60"* Jaargang.
Zondag 12 Augustus 1906
No. 12155
Tweede Blad
Van V en Amstel.
Praatjes over vee, weide st not wat.
V
STADSNIEUWS.
SCHIEE1MSCH! SOURANT
Deze courant verschijnt d a. ge 1 ij ks, mei uitzondering van Zon-en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor S v h i e d a m en V1 a a r d in g en II. 1.25. Franco
per post II. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advcrtentiën voor liet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uut aan hot bureau bezorgd zijn.
Bureau: Botorstraat 68.
Prijs der Ad verten tiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Ad verten tiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon No. 123.
Terwijl de Amstelaren bezig zijn er een
paar weekjes uit te breken om naar buiten te
gaan, zijn er anderen bezig om in tc breken.
In de laatste dagen boort men weer meer van
die inbraken, maar gelukkig zijn de meeste
slachtoffers, bij wie ingebroken werd, ver
zekerd bij een of andere maatschappij.
Dit is werkelijk toevallig, alleraardigst
toevallig en, als 't soms eens een reclame-
middeltje was (niet die inbraken, maar de
berichten daarover) dan zou men zoo, vol
gens de kansrekening, moenen dat 't eigen
lijk dan maar veiliger was om niet ver
zekerd te zijn.
Ondertusschen moet 't toch maar een aller
onaangenaamste verrassing zijn om, thuis
komende van een reisje, do deuren opendoen
de van huis en slaapkamers, daarin de spo
ren van een hardhandig en langvingerig be
zoek te ontdekken.
Inbrekers gaan echter ook vooruit in be
schaving. Zoo werd er onlangs een groote
inbraak gepleegd, niet in Amsterdam maar
Sn een andere groote stad, en do dieven be
handelden alles als 1ste klasse werk. Ze na
men o.a. de beste meubeltjes in een verhuis
wagen mede, lieten de verzekeringspolissen
netjes in het schrijfbureau van mevrouw lig
gen, deden de deuren weer goed dicht en
verlieten het huis zooals ze 't gevonden had
den, alleen maar wat leeger.
Mijnheer en mevrouw waren buiten, ergens
in een hotel.
De heeren inbrekers trokken met hun in-
boedeltje naar een dorpje, verzochten daar,
onder een of ander voorwendsel, om wat
meubels, afkomstig van een gefailleerde fa
briek, te mogen verkoopen en het geheele
dorp kocht. Ook de eigenaar van een dicht
bij gelegen hotel die, o. a. de gelukkige be
zitter van een extra mooi kastje werd en dat
in een der salons um zijn hotel deed zetten.
't Toeval wilde dat daar, op hun terug
reis, ook de mijnheer en mevrouw kwamen
logeeren en onmiddellijk had mevrouw het
alleraardigste kastje bemerkt,
„Wel manlief, hoe toevallig! Nu zijn we
al 16 jaar getrouwd en 't gehikte ons nog
niet om precies zoo'n tweede kastje te koo-
pen als we thuis hebben, en zie nu eens,
daar staat er zoo eenToe kerel, koop dat
nu eens voor me."
En manlief kocht 't kastje en liet 't naar
zijn huis in de stad sturen. Dat 't daar niet
als pendant dienen kon begrijpt ieder, even
als dat de verrassing der thuiskeerende echt-
genooten groot was
Zulk inbrekerswerk is ecliter grootschcep-
selie arbeid. De gewone inbreker, thans be
zig in Amsterdam, schijnt met wat tafel
zilver, geld, daklood, koperen traproeien enz.
tevreden te zijn. Als dat niet goed wegge
borgen is, is 't zijn schuld niet dat hij
't meeneemt. Zijn schuld is 't ook niet wan
neer hij met een eenvoudig huisdeursleuteltje
zoowat alle straatdeuren kan openen en dus
naar keuze een onbewoond huis kan binnen
stappen, naar 't dak gnan en zonder eenig
gevaar om zijn kostbaren hals te breken,
over eenige daken wandelen kan, langs een
zeer gemakkelijken brandladder aan den ach
terkant van het huis, een aehterbnlcon kan
bereiken en daar op zijn gemak, door een
iuit in te drukken, do bovenkamers kan bin
nenstappen. Want zoo zijn do moderne hui
zen in Amsterdam ingericht. Dat dit geen
aardigheid is bewijst het feit dat een fele-
foonarheider, bezig hij de buren van schrij
vers dezes, bij vergissing een andere brand
ladder afstapte en in mijn huis terecht
kwam, en dat, ergens anders, een paar kna
pen, vier huizen van elkaar wonend, gere
geld over het dak elkaar bezoeken, zonder
dat men dnt zou kunnen hooren. Die platte
daken strekken zich soms twintig, zelfs der
tig huislengten naast elkaar uit en is men
er bovenop dan heeft men een aantal brand
ladders ter keuze om doodbedaard een ge-
wenscht of ongewenscht burenbezoek te bren
gen.
