ALLERLEI. V li li i if I' VOOR DAMES. art. 171 dor Grondwet gezegd yvordf over do# fiiiianck'clon Steun door don Staal aan verschillende Gezindheden gegeven, hij een 'komende Giandwe tsherzienin« geschrapt worde. XUI. Tegel een voorstel, liij zulk een Grondwetsherziening gedaan, om n.I. al len fijiancieolon steun van,Staatswege aan kerken gegeven op te heffen, en dat be drag, een kleine 1 '2,000.000, Ie gebruiken bijv. voor scholen, arbeid,eis-pensi-onnee- ring, ziekteverzekering enz., zou ni.i.van de zijde den Gereformeerde Kerken geen bezwaar kunnen bestaan. Algemeen Jieflerlnndsclt Yerbond. Oe veteeniaing ..Jong Nedeihuut en Zuid- Afrika. te Utrecht" -- daailoe aldaar eer gisteravond bijeengekomen in een buiten gewone algennvne ledenvergadering beeft zich, onder instemming van al de aanwezigen, aangesloten hij het Algemeen Xcderlaiulseli Verbond. Voorts werd beduien tot de voorloopigo oprichting van een jongelieden-afdeeüng van dat Verbond. In een grootc - zoo spoedig mogelijk bijeen te roepen vergadering van ffreelü- sehe jongelieden, zal dan voor goed worden overgegaan tot de^ oprichting eener dergelijke afdeeliug van het Verbond. Kooger Onderwijs ia Zuld-Afrikn. In Zuid-Afrika is het weieer hel ideaal van de Z.-A. II. geweest om mei den Vrij staat een hoogescliool te hebben. Het was o.a. een der punten van 'I federatie-pro gram. De oorlog heeft in die wensehen na- fnurlijk wijziging gchraehf. In den raad van de universiteit de Goede Hoop te kaapstad, waarin thans ook zitting heli- hen vertegenwoordigers yan A'atal. Trans vaal en Trans-Oranje, is nu uitgemaakt dat Z.-A. vooralsnog slechts behoefte heeft aan één sterke universiteit in sted.e van afzonderlijke hoogeseholen. Het laatstgenoemde plan is dus voorloo- pig en zeker vont den eersten lijd van de haan. ..Z.-A. Post",) WALTER HA LEIGH. De Engelsche admiraal Walter Raleigh, beroemd door zijn ontdekkingstochten, zee gevechten en tragische lotgevallen, werd iti Haves bij Hudley iai Devonshire gebo ren. Dikwijls luisterde de knaap daar aan het strand met gjroote opmerkzaamheid naar de vertellingen van zeelieden. De zee zou ook op hom haar macht uitoefenen, als man verwierf hij c-r groolen roem. maar later vendel hij aan liet gerecht, dat hem. for dood veroordeelde. Eerst wijdde Raleigh, die in 1552 ge boren weird, zich aan rechtskundige stu- diën to Oxford en Londen, streed in Frank rijk voor "de Hugenoot en en daarna in de Nederlanden hjgen Spanje. Zijn oorste zeereis maakte lüj in 1579 met zijn hal- veil broeder Gilbert naar Noord-Amerika een ontdekkingsreis, die geen gevolgen had. Hij streed tegen de Ieren, die zich, door de Spanjaarden ondersteund, tegen hem verzetten, en verkreeg daarna van koningin Elisabeth het stadhouderschap van Cork en verse lullende goederen. Weer kreeg hij lust naar Amerika te reizen; hij rustte op eigen kosten twee schepen uit. landde daarmee in Chesapeakebai en slichtte een kolonie; ter «ore van zijn ongetrouwde vorstin noemde hij die ..Virginia", Toen de Spaanscbe armada Engeland bedreigde, sloot hij zich met zijn schepen bij de En gelsche vloot aan en werd daarom tot lid van den geheimen raad benoemd. In 1592 stond hij aan hel hoofd van een doorhem zelf uitgerust eskader, waarmee hij in IVest-lndië Spaanscbe schepen wou gnan