60*" Jaargang, Zondag 11 November 1906. No. 12233 Derde Blad. Van T en Amstel. May's keuze, ENGELSCHE IHlïEVEK. Deze courant verschijnt dagelijks,met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor S c h ie d a m en VI a ar d in gen fl. l,2f> V tan co per post. fl. 1.65. Prijs per week: Voor So hi cd am en VI aardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.) courant Prijs der Ad ver tontiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 eents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Ad ver ten tiën bij abonnement op voordcelige voorwaarden. Tarieven hier! an zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, D o n d e r d a g- en Zaterdagavond verschijnen, w,orden zoogenaamde kleine advertentiiin opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon voor de Redactie No. 123. oor de Administratie No. 103. Als „feit van de week" dient ditmaal, ml Amsterdam betreft, melding gemaakt te worden van het ernstige ongeluk dat j.l. Zondagavond met de z.g. Carré-tram ge schiedde. Die Carré-tram, een trein van drie wa gens, rijdende van de Sarplmtistraut langs iim 10 naar het Leidschoplcin, na alloop van Carré en de Itnliaanseho Opera in het Paleis v. Volksvlijt, is steeds stampvol. Het b oen kunststuk om bij de bestorming dier wagens, fatsoenlijk, d.w.z. zonder kleerscheu ren of gevoelige stompen cn duwen (zelfs van „dames") daarin en daarop een plaats te veroveren. En ik stel mij voor dat op dienavond een vrooliik, levenslustig gezelschap, be staande uit vader, dochter en verloofde ook zoo op die tram zijn gekomen, verheugd dat zij in het late uur (het was bijna mid dernacht) niet naar huis behoefden te loo- pen. De dochter moest op een der balcons blijven staan; binnen was geen plaats meer. En zoo ging de tramtrein langs de glim mende rails in de vochtige, kille nacht lucht vooruit zooals eiken avond hel vellicht vol jonge en oude gezichten die nog gloeiden van zaahvannte cn, voldaan over hun Zondagavonduitgang, met vol komen bevrediging de werk-weelc, den Haan- das weêr tegemoet gingen. Totdat plotseling, scherp afsnijdende den dagelijksehen sleur en gewoonte van het ge makkelijk en zaehtgliidend trammen, die motorwagen van een andere lijn, komende uit de stille city, aandonderde tegen den Carré-trein en onheil- stichtte, kneuzingen veroorzaakte en een iong leven verwoestte. De schrik moet geweldig geweest zijn in dien bijwagen want liet was een bliksemsnelle terugkeer tot de vreeseliikc werkelijkheid vanuit liet land der opera-droomeneen wrt-ede ontgoocheling na het schitterende Varicté-spektnkel waarover velen nog nadachten. Licht, schittering, vroolijkheid, duisternis, gekerm, glasge,breek Men is liet niet eens over de oorzaak. Zelfs de deskundigen, o. a. de directie der gemeentetram blijkt niet met zekerheid daar over te kuiftien oordcelen want zii liet mot een motorwagen en een bijwagen van dezelf de samenstelling als waarmede liet ongeluk geschiedde, remproeven nemen. Do remmen, de bepalingen voor het per soneel omtrent een zuinig stroomverbruik, de gladheid der rails, schijnen hoofdfactoren te zullen worden bij het te verwachten justi- tieele onderzoek. Ik vernam ondertusschen van iemand uit het personeel dat de wagen naarmêe de botsing geschiedde bekend stond bij alle sturistcn als een der minst handel baren. Mijn zegsman betitelde dien wagen Een oud rood stccnen gebouw, dat groo te was dan het er uitzag, stond achter ui een, groot park' en werd geheel