60"e Jaargang. Zondag 23 September 1906. No. 12191 Derde Blad Uit de Tweede Kamer. Deze courant vcradhflnt d a g c 1 ij k s, me L uitzondering van Zon- en Pees Wagen. Prijs per kwartaalVoor S dried a m en VJ aar din gen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en VI aard in gen 10 cent, Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiön voor hot eerstvolgend nummer moeion dos middags vóór een uur asm het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. JL41 (hoek Korté Haven.) Prijs der Advertentiön: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel nicer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Ad verten tién bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven biervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, D o n d e r d a g- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiön opgenomen lot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan bet Bureau te voldoen. Intern Telefoon voor de Redactie No. 123. voor de Administratie No. 103. Le roi est mort, vivo le Roi! Dat geldt ook van de Tweede Kamer. Zaterdag 15 Sept. Rad de droeve teraardebestelling plaats, die sluiting beet, en Dinsdag daarop het luisterrijke feest dor opening. Wel mag de sluiting conc droeve 'plech tigheid heoten. Het is om! met Tollens te spreken, alles even leegals onbezield en naarHot was er deze koer v o l, d. w. z„ dat cr van do 150 leden der Staton- Genoraal, een paar dozijn was komen op zetten, allen natuurlijk in den Haag woon achtig, om den minister van Binnenland- sche Zaken en den voorzitter het grie vende te besparen, van voor stoelen en banken te praten. Wij zeiden 150 leden, want bet is V e r- eenigde Zitting, die dan ook ge'prvri deerd wordt door den voorzitter vaii de Eerste Kamer, den heer Schimmelponninck van der Oye van Hoevelaken. Daar deze edelman generaal is, trekt hij bij deze gelegenheid zijn generaalsuniform aan, wat een allerzonderïingsleti 'indruk maakt. Hij lijkt de voorzitter van een krijgsraad, ge komen om de Kamerleden, die daar in bnrgerkleedij fluisterend rondloopen, [luiste rend, omdat in deze benauwende stilte ieder luid uitgesproken woord door hot talrijk publiek op! de tribunes zou wor den vernomen, tot allerlei zware straffen, wellicht de doodstraf, te vera orde el en. Ifet Bureau van den voorzitter schijnt stormenderhand door eenc vijandelijke scha re ingenomen. Wij missen daar hel vrien delijke gelaat van den beer Roëll, den voor zitter, die nu gedwongen is onder de le den te gaan zitten, maar de Kamer is zoo uit 'baar gewonen doen, dal. zij het misschien met stomme berusting zou aan zien, als hij opj de publieke tribune zat. En onze ijverige en hulpvaardige griffier, onze joviale eommies-griffieren, waar zijn zij? Bij Jupiter! heeft men deze brave landsdienaren uit de volksvertegenwoordi ging weggesleurd? Gelukkig neen, wij zien beter toe, en herkennen ze gelukkig. Wat niet gemakkelijk is. Ten eerste hebben tus- schcn hen ook de griffier en do commies griffier van de Eerste Kamer plaats geno men, waardoor allen plaats te kort ko men, ten tweede zijn zij in bet galapak met steek en degen, die benauwende degen, waarover niet te struikelen, een kunststuk is; die dogen, die ons lust geeft om' do ondeugende vraag te doen, die Bicerd tot zijn schoonzoon richtte: „Wie mijn zoon! heeft U aan dit zwaard vastgebonden? Ook eenigo Kamerleden zijn in hot mooie pak. Zij vormen de commissie van ont vangst van den minister, die namens H. II. de zitting zal stuiten. Sommigen van hen staan zich to oefenen in het. trekken van oen passend gelaat bij .deze onmogelijke plechtigheid (waarom, wordt de zitting niet eenvoudig bij Koninklijk Besluit ge sloten verklaard?) en Lrapjielen van onge duld; ze wilden, dat het maar voorbij was. Eindelijk "leest de voorzitter voor welke loden hij in die comtaiissie benoemd heelt, en het blijkL dat alle deze hoeren daarvan oen voorgevoel hadden, en dientengevolge zich fraai hebben getooid; ze verdwijnen rot de Kamer, on komen terug uctjes twee aan twee met Mr, P. Rink in hun midden. 