veroveren, maar die onderneming slaagde niet. De sage van het wonderland Eldo rado. van de grootc goud- en zilversfhal ten van Guyana verleidde hem tol steeds heeft aan kalmeering dan aan opwekking," merkte ik op. Met bewondering zag ik de manier, waar op ze niet het paard omging. Ze had hel dier geheel in haar macht. Ze. scheen mijn gedachten te iaden, want ze zei: „Ik zou graag een bircu-rijdster zijn, niet om kunsten te doen, maar om wilde paar den te temmen -— o, daar zijn we er al Oom en tante stonden voor hel hui.- oils lachend toe te wuiven. ..Zijn het geen beste meüsehcn. meneer Duinwijk," vroeg mijn buurvrouw mij. ,.Jk geloof heuseh, dat ze blij zijn, mij te zten, ofschoon liet nu uit is met hun rusttijd." fk wen! nu in alle vormen voorgesteld, en daarna brak er een tijd voor me aan, waarin ik al mijn kalmte noodig; had. Het wa.- of alle.- tegen mij sainen.-pande. Ik streed tevergeefsmijn versterkingen werden geregeld omgeworpen, maar de citadel was nog niet ingenomen. Dit was het plan van aanval. ..Mijn zuster moet vandaag naar Arnhem, -fe zult haar zeker wel even in de auto bren gen?" „Vandaag zal mijn schoonzuster je te paard vergezellen, op je in-pec!ietocht." „Vindt ti het goed, om vandaag een fiets tocht met mij te maken?'' Doe moest dit eindigen? Ik vroeg dit mijzelf geregeld af en toch kon er maar één antwoord op die vraag zijn Er moest een verbanning op volgen, gedwongen of uit vrije verkiezing. nieuwe avonturen; hij zeilde met vijfschc pen naar Zuid-Amerika, veroverde het eiland Trinidad, voer den Orinoko op, maftr hel verlangde Dorado bleef een sage. In 1597 veroverde hij als onderbevelhebber onder graaf Essex het eiland Fayal, zonder het hevel van den graaf af te wachtenmaar zijn vrienden redden hem ioen nog voor den toorn van den machtigen gunsteling. Toen Arabella Gluurt haar aanspraken op den troon wil de doen gelden, we.rd hij in de samen zwering gewikkeld, gevangen genomen,teil' dood veroordeeld, maar door den koning mei gevangenisstraf begenadigd. Dertien jaren bracht hij in den Towei door met ivotciwchappel ijken arbeid. In llilö herkreeg hij de rijltcid. Opnieuw word hij aange trokken door hel Dorado van (itiyaiialiij vertelde den koning over oen daar ont dekte goudmijn en Jakobus, die zieh in geldverlegenheid bevond, «af zijn toestem ming toteen nieuwe expeditie. Raleigh, die voor zieh hel vijfde deel dor te vin den schatten bedong, stak als opperbevel hebber van het uit veert ieti schepen be staande, met avonturiers bemande, eska der in zee; maar, zwaar ziek, bleef hij op z'n admiraalschip voor de» mond van den Orinoko liggende schepen, die de rivier opvoeren, Teerden ondertusschon zonder siieces terug. Het kwam tot een strijd met de Spanjaardende Spaanscbe regcering vroeg genoegdoening voor den vredebreuk. De koning offerde zijn admiraal op. Ra leigh werd voor een krijgsraad geroepen, die het vroeger tegen hem uitgesproken vonnis hernieuwde. Hij werd in 1G18 te rechtgesteld. IETS OVER 't GEVEN VAX CADHAl'X. (Lil. een Engelscli tijdschrift.) Gaden ux! Een pijnlijk onderwesrp! We spra ken er eens over in gezelschap. Ik herin nerde aait den tijd, toen ik met William Smith samenwoonde. We wilden eikaar natuurlijk iets geven. Ik had mijn zinnen gezet op een hizomler mooi snort das, maar zoo duur. dat