Wn pel-soon, die een deel van mijn tijd in beslag nam om to praten over niets in 't bizonder. Ik weet heel goed, dat ik nooit iets zal geven om die menschen, die ons kwamen bezoeken of naar wie ik toe moest gaan. Het feit alleen, dat zij ons een bezoek brachten en wij hun een tegen bezoek schuldig zijn, neemt, mij tegen hen in. Nu heb ik een vraag te doen bestaat er één man. ter wereld, die het prettig vindt, bezoeken af te leggen? Ik durf daar zonder eenige aarzeling op antwoorden: „Neen, geen enkele." Mannen hebben mot hun verloofden of vrouwen zich altijd on der protest aan die verplichting onderwor pen. Vraag maar naar de reden van een bezoek en gij zult er een vrouwelijkeu in vloed uit bemerken. Een jonge man maakt visites op verzoek van zijn moeder, een oudere omdat zijn Vrouw er op aandringt. Geen man, jong of oud. zou ooit een stap verzetten om. een visite te maken, als een vrouw hem 'daar niet toe aanzette. EEN ANEKDOTE OVER DE FRANSCIIE POLITIE. Dit do gedenkschriften der Fransche po litie blijkt, dat al in den tijd van Lodewijk XV de Parijsche zakkenrollers zeer bekwaam in hun vak waren. Monsieur de Sartines, het hoofd der politie, gebruikte dikwijls ont slagen dieven als zijn agenten. Toen men hem daarover aanmerkingen maakte, ant woordde bij: „Wijs mij eens een eerlijk man aan, die lust beeft in dat werk." Onder een gesprek aan 's konings tafel hield de Prins de Beauvcau, eens vol, dat het onmogelijk was iemand te bestelen, die de noodige voorzorgsmaatregelen nam. „Prins," antwoordde De Sartines, „ik ge loof niet dat uw opmerking juist is; als u daarvan overtuigd wilt worden, zal ik u morgen bij mij aan tafel laten bestelen, zonder dat u er iets van merkt." „Ik wed om 300 Louisd'or, dat het on mogelijk is," riep de prins, „het geld, dat ik win, zal ik aan de armen geven." „Het spijt mij voor de armen," sprak de Sartines, „maar u kunt er zeker van zijn, d.at u uw geld kwijt is, prins. En om u te bewijzen, dat mijn vrienden niet van bet gewone slag zijn, zal men u zelfs de ridderorde ontnemen, die ge op de borst draagt" „Dat is kras, mijnheer De Sartines," ant woordde de prins lachend. „Ik heb alle hoop, dat ik de weddenschap za! winnen." Den volgenden dag zat aan het diner te genover den prins de Beau veau een voor naam heer, voorgesteld als de Chevalier de Calatrava, van de Spaansche ambassade. Aan tafel werd druk gesproken en tussehen de twee heeren ontspon zich een levendig gesprek over letterkunde, wijsbegeerte, kunst enz. Nadat dit eenigen tijd geduurd had, naderde mevrouw- De Sartines den prins met 'nopen beurs inde hand en vroeg: „Mag ik Uw-e Hoogheid om iets voorde armen verzoeken De prins keek naar zijn borst en zag, dat de ridderorde verdwenen wvas. „Ik beken, dat ik verslagen ben," sprak hij glimlachend, en terwijl hij een cheque voor 300 Louis d'or schreef, voegde hij eraan toe: „en ik za! voortaan niet eens mijzelf meer vertrouwen." „Uwe Hoogheid," antwoordde mijnheer De Sartines, terwijl hij den prins de ridderorde overhandigde, „ik geef u het bewijs mijner overwinning terug met de verzekering, dat het niet uit de kamer geweest is." Iedereen wilde weten, hoe de diefstal ge beurd was en eindelijk vertelde hel hoofd der politie „Het w-as moeilijk de orde weg te nemen, omdat ze aan een lint orn den hals werd gedragen, maar terwijl de prins in gesprek was met den voornamen, ontwikkelden Che valier de Calatrava, dien ge niet dikwijls meer in een aanzienlijk gezelschap zult ontmoeten, trok een mijner agenten, die on der de tafel verborgen was. aan het servet van Zijne Hoogheid. Driemaal bukte de prins om het op te rapen en van die gelegen heid werd gebruik gemaakt om het lint door te knippen en de orde Ie stelen; maar omdat wij, die met lint en al wil den hebben, was het noodig dat het servet nog eens voor de vierde maal viel." DE