ZIJ!
59'" laargang.
Zondag 18 Maart 1906
No. 12033.
m
Tweede Blad
Uit de Tweede Kamer.
Wi öonrfeat verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal"Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1,25. Fstmco
per post fL 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertcntiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vddr een uur
aan het bureau bezorgd *\jn.
Boresai Boterstraat 9S.
Advertentiën: Van 1-
Reclames 30 cents per regel.
-6 regels fl. 0.92iedere rzg«a
Greote letters naar de plaats die z$
Prijs der
sneer 15 cents,
innemen.
Advertentiën bjj abonnement op voordeelige voorwaarden
van zy'n gratis aan het Bureau te bekomen.
Tarieven hkr
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde hl vine adeertentiëm opgenomen tot denpr^s
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan bet Bureau te voldoen.
latere. Telefoon So, 133.
Na de rumoerige algemeene beschouwin
gen over het arbeidscontract, waarbij' de so
cialistische kemphaan menige veer moest
laten, is do Kamerdampkring naar het
schijnt voor goed van allo ele-ctrioitcit ge
zuiverd. Hét is alles pais en vree en de
commissie van rapporteurs, bestaande uit
de hoeren Dracker, Talma, Janssen uiLMaas
tricht en Van Mspon Lot Scvcnacr (dc
Vijfde rapporteur, de heer S, de Vries, bleef
met zoo menig partijgenoot Juni 1.1. opliet
Verkiezingsslagveld liggen), lijkt door haar
innige verbondenheid een soort Siamee-
sche vierling, en beraadslaagt en fluistert
en raadpleegt en zijn vrinden als olifanten,
alsof er nooit zoo iels als Christenen en
paganist had bestaan.
Maar het moest in zijn kracht is Prof.
Trucker, die zooals vanzelf spreekt, voorzit
ter van de Commissie van rapporteurs is.
A tout seigneur, tout honneur. Ziet hem
door de Kamer dravennu eens teekent
hij op wat een spreker zegt, en als uit dat
gesprokene blijkt dat de bedoeling van het
desbetreffende artikel wordt miskend of
niet volledig begrepen, schiet hij ais een
snoek op een van zijn mede-rapporteurs los
of ook wel op don minister zelf, en de
tintelende geestige oogen zeggen met moor
nadruk dan woorden het zouden kunnen
uitdrukken: En wat zeg je daar nu van?
Ongelukkig zijn dan ook de voorstellers
van amendementen op dit wetsontwerp'. Ze
zijn geheel overgeleverd aan de genade of
opgenade van de commissie van rappor
teurs, die met zijn vieren een allermach
tigst kartel vormen, waar de Kamer geene
trust tegenover heeft te zetten, daar dit
kartel over een machtigen steun uit alle
partijen beschikt, en om de volle waar
heid te zeggen bijna zoo goed als al lijd. het
gelijk aan haren kant heeft.
Komt het daarvan, dat er in de Kamer
zoo'n matte stemming is, dat liet is of
zoovelen Yondel.'s les in toepassing willen
brengen, dat het ijdel strijden is, waar
niet te winnen valt.
De Kamer was tenminste dikwijls droe
vig leeg; hij de stemming over het amen
dement-Van Dedem waren niet minder dan
43 leden afwezig. Val lnm niet te hard lezer,
wacht tot ge zelf: Kamerlid zijl, en ge zult
hegrijpen, hoeveel verzachtende omstandig
heden er in deze zijn. Zoodra het in de
Kamer een ,,res judicata", een vooruit be
sliste zaak geldt, is dc belangstelling niet
groot en vinden velen vrijheid hun andere
bezigheden vóór te laten gaan. Ook een
Kamerlid is maar een mensch, cn wie
gaat een paar honderd mijlen sporen om
er Dinsdagmorgen op tijd te zijn en eene
stem te kunnen uitbrengen, die van hoe
genaamd geen invloed is, en die ook a!
niet kan bogen op principieels waarde.
Ja, toen de Onderwijsnovelle van Dr.
Kuyper in stemming kwam, toen waren
alle Kamerleden op hun post, «al west. de
linkerzijde dan ook, dat ze slechts getuigen
kon, niet redden.
