de Grieken gebruikten toen nog
geen seconde-uurwerken. Niettegenstaande
dat zijn er enkele punten, die ons in staat
stellen vrij nauwkeurige! schattingen te doen.
Wij kennen het systeem der lichamelijke
opvoeding der Grieken en er bestaan nog
vele beschrijvingen, die ons een idee geven
hoeveel de liardloopers, de worstelaars, de
boxers e. a. presteerden. Ook beelden en
teekeningen op goed' bewaarde vazen maken
Ra protestor wel zijn vrouw haastig in de
redte. „Jawali, laat hem 'bdimeoikomiem. Mijn
heer Zanlkow is immers criminalist van
beroep, 'hij kan ons zeker van dienst zijn."
Stephen Zankow kwam bunnen. Verwon
derd zag hij die verflagen gezichten van
alen, dte tranen ih 'die oogen van mevrouw
Sdhütz en haar dbdhtsr, bet 'bleeke gelaat
Van den professor. „Wat os er gebeurd
vroeg hij) verschrikt.
Door elkaar sprekend vertelden allen drte
hem dte oorzaak van hun opgewondenheid.
„En waren dte' sieraden van groote Waar
de?" vroeg ZankoW, in wien direct de ciri-
mi nalist bovenkwam., belangstellend.
„Jai ihefc was temmmste voor eetn waar
de van zeshonderd mark,"' antwoordde
mevrouw Sdhütz.
De donkere oogen van dten Bulgaar be
gonnen do flikkeren!. „Dat is interessant,
zeer interessant," riep hij bijna vroolijk.
„Wat, verheugt ui zncfh. odk nog ovter ons
ongeluk," bracht Heleno Verontwaardigd in
't ondd'd'etn.
Hij sdhud'de zaldhtjes !h!et 'hoofdt „Neen
niet veriheuigten. U weet d!at ik ui allen ten
zeterste aclit. AEaar ilk iben 'als een gier op
een d!uif of zoo ietsUk verheug mij, als
ik kan gpouren en als! ik ui van drenst ban
zijnAls u milj Veroorlooft heb gevalt te
onderzoeken, 'kan ik u misschien. het ver
lorene terug brengen."
„O besta maneer Zankowriep mé-
Vrouw Scihütz opgetogen. „Als ge d'at eens
vteranodht te doen."
„Ik kan qiets bdloveon. Ik verzoek u mij
Wet kistje en ales te laten zien."
Stephan was spoedig van alle bijzondier-
iiedten op dte hoogte. Hij bekeek opmerkzaam
het Itó'stje, vóór alles liet slot, Eet d'e toilet
tafel openmaken, probeerde Gen sleutel!,
ons met hun lichaamsoefeningen bekend,
daarbij komen nog de berichten over de
groote marschen hunner beste 1 roepen en
ovter andere heldendaden. Na een zorgvul
dig onderzoek van al deze gegevens kwam
een Engclsch deskundige tot de conclusie,
dat de boste athleten van den fegenwoor-
digen tijd waarschijnlijk wel tegen die van
do oudheid opgewassen zijn. Men denkobijv.
aan het zwemmen over het Kanaal "en het
aantal personen, die dit beproefd hebben.
Al is hot tot nu toe slechts aan één
man volkomen gelukt, zoo was toch wat de
anderen verricht hebben van dien aard, dat
men het in de oudheid wonderbaarlijk zou
genoemd hebben.
De sage van Hero en Leander mag op bet
feit berusten, dat iemand over de Hei
pont gezwommen heeft, in elk geval toont
do verheerlijking van deze daad genoegzaam
aan, hoe bijna bovenmenscholijk ze dooi
de Ouden geacht weid. De Hellespont is op
deze plaats ongeveer 3 KAL breed; Lord
Byron en Mr. Eekenhead hebben Leanders
voorbeeld met succes gevolgd. De stroo
mingen meegerekend, zwom Byron onge
veer zes kilometer om van de eene zijde
naar de andere te komen. Wat zouden do
Ouden echter van kapitein Webb of van de
kranige zwemster Friiulem Kellernum ge
zegd hebben? De Ouden waren werkelijk
geen goede zwemmers; vele der krachtige,
tegenwoordig toegepaste slagen waven hen
onbekend.