VOLHOUDER WINT Na het einde van den zevenjarigen oor log was Frederik de Groot» eenigen lijd zoo druk bezig met het ordenen van de lang verwaarloosde belangen zijner hoofdstad, dat bij zelfs niet omzag naar zijn gelief koosde fluit. Onder de officieren, die zich bizonder hadden onderscheiden in den oor log, was een kapitein van de grenadiers, Ritter genaamd, die bij Buckensdorf een arm had verloren. Maar dit was nieL zijn eenige ongeluk. Hij was in het hospitaal ziek ge worden zoo ziek, dat toen de vrede ge sloten was en de rapporten werden opge maakt, hij als dood werd opgegeven. Maar •hij "leefde nog en kon zoifs eindelijk naar Berlijn reizen, waar hij den koning trachtte te spreken, doch Frederik was bezig en wilde hem niet zien. Kapitein Ritter kwam telkens terug "met het verzoek, dat hem een pensioen zou worden toegestaanmaar de hovelingen, met wie hij sprak, konden hem niet helpen, de koning was niet voor hem te spreken. In de eerste plaats wou Frederik niet lastig gevallen worden en in de tweede plaats betaalde hij liefst zoo weinig mogelijk pensioen uit. Op zekeren dag kwam de kamerheer weer zoggen, dat kapitein Ritter om een audiën tie verzocht. „Zeg hem, dat hij zich met. zijn zaken bemoeit," riep de koning. „Dat heb ik hem gezegd, sire, en hij ant woordt mij, dal. hij niets anders te doen heeft dan om zijn pensioen te vragen. Do arme man! Hij heeft zijn arm verloren en zooveel uitgestaan. Als Uwe Majesteit maar één oogenblikje naar hem wou luisteren." „Donnerwelerl" riep de ongeduldige vorst Uit „Ik zal dan precies één oogenblik naar hem hooren. Hij mag binnenkomen en twee woorden spreken. Als hij het waagt ér meer bij te voegen, verban ik hem uit de hoofd stad." 'Kort daarna trad de verminkte kapitein, wien men de onvriendelijke toestemming van den koning had medegedeeld, in diens te genwoordigheid. llij had een geschreven verzoekschrift in de handen zich op één knie latende vallen, hield hij dit. naar voren. „Wat beteekeu! dat?" vroeg Frederik. „Wat verlang je?" „Sire toeken!" antwoordde de oud soldaat Hij boog het hoofd en zei niets meer. De koning nam met een hartelijke» lach het verzoekschrift aan en zette er zijn hand- tcekening onder, DE PLICHT OM GELUKKIG TE ZIJN. De wereld zou heel wat. beter en vroolij- ker zijn, als onze opvoeders eens spraken over den plicht om gelukkig te zijn zoo wel als over het geluk van zijn plicht te doen; want we moesten allen trachten zoo vroolijk te zijn, als we kunnen, al was het alleen maar omdat we door zelf gelukkig te zijn, zooveel bijbrengen tot het geluk van anderen. Ieder heeft wel eens gevoeld dat een vroolijke vriend is als een zonnige dag, die alles met glans omstraalt; en de meesten onzer kunnen naar eigen verkiezing de we reld rondom hen op een paleis of op een gevangenis doen gelijken. Er is ongetwijfeld eenige zelfzuchtige vol doening in bet. toegeven aan zwaarmoedig heid: in het zitten nadenken over onze grieven, vooral als die min of meer denk beeldig zijnin het. toegeven aan de mee ning, dat We slachtoffers van het lol zijn. Vroolijk en opgewekt zijn kost dikwijls veel inspanning; het is een kunst om zich geluk- lig te blijven gevoelenin dit opzicht, zoo- als in zoovele andere, moeten we over ons zelf w-aken. WAARDE VAN BOEKEN IN DE MIDDELEEUWEN. Een Gravin van Anjou betaalde in de vijftiende eeuw voor één boek vijfhonderd schapen, 15 H.L. tarwe en even zooveel rogge en gerst; en in vroegeren tijd werd het uitleenen van een hoek als zulk een gew-ichtige zaak beschouwd, dat de bis schop van Winchester, toen hij in 1299 een boek uit het klooster van die stad wou Iconen, een schuldbekentenis moest teekenen, waarop in den meest plechtigen vorm was vermeld, dat hij voor de terug gave zou zorgenen Lodewijk XI moest in 1471 een groote hoeveelheid zilver in pand geven en met enkele zijner edellie den