Tante Trotwood, in Londen logeerende,
drukte Davnl Copperfield op het hart pm
vooral toch een kamer onder 't dak uit te
kiezen, voor geval er eens hvand mocht uit
breken. Maar toen waren er nog geen platte
daken en nu zijn die platte grindvelden met
die overbodige brandladders, te Amsterdam
tenminste, zeer veilige inbrekers-hulpmidde
len. En in geval van brand?
Och, mevrouwtje, als er in een goed huis
te^Amstcrdam brand komt is li door de
brandweer, die ladders heeft welke tot acht
verdieningen hoog reiken, gered vóór u 't
weet
Wordt 't in de stad, wat inbraken betreft,
minder veilig, do brandveiligheid wordt hier
steeds grooter.
De branden nemen steeds af, en de ver-
gelijkingscijfers der verschillende jaren wijzen
in dat opzicht gunstige resultaten aan. Na
tuurlijk stijgen per jaar do totaalcijfers der
branden van het warme naar het koude sei
zoen. In Juni van dit jaar waren er 73 en
in Maart 158 branden te Amsterdam.
Zeer eigenaardig is het dat steeds 3 bran
den of brandjes op elkaar volgen. Is er oen
gemeld aan de pers, hetgeen oer telefoon
gaat, dan volgen er meestal binnen tweemaal
vier-en-twintig uur nog twee. Men zon, dit
opgemerkt hebbende, hieruit kunnen aflei
den dnt niet alleen alle goede dingen nit
drie bestaan, maar ook alle slechte dingen.
Ook deze week volgden elkaar drie noemens
waardige branden in korten lijd op, waar
van de laatste, op de Lijnbaansgracht, een
„uitslaande" nogwel. in zoo'n kort tijdsbe
stek door de Amstcrdamsche brandweer ge-
bluscht werd dat zelfs zij die, toevallig in
de nabijheid, de richting der stoomspuiten ge
volgd zijnde, ter plaatse aangekomen, geen
vuur of vlammen meer zagen.
En toch brandden daarbij een paar ver
diepingen totaal uit!
Over 't algemeen is, dank zij de kranige
hrandweerdirectie, de brandveiligheid te Am
sterdam zooals nergens elders.
De telefoon heeft daarbij ook een woordje
mee te spreken, want riiets gaat sneller
dan het oproepen der brandweer door de
telefoon.
Tenminste als die telefoon, lees de tele
foondienst, alias vooral, de telefoonbediening,
goed is. En tegenwoordig is die bediening
bijna ideaal, vergeleken met vroeger. Tiet
aantal nbonné's neemt dan ook weer sterk
toe, niettegenstaande de abonnementsprijs
per jaar 90 met 25 entree nog
veel Ie hoog is.
Er is sprake vnn een tweede centrnnl-
telefoonbnr.. hoewel 't eerste, op 'I Singel hij
do Bnndhuisstrnnt, pas kort geleden aanzien
lijk is vergroot. De verbindingen per dag Ie
Amsterdam door de stndstolefoon tot stand
gebracht. bedragen gemiddeld ongeveer
54000 a 55000 stuks.
In do maand Juni werden via het Bijks-
tclefoonburonu vanuit Amsterdam 37332 in
tercommunale telefoonverbindingen bewerk
stelligd, waarvan 182 naar Schiedam, Van
uit Schiedam werd in die maand mei Am
sterdam 227 mnal gesproken.
TTot tweede tolefoonburenu der stad zon
vermoedelijk komen in het Museum-kwartier
en in dienst moeten gesteld worden wanneer
er meer dan 10.800 ahonné's zijn. daar het
bestaande centrnal-hureau niet voor een groo
ter getal kan ingericht worden.