besehe nen door de middagzon. Op een helling foor het huis was eon tuin aangelegd tusschen het huis en den tuin in' bevond 2>ch een terras, begrensd dooi' een laag steenen muurtje. Op dit muurtje zal een ut rouw gekleed jong meisje en op ceni- afstand liet een jonge man van onge ler denzelfden leeftijd, zijn voeten hun- grien boven een jrnrk' reseda. Het was 'hp Wadham, de kleirizoon van een vor- *cn ueef van den overleden squire. Deze had den knaap tot zich' genomen, toen hij twee jaar geleden zijn ouders verloor, had zï|u opvoeding bekostigd en hem ccnjaar- p..van bwee duizend gulden nagelaten. Bij een open raam) in do buurt kon twee of drie oudere mannen en een Tro®' van- middelbaren leeftijd zien. - „Ik wou, dat ik kon hooren wat zij zeggen sprak het meisje zachtjes lothaar uietgezel. ,,lk' geloof zeker, Hat zij het oyer mij hebben." Do jonge man keek naar het mooie ge- voor hem met eon soort droevige ^'oudering, maar gaf geen antwoord. ij spraken werkelijk over haar, ziehier "te gesprek. *rdaf^et is een wfuu' W00l'd der ouden, v. een rna" die zijn eigen rechtsgeleerde ,j ,een dwaas tot,klant heeft." Deze op- met den naam dien men nu en dan hoort geven aan een oud-hondenlijk Lr schijnen dus ook koppige electrische Wagens te bestaan, evenals vroeger koppige of nukkige trampanrden. De aangereden bijwagen, die nog onver anderd in een der remise» staat levert een zeldzaam schouwspel op en wanneer men dien wagen ziet, verbaast men zich er over, dat de gekwetsten die daarin zaten er be- tiekkelijk nog goed zijn afgekomen. Toevallig mag het heeten dat een lid van de Vereeniging „Eerste Hulp bij Ongeluk ken" zich in dien trein bevond cn direct dus bijstand kon verleonen. Deze Vereeniging vierde gisteren, Vrij dag, liet 12i-iarig bestaan van haar afdec- ling, door een bijeenkomst in liet gebouw van do maatschappij „Tot Nut van het Al gemeen", met een avondbiioenkomstEen fecstiede, ecnige demonstraties van het be handelen van veronderstelde gevallen, een kleine tentoonstelling van voorwerpen, be trekking hebbende op liet geven van onder richt in en het verleenen van hulp, maakten dezen avond lot een leorzamen en waren tevens goede propaganda-middelen voor ge noemde, zeer nuttige Vereeniging, waarvan duizenden Amsterdammers lid moesten zijn. „Men kan niet van alles lid ziin," is een dikwijls gehoorde verontschuldiging. Tal van veicenigingen lijden een kwijnend bestaan daardoor, maar er zijn uitzonderingen en daartoe- behoort o. a. de „Wagner-Ver- eeniging". Hoe velen daarvan niet lid /.ou den willen, maar het niet kunnen worden (negens plaatsgebrek) is moeilijk te zeggen, maar dat getal bedraagt zeker eenige hon- derdpn. De Stadsschouwburg ,de Kunsttem pel door de Wagner-vereeniging uitverkoren voor haar prachtige uilvoeringen, kan zelfs met twee opvoeringen de Wagner-vereerders niet allen bergen. Prijzen van 15 5 25 voor plaatsen die, door een of andere oor zaak niet, op de Wagneravonden, kunnen worden gebruikt door de eigenaars, worden graag daarvoor besteed. Er is mij zelfs een geval bekend waarbij 50 gulden geboden werd voor oen stallcsplaats Donderdag gaf de Wagner-vereeniging „Die Walküre" met een uitnemende be zetting, namelijk: Alfred von Bary (Sieg- mund), Corvinus (Hunding), Feinhals (Wo- tan), Marie Wittich (Sioglinde), Ellen Gulbranson (Brfinnhilde) cn Rosa Elhofer (Fricka). De Walk ii re-zangeressen waren ditmaal •Johanna v. d. landen v. Heuvel! (Gcrlindc), Leonie ViottaWilson (Waltraute) c. a., oil