'sMinisters altijd bleeke gelaatskleur schijnt nog witter door de gruwelijke witte hïoek, of liever crème broek, die de mi nisters aantrekken als ,,or wat aan de hand" is. Op een vreemdeling zou deze bizarre optocht allicht den indruk maken ran een gedeserteerd generaal door dien- dots „opgebracht". Minister Rink gaat slaan achter de mi- nisterstafelde commissie van ontvangst die nu hcelemaal niet meer weet. wat zc doen zal, blijft deels staan en gaat deels zitten; een die geheel vergeten is wat hij mot die steek moot uitvoeren, laat hem v°01' bet gemak maar vallen, cn dat geeft ro do holle ruimte een slag, dat wij vree- zou, dat Den Haag Valparaiso wil navolgen. Maar, stil. De minister gaat spreken. Ver- Spefs heeft hij smeekend naar den voor- zdter gezien oml eenig toeken, maar deze schijnt niet gewaar geworden te zijn, dat er iemand binnentrad. Misschien is hij in (1CP gepeins verzonken over de voltooiing v<ro de stelling Amsterdam. V°oruit dus maar. En do dorre opsom ming van hetgeen de Stal en-Generaal af deed begint. Talma zit met een sceptisch glimlachje rond le kijken, als wilde hij zoggen: Niet veel zaaks. Aan de linker zijde hooren wij Thomson zeggen tot een partijgenoot: „Wist jc dal wij zooveel ge daan hadden?" Het stuk is uit. De minister 'buigt drie maal, één keer naar het voorzittersgestoel- to, dan naar de rechterzijde, en dan naar de linkerzijde. (Onder liberale ministeries krijgt, do linkerzijde doorgaans in alles het laatst eene beurt.) Niemand neemt van deze buiging ook maar de minste notitie, wat niet bijzonder aardig is, en den minister zijne taak niet gemakkelijker maakt. Was de commissie van ontvangst nu maar görcod om hem dadelijk weer naar hui ten „op te bren gen", maar deze ongedisciplineerde man schappen zijn minstens 'een halve minuut to laat, wat eene eeuwigheid lijkt. Eindelijk 'is de minister weg, en alles ontvliedt in wilde vaart het sterfhuis; en de Tweede Kamer zal bijna 3 maal '24 uren zonder president zijn, wat. een gek geval zou wezen, als cr plotseling in die dagen eene zitling noodig was. Ziedaar de sluiting, die wij maar zullen vergelijken mcL eene kerk waar, behalve domino, voorzanger cn dienstdoende dig nitarissen geen 10 mensohen aanwezig zijn. Van eene sleolit bezette komedie te spre ken, zon kwalijk rijmen met den eerbied, dien 'wij onzen volksvertegenwoordigers toedragen. Maar de opening! Dat "is al leven en licht en luister. Daar komt de Koningin zoo vol grapio en lieftalligheid In do heerlijke rid derzaal, waar alle regeeringsilichamen en al wat hoog staat in den lande, zich hebben vercenigd; daar zal zij woorden spreken die door een groot deel van de natie en door de volksvertegenwoordiging in do eer ste plaats, met spanning worden verheid. Wat een uniformen, wat een gatapakken, stijf van rood goud of blank zilver; wat. ridderkruisen 1 Wat eene verscheidenheid van kleuren in tie diplomatenstoelenrij, waar de Turkschc of Egyptische gezant (wie van heiden het is, kunnen wij natuurlijk niet