Praatjes ow we, weide tl i| wat. Landbouw en Yeeteelt. 55 fj ml, iakt eon een hen I in tot kor- om en vol- hot lore zoo een een bal- ood- ogte nikt een i en looit ecdt iifl.it zoo veel kon, oien liet Als stof val wij euze reen clitig Ho ruimte; in 'te nauwe stadsstraten, in nevel en regenweer, zijn zij niet op hun plaats. Behalve met tamelijk lange, maar zeer Ineecle sfcruisveeicn, worden de hoeden ver sierd met Iluweelcn en zijden bloemen. Ook inet lint garneert men, maar dan meer in ruches of rozetten dan in sfrikken. V)K HERLEVING VAN DE JUWELIERSKUNST. In den laats ten tijd is do smaak van jiet publiek Ion opzichte van kleinoodién zecr vooruitgegaan; een vooruilgang, die (|e kunstenaars van alle landen er loc btitefd, hun kennis en talent op dit gebied aan |C wenden, lenvijl de bekwaamste vakman nen overal bezig zijn de steenen op de meest harmonische wijze te zeilen en do peuren samen te' voe'gen met die bekwaam heid en dien smaak, die de Oosteitingen vioeger alleen bezaten. Een belangrijk gevolg van diL kunsl- liandwerkje" is, dat mooie byouterieèn een hooge waarde! hebben verkregen, van dit kunslhandiverklis, dat mooie byoute rieèn een hooge waarde hebben verkregen, als kunstwerken naast do waarde, die hei metaal en de kostbare steenen hun reeds verschaften. Toch kan het in menig op licht betwijfeld worden, of er werkelijk vooruilgang is te bemerken, als wij de oude Grieksche, Gotische en Byzanüjnschc kunstvoorwerpen er bij beschouwen. I)e tegenwoordige herleving in de j'uwc- licrskunst zal ongeveer vijftien jaar geleden zijn begonnen; terwijl wij nu op een punt zijn gekomen, waar gestreden wordt tus- schen hen, die de zuiverheid van teekening vsn het oude werk of do sierlijkheid van de Byzantijnsche kunst willen behouden en hen, die in hun streven naai- iets nieuws, onbewust lot het voorbijgegane terugheden en die, in plaats van iets werkelijk moois, slechts iets ongewoons en dwaas leveren. Het publiek is natuurlijk verantwoordelijk voor de eindelijk© overwinning van den goeden smaak in de juwelierskunst. Zoo lang dit nog vraagt naar steenen op allerlei onmogelijke wijzen gezet, en nog „kunst," Loopt iu den vorm van nabootsingen van keukengereedschappen, hanen, bloempotten en dergelijke, zoo lang zal ook de gewone juwelier aan die vraag trachten te voldoen. Men moet echter hij het koopen goed on derscheiden of werkelijk hef kostbare stuk ook een „kunstwerk" is. EEN HOTEL VOOR KINDEREN. !n do eeuw van het kind, waarin zoo- ycc!_ voor de kleinen gedaan wordt, kan men er zich niet over verwon dden, dat er, nu men al heeft: kunst voorliet kind, een kindertheater tón kinder clubs, ook een kinderhotel is opgericht. Dit gebeurde door meVrouw Waller Ward io het Westen van Londen, die het lict zetten Ion behoeve van hot, door haar opgelichte, Noilaiul-Instituut, waar jonge meisjes uit den beschaafden stand tot be- Uume verpleegsters worden opgeleid. In tel hotel voor kinderen krijgen de verpleeg sters gelegenheid, zich te oefenen, en voor tel eerst zelfstandig op te treden als op- toedsters en verpleegsters! van kinderen. Be nevens dit, hel voornaamste doel, heeft lict hotel ook dit nut, dat hel ouders, die om de een of andore reden hun kindoren ekige 'oor een poos