er is eerst druk gerepeteerd. Merkwaardig is zoo'n generale repetitie. Die had Woensdag plaats voor slechts enkele toehoorders. Behalve het vreemde effect van zoo'n geheel lecge schouwburgzaal, met be dekte logos en stalles, maakt liet zien van een Siegmund in' grijs colbertcostuum cn van een Wotan in keurig zwart jasje, maar toch met speer en schild gewapend, een nog vreemder indruk. marking kwam, zooals men kan denken, van den notaris der familie. „Daar ben ik' nog zoo zeker niet van, mijnheer Brinsley," sprak oen kaalhoofdig man, die tegenover hem zat. „Onze geëerde gestorven vriend wist dat zijn nichtje „Stiefnichtje," viel de notaris hem' in de rede. „Dat zijn stiefnichtje, May Denniston een jonge dame is, die waarschijnlijk' zal trouwen en ook goed doet met spoedig te trouwen. Ecu landgoed met een inko- hicn van zestig duizend gulden 's jaars (om niet te spreken vim wat er nog bij komt) zou voor een ongetrouwde vrouw een last zijn. Zij zou! niet weten, hoe ze hot geld moest besteden en aan alle kanten bedrogen worden, of ten prooi .vallen aan een gelukzoeker." „Ik ben van plan haar morgen met ons naai- de stad te nemen en een goeden man voor haar te zoeken," zei Mevrouw Pritchard, de vrouw van den kaalhoofdi- gen man. „Ilc zie haar daar zitten met dien mageron jongen, die altijd om haar lieen draait, en ik geloof, dat ik 'tbest zal doen haar van hier weg te nemen." Zij stond op en ging1 naar de deur, die zij bereikte vóór den notaris, die zoo be feefd wou zijn zo voor haar tc openen. Toen zij op het terras verscheen, sprak Phil tot zijn metgezel: „Wat zal je daar in Londen veel aanbid ders krijgen." „Dat hoop ik," antwoordde het meisje schalks. „Ik denk (hij vermande zich) „ik Do speerpunt van Wotan zat niet, vast genoeg cn „Wotan" nam dus even dat ding van zijn speer af, liet Briinnhilde maar door- jammeren en toonde het zwakke punt van zijn speer aan den hoofdregisseur. Sieglinde had, bij ongeluk, een wondje aan het hoofd gekregen bij het begin der 2e akte en zij moest dus verder met haar zakdoek aan 't hoofd doorspelen. Hunding kreeg 't warm cn moest een paar malen met een hoogst modern zakdoekje zich afvegen. En toon ten slotte: „Sanft ermatted" Brfinnhilde op „oinen niedrigen Mooshiigel" kwam te liggen, keek de heer „Wotan" wel zeer „schmerzlicli auf der Gestalt der Schlafende" maar dekte haar niet met het ,-langem Stahlschildo der Walküre gnnz zu." Het schild werd eens even op de liggende Ellen Gulbranson gepast en gemeten, maar daar deze naar huis verlangde, stond /ij direct weêr op, deed lïaar bontje om en wan delde weg, terwijl Wotan met zijn: Loge hor Lausche liieher! Ilerauf, wabernde Lolie Umlodre mir feurig den Fels de vuurzee aan de rotsen ontlokt, die de slapende Briinnhilde, zoolang, moet om ringen. Maar Donderdagavond was alles natuur lijk in optima forma en werd het meester werk met al die glans en volmaaktheid op gevoerd waarvan alleen de Wagner-vereeni ging het geheim kent. Bij zulke opvoeringen wordt er ook uit het decoratief en dc tooneelmeclianiek van den Stadsschouwburg gehaald wat daar uit te halen is. Licht en vuureffecten, wolkenpanonuna's, een prachtige „Walkurenritt" die door de lucht zweeft, dat alles is, zonder eenige stoornis of dwazen schijn, don locschouweis voor oogen te tooveren in onzen schouw burg. liet decoratief, bij de Wagneropvoeringen iri gebruik, is trouwens eigendom der Ver eeniging en, zooals ik viocger al sens schreef, op zich zelf reeds