ik hem niet voor mij zelf kon koopen; ik kocht hem dus voor William, hoewel hij een haard droeg ett dus geen eer had van zijn dassen. Hij wou dolgraag een bizonder soort overhemdsknoopjes hebben, waar ik niets om gaf. Maar hij kocht ze voor mij. We toonden ons natuurlijk heel verrast en zeiden, dut we dol blij waren met onze cadeaux, en we waren ijselijk lief en har telijk. Maar langzamerhand veranderde on ze stemming. We gingen uit en toen we weer terugkwamen, had onze hospita de cadeaux omgeruild. We vonden dat een heerlijke uitredding uit het 'dilemma, dat dreigde ons beider jong, onschuldig leven te vergallen. William zei, dat hij mij de da? had gegeven en ik beweerde, dat hij de knoopjes van mij had en alles was in orde. „Je mol nuttige dingen geven," zei Spiffel, die voor advertenties reisde:„iets dat niet alleen van dienst is voor den persoon zelf, maar voor allen uit zijn om geving. Ik gal' mijn schoonmoeder een kistje niet allerlei medicijnen." Hij zweeg een o ogen blik en toen, we oji een slot schenen te wachten, voegde hij er bij: „0, ze maakt het heel goed. De familie van mijn vrouw heefl een sterke gezond heid." „Ken je mijn jachtje Nellv?" vroeg Rlot- chex. ..Ze gaf me verleden jaar een das. Ik wist niet, dat er zooveel kleuren in do wereld waren voor ik "die das gezien had en hij was zoo breed, dat ieders aandacht er op moest vallen. ,.ik moest hem natuurlijk dragon, un- dfjp zou ik Nelly's hart gebroken hebben. Ik deed hem aan, toen ik bij haar ging eten. De paarden schrikten ervan,, de jon gens maakten er opmerkingen over en het meisje, dat de deur voor mij opendeed, Het na- de dag voor Sint-X'icolaas. Ik .-toud voor den stal te kijken naar liet drui pen der goten, toen ik een lichten voetstap achter mij hoorde. Ik kende dien maar al te sued. Hoe vreemd liet ook moge klinken, hoewel ik haar iedereü dag meer lief kreeg, n ai en er oogenblikken, (lat ik bitter legert haar gestemd na.-. Ze legde haar hand op mijn armdie aanraking ontroerde mij. Ze sprak haar .-tem was muziek in mijn ooren. „Is u te vee! verdiept in het kijken naar de regendruppels, om naar mij te kunnen luisteren?" „Wat verlangt u van mij. juffrouw van Bovcnvoorde?" ,,Ik wou, dat u me kon helpen. De vij and staat voor de poort." „Ik begrijp u niet." antwoordde ik kortaf. „O, is u in een vim uw domme buien Ik moet dus duidelijker zijn. De meisjes Van der Linden zijn in de kamer. In een zwak oogenblik beloofde ik met ze naar school te gaan om voor liet Sint-Nicolnas- foesf te zorgen. Maar ik heb er geen lust in. De onderwijzer zal er wel zijn, maar ik boud niet van flirten met hem." „Er zullen wel anderen ook zijn. Meneer Van der Linden bijvoorbeeld. Hij zal zijn zusters wel komen halen?" Ik vermoedde, dat deze beer de door mijn oom voor zijn schoonzusier bestemde echtge noot was. „Juist, en dat is de reden, waarom ik bij it hulp kom zoeken en nu laat u mij in den steek." zetle haar monxl zoo wijd open, dat ik dacht, dat hij nooit meer dicht zou kun- n«iv Maar Nelly was er verrukt over en vestigde er (geheel on.nfiodig) ieders aan dacht op. „Den volgenden dag mtfest ik de das weer dragen, onulat i.k met Nelly zo'u gaan wandelen np kantoortijd. .Te begrijpt, wat ik er op hel kantoor over mocsthoo- reu. Maar het ergste was dat de patroon hol