zien, maar hij heeft een fez op) zoo gezellig met jonge, oudere en oude schoo- nen zit te keuvolep. Hoewel aan hel harem Systeem gewend, schijnt, hij zich zeer goed le kunnen schikken in de vrije allures van de Europeesche vrouw. De Staten-Generaa! zijn in haar geheel aanwezig, behalve de sociaal-democraten, die om ons onbekende reden door hunne afwezigheid schitteren. Op de banken der genoodigden is geen plaatsje onbezet. Weken vooruit is er ge bedeld, gesmeekt, geïntrigeerd om eene kaart, machtig te worden; lieve maagden hebben haren liefsten lach en hare zoetste woordjes gebruikt oml er één le bekomen. En de kaarten, die voor bet publiek be schikbaar zijn gesteld, zijn in de handen gekomen van arme stakkers, die daarvoor twee dagen en één nacht queue hebben gemaakt, cn eene rijke week hebben, daar er heel wat moer liefhebbers zijn dan be schikbare kaarten. Op de straten is het feest. Eenigo dui zenden militairen hebben den weg afgezet waarlangs de Koninklijke Vrouwe in haren koets, ineL acht paarden bespannen, zal gaan, en daarachter staan in dichte rijen inwoner en vreemdeling, ordelijk het groote oogenblik af tc wachten, waarop zij bun Koningin zullen kunnen toejuichen. Eindelijk wordt in de zaal hot eerste ka nonschot. gehoord, het sein, dat de stoet uil het Paleis vertrok. Nog tien minuten en dan zal ze in ons midden zijn. Dege- gesprekken beginnen te verstommen, daar klinkt builen het "Wilhelmus en de twee groote deuren gaan open. Zoodra de Ko ningin binnenkomt, rijst alles als één man. op; dat oogenblik geeft eene onbeschrijfe lijke emotie; langzaam schrijdt zij voor waarts, links en rechts met lieven en toch zoo waardigen glimlach buigend, voorafge gaan en gevolgd 'door Commissie van ont vangst cn Hofstoet. Wij ontwaren met genoegen, dat de onge steldheid, die II, M. trof, geen sporen heeft achtergelaten; integendeel, de blos van ge zondheid siert hare .wangen. De Koningin neemt plaats' op den troon; zoodra ze gezeten is, gaat iedereen zitten, en dan leest zo de Troonrede met "die hel dere, zilveren stem, 'die tot in de verste hoeken van het ruime gebouw doordringt; met die stem, die reeds bij de inhuldiging allen bekoorde, die do achttienjarige in bet bezit deed blijken van de gave van de fee uit het looversprookje. Do lezing -is afgcloopen. Der Koningin wordt plechtig uitgeleide gedaan, en wij merken, dat wij eigenlijk alle aandacht aan Haar schonken, en niet aan den inhoud van het gesprokene, zoodal wij op straat gekomen, het maar bel. best vinden cr da delijk éénc te koopen. De Ridderzaal loopt leeg, en een veteraan, die wie weet hoevelc malen, deze plech tigheid bad bijgewoond, verklaarde ons, dal hij zoo lang hij leefde slechts gedwon gen op het appöi zou ontbreken. Wij kun nen dat begrijpen. Wij zien met. vreugde, dat ieder jaar bet „Leve de Koningin," uit volle overtuiging wordt aangeheven, dat dezen keer er eene bijzondere warmte lag in de ontvangst, die II. M. ten deel viel; 'tis begrijpelijk. Juist in dagen van te leurstelling als wij thans beleefden, doet het goed te weten hoe nauw Nederland en Oranje aan elkaar verbonden zijn. Moge het ons gegeven zijn, dat ook nog eens in dagen van gemeenschappelijke vreugde te tonnen. Lang leven onze geliefde Koningin Do Troonrede is een ernstig en degelijk stuk. Sierloos noemde één van onze groote bladen de Troonrede, en waarlijk toepasselijker woord is cr niet voor te vin den. De tegenwoordige ministers zijn be kwame, ernstige mannen, die, wars van alle opsmukkerij, zoggen wat ze doen zul len