60"* Jaargang. Zondag 12 Augustus 1906 No. 12155 Tweede Blad Van V en Amstel. Praatjes over vee, weide st not wat. V STADSNIEUWS. SCHIEE1MSCH! SOURANT Deze courant verschijnt d a. ge 1 ij ks, mei uitzondering van Zon-en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor S v h i e d a m en V1 a a r d in g en II. 1.25. Franco per post II. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advcrtentiën voor liet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uut aan hot bureau bezorgd zijn. Bureau: Botorstraat 68. Prijs der Ad verten tiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Ad verten tiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon No. 123. Terwijl de Amstelaren bezig zijn er een paar weekjes uit te breken om naar buiten te gaan, zijn er anderen bezig om in tc breken. In de laatste dagen boort men weer meer van die inbraken, maar gelukkig zijn de meeste slachtoffers, bij wie ingebroken werd, ver zekerd bij een of andere maatschappij. Dit is werkelijk toevallig, alleraardigst toevallig en, als 't soms eens een reclame- middeltje was (niet die inbraken, maar de berichten daarover) dan zou men zoo, vol gens de kansrekening, moenen dat 't eigen lijk dan maar veiliger was om niet ver zekerd te zijn. Ondertusschen moet 't toch maar een aller onaangenaamste verrassing zijn om, thuis komende van een reisje, do deuren opendoen de van huis en slaapkamers, daarin de spo ren van een hardhandig en langvingerig be zoek te ontdekken. Inbrekers gaan echter ook vooruit in be schaving. Zoo werd er onlangs een groote inbraak gepleegd, niet in Amsterdam maar Sn een andere groote stad, en do dieven be handelden alles als 1ste klasse werk. Ze na men o.a. de beste meubeltjes in een verhuis wagen mede, lieten de verzekeringspolissen netjes in het schrijfbureau van mevrouw lig gen, deden de deuren weer goed dicht en verlieten het huis zooals ze 't gevonden had den, alleen maar wat leeger. Mijnheer en mevrouw waren buiten, ergens in een hotel. De heeren inbrekers trokken met hun in- boedeltje naar een dorpje, verzochten daar, onder een of ander voorwendsel, om wat meubels, afkomstig van een gefailleerde fa briek, te mogen verkoopen en het geheele dorp kocht. Ook de eigenaar van een dicht bij gelegen hotel die, o. a. de gelukkige be zitter van een extra mooi kastje werd en dat in een der salons um zijn hotel deed zetten. 't Toeval wilde dat daar, op hun terug reis, ook de mijnheer en mevrouw kwamen logeeren en onmiddellijk had mevrouw het alleraardigste kastje bemerkt, „Wel manlief, hoe toevallig! Nu zijn we al 16 jaar getrouwd en 't gehikte ons nog niet om precies zoo'n tweede kastje te koo- pen als we thuis hebben, en zie nu eens, daar staat er zoo eenToe kerel, koop dat nu eens voor me." En manlief kocht 't kastje en liet 't naar zijn huis in de stad sturen. Dat 't daar niet als pendant dienen kon begrijpt ieder, even als dat de verrassing der thuiskeerende echt- genooten groot was Zulk inbrekerswerk is ecliter grootschcep- selie arbeid. De gewone inbreker, thans be zig in Amsterdam, schijnt met wat tafel zilver, geld, daklood, koperen traproeien enz. tevreden te zijn. Als dat niet goed wegge borgen is, is 't zijn schuld niet dat hij 't meeneemt. Zijn schuld is 't ook niet wan neer hij met een eenvoudig huisdeursleuteltje zoowat alle straatdeuren kan openen en dus naar keuze een onbewoond huis kan binnen stappen, naar 't dak gnan en zonder eenig gevaar om zijn kostbaren hals te breken, over eenige daken wandelen kan, langs een zeer gemakkelijken brandladder aan den ach terkant van het huis, een aehterbnlcon kan bereiken