Hetzelfde gebrek aan ondernemingsgeest
vindt men op elk ander gebied van sport
terug. Ilooge bergtoppen zijn eerst in nog
niet ver achter ons liggende tijden ontdekt
geworden. De Ouden hadden een bijgeloo-
vige vrees voor bergen en wij welen van
geen bergbeklimming uit dien tijd in den
hedendaagschen zin. Wel is Ilannibal met
een leger de Alpen overgetrokken, wat tot
een zijner grootste daden gerekend wordt,
ma;u- de tocht van de Franscho troepen over
den Spltigen en de marschen der Engel-
schen in den Hymalaja zetten Hannibals
tocht over de Alpen ver in de schaduwt
De Grieken hielden veel van balspelen, en
in 't bijzonder van een soort handbal, dat
veel op het Franscho „jeu de pomme" ge
lijkt; intusschen zagen de spelen dor Ouden
er armzalig uit in vergelijking met, de te
genwoordige prachtige balspelen, .waarvan
cricket en voetbal de voornaamste zijn.
Tegenover hun discuswerpen hebben wij
ei$i beleren sport, van het steenstooten tot
het wegslingeren van hamers toe. Onzewed-
loopen worden veel vaker gehouden en ter
wijl zij zich tot het verspringen bepaalden,
hebben wij nog het hoogspringen, denhor-
denren en liet voltigeeren. Als een buiten
gewoon iets op het gebied van loopen over
verre afstanden werd in de oudheid dte daad
van Pheidippides beschouwd, die het be
richt van de aankomst van het Perzische
leger naar Sparta bracht en in twee dagen
ineer dan 200 KAL over een zeer slechten
weg aflegde. Al is dit ook zonder twijfel
iets buitengewoons, men kan echter een
groot aantal moderne loopers opnoemen,
die meer gepresteerd hebben. De Spartaan-
scbe troepen bereikten, volgens Herodotus,
op de tijding betreffende Pheidippides, At-
tika op den derden dag. Dit is een eenigs-
zins vaag bericht en Herodotus is ookniet
heelemaal te vertrouwen in zulke opgaven;
maar klaarblijkelijk volbrachten de Lacede-
monisohe jongelingen in dit opzicht iets
buitengewoons. En toch staan daarbij de
moderne gefoiceextlo marschen, die bij de
infanterie tot op bijna 50 K.M. gebracht
kunnen worden, nauwelijks ten achlez-. Een
ander record sloeg de Boeötër Euchidas,
die van Plataea naar Delphi heen en terug
ongeveer 150 K.M. ging, en ten slotte
dood neerviel. Lasthenes oogstte groofen
roem, door de omstandigheid dat hij hot
van een strijdros op den weg van Coronea
naar Thebe won, die ongeveer 30 KAL
lang is. In veel lateren tijd was keizer
Kevcrus zeef verbaasd, toon een Thracischo
boor den gansehen dag zijn paard bijhield.
Deze boor was later keizer Maximus, wiens
kracht den eet- en drinklust aan liet won
derbaarlijke grensden. Zijn dagclijkschmaal
moet uil 40 pond rimctvteesc.li cn 18 flcs-
schcn wijn bestaan hebben. Slechts in één
ding kunnen wij de ouden niet op zij ko
men, laat staan voorbijstreven, n.l. in bet
verspringen, Phaylios van Kroton sprong,
zooals men op vele inscripties en beelden
Icon lozen, 55 voel ver. Het klinkt bijna
ongelooflijk, want bij ons neemt de sprong
slechts duim voor duim in lengte toe, en
zelfs do tegenwoordige Engelscho kampioen
O'Connor springt nog geen 25 voet ver.