Dat wij met dit alles volstrekt niet wil
len betoogen dat hc-t te pas komt dat zoo
vele Kamerleden bij' dit wetsontwerp af
wezig zijn, zal wel geene aparte vermel
ding behoeven.
De Kamerleden, die geregeld de zitting
bijwonen, kunnen echter enorm veel Jec-
ren; Prof. Dracker zet alles zoo helder en
duidelijk uiteen, dat men begrijpt, dat zijne
colleges indertijd voor zijne studenten een
waar gepot moéten geweest zijn.
En voor de juristen is dc zaak een smuk
letjo. Die houden, om.' maar eens Mr. Heems
kerk, Mr. Idsinga en Mr. Limburg te noe
men, zulke scherpzinnige redevoeringen,
dat men onwillekeurig bewonderend: mom
pelde: Hoe heerlijk toch om' zoo buitenge
woon knap te wezen, en tegelijk de ver
zuchting slaakte: Hoe dankbaar ben ik dat
ik geen jurist ben.
Waarlijk, wij voelen thans veel voor! Scha-
per's classiek geworden onparlementaiis-
meDat hij maling had aan de juristerij.
Maar, wij dwalen af cn vergeten onze
taak als overzichtschrijver. Toen dan Dins
dag 1,1. de scéanco begon, was tot ieders
verbazing ook de minister van Buitenland-
sche Zaken aanwezig, maar het raadsel
werd spoenig opgelost.
Toen het zachtzinnig gemurmel van den
achtbaren griffier, 'dat voorlezeii der notu
len moet verbeelden afgeloopen was, en
hel binnensmondsche alleenspraak]e van
den president, dat den weiilschen naam
draagt van „voorlezen der ingekomen stuk
ken", ten einde was gebracht, hief Jlir
Roëll zich plechtig in den voorzitt.ersstoel
op, en verzocht de Regeering in zoor sym
pathieke woorden het gevoelen van diepe
deernis, dat de Tweede Kamer bezielde bij
hel vernemen van de ramp te Courrièrcs,
aan de Franschc Regeering over te brengen.
Jhr. Tets van Goudriaan beloofde dit,
voegde er eenige goed gekozen woorden
bij, en de heele Kamer was con oogen-
blik onder den indruk van. deze ontzettende
ramp. Arme arbeiders, wier leven oud er
den grond moest dienen hot leven d a a r o p
wederom: aangenamer te maken, ook ons
eeresaluut zij u gebracht, helden van den
arbeid, omgekomen op het veld van eer;
inoge do deernis met uw lot zich omzetten
in afdoenderi steun voor uwe nagelaten be
trekkingen
Mevrouw von Mande was juist bezig zich
te kleeden, toen baar kamermeisje de brie
ven binnenbracht. Onder «al die brieven
ontdekte mevrouw Anita chadelijk den ver
langden.
Zonder zich den tijd te gunnen, haar
tweeden arm' in haar ochtendjapon te ste
ken, hield zij deze mot den blooten «arm
vast, greep na«ar een roomkleurigen brief,
waarop het adres met een vrouwenhand
geschreven was, en scheurde dc enveloppe
in zenuwachtige haast open.
Mevrouw' Von Mande vloog de weinige re
gelen die de brief bevatte met een tevreden
hoofdknikken dooi-, stek gauw haar twee
den armin de mouw van haar japon cn
liep n«aar de telefoon.
„Rrrrl"
Spoedig was de verlangde verbinding tot
stand gebracht.
In dc Diergaardestraat trad een jonge
man aan het toestel.
„Met wie spreek ik?"
„Ben jij het, Hans?"
„Ta,goeden morgen, Anita al
op om 10 uurl"
„Ik heb haastluister eens goedMe-
yrouw von Gerla heeft mij geantwoord."
„Nu en?"
„Zij bedankt mij, omdat ik haar een dan
ser als jij bent bezoTg zoo'n goed
walserzoo beminnenswaardig."
„Ik dank je zeer imaar ze kent me
volstrekt, niet."
„Je bent toch mijn broer!"
„Dat is waar neon juffrouw, ik bén
nog niet klaar Anita?"
„Ja Hansl Haar nichtje gaat als een
Oostersehe."
„Dat is geen heel geschikt kostuum' voor
een jong meisje!"