en daar op zijn gemak, door een iuit in te drukken, do bovenkamers kan bin nenstappen. Want zoo zijn do moderne hui zen in Amsterdam ingericht. Dat dit geen aardigheid is bewijst het feit dat een fele- foonarheider, bezig hij de buren van schrij vers dezes, bij vergissing een andere brand ladder afstapte en in mijn huis terecht kwam, en dat, ergens anders, een paar kna pen, vier huizen van elkaar wonend, gere geld over het dak elkaar bezoeken, zonder dat men dnt zou kunnen hooren. Die platte daken strekken zich soms twintig, zelfs der tig huislengten naast elkaar uit en is men er bovenop dan heeft men een aantal brand ladders ter keuze om doodbedaard een ge- wenscht of ongewenscht burenbezoek te bren gen. Tante Trotwood, in Londen logeerende, drukte Davnl Copperfield op het hart pm vooral toch een kamer onder 't dak uit te kiezen, voor geval er eens hvand mocht uit breken. Maar toen waren er nog geen platte daken en nu zijn die platte grindvelden met die overbodige brandladders, te Amsterdam tenminste, zeer veilige inbrekers-hulpmidde len. En in geval van brand? Och, mevrouwtje, als er in een goed huis te^Amstcrdam brand komt is li door de brandweer, die ladders heeft welke tot acht verdieningen hoog reiken, gered vóór u 't weet Wordt 't in de stad, wat inbraken betreft, minder veilig, do brandveiligheid wordt hier steeds grooter. De branden nemen steeds af, en de ver- gelijkingscijfers der verschillende jaren wijzen in dat opzicht gunstige resultaten aan. Na tuurlijk stijgen per jaar do totaalcijfers der branden van het warme naar het koude sei zoen. In Juni van dit jaar waren er 73 en in Maart 158 branden te Amsterdam. Zeer eigenaardig is het dat steeds 3 bran den of brandjes op elkaar volgen. Is er oen gemeld aan de pers, hetgeen oer telefoon gaat, dan volgen er meestal binnen tweemaal vier-en-twintig uur nog twee. Men zon, dit opgemerkt hebbende, hieruit kunnen aflei den dnt niet alleen alle goede dingen nit drie bestaan, maar ook alle slechte dingen. Ook deze week volgden elkaar drie noemens waardige branden in korten lijd op, waar van de laatste, op de Lijnbaansgracht, een „uitslaande" nogwel. in zoo'n kort tijdsbe stek door de Amstcrdamsche brandweer ge- bluscht werd dat zelfs zij die, toevallig in de nabijheid, de richting der stoomspuiten ge volgd zijnde, ter plaatse aangekomen, geen vuur of vlammen meer zagen. En toch brandden daarbij een paar ver diepingen totaal uit! Over 't algemeen is, dank zij de kranige hrandweerdirectie, de brandveiligheid te Am sterdam zooals nergens elders. De telefoon heeft daarbij ook een woordje mee te spreken, want riiets gaat sneller dan het oproepen der brandweer door de telefoon. Tenminste als die telefoon, lees de tele foondienst, alias vooral, de telefoonbediening, goed is. En tegenwoordig is die bediening bijna ideaal, vergeleken met vroeger. Tiet aantal nbonné's neemt dan ook weer sterk toe, niettegenstaande de abonnementsprijs per jaar 90 met 25 entree nog veel Ie hoog is. Er is sprake vnn een tweede centrnnl- telefoonbnr.. hoewel 't eerste, op 'I Singel hij do Bnndhuisstrnnt, pas kort geleden aanzien lijk is vergroot. De verbindingen per dag Ie Amsterdam door de stndstolefoon tot stand gebracht. bedragen gemiddeld ongeveer 54000 a 55000 stuks. In do maand Juni werden via het Bijks- tclefoonburonu vanuit Amsterdam 37332 in tercommunale telefoonverbindingen bewerk stelligd, waarvan 182 naar Schiedam, Van uit Schiedam werd in die maand mei Am sterdam 227 mnal gesproken. TTot tweede tolefoonburenu der stad zon vermoedelijk komen in het Museum-kwartier en in dienst moeten gesteld