en wat ze reeds gedaan hebben. Boven reclamcmakende reizen in het buitenland en eene wilde jacht naar grootkruizen ver kiezen zij den arbeid aan het departement. Werd verleden jaar in groote lijnen aan gegeven wat het. program' voor fleze vier jaren zijn zou, thans kregen wij te weten, dat reeds meerdere van de financieel© en sociale' hervormingen binnen korten tijd de Tweede Kamer in concrclen vorm zullen bereiken. Onzen geestverwanten zal hot niet ont gaan zijn, dat het ministerie in de finan- cicelc hervormingen getrouw blijft, aan zijn program:Geen protectie, geen verzwaring van lasten voor de minst gegoeden, maar belasting naar draagkracht. In de sociale paragraaf stemt het tot nadenken, dat, waar Dr. Kuyper, die over zoo groote meerderheid in de Tweede Ka mer beschikte, cn die do ouderdoms- vorzekering n'o. 1 op zijn pro gram had, in al die vier jaren geenc gelegenheid vond, om mot de Kamer zijn ontwerp voor den werkman, die niet wach ten kon, „geen dag en gecu nacht" te behandelen, thans Minister Veegons reeds in zijn Tweede Jaar met dat ontwerp hij de Kamer zal aankomen. Men mag verwachten, dat naar deze schrille tegenstelling de legende van clc- ricale zijde verspreid, dat er door don val van Dr. Kuypors Kabinet, stilstand zou ge komen zijn in de sociale wetgeving, wel voor goed de krop zal ingedrukt sjijn. Hoe zou er trouwens stilstand kunnen ko men in een water dat nimmer ge stroomd heeft? Onder Dr. Kuypors ministerie,het iqi nïstcric van sociale hervorming op' Chris- telijken grondslag, is geene enkele so ciale wet tot stand gekomen. Dit dient niet vergeten te worden. Is dan de Christelijke grondslag ongeschikt om er sociale wetten op te bouwen? Integendeel. Het Christendom leert ons onzen naaste lief te hebben als ons z.elvcn, den arbeider zijn loon te geven, den dorsehenden os niet tc muilbanden; wij kunnen gerust zeg gen tot den tegenstander van -sociale wet ten Lees uwen Bijbei en wordt wijs! Maar dan volgt daaruit, zegt de aan dachtige lezer, dat het zoogenaamde Chris-" telijke ministerie wel den naam had van Christelijk, maar niet de daad. Goed be grepen, mijn waarde! Gij 'hebt. zeker toch ook wel eens in uw leven margarine voor boter zien verk'oopen? Wij wenschen de overige wetsontwerpen, die toegezegd zijn, niet één voor één na te gaan, de tjjd daartoe zal gekomen zijn, als ze in concrcten vorm! vóór ons lig gen; bier zij - slechts opgemerkt, dat de toegezegde wet op de naanilooze vennoot schappen, droeve actualiteit krijgt door de historie aan do Zuid-IIollandscho Hypo theekbank; is het wonder, dat de sociaal democratie groeit, waar de haute finance iedere» dag rotter plekken vertoont? De moreele schade, die dergelijke aanzien lijke schurken der maatschappij toebren gen is onberekenbaar. Waar moet dat heen? cn gngstig vraagt men zich af: Wat zal de flag van morgen meebrengen? Gaarne hadden wij de Regeering wat minder angstvallig het leden in hunne velsprekend beid, zal cr heel wat tot stand gebracht kunnen wor den. Zoo zij liet. ALLERLEI. vraagstuk van de droogmaking der Zuider zee. Al onderschatten wij volstrekt niet de groote moeilijkheden, die daarbij zul len te zijn overwinnen; naar onze beschei den meening, en wij durven zeggen, dat wij eenige studio van dat waagstuk gemaakt hebben, zal de Regccrin,die den durf beeft, in deze de koe bij do horens te pakken, ccnc weldaad verrichten aan de Nederlandsche natie, en hare welvaartin hooge mate bevorderen. Moge het den ministers gegeven zijn dooi de medewerking van de volksvertegenwoor