Thans zijn er 8549 abonnés aangesloten
op het stedelijk telefoonnet.
Do Yerecniging „Oost en West", nfd Am
sterdam, opende j.l. Woensdag in het Stede
lijk Museum een tentoonstelling van Indische
kunst, kunstnijverheid en huisvlijt.
De opening dezer, vooral in deze tro
pische hitte, aclucele tentoonstelling, geschied
de mot speechen en gekleede jassen, twee
zaken, in ons goede landje nauw verbonden.
Het doel dezer tentoonstelling is voorname
lijk om „de bevolking biet ter stede in de
gelegenheid te stellen de mooie kunstnijver-
heid-prodneten van onze Indische broeders en
zusters te bewonderen'"', zooals een mijner
collega's 't uitdrukte.
Wanneer die belangstelling voor de pro
ducten even groot is als voor do broeders en
zusters zeiven, dan zal 't wel een succes
geven, want, afgaande op do belangstelling
van Amsterdam's bevolking voor -1 Javaan
tjes, een mannelijke en drie'vrouwelijke, die
sedert eenige dagen onze straatsteenen be
wandelen „in sarong en kabaai", is de
nieuwsgierigheid naar Indische zaken zeer
groot, vooral op zustergebied.
Ondertusschen is deze tentoonstelling een
bezoek tvaard, en niet één maar zelfs twee.
liet was geen kleinigheid dat alles eenigs-
zins systematisch te rangschikken en al dat
bewerkt bamboe, dat zilverwerk, die batiks,
wapenen, vlechtwerken, beelden enz., smaak
vol op te stellen. Het comité is echter uit
nemend geslaagd dat probleem op te lossen
en ik hoop de volgende week hierop nader
terug te komen.
Eén ding is jammer, 't is op die Indische
tentoonstelling snikheet.
Dat behoort bij Tndië zal men zeggen.
Best, maar laten we er dan ook in sarong
en kabaai heengaan,
Een en ander over de verpleging van ont
vee en wat daarmede samenhangt,.
(Vervolg).
Wie do uiterlijke kenmerken van het
melkvee goed wil leeren kennen, kan niet
beter doen, dan het tc vergelijken mol hot
mestvec. Bij die vergelijking bemerken we
overeenkomst, maar ook verschilcn hoe
nauwkeuriger de vergelijking plaats hcefi,
hoe scherper de verschillen in het oog zul
len vallen. Men bemerkt dan al spoedig,
dal ook voor mestvec bepaalde uiterlijke
kenmerken zijn aan te geven, waaraan het
Ie herkennen is, waarnaar men het behoor-
deelen kan. En ook hierbij blijkt hel, dat
die uitwendige kenmerken samengaan met
een geschiktheid der inwendige organen
voor een gewemelde vlcosch- cn vetaan-
zetting.
Bij het melkvee wenschten we eenkrach-
lige en ruime bloedsomloop, on daarmee
in overeenstemming, groole longen, voor
de Moedzuivering. Is liet nu niet kenmer
kend, hoe men bij tal van meesters in
onze orngering vooral do gewoonte aan
treft, om. vee voor de mesterij aangekocht
voor het opstallen eens goed te laten",
alzoo een vrij groote hoevveelheid bloed
te ontnemen. Men moge bet met die wijze
-ran handelen eens zijn of niet men
weel van vroeger, dat schrijver dezes, en
volstrekt niet mee dweept, noen ze ver
keerd acht het blijkt, hoe toch de prak
tijk niet veel opheeft met groote bloedrijk
heid, wanneer mesten het doel is. Die min
dere bloedrijkheid, maakt ook een zeer
sterke longontwikkeling ongewenscht. Mid
delmatige longontwikkeling wijst öp een be
perkter zuurstofverbruik en dit geeft aan
een mindere geschiktheid om groote ho<.
veelheden ruw voer om te zétten.
Nu wordt er van jongsaf bij het melkvee
juist opgewerkt de ingewanden er aan te ge
wennen, veel ruw voor om te zetten. Men
beperkt zich in het toedienen van kracht
voer, om vooral een zooveel mogelijk vol
komen verteren van het hoofdvoer te be
vorderen. De buikingewanden nemen bij het
jonge melkvee dan ook snel in omvang
loc; de buik moet een Hinken omvang krij
gen, zonder echter in een hangbuik over
tc gaan.
