BINNENLAND.
PAKIJSCHE KRONIEK.
zienlijke stonden betrekking hebbende, een
weinig ran de wijs gebracht. Ten slotte gaan
vele vreemdelingen alleen naar Parijs mot
het doel, zich aan wufte, woreldsclie ver
maken over le geven. Ook in deze heeft
zich bef „aanbod" voorzeker naar de
„vraag" geregeld. Dat daarom de natuur
van den Parijzcnaar in het algemeen on-
zedelijker is dan van een Londen aar, een
Brusselaar of een Amsterdammer, geloof ik
heslist le mogen tegenspreken.
Doch ik koin terug op de feestvreugde
en weelde, welke op dit oogenhlik' Parijs in
waarheid maken tot. het. „gai séjour", waar
van het bekende liedje spreekt. Het is dui
delijk. dal de. Parisieane, en in 't algemeen
de vrouw, daarbij do hoofdrol speelt. Ner
gens en nooit heeft ze de gelegenheid, zich
le.doen bewonderen in al den glans van
haar bevalligheid en haar toiletten, zooals
op dit feest, der lente, waaro'p' ze met de
pas ontloken natuur kan wedijveren. Doch
de weersgesteldheid, die grooio factor van
voorjaarsvreugde, dient mede te werken.
En dit. is, wat. den aanvang dor „grande
scmaine" betreft, geenszins het. geval ge
weest.
ITet bloemencorso, Fêtc des Fleurs ge
beden, dat elk jaar in hot Bois de Boulogne
gehouden wordt, en waarvan de opbrengst
ten bate komt. aan de armen, heeft verleden
Vrijdag en Zaterdag plaats gevonden, maar
het weer was, vooral den eersten dag, zóó
slecht, koud en somber, dat de dames, die
hel. feest, mei haar tegenwoordigheid opge
luisterd hebben, waarschijnlijk zeer dringen
de redenen gehad hebben er niet vandaan
te blijven. De •Parisicnncs zijn overigens,
wanneer het op weroldsche, doch onschul
dige vermaken aankomt, heslist voorbeelden
van onverschrokkenheid en onvermoeid
heid. In deze hloemonbalaille, die zonder
het schoone geslacht noch bekoring, noch
reden van bestaan zou hebben, is de sekse
trouwens beter op haar plaats dan bij zoo
veel andere schouwspelen of plechtigheden
bij welke men haar te Parijs aantreft.
Om maar iets te noemen, geruchtmakende
processen en andere ongezonde (afreden,
zonder nog van 'stands vergaderzaal te
spreken. Wanneer men bedenkt, dat de be
weging voor het kiesrecht dor vrouw naar
hot doel streeft, kiesvcrgacleringen ook'voor
dames toegankelijk ie maken, krijgt men
kippovcl. Dat de mensch soms blindelings
naar zijn verderf hunkert, vindt inderdaad
een treffend voorbeeld in de. begeerte der
dames naar hot stemrecht. Doch dat daar
gelaten. Er zijn vraagstukken, waarin men
aan de vrouw recht van spreken behoort
toe te kennen. In liet. algemeen zou men
daartoe kunnen rekenen alles wat gevoeg
lijk het voorwerp' kan worden van een Volks-
rcferendum, en in hel. bijzonder die zaken,
welke vrouwelijke belangen raken. Jinst.de-
zer dagen heeft zulk een referendum, zij
het in beperkten kring, te Parijs plaats geluid
en de voorstanders der emancipatie zullen
het voorzeker toejuichen, dat bij die gele
genheid de dames dapper mccgesiemd heb
ben. Het betrof hef vraagpunt, of de dames
in de schouwburgen voortaan haar hoed
zullen mogen ophouden. Bij de, dit seizoen
weer in zwang gekomen, mode van groote,
mot ontzaglijke voeren en bou que tien ge
looide hoofddeksels, is die qnaestie, vooral
voor de mannen, geenszins van belang ont
bloot. Ontelbaar waren dan ook in den laat-
sten tijd de klachten geworden van man
nelijke slachtoffers, die door een, overigens
prachtigen hoed, waarachter ze gezeten wa
ren, belel waren geweest iels te zien van
het schouwspel, waarvoor ze 10 frank of
meer betaald hadden. Ter eere nu van de
dames zij vermeld, dat bij het bedoelde
referendum, in een tiental theaters' door de
„Echo de Paris" georganiseerd, de meeste
dames dapper meegeslemd hebben voor de
afschaffing der groote hoeden in de thea
ters. liet kleine hoedje of kapot heeft glans
rijk de meerderheid gehaald. Of men er
zich, wanneer men er niet toe gedwongen
wordt, nan houden zal?