„Als men 12000 mark inkomen als huwe
lijksgift meekrijgt, kan men zich dat wel
veroorlovenje hebt niet veel tijd meer
om voor je kostuum te zorgen probeer
iets te vinden, wat' er bij past."
„Waarbij?"
„Bij de OosterseheHet meisje heeft
veel gevoel voor kunst als je kostuum
bij het hare past, neemt ze je graag voor
danser."
„Zeg, zou je je mij als oen Turk kunnen
voorstellen?"
„Waarom niet?"
„Ik ga gewoon in rok dat mag
toch?"
„Dat /wel, maar
„Nu, dan is'1 goed."
„Bespottelijk!.... Kom' je mij afhalen?'
Raul gaat niet mee, hij is weer in een
mopperstemming en dat te meer...."
Op dat oogenblik' werd de verbinding af
gesloten. Waarschijnlijk Was de telefoniste
op het hoofdbureau een dame met dege-
gelijke grondbeginselen, en wou zij Anita
verhinderen omi kwaad van haar man te
spreken. Maar de hoofdzaak was afgedaan
Mevrouw von Mande hangt den boom op
en belt af.
Hans von Sidow vindt zijn zwager be
haaglijk in zijn leunstoel bij den haard
zitten.
„Zoo ben je daar, H.ans. Dat doet mij
genoegen. In rok? Daar zal Anita boos
om zijn. Ik nietl Wees maar niet bang.
Ik vind je toch al bewonderenswaardig: naar
En toen kwamen wij weer midden in de
realiteit met het «arbeidscontract. Eersteen
amendement-Van Dedem in strijd met arti
kel 1637 e van het ontwerp, dat zegt:
„dat wanneer hij het sluiten der,- overeen
komst eene hand- of godspenning is gege
ven en aangenomen, geene der partijen
daaraan de bevoegdheid ontleent, van de
overeenkomst af te zien door het laten be
houden of teruggeven van die „hand- of
godspenning" juist het 'tegenovergestelde te
bepalen.
De heer Van Dedem! merkte terecht op,
dat tegenwoordig over bet g«ansche landde
gewoonte bestaat, dat hij het huren van
dienstboden een hand- of godspenning ge
geven wordt, en dat die als het ware het
bewijs is, dat de overeenkomst is «aange
gaan. Even waar is het, dat het gebruik
meebrengt, dat iemand, die berouw krijgt
over de overeenkomst, deze kan verbreken
door hei. teruggeven der godspenning.
En «al moest do heer Van Dedem erken
nen, dat daarvan dikwijls misbruik wordt
germaakt, hij vond het toch veel boter, dat
partijen, die bij nader inzien niet bij elkaar
blijken te hooren, zoo spoedig mogelijk van
elkaar «afgaan, 'dan dat ze tegen heug en
meug Bij elkaar blijven.
Om' schade voor beide partijen te voor
komen, had hij als tormijn, binnen welken
beide partijen bevoegd zijn door terugg.ave
van de godspenning de overeenkomst te
breken, 6 weken gesteld.
Zoowel de Minister als de. heer Dracker
ontrieden de aanneming van dit amende
ment ten sterkste. Goede trouw brengt mee
nakoming van aangegane afspraken; dat
beginsel mag de wet niet loslaten, en dat
te minder waar partijen toch altijd in hun
macht houden met onderling goedyïnden
de overeenkomst nietig te verklaren. Wan
neer, zoo illustreerde de lieer Dracker zeer
duidelijk, waarom, het ging, in hot begin
v«an Februari een dienstmeid is «aangeno
men en zich verbonden heeft in Mei in
dienst te treden, is liet niet eene handilia-
ving van de gemaakte afspraak en niet eene
nakoming van dat gegeven woord, wanneer
zij den lsten Maart komt en zegt, d.atzij
een betere betrekking gevonden heeft, en
er dus van afziet. Ten aanzien van den
werkgever geldt omgekeerd precies het
zelfde."
Het. amendement-V. 'Dedem: kreeg slechts
12 stemmen.
De rest van den dag werd: besteed aan
eene uiterst gewichtige vraag, en wel deze:
Geeft liet ontwerp genoegzame waarborgen,
dat de -gehuwde arbeidster liet geld, dal
ze verdient, steeds zal kunnen gebruiken
voor haar. gezin, dat geen man die aan
den drank is of erger, haar Zaterdagsavonds
met de wet in de hand de zuurverdiende
centen kan afnemen om ze te verbrassen
en te verzwendelen?
