Wn pel-soon, die een deel van mijn tijd
in beslag nam om to praten over niets
in 't bizonder. Ik weet heel goed, dat ik
nooit iets zal geven om die menschen, die
ons kwamen bezoeken of naar wie ik toe
moest gaan. Het feit alleen, dat zij ons
een bezoek brachten en wij hun een tegen
bezoek schuldig zijn, neemt, mij tegen
hen in.
Nu heb ik een vraag te doen bestaat
er één man. ter wereld, die het prettig
vindt, bezoeken af te leggen? Ik durf daar
zonder eenige aarzeling op antwoorden:
„Neen, geen enkele." Mannen hebben mot
hun verloofden of vrouwen zich altijd on
der protest aan die verplichting onderwor
pen. Vraag maar naar de reden van een
bezoek en gij zult er een vrouwelijkeu in
vloed uit bemerken. Een jonge man maakt
visites op verzoek van zijn moeder, een
oudere omdat zijn Vrouw er op aandringt.
Geen man, jong of oud. zou ooit een stap
verzetten om. een visite te maken, als een
vrouw hem 'daar niet toe aanzette.
EEN ANEKDOTE OVER DE
FRANSCIIE POLITIE.
Dit do gedenkschriften der Fransche po
litie blijkt, dat al in den tijd van Lodewijk
XV de Parijsche zakkenrollers zeer bekwaam
in hun vak waren. Monsieur de Sartines,
het hoofd der politie, gebruikte dikwijls ont
slagen dieven als zijn agenten. Toen men
hem daarover aanmerkingen maakte, ant
woordde bij:
„Wijs mij eens een eerlijk man aan, die
lust beeft in dat werk."
Onder een gesprek aan 's konings tafel
hield de Prins de Beauvcau, eens vol, dat
het onmogelijk was iemand te bestelen, die
de noodige voorzorgsmaatregelen nam.
„Prins," antwoordde De Sartines, „ik ge
loof niet dat uw opmerking juist is; als
u daarvan overtuigd wilt worden, zal ik
u morgen bij mij aan tafel laten bestelen,
zonder dat u er iets van merkt."
„Ik wed om 300 Louisd'or, dat het on
mogelijk is," riep de prins, „het geld, dat
ik win, zal ik aan de armen geven."
„Het spijt mij voor de armen," sprak de
Sartines, „maar u kunt er zeker van zijn,
d.at u uw geld kwijt is, prins. En om u
te bewijzen, dat mijn vrienden niet van
bet gewone slag zijn, zal men u zelfs de
ridderorde ontnemen, die ge op de borst
draagt"
„Dat is kras, mijnheer De Sartines," ant
woordde de prins lachend. „Ik heb alle
hoop, dat ik de weddenschap za! winnen."
Den volgenden dag zat aan het diner te
genover den prins de Beau veau een voor
naam heer, voorgesteld als de Chevalier de
Calatrava, van de Spaansche ambassade.
Aan tafel werd druk gesproken en tussehen
de twee heeren ontspon zich een levendig
gesprek over letterkunde, wijsbegeerte,
kunst enz. Nadat dit eenigen tijd geduurd
had, naderde mevrouw- De Sartines den
prins met 'nopen beurs inde hand en vroeg:
„Mag ik Uw-e Hoogheid om iets voorde
armen verzoeken
De prins keek naar zijn borst en zag,
dat de ridderorde verdwenen wvas.
„Ik beken, dat ik verslagen ben," sprak
hij glimlachend, en terwijl hij een cheque
voor 300 Louis d'or schreef, voegde hij
eraan toe: „en ik za! voortaan niet eens
mijzelf meer vertrouwen."
„Uwe Hoogheid," antwoordde mijnheer De
Sartines, terwijl hij den prins de ridderorde
overhandigde, „ik geef u het bewijs mijner
overwinning terug met de verzekering, dat
het niet uit de kamer geweest is."