achterlaten, een gelegenheid icden verschaft, waar zij de kleinen goed bezorgd ïallc, Wen. kan Het eigenaardige hole! is in een groot, hbs, in liet rustigste en schoonste deel van 17ijn honden, gevestigd. Het bevat oen reeks Toch mime vertrekken, alle licht, frisch en gezol- zich l lig ingericht. liet huis is in verschillende ande ahlcelingen verdeeld, die ieder hun eigen ilralc j Mam dragen. Natuurlijk zijn de meubelen eedc met het oog oji de kinderen, gekocht. De n en bewoonsters van do verschillende afcleolm- fcliet m!" 'fc tot a-was riep I" laheen gen mogen niet met die van andeie in aanraking komen; deze maatregel is ge nomen, om iets huiselijks te behouden. Om diezelfde beden is in iedere afdcoling maar óén verpleegster niet drie kinderenmeestal voegt men hij elkaar een kind van onge veer 7, een heel Heintje en een, dat van den leeftijd daartusschcn is. Er worden kin deren van 1 maand tot 9 jaar-opgenomen, kleintjes worden beziggehouden zooals de bewaarscholen, de grooteren bezoeken een nabijgelegen school. Alles is er natuur lijk naar de oischen van de hygiëne in gericht; de grootste zorg wordt besteed aan de melk voor de kleintjes; om den voorraad frisch te houden, is er in iedere afdeeling een kast, die van voren shehts door een deur van gaas gesloten is. ■Omdat, het hotel is opgericht als inrich ting ter oefening van do verpleegsters, heeft men allo reden, om te vertrouwen, dat de kinderen er in ieder opzicht goed verzorgd zijn en zij er hun' tehuis niet al te erg missen. èomfeus had mwuwdijiks aetni Mik geworpen °P de jn dien ijlztea-en wand -dar bmandkaafc aaagen tóhtei vamvoebbinig, elf 'lidjf vea-bibeCkbe c» deinsde terug. B-»auin!, daar 'hdj| nog naidsera uitkomsten rnijln métliodb noodig Wad'. Daarom üiiJ odk <hiks .xnianoouVrfe» mot dien tend!- MnringOf uitgjeiVoindsn, emi hijj is bov-en- ^ül'eon igekomien oon konnis van mljto t© krijjgcin van wieQlk© totem in allo *n -wetad! geEprdkem olf om mi 'b -algo- f®11 dta cllitomfssdli© kennis ta betkomon, tój voor zjjin mi'sdladfgei bbdoeffiingetn eii T ®öa OTimiilnialïist vajimoiiging kltenb noemde hij aiidh, maar hiij is een •-"pen nufedtrfidSIgea' ©n atniidaerdei alleen, oj|a iJaag, biaroapi mot nog mletetr suioees mieo©peaeMi|» Een Amerikaanscbe dame schrijft „AVe leven in een tijd van slechte manie ren, eigenlijk gezegd kent onze tijd in 't geheel geen manieren. Dit bepaalt zich' niet tot één stand. Een dame met diamanten en kanten versierd, die op haar plaats in de opera hardop zit te babbelen en dus cle om haar zittenden belet te verstaan, wat or gespeeld wordt, is niet minder ongema nierd dan de man, die in een drukke straat een meisje omver loopt, of de ander, die haar een standje maakt, omdat ze niet gauw genoeg opstaat en hem dus hindert. Is hel te verwonderen, dat zelfs onze dienstboden en werklieden de meest gewone beleefdheid als beneden zich beschouwen, of dat ecu vreemdeling, die in ons lancl komt, ons navolgt? In minder dan een maand zal een bescheiden, beleefd meisje van bui ten veranderd zijn in een ongemanierd we zen, uit vrees, dat men haar anders niet voor vol zal aanzien. Inderdaad wordt bui tengewone beleefdheid in sommige klingen beschouwd als een toeken van maatschap pelijke minderheid. „Zij