Dc Grieken gebruikten bij het verspringen
gewichten, die zij op het oogenblik, dat
zij den sprong namen, achter zich wierpen,
maar zelfs, al kwamen zij door de hulp van
die gewichten ook twee of drie voet ver
der, toch staan do resultaten nog ver bo
ven de hedendaagsche. Bij al deze beschou
wingen moet men echter twee zaken inliet
oog houden. Eens muntte bij de oude Caie-
ken de massa van het volk in alle lichaams
oefeningen uit, zoodat tussclien den gemid
delde en den flinkste liet. verschil niet zoo
groot was als tegenwoordig, daar slechts
enkelen liet tot het hoogste op het gebied
van sport brengen, terwijl het overgroote
doet der mannen niet aan sport doet. Aan
den anderen kant was de lichamelijke ont
wikkeling hij de' Griekten moer algemeen, ter
wijl bij ons de records der athleten juist
daardoor verkregen worden, dat 'deze
zich meer tot een bepaald gebied van sport
bepalen en liet slechts door do speciali
seering tot liet allerhoogste kunnen brengen.
keteik in die kamer rond1 en onderzocht dte
dteur en de vensters.
„Er is gelen 'gewelddadige inbraak," zei-
de hij. „Da dief of dilejvegigte heeft zidh
laten imsTuaten. Hij of zij 'kan mi-et ver zijn
te zeelken an is ongetwijfeld met heb (hiuis
goed bekend.
,.U gelooft dug ook, d'at het kistje dteor
middel Vam een Vaikfahen sleutel g
opend is?"
De studtent schudde het hoofd'.
„AEevrouw zegt zelf, dat zei dten sleutel
altijd wegsloot, waar en wamneer had dus
iemand' een vasafdtrulk kunnen nemen
Noen, neen, het slot is 'geopend met een
kleinen loopen „Zie>," riep hij plotseling en
bukte zich naar een kïefifn Voorwerp dlat on
der een der bedden lag, „daar 'hebt gö da
hulp van dten dader."
„"Wat, dat ideine stuikije draad!?"
„Dat is do ïóoper. We zulen zien of we
nog iets vnndten."
En Stephan, wiens bewegingen dteor dte
bestolenen vol hoop weirdl gevolgd1, begon
zorgvuldig liet vertrek ta dborizookeira. Zijn
bemoeiingen werdten met gelWkkigen uitslag
bekroond. In dia taimoïijlk, dónkere corridor
voor de deiulr der slaapkamer vomdi hij eten
afgesneden duim. Van een handschoen, zoo-
als men di'.'c pleegt te diraigen teil 'bescher
ming van oen Verwonde duimi.
„Behoort dWa aan, iojn'amdl hier in huis?"
vroeg hij aasn mevrouw Schüte.
„Zöker niet. Van ons heeft nicmland! een
verwonden vinger, ook da feukenimcrd en
het kamerm'eii'slje niet?"
„Hij is ook tie smerig, dan d'at hij] hiter
kan thuarihooren," zeilde db jonge man
lachend'. „Er ia dlus geen twijfel die be
hoort a'an dten dlitef. Word't de eSonridbr dik
wijls geveegd?"
NIEUWE IIONDENMODES.
Al scdeit jaren ziet men op koude en
regenachtige dagen in Londen dc kleine
salonliondjes, gehuld in wanne paletots, die
natuurlijk door de beste hondentailleurs ge
maakt zijn, over straat loopen. Dit is nu
niet zoo heel belachelijk, als men eerst ge
neigd 'is aan te nemen, wanneer men be
denk!, dat die spitsjes, mopjes, terriers en
hoe ze nog meer heeten mogen, dikwijls een
groote handelswaarde vertegenwoordigen
afgezien nog van de innige genegenheid, die
hun heeren en meesters of meesteressen
voor hen koesteren. De bonden tailleurs zou
den er ook nog mee door kunnen als men
bondenmodes niet tot zulke bespottelijke
excentriciteiten doordreef. In de etalages
der Londensclie hondentailleurs ziet men
nu staande hondenboorden met ronde of
omgeslagen punten, die juist op de paletot
passen; zij zijn versierd met een dasje, in
een tint, passend bij de haarkleur van den
drager, en van een schelletje voorzien. Ver
der ziet men er hondenlaarsjes, rijgschoen-
tjes, knoopschoentjes en overschoenen. Een
Londenseh blad heeft de vraag gesteld of
dergelijk schoeisel geen marteling is voor
den trouwen menschenvriend. Deze vraag
is echter ontkennend beantwoord door een
voorname Londensclie dame, die meedeelde,
dal haar terrier niet zonder schoenen uit
wilde.
