con groote hamle!- on fabriekstad, maar ook con stad. die om haar gezonde ligging door duizenden lot hun woonplaats was gekozen. Ik geloof niet. dal ik over een andere stad in Noord-Amerika, zoo ver rukt bon geweest. Toen ik haar teerde ken nen, bestond ze nog pas vijf en twintig jaar 011 toen "reeds had ze tweemaal hon derd duizend inwoners, die door hun uiter lijk en karakter nog aan de goudzoekers- plaats deden denken, waaruit ze zich, on danks hevige branden, steeds grooter en mooier had ontwikkeld. Toen leefden er nog veel van de eerste kolonisten, zij koketteer den met. hun pogingen om goud tc zoeken. Ze gooiden met. goudstukken en stofgoud om zich heen, alles werd met goud betaald; de kleinste munt was 'een goudstukje ter waarde van zestig cent. Ze vertelden graag over hel. ontslaan der stad, „Toen de -eerste ruwe klanten in Cali fornia kwamen, stond er op het schier eiland, waarop „Frisco" zoo noemden ze de stud gebouwd is. geen huis. Tus- seheu de- barre zandheuvels was slcclrfs oen klein dorp. Toen leefde ook nog de Zwitser, Sater» die het eerste goud in California gevonden heeft cn daardoor aanleiding gaf tot. den Argonautentocht. naar hel goud land. In 184S kwamen de eerste avontu riers er heen, uit alle lauden der wereld, allen met den vurigen wensch gauw in de streek te komen, waar, zooals ze dachten, het goud maar voor het. grijpen lag. „Na. hen kwamen mensehen met. ten ten, klecdiugstiikkeii en andere levcnsbe- noodigdhedcti, want in het bijna onbewoon de California was natuurlijk niets te krij gen, en men kon or dus veel winst be halen. Reeds na oen paar maanden ver hief zich rondom het dorpje een stad van zeildoeken of houten teuten, liet was er een vreeselijke toestand. Terwijl de hande laars met het revolver in de humt hun waren te koop boden, laarzen voor f GO f100 het paar, schoppen voor f 50, aard appels, suiker en brood voor XI hel pond, lokten gewetenlooze bedriegers de goud zoekers naar de speelholen. Maar meer nog dan met. deze praktijken verdiende men met het verhuren der eerste huizen. Houten huizen vonden gemakkelijk huurders voor drie of vier duizend dollars in de maan'd, de regeering moest ze-lfe voor zoo'n„Slian- ty", waarin ze haar belastingkantoor luid, zeven duizend dollars per maand betalen, „Reeds twee jaar na de eerste landing der goudzoekers bezat de jonge» stad vijf en twintig duizend vaste inwoners, terwijl dubbel zooveel mensehen er tijdelijk ver toefden. Die moesten een onderkomen heb ben en de „boarding houses" en hotels verrezen uit den grond als paddestoelen; de prijs van kost en inwoning was in dien tijd flö—f "20 per dag! Ondanks de hooge belasting, 10—-15 pet., verdienden de stich ters der stad veel geld; die uit de mijnen terugkeerden, brachten nieuwe schatten aan,'en daarmee werd San Francisco ge bouwd. Eerst, moest men echter beginnen met het gespuis op te ruimen. Vechten, moorden en stelen waren dagelijks voor komende dingen; daarom werd uit. de bur gers een veilighcidsco-mité opgericht, dat korte metten maakte met de misdadigers. „Het toenemen van handel "en verkeer maakte het vastleggen en plaveien der stra ten noödig, eu zoo ontstond de schaak- bordvormige imieeling der stad. Er moest ook voor gezorgd worden, dat de schepen, die in steeds grooter getal naar San Fran cisco kwamen, een goede aanlegplaats kre gen. Hel water der golf was daarvoor veel te ondiep. Dus werd met