Iedereen wilde weten, hoe de diefstal ge
beurd was en eindelijk vertelde hel hoofd
der politie
„Het w-as moeilijk de orde weg te nemen,
omdat ze aan een lint orn den hals werd
gedragen, maar terwijl de prins in gesprek
was met den voornamen, ontwikkelden Che
valier de Calatrava, dien ge niet dikwijls
meer in een aanzienlijk gezelschap zult
ontmoeten, trok een mijner agenten, die on
der de tafel verborgen was. aan het servet
van Zijne Hoogheid. Driemaal bukte de prins
om het op te rapen en van die gelegen
heid werd gebruik gemaakt om het lint
door te knippen en de orde Ie stelen;
maar omdat wij, die met lint en al wil
den hebben, was het noodig dat het servet
nog eens voor de vierde maal viel."
DE VOLHOUDER WINT
Na het einde van den zevenjarigen oor
log was Frederik de Groot» eenigen lijd zoo
druk bezig met het ordenen van de lang
verwaarloosde belangen zijner hoofdstad,
dat bij zelfs niet omzag naar zijn gelief
koosde fluit. Onder de officieren, die zich
bizonder hadden onderscheiden in den oor
log, was een kapitein van de grenadiers,
Ritter genaamd, die bij Buckensdorf een arm
had verloren. Maar dit was nieL zijn eenige
ongeluk. Hij was in het hospitaal ziek ge
worden zoo ziek, dat toen de vrede ge
sloten was en de rapporten werden opge
maakt, hij als dood werd opgegeven. Maar
•hij "leefde nog en kon zoifs eindelijk naar
Berlijn reizen, waar hij den koning trachtte
te spreken, doch Frederik was bezig en
wilde hem niet zien. Kapitein Ritter kwam
telkens terug "met het verzoek, dat hem
een pensioen zou worden toegestaanmaar
de hovelingen, met wie hij sprak, konden
hem niet helpen, de koning was niet voor
hem te spreken. In de eerste plaats wou
Frederik niet lastig gevallen worden en in
de tweede plaats betaalde hij liefst zoo
weinig mogelijk pensioen uit.
Op zekeren dag kwam de kamerheer weer
zoggen, dat kapitein Ritter om een audiën
tie verzocht.
„Zeg hem, dat hij zich met. zijn zaken
bemoeit," riep de koning.
„Dat heb ik hem gezegd, sire, en hij ant
woordt mij, dal. hij niets anders te doen
heeft dan om zijn pensioen te vragen. Do
arme man! Hij heeft zijn arm verloren en
zooveel uitgestaan. Als Uwe Majesteit maar
één oogenblikje naar hem wou luisteren."
„Donnerwelerl" riep de ongeduldige vorst
Uit „Ik zal dan precies één oogenblik naar
hem hooren. Hij mag binnenkomen en twee
woorden spreken. Als hij het waagt ér meer
bij te voegen, verban ik hem uit de hoofd
stad."
'Kort daarna trad de verminkte kapitein,
wien men de onvriendelijke toestemming van
den koning had medegedeeld, in diens te
genwoordigheid. llij had een geschreven
verzoekschrift in de handen zich op één
knie latende vallen, hield hij dit. naar voren.
„Wat beteekeu! dat?" vroeg Frederik.
„Wat verlang je?"
„Sire toeken!" antwoordde de oud
soldaat Hij boog het hoofd en zei niets
meer.
De koning nam met een hartelijke» lach
het verzoekschrift aan en zette er zijn hand-
tcekening onder,
DE PLICHT OM GELUKKIG TE ZIJN.
De wereld zou heel wat. beter en vroolij-
ker zijn, als onze opvoeders eens spraken
over den plicht om gelukkig te zijn zoo
wel als over het geluk van zijn plicht te
doen; want we moesten allen trachten zoo
vroolijk te zijn, als we kunnen, al was het
alleen maar omdat we door zelf gelukkig
te zijn, zooveel bijbrengen tot het geluk
van anderen.
Ieder heeft wel eens gevoeld dat een
vroolijke vriend is als een zonnige dag, die
alles met glans omstraalt; en de meesten
onzer kunnen naar eigen verkiezing de we
reld rondom hen op een paleis of op een
gevangenis doen gelijken.