Door een doeltreffende voeding bevor
dert men dus ecu in ,hot dier reeds on
derstelde geschiktheid, om veel voort te
kunnen brengen.
Hetzelfde bedoelen we bij ons mestvee,
doch hier behoeft het productievermogen
slc-chls betrekkelijk kort tc duren. Hier
wordt het geproduceerde niet voorlduiend
weggevoerd, zooals hij melkvee in den vorm
van melk en kalf, doch doel hol' dier in
omvang toenemen cn daarbij is de grens
spoedig bcreikL.
Hieruit volg! reeds, dal ook" bij de voe
ding van mestvec een anderen weg dient
ingeslagen te worden, dan bij het melkvee.
Krachtvoer treedt hier op den voorgrond.
Ook dit moot volledig verleerd worden,
doch daar er meer van in het lichaam
achterblijft, zijn overgroote hoeveelheden
daarvan minder noodzakelijk. Het. verleert
in don regel vrij snol en een buitengewoon
lang darmkanaal, wat wel noodzakelijk is
om hel ruw voer zoo volledig mogelijk te
verleren, is alzoo hier minder noodig. Do
pens kond, hij zulk een Voeding dan ook
voel minder tot ontwikkeling oh de huik-
omvang is in verhouding tol de overige
lichaamsboeien veel gering ai.
Zoowel horst- als buikingewanden kun
nen evenals het bloedvatenstelsel beknop
ter in omvang zijn. De vorm van het dier
zal dan ook godrongener zijn en het ge
heel een meer plompen indruk maken.
Dit laatste wordt vooral ook veroorzaakt
door de mindere ontwikkeling van kop,
hals en poolen. Zij, die zich op het fok
ken van mestvee toeleggen, streven er
naar de voor den vleeschgroei minder
waardige deelen zooveel mogelijk in c af
wikkeling terug te houden, terwijl die dee
len, waarop het meestwaardige vleesch af
zet, zoo breed en ruim mogelijk moeten
ontwikkeld worden.
Kleine kop, korte poolen en hals zijn
gewcnscht hij het mestvee om de eenvou
dige reden, dat het vleesch dezer deelen
van cle geringste kwaliteit is.
Legt men de vlakke hand op de schoft
en volgt de ruglijn over den Stuurt en ver
der naar beneden tot aan den achterschen
kel. zoo mndt men niets anders als eerste
kwaliteit _;sch, als men tenminste het voor
ste ribstuk uitzondert. Bug, lendenen en
kruis moeten goed breed en zwaar hevlecsd
zijn en evenzoo het bovengedeelte der aeh-
terheenen, hoe breeder en vlakker de dijen
zijn (laag en zwaar gebroekt), hoe meer bil
stuk en achterschenkel opleveren.
Zooals men bemerkt, is de achterhand ook
lder, evenals bij het melkvee, van veel be-
tcekonis; doch terwijl men het bij het laat
ste meer zoekt in een sterk ontwikkeld buik-
gedeelte, valt hij het eerste meer, op het len
den- en kindsgedeelte, de aandacht. Ruime
bekkenbeenderen zijn steeds gewcnscht, met
het oog op het kalverenhet ligt echter voor
de hand er bij het jaarlijks drachtige melk
vee meer waarde nan te hechten, dan bij het
mestvee. Wel worden er natuurlijk do meest
gesehikten ook aangehouden voor de fokkerij,
het overwegend grootste deel wordt direct
voor het mesten bestemd.
Het is natuurlijk lang niet onverschillig,
hoe lang het mesten duurt. Hoe eerder het
dier volwassen is en hoe sneller de grootst
mogelijke hoeveelheid vleesch en vet zich in
het dier heeft afgezet. hoe bruikbaarder het
voor de nmslerij is. Ook hier geldt het weer:
met de geringste kosten, de grootste produc
tie. Veel gewicht moet men derhalve hechten
aan vroegrijpheid.
Wat valt nu bij vroegrijp vee op Ie mer
ken? Tn de eerste plaats neemt hierbij de
romplioogte ten opzichte van de romplcngto
toe en in verband daarmee neemt de gestel-
hoogte af. Dit is juist, wat wc wenschen.