zeer groole kos ten geld was er genoeg voorhanden een deel der golf toegegooid, totdal men aan een diepte van 15 M. kwam. De ope ning van den spoorweg, van Arew-Vork over het Rotsgebergte naar California, ver leende do- jonge stad nieuwen bloei en fieri jaar later bezat ze reeds 250.000 in woners. „:Toen ik in 18S7 voor de tweede maal in San Francisco kwam, deden de inwo ners alsof hun stad zoo oud was als Rome. Ze hadden prachtige kerken, scholen, uni versiteiten en clubs in de door de breede Market Street doorsneden wijken stond pa leis naast, paleis, Deze bevatten groote kunstschatten, schilderijen van oude en nieuwe meesters, beelden van groote waarde. „Vijftien jaar later kwam ik weer in San Francisco, dat in dien tijd een wereldstad was geworden. „Frisco" had de oude, ruwe gouclzookersmarricren verloren, de kinderen van dc eerste bewoners hadden zich vereenigd met de voomaamslcn van New-York cn denEuropeeschen adel, en ze doden alsof hun stamboom terugging tot do kruisvaarders in plaats van tot de goudzoekers der sierra's. Terwijl ik bij-mijn tweede bezoek de verandering van houten hutten in steenen woningen kon waarne men, zag ik er nu groote ijzeren huizen. Van uit het Palace Ho lel zag ik een me nigte van die geweldige uit tien tot twaalf verdiepingen bestaande reuzengebouwen. Al die gebouwen bevatten verzekerings-, spoorweg- cn stoomschepenagenturen, ban ken, trustmaatschappijen eu kantoren. Dc 'stad leefde nu van handel en industrie en was de marktplaats van de rijke ooft-, wijn- en koornophrengst van California. De goudmijnen waren haast van geen bctec- kenis rnecr. „In de mooie stadswijken zag men over al villa's met tuinen van palmen, yucca's, cactussen, aloes, de flora van het Zuiden. „Nu heeft een vreeselijke ramp dat alles weinige oogcnblikken verwoest en in c puinhoop veranderd. De oudste bewo ners hebben de geschiedenis der stad van af haar ontstaan meegeleefd. Hel schier eiland is weer veranderd in een woestenij, zooals ze die bij liun "komst vonden, en het onlslaa.ii en vergaan der stad bin nen een tijdperk van 57 jaar moet lnm wol een fa,ta .morgana lijken. „Van vergaan kan echter geen sprake zijn. De stad zal weer opgebouwd worden. Toch blijft lie f de vraag of ze ooit weer haar vroegcreu bloei terug zal krijgen." LEVEN VAN' PLANTEN EN 'ME NEC HEN. De heer Louis Burbank, de groote plant kundige, die met. zijn. pro-even zooveel heeft tot stand gebracht, schreef onlangs een artikel in „Century Magazine" over de opvoeding van kinderen, waarin hij zijn onderwerp behandelde op dezelfde manier wun.rop hij met zijn planten omgaat. Hij is bang voor te groote eischen en vindt dat het schoolleven te» vroeg begint. „In mijn proefnemingen mei planten en bloemen" zegt hij „weet ik kleur, vorm en geur aan te brengen, waar ze verlangd worden, Daarbij volg ik 'de les sen der natuur. Haar krachten worden al leen gebruikt. 