opmerkte, hij had wel blind moe ten zijlij, als hij het niet gedaan, had en er mij over sprak; hij beweerde, dat ik tegen die regels van, het huis handelde, dioor hel dragen van, zujk oen das en d/at ik iets ordentelijks aan moest doen. Ik zei, dut dit niiet moge,lijk was en ver tel de hein de reden waarom; de Side man was aangodoan. Hij had oe,n, doch ter van Nelly's leeflijdi en een paar da gen later verhoogde hij mijn salaris," „Het moeilijkste, is, om altijd dankbaar te zijn. Het kond oir niet op aan, hoe ongeschikt of onwelkom licit geschenk is, je moet trachten hl ij to zijn en dankbaar aan den geveir. Ik vrees, dat de, meeste monschen moeilijk tevreden te stellen, zijn," merkte dei hulpprediker op, die nooit de gelegenheid voorhij laai gaan, om zijn inedeinenschen te verbeteren. „Zeker," antwoordde 'Hotelier, ,.je zie.l aan mijn das welke heerlijke gevolgen er uit oen schijnbaar onwei'.kom cadeau kun ncn voorlkotnen." menig pajk slaag gegeven, om hem die schuwheid n,f te. lep,ren." GEVAT. Als een bewijs van de brutaliteit van Charles l.ever wordt oen verhaal over hem verteld uit don lijd, toen hij nog consul was in Triest. In dien tijd ging hij even naar Engeland en bezocht lord Lyilon.De twee schrijvers praait ten eenigen lijd met elkaar, en eindelijk sprak lord Hytton,.lk lam om verscheidene redenen blij. je hier le zien. Je zuil straks in de gelegenheid zijn, om je chef fe zien. Ik verwacht hem ieder oogenblik," Lever werd bleek vah schrik. Hij her innorde zich plotseling, da't hij Triest verlaten had zonder verlof to hebben ge vraagd. 11 ij trachtte zich bij Lytton te ver ontschuldigen hij moest weg het speet hem, maar Terwijl hij dit zat te. beweren, werd de minister van builcn- a'ndsche zaken aangekondigd. „Zoo. Lever!" zoi lord 01 arend om ver wonderd. „Ik wist niet, dat u Triest ver- latei had." „Neen, Mylord," antwoordde Lever ge vat, „ik dacht, dat hel van meer eerbied zou getuigen, als ik u zalf om verlof kwam vragen," Een ongelukkig man wcird bij een rij ken baTon toe gal a ten. Hij beschreef zijn on gelukken en zijn ellende op zulk een roe rende wijze), da;L de baron, met tranen it. de oogen en een stem afgebroken door snikken, tof. zijn knecht sprak „Jap, laat dieti stumper uit. Hij "hroekt mijn hart." Tot de menschep, die er het schuldigs! uitzien, behooreji een map, die van een misdaad beschuldigd is, waaVaan hij geen schuld heeft, en een jonggetrouwd patertje, die trachten door te gaap voor oudge huwden. „Hebt ge iets te zeggen, voot het vonnis wordt uitgesproken?" vroeg de rechter. „Ja'(" antwoordde (le gevangene. „IVat dan?" vroeg de rechter. „Ik zal liet maar liever niet doen, daar ik niet graag beleedigi'ng van het hof hij de andere beschuldigingen zou voegen." „Hoe is u over mijn kleinen jongen te vreden, meneer?" „0, heel goed; zijn vlijt la'at niets le wensehen over, maar hot ventje is wat e,rg apgstig en schuw." „Net als thuis I Ik heb den jongen ml „Wat wil u clan?" „Niets het is te laat. Marie laat mij al halen." „Juffrouw Bella, mevrouw vraagt of u komt," '/.ei dc dienstbode, die hef natte paadje kwam afwandelen. „Zeg dat ik kom," antwoordde ze vrion- delijk. Maar toen liet meisje uit het gehoor was, zei ze tot mij: „Ik zal u nooit meer een gunst vragen, meneer Duinwijk." "Ik voelde