Hel. dunkt ons een verblijdend verschijn
sel, dat de heele Kamer het groole gewicht
van deze vraag inzag, dat geen der leden
zich nog op het ouderwetsehe standpunt
plaatste, dat men dien man, dronkaard,
maar zijn gang moest laten gaan, op grond
dal het huwelijk niet wordt hooggehouden,
als do man niet in alles onbeperkt baas is.
Het kwam er maar op «aan den juisl.cn
vorm te vinden.
Het desbetreffende artikel 1637 f luidde:
„Eene gehuwde vrouw is bekwaam als ar
beidster zonder bijstand van haren man,
arbeidsovereenkomsten aan te gaan; zij
staat in alles wat op de gesloten «arbeids
overeenkomst betrekking heeft, gelijk met
eene ongehuwde meerderjarige."
Dit ging den hoeren Limburg, Palijn en
Van der Vhigl. niet ver genoeg, die daar
om aan het artikel wilden toevoegen: „Het
geen zij ingevolge de gesloten .arbeidsover
eenkomst te vorderen of te ontvangen heeft,
kom t niet ten bate van eenige lusschen de
eehtgenooten bestaande gemeenschap van
goederen en is niet onderworpen aan het
beheer van don man, tenzij 'bij huwelijk-
sche voorwaarden het tegendeel mocht zijn
bedongen."
Dus de gehuwde «arbeidster geheel baas
over het door haar verdiende geld.
Tegen de zaak zelve had men aan dc
rechterzijde geen liezwa«ar, maar wel tegen
het feit, dat de aanneming van het amen
dement zoo sterk inbreuk nia«akt op ons
huweüjksgocderenrecht. En daarom trokken
ken de voorstellers het in, nadat hot zeer
scherpzinnig was verdedigd door Mr. Lim
burg en zeer welsprekend door den heer
Palijnomdat zij ter wille van de zaak
dan maar liever meegingen met. het amen
dement-Heemskerk, dat in anderen, min
der met ons huwelijksrecht strijdenden
vorm hetzelfde beoogde.
De vrouw krijgt nu wel niet hot beheer
over haar loon, maar is gerechtigd
er over te beschikken ten bale van haar
gezin. Ons goed, als de hoeren juristen
raaar tevreden zijn.
Toon kregen we-1 eon «amendement van cte
hoeren Authors©, Ruyp de Beeconbrouicik en
Van "Wijnbergen op' art. 1637 r en t, han
delend© over d'e voorwaarden waaraan: moet
ziijiu voldaan, -opidalt heb reglement bindend)
zij voor den arbeider. Hij moet o. a. van
den werkgever kosteloos een vloMédSg exem-
plaatr daarvan: ontvangen, en sdhirilfteiKjk
v-eaikïaand1 (hebben zich. diwanmee té veroe-
nigem.
Nu wilden dé voonsteMiors dié kosfc&icoze
verstrekking laten Valfon en in plaats daar
van bepalen, dlajt dé me ewlbrjarige arbei-
dtetrs -of een kern uit hun midden, over het
regllememlt -moéten werdén gehoord, on dat
verstrekking van oen exemplaar medé moet
geschieden aan besturen van vereeraigiugen,
aan. welke dé werkgever door een© collectie
ve ailbeidbo-vereonkomst .gebbu-dfen is, of bij
gdbrdkö -dtarVan aam do Kamer vto Arbeid.
Dat is de z-oogön«raimdb cionstitato-
n o e I e regeling, waarbij Koning Patroon
dé wetgevende -maelit dbelt met het atrbei-
dleaispainlement. 'En' all! is 'bet idee niet kwaad,
tób is 'helaas in dé piraefcijfk onuitvoerbaar.