'Alles wat voor planten en bloemen doer kruising is tot. stand ge bracht, is voor het. Amerikaansehe volk reeds geschied. Door de kruising der soor ten, is in het verte geval kracht veroor zaak!, in het andere verstand; in weereen ander zedelijke kracht. Dat kon alleen de natuur bewerken. Maar nu moet ervoor een goede- omgeving worden gezorgd. Als er een kruising tusschcn twee plan ten heeft plaats gehad, is er nog maar een begin. Hel. is nog maar één stap, al is het een belangrijke; het groole werk komt nog de zorg, het voedsel, de in vloed der omgeving, uitverkiezing, de scheiding van de 'betere en de minder goede. lloe zullen nu die beginselen der plan tenteelt kunnen worden toegepast op dc ontwikkeling der afstammelingen van een krachtige vermenging van rassen? Alle dierlijk leven is gevoelig voor zijn omgeving, maar van alle levende wezens is het kind wel het meest gevoelige. De omgeving werkt op het kind, als de- bui tenwereld op de gevoelige plaat van de camera. Iedere mogelijke invloed zal zijn indruk op het kind nalaten, en dc over geërfde eigenschappen zullen tot op ze kere hoogte verdwijnen. Het kind is als een geslepen diamant, zijn vele facetten ontvangen scherpe, ïluidclijkü indrukken, met dit verschil evenwel, Tl al ile verande ring, die in een kind wordt bewerkt door de invloeden van buiten, blijvend is. Een kind neemt de omgeving in zich op. Het is van al het bestaande hel meest onder hevig aan invloed, en als dit vermogen voortdurend goed wordt, aangewend in den tijd, waarin het kind het meest voor indrukken vatbaar is, zal de uitwerking krachtig, onmiddellijk en blijvend zijn. Waar zullen we "beginnen? Juist waar we met de plant beginnen, bij het aller eerste begin. Men heeft wel eens gezegd, dat als men iemand wil veranderen, men met zijn grootvader moet 'beginnen. Maar dil is maar een halve waarheid men moot mei den grootvader beginnen, doch als die nog een kind is." Altijd de plant tot voorbeeld nemende bij onze behandeling van het kinderleven, gaat hij voort: „In dc eerste tien jaar zou ik dil ge voelige teedere leven willen voorbereiden. Het goed voorbereide kind zal zulke vor deringen maken, dal hel niet later klaar zal zijn dan andere; maar zelfs al was het een paar jaar later klaar, wat zou het dan nog? Verwachten we van een normale plant, dat ze drie weken na haar ontkieming vruchten zal dragen? Voor alles moet het kind gezond zijn. Ik kan niet werken mei zieke planten. Zij 'wor den vanzelf niet beter. Ze brengen alleen ziekte onder haar soortgenooten en ster ven voor haar tijd." Verder zegt de. beer Burbank nog; „Laat ik u de zaak nog duidelijker ma ken. Ik kan geen plant 'tot eea zekere hoogte brengen zonder drie dingen er is nog wel veel anders toe noodig, maar deze drie zijn bepaald vereischt: zonne schijn, frissche lucht en voedsel. „Laten we eerst den zonneschijn nemen, in zijn letterlijke en figuurlijke beteekenis. Omring de -kinderen zooveel mogelijk met vroolijkhcid. Ik bedoel niet, dat ze- ver wend moeten worden of verwcekelijkt; ze hebben ook wind noodig, nel zoo goed als dc planten, om m krachtig en zelf bewust te maken. Als ge wilt, dal uw kind zal opgroeien tot een gezond man, een goed burger en een steunpilaar van den slaat, moet ge hem zonneschijn verschaf fen. Maak hem gelukkig. Lachen kost niets. Ga prettig met uw kind om. Als ge een plant wilt ontwikkelen, moet ge ze liefhebben, wees flink, niet hard. Ik geef den planten, waarmee ik proeven doe, of het er weinige of duizenden zijn, dc best mogelijke omgeving. 