bcroinv. „Als u geen lu»t heeft, met de Van dor Lindens mee te gaan, kan u wel een uit vlucht vinden," troostte ik. „Ik heb niets tegen het gezelschap, maar wel tegen het werk," antwoordde ze hoog. Daarna liep ze met slatigen tred naar huis. Terwijl ik do lange slanke gestalte na keek, kwam ik plotseling tot een besluit, fk moest een eind maken aan dezen val- schen toestand en ging naar ooms studeer kamer. „Oom," zei ik, „ik ben hier heel geluk kig» geweest, maar ik moet nu afscheid van u nemen." „Wat beteekent dat?" vroeg hij opsprin gend. „Ik nam de betrekking bij u aan, op voorwaarde, dat ik niet verliefd zou raken op juffrouw van Bevenvoorde. Ik heb mijn belofte gebroken, dus moet ik gaan." „Waarheen?" „Ik zal wel iets vinden. U wil me mis schien wel een getuigschrift geven?" „Wat moet ik daarin zetten, dat je je belofte gebroken hebt?" vroeg hij lachend. „Nu, weet je wat jongen, we zullen er ST. NICOLA AS-GEDACHTEN. Ja', Kinderheilige, nog neemt mijn Vuntu aan, En had de wereld slechts wat beier u. versta,an, Uw geest van weldoen en van liefde meer begrepen, 'k Zou met uw napmdag nog geruster kunnen dwepen. De Genes let. Slem verrijkt mejt te geven eu men wordt :t,rni van te weigeren.... 't Is uit ïSdehjdon voor den 'rijke, (ln)t er annon zijn. Dc' aalmoes en is maar 't stoffelijk lovqu va.fi de cene, wijt ze feu gclieole of ten dooie 't geestelijk levep vnji de a,luiere is. Gazelle. Gij die veel geeft, vergeel, niet, dat Hot hoe img meer is dan hef wal. Heels. 11e wil, en niet do gaVe maakt don gever. Lessing. Voor den edelen geest verliezen rijke ga ven hun waarde, als de gevers onvrien delijk zijn. f Shakespeare. Kieschc oplettendheden voor andere mon schen zijn altijd een bewijs van een fijn gevoel en een liefdevol hapt. Laprillard. BERTH A "KRUPP. In 1902 kwam Bertha Kruip p aan liet hoofd van de zaak, die een naamlooze ven nootschap was geworden. Haar opleiding had haar daar geschikt voor gemaakt. Van af haar eerste kindsheid ging ze met haar vader in de fabrieken op on neer. „Je zult mijn zoon zijn," zei hij; en hij gaf haar een opvoeding, die haar geschikt maakte voor de zaak. Er zijn weinig ar tillerie-officieren, die de moderne kanon nen botcsr kenpen dan zij. Zij heeft er haar leven tusschem door gebracht. On danks de oude hoeren, die in haf bestuur zitten, is zij nog dc ziel van Essen. De buitenwereld gelooft daar niet aan; offi cieren geven niet gemakkelijk toe, dniteen vrouw huns gelijke is in bekwaamheid, maar de waarheid is, dat Bcirtha Krupp de eenige en absolute gebiedster is in die grootc zaak van de bestuursvergade ringen lot dc werkkamers. Haar veertig duizend werklieden weten dit; en ze. houden van haar zelfs de socialisten. Zij is dan ook niet van adel. De Krupps hebben altijd aan lam demo cratie vastgehouden. Ze zijn (irolsch op hun burgerlijken naam. Tweemaal weiger den ze den freiherrensiand -ze wilden niet van adel zijn. Het laatste woord, dat Bertha Krupp van haar vader hoorde,was: Trouw geen ven-gulden dwaas I" De dames Krupp maakten soms een reis in het buitenland. Te Constantinopel werd ze met bijna vorstelijke oeirbewijzein ont vangen, want de sultan had .behoefte aan kanonnen en crediet. En ovaral werd naar haar hand gedongen. Ilet is zoo gemak kelijk liefde fe voelen voor een meisje