worden wanneer er meer dan 10.800 ahonné's zijn. daar het bestaande centrnal-hureau niet voor een groo ter getal kan ingericht worden. Thans zijn er 8549 abonnés aangesloten op het stedelijk telefoonnet. Do Yerecniging „Oost en West", nfd Am sterdam, opende j.l. Woensdag in het Stede lijk Museum een tentoonstelling van Indische kunst, kunstnijverheid en huisvlijt. De opening dezer, vooral in deze tro pische hitte, aclucele tentoonstelling, geschied de mot speechen en gekleede jassen, twee zaken, in ons goede landje nauw verbonden. Het doel dezer tentoonstelling is voorname lijk om „de bevolking biet ter stede in de gelegenheid te stellen de mooie kunstnijver- heid-prodneten van onze Indische broeders en zusters te bewonderen'"', zooals een mijner collega's 't uitdrukte. Wanneer die belangstelling voor de pro ducten even groot is als voor do broeders en zusters zeiven, dan zal 't wel een succes geven, want, afgaande op do belangstelling van Amsterdam's bevolking voor -1 Javaan tjes, een mannelijke en drie'vrouwelijke, die sedert eenige dagen onze straatsteenen be wandelen „in sarong en kabaai", is de nieuwsgierigheid naar Indische zaken zeer groot, vooral op zustergebied. Ondertusschen is deze tentoonstelling een bezoek tvaard, en niet één maar zelfs twee. liet was geen kleinigheid dat alles eenigs- zins systematisch te rangschikken en al dat bewerkt bamboe, dat zilverwerk, die batiks, wapenen, vlechtwerken, beelden enz., smaak vol op te stellen. Het comité is echter uit nemend geslaagd dat probleem op te lossen en ik hoop de volgende week hierop nader terug te komen. Eén ding is jammer, 't is op die Indische tentoonstelling snikheet. Dat behoort bij Tndië zal men zeggen. Best, maar laten we er dan ook in sarong en kabaai heengaan, Een en ander over de verpleging van ont vee en wat daarmede samenhangt,. (Vervolg). Wie do uiterlijke kenmerken van het melkvee goed wil leeren kennen, kan niet beter doen, dan het tc vergelijken mol hot mestvec. Bij die vergelijking bemerken we overeenkomst, maar ook verschilcn hoe nauwkeuriger de vergelijking plaats hcefi, hoe scherper de verschillen in het oog zul len vallen. Men bemerkt dan al spoedig, dal ook voor mestvec bepaalde uiterlijke kenmerken zijn aan te geven, waaraan het Ie herkennen is, waarnaar men het behoor- deelen kan. En ook hierbij blijkt hel, dat die uitwendige kenmerken samengaan met een geschiktheid der inwendige organen voor een gewemelde vlcosch- cn vetaan- zetting. Bij het melkvee wenschten we eenkrach- lige en ruime bloedsomloop, on daarmee in overeenstemming, groole longen, voor de Moedzuivering. Is liet nu niet kenmer kend, hoe men bij tal van meesters in onze orngering vooral do gewoonte aan treft, om. vee voor de mesterij aangekocht voor het opstallen eens goed te laten", alzoo een vrij groote hoevveelheid bloed te ontnemen. Men moge bet met die wijze -ran handelen eens zijn of niet men weel van vroeger, dat schrijver dezes, en volstrekt niet mee dweept, noen ze ver keerd acht het blijkt, hoe toch de prak tijk niet veel opheeft met groote bloedrijk heid, wanneer mesten het doel is. Die min dere bloedrijkheid, maakt ook een zeer sterke longontwikkeling ongewenscht. Mid delmatige longontwikkeling wijst öp een be perkter zuurstofverbruik en dit geeft aan een mindere geschiktheid om groote ho<. veelheden ruw voer om te zétten. Nu wordt er van jongsaf bij het melkvee juist opgewerkt de ingewanden er aan te ge wennen, veel ruw voor om te zetten. Men beperkt zich in het toedienen van kracht voer, om vooral een zooveel mogelijk vol komen verteren van het hoofdvoer te be