Wanneer hij zijn chevreau-laarsjes niet
aankrijgt, begrijpt hij, dat hij slechts een
noodzakelijk uilslapjo in den tuin moetma-
ken; zoodra hij echter geschoeid wordt,
weet hij. dat bij de stad-ingaat. Den onge
looflijk fijnbeschaatden torrieronlbreoktnog
maar een overhemd, een monocle en een
„kachelp'jp".
DE KONING' DER NEW-YORKSCHE
BEDELAARS.
Te New-Yoik stond dezer dagen een
venter van polloodon en schoenveters te
recht, daar hij zijn koopwaar slechts bij zich
had om in 't geheim te kunnen bedelen, en
den goedigen voorbijgangers, zooals gcble-
is, sommige dagen een bedrag van 10 tot
20 dollars afzette. De politie beschouwde
daarom ook Nathan Lipsky dit is zijn
naam in 't geheel niet als oen armen
drommel, doch bet resultaat van oon on
derzoek aan den lijve bood toch een on
verwachte verrassing. Men vond namelijk
op hem ongeveer 2000 dollars in contan
ten, bovendien nog]een massa quitanlies, die
voor het ophalen van verschillende huren
voor den lslen September van dit jaar
reeds ingevuld waren. Lipsky is, zooals hij
ook moest bekennen, de gelukkige eigenaar
van verscheidene groote huurkazernes. In
één daarvan bewoont hij met zijn vrouw
en zes kinderen een zeer aardige woning.
Do „Koning der bedelaars" werd wegens
landlooperij zes maanden naar een werk
inrichting opgezonden.
„Eiken voormiddag."
„Del diefstal heeft dus tussc'hen gistier-
voonmiidldlag en nui plaats gelhad1."
„Jai, zoo moeit het wezen!, Gistelnmidld'ag
waren dte! sierladten er nog."
„En -u slaapt ihiidir 's nachts?"
„Ja."
„Dan zijn dte Voorwerpen g,isteriiamidld!ag
'gestolen. Staat u mijl toe, professor, dat alk
dleze vondtet in het laibwatarhim onder-
zoelv
Mijnheer 'Scihiita knilkte en begaf zich met
Zankow in het 'gelijjkvloeirs gelegen bilboa-a
torinum. Da Bulgaar geitenuikte in de eerste
plaats teen microscoop, en daarna- cenigte
dhemr'ieiailiëa. Wel' een. uur was hijj me-t zijn
weirik bezig.
Plotseling wendde Oiij rich tot den pro
fessor, die) zaviijjg]etndj aan Ihtet venster stond.
„Heeft u. weaMui in uw huis gehad)
„Ja., vi'Jor Weken gefodlen."
„Ha ook een schilder?"
„Zeker schrijjnwedkers, sahilldters, bo-
hangors eire timmeriliieclleii.
Nul 'hteeft u iets ontdekt?"
,jZeeir zeken!, patefessor -ik hoop u uw
eigendom terug te brengen."
„WörikddjPc?"
„Jai misschien reeds van avond. Geef
u, de zaMc maar niet «Jiirect aan. bijl de poli
tie)
„Als au zteker is vlam uW zaalk
„Volkomen zdkori Wilt u' mij', «als 't u
blüieifb, dte adiiessetm gtev'on imn de patroons,
düte 'ui het Werk hebt opgeidlragen."