Er is ongetwijfeld eenige zelfzuchtige vol
doening in bet. toegeven aan zwaarmoedig
heid: in het zitten nadenken over onze
grieven, vooral als die min of meer denk
beeldig zijnin het. toegeven aan de mee
ning, dat We slachtoffers van het lol zijn.
Vroolijk en opgewekt zijn kost dikwijls veel
inspanning; het is een kunst om zich geluk-
lig te blijven gevoelenin dit opzicht, zoo-
als in zoovele andere, moeten we over ons
zelf w-aken.
WAARDE VAN BOEKEN IN DE
MIDDELEEUWEN.
Een Gravin van Anjou betaalde in de
vijftiende eeuw voor één boek vijfhonderd
schapen, 15 H.L. tarwe en even zooveel
rogge en gerst; en in vroegeren tijd werd
het uitleenen van een hoek als zulk een
gew-ichtige zaak beschouwd, dat de bis
schop van Winchester, toen hij in 1299
een boek uit het klooster van die stad
wou Iconen, een schuldbekentenis moest
teekenen, waarop in den meest plechtigen
vorm was vermeld, dat hij voor de terug
gave zou zorgenen Lodewijk XI moest
in 1471 een groote hoeveelheid zilver in
pand geven en met enkele zijner edellie
den een schuldbeken tends teekenen, voor hij
een boek in leen kon krijgen.
EINDELIJK BEREIKT.
„Wat heb je van je vrouw gekregen op
je 75-jarig huwelijksfeest?"
„Den verzilverden huissleutel."
GEVOLGTREKKING.
„Onze oude vriend Flaps schijnt ook
geen zacht vrouwtje getrouwd te hebben."
„Waarom geloof je dat?"
„Hij laat zich sedert zijn huwelijk altijd
millimeteren."
KINDERLIJK.
Kareltje (die in de Alpen een koe water
ziet drinken); „Mama vervalscht die nu
haar melk?"
JEUGDIGE BOOSDOENER.
„In een verbeterhuis wilt u mij brengen?
Dat huis zou ik willen zien, dat mij ver
betert I"
GEKRENKTE EERZUCHT.
Inbreker (een krant lezend): „Wat is dat
nu voor een prulblad 1 Daar staat mijn laat
ste groote inbraak niet eens in!"
„Hoe kon Elza toch dien man nemen,
hij is de grootste nul, dien men zich den
ken kan."
„Dat is waar, maar zijn kapitaal heeft
ook 5 of 6 nullen."
Onderwijzer (een knoop in zijn zakdoek
toonend: „Weet u ook wat dat is, Mr.
Brown.?"
Mr. Brown: „0, ja een gedenkteeken!"
Landlooper: „De menschen worden steeds
hardvochtiger, als je om een. aalmoes vraagt,
wordt je niets dan werk aangeboden."
„Zie eens mevrouw, die zes kalveren
zijn alle van mij."
„Zoo, zoo en. hoeveel liter melk geven
ze wel per dag?"
Postbode (brommend in den regen); 'lis
toch ergerlijk, dat ik nu met dit honden
weer een prijscourant van een modewinkel
twee uur ver moet brengen naar een boer,
die niet lezen kan."
Rechter (tot een landlooper): „Waarom
ben je uit het gemeentehuis ontsnapt?"
Landlooper: „O, mijnheer de. rechter,er
zong een nachtegaal zoo mooi, dat ik met
onweerstaanbare kracht naar buiten gelokt
werd."
EIGENAARDIGE VRAAG.
Heer (tot den cipier cener gevangenis)
„Ik. heb verlof gekregen om den gevangene
Karei Smit te bezoeken. Ls hij thuis?"
Oom (die zijn studeerenden neet bezoekt)
„Ja, zonder grooten ijver kom je er tegen
woordig niet, kijk bijv. eens naar mij, ik
ben al van 5 uur af op do beent"
Neef: „Dat is nog niets bij mij verge
leken, ik ben sedert gisteren nog in 't ge
heel niet in bed geweest."