Doch niet. alleen voor de aanzienlijke of
welgestelde dames zijn Mei en Juni maan
den van vreugde en hoop. Ook do minder
bevoorrechte klassen genieten mede van het
verjongingsfeesf der natuur.
Qui la colombo aura.
Dans l'auuécv se manera!
zegt. een oud dictum. Ik weel niet, of dit
in andere landen een equivalent bezit, maar
te Parijs is hel een Pinkster-spreekwoord.
Door den nacht der middeleeuwen heen
heeft do dankbaarheid des volks daarmede
de herinnering doen voortleven aan Genn-
vova, die den terneergeslagen Parisii meed
insprak, toen Altila op Lutclia aanrukte, en
die de nederlaag van dezen goescl Gods
in do Calalaunischu velden voorspel de. Ter
wijl genoemde voorgangster van Madame
de Thëbcs op don heuvel, waar later hoL
Panthéon is verrezen, haar oratio ad po-
pulum hield, kwam er langzaam een duivo
naar haar toevliegen, die zich op haar schou
der zette. De banketbakkers van hel tijd
vak zijn aan die bode des vredes den vorm
van Pinkslerkoek of -taart gaan geven, na
dat de te N'anlerro geboren Genoveva tot
schutspatrones van Lutclia Pavisionnn was
verheven. Waarschijnlijk om hun product
nog aantrekkelijker te maken, hadden zij
voorspeld, dat elk maagdelijn, 'twelk er
van at, binnen hef jaar zou trouwen. Som
migen hunner hedondaagschc collega's laten
niet na, met Pinksteren een taart verkrijg
baar te stellen, waarin een porceloinen
duifje is verborgen, dat haar, wie het ten
deel valt, meteonigc zekerheid ook hel voor
uitzicht. op een echtgenoot, moet openen.
Het bestaan zelf van dit dictum bewijst,
dat de Parisicnne, in weerwil van de zich
ook alhier uitbreidende vrouwenbeweging,
over het algemeen genomen, niet. afkeerig
is van den huwelijkss taal:. Wanneer men
in dit seizoen, vooral Zaterdags, meest den
trouwdag van den werkman, de talrijke tra-
dilioncclc trouwkoetsen door do stad ziet
rijden, merkt men inderdaad, dat. de maan
den Mei en Juni ook te Parijs erg gezocht
zijn voor het. soliiciteeren naar een biljet
voor de volgens sommige cynieke geesten,
grootste loterij die er op de wereld bestaat.
Indien niettemin liet. aantal huwelijken, dat
gesloten wordt, eer af dan toeneemt, is dit
overigens moer l.c wijten aan de hoeren der
Parijschc maatschappij, dan aan de. dames.
De oorzaak daarvan is voornamelijk le zoe
ken in de gemakkelijkheid, waarmee men
er in de Frauscho hoofdstad toe overgaat,
als man en vrouw te gaan samenleven zon
der den „maire" bij het nemen van dat
besluit gekend te hebben. Daar hij bedoel
den toestand van de zijde der vrouw on
eindig meer opoffering en verantwoorde
lijkheid gevergd wordt, dan van haar le
vensgezel, is het natuurlijk, dat eerstge
noemde altijd de voorkeur zal geven nan
een wettelijke echtverbintenis. Hol hartje
van menige Franscho ouvrière klopt, dus hij
do gedachte aan trouwpartij met. al don
[raaien nnslcep, als een witte trouwjapon,
de staliekoots, do bruidsjuffers en den mai
re met zijn driekleurige sjerp. En dat ideaal
zij haar niet misgund I Het vormt bijna hel
eonige, waarmede zij aan het lentefeest der
groote stad deelneemtI
.TUVENIS.
Tan het Hof.
liet verblijf in het buitenland van Z.
K. H. Prins Hendrik, is met een dag ver
lengd. De Prins keert nu Maandag van Ga-
stem op Hot Loo terug.