mot 12 millioen gulden 's janus. Br kwam een prins van het oude geslacht Rousz vra gen of ze zijn vrouw wou warden, er kwa men edellieden en jonge officieren; waar- dighcidsbekleedcrs' en diplomaten allen zwermden om haar heen. Nu en dan werd er echte liei'de voor haar gevoeld een van de voornaamste werkliedèm, een dorps dokter, een arme edelman; ze hadden haar in stilte lief en gingen iveg. „Ifaar liefde geldt het wcirk," zei het volk van Essén. „Ze zal iemand trouwen, over eenige dagen nog eens op terugkomen. Je kunt het toch nog wel eenige dagen bij ons uithouden. Spreek er nog maar niet met tante of iemand anders over. Sint-Niehuas moet je in ieder geval nog met ons vieren. Alles is al voor het feest in orde gebracht." Hoewel ik veel liever in eens vertrokken nas, besloot ik ten genoegen van oom, nog ulnar eenige dagen te blijven, maar de uren vielen mij lang en als ecu berg zag ik op tegen den feestavond, die unij wachtte. Toon ik met- een loodzwaar hart naar be neden wilde gaan, werd er op mijn deur ge klopt en bracht do bediende mij een brief vim mijn ooms hand. Ileel verbaasd deed ik dien open. Wat zou oom mij te schrij ven hebben, dat hij mij niet mondeling mee kon doelen? Met grootc ontroering las ik, dn: oom en tante hadden besloten mij als hun zoon en erfgenaam te beschouwen. Ik snelde naar de huiskamer waar oom en tante heel genoeglijk bijeen zaten, blijk baar wachtende op mijn komst. „Oom, tanten, wat beteekent dit?" „Dat zal ik je vertellen, jongen," ant woordde oom in de grootste" bedaardheid. „Na ontvangst van je brief schaamde ik mij, dat ik mij zoo weinig om mijn zusters zoon bekommerd had. Ik besloot dit zooveel mogelijk goed te maken, liet ie hier komen, om te zien wat-er in ie stak cn nu ken je ons oordcel." „Maar, oom u weet toch wat ik u gister gezegd heb." „Vergeef mij, dat ik je in 'dat opzicht misleid heb. Ieder, die met haar in aan raking komt, woédt op Bella verliefd. Ik die haar kan helpen om haar industrie,,; koninkrijk le doen bloeien." Er heeirse.hle grootc verwondering ;ft |,t sen, toen liet bekend werd welke keu'zè zij gedaan had. Men keek elkaar mm sprak: „llimmelI Ze Iromvl uit liefde!" Dat was waar. De lieer Von Lilden en Halbacb heeft een eervolle loopbaan ach- Ier zieh, llij is zelf niet rijk, ofschoonmen iu zijn familie mooie landgoederen heeft Hij heiioorl tol den minderen adel is vermaagschapt aan liet regeeien'd |,'n'i.s Lippe. Eenige officieren uit hel llaliaansclieli'. gcr kwamen naar Essen, om over nieuwe kanonnen te spreken. Mei hen kwam ik heer Von Bolden als gézaiilscliapsraiiit.llij liep de- stad eens in, daar hij eigenlijk niel.s mei de zaak te maken bad. Vooy de aai. digo kléine huisjes zag Idj de vrouwen zitten breien. Te midden van haar zat" een jong meLL Ze droeg een bruine blouse en had geen' hoed op. Een hall' dozijn kinderen |uu( zich om baar heen verzameld - ecu zat op haar school; en hel meisje verteld,, hun eon sprookje. De diplomaat werd duur dit schouwspel getroffen, bij Ideef slaan om naar hel aardige gioepje le kijken Eindelijk koek bel meisje op e-ii spmJ,: „ls daar?" en hij antwoordde: js u bet?' eu ze gingen met elkaar door-de stad van ijzer mi vuur. Zoo wordt hcL verhaal iu Essen verteld maar daair er nog vele andere lezingen vim zijn, is hot niet