De minderwaardige ondereinden der poolen
blijven kleiner, terwijl de romp, waarop hot
zware vleesch zich afzet hooger wordt in
verhouding tot het geheele dier. Vandaar dan
ook de opmerking boven reeds gemankt om
trent het gedroogener en plumper voorkomen
der dieren.
Tets wat bij vroegrijp vee ook nog al op
valt, is het fijne vnn het beendergestelde
..bouten" zijn minder zwaar. Dnt ook dit
een niet te versmaden voordeel is, zul wel
geen toelichting behoeven. Toch moet het
hcenderstel niet zoo zwak worden, dat er do
noodige stevigte aan gaat ontbreken. Bij
sommige van onze snel gemeste jonge var
kens rechtvaardigen de teere pootjes wel de
gelijk de vrees, dat de gewensehte verhouding
tusschen sterkte dor bouten en het lichaams
gewicht ontbreekt. Hel transport van zulke
dieren eischt soms heel wat overleg.
Vroegrijp vee blijkt dus in elk opzicht voor
den mester het meest gewcnscht en de fok
ker dient dit wel degelijk in het oog te hou
den bij de keuze van zijn fokmnterinal, zoo
wel wat de mannelijke als wat de vrouwe
lijke dieren betreft.
Vergelijkt men nu het Engelsche mestvee
met het vee, hetwelk door ons voor de mes
ting bestemd wordt, dan valt al dadelijk op
te merken, dat de vrouwelijke dieren door
ons hoogst zelden direct voor de mesterij
worden bestemd. Eerst worden de koeien een
tijd gemolken en eerst daarna gemest. De
leeftijd waarop ze gemest worden valt tus
schen 4 on 8 jaar. Hieruit volgt echter al
van zelf, dat we bij den aankoop van mest
vee niet uitsluitend letten op de eischen aan
zulk vee te stellen, doch dat men wel dege
lijk in aanmerking neemt of het dier ook
nog een tamelijk groote hoeveelheid melk
kan leveren. Ja liefst heeft men zulke,
welke men niet bepaald droog behoeft te zet
ten om ze af 1c mesten. Bij zulk vee zal men
in meerdere of mindere mate do kenmerken
van mest- en melkvee terug moeten vinden.
De bij ons welbekende Groningsche
koeien verioonen beide soorten van kenmer
ken vrij duidelijk. Natuurlijk zullen de
kenmerken vnn het Friesche melkvee in de
Groninger minder sterk optreden. Wel zullen
de vorm en uitbreiding van bet elder wijzen
op een meer dan matige melkrijkheid, en
vooral bij het jonge vee, de. lengte der poo-
tcn u doen denken aan dc meerdere gestel-
hoogte van melkveedoch de goed bevleesdo
breede dijen, de kleine kop, de minder uit
gezakte buik, en het fijner beendergestel, ge
paard aan een voldoende vroegrijpheid, wijzen
er op, hoe bij dit dier de geschiktheid om
gemest te worden goed ontwikkeld is.
Het vee in Ilunzego vertoont de laatste
eigenschappen vrij sterk. Vooral is dit te be
schouwen als gevolg van het kruisen met
Durhamvee, een Engelseh veeslag uitmun
tend voor mesten geschikt. De invloed van
deze kruising was zoo sterk, dal duidelijk dc
geschiktheid voor de melkerij afnam. Men
heeft om den verderen teruggang in hel
melkgeven te voorkomen het kruisen met dit
mesttype gestaakt. Toch kan men tevreden
zijn met het verkregen resultaat, daar het
Hunzego'er vee als zeer goed mestvee be
kend staat.
In hot Wcsterkwarlier staat het mclk-
geven wel moor op den voorgrond, doch*
ook met dit vee is het mesten met goe
den uitslag te doen.