kunstenaarswerk. En dan de muziekWaar Viotta den diri- geerstaf zwaait is ook hel instrumenteels ge deelte van Wagner's werken bijna volmaakt. worden er vuurtjes gestookt om een verande ring in een en ander te brengen. Een verandering ten goede? Meer vrij- zinnig-democratiscli den Amsterdanmchen Kunsttempel op liet Leidselicplcin te doen worden? Wat wil men eigenlijk? De gien/en die de Kon. Vereeniging stelt voor haar ïepcitoire kunnen misschien wel wat ver lengd worden maar of een andeie exploi tant een verandering kan bewerk&Mligen waarmee het betere deel van liet uitgaand publiek tevreden zal zijn dat is een groote vtaag NCIV. NAJAAR. In den Amsterdamschen Stadsschouw burg is bijna alles mogelijk op het tooneel, dank zij de moderne inrichting daarvan. Maar met don Stadsschouwburg zelf is het niet geheel rooskleurig tegenwoordig. Er zijn stemmen opgegaan togen de wijze van beheer of eigenlijk tegen de manier van ex ploitatie door do Kon. Ver. hot Nederlandscli Tooneel, die als het ware pachteres is van do Stadsschouwburgmaatscliappij aan welke sedert 1890 eerst- de bouw en toen dc ex ploitatie werd opgedragen. Deze maatschap pij echter sloot direct ecu contract met de Kon. Vereeniging en Het.aan deze verder alles en dus ook de hoofdzaakhot artis tieke deel der exploitatie over. Over dit laatste nu is niet iedereen tevre den cn daar liet contract in 1907 afloopt Londen, 4 November 1906. Vrij plotseling zijn wc midden in het na jaarsweer beland. Na den onvergelijkelijk haaien nazomer, kwam in het laatst vuil October ons allerlei verontrusten. Eerst dc purlementszittingen, toen wat min of meer zwarte mist niet politiek, doch atmos ferisch daarna „changements A vue" van stortregens en helderen zonneschijn en ver volgens de gemeenteraadsverkiezingen en nu aanhoudende gietbuien niet den Lord-Mayor's optocht in 't verschiet. Die gemeenteraadsverkiezingen gaan hier al precies zoo toe als in Nederland en de menschcn die raadslid worden oï wenachcn te worden, bezitten hier als daar dezelfde voortreffelijke eigenschappen en onovertrof- fene hoedanigheden. Alleen treedt hier de geheele raad eens in de 3 inar af. Alleen wat wethouders, aldermen" heeten die hier, en burgemeesters betreft gaat het hier anders toe. Do wethouders worden namelük wel dooi de gemeenteraden gekozen, doch niet nood zakelijk uit hun.midden. Meestal kiezen ze een oud-lid van den raad, die het bij een ver kiezing niet haalde. Doch ze zijn volkomen vrij in lnm keuze. Kie/.cii ze -een hunner medeleden tot wethouder, dan moet die bedanken nis raadslid en in diens district wordt een nieuwe verkiezing uitgeschreven. Tn tegenstelling met Nederland is een, wet houder geen lid van den raad. J)e burgemees ter wordt hier verder ook niet door de lands- regeering benoemd, doch door den raad cn dan maar voor één iaar. Ook in die keuze is de raad geheel vrij en mag gaan buiten zijn poisoneel. Daar Londen 28 gemeente raden heeft, begrijpt men welk een drukte dit geeft. Tot verpoozing en ontspanning gaan we daarom Maandag, den 5den, het mislukte buskruitverraad van Guy Fawkes herden ken, een anti-roomsche volksbetooging die sedert 1605 geregeld wordt gehouden, zon der dat het groote publiek cr evenwel iets van dien aard in ziet. De kinderen, kinderen van allerlei leef tijd, takelen zich op de malste manier toe cn voeren op een wagen een pop rond, die er nog leelijker uitziet cn die zc ten slotte op denk dat jo ze een van allen zult trou wen." „O, dat