een schuldbeken tends teekenen, voor hij een boek in leen kon krijgen. EINDELIJK BEREIKT. „Wat heb je van je vrouw gekregen op je 75-jarig huwelijksfeest?" „Den verzilverden huissleutel." GEVOLGTREKKING. „Onze oude vriend Flaps schijnt ook geen zacht vrouwtje getrouwd te hebben." „Waarom geloof je dat?" „Hij laat zich sedert zijn huwelijk altijd millimeteren." KINDERLIJK. Kareltje (die in de Alpen een koe water ziet drinken); „Mama vervalscht die nu haar melk?" JEUGDIGE BOOSDOENER. „In een verbeterhuis wilt u mij brengen? Dat huis zou ik willen zien, dat mij ver betert I" GEKRENKTE EERZUCHT. Inbreker (een krant lezend): „Wat is dat nu voor een prulblad 1 Daar staat mijn laat ste groote inbraak niet eens in!" „Hoe kon Elza toch dien man nemen, hij is de grootste nul, dien men zich den ken kan." „Dat is waar, maar zijn kapitaal heeft ook 5 of 6 nullen." Onderwijzer (een knoop in zijn zakdoek toonend: „Weet u ook wat dat is, Mr. Brown.?" Mr. Brown: „0, ja een gedenkteeken!" Landlooper: „De menschen worden steeds hardvochtiger, als je om een. aalmoes vraagt, wordt je niets dan werk aangeboden." „Zie eens mevrouw, die zes kalveren zijn alle van mij." „Zoo, zoo en. hoeveel liter melk geven ze wel per dag?" Postbode (brommend in den regen); 'lis toch ergerlijk, dat ik nu met dit honden weer een prijscourant van een modewinkel twee uur ver moet brengen naar een boer, die niet lezen kan." Rechter (tot een landlooper): „Waarom ben je uit het gemeentehuis ontsnapt?" Landlooper: „O, mijnheer de. rechter,er zong een nachtegaal zoo mooi, dat ik met onweerstaanbare kracht naar buiten gelokt werd." EIGENAARDIGE VRAAG. Heer (tot den cipier cener gevangenis) „Ik. heb verlof gekregen om den gevangene Karei Smit te bezoeken. Ls hij thuis?" Oom (die zijn studeerenden neet bezoekt) „Ja, zonder grooten ijver kom je er tegen woordig niet, kijk bijv. eens naar mij, ik ben al van 5 uur af op do beent" Neef: „Dat is nog niets bij mij verge leken, ik ben sedert gisteren nog in 't ge heel niet in bed geweest." Mijnheer den Oude: ,,'t Is toch dwaas, dat de grootste gekken altijd de mooiste vrouwen schijnen te trouwen." Mevrouw den Oude: „O, jij vleier!" A. „Wat, is Smid, de vroegere beursman, schrijver geworden B. „Ja, eerst heeft liet papier hem ge ruïneerd, en nu ruïneert hij het. papier." NEDERLANDSCHE WIJSHEID. Een teere vrou spat uit, al t' ongelaeligh, In weelde en druek: een mans-har' draegt zich maetigh. Vondel. Door duizend moeitijekheen Rolt de tijt. en verslijt onghenndigh, Verbrijzelt stael en steen. Vondel. De wortel heet tevredenheid; De takken hecten stevigheid; De blommen heeten lieflijkheid De vruchten heeten zaligheid; De heele boom heet. matigheid. Gezelle, ter Waarheid streeft mijn twijfelend gedacht, ter Waarheid streeft mijn rustelooze ziel, ter Waarheid wille ik steeds met al mijn krachten, tor Waarheid, bron van balsemende vrede. Rodenbach, Op onzen, volksbodem, die naar meer dan één zijde open ligt, rijpen de sappigste vruch ten bij zuidwestenwind, Dr. Colenbrander. Trouwe is broescher alsc een glas. Jacob van Maerlant. VOOR DAMES MODE. De hoed, die nu het meest in den smaak valt, is van grijs of bruin vilt, zoo zacht als laken, met een ronden bol en een op geslagen rand, waarop eeu pluim van veer tjes is bevestigd. Elegante toques worden ge dragen, versierd met aigrettes, die voorop den hoed zijn geplaatst en door een mooie speld worden vastgehouden. Heel sierlijk zijn de hoeden met lange fazantenveeren van mooi blauwe en metaalgroene kleuren, die achter op het haar vallen. De meeste hoeden zijn zwart, de kleur wordt er door- het garneersel aan gegeven. Heel fijne hoedjes zijn van zilveren of gouden kantstof met struisveeren. De over- heerschende vorm daarvan is een kleine, ronde bol met een rand in allerlei sierlijke bochten gelegd. Op het plaatsen van de