vorderen. De buikingewanden nemen bij het jonge melkvee dan ook snel in omvang loc; de buik moet een Hinken omvang krij gen, zonder echter in een hangbuik over tc gaan. Door een doeltreffende voeding bevor dert men dus ecu in ,hot dier reeds on derstelde geschiktheid, om veel voort te kunnen brengen. Hetzelfde bedoelen we bij ons mestvee, doch hier behoeft het productievermogen slc-chls betrekkelijk kort tc duren. Hier wordt het geproduceerde niet voorlduiend weggevoerd, zooals hij melkvee in den vorm van melk en kalf, doch doel hol' dier in omvang toenemen cn daarbij is de grens spoedig bcreikL. Hieruit volg! reeds, dal ook" bij de voe ding van mestvec een anderen weg dient ingeslagen te worden, dan bij het melkvee. Krachtvoer treedt hier op den voorgrond. Ook dit moot volledig verleerd worden, doch daar er meer van in het lichaam achterblijft, zijn overgroote hoeveelheden daarvan minder noodzakelijk. Het. verleert in don regel vrij snol en een buitengewoon lang darmkanaal, wat wel noodzakelijk is om hel ruw voer zoo volledig mogelijk te verleren, is alzoo hier minder noodig. Do pens kond, hij zulk een Voeding dan ook voel minder tot ontwikkeling oh de huik- omvang is in verhouding tol de overige lichaamsboeien veel gering ai. Zoowel horst- als buikingewanden kun nen evenals het bloedvatenstelsel beknop ter in omvang zijn. De vorm van het dier zal dan ook godrongener zijn en het ge heel een meer plompen indruk maken. Dit laatste wordt vooral ook veroorzaakt door de mindere ontwikkeling van kop, hals en poolen. Zij, die zich op het fok ken van mestvee toeleggen, streven er naar de voor den vleeschgroei minder waardige deelen zooveel mogelijk in c af wikkeling terug te houden, terwijl die dee len, waarop het meestwaardige vleesch af zet, zoo breed en ruim mogelijk moeten ontwikkeld worden. Kleine kop, korte poolen en hals zijn gewcnscht hij het mestvee om de eenvou dige reden, dat het vleesch dezer deelen van cle geringste kwaliteit is. Legt men de vlakke hand op de schoft en volgt de ruglijn over den Stuurt en ver der naar beneden tot aan den achterschen kel. zoo mndt men niets anders als eerste kwaliteit _;sch, als men tenminste het voor ste ribstuk uitzondert. Bug, lendenen en kruis moeten goed breed en zwaar hevlecsd zijn en evenzoo het bovengedeelte der aeh- terheenen, hoe breeder en vlakker de dijen zijn (laag en zwaar gebroekt), hoe meer bil stuk en achterschenkel opleveren. Zooals men bemerkt, is de achterhand ook lder, evenals bij het melkvee, van veel be- tcekonis; doch terwijl men het bij het laat ste meer zoekt in een sterk ontwikkeld buik- gedeelte, valt hij het eerste meer, op het len den- en kindsgedeelte, de aandacht. Ruime bekkenbeenderen zijn steeds gewcnscht, met het oog op het kalverenhet ligt echter voor de hand er bij het jaarlijks drachtige melk vee meer waarde nan te hechten, dan bij het mestvee. Wel worden er natuurlijk do meest gesehikten ook aangehouden voor de fokkerij, het overwegend grootste deel wordt direct voor het mesten bestemd. Het is natuurlijk lang niet onverschillig, hoe lang het mesten duurt. Hoe eerder het dier volwassen is en hoe sneller de grootst mogelijke hoeveelheid vleesch en vet zich in het dier heeft afgezet. hoe bruikbaarder het voor de nmslerij is. Ook hier geldt het weer: met de geringste kosten, de grootste produc tie. Veel gewicht moet men derhalve hechten aan vroegrijpheid. Wat valt nu bij vroegrijp vee op Ie mer ken? Tn de eerste plaats neemt hierbij de romplioogte ten opzichte van de romplcngto toe en in verband daarmee neemt de gestel- hoogte af. Dit is juist, wat wc wenschen. De