waren niet uit deze stad," zei een jonge vrouw, sprekende over menschen, die zij in een hotel had onlmoet, „en zoo be leefd, zij overstelpten mij werkelijk met vriendelijkheden." „Dan zullen zij wel niet veel bizonders zijn geweest," antwoordde haar vriendin, „ik vertrouw menschendie zoo over dreven beleefd zijn, nooit veel." „Ik neem nooit mijn hoed voor iemand af," zei eens iemand" tot mij. „Ik hen even goed als een ander. Waarom zou ik dan groeten?" Zulten beleefdheid en hoffelijkheid, aan gename en geestige gesprekken, do kunst om zichzelf op den achtergrond te stellen (nooit over zichzelf le spieken, maar altijd over de belangen van zijn vrienden), geheel en al tot de dingen van het verledene gaan behooren, of zullen we tot de manieren onzer ouders terugkeeren?" WENKEN. Te nauwe glacé handschoenen. Te nauwe glacé handschoenen kan men wijder maken, door ze in een met water bevochtigden, witten doek eenigo uren te laten liggen. Dan 1 ickke men ze aan en men zal zien, dat ze meer meegeven. Men moet den doek niet tc nat maken, om de kleur van hei leer niet te bedeiven. Zijden zakdoeken. Zijden zakdoeken wascht men het best in aardappel wat er zonder zeep. Ilieitoe schilt men eenigo aardappels, maakt ze fijn in een schotel met koud water, laat ze een uur staan en giet dan het water door een zeef. In dit water wascht men de zakdoeken, die daardoor weer zoo goed als nieuw worden. Aster horizonlalis. Deze veel te weinig verbreide h'etfst-asler draagt in October een' groote menigte kleine, witte, in 't midden rood gekleurde bloemen, die, zelfs al komen er nachtvorsten voor, lot jn November duren. Den heolen zomer door is do plant trouwens ook mooi. De, aan den stengel horizontaal bevestigde, tak ken zijn bedekt met sierlijke, kleine, don kergroene blaadjes. Om rozen- en andere perken heen kan men ze plaatsen, ook kan men ze als kamerplan! houden, dan bloeien ze wel tot December. VemvondWid! luisterde die amjbteia.air maai de 'Woorden vian den professor, dlte hem daarna alllesi verdbr medtedeiei'd©. „G-eem tw'ij|fel!," zeid'e Mji „de Boelgta- is een geslleipen scMmt, di© u.w gpedihaid misbiruiitkt .heetfb. Wij 'htetbben aai litem d©n dia der gevotid'ein. Malar hoe thtem. nar te> krij gen? TJ kent zijn >adreis! nfebl" Eon paar diaigteii l'ateir veorsdliecn h©b bo- rialiit van den professor au that loikatte blad1 van da phrnts waai» hij) verWSjlf hield m deed vlan, duaa- spotediiigt gjeuoeg db rond© in RECEPTEN. Tomaten Tomaten kan men in flessclien bewaren, door ze eerst goed schoon te maken, en in 4 gelijke doelen le snijden. Dan kookt, men ze in hun eigen nat op, en giet ze daarna in goed schoongemaakte flessclien, die mol een varkensblaas worden gesloten. Zoo ver liest de vrucht niets van haar schoone kleur en behoudt ze haar smaak. HoUandsch© saus. Drie eierdooiers en 1 theelepel meel wor den met. 1/2 L'. water geroerd, met notemus- kaat gekruid, ondel' het roeren aan de kook gebracht en dan vlug van het vuur ge nomen, Daarna wordt er wat azijn en 125 CrV. boter doorgeroerd en voegt men er wat kappertjes bij. „JK Wil u weteai waaaonii?'' 