voeren komt het natuurlijk aan. Zii moeten van achter Over het haar vallen en het voorhoofd niet raken. Bonten toques heb ben cache-peignes van zaclil-bruine luie. Zij zijn met een paar groote bloemen ge garneerd. Iedere maand brengt een kleine verandering in den stijl der hoeden, maar als we goed opletten, zien we dat het dik wijls voldoende is om een aigrette of bloem te verplaatsen, om weer geheel naar de mode te zijn. De vorige maand bijv. lagen de aigrettes plat als na een storm of regen. Nu staan ze weer rechtop voor op den toque. Grijze "villen hoeden worden veel geno men met wille of gekleurde struisveeren. Korte struis veertjes verbergen bijna den bol van sommige kleine hoedjes, terwijl hoeden van middelmatige groolte aan één zijde zijn opgenomen legen een bloemen- garneering. Veel van de voorjaarshoeden zullen van zijden moirée of Crêpe-de-Chine gemaakt worden. VORSTELIJKE HUWELIJKEN UIT LIEFDE. Ieder voelt zich aangetrokken tot een huwelijk uit liefde, vooral als dit van een vorstelijk paar is; en een vorst, die af stand doet van zijn aanspraak op een troon om den inspraak van zijn hart tcvoigen, die het leven aan het hol vaarwelzegt om zoo eenvoudig te leveri als een landedel man en niets begeert dan het bijzijn van de vrouw, die hij Jiefheeft kan zeker op sympathie rekenen. Zooveel vorstelijke huwelijken zijn een voudig staatszaken tot stand gebracht door regeeringspersonen, die alleen aan het belang dcT volkeren dachten in plaats van gevoelsaangelegenheden, dat men het toejuicht, als een vorst zijn hart laat spre ken en een morganatisch huwelijk sluit waarbij vrouw noch kinderen eenige aan spraak' mogen maken op den rang ol hot fortuin van den echtgenoot en zich daarin werkelijk gelukkig voelt. Zulk een huwelijk was dat van den on langs overleden hertog van Cambridge, den neef van koningin Victoria en oom van de tegenwoordige prinses van Wales. De prins was, in de dagen zijner jeugd, de schoonste en innemendste prins in Engeland en werd beschouwd als eeu der beste partijen van geheel Europamen zcgl zelfs dat koningin Victoria hem tot haar geniaal- begeerde. De hertog beantwoordde evenwel, de lief de zijner koninklijke nicht niet, zoodat deze haar genegenheid aan een anderen neef schonk, prins Albert, van Coburg; en ieder weel, hoe gelukkig die echtvoreeni- giing was. De jonge hertog maakte eens een reisje door liet land, toen hij door een ongeluk, dat bij met zijn rijtuig hield, genoodzaakt went, den nacht door te brengen ten huize van eeu aanzienlijk landedelman, Fairbro- ther genaamd, die zeer onder den indruk was van dit. onverwachte bezoek en zijn mooie dochter Louise waarschuwde, dat er een prins van den bloede in lnm lmis was, naar wien zij vanaf de trap even moest blijven kijken. Zij stond te wachten op den aanzienlijken bezoeker, toen deze plotse ling naar haar toekwam, omdat hij den weg van zijn vertrek vergeten was. Hot meisje was zoo verlegen en zij zag er in haar verwarring zoo lief uit, dat. de her tog, die ongevoelig was gebleven voor de bekoorlijkheid der koningin, opeens zijn hart verloor: en na zijn vertrek, droeg hij de herinnering met zich om aan de prach tige oogen en blozende wangen van een slank jong meisje, en die herinnering begaf 'hem niet. Hij huwde haar, zooals men weel. en bleef haar tot aan den dag van haar dood lief hebbon, want ofschoon het. hof zijn huwe lijk als een morganatisch beschouwde, dacht hij er nooit over, een ander aan te gaan, naar hij zijn hart geheel gegeven had aan het bekoorlijke meisje. Een van de meest bekende morganati sche huwelijken uit den tegenwoonligen tijd is dat van prins Oscar, Karei, August, den tweeden zoon van den koning van Zwe den, die een eenvoudig meisje liefhad en haar huwde, in spijt van de sterkste tegen werking zijner familie. Ebba Munk was een hofdame van koningin Sofie, de