Eone uitnemende, rede van Br, Nolens
deed den slag voor de Limburgers winnen
hij overtuigde vijf loden van de linkerzijde
en dat gaf den doorslag. Behalve van die
vijf heerenvan Doorn, vim .Foreest Verhev,
IJzerman en Boodhuijzeti, was het cene par
tijstemming, links tegen en rechts vóór.
Ondertussehen had de heer Pierson het
voorstel gedaan om hot Indisch Begeorings-
reglement, dat nog op liet Ivmnernienu
stond, er van te schrappen, en de herzie
ning der Personeele Belasting' (afschaffing
van den grondslag haardsteden) daarop te
brengen. De Kamer vond het eerste goed.
maar verwierp het laatste. De tegenstemmers
waren de gecombineerde rechterzijde en
sociaal-democratische fractie.
Wij achten het zeer te betreuren, dat
deze zoo billijke wijziging van de wet op
de personeele belasting nu op losse schroe
ven is gezet. De tegenstemmers zijn iu deze
schuldig aan obstructie. Waarom of de so
ciaal-democraten, die toch zeker ook den
grondslag haardsteden zeer onbillijk inden
in deze met de rechterzijde medededen, mag
een onoplosbaar raadsel boeten, vooral om
dat het eene nederlaag was voor de Regee
ring, die, naar bekend is, op afdoen van het
ontwerp prijs stelt.
En. toen ging het met het arbeidscontract
vlug verder. Vlugger dan minister 'of Com
missie van Rapporteurs gerekend had. Zoo
werd een amendement van de heeren Van
Veen c. s. met eenige woorden bestreden
door den minister, en toen de heer Dnicker
als voorzitter van de Commissie van Rap
porteurs er zijn advies over moest uitbren
gen, zei deze dat hij gedacht had Jat de
Minister er zijn licht over zou hebben laten
schijnen, maar nu dat niet geschied was
zich bepalen zou tot het gezegde, dat de
Commissie een amendement van -.1 zulke
uitmuntende juristen (mede onderteekenaars
waren de heeren Mr. de Ridder, Mr. Sasse
van Ysselt en Mr. van de Velde) niet an
ders kon dan aanbevelen. Uitbundig ge
lach "Wat geheel onbedaarlijk dreigde te
worden, toen de minister het amendement
overnam.
Een amendement-Schaper om een vast
college in te stellen van vier personen in
ieder kanton, bestemd den kantonrechter
voor te lichten omtrent zaken in verband
staande mot., eene arbeidsovereenkomst, is
eigenlijk een stap om te komen tot teeken
rechtspraak in arbeidsgeschillen. Het be
ginsel daarvan lijkt ons niet kwaad, al heb
ben de rechtsgeleerde heeren Janssen en Van
Sasse van Ysselt er onbarmhartig eritiek op
geoefend, wat niet moeilijk was. De heer
Schaper kan als leek moeilijk in deze tech
nische fouten vermijden. Beter dan die eri
tiek zou het o. i. wezen als het ideé-Schaper
eens door kundige rechtsgeleerden onder de
oogen werd gezien om het in de practijk te
verwezenlijken.
Het amendement-Schaper zal volgende
week lot beslissing komen, want Vrijdag is
de Kamer den geheelen dag bezig geweest
over het wetsvoorstel om 250.000 uit
de Rijks schatkist te geven als bijdrage in do
kosten van herstel en versterking van de
bedijking van den Eersten Bathpolder.
.Dit voorstel vond krachtigen steun bij
den heer Lucar-se, afgevaardigde voor Goes,
en den heer Fruytier, afgevaardigde voor
Hontenisse, tevens lid van Gedeputeerde Sta
ten van Zeeland, maar daar bleef liet hij.
Maar de aanvallers waren veel sterker. Eerst
de heer Foreest die er op wees, dat waar
eenige heeren eene vennootschap "ormen
tot overneming van de gronden van den pol
der er geen reden was voor den Staat om
aan die speculatie 2l ton subsidie te geven,
vooral waar geen gevaar meer voor over-
strooming bestaat van den spoorwegdnm
sinds de verzwaring daarvan.
gauw, of ik had tranen in zijn oogen gezien.