diging, de nuttig" hervormingen, die ze voorbereiden, lot stand !e brengen. Er zijn geene par tij wetten bij, natuurlijk niet, en dat geeft den burger moed. Dc Koningin heeft op voordracht van de Tweede Kamen den algemeen coach ten en beminden voorzitter Jhr. Mr. J. Roöll tot voorzitter benoemd. Werd bij vel leden jaar eerst na hevigen strijd toteer sten candidaal op de lijst gebracht, thans heeft hij blijkbaar ook de stemmen der Christelijk-Hislorischon eu Katholieken ge had. 14 stemmen waren in blanco, wie die onverzocnlijken geweest, zijn, is niet moeilijk te raden. Die hoeren hebben wei nig satisfactie van hunne stem' beleefd, cn hebben zich bovendien aan de goede ma nieren bezondigd. In hot tweede jaar van eene nauwopgelreden Rogcering, word nimmer strijd, ook geen halve blanco-strijd, over hot presidentschap gevoerd. Dergelijk poenig bedrijf raakt natuurlijk allerminst een zoo hoogstaand man als de heer Roöll het Jreft alleen hen, die er zich aan schul dig maken. Hetzelfde spelletje werd op iets groo tor schaal gespeeld tegenover den heer Goe man Borgcsius, die desniettemin evenals verleden jaar tweede candidaal word. Do linkerzijde wreekte zicti daarover door als één Plan, net als verleden jaar, voor derdon candidaal te stemmen op den lieer Kolk man, die aldus met zoo goed als algemeene stemmen gekozen werd. Regeering en Kamer zullen thans samen werken, om do vruchten te plukken van de invoering van de verbeterde, werkwijze. Dc Indische Begrooting is deze week in de afdeelingen afgehandeld, en Donderdag a.s. reeds zullen do afdeelingen bijeenko men om de Staatsbegrooting te onderzoe ken, die van alle Departementen reeds deze week inkwam. Eén lid, een van de bekwaamste en ijverigste leden, zal aan dezen arbeid geen deel meer nemen. Prof. Mr. W. v. d.Vlugt, afgevaardigde voor Leiden, beeft zich he laas, om gezondheidsredenen, genoodzaakt gezien, zijn mandaat neer te loggen. Hij zal eene leegte achterlaten, die moeilijk zal kunnen worden aangevuld; zijne toe wijding aan zijne taak, zijne grondige stu die van ieder ontwerp dal hij besprak', zijne zeldzaam geacheveerde welsprekend heid, bij wien zullen ze niet in herinnering blijven Maar waar de medici dat ontslag als onmisLare voorwaarde stelden voor volko men herstel van gezondheid, zwijgen alle bedenkingen. Hel politieke leven stelt nu eenmaal eischen, die voor al te Lecrmi, al te wetenschappclijkon aanlog, als van der Vlugt had, onvervulbaar zijn, moge hij wel dra weer worden wat hij jaren lang ge weest is,'een sieraad van de Leidschc Universiteit. Ook in polilieken zin heeft dat ontslag groote beteekenis. Leiden is indertijd voor de vrijzinnigen gewonnen door den per soon van van der Vlugt; zal het kunnen worden behouden? Zal, wat in 1902 Dr. Kuyper's eerste verlies was in 1906 zijne eerste winste moeten worden? Dat behoeft zeker niet, als al, wat links staat, de groo te beteekenis van de verkiezing aldaar be grijpt. Men is in de eerste plaats aan van der Vlugt zeiven verplicht, de door hem veroverde burcht le behouden. De Kamer gaat aan 'twerk; veel en inspannende arbeid zal van haar worden gevorderd, cn met wat zelfbeperking der BRUGGE. De bekoring, die van Brugge uitgaat, is geen legende. t Als men moest uitleggen waaraan dia too to schrijven is, zou men bemerken, dat iets zeer eenvoudigs en toch zeldzaams cr dc oorzaak van is. n.l. de harmonie. Har monie tusschen de oude huizen versierd met heiligenbeeldjes en de vreugdeloozc ge zichten der vrouwen, die naar haar werk gaan in een kloosterachtig