Mijnheer den Oude: ,,'t Is toch dwaas,
dat de grootste gekken altijd de mooiste
vrouwen schijnen te trouwen."
Mevrouw den Oude: „O, jij vleier!"
A. „Wat, is Smid, de vroegere beursman,
schrijver geworden
B. „Ja, eerst heeft liet papier hem ge
ruïneerd, en nu ruïneert hij het. papier."
NEDERLANDSCHE WIJSHEID.
Een teere vrou spat uit, al t' ongelaeligh,
In weelde en druek: een mans-har' draegt
zich maetigh.
Vondel.
Door duizend moeitijekheen
Rolt de tijt. en verslijt onghenndigh,
Verbrijzelt stael en steen.
Vondel.
De wortel heet tevredenheid;
De takken hecten stevigheid;
De blommen heeten lieflijkheid
De vruchten heeten zaligheid;
De heele boom heet. matigheid.
Gezelle,
ter Waarheid streeft mijn twijfelend
gedacht,
ter Waarheid streeft mijn rustelooze ziel,
ter Waarheid wille ik steeds met al
mijn krachten,
tor Waarheid, bron van balsemende
vrede.
Rodenbach,
Op onzen, volksbodem, die naar meer dan
één zijde open ligt, rijpen de sappigste vruch
ten bij zuidwestenwind,
Dr. Colenbrander.
Trouwe is broescher alsc een glas.
Jacob van Maerlant.
VOOR DAMES
MODE.
De hoed, die nu het meest in den smaak
valt, is van grijs of bruin vilt, zoo zacht
als laken, met een ronden bol en een op
geslagen rand, waarop eeu pluim van veer
tjes is bevestigd. Elegante toques worden ge
dragen, versierd met aigrettes, die voorop
den hoed zijn geplaatst en door een mooie
speld worden vastgehouden. Heel sierlijk
zijn de hoeden met lange fazantenveeren
van mooi blauwe en metaalgroene kleuren,
die achter op het haar vallen. De meeste
hoeden zijn zwart, de kleur wordt er door-
het garneersel aan gegeven.
Heel fijne hoedjes zijn van zilveren of
gouden kantstof met struisveeren. De over-
heerschende vorm daarvan is een kleine,
ronde bol met een rand in allerlei sierlijke
bochten gelegd. Op het plaatsen van de
voeren komt het natuurlijk aan. Zii moeten
van achter Over het haar vallen en het
voorhoofd niet raken. Bonten toques heb
ben cache-peignes van zaclil-bruine luie.
Zij zijn met een paar groote bloemen ge
garneerd. Iedere maand brengt een kleine
verandering in den stijl der hoeden, maar
als we goed opletten, zien we dat het dik
wijls voldoende is om een aigrette of bloem
te verplaatsen, om weer geheel naar de
mode te zijn. De vorige maand bijv. lagen
de aigrettes plat als na een storm of regen.
Nu staan ze weer rechtop voor op den toque.
Grijze "villen hoeden worden veel geno
men met wille of gekleurde struisveeren.
Korte struis veertjes verbergen bijna den
bol van sommige kleine hoedjes, terwijl
hoeden van middelmatige groolte aan één
zijde zijn opgenomen legen een bloemen-
garneering. Veel van de voorjaarshoeden
zullen van zijden moirée of Crêpe-de-Chine
gemaakt worden.
VORSTELIJKE HUWELIJKEN
UIT LIEFDE.
Ieder voelt zich aangetrokken tot een
huwelijk uit liefde, vooral als dit van een
vorstelijk paar is; en een vorst, die af
stand doet van zijn aanspraak op een troon
om den inspraak van zijn hart tcvoigen,
die het leven aan het hol vaarwelzegt om
zoo eenvoudig te leveri als een landedel
man en niets begeert dan het bijzijn van
de vrouw, die hij Jiefheeft kan zeker
op sympathie rekenen.