Hierbij is gebleken, hoe gunstig krui
sing met buitenlandsch vee kan werken,
maar tevens dat men de uitkomsten niet.
uit htel oog moet verliezen. De kruising
mbt het Durhamvee had wel don aanleg
tot vleesch- en vctvorming versterkt, doch
eigenaardig was het, dat dc vetvorming
do overhand kreeg cn dit was minder gc-
wonsebt. Men moet dus maar niet d,oor
gaan mot kruisen, omdat hot resultaat in
één richting gunstig is. Koen, want indien
br een achteruitgang in andere richting
valt waar te- nemen, zoo dienen winst en
verlies scherp tegenover elkander gesteld
to worden om. tc heslissen of clporkruisrfl
govensebt. is. In den Wilhclminapolder
(Zeeland) heeft men ook met Engelseh vee
gbkruist cn ook daar in dc richting van
don vleeschvorm niet Durhamvee. Even
als in Ilunzego nam de mclkgifl af, doch
daar hier d,e melk in kwaliteit verbeterde
(het vetgehalte nam merkbaar loc), was
die teruggang niet direct als schade aan
lo merken. Zonder melkonderzoek ou mea
di,l niet tc weten gekomen zijn.
Eon volgende maai koeren we tol de
uiterlijke kenmerken van ons mcsTveu
terug.
Finnncleele verbond tut» gemeentebedrijven.
Door de Finnncieele Conunbsio is het vol
gende rapport ingediend, ter toelichting op
oen ontwerp-verordening regelende de gelde
lijke verhouding der gemeentelied rijven tot de
gemeeiJe.
(Zooals men weet was het ontwerp vnn
B. en W. ingevolge beriuit i.m den Baad
om advies in handen dezer commissie ge
steld.)
Op 4 dezer werd door U in onze handen
gesteld om advies een ontwerp wwdrning
tot regeling der finnncieele vei houding van
gemeentebedrijven tot de gemeente, door B.
en W. op 9 Juni 1906 ingediend.
Sedert 1897 is dit onderwerp aan de orde
(zie o.a. Verslag dor handelingen 1897 hl.
113 en bijlagen XLTVa en b). De Hoofd
bedoeling is te verkrijgen een juiste bock
bonding, zoo eenvoudig cn duidelijk moge
lijk, die de eerlijke zuivere winst aangeeft en
niet telkens van methode verandertomtrent
die hoofdbedoeling bestaat thans geen ver
schil vnn mooning meer. Wel over de uit
werking van belangrijke onderdeden: af
schrijving, reserve, winstverdeeüng cn geld
belegging. We zullen deze achtereenvolgens
behandelen.
AFSCIIBTJVTNG. Dit is: vnn de on
zuivere winst afboeken om te dekken de slij
ting der verbruikbare bezittingen. Bij groote
ondernemingen is het langzamerhand gebruik
geworden om de afschrijving niet in het
credit der bezittingen zelf te boeken, doch in
het credit eener nfschrijvingsrekcning, waar
door op elke balans blijkt zoowel de kost
prijs dezer bezittingen als net feit cn het be
drag der afschrijving; dit is dus wel een
andere vorm van boeking, doch in wezen vol
strekt dezelfde zaakwas dit altijd in het
oog gehouden, dan ware veel misverstand
voorkomen, dan zou men nooit gesproken
hebben van afschrijvings fonds, noch ver
hand gelegd tusschen afschrijving cn aflos
sing, noch tusschen afschrijving cn gcldbo
legging, noch zou men ooit de opbrengst
van afbraak in het credit eener afschrijvings
rekening hebben willen brengen (ontwerp
B. en W. art. 5, 14, 13), noch ooit ge
sproken hebben van het pullen uit deze reke
ning ter bekostiging van een vernieuwing.
Genoemde rekening dient als tegenwicht
tegen dc slijtingen der bezittingen; wordt een
bezitting onbruikbaar, dan schrijft men van
de afsclilTn ingsrekuniug UUT op de bezit
ting hetgeen op deze in den loop der tijden
is afgeschreven ten bate dier afschrijvings
rekening. Bij het stelsel van B. cn W», om
schreven op bl. 210, heeft men 3 fouten:
le. een administratieve, waarover hier
onder;
2e. bij onvoldoende afschrijving put men
te vee! uit de afschriivingsrekening en om
gekeerd
3c. hij een hoogeren kostprijs dan van dc
vervangen bezitting put men het verschil
ten onrechte uit de afschrijvingsrekening en
omgekeerd.
Wij geven hier een schema voor een be
zitting van 3000.waarop is afgeschre
ven 2250.welker afbraak opbrengt
f 200.en die vervangen wordt door een
van ƒ3100.
Volgens "Burgemeester en Wethouders.
Bezitting: Debet. Aan kostprijs 3000.
Credit,