Professor Sdhüte voldeed aan dien wonsdh
en Zankow1 vertrok,
's Namiddags tegen zoa uimr (kwamu hij,
wielen. „Hebt u: dte zaak oolk hijj dte pcflitie
aangegeven V' iriJep. hijl meödk bij) do .dteur.
„Nteecn," antwoordde de prof-cesor.
N ET) ER LANDS CU E WIJSHEID.
De geest kan cosmopolitiseh zijn, 'l hart
niet. Vos ma er.
Een volk, dat. zijn afkomst vergeet, is
een wortellooze boom, die bij den eersten
storm valt.
Wetenschap is een schat, die aangroeit,
naarmate men er meer van uitgeelt; maar
insclïrompelt, wanneer men er karig mee
is tegenover anderen.
Hebt gij dertig deugden of meer,
Ende subbclt*) gij eenen keer,
De dertig deugden vergeef men al
Ende uwe misdaad alleenc houdt getal.
Gezelle.
'De tragedie der meestcj levens berust op
niets clan ecu misverstand. Wallis.
De Hemel heeft bet. klccn verkoren I
Al wie uit ootmoed wordt herboren,
Die is van 't hemelsche geslacht.
Vondel.
Trage gaan
En verre zien,
Is het welk
Van wijze liên.
Gezejle.
Wie zijn regt eischl, doe zijn pligt!
Potgieter.
Daar en is geen beter bate
Als gezonde middelmate,
Eii die 't midden houden kan,
Iloudt het beste, wijf of man.
Achting verdient al wie doet., wat bij
vermag.
Tussehen hoop cn schromen
Verslijt de tijd des levens. Qunet en goet,
Elek beeft zijn tijL eii beurle,
als eb en vloet.
Vondel.
Uw roeping is, zooals gij zijf te zijn.
Jacques Perk.
Eenzaamheid verhoogt de zelfbewustheid
van den geest.
Struikelt.
ALLERHANDE.
Theeplanten van zeven jaar brengen ruim
300 pond thee per morgen grond voort.
Aren beeft gezien dat een albatros een
schip gedurende twee maanden volgcte,
zonder dal men hem ooit zag neerstrijken.
Alen kan gerust regen verwachten wan
neer paarden en runderen den hals strek
ken en langdurig de lucht 'opsnuiven.
Telegraafdraden in de nabijheid der zee
kust houden het veertig jaar uit, terwijl in
fabrieksdistricten dezelfde draden slechls
tien jaar of zelfs nog korter dutcn.
Een kameel kan met zwemmen. Iloe on
gelooflijk het klinken moge, hij valt om
zoodra hij grond verliest in een stroom en
doet geen enkele poging zich van den dood
in het water te redden.
Steenkolen, die op een droge luchtige
plaats bewaard worden, branden veel langer
dan die welke in een dichten kelder zon
der ventilatie zijn opgeborgen. Als kolen in
„Dat is goed]," rieip hijj liadienid! em reikte
den professor triomfantelijk een papieren
pakje, dlat de' gestoten, siteiradten bevatte."
„Kijjk u eens of er ook Wat ontbreekt."
„>B!ijcte verrast, snefdia Sdiiite aneb cte
voorweupcin - naair aijm wlnouiw, die alllesl in
orde vond1. Natuurlijk had! hijl Stephan mee
genomen, wien thiij, dm venrulktki mg da hand'
drukte.
„Gij] rijt een genie, mijnheer Zanikow
boe Qitebt u dat aangelegd
„Dat was niet moeial!j|k," vterfcllaarde dte
jong'o man liaidbancf. „Door het onctorzoek
van dan duim van don handschoen kreeg ik
de overtuiging diat die beritter een scihnM'etr
moest rijn, een! der siehfJdlera die 'bijl u aan
huis geweest is. Dit spooa- venwoilgdo ik en
rcedb na bwe© luiur had ilk dten sldlruldl ge.