We praatten daarna dikwijls over hem. We
stellen ons voor, hoe hij terug zal komen,
't Is wel wat kinderachtig, maar we vinden
het prettig ons daar allerlei voorstellingen
van te maken."
„Maar 't zou beter zijn, dat hij niet teniit-
kwam," vond bij, „als hij niet zoo is als
u denkt."
Haar blik, waaruit een «root vertrouwen
O
sprak, ontmoette den zijne.
„Ik stel hem mij altijd voor, niet als een
zwak man, die door tegenspoed den verkeer
den weg op werd gedreven, maar als een
sterk man, die er nog flinker door gewor
den is. Ik zie hem altijd voor mij als
„Nuf" fluisterde hij, toen zo aarzelde.
„Een man, dien mannen eeren en vrou
wen liefhebben."
„Als hij dat eens wist," zei hij met on
vaste stem, „dan zou hij u zeker zegenen
voor uw vertrouwen."
Hij was dankbaar dat hij altijd in zich de
kracht had gevonden om trouw aan zijn betere
natuur te blijven.
Maar de trein ging langzamer; de reis
was ten einde, Het meisje stond op en
zuchtte.
„Het is maar een droom en rnen kent
de werkelijkheid niet."
„Misschien zult u die eens leeren ken
nen," zijn stem had haar gewone kalmte
terug gekregen.
Een half uur later sprak Jeanne tot haar
voogd: „Ik heb een avontuur gehad."
De oude man lachte haar toe.
„Die heb je nogal eens dikwijls, Jeanne."
De heer Van Kol bestreed het ontwerp
en nis sociaal-democraat én als ingenieur.
Hier worden 21 ton weggegeven aan hen
die het verzuim hebben gepleegd, nu de
spoorwegdnm verzwaard is heeft de Staat
geen belang meer bij de versterking der dij
ken. Hij kakte ten zeerste de houding van
(le .Maatschappij tot Exploitatie van Staats
spoorwegen (alweer een argument voor staats
exploitatie die liever een proces voert
over de kosten dan tot minnelijke schikking
te willen komen en komt op togen de hou
ding van Gedeputeerde Staten van Zeeland,
die in alle opzichten hunnen [dicht hebben
verzuimd.
De Staat moest zich juist, onthouden, om
aldus de spoorweg-mij. en de provincie, die
hunnen plicht verzuimden daartoe te dwin
gen. Het precedent dat hier zou gesteld
worden keurde hij ten sterkste at.
In eene keurige rede betoogde de heer
Lely, dat er voor staatsinmenging geeue
aanleiding wus; dit voorstel druiseht iu
tegen ons waterstaatsrecht, dat aan de Pro
vinciale Staten het beheer en o a d e I'
ll o u d. aan het Rijk slechts het oppertoe
zicht en controle over zeeweringen m dij
ken opdraagt.
En eindelijk eene humoristische rode van
den heer Hennequin, waarin hij aantoonde,
dat men met veel geringer subsidie toe kon.
Uitdrukkelijk constateerde hij dat met zijne
oppositie niets onvriendelijks tegen de Regee-
ring bedoeld was; als spreker de Kamer
aanried liet ontwerp te verwerpen, was iiet
alleen om don M i 11 i s t e r d e n die ast
te b e w ij z e n v a n li e m z ij n e v o 1-
ledige v r ij h e i d te hergeven.
Ook de heer De Waal Malefijt verklaarde
zich togen het ontwerp.
De Minister verdedigde hot van alle kan
ten aangevallen ontwerp met groot talent en
niet zonder geest. Als men spoedig wilde
handelen, en dat was noodigl moest men liet
ontwerp aannemen, in den spoorwegdam lag
het grooio Rijksbelang en daarom is voor
geen precedent te vreezen.
Het lot van het ontwerp is echter niet
twijfelachtig al zijn de discussies daarover
nog niet geëindigd. Dinsdag wordt het met
groote meerderheid verworpen. Aan onze
lezers de oplossing van de volgende puzzle
„Als minister Ycegens van de zaak eene
portefeuille-kwestie maakt (wat hij natuur
lijk niet doet) wie moet dan bij verwerping
van hef ontwerp aftreden, Yecgons of
Krans? Wie het weet. mag het zeggen.