zeker of bet waar is. In ieder geval worden ze verloofd. Dit huwelijk is van groot belang. Deku- tliiigin van Essen hoeft, een verluizend grootc nuirht. Niet alleen Intair millinenen verschaffen haar die. Door he.i geven of onthouden van do oorlogsmaterialen kan zij het lot der volkeren beslissen. Men spreekt ar in den laatsten tijd over, dat dc regcering dil werk móest overne men. Men beweert, dat de veiranlwooidr- Iijkheifl te groot is voor eau jonge vrouw. Het is dus mogelijk, dat haar op zekeren dag niets zal worden overgelaten dan haar nvillioenen en hef land haar de luncht ont neemt. Dat zal eem droevig oogenblik voor baar zijn. Zij is de eenige niet vorstelijke persoon die aan hel hoofd slaat, vatu een eigen leger. Niét goedkeuring van den keizer onderhoudt ze eau leger van liegenliondeut man, dat gereed is om legen rouvors of oproerlingen op te treden. SINT-N1C0LA AS. Cadeaux geven is een, kunst, die niet iedereen verslaat. Er is- heel wat handig heid en nadenken voor noodig, om vooi ieder iets geschikts te vinden. En toch doet het ons altijd liet meeste genpegcii ais we merken, dat. er aan, onze liefheb berijen is gedacht en, we krijgen liever een kleinigheid met zorg gekozen, dan een kust baat ooi werp, waaraan we «een hehooltc hebben. Cadeaux vertellen hun eigen geschiede nis aan wie ze ontvangt, en die hun waar de en bedoeling begrijpt en hel is even onaardig maar. iels zonder nadenken Iu koopen! als iemand precies te vragen naai wat ze noodig heeft. Er is iets onvriendelijks iu, aan- men- srhen die hot hard noodig hebben alleen nuttige dingen lei geven.. Men moei niet v„)«eten, dat juist dezulken ook wel eens wat poëzie in hun leven willen, hebben, vooral op een avond, diei geacht wor.lt overal blijdschap en vroolijkliciid aan ie brengen. Ook op een aardige; munieifaicls onivmir gen is evenmin ieders wei'k. Kr zijn menschen, djie. zich verplicht voelen, zoo- dra' ze van iemand kits hebben gekregen, dat mof eau tegengeschenk te jieanlwoor den iu plaats tan zich blij te 1oon«n met wat men hun gal'. Ze verslaan i\e knust niet, dankbaar fe zijn cm. begrijpen niet, dat, als men hum iets schonk, men dit dacht dus, dat je ivel geen ni'!zondering op dien regel zou vormen. Maar daar liet |®- bodene altijd groote aantrekking op iemand uitoefent, stelde ik.mijn voorwaarde. Ga nu maar eens aan haar vragen, bomzij. er over denkt." Natuurlijk haastte ik mij naar Bella's kamer. „Juffrouw van Bevenvoorde," zei ik, ..goj1'1' beu ik boei onaardig gewei;?!." „Dat was u," a lil woord de ze. „Zal ik u eens vertellen over het gezellige mutje, dat ik op school doorbracht," „ik kan mij dat wel voorstellen. Wie mocht zich in uw gunst verheugen „O allen." „11c vind flirten een akelig tijdverdrijf. „U dreef me er toe. Ilun bloed koni< over uw hoofd." „Ik bevind mij in denzelfdeu toestand. „Bedoelt u, dat ik met u flirt-" Ze ve llet ontkennen, maar deed bet niet. „Ts het geen flirten? Mag ik dan hopen, Bella?" „Dat kan ik u niet verhinderen. 1 !°°P leeft in ieder mensehenhart," „Speel niet met mij, Bella, ik heb I lang in wanhoop geleefd." Ze antwoordde niet, maar keek mij aan, en ik wist, dat ik op dezen Sittl-Nicmaaa '1 grootc geluk' valt mijn leven gewonnen h.u

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1906 | | pagina 10