minderwaardige ondereinden der poolen blijven kleiner, terwijl de romp, waarop hot zware vleesch zich afzet hooger wordt in verhouding tot het geheele dier. Vandaar dan ook de opmerking boven reeds gemankt om trent het gedroogener en plumper voorkomen der dieren. Tets wat bij vroegrijp vee ook nog al op valt, is het fijne vnn het beendergestelde ..bouten" zijn minder zwaar. Dnt ook dit een niet te versmaden voordeel is, zul wel geen toelichting behoeven. Toch moet het hcenderstel niet zoo zwak worden, dat er do noodige stevigte aan gaat ontbreken. Bij sommige van onze snel gemeste jonge var kens rechtvaardigen de teere pootjes wel de gelijk de vrees, dat de gewensehte verhouding tusschen sterkte dor bouten en het lichaams gewicht ontbreekt. Hel transport van zulke dieren eischt soms heel wat overleg. Vroegrijp vee blijkt dus in elk opzicht voor den mester het meest gewcnscht en de fok ker dient dit wel degelijk in het oog te hou den bij de keuze van zijn fokmnterinal, zoo wel wat de mannelijke als wat de vrouwe lijke dieren betreft. Vergelijkt men nu het Engelsche mestvee met het vee, hetwelk door ons voor de mes ting bestemd wordt, dan valt al dadelijk op te merken, dat de vrouwelijke dieren door ons hoogst zelden direct voor de mesterij worden bestemd. Eerst worden de koeien een tijd gemolken en eerst daarna gemest. De leeftijd waarop ze gemest worden valt tus schen 4 on 8 jaar. Hieruit volgt echter al van zelf, dat we bij den aankoop van mest vee niet uitsluitend letten op de eischen aan zulk vee te stellen, doch dat men wel dege lijk in aanmerking neemt of het dier ook nog een tamelijk groote hoeveelheid melk kan leveren. Ja liefst heeft men zulke, welke men niet bepaald droog behoeft te zet ten om ze af 1c mesten. Bij zulk vee zal men in meerdere of mindere mate do kenmerken van mest- en melkvee terug moeten vinden. De bij ons welbekende Groningsche koeien verioonen beide soorten van kenmer ken vrij duidelijk. Natuurlijk zullen de kenmerken vnn het Friesche melkvee in de Groninger minder sterk optreden. Wel zullen de vorm en uitbreiding van bet elder wijzen op een meer dan matige melkrijkheid, en vooral bij het jonge vee, de. lengte der poo- tcn u doen denken aan dc meerdere gestel- hoogte van melkveedoch de goed bevleesdo breede dijen, de kleine kop, de minder uit gezakte buik, en het fijner beendergestel, ge paard aan een voldoende vroegrijpheid, wijzen er op, hoe bij dit dier de geschiktheid om gemest te worden goed ontwikkeld is. Het vee in Ilunzego vertoont de laatste eigenschappen vrij sterk. Vooral is dit te be schouwen als gevolg van het kruisen met Durhamvee, een Engelseh veeslag uitmun tend voor mesten geschikt. De invloed van deze kruising was zoo sterk, dal duidelijk dc geschiktheid voor de melkerij afnam. Men heeft om den verderen teruggang in hel melkgeven te voorkomen het kruisen met dit mesttype gestaakt. Toch kan men tevreden zijn met het verkregen resultaat, daar het Hunzego'er vee als zeer goed mestvee be kend staat. In hot Wcsterkwarlier staat het mclk- geven wel moor op den voorgrond, doch* ook met dit vee is het mesten met goe den uitslag te doen. Hierbij is gebleken, hoe gunstig krui sing met buitenlandsch vee kan werken, maar tevens dat men de uitkomsten niet. uit htel oog moet verliezen. De kruising mbt het Durhamvee had wel don aanleg tot vleesch- en vctvorming versterkt, doch eigenaardig was het, dat dc vetvorming do overhand kreeg cn dit was minder gc- wonsebt. Men moet dus maar niet d,oor gaan mot kruisen, omdat hot resultaat in één richting gunstig is. Koen, want indien br een achteruitgang