Da 'arme heeift geweend! 'eu geiklhagd, is vader
van kinderen en heeft geen werik. Da nood1
heeft hem varlieiid! ik h-elb litem boïoofcll dat
u geen aanklacht tegen hem zoudt indienen,
als hij -all! es teruggaf."
Daartoe veirMaard'e d'e goedtnoedijglo pro
fessor ridli gaarne! beateid cn Stephan Z-an-
k'ow stond' voortaan als mcinscih en. feeirlmg
nog Shoogeir bij) hlern in aanzien dla-n viroeger.
een plaats zonder lucht worden bewaard
ontwikkelt zich daaruit gas cn dit maakt,
dat zij minder warmte geven en spoe'ete
verbranden.
In de groote Arkansas Vallei, groeit een
eigenaardige plant. In den vorm van een
ronden bal, wisselt de grootte af tussehen
één voet of minder cn vijf of zes voet in
middellijn; sommige planten groeien tot
manshoogte. Deze plant groeit op een kor
ten stengel, die evenwel dik genoeg is Qm
de hocle massa te dragen, tot zo rijp e!(
droog is. Dan is oen •kleine windstoot vol-
doende om de massa om te blazen en het
kleine stounscl te doen breken. Atet iedere
windvlaag roll de rondo massa dan over
do prairie, over struiken en sfeenen, zoo
groot is dc lichtheid en elasticiteit. Als een
sterke wind blaast, is bot gezicht van een
groote massa van zulke voort vliegende bal
len bijzonder vermakelijk.
Het kleed, waarmee in Rusland een' dood.
kist bedekt wordt, is tof op zekert boogie
een onderscheidingstecken. Men gebruikt
rose aks de overledene een kind of een
jongen of meisje is, rood voor vróuwen ert
bruin voor weduwen
Zonderling genoeg gebruikt men nooit
zwart.
Twee maiandten ïa-tdr bevond1 ridb profes
sor Schiitz in Dussaldbri, wafeu- hijj aan. een
conferentie van baroepsgeuooteai dterinaim.
Twee d'ag'on voor rijn vtertrelk ontving bij]
tot rijp. ver baring in rijjn hotel' bezoek vten
eeini polibia-nnspeicte'uir.
„Onzo igearedhts-eheanileub ihodfb miiji naar u
Veahvtezem, anjijjnh'eteir dte professor," begon dte
ambtenaar, „als dein .amitoriteiit op het gte-
hiod' der afami'nrthernrite."
„Verzoeke verzoeke I" - woes do pro
fessor af.
„Niet waar, u lioiudt zêdlii besf'ig! met dte
MODE.
Onder de nieuwe japonstoffen bekleedt
laken weer een eersic plaats. Juist omdat
geen andere stof .zoo soepel is, of zich zoo
gemakkelijk laat bewerken, wordt het veel
genomen. De ongelooflijk wijde klokrokkcn,
die ook om de knieën in de diepol e plooien
vallen, kan men slechts maken van liet
zachtste laken, zonder eenige voering. Als
men dezen rok uit minder zachte stof
maakte, zouden de plooien niet. mooi val
len, en men zou allicht aan de snit wij-
ten, wat de schuld van de verkeerde keuze
der stof Avas.
Voor het veolgenomen tailonnade kos
tuum worden ook grove Engelsche stoffen
kasjmir en cheviot het laatste veel in
marineblauw gedragen. Ateel sloffen zijn
geruit, men ziet de ruiten heel klein, maar
ook in een lengte van 28 tot 30 cif. Zij
zijn niet op\mllend, maar zoo gekleurd en
gowoA-en, dat men do ruit eerst op zekeren
afstand opmerkt. Do sloffen mol, groote
ruiten worden schuin verwerkt, de aller
grootste neemt men alleen voor den rok,
het lijfje maakt men daarbij van effen stof
in de hoofdkleur van do rail. Zulke kos
tuums, meestal met voefvrijen, geplooiden
rok zijn zeer geliefd als straattoiletten.
De mecstgekozen kleuren zijnmosgroen
in verschillende schnkeeringcn, roodachtig
heliotroop en wijnrood.