moe der van prins Oscar. Zij bezat geen enke len 'titel. Toch huwde de prins haai* in 18S8 in Londen en deed daardoor afstand van al zijn rechten op den troon. Hij draagt nu den titel van prins Bemadottc. Het keizerlijk huis va.n Oostenrijk heeft meer dan zijn deel gehad van morgana tische huwelijken en droevige liefdesgeschie denissen. Meer dan één tragedie is daarin afgespeeld. De meesL opzienbarende van die liefdes geschiedenissen is die van aartshertog Johan waaraan een mysterie is verbonden, 'dat nooit is opgelost. De aartshertog Johan Salvador van Tos- kane, een bloedverwant van keizer Frans Jozef, werd verliefd op een mooie opera zangeres, Ludwüla Hubd en trouwde met haar, tegen den zin van zijn familie, deed afstand van al zijn rechten en nam den naam Orth aan naar een van zijn kasteden. Het romantische huwelijk werd in 1891 te Londen gesloten in tegenwoordigheid van den Ooslenrijkschen consul-generaal. Daarna kocht de aartshertog een geheel uitgerust schip, dat hij „Santa Margarita" noemde. Hij kocht alle bestaande toekenin- gen en fotografieën van het schip op, om dat hij het niet zoo algemeen hekend wilde hebben. Kort daarna, vertrok het jonge paar naar Zuid-Amerika, waar het te Monte Video landde. Van daar zeilde het uit met een onbekend doel. Na deen, heeft men nooit meer eenig spoor van het schip of zijn passagiers gezien en er nooit meer iels over gehoord, ofschoon het Oostenrijksche gou vernement nauwlettende onderzoekingen liet in hel werk stellen, die ook al gedaan werden door avonturiers, die wisten, dat Johan Orth ongeveer twee en een half miil- Lioen dollars aan boord van de „Santa Margarita" had. Het laatste Oostenrijksche huwelijk is dat van kroonprinses Stephanie, weduwe van aartshertog Rudolf met graaf Lonyav. Hef huwelijk had plaats in Maart 1900, en werd uit zuivere liefde gesloten. Do on trouw van haar eersten man, dien zij te gen haar wiii trouwde om aan liet verlan gen van twee hoven te voldoen, had haar veel verdriet gedaanen zijn tragische dood verduisterde haar jong leven. Zij ós een zeer mooie vrouw, geestig, be gaafd, wel onderwezen en even veertig. Door haar huwelijk was zij genoodzaakt, meer op te geven dan eenige andere prinses. Zij verloor niet alleen haar hoogen r;uig, maar ook de kasteden en paleazen, die haar wa ren toegewezen. Zij is nu eenvoudig gravin geworden, maar men zegt, dat zij' zich in haar nieuwe leven gelukkig gevoelt met den jongen graaf, die een zachte kunste naarsnatuur- heeft. Aartshertog Ileinrich van Oostenrijk huw de voor eenige jaren een tooneelspeelster en werd dientengevolge genoodzaakt uit het leger te gaan en van liet hof verban nen, De keizerin, die eens de bekoorlijke vrouw van haar neef ontmoette, werd zoo door haar- ingenomen, dat zij wist te be werken, dat de keizer hem vergaf en aan zijn vrouw den titel van barones Weideck schonk. Aartshertog Frans Ferdinand, de toekom stige troonopvolger, huwde eenige jaren ge- Gsdbukt t** leden gravin Sofia Choteck van Bohemen; en als hij keizer wordt, zaJ zijn vrouw niet, do plaats van keizerin naast, hem mo gen beklecden. Frans Ferdinand zal dus de eenige re- go erende vorst zijn, die een erkend morga natisch huwelijk beeft gesloten. Hij zal haar zeker niet door een wettige vorstin laten vervangen, daarvoor heeft, hij haar te lief. Voor haar huwelijk was de gravin hof dame bij aartshertogin Isabella, gemalin van den neef des keizersen. daar de aarts hertogin verscheidene mooie dochters had, kwam 'Frans Ferdinand dikwijls bij haar aan huis. Iedereen dacht, dat een van die- meisjes zijn vrouw zou worden en men was van beide zijden zeer met zulk een huwelijk ingenomen; hij zelf had ei- ook niet anders over gedacht, vóór hij kennis maakte met de bekoorlijke hofdame. Aan het Russische hof huwde groot hertog Michael, de neef van den czaar,de kleindochter