'Zoo moet men ook met zijn kind doen, als men wil, dat het itïeh goed zal ontwikkelen. Laat de kinderen van muziek, platen en vroolijk- heid genieten." DE HOOGSTE TUIN. Dc tuin in de Alpen van koningin Marghe- rila van Italië, die zes duizend voet boven cleri zeespiegel ligt, is, naar men zegt, de hoogst gelegen tuin ter wereld. Ilij ligt bij' den top van den Kleinen St.. Bernard, cn werd door de koningin uitgekozen hij' een tocht door de Alpen, mei het oog op Alpen plan- ten. Zo verkreeg die van allo doelen der wereld, en heeft er verscheidene eigenhan dig geplant, üo tuin moei. in zijn soort de volledigste zijn. •DE KRACHT VAN HET WATER IN FRANKRIJK. Men is bezig allerlei plannen le maken om: de kracht van het water der Rhone bij Bellegarde, waar de Porto du Rhóne zich bevindt, t.e gebruiken als een bron van elcetriciteil. Fransche ingenieurs zog gen, dat hier de grootste beweegkracht, van Frankrijk, zoo niet van Europa, aanwezig is. Men heeft bij Bellogarde al tienduizend paardekracht weten Ie ontwikkelen, maar dit is no-g maar een kleinigheid, vergele ken bij de groote hoeveelheid die met een doelmatige inricdi-ling voortgebracht kan worden. lieer: „Waarom heb "je hel varkenshok zoo dicht bij hot huis? Dat kan niet ge zond zijnl" Boer: „0, ik heb nog nooit een ziek varken gehad." „Daar gaan de nieuwe buren, mama lik heb gehoord, dal ze sterven van verlangen om ons te "lecren kennen. Zouden we er er niet eens heengaan?" „Zeker niet,'kindlief I Als ze sterven van verlangen naar onze kennismaking, zijn ze niet waard dal wij ze kennen. De eenige menschen. die bet de. moeite waard is, te loeren, kennen, zijn zij die niet wenschen naar onzen omgang." NEDERLAN DSC HE WIJSHEID. Want schreien is ook aangenaam en zoel. Het harfewee, lang aangegroeid bijdrop- i pen Met kracht van 'et hart, nu. 't langzaam innek reppen. Vondel. Wat schelms Luck recht men aan, Dat niet. en wort gaverft En met een glimp verciert.? Vondel. Doet. liever wel, al wiorde 't vergeten, als dat u 't misdoen worde Verweten. Gezelle. Geen wilskracht kan ooit hel. gebrek aan aanleg vergoeden. Mr. H. Verkou toren. 't Mislukt veeltijds, door onbesuisde kracht Portuin haar gaven al te dingen. Waar stille vlijt geduid op haar wacht, Kiest zij haar gunstou.ugcn. Staring. Die hem Iaat ghenoughen in dat hij I lieift, Es de rijekste man die tor waerelt leift. Andr. van der Muelen, Gij doet den menschen wel, en ondank is uw loon? Getroost het ugij deelt het met de Goon, Staring. VOOR DAMES, REVEREND ANNA SHAW. Den titel reverend" ziel men zelfs in Amerika zelden met den naam ee.ner vrouw vereenigd, maar Anna Shaw draagt hem met ecre. Haar leven doel ons zien onder welke moeilijke omstandigheden zij zich tot haar tegenwoordige hoogte heeft opgewerkt. Iedere gelegenheid tot weten schappelijke studie was ver verwijderd van het ruw getimmerde blokhuis in het barre Westen, waarin zij sedert haar vijfde jaar woonde. Maar haar naar kennis dorstende goest en haar vurig verhingen naar ont wikkeling, overwonnen alle hinderpalen, en op vijftienjarigen leeftijd kou zij al les ge ven aan de kinderen der verspreid wonen- do volksplanters. Ze heeft eens verleid, dat zo lezen geleerd heeft uit oude kran ten, die in het blokhuis op den vloer la gen. Door haar onderwijs verkreeg zijde middelen om na twee jaar nle universi teit in Boston te kunnen bezoeken. Hier werkte zij onvermoeid en legde een prach tig examen af in geneeskunde en godge leerdheid. Zc is een geboren redenaar» lei en bezit de zeldzame gave, haar toehoor dei's voortdurend te boeien. Vele jaren heeft zc- nu al gepreekt en onder de ar men als arts voor het lichaam cn don go.ml gearbeid. Toen ze .echter om een aanstel ling in de 'Episcopaalsche- Kerk vroeg, werd haar die door de syno'dc geweigerd, omdat