Zooveel vorstelijke huwelijken zijn een
voudig staatszaken tot stand gebracht
door regeeringspersonen, die alleen aan het
belang dcT volkeren dachten in plaats
van gevoelsaangelegenheden, dat men het
toejuicht, als een vorst zijn hart laat spre
ken en een morganatisch huwelijk sluit
waarbij vrouw noch kinderen eenige aan
spraak' mogen maken op den rang ol hot
fortuin van den echtgenoot en zich daarin
werkelijk gelukkig voelt.
Zulk een huwelijk was dat van den on
langs overleden hertog van Cambridge, den
neef van koningin Victoria en oom van de
tegenwoordige prinses van Wales. De prins
was, in de dagen zijner jeugd, de schoonste
en innemendste prins in Engeland en werd
beschouwd als eeu der beste partijen van
geheel Europamen zcgl zelfs dat koningin
Victoria hem tot haar geniaal- begeerde.
De hertog beantwoordde evenwel, de lief
de zijner koninklijke nicht niet, zoodat
deze haar genegenheid aan een anderen
neef schonk, prins Albert, van Coburg; en
ieder weel, hoe gelukkig die echtvoreeni-
giing was.
De jonge hertog maakte eens een reisje
door liet land, toen hij door een ongeluk,
dat bij met zijn rijtuig hield, genoodzaakt
went, den nacht door te brengen ten huize
van eeu aanzienlijk landedelman, Fairbro-
ther genaamd, die zeer onder den indruk
was van dit. onverwachte bezoek en zijn
mooie dochter Louise waarschuwde, dat er
een prins van den bloede in lnm lmis was,
naar wien zij vanaf de trap even moest
blijven kijken. Zij stond te wachten op den
aanzienlijken bezoeker, toen deze plotse
ling naar haar toekwam, omdat hij den
weg van zijn vertrek vergeten was. Hot
meisje was zoo verlegen en zij zag er in
haar verwarring zoo lief uit, dat. de her
tog, die ongevoelig was gebleven voor de
bekoorlijkheid der koningin, opeens zijn
hart verloor: en na zijn vertrek, droeg hij
de herinnering met zich om aan de prach
tige oogen en blozende wangen van een
slank jong meisje, en die herinnering begaf
'hem niet.
Hij huwde haar, zooals men weel. en bleef
haar tot aan den dag van haar dood lief
hebbon, want ofschoon het. hof zijn huwe
lijk als een morganatisch beschouwde, dacht
hij er nooit over, een ander aan te gaan,
naar hij zijn hart geheel gegeven had aan
het bekoorlijke meisje.
Een van de meest bekende morganati
sche huwelijken uit den tegenwoonligen tijd
is dat van prins Oscar, Karei, August, den
tweeden zoon van den koning van Zwe
den, die een eenvoudig meisje liefhad en
haar huwde, in spijt van de sterkste tegen
werking zijner familie. Ebba Munk was
een hofdame van koningin Sofie, de moe
der van prins Oscar. Zij bezat geen enke
len 'titel. Toch huwde de prins haai* in
18S8 in Londen en deed daardoor afstand
van al zijn rechten op den troon. Hij draagt
nu den titel van prins Bemadottc.
Het keizerlijk huis va.n Oostenrijk heeft
meer dan zijn deel gehad van morgana
tische huwelijken en droevige liefdesgeschie
denissen. Meer dan één tragedie is daarin
afgespeeld.
De meesL opzienbarende van die liefdes
geschiedenissen is die van aartshertog Johan
waaraan een mysterie is verbonden, 'dat
nooit is opgelost.
De aartshertog Johan Salvador van Tos-
kane, een bloedverwant van keizer Frans
Jozef, werd verliefd op een mooie opera
zangeres, Ludwüla Hubd en trouwde met
haar, tegen den zin van zijn familie, deed
afstand van al zijn rechten en nam den
naam Orth aan naar een van zijn kasteden.
Het romantische huwelijk werd in 1891
te Londen gesloten in tegenwoordigheid
van den Ooslenrijkschen consul-generaal.