Uit de werkzaamheden, die de president
aflas als nog te vervullen zijnde kon inen
hooren, dat er nog veel te doen is, maar
kreeg de Kamer levens de zekerheid, dat
zo 29 Juni nar." huis kon. Het arbeidscon
tract is op een oor na gevild.
LENTEFEESTEN.
Parijs, 3 Juni 1906.
Deze week', te beginnen met. den Zater
dag voor Pinksteren, vangt te Parijs het
achldaagsch tijdperk van vermaak' en weel
de aan, dat in de wandeling „la grande
semaine, wordt geheelen. De stad wordt
dan bezocht, zoowel door vreemdelingen
van alle landen, als door Franschen, die
uit de provincie naar het middelpunt des
lands samenvloeien. Er wordt dan gehou
den. wat men een kermis voor de aristo
cratie en de rijke lieden zou kunnen noe
men, indien aan die uitdrukking niet. altijd
verbonden was het idee van spellen on
kramen. Die staan, wel is waar, bijna liet
gchecle jaar door in een of andere wijk
van Parijs, en in dit seizoen zelfs buiten
de Porto Maillot, de Avenue de Ncuilly, doch
naar zulk een kermis, in de gewone be-
teekenis van het woord, richt zich de groote
massa thans niet. Het Bois de Boulogne,
„Ja, maar mi" ze aarzelde een oogen
hlik „was het heel bizonder."
„Hoe dan?" vroeg hij nog altijd glim
lachend. Maar ze antwoordde niet dadelijk.
„Het was een man," zei ze eindelijk.
Hij lachte hartelijk.
„Dat is niet heel bizonder."
„Hij bracht mij thuis."
„ik geloof dat zoo iets wel eens meer
gebeurd is."
„Niet zoo'n soort van man," ging ze voort.
Haar voogd keek op, maar zei niets.
„Hij had iemand in Alaska ontmoet en,
naar wat hij mij vertelde, geloof ik dat het
was
„Mijn jongen? Jeanne! Toe zeg me gauw
alles
„Morgen komt hij zelf om er u alles van
te vertellen."
„Morgen, dat is al gauw. Jeanne, weet je
wat het morgen is?"
„Zijn verjaardag," antwoordde ze zachtjes.
„Hij wordt dan zeven-cn-dertig," ging de
oude man voort. Hij was een mooie jongen,
Jeanne. En goedhartig. Als ik maar wijzer
geweest was
,,U hoeft niet bang te zijn. Ik geloof, dat
alles wat we van hem gedacht hebben, uit
zal komen?"
„.Waarom geloof je dat?"
„Als die man zijn vriend is
Toen liet ze. hem zelf over den zin af te
maken. Ze zag, toen ze opkeek, aan den
glimlach op zijn gelaat dat hij hom goed
had afgemaakt.
Haar eenige gedachte was, dat die lang
verloren held rnoest lijken op den man, die
naar zij dacht, zijn vriend was.
Dezelfde gedachte ging haar den volgen
den dag door het hoofd, toen hij binnenge
laten werd. Daarna gebeurde iets zeer
met liet daaraan grenzende. Autcuil enLong-
cliamp, de Champs Elysées, do Rue Royale
en 'de grooio Boulevards van de Madeleine
lot. de Rue Montmartre, is ongeveer alles,
wat. bedoelde feestvierders bij die gelegen
heid van Parijs zien. Het paardenspel of
de. earroussel ontbreekt, maar in plaats
daarvan treden, als voornaamste clement
van de „grande semaine", de groote of
zoogenaamde klassieke paardenrennen.
Daarbij komen, want de mensch kan zich
nu eenmaal niet alleen vermaken met het
hnrdloopen van paarden, en het verliezen
van geld door er op to wedden, daarbij ko
men tal van wcreldsche vermaken, als bot
fète itos flours" of bloemencorso, in hel
Bois, avondfeesten in de daarin gelegen tuin-
restaurants eti in den zoo befaamde»
„Jardin de Paris", een in de Champs Ely
sées gelegen zomerbal, dat de plaats in
neem van het. Bal Mabille van het. kei
zerrijk talrijke gastmalen in de groote
restaurants der Boulevards en een buiten
gewone luxe van equipages en toiletten,
voor deze gelegenheid expressclijk ver
nieuwd of vervaardigd. Ieder, die het doen
kan en ook velen, die het niet doen kun
nen, maar om welke redenen ook'
anderen de oogen willen uitsteken, beste
den voor deze week schatten van geld,
die ten slotte aan bepaalde categorieën van
Parijsehe neringdoenden ten goede komen.