weet ik' nogf niet het is wel mogelijk," zei liet meisje, terwijl ze een. paar keisteentjes in do hoogte gooide om ze bij hot neervallen weer op te vangen. „Voor mij is natuuilijk' geen hoop?" vroeg hij met een smeekenden blik. May, oogenschijhlijk vol aandacht voor do vallende steentjes, antwoordde alleen door het hoofd te schudden. „Als dc squire eens niet begon hij op hitteren toon, loon May hem! in de rede viel. „Zeg nu niets ten nadeele van oom1," riep zij met verhoogde kleur. „Dat was ik' niet van plan. Ik wou al leen de opmerking maken, dat als hij niet als hij een arm man was geweest, al les anders zou zijn geworden." „Natuurlijk zou dan heel veel andeis hebben kunnen zijn," sprak het meisje be daard. „Dan zou mijn lieve nicht, zooals zij zich zelf noemt, niet zoo verbazend ver langend zijn geweest om mij met zich naar Londen to nemen. Daar de lieve nicht* nu binnen liet be reik hunner stemmen was gekomen, stond Phil op om' weg to slenteren mot de han den in de zakken van zijn jasje en bit terheid in zijn hart. „Ik heb mijzelf geen goed gedaan met wat ik zei," dacht hij' droevig. „"Wat ben ik toch een ezel! Als of dat de manier was om een meisje als May van mij te doen houden! Maai' wat komt het er op aan? Nu k'an toch niets mij meer sche len. Binnen een jaar zal May getrouwd zijn. Maar één ding staat vast, ik' zal niet bij haar huwelijk' tegenwoordig1 zijn." Het was hard te moeten bedenken dat het meisje, dat hij van kindsbeen af had liefgehad, nu boven zijn bereik was. Maar to weten, dat hij nu voor ingebeeld ge houden werd, als hij aan haar dacht te weten dat zij naar London werd gevoerd om daar bewonderd en ten slotte aan den hoogsten bieder gegeven te worden was meer dan hij kon verdragen. Want May bemerkte bij haar komst te Londen, dat haar faam! haar al wasvoor- uitgegaan. Ieder scheen al alles te weten omtrent haar oom den heer Wadham van Wadham Hall en diens testament. teder scheen al bewust van liet feit, dat zij in het bezit zou komen van oen zeer schoon landgoed, als zij voor den 12den Juli trouw de dat wil zeggen bmnen twaalf maan den na den dood van den squire ter wijl zij niets zou krijgen als zij hier niet aan voldeed. In geval zijl twaalf maanden ongetrouwd bleef moest het landgoed ko men aan eenige liefdadige instellingen. Het was alles dc schuld van die vervelende kranten, waarvan sommige hun geestigheid botvierden aan den armen gestorven squire blaar May vergat spoedig hot vervelende van die algemcene bekendheid en begon plezier to hebben, in spijt van den rouw die zij droeg, met al do luchthartigheid en. opgewektheid van een negentienjarige Er werden voortdurend allerlei jfartijen go geven „heel kalm', begrijpt u, omdat de wreedste manier uit de wereld helpen. Die pop verbeeldt den snoodaard Guv; en een Engelsche spreekwijs „you look a Guy", oor iemand die zich smakeloos of Ieoliik kleedt of wel dingen aandoet die niet staan, heeft in die poppen haar oorsprong. Andere menschen organisceren gansclie optochten, waarmee ze 't heuseh meenon en die waarlijk soms wel aardig zijn om te zien. De voornaamste declen daaruit zijn de wagens met allerlei voorstellingen cn leven de beelden uit geschiedenis en leven dor natie. Het doel daarvan is om geld in te za melen van het kijkgraag publiek op straat, teneinde daarmee een hospitaal of andere in- -iclning van algemeen belang of liefdadig heid te steunen.' Van „er uitzien als een Guy" gespro ken liet komt me voor dat onze dames dezen herfst niet op haar voordecügst zullen behoed" wezen, al zullen ze er niet juist :ils „horreurs" uitzien. Nu is een „herikt- lioed" altijd een' lastig artikel, cn de hoeren der schepping moeten dus wat toegevend we zen. 