ze een vrouw was. Daarop wendde ze zich tot dc Mcthodistisch-protestantsche gemeen te in New-York, waardoor zc weid. aan gesteld. In den laalsten tijd bemoeit zo zich veel met dc maatschappelijke toestim- den en dc vrouwenkwestie en haar rede voeringen over die onderwerpen zijn be roemd geworden. Van haar kleine ge meente in Cap Cod heeft ze afscheid ge nomen; de gehecle hulpbehoevende we reld is nu haar gemeente. Bijna dagelijks luistert een groot publick naar haar rede voeringen en reverend Shaw geef t haar toe hoorders gezond, geestelijk voedsel, dat ze in waarheid opheft en sterkt. Haar woon plaats is nu Philadelphia. EEN PRINSES ALS KATTEN VRIENDIN. Alle leden van het Engelsche konings huis zijn dierenvrienden, en zelden ziet men koning Eduanl of zijn vrouw zonder den een of andoren viervoetigen metgezel. Terwijl echter meestal honden, soms ook paarden zich in de koninklijke gunst ver heugen de overleden Koningin Victoria had iin haar laatste jaren een groole voor liefde voor een witten ezel is de nicht van den koning, prinses Victoria van Slees- wijk Holstein, een warme vereerster van katten, cn deze liefhebberij heeft ze van haar licide ouders overgenomen. Het spreekt vanzelf dat zij alleen oog heefl voor katten van het edelste bloed, die oen lange stamlijst kunnen 'toonen en die eigenlijk niet. veel meer gemeen hebben met. dc plebcïsche muizen vangsten', die bij ons over de daken loopt. De katten der prinses zijn heel voorname dieren, cn heb ben reeds menigen prijs behaald op len to onstellingcn. Zc leiden echter ook liet loven van aris tok raten in het dierenrijk. Er is een beeldig huisje voor ze gebouwd in Cumberland Lodge midden in liet reus- aehlige Windsorpark. Verschillende bedien den zorgen voor bun lichamelijk welzijn, hun dagtaak is nauwkeurig ingedeeld, en schoonheids verzorging wisselt daarin al met gymnastische oefeningen en behaag lijk ui trusten. Ook hun dië-et "is precies ge regeld. 's Morgens krijgen dc katjes rijst en versdie visch, het middagmaal bestaat uit rauw vleesc'li, bij lederen maaltijd wordt melk verstrekt, zooveel ids zij willen, 's Avonds kruipt ieder in een sierlijk bedje met z-achte kussens. RECEPTEN. Rijstpudding niet rozijnen. Men neemt "250 Gr. rijst, wat. kaneel, de schil van een citroen, eieren, 100 Gr. boter, 100 Gr. suiker, 125 Gr. goed gc- tyassehon cn gedroogd© rozijnen. De rijst wordt gebroeid em in inpik dik gekookt, dan wordt de boter geklopt, met de eier dooiers cn de suiker geroerd, het overige er bij gevoegd, d.e geklopte eieren het laatst en dan 21/guur gekookt. Aai. Do. gew-asschcn en in stukjes gesneden aal wordt mot kokenden azijn overgoten en op verschillende plaatsen niet een vork ge-stoken, om hem bij bot koken niet 'te doen opspringen. Hierna wordt 'een pan met water gevuld, waarin wat zout, peper, laurierbladen, ui en een halven aan schijf jes gesneden citroen wordt, gekookt. Uit de pan genomen, worden dc- stadjes aal met konden azijn o-vcrgoten, om hem mooi van kleur te doen blijven. Men maakt den schotel op met een gar- noei'i-ng van citroe-nsdhijfjes: en peterselie en doet er wat kappertjes en citroensap bij. VOOR KINDEREN. EEN TREURIG PAASCHFEEST. In het jaar 1794 had generaal Balliind, bevelvoerder van bet Frmische garnizoen, dat de stad Verona bad ingenomen, de Fransche vlag op de wallen en forten doen plaatsen. Hij was een moedig man met een zuch ten