De Villo Ltimière is inderdaad voor een
groot deel gegrondvest op de weelde, waar
aan de bevoorrechten van alle Europeeschc
natiën zich overgeven. Zonder het verkeer
der rijke vreemdelingen, onder welke de
Engelschen, Amerikanen en Russen, de eer
ste rol spoten, zou Parijs een stad zijn als
een andere, dat wil zeggen, zou het. essen
tieel karakter van stad des vermaaks, van
een modern Babel, cr aan ontnomen zijn.
Ik gebruik met opzet deze laatste, cenigs-
zins verouderde uitdrukking, niet om de
landgenoolen af to schrikk'jn, doch juist
omdat ik haar als verouderd beschouw
en in het licht vensch te stellen, dat de
zeden van de Parijzenaars in den tegenwoor-
digen tijd volstrekt niet meer te wenschcn
overlaten dan die van andere landen. Dat
de Franschen in 'L algemeen den' naam heb
ben van luchthartig en losbandig, ligt een
weinig aan hun wuft en vroolijk en ook aan
luin historisch verleden, waarin' ze vaak
als toonaangevers voor goede sier en weel
de zijn opgetreden, doch is, in onze eeuw
althans, overdreven. Vooreerst dient men
in deze Parijs, dat voor den vreemdeling
vaak het geheclo land vertegenwoordigt,
ten strengste van de provincie af le schei
den. Dat Frankrijk' een der rijkste landen
is der geheele wereld, sluit trouwens reeds
de premissie in, dat do Franschen spaar
zaam en arbeidzaam zijn, welke eigenschap
pen moeilijk met een voortdurende losheid
van zeden kunnen samengaan. Ik' geloof dan
ook, Parijs een oogenblik' buiten rekening
latende, niet te veel He zeggen, dat in het
algemeen Frankrijk een. land is, welks bewo
ners zich aan geen onzedelijker levenswijs
overgeven dan die van andere landen. De
meeste Fransche families in de landstad
jes leven zeer ingetogen en liet volk ton
platten lande heeft geen erger gebreken en
ondeugden dan de Russische, de Duitschc
of de Hollandscho boeren. Wat Parijs be
treft, maakt men zich in den vreemde van
den Joestand op moreel gebied om ver
schillende redenen vraak een verkeerde voor
stelling. Vooreerst komt de vreemdeling zeer
zelden in aanraking met gezeten burger
families in de Fransche hoofdstad. Van het
familieleven, van de neigingen en gewoon
ten, voorkomende in huisgezinnen, die een
geregeld bestaan hebben en een geregeld le
ven leiden, ziet hij doorgaans zeer weinig. Bo
vendien is men in den vreemde, onwille
keurig, door do romanliteratuur, vaak op
de rijke, cosmopolitische kringen en de aan-
vreemds, want haar voogd, die langzaam van
zijn stoel opstond, keek den aangekomene
even aan en liep hem haastig tegemoet.
„Mijn jongen! Mijn jongen!" riep hij en
strekte de handen uit.
De vreemdeling nam die in de zijne en
stamelde „vader".
Toen begreep ze het. Het overige zag zij
slechts door een mist van tranen. Maar toen
ze stilletjes weg won gaan, nam hij haar
bij de hand en bracht haar bij zijn vader.
„Jeanne zoo mag ik u wel noemen?
bracht mij hier. Ik had niet durven komen,
als zij niet
„O neen!" riep ze, „ik heb geen oogen
blik gedacht
Plotseling werd ze vuurrood on hij, die
de reden ervan begreep, ging kalm voort
„Ik kan u niet in woorden danken. Ik
kan u alleen zeggen, dat er veel van de bit
terheid der zeventien verloopen jaren in mijn
hart was, en als u niet gesproken had, zooals
u deed, zou die er nog zijn en ik was dan
niet hier gekomen. U ziet dus, dat ik u veel
verschuldigd ben."