Daarna kocht de aartshertog een geheel
uitgerust schip, dat hij „Santa Margarita"
noemde. Hij kocht alle bestaande toekenin-
gen en fotografieën van het schip op, om
dat hij het niet zoo algemeen hekend wilde
hebben.
Kort daarna, vertrok het jonge paar naar
Zuid-Amerika, waar het te Monte Video
landde. Van daar zeilde het uit met een
onbekend doel. Na deen, heeft men nooit
meer eenig spoor van het schip of zijn
passagiers gezien en er nooit meer iels over
gehoord, ofschoon het Oostenrijksche gou
vernement nauwlettende onderzoekingen
liet in hel werk stellen, die ook al gedaan
werden door avonturiers, die wisten, dat
Johan Orth ongeveer twee en een half miil-
Lioen dollars aan boord van de „Santa
Margarita" had.
Het laatste Oostenrijksche huwelijk is
dat van kroonprinses Stephanie, weduwe
van aartshertog Rudolf met graaf Lonyav.
Hef huwelijk had plaats in Maart 1900,
en werd uit zuivere liefde gesloten. Do on
trouw van haar eersten man, dien zij te
gen haar wiii trouwde om aan liet verlan
gen van twee hoven te voldoen, had haar
veel verdriet gedaanen zijn tragische
dood verduisterde haar jong leven.
Zij ós een zeer mooie vrouw, geestig, be
gaafd, wel onderwezen en even veertig. Door
haar huwelijk was zij genoodzaakt, meer op
te geven dan eenige andere prinses. Zij
verloor niet alleen haar hoogen r;uig, maar
ook de kasteden en paleazen, die haar wa
ren toegewezen. Zij is nu eenvoudig gravin
geworden, maar men zegt, dat zij' zich in
haar nieuwe leven gelukkig gevoelt met
den jongen graaf, die een zachte kunste
naarsnatuur- heeft.
Aartshertog Ileinrich van Oostenrijk huw
de voor eenige jaren een tooneelspeelster
en werd dientengevolge genoodzaakt uit
het leger te gaan en van liet hof verban
nen, De keizerin, die eens de bekoorlijke
vrouw van haar neef ontmoette, werd zoo
door haar- ingenomen, dat zij wist te be
werken, dat de keizer hem vergaf en aan
zijn vrouw den titel van barones Weideck
schonk.
Aartshertog Frans Ferdinand, de toekom
stige troonopvolger, huwde eenige jaren ge-
Gsdbukt t**
leden gravin Sofia Choteck van Bohemen;
en als hij keizer wordt, zaJ zijn vrouw
niet, do plaats van keizerin naast, hem mo
gen beklecden.
Frans Ferdinand zal dus de eenige re-
go erende vorst zijn, die een erkend morga
natisch huwelijk beeft gesloten. Hij zal haar
zeker niet door een wettige vorstin laten
vervangen, daarvoor heeft, hij haar te lief.
Voor haar huwelijk was de gravin hof
dame bij aartshertogin Isabella, gemalin
van den neef des keizersen. daar de aarts
hertogin verscheidene mooie dochters had,
kwam 'Frans Ferdinand dikwijls bij haar
aan huis.
Iedereen dacht, dat een van die- meisjes
zijn vrouw zou worden en men was van
beide zijden zeer met zulk een huwelijk
ingenomen; hij zelf had ei- ook niet anders
over gedacht, vóór hij kennis maakte met
de bekoorlijke hofdame.
Aan het Russische hof huwde groot
hertog Michael, de neef van den czaar,de
kleindochter van den dichter Pushkin, ook
aan het Bciersche hof zijn verscheidene der
gelijke huwelijken gesloten en nu zal, naar
men zegt, de vierde zoon van den Zwecd-
schen koning binnenkort met een Zwetti
sche tooneelspeelster trouwen.
In Buda-Pest Ls door de bewoners van
verschillende steden aan de niachthcbben-
den een verzoekschrift gezonden ter ver
krijging van de toelating van meisjes op
de gymnasia. Het verzoek werd zonder
eenige reden kortaf geweigerd. De feminis-
tenvereenlging is niet. van plan zich hierbjj
neer te leggen, maar zal in don loop van
dit jaar een 'beweging ten gunste van
de toelating der meisjes op touw zetten.