aard, was niet getrouwd maar voelde een vaderlijke liefde voor zijn neefje, een wees, die door hem was opgevoed. Hef was een aardige-, levendige kleine jongen vol guitenstreken cn die hoop had later een even dapper officier le worden afs -zijn oom. Maar helaas! toen hij eens, meteen trom op de heup en de .stokken in de hand, dc stad kwam imioopen, keek hrj met zoo veel aandacht naar een jongen op kruk ken, da.t hij over een sinaasappelschil uit- gleed en zijn boen brak- Het was een ernstige breuk eu de dok ter vond hel onvoorzichtig hem le ver voeren, en riep de gastvrijheid in van den bewoner van hef palcis, waarvoor liet on geluk had plaats gegrepen, den oom van den ongelukkige» knaap, die er do on schuldige oorzaak van was- geweest cn een der hoofden van de valksp-arlij. Hoewel»hij de Franschen haatte, wilde hij nu toch niet weigeren eu de kleine gewonde werd in een ruime kamer ge bracht, waar het been gc-zc-t werd, wal hem de vreesclijkste pijnen deed. „'Moed, Antoïiiie, flink mijn jongen," sprak de arme generaal, die met hem mee leed. Men plaatste' het been in een ver band en schreef volkomen rust voor. „Ik kom morgen, weer eens. naar je kij ken," zei Ballaml, die naar de- wallen tc- rugmocsl. Toen hij afscheid nam' van den zieke, meende hij een zucht te hoóren; hij lilde de portiere op en zag een kleinen knaap, die zich op- zijn krukken zoo snel moge lijk verwijderde. Tonio was evenals Antoiine een wees, maar hij had niet zoo'n goeden oom als deze. Zijn voogd bemoeide zich weinig met den on gelukkigen jongen, die zich in liet groote paleis, door allerlei weelde omringd, heel ongelukkig voelde, omda-t geen mens oh van hem hield. 'Hij zou zoo graag een hond gehad 'heb ben, maar men had hem dien gewei-gord en hij was te trotsdii om' daarover tc- kla gen cn bleef dus maar stil naar buiten kijken. Tok! tok! tok! Vier krukken klinken nu op dc steenen, en men hoort tromgeroffel uit 'dc kamer van Toni-a, die het heerlijk vindt op de trom te loeren slaan. Hij is niet meer alleen en treurig; hij heefl nu een vriend en voelt zich gelukkig fe lle Lwee jongens, praten over alles- met elkaar en vergeten hun krukken. $f Antoinc zal dc zijne spoedig weg mo- gen werpen, maar die arme Toniol Die gedachte stemt den kleinen Franschmoü treurig; hij stelt het oogcnblik uit waarop -fe hij weer gewoon zal loopen als zijn oom fel bij hein' komt,'houd 1 hij' zich nog stijf, om fe langer hij zijn vriendje fc- mogen blijven 'M cn zelfs diens oom vraagt aan de-u gene-1! raai, hem er nog een poos te laten. feï „Hel. is zoo protlig voor mijn neefje," fe zegt hij. H En de generaal vindt het goed. Hij zal ij er hem nog lot Rasehen laten blijven! Het is leest in dc stad. Tonio ziel vanaf zijn balkon een vroolijk schouwspel, Ier- wijl Antoinc aan taf-el zit te lezen. XH Het slaat negen uur. Tonio komt bleek ill eu bevend de kamer in. Antoinc maakt fe zich ongerust en beknort hem. Hij zal kou iH gevat hebbenWaarom bleef hij ook zoo 11 lang bui-ten? Ilij moet nu maar gauw naar'M bed gnun. lil „Ik zal je rustig laten slapen." ife „Och, neen, ga niet weg!" Bevend wordt, de hand van den jongen Vcronees op den arm van zij-u verhaastten vriend gelegd. iif „lleb je pijn? Zal ik iemand roepen?" jfe „Neen, roep niemand!" „Waf is er dan toch?" „Ni-ets." Hij spant zich geweldig in om een glim. lach op zijn gelaat te foovereu cn zegt; ?fe „Ik wou... maar je zuil. mij uitlachen, fe jij die zoo dapper bent... 