7.0 een dfeeiï Van liet Votóht op, wordt diaa/r- door zolif ook vochtig, neemt dbiiliialvo miindor vodht op en da'oogt alzoo. mii'ndbr goöd. Woa»dt rnu dloor trek d© vocibtigie! lucht ge- rogeil'd door dirogo vei-vangon, dian neamt di© W.e.uwo aangevoei-d© dlrogb lucht, op 'haar beurt wloer waterdamp mod© ©n zoo is het vochteg© voorwerp of Wet natte goed zeer spoedig diroog. Is er daarentegen geen trekking, dam staat het dlrogein, zoodrai d© hwht mot waterdamp verzadigd is, natuiuir- stil. Maar wiat is nu cte oorzaaik), dat het wuter in damp overgaat? Het is beken di: zonder wiarmte heeft d£t niet plaats. Hoe oneer warmte, lio© sneler verdamp'ng. Elk voorwerp im d© omgeving v'an natte Voorwerpen, dat warmer is dam dia vochtig© Voorworpen, aal' wat van zajjn warmte afgeven om db verdiampiïiig tie be vorderen. Wia weü! eens een tijld' met natte Ocleoren moest ttoopon, kom. dit diuii'delijlki be merken. Zijn ISiohaami Eelveatfe d'am Voor efen aanaienlijfe «Heel d'e wanmta, di© nooffitg was om db Mbelren to dtegbix; van diaar het koudte gewoel!, het „riU'em1" dab men d!oet. Ho© aneor mem ito. d© Belwiegmig Mij'fb, 'boei meer* warmt© men daatt'door opwekt, dfes te smelïeai dtogen db Idbeiran em dies ta inihder gbvaar loopt men td© nadioeligjei gewoligön van aulk een gedwongen w'aa-mto-lbvaranta© to ond'cffvindldn. Warmt© ©n snollia ltodht- beiwbging bevorderen d!a vordaimping bui- tónigawioon. Hoe spoedig dlrogerriwegen «n g'rondbn nciot op oils db zon feil! sehijjnt en er- ©en flink© wimd is. Hieinunt volgt odkl, d'at Waan- voor Vead'am- pinig w!'armté velribruilkt wordt, d!o warm tegraad) moet diatei, het konder wor'dt. Is MJ een hloomifet of groentenkweekeir in een wartma kas db tbmpieratuur te hoog, d'an be sproeit hij sijln pad'eta met frisch Water; diib verdampt Well spoedig, d'och d© teanp'ö- natuiuir d'aalt. Wel' had) hij) door dburén ©n ttlaaneni open te zetten, zijn doel ook! hetteiikt, (miaair dlan, lh!ad! 'bijl teVensl sijjn getvoaligo plan ton aan ©an voor haar nadbeMgen tocht tb-loot gcsitóldl. Hoé Mck-etr fiiisck kan het op da warmst© zomerdagen op dion boetn;- koek niet zijnj, a!a di© pas gieschrobd! en dus nog vochtig is). IN'og een opmerking. Wainme Ducht zaï sm'eer wiaterd'aimp op. kiumnon nememl, dan ko-udb, of rn.a.w. wai-mö ludlit is niet zoo spoeld'igl vexziadligd! aki een van lage. tempa- a-atuiur. Ook dit leert db eavaring ©n. zal! na het boVenaangeivoeatto wel gem verklaring moer- bteiioeven. Keer-en w© nu to-t d© kaas terug. Demkéul wo eens, d'at in 'het kaadlokaali ©en droge warm© tocht aaniweaaig is. D© nog Vodkhigie klaas -Zal dam. sn'd opdirogon, ailtoo aeeir véél van haar vodht alfsbaia/n ©11 dit ia niet igeiwenscilit, daar dlan. dl© rijping, dus db hactm'iëngirooi, slechts langteaaau voort gaat. Op twee manieren kan de te snelle dro ging voorkomen worden: vooiwst door luchten de temperatuur verlagen, do. koudere lucht is dan spoediger met waterdamp ver zadigd on het snelle opdrogen der kaas houdt op. Door 'den vloer te besproeien met water, bereikl hij evenwel ook zijn doei, want er verdamp I wafel-, de lucht wordl koeler en tevens vochtiger en is daardoor niet meer in staal veel vocht aan de kaas te 0 nil rekken. Tocht nu- Is in do kaasbe waarplaats minder gewenscht; de kazen da len aan deh windkant te veel in tempe ratuur en dit is verkeerd. Daar komt nog bij dat door den