De allernieuwste mode sluit zich aan bij
liet refornrkleed. In hoofdzaak is alles het
zelfde gebleven als vroeger; "de rokvorm,
het garneersel, de mouw, alleen tie taille-
lijn is verschoven en daardoor is iels ge
heel nieuws onlslaan. De onderrand van
het lijfje loopt óf van voren óf in den
rug iels naar boven en komt opzij ongeveer
2 A'ingerbreedien hoven de heup uit. Hij
loopt dus bijna zooals de onderste rib, en
juist, omdat hij de natuur volgt, heeft hij
zoo'n sclioone uitwerking.
Aten draagt tegenwoordig hoogo, hoekige
hoeden, zoowel «als platte ronde; hoeden
met de meest gebogen, evenals mot smalle,
rechte randen, zonder dal men zeggen kan
waf het nieuwste is.
Uit de voorliefde voor gazen sluiers zijn
de vele gazen garneeringen ontstaan. Toch
gelooven wij niet, dat deze draperieën zich
in 't winterseizoen zulten kunnen staande
houden; ten eerste duren zulke theatrale
modes altijd maar kort,, maar ten tweede
passen bij die sluiers buitenlucht, zon en
ujitvindinig va,n teen iRtefuiwe methode tot het
ven'terijigen van 'hoogtei smelttempd-aitareuf
„Vo'lkameini juiist, en miijn ivörik heeft tot-
een verblijdteïici! mesmltaat geteld, fttag611
'houd! ik in. onze Wergiaiden-inigl eion A"oardiiudlit,
waarin ito tntijn wrtvitodhig1 zal bekend
maken."
„Zou-dt n dam zoo goed! willen rijbj 0119
uw wetenschap voor 'het ondlelrzoek van
d'nitestöii dlitefstal met inbraak, dia ons
sadtert eenige dlagcin dag en naaht bezrg
hcnndlb, tel' tadhiikikinigl ta stelen."
„O, zetteen-1," veirklaaide Scihütz vriendelijk
„Het betlreft ttiiiea- een inbraak, in Hand-
kcschtlb'ank. Heb is dien dief getókt, dooi
mïdldol van oen stof 'dia voer de tot nu' k*5
oudteiMiiangldlö cdicimiiöi' een geheim! is, de
sterke djbaren wand' van dte brand- en m'
bnaalkvirij|0 braindfcabt te smelten, een kira
wa-anvan de sterkste tegen alle tob dim®
'bekendte methodes wasi 'bopi'oafd'. De ®e'
is d'aaa'door in het bezit v'an meer )aJ
veertigdmizieinld1 mark aan goud en bawkp"
pier geraakt, aï het .andorei heteft ki|
niet gomakktelijk to Vartzrilivtereiu laten 'ligg®11'
En dit is niet 'liet eenilgte geval! van di®
aard). In Hnuihur-g, Beirilijp, Dresden
'Miinehen rijn in^dJei laatste vveken sooiVo6"
lijlka interlaken in teanikzaken niet goed fR
volg gitepleegd! -eini dte dief hoeft aiclli ctw
v'am do tot nu toe oiibtekeudte methode
d'ieindl."
Dte barangsttelihing van don professbr W
opigawokt.
„Een aruotlio-do, die niemand kent?
hijj voil vuiur. „Ik avoo€i niteuwsglrerig!^-1
ik de opengebroken kast beertttitigen
„I'k wiklfca -n vicMzoekau mijl even daart
te* willen velgen." j.
Onmiid'dtelHijllc bcjgtaven toidte miannen
n-TOir dte pTaiats v'an d'en dieifstal.Dö
op|
mo
Lw
bi
dc
tol
UK
ne\
het
wil
voc
\er
wei
I
hui
hoi
ruil
lu
hev
op
aan
01
>r
dm
Ma.
E
een
lllft
N
halv
vrite
li
'brJi
«>an
tuis
lade
de,
«at
atoi
tecfl
tit t