Maar de kleur op Joannes wangen nam
nog toe, en bij de eerste geschikte gelegen
heid sloop ze weg om haar gelaat in de kus
sens te verbergen. Wat had ze tegen hem
gezegd? Dat hij altijd haar held was ge
weest dat Maar het hielp niets, of ze
zich al die woorden weer te binnen bracht.
Ze had den indruk op hom gemaakt dat ze
al was ze dan nog niet verliefd op hem
dit toch heel gemakkelijk zou worden. Ze
moest hem dus duidelijk zien te maken, dat,
hoe vriendelijk ze over hem gedacht had,
toen ze hem nog niet kende, dit nu iets
geheel anders was.
Het ten uitvoer brengen van dit besluit
deed haar voogd de volgende dagen zeer
verbaasd staan. Zijn zoon begreep er de oor
zaak heel goed van, maar daar hij zich
eenigszins schuldig gevoelde, deed hij alsof
hij 't niet merkte. Toch deed hij wel veel
pogingen om den onzielitbaren scheidsmuur,
dien zo tusschen hen lmd opgericht., le ver
breken. Ze was te verstandig en te trotscli om
vijandig op te treden, maar bleef op genn-
digen afstand.
Haar verstand zei haar, dat er geen on
overkomelijker muur is dan die houding, die
duidelijk zegt„Tot hiertoe en niet verder."
Maar Stuurt Eversley had lust om veel
verder te gaantoon hij dus zag dat hij met
krijgslist niet verder kwam, probeerde hij
liet met een bestorming, waarop ze volstrekt
niet voorbereid was.
„Jeanne," zei hij op zekeren dag, toen
hij de bibliotheek binnenging, waar zij juist
uit zou gaan, „ik wou eens met jc praten.
Mag ik dat?"
Zo stond stil schijnbaar heel vriende
lijk, maar liet toch voelen, dat zo zich ver
zetten zou. Hij ging (lus naar haar loe,
greep haar hand in de zijne en drong haar,
hem aan te zien.
„Waarom doe je dat?" vroeg hij.
„Wat?" vroeg ze.
„Je weet heel goed, wat ik bedoel. Waar
om heb je dien scheidsmuur tusschen ons
opgericht. Waarom wil je niet naar me luis
teren? Waarom behandel je mij als een
vreemde, terwijl je eens
„Daar behoef je mij niet aan te herinne
ren," bracht ze uit.
„Waarom niet?" vroeg hij.
Zo liep van hem weg en ging in een leun
stoel bij het vuur zitten.
„Omdat jc kunt begrijpen, dat ik niet ge
sproken had, zooals ik deed, als ik geweten
had, wie je was."
„Ja, dat zou ie wel. Je hebt er mijn va
der en mij gelukkig door gemaakt. En die
[jaar zinnetjes, die' jo nu zou willen terug
roepen die hebben mij iets geleerd wat
ik anders toch zou weten. Als ik jo dut iets
verteld hol), mag je alles vergeten, als je
wilt. Maar jc zult mij hel geluk niet wil
len ontnemen dat de herinnering eraan mij
gnel't? Je zult er geen spijt meer van hebban,
dat je zc uitgesproken hebt?"
„ik weet niet," mompelde ze.
„IIet is alleen maar dit ik heb je lief
en zou je zoo gratig tot mijn vrouw willen
hebben."
Er heersehte oen oogenblik stilte.
„Neen," zei ze vastbesloten. „Het spijt
me, maar 't is onmogelijk
„Jcannc," smeekte hij. „Denk er nog eens
over. Zeg mij liet antwoord nog niet. Er
hangt voor mij zooveel van af."
„Dat denk je nu. Maar later zul je inzien,
dat de ware reden, waarom je me vroeg mede
lijden was. Vrouwen houden niet van mede
lijden
Hij wist niet, waarom hij het deed, maar
lui leunde voorover, legde zijn handen ender
haar kin en hief haar gelaat tot het zijne op.
„Dat is waar," sprak hij, „een oprecht
medelijden met mijzelf."
Een zachte warme kleur verspreidde zich
over haar gelaat en daar zc zich anders niet
verdedigen kon, sloot ze de oogen, die haar
geheim verraden hadden wat Stuart
Everslcy in een verzoeking bracht waaraan
hij geen weerstand bood, hij boog zich ung
lager en kuste haar.