luchtstroom, al is hij koe ler, toch de verdamping 'bevorderd wordt, en haar wilden we juist tegengaan. .Luch ten is derhalve slechts dan toe tc passen, als het zonder tocht to veroorzaken kan plaats hebben. In do meeste gevallen zal liet besproeien van den grond liet raad zaamst zijn. We kunnen ons ook het geval denken, waarbij de lucht in hef kaaslokaal te voch tig en te koel is, zooals in dezen tijd licht kan voorkomen. Het varhoogeh van 'den warmtegraad is dan hot eenvoudigst. Luch ten zou de vochtigheid wel verminderen, maar misschien tevens de temperatuur nog meer doen dalen en dit moet voorkomen worden. Hoewel de verwarming het best plaats heeft door -vartu wafer of stoombui- zen, wordt een gewone kachel liet meest gebruikt. In de meeste kaasbewaarplaalscn laat men het zonlicht slechts spaarzaam Linnen vallen en daardoor wordt een koele, voch tige lucht bel meest aangetroffen. Om di© reden wordt meest bij drojp wmd gelucht en blijft het luchten achterwege bij regen achtig weer. Het slechts op oen kier openen der blinden en luiken weert behalve liet to sterke zonlicht, tevens een groot aantal in secten. liet laaf zich begrijpen, dat jonge en oude kaas liefst niet in eenzelfde lokaal moeten bewaard worden. De vochtiger jonge kaas wil wanner en droger bewaaul worden dan oude, waarbij de rijping reeds is afgeloopen. iWavmcr, omdat dit den bacterie-groei in de hand werkt; droger, wijl en de kaas vochti ger is en voor een goede korstvorming een wat vlug opdrogen der buitenvlakte wel ge wenscht is. Kazen, die soms lang na lret rijp-word.cn bewaard blijven, eisohen een goed gesloten, vrij harde kost. Oudé kazen hebben voor haar1 rijping geen warmte meer n00dig, voor haar is het vol doende, een zekere vochtigheid te bewaren onr verder uitdrogen le beletten. Er gaan toch ponden genoeg de lucht in door het drogen. Do warmte wordt nog maar al te dikwijls op het gevoel bepaald en zoo gaat het ook rn'et de vochtigheid. Is het beoordcelon der warmte al lastig, de juiste vochtigheid)laat zich niet gissen. Hangt men in de kaasbewaariplaats ben thermometer op, dan geeft deze de tem peratuur aan. Dooi- er nu een thermometer naast te hangen, waar-van men het kwik- bolletje met ecu lapje omwoelt, welk lapje met een dor punten in een glas of kopje met water hangt, krijgt men door de aan wijzingen der beide thermometers te ver gelijken, een volkomen j ais te opgaaf van de vochtigheid in hef lokaal. Do tweede! thermometer zal bijna altijd lager tempera tuur aanwijzen dan de eerste, in elk geval nooit eon hoogere. Hoe vochtiger de lucht in het lokaal is, ho© minder water uit het lapje, waarmee do themromeferbol is om.- den, zal kunnen verdampen. Maar dan wordt er door het lapje weinig wjmnte aan het kwikballetje onttrokken voor de ver damping. Denk maar aan de natte kleeien bovengenoemdbet lapje vervult do rol der kleeren, de kwikbal die van ons lichaam. Is de lucht droog, zoo verdampt 'er veel water uit het lapje, daarvoor is veel warmte noodig en deze moet de thermomblerbol le veren, dus daall hel kwik door afkoeling en de thermometer wijst een lagere tempe ra tuur aan dan de eerste niet bcvochügd© thermometer. "Wijst de droge Üiermomelerbol 50° F. en de vochtige 42° F, dan goett dit aan, dal