in andere richting valt waar te- nemen, zoo dienen winst en verlies scherp tegenover elkander gesteld to worden om. tc heslissen of clporkruisrfl govensebt. is. In den Wilhclminapolder (Zeeland) heeft men ook met Engelseh vee gbkruist cn ook daar in dc richting van don vleeschvorm niet Durhamvee. Even als in Ilunzego nam de mclkgifl af, doch daar hier d,e melk in kwaliteit verbeterde (het vetgehalte nam merkbaar loc), was die teruggang niet direct als schade aan lo merken. Zonder melkonderzoek ou mea di,l niet tc weten gekomen zijn. Eon volgende maai koeren we tol de uiterlijke kenmerken van ons mcsTveu terug. Finnncleele verbond tut» gemeentebedrijven. Door de Finnncieele Conunbsio is het vol gende rapport ingediend, ter toelichting op oen ontwerp-verordening regelende de gelde lijke verhouding der gemeentelied rijven tot de gemeeiJe. (Zooals men weet was het ontwerp vnn B. en W. ingevolge beriuit i.m den Baad om advies in handen dezer commissie ge steld.) Op 4 dezer werd door U in onze handen gesteld om advies een ontwerp wwdrning tot regeling der finnncieele vei houding van gemeentebedrijven tot de gemeente, door B. en W. op 9 Juni 1906 ingediend. Sedert 1897 is dit onderwerp aan de orde (zie o.a. Verslag dor handelingen 1897 hl. 113 en bijlagen XLTVa en b). De Hoofd bedoeling is te verkrijgen een juiste bock bonding, zoo eenvoudig cn duidelijk moge lijk, die de eerlijke zuivere winst aangeeft en niet telkens van methode verandertomtrent die hoofdbedoeling bestaat thans geen ver schil vnn mooning meer. Wel over de uit werking van belangrijke onderdeden: af schrijving, reserve, winstverdeeüng cn geld belegging. We zullen deze achtereenvolgens behandelen. AFSCIIBTJVTNG. Dit is: vnn de on zuivere winst afboeken om te dekken de slij ting der verbruikbare bezittingen. Bij groote ondernemingen is het langzamerhand gebruik geworden om de afschrijving niet in het credit der bezittingen zelf te boeken, doch in het credit eener nfschrijvingsrekcning, waar door op elke balans blijkt zoowel de kost prijs dezer bezittingen als net feit cn het be drag der afschrijving; dit is dus wel een andere vorm van boeking, doch in wezen vol strekt dezelfde zaakwas dit altijd in het oog gehouden, dan ware veel misverstand voorkomen, dan zou men nooit gesproken hebben van afschrijvings fonds, noch ver hand gelegd tusschen afschrijving cn aflos sing, noch tusschen afschrijving cn gcldbo legging, noch zou men ooit de opbrengst van afbraak in het credit eener afschrijvings rekening hebben willen brengen (ontwerp B. en W. art. 5, 14, 13), noch ooit ge sproken hebben van het pullen uit deze reke ning ter bekostiging van een vernieuwing. Genoemde rekening dient als tegenwicht tegen dc slijtingen der bezittingen; wordt een bezitting onbruikbaar, dan schrijft men van de afsclilTn ingsrekuniug UUT op de bezit ting hetgeen op deze in den loop der tijden is afgeschreven ten bate dier afschrijvings rekening. Bij het stelsel van B. cn W», om schreven op bl. 210, heeft men 3 fouten: le. een administratieve, waarover hier onder; 2e. bij onvoldoende afschrijving put men te vee! uit de afschriivingsrekening en om gekeerd 3c. hij een hoogeren kostprijs dan van dc vervangen bezitting put men het verschil ten onrechte uit de afschrijvingsrekening en omgekeerd. Wij geven hier een schema voor een be zitting van 3000.waarop is afgeschre ven 2250.welker afbraak opbrengt f 200.en die vervangen wordt door een van ƒ3100. Volgens "Burgemeester en Wethouders. Bezitting: Debet. Aan kostprijs 3000. Credit,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1906 | | pagina 5