Te Parijs is een beurs gesticht om vrou
welijke studenten in de gelegenheid te stel
len studiereizen te maken naar Amerika,
Engeland, Duitschland en Zweden, om daar
de merkwaardigste inrichtingen voor op
voeding te leeren kennen.
Als directeur van den zoölogischen tuin
te Para in Brazilië is een Duitsche vrou
welijke geleerde, Dr. Snethlage, benoemd.
Zij is tegelijkertijd directrice der zoölogische
afdeeling van het door den Zwitser Göldi
aldaar gestichte museum voor natuurlijke
historie. Dr. Snethlage is een leerling van
Yon Haeekel en Welsman en promoveerde
onlangs cum 1 a u d e le Freiburg.
In New-York zal een nieuw theater wor
den opgericht, dait naar Sarah Bomhard
genoemd zal worden. De tragedienne zaf
geldelijk bij deze onderneming betrokken
zijn. De grond voor den schouwburg is reeds
voor een millioen dollars gekocht. In den
herfst moot het gebouw' klaar zijn.
Te Boston is heit huwelijk v;ui Emily
Ailken door haar moeder kerkelijk ingeze
gend. Doze laatste is namelijk als predi
kant aan een aldaar gevestigde kerk aan
gesteld en voltrok dus als zoodanig liet
huwelijk barer dochter met den predikant
Horst.
In Shanghai nam een groot aantal vrou
wen deel aan een vergadering. De tijd,
waarin do Chinees zijn vrouw opgesloten
hield, behoort dus ook tol hel. verledene.
De Chineesclie- vrouwen beginnen de En-
gelsche en Japansche taal tc spreken, piano
le spelen, naar Europeesche schouwburgen
te gaan en aan vergaderingen deel te ne
men. In China komt overal leven en be
weging; men wil iets nieuws zien, leercn
on genieten.
WENKEN,
Koper kan men op de volgende wijze
schoon poetsen: men neemt geest van sal
miak, lost daarin wat groene zeep op en
schudt dit mengsel dooreen. Met een hierin
gedoopt, lapje wrijft men het koper op, dat
op deze manier veel. gauwer schoon wordt
dan wanneer het met poetspommade ge
schuurd wordt en ook veel langer blijft
glimmen.
Inktvlekken op den vloer kan men ver
wijderen door verdund zwavelzuur op de
vlekken te gieten cn daarna de plek met
zand, soda en zeepsop af te- boenen.
RECEPTEN.
Oeufs au Béchamel.
Kook een eetlepel, boter met een eetle
pel. meel tot. dit vermengd is. Voeg daar
oen kopje bouillon bij en roer bet tot de
saus dik is. Voeg er dan een eetlepel kap
pertjes bij een theelepeltje peterselie en
zout naar den smaak. Als de bouillon zout
genoeg was, hoeft men dit er niet eens
meer bij te doen. Leg er zes hard gekookte
eieren in, die in de lengte in vieren zijn
gesneden en dan nog eens overdwars mid
dendoor. Laat dit alles samen warm wor
den, doe er een theelepeltje citroensap in
en dien hel voor.
Taart.
1/2 K.G. meel, 1/2 K.G. suiker, 1/2 K.G.
boter, acht eieren, 25 Gr. gedroogde ker
sen en een beetje zout. Klop de boter met
een houten lepel tot zo roomachtig is ge
worden, voeg er onder voortdurend roeren
het meel bij, cn langzamerhand de suiker,
de iu tweeën gesneden kersen en het zout
en dan de eieren, waarvan men hel geel
en het wit afzonderlijk heeft geklopt. Als
alles goed dooreen is gemengd, wordt het
in een vorm gedaan cn anderhalf tot twee
uur in den warmen oven gelaten.
RUKSKHN V. d. 8CHIKDAIMGH* COURAXtfc
■-.••• "1