de lucht vxij droog is, daar zij slechts de helft van lief vocht heeft, opgenomen, dat zij zon hebben opgenomen, als zo voi-- zadigd was. Had de laatste thermometer niet, 42° maap 4G° F. aangegeven, dan was de lucht veel vochtiger, want nicl. voor de helft, maar voor drievierde was ze dan met waterver- zadigd. Een verschil als eerst genoemd is, zal dus geschikter zijn voor jonge kazen; hel tweede verschil meer voor rijpe. Rekent men een. gemiddelde temperatuur van G0° F. voor den drogen thermometer, dan zal do vochtige voor jonge kazen pl. m. 54° F. moeten aangeven, voor oude kazen pl.m.öG0 a 57° F. Veel omslag voor het bepalen dei- vochtigheid is derhalve onnoodig. „Ik :hob oveir uw nieuw© uitvinding gle- lozen. Ik wiffidie u Verzoeken mij d!aiaum©o zo© spoedig mogdlijk op- db hoogt© t© bron- gen. U wbet -waarom, alk iln dlte ondetrwetnp zoo zeet 'belang! stel." „Ilk weet Üiet," amtWoardld© d© professor, en werkelijk:, hij) wist hot lied! nauwkeurig. „Intussdhen, zal' u <wd! wat tófeuirgesfcdd) worden." „Ik weet niet wia het' bericht to die Mai den geplaatst hooft, anaar iu dozo opviatbimg is hot niet votkmon juiist. Het 'gaiat ©igjen- llijlk niet om iets nieuws, maai» om ©en var an dlaring of v'erbetdrimgl van mijn vomjge vinding." ,,iU zal' mij ebn groot gbnoegetn doen, met z© mijl mie© ta Abeibn." „Ik anaafc eir geen geheim, van, ten minste voor ui niet, want ik weet, d'at u gbeu con current is on u ©en andea* 'd'od' voor oogieu stelt. Kom morgenochtend! om tien mur maar fe, imiijni lalbioratoriium." „Dank u zeea-, professor, Kfe zal em zijn. Vertooiiiliooft ui mijl mijn opwachting t© xniar ken bi| ruw1 geëerdb familie „Dat is vergeefschiet moeit©mijp Vrouw on dbthtem zijlu beid© zooovcm uitgegaan." „Dat spijjb mijl zSeca-, wbrkefijk. Goeden morgen, professioir." Do professor ktoiikt© hleimi goedbn mtoagen en 7.ond! oogenhliktMijk een telegram, aan dén inspecteur af. Heb bevatte hechts db woorden„-Kom dadeffijk, SöhiiLs." Kllg 1VCÏ kos- itlen '1 in zijn naar Zij 1 en eren oote illev ïok, i stof kos- liden t. mbij ket one, aille- ge- van don «voer i, en I Inj jrgeii irikt, ■kond ons u een a ons beEg fölüjk fend- door ui toe is, de >n m- l kast huiver 3 dief t dan nikp lijS a's iggen. i dl® eai> oi tg6" id P1 steed3 fel» •yflT^U »M%i eigen m'atihodb, mijn eigen uitwiin- stamelde (hal „Wat?" Jfeen twijfel da dietf heeft op oen of Mère wijze, kenmulsi Van mijn uitvinding'. Haat, 'hoe in cle wemeilldl is -dit mogelijk Esniige minuten stond de professor als ■j standbeeld. Pilotséltinig' scheen hoinl iets eirdclijk gawoa-dbn to zijlu. diemauidl andea-s dlani hdj| zeikesr 1 Bo- «kjffiiijjn, neef en diö zoon van mijn ouden mtendi v. 'Haten, aainj iWtei volstrekt miat tociffc tia wordfen (god'adlii, is hij alleen in 'jn uitvinding naden ingewijd." „Wier J JEen jonge BoeÖgiaair* die in mijn! la.bora- wierkto. Zeker, nul is mij alles cthii- ijk, riep Söhiitz getroffen. „Da jong© ftlebffc dbn sieradksn.diefstal' ito miijp ^szeif begaan ©n, toen d'em: zoogenaamden ontdekt, wfcönBi maan thijl niet noöm- >om zicdi meer bij) tmij| in tel diiingon en krijlgfe'it tot mijn privaat-labo- „ITij hieeifb zokar igoon vast adres ©n is nu hietr dan dlaar. Maar," voegde) di© pro fessor er