IToö zal' bijv1, oon fabrikant, dié eenige dui-
zendén weiüdiedeu i'n dienst beeft, ooit kun
nen howïjteen, diafe déze kóm gekozen was
uit ai Me meeirdlcn?jarige «tAtóSeat? of dat
■dbize a Men waren géhoord
Waanlijk, dé beer Hugenlholtz- lfad geene
vïalmmondé red© behoeven te houden. over
die k m, -dlalt gevloekte pabieeneibstruauent,
dhifc' zodte-jcmgens-instiituut, waarmee bij zou
kunnen doen wat bij! wil1, dé za«ok bleek op
pnactiscilio gronden onuitvoerbaar en de
heareU A'aSbors© as. trokken -hunmé atmou-
dleinemten d'aiu ook in.
Een goed' améndbmemlt van. de sociaal-de-
moeraten, nog wat voriboterd c»p aanraden
van prof. Dinuök'er, vrand' «aangenomen, n.l.
dlaL bet inegfarorait voor den aaibeidér sléchts
'bindend zal wezen, aTs bét bom vooraf ge-
dhrrtsndé zoedlamliigau tijd is v&nstirelkfc, dat
bij! éi- zich béboonliiik' over kan beraden.
Eindelijk wend een amend'ement S. van:
demi iBerighPiérson Verwerpen, dat bet ge-
Vaar wiildé voorkomen, dat bet reglémenifa
wondt ontdoken, doondiite met eiken a'rboi-
diar afzonderlijk© en geheime overeenkom
sten wonden. gestoten, diet -afwijken want het
ïeigplemiemt.
I«b geschiedde i'u DuiitécShilandi heel veel,
zakte ip-rac-ticrus vain don. Bergh', maar do
beer Dracker dirlulkto -helt amendement deed
ouder zijne ttaorétliisdhe bezwatranzijne
ontradinng veroorzaakte: .clle verwerping.
Dit dunkt ons wel jammer, dafc de in
vloed' van mr. Druciker 'bij dit wetsontwerp
zoo overwegend' is, dïit dé adkieaen vam een
zoo giroot ©n ervaren werkgever als de heer
S. van dén Borgli ils, daardoor niet tot Iran
iecWt kunnen komen:
En toen 'kwaMeM 'wij aan bet! gewidli'tigci
artikel 1637 mlfe, dat bét wainige is van
Wat bot ontwerp bevat a;a.n voorschriften
S-Jikenh d© colfectiévé airbei'cfeoveineenkonist.
Dat kan eémmiaail1 niet aindérs. ITeti ware
to wensdheiii, dat ai 11© airbokléi-s i'n eik
vbk in deEeffde voreeniging: wai-en opgeno-
meii', osn dan gcs&moniRjk' met dén werkge
ver over db arlb'telildsvob'rwaaiiidiefn t© ondter-
haudpfei., ma'ar dat "is nu.' ©enm«a«ail eist zoo.
De zaak lts nog •ufeoiiid'erinig. Höö weinige
oo-l'léctcevo arböidsovefreenkomst'ou worden
ei* 'aanigegaan'.
Maar dat arcomlt mié'fc weg', dat, al iis de
een bal g.aan, zonder dat je er toe gedwon
gen bent!
Heb' je werkelijk plezier in dergelijke uit
gangen? 't Is toch oen genot om jong te
zijn."
„Zoo heerlijk' vind ik het nu juist niet
maai- Anita heeft or haar zinnen op ge
zet
„Om je met het nichtje van Mevrouw
von Gerla to laten trouwen. Ja, dat- weet
ik: een wees met 12000 mark inkomen en
niet het kleinste „maartje"
Ja, daar kan men een bal voor bijwo
nen."
„Ik ken het meisje volstrekt niet. 't Is
best mogelijk dat wij niet in eikaars smaak
vullenen dat
„Mijn béste kerel, je bont gewoon ohweer-
s taan baar, als je behagen wiltje heet
niet Voor niets „de mooie Hans", en wat
het meisje aangaat, nu ik zou er wel alles
om willen verwedden, dat zij op dien gou
den achtergrond een goeden indruk op je
maken zal en
„Is Anita nog niet klaar?" vraagtILans
ongeduldig.
„Anitia, maar mijn V jongen, die ligt
in bed! Dat heeft ze jt Ji geschreven...
heb je haar briefte niet ontvangen?"
„Neon, wat schoeit haar?"