van den dichter Pushkin, ook aan het Bciersche hof zijn verscheidene der gelijke huwelijken gesloten en nu zal, naar men zegt, de vierde zoon van den Zwecd- schen koning binnenkort met een Zwetti sche tooneelspeelster trouwen. In Buda-Pest Ls door de bewoners van verschillende steden aan de niachthcbben- den een verzoekschrift gezonden ter ver krijging van de toelating van meisjes op de gymnasia. Het verzoek werd zonder eenige reden kortaf geweigerd. De feminis- tenvereenlging is niet. van plan zich hierbjj neer te leggen, maar zal in don loop van dit jaar een 'beweging ten gunste van de toelating der meisjes op touw zetten. Te Parijs is een beurs gesticht om vrou welijke studenten in de gelegenheid te stel len studiereizen te maken naar Amerika, Engeland, Duitschland en Zweden, om daar de merkwaardigste inrichtingen voor op voeding te leeren kennen. Als directeur van den zoölogischen tuin te Para in Brazilië is een Duitsche vrou welijke geleerde, Dr. Snethlage, benoemd. Zij is tegelijkertijd directrice der zoölogische afdeeling van het door den Zwitser Göldi aldaar gestichte museum voor natuurlijke historie. Dr. Snethlage is een leerling van Yon Haeekel en Welsman en promoveerde onlangs cum 1 a u d e le Freiburg. In New-York zal een nieuw theater wor den opgericht, dait naar Sarah Bomhard genoemd zal worden. De tragedienne zaf geldelijk bij deze onderneming betrokken zijn. De grond voor den schouwburg is reeds voor een millioen dollars gekocht. In den herfst moot het gebouw' klaar zijn. Te Boston is heit huwelijk v;ui Emily Ailken door haar moeder kerkelijk ingeze gend. Doze laatste is namelijk als predi kant aan een aldaar gevestigde kerk aan gesteld en voltrok dus als zoodanig liet huwelijk barer dochter met den predikant Horst. In Shanghai nam een groot aantal vrou wen deel aan een vergadering. De tijd, waarin do Chinees zijn vrouw opgesloten hield, behoort dus ook tol hel. verledene. De Chineesclie- vrouwen beginnen de En- gelsche en Japansche taal tc spreken, piano le spelen, naar Europeesche schouwburgen te gaan en aan vergaderingen deel te ne men. In China komt overal leven en be weging; men wil iets nieuws zien, leercn on genieten. WENKEN, Koper kan men op de volgende wijze schoon poetsen: men neemt geest van sal miak, lost daarin wat groene zeep op en schudt dit mengsel dooreen. Met een hierin gedoopt, lapje wrijft men het koper op, dat op deze manier veel. gauwer schoon wordt dan wanneer het met poetspommade ge schuurd wordt en ook veel langer blijft glimmen. Inktvlekken op den vloer kan men ver wijderen door verdund zwavelzuur op de vlekken te gieten cn daarna de plek met zand, soda en zeepsop af te- boenen. RECEPTEN. Oeufs au Béchamel. Kook een eetlepel, boter met een eetle pel. meel tot. dit vermengd is. Voeg daar oen kopje bouillon bij en roer bet tot de saus dik is. Voeg er dan een eetlepel kap pertjes bij een theelepeltje peterselie en zout naar den smaak. Als de bouillon zout genoeg was, hoeft men dit er niet eens meer bij te doen. Leg er zes hard gekookte eieren in, die in de lengte in vieren zijn gesneden en dan nog eens overdwars mid dendoor. Laat dit alles samen warm wor den, doe er een theelepeltje citroensap in en dien hel voor. Taart. 1/2 K.G. meel, 1/2 K.G. suiker, 1/2 K.G. boter, acht eieren, 25 Gr. gedroogde ker sen en een beetje zout. Klop de boter met een houten lepel tot zo roomachtig is ge worden, voeg er onder voortdurend roeren het meel bij, cn langzamerhand de suiker, de iu tweeën gesneden kersen en het zout en dan de eieren, waarvan men hel geel en het wit afzonderlijk heeft geklopt. Als alles goed dooreen is gemengd, wordt het in een vorm gedaan cn anderhalf tot twee uur in den warmen oven gelaten. RUKSKHN V. d. 8CHIKDAIMGH* COURAXtfc ■-.••• "1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1906 | | pagina 10