't Is immers nog lang niet koud ge noeg voor bont en te koud voor stroo. Men neemt dus vilt. Nu hebben we al eenigen tijd lang directoire hoeden zien dragon, die men hier met dc bekende ruime opvatting der Engelsclicn van historische details, maar Napoleonshoeden noemt. Die stonden zoo aardig, dat iedereen ze droeg en men weet dat de eerste grondregel in dames-modes is, dat „wat iedereen draagt, kan niemand dra gen." Een zeer leclijkc hoed, in zekere om standigheden lastig en onaangenaam is een smalle, \or voor het gezicht uitstekende, die herinnert aan een verkleinden nanspre- korssteek. Bij wijze van tegenstelling ziet men dezer dagen op de dameshoofdjes en in de hoeden winkels, heel kleine hocdies slaan, die even- we! lang niet bij alle gezichten passen. Dan schijnt er veel vraag te zijn naar zeer zacht materiaal, zij of vilt,'dat men in nlle moge lijke of liever onmogelijke vormen duwt en deukt en dan met chiffon opmaakt. Wie zich van deze dingen op de hoogte wil stollen, doet het best, een tijdje in een der electrische ondergrond-treinen te gaan rijden. De wagens zijn daar niet in coupés afgedeeld, doch „doorloopend". De dames zitten dus op rijen tegenover elkaar mid den op den dag is liet reizend publiek bijna uitsluitend dames cn wie dus zijn smaak en opmerkingsgave wil oefenen, ontwikkolen en beschaven, heeft daar een uitstekende ge legenheid. Zelfs onze meest vooruitstrevende dames, de „suffragettes", volgen op een enkele uitzondering na dc mode. Ik zal de laat ste zijn dat in haar af te keuren. Als ze voor vrouwcnkics- en stemrecht ijveren doen ze 't ook en als ze daarbij allerlei herrie maken die zc in de gevangenis doet belan den, eveneens. Wat nu dat gevangen zetten betreft, daar is een akeligheid bij gekomen, naar me van de week bleek, toen ik even in 't Lagerhuis was. onze arme lieve May nog in den rouw is om met Mevrouw Pritchards woorden' to spreken, maar daarom niet minder vroo- lijk (of minder gevaarlijk). Er kwam een groot aantal aanbidders, sommigen oud, anderen jong, enkelen gezet en van mid delbaren leeftijd, sominigen welgesteld, an deren heel aim, sommigen mooi, anderen loelijk'. Een van haar meest volhardende aan bidders was een baronet uit het Noor den, die in zijn liart vond, dat hij May een groote en onverdiende car bewees door haar- to vragen haar leven met het zijne te verbinden. „Lieve jonge dame bmi" begon Sir Gilbert, terwijl hij zijn zakdoek zwaaide, „Ik, geloof wel, dat u do reden van. mijn komst vandaag begrijpt.Uw lief be koorlijk beeld heeft mijn hart ingeno men sedert den dag, nu juist zes maan den, geleden, waarop ik' het voor 't eerst aanschouwde. Hm! Ik b'cn niet meer zoo jong als ik eens was, juffrouw Denniston, maar ik geloof zeker, dat wij samen best overweg zouden kunnen, en wat mij aan gaat ik kan u verzekeren, dat ik een trouw, 'en goed echtgenoot zal zijn. In één woord, juffrouw Denniston wilt u mijn vrouw worden?" De waardige baronet was eenigszins doof, cn hij was dus genoodzaakt zijn band aan het oor te brengen om' het schuchtere „Ja" to verstaan dat over de lippen der sehoone kwam!. „Lieve juffrouw Denniston, lieve May, dat mag ik nu wel zeggen, niet? ik

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1906 | | pagina 9