„Migraine, anders niet maar nu eens
geen voorgewende, een echte..', die zich
wreekt, omdat ze die zoo dikwijls als voor
wendsel gebruikt heeft, als zij geen lust
hiad in uitga.an. Anita heeft je geschreven,
dat je niet eerst hier zou komen. Zij slaapt
waarschijnlijk. Je begrijpt dus, dat het 't
beste is haar maar stil te laten liggen,"
Hans von Sidow maakt een buiging voor
de van diamanten stralende mevrouw von
Gerla. om. wier eenigszins rooden hals drie
snoer paarlen prijken. De gastvrouw be
groette den jongen m.nn met een verstrooid
lachje en drukte haar leedwezen uit over
de ongesteldheid van die lieve mevrouw
von Mande. Twee minuten na zijn. buiging
was Hans door nieuwe gasten van de zijde
der gastvrouw verdrongen en dreef in den
stroom mee, terwijl hij naar zijn kennissen
zocht.
'De eerste, dien hij zag, had een stijven
kraag oei den hals en boog genoemden
hals mét het daarbij behoorende gezicht
vol verrukking naar de mooiste, liefste
Oostersehe, die men zich denken kan. Goud
blonde haren die nu juist" niet precies
hij het kostuum: pasten maar daarbij
groole, donkere oogen, vurig en smachtend
tegelijk zooals dc weerschijn der zon
in diepe wateren 1
Er waren onder de honderden danseres
sen nog twee of drie andere Oosterscheu.
Maar wat maakte dat voor Hans uit! Voor
hem was deze „de eenige". Hij herkende
haar nóg heter aan het kostbare sieraad,
dat zij droeg: zoo iels kon alleen een meisje
met 12000 mark zich veroorloven.
Hans ging naar den op het goe'de oogen
blik aangetroffen kennis toe en liet zich
voorstellen.
„Mijnheer von Sidow. Juffrouw Na-
tim." En zijn vriéndelijke kennis voegde
er nog bij:
„Het lieve nichtje van de lieve mevrouw
von Gerla."
Hans voelde zijn hart van vreugde Mop
pen. Hoe bekoorlijk was die rijke wees,
die zich toch ook wel de weelde had kun
nen- veroorloven om. leelijk te zijn 1
Ja, nu had de. liefde op 't eerste gezicht
overwonnen! Hans voelde het duidelijk:hij
den kotillon zou hij tot over de ooren ver
liefd zijn en bij het souper zou hij de aan
gebedene zijn gevoelens meededen 1 Hij had
altijd de kunst verstaan vestingen stormen
derhand in te nemen. Hij begon dus ook
dadelijk met den aanval, en vreezendo mis
schien te laat te komen, verzocht'hij ha.ar
oin den kotillon.
Dat was een slou moedig waagstuk. Maar
wie niet waagt, wie niet wint: juffrouw
Satijn stond vriendelijk lachend, zijn ver
zoek loc en beloofde Hans behalve don
kotillon nog eenige walsen en twee „pas
de qualre" m! wat' te babbelen.
„Wanl," sprak zij lachend, „ik zou toch
geen „pas de qualre" kunnen dansen. Dat
zou gewoonweg belachelijk zijn!"
,,U kunt er nooit belachelijk uitzien,"
antwoordde Hans met volle overtuiging.
„ik was er toch wél een beetje bang
voor in dit kostuum:dit is niet precies
geschikt voor een jong meisje cn al die
sieraden nog veel minder... maar och,
bet komt er voor mij toch niet op aan!"
Zij lachlc zoo allerliefst, terwijl zij dit
zei cn daarbij een loespchug maakte op
haar vermogen, dat men die opmerking
niet voor taklloos kon houden. Het scheen
Hans zelfs, alsof er hiLlei-heid uit haar
woorden klonk. Het stemde hem weemoe
dig, hij dacht: „Het arme kind, zij heeft
het al ondervonden, dat de moesten haar
uit berekening het hof maken." En door
deze gedachte bewogen, beijverde Hans
zich om zijn danseres 1c bewijzen, dat be
koorlijkheid en jeugd, schoonheid cn be
valligheid allijd bewondering... zoo nieL
meerwekken en ieder ander gevoel daar
bij op den achtergrond treedt.
En de kleine Oostersehe schoon Hans'
I gedachten te begrijpen. Zij dankte henj
CHIEDAMSCHE COURANT.
O
1 i