nai een oogedbMt aïadtenitan lachend aan to©, „i!k! weet een middel! oom den schurk, in handbn t© krijgen. D© bedwte- gor zal in zijlu eigen strik gevangon wor den." „Wolk inj-idldöl' dan, iwijinbm' d'o pro fessor „Ik zal een iberidhtj© in de kranten, laten opnemen, d'afc Kit, na d© opanibaanm'akmg van miij'n uitvinding aeedk waa- den. niauiw© op dit gdbcod op heit spoor ben, d':© nog Veiei voiiraisseindleir uitkomsten zaJl gsvon. Do op lichter, die) er gceini iele© van Jreteft, dlat zijn geh aim voraadon is, zal d© gelege ntód! omi oen niouva methods to leoreai kennen, nést l.atdn Voorbij[gaanIrnji zal anflji kcxmien op- zoeketn, omi cfa oudo betnetlcklingon ween- a'an to knooipon. Zoo iganw üiijj ar ib, zal ik u ©ein boodbohap Zenden on Owsin dbn vdHgtemdom dlag iliaton touefcomon dan is ales in otrdio," „Pradlitig," aiibp db mspoctew'; „ik ge loof dat drijf iin db val ,1'oopt." at t Een en ander over de verpleging van om vee en wat daarmede samenhangt. (Vervolg). Het rdjfpetm dieir kaas ia ©au gaVotlg Van don gtroeii! van bacteriën, dJifc staat Vast, zoo als wo een vorig maal zagem. Welt© bacte riën. nui ©elitar opvdllgieiid! ©f nevsnsi ©Ikan- dfeir 'bat iljipon ibeweitkstelligtenl is nog on- ziaker; en nu zullen d© voorbgetzetb© ondtea- zoekmlgon en pi-oofneanmgein dier DacSfceinio- Ibgen clb zaak w©l' tot eietni oplossing' b|T©n- gen, maai- daarmaa is de pi'alktijfk vooreerst nog niet göb'aat. Zij aal we z©i!<fen het reeds vrteegter haaip ruut moeten doen uit- sliuiitendl met wat db envlarimig] tot op hbdbn als dbeltreiffbnci) voor dei bevordering van het nijipen heieft aangtewszen. De Waaimite ©n db v'oo'ht.i'pgthiaii'd) ditei» (l'iutteht in het nijlpingsïdkaaï spolbn, diaar-bij eon "bolang- rijjkei rol1. De Wainmtei of temjpeaiatuam-1 dieir llucOit ün d© kaastbeivaaatpllaatsi ,is vrij|weli na te giaain. met d'em hh0nn0mfiteil, ©n naan' Weihoaffc© te ragolen. Met den voahtigheddbtoastand' d'ca- luioht as dlijL rvel1 Wat lastiger, voocredl! omid'at hij ook bolieörscht woaJdt dooi» den wammteigraadf. Wat Vomtaat men door den vbciitiglbbJds- toestand! dieir luicihit? Het r's .ailigemeie.n ekbndl, 'ho© nat good op ecu zolldbr, waan hot fhnllc trekt, waar dus gteregelld! mouiw aangovomlfe taaht liangpl hot goed waait, spoediger idiraog is, dan op eon zolder, waiar ramen en dbuirten gesfetem bliji- vcm. Dit verschijnsel! 11a wol te Vcrldiairen. Het in hot goed' aanwezi ga water vcard'ampt, d.w.Z. komt als) watoTdaimp in db Juriht. Dit Vard'aanpan zajll zoo Danig voort gaan tot db Ikidhto -met waterdamp verzadigd! is. Het is toah iniict id© lucht als mot een sponst. Is zs diroog, zoo neomt zo veel! water ophoe nat ter z© 'evehweill wordt, ihoa minder water1 za opnoemt «n ainddllik is zo zoo nat, dat van vodlit opnemen geen sprake mieieir is; 7.0 lis Aan mot wiateir veu-zadlugdl. Met oen dbek, dwe'li ©11 zeem is het ©vemeelnsi. Is lucht nul droog ©Tijlkointzeriu aamraiking niet natte), vochtige vooanveatpon, zoo neemt de geihraellei iporfèi. "Vol' varwaeihhinig aag Sehiitz d© verdara gebemdfenisseai tegemoet. Hij had' zicih niet Vcii-gjst. Er was uog; goon week vcirl'oopen slefdert liiot Bericht vam den piofessorj versdhetnen was, toon het kamermeisje op con morgein tagrani