gewaad; harmo nie tusschen de stille grachten, waaralleen de lindeblaadjes zich laten hooren en de kalmte van bet water, dat sleclits bewogen wordt door de statige zwanen. De stad is tot in dc kleinsie kleinigheden een museum, dat met nauwlettende zorg door do bewoners wordt onderhouden, fier als zo zijn op hun geboortegrond, zooals men dal in de middeleeuwen was en voor geen opoffering 'terugdeinzende, als heter op aankomt de stad te verfraaien. Eén ding karakteriseert Brugge. Dal is haar vroomheid. Overal merkt men de ka tholieke idee. Vijftig jaar geleden zag men nog in ioderen winkel van Brugge ccó ge beeldhouwd Mariabeoldjc cn 's Zaterdags, den marktdag, werd or een kaars voor aan gestoken. De godsdienstige plechtigheden worden Ie Brugge met een luister gevierd als ner gens anders. In dc jaariijksclic processie van liet Heilige Bloed, vertoont z'ieh dc Vlaamsche adel in prachtige historische kostuums en de andere geloovigen doen hun best om' den stoet geen oneer aan te doen. liet schilderachtige van dc stad is voor namelijk "tc danken aan de grachten, die haar doorsnijden. Het kanaal van Brugge, dat middendoor dc stad loopt, wordt niet gebruikt. Langzaam stuwt het zijn sombere wateren langs de steonon muren en de tuinen. Elders zou leven ontstaan zijn aan de oevers van zulk een water. Hier schijnt men eerbied to koesieren voorn die donkere geheimzinnige gracht. Ieder gebruik, dat men cr van zou kunnen ma ken, zou een ontheiliging schijnen. Hier en daar overspant een brug betonde kanaal en de reeks van bogen brengt over het landschap een diepe melancholie. In de schemeruren worden de grachten van Brugge door de ondergaande zon ver guld als de oude schilderijen dqor con stra lenkrans. Brj het Begijnenhof, niet ver van de wal len, strekt zich een groote watervlakte uit, waarin de lakken van een wilg neerhangen. Men noemt het Minnewater. Aan het eind daarvan bevindt zich de ingang van '1 Begijnenhof, een mime- plaats, beplant met groote hoornen en omringd door kleine huizen, de woningen der be gijntjes. Het schijnt tegen het midden der dertiende eeuw gesticht te zijn door Jean ne, dochter van Boudewijn van Constan- tinopel. Margaretha, zuster van deze prin ses, en later Vrouwe van Vlaanderen, nam in 1244 de begijntjes en de goederen, haar door hour zuster toegestaan, onder haar bescherming. De begijntjes leggen na vier jaar van voorbereiding in de handen van den bis schop van Brugge haar gelofte af, maar zij behouden de vrije beschikking over haar geld en voor het grootste deel ook over haar tijd. Ze mogen gaan wandelen en be zoeken bij zich ontvangen. De begijntjes uit Geul brengen tiaar tijd door met het ma ken van kapt, die ze voor haar eigen voor deel verkoopendie van Brugge zijn aristo craten. die alleen werken voor de kerk. De eenige vroolijkheid, die aan het ern stige Brugge wordt verleend, komt, van de klokken. Vooreerst is er hel carillon van den Behoort oji de Groote Markt. Ieder kwartier klinkt cr een vroolijk danswijsje vanaf dien heugen toren. Dan klinkt een ene lige klokketoon van de calhedraal en de andere kerken doen beurtelings haar klokken hooren. Al die metalen geluiden, sommige diep, andere scliel, brengen in de atmosfeer van Brugge een voortdurend geklank, dat bizondor in overeenstemming! is met de poëzie der sleencn der oude bruggen, to rentjes en stille wateren. In Brugge hebben groote schilders ge woond, waarvan Mending 'dc voornaamste ÏCHIEDAMSCHE V

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1906 | | pagina 9