'ik wou van avond liever niet alleen slapenhet fe komt misschien door die klokkenof fe die lichten... maar ik .ben. hang... zou fe je... bij mij in bed willen komen?" Antoinc begint te. lachen. „Als lief niet anders is F' In oen oogcnblik' is liij ontkleed, Tonio doet het hem haastig na. „Ben je nu tevreden?" „Ja... heel tevreden. Als je nu maar-p, kunt slapen." fe „Daar hoef je niet bang voor to zijn. Een fe kanonschot stoort mij' zelfs niet in mijn iff slaap." Sft En een oogcnblik la,ter snurkt hij als |l de beste. fg Heel zachtjes gaat Tonio naar de kamer I van zijn vriendlegt diens klcercn op een stoel hij liet bed en giyil'diep onder ij dc dekens liggenToch slaapt hij niet fe en heeft daar ook geen lust in. t§ Hij hoort nog do woorden gesproken door li zijn oom cn een 0ostonrijfesöh generaal, §f Lanton, aan wiien men de stad wou over- geven. f| Te middernacht zal men de Fransche soldaten in Verona dood-en en als Ballaml het fort niet wil overgeven en zijn ka- nonnen gebruikt, zal men zijn neefje evoit- goed dooden als du anderen. Wa.t moest hij do-en? Den generaal waarschuwen cn hom zijn i oom uitleveren? Dat kon hij niet. Au- ■-? toinc redden! Maar hoe? Hem waarschu- A wen? Waf zou dat helpen? Neen, Tonio heefl- bepaald het ivijstoge- h handeld. De moordenaars zullen niet naar ?j zijn kamer gaan, waarvan hij- den sleutel heefL omgedraaid, zoodat zijn vriend ér niet af kan. Misschien zal Bolland zich f( overgeven om zijn.'neef tc redden of zal het komplot nog op liet laatste oogcn blik ontdekt worden. Aan die hoop klampt hij zich vast. Daar klinken van alle kanten geweerschoten; men hoort roepen „Dood aan dc Franschen!" Hef slaaf twaalf uur.... De laatste slag is nog niet weggestorven of hef kanon buldert reeds. Dal is liet antwoordt van den generaal. Men vecht rep straat cn in de huizén. „Dood aan dc Franschen 1" Reeds zijn vier honderd ongelukkige» gedood. De generaal geeft hevel te vu ren, hoewel hij iedcren kogel met angst naziet, vrcczendc, dat. die zijn pleegkind zou kunnen dooden. Toch kan hij de stad dwingen; men zerult afgevaardigden naar hem toe. Als hij met hef bombardement wil ophouden, zullen allo Franschen vrijgelaten worden. Al len? Hij durft de zelfzuchtige vraag niet stellen, die hem op dc lippen brandt. En de tlaliaan antwoordt: „Allen die nog in leven zijn." RaJland weigert. Daar komen reeds versterkingen aan; Chabran met twaalfhonderd man en Lahoz met een Lomdardische afdecliiig zijn voor dc poort der verraderlijke stad; zij- zullen wraak nemen. Toen dc stad tot rust ge bracht was, ging de generaal naar het pa leis, waar zijn neef werd verpleegd. Alle bewoners hebben het verlaten; maar in dc hem welbekende kamer ziet hij op liet kussen het lijk van een jongen liggen. En hij vajf snikkend op den grond. Daar staal, hij opeens verschrikt op! Boven zijn hoofd hoort hij- con stem:. Het is die vajn Antoinc, die om' hulp roept. Een oogcnblik lnjcr ligt deze in de ar men va,n zijn voogd. „Mijn jongen, ze hebben je dus niet go- dood 1" Maar wie dan? Za,chljcs keert, een soldaat hel hoofd om' en een hartverscheurende kreet ontsnapt aan de 'lippen van Aotoino als hij het blcekc gezicht ziet vatn Tonio, die voor hem gestorven is. Gedrukt ter Drukkerij v. d. Schiedamsche Courant. ■ui—am uur ii i |*»i 'l

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1906 | | pagina 10