lil uur met ©en Weirgenoegld: gefeibbt «mieincor Zam- kow aiandü'endb. Het diienstpfflfeoneell! mocht dbn taxraiw- hairtilgen Boël'gaar al ©von graag lijden fills da flamiiïllLa ©n Beata was bopaald 'blij, dat hij den professor weer kiwamu Ibezodkon. „Laat hem binnenkomen," riep db pa»ofeö- sor, ©n hij) was ook zieer in zijlu sdipk, maiU- dlat had! on 'au'dbrei oortzaiak. Het vdügondb oogonbil>.lk trad- StepilAm Zainkow die) Ikiamea» binnendtealifdo dii© iiij oltdjid! gewfeiest was, 'hetzélfd© open vriiendte)- llijjko gezicht, hotoelMb IcindieaTlijlk-ixarav© i'aohj© om dlsni mond'. Met ©ein paar diep© biU(igiinig«n trad! hiji op don proifessoi* to© en za' d© met bowoigeii sbean:, „Goedbn anorgen, mijn waard© professor. Het is tog gdkxton, d!at ak u ontmoet hdb, ik ho.b wemkdijlk zeea- Vaiiiangdl u> en d>© go- adite familio wear k© zion." „Zo© meneer Zankow, blij j© to zfvem. Het. vifol don professor niet gemakkelijk te veinzen, hbt lüofste had 'Kijl dten huaclie- laar d'a kamer uitgegooid^ maar in htefc bb- lang dien» zaafc bediwtenig hij zsich. „Ga. zitten fe hot ui 'goedgeganm „Heel .good, professor." „Is ui naaa- uw Vadoilacndi gtewbeetl" Dei Boelgiaar knikte toestemsniond). „Ilc bon maar Sofila gowteesb, d'aaa" kom ik nu juist vandlaan, ©xpatea om ui te zion, po fessoar." ^Weidkdllijik „Hu?" Reeds dbn volgenden morgen va-oog was de professor op -zijp Isaboi-atoxi'uimi in g-ezei- srih-ap van dbn inspecteur on oen aimieretn beambte Deee haidbn hadden een wit lito- non kidl! aiaingetrokkonj, zo-cols anen za ito ikliniekon, Taiboa-atoau'a ©n meer d'örgdlijk© inrichtingen ribt dbatgon. Da-ard'oor geielken zo VoDkbmein op twa© jongeft-en d'ea- woten1- sdhap. „Ik 'hoop, dlat ihajl 'geen adhtandbdht za>l! krijgen," meaktei d© inspecteur op, toen lliij op zijn honlogb zag dat hot naar tien urn- kcp. „Waairom zou hij? Ik twijfeO! etr nog aan of diijj werkelijk schMdig (is. Miis- echiein doe ik llifam todh noig omrodht," ba-aoht Sdlwitz bedonkeilij'k in hot nudlcl'on. „Dat golbof ik niet," antwoordde d© in- spectom», „m'aar wé zuilen het vooraiohtig' aian'leggon; ui Sdeant mij|n pïan." „Jiaweï, bn ak aaï u) 'hieipoa zoo goed ik kan." „Na allies Wat u mjij veatel'dj heeffc, géloof ik, d'at w© m»t een wianhopigen lenaap te doen hebben. AVij hbblbonj beiden ebn revdl- ver; maan- dat is nitet voldbondö. Ebr wij daarV0in göb-rink makon, kan hij zichzelf hob ben doodlgleschotem, of als hij' tegen stand wiffl Heden, 0111s ütóbibbn aamgegjrepen. Daaromi wil' ilk probeonen hom dloor list in miijm 'madht te Ikirijgeto. IJ heeft mij laatst verteld, dat n mot Rankoav ©ons een gesprek heeft gehad oVea- eon hoei 'bijteiidbr ondbr- weirp. AA7eet u 't aiog?" Hij! fltofetaridb den professor iets in 't oor. „Ja zekeir." „Daarmee kunnen) \vij| heon vei-sdhaillken. Bovendien houd-eai nog twe© a'-eeheircheam-s buiten do wacht ©n zuiden, zoodli-a. hij| is 'binnongetredem, voor db dour post vatton." „Daar komt hij," riep Schütz, wiens hart bijna lioorlbaaa- klopte. Stepilian Zatokow trad binnen, vriond-ellijk en onbevangen, .als altijd. „Ik héb db ceri professor goeden mor gen heea-en." „Kennen d'o hoeren ©ïk'-aoi- nog ni'ot? Och,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1905 | | pagina 11