11
O
go* Jaargang.
Zondag 10 Februari 1907.
tl
No. 12308
t\
N,
Derde Blad.
fransche briefen.
;eM.
t- en
aar,
iden
ij
?860 oS1r,,r""t'- Er
ALLERLEI.
tulen
echt.
lach»
oor»
Cou-
a.
voor de Redaerio. No. 123.
voor de Administratie No. 103.
i
Pïété"
m&L
ipoY.Y
rente
olie
2 uur,
baan
4.
lllin
pCt,
■reen
ip,
(BE
egen
\M.
SCHIEDAMSCHE COURANT.
Peze courant verschijnt da gelijks, met uitzondering van Zon- «a Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en V1 aardingen fl. 1.25,Franco
Prijs week*. \oor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten dot middags vóóreeo.
t® ffan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lango Haven No. 141 (hoek Korte Haven.)
Prijs der Advertentiën: fan 1—6 regels 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar do plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige roorwaarden. Tarieven
hiervan zijn grati3 aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, dio Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleino advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon
ssrawa'^aammSBieaMaHMiivu
(Van onzen Parijschen medewerker.)
Parijs, 2 Febr. 1907.
De sinter ia zoo streng dat de bladen om
ftiijd passages weergeven uit kronieken, die
18n verschrikkelijke vorst gewagen. Parijs,
dat wegens zijn groote afmetingen ander»
doorgaans in alles een der eerste rangen be
kleedt, is echter ditmaal niet bijzonder te
beklagen. Zijn, volgens oude statistieken daar
meer dan elders lieden doodgevroren, althans
i tengevolge der lage temperatuur omgekomen
- ten winter lijdt de bevolking betrekke
lijk weinig daur de koude er niet zoo hevig
j a als in meer noordelijke en ook als in me
nig meer zuidelijk gewest. Bovendien maakte
kt ijs hier bijna in 't geheel geen slacht
offers. De plaatsen in den omtrek van Parijs
mar schaatsen gereden kan worden zijn maar
weinig in aantal en waren er niet de fontein-
bekkens in de openbare tuinen dan zou er
binnen de muren der stad zelfs geen ijs te
bekennen zijn. Voor het ijsvermaak blijft
niets anders over dan de vijvers in het
Bois de Boulogne en de drie meertjes in het
Beis de Vincennos, die gewoonlijk, niet vol
doende zouden zijn voor de 3 millioen inwo
ners, al waren er slechts 1/10 percent schaat
senrijders onder. Doch de Parijzenaars zijn
treurige schaatsenrijders en op hun hooge
krerikaansche schaatsen zullen ze het ook
wel nooit ver brengen. Terwijl alle andere
tokken van sport meer en meer gedemokra-
liseerd worden en er stellig bedelaars gevon
den worden, die zich dagelijks per fiets naar
bun standplaats begeven, blijft de schaats
alken bewaard voor een klein gedeelte dor
nog meest uit vreemdelingen bestaande geid-
aristokratie.
Van arren ziet men natuurlijk te Parijs
geen spoor, behahe in het museum van
Cluny, waar er eenige uit den tijd van Bo
dewijk XVI zijn opbewanrd. De sneeuw te
Patijs heeft trouwens nauwelijks den grond
aangeraakt of zij is reeds in modder ver
keerd, Van de verschrikkelijke slik-ellende
die er 's winters in de Fransche Hoofdstad
terecht kan een vreemdeling zich geen
denkbeeld maken, indien hij er niet in per
soon door heeft gebaggerd. Docli dat zijn
niet de eenige inconvenienten van den win
ter te Parijs. Er zijn er vnn erger soort, die
(Heen uit het onpractisch karakter der inwo
ners voortspruiten. Bij den bouw der huizen
schijnt namelijk nooit op de mogelijkheid
tan een ijzigen noordewind of van een tem
peratuur onder nul gerekend te worden. De
tfnsters en voordeuren laten met een gast-
itijhcid waarvan de er achter huizende fce-
wnera geen flauw begrip hebben, den wind
®»r en, de voor open vuren bestemde schoor
tenen of de half in don muur gplaatste,
«genaamde porceleinen kachels verwarmen
w de huismuren, maar geenszins de bin
nenkamers.
^00f _heni die geen eigenaar is van een
tel huis, dat hij zelf naar zijn zin heelt
houwen, is Parijs bij harde winters
te stad die een. verlangen doet ontstaan
ten noordelijker streken, waar men beter
■egen de koude beschut is. Doch zij die
te te huis hebben, al dringt de wind er
binnen, hebben niet to klagen, wan-
r zij denken aan het ontzaglijk aantal \an
li die gebrek lijden. Het is een verklaar-
ar verschijnsel dat vooral in een wereld
nun bij het dalen van de temperatuur
l /ÏÏ2611 der levensmiddelen en der'huis-
jtêijke benoodigdheden stijgen, en zij
^[verdienste of inkomen slechts voldoen-
*'oor tat allernoodigste in gewonen
li omen in dagen van strenge vorst den
a, -°n' Yan gebrek zeer nnbij. In die dagen
dat zich het nut van een instel-
°ct §evoc'en, die men de bank der
Frank ..zou kunnen noemen en die m
eeiiwn" n0g stee^s den, uit de middel
v n ®fonimenden naam van „Mont de
behouden heeft. Uit haar statistie
kLi» 1-m meri 'Mter dan door welke aan
kènnm VOorste13ing ook. de armoede
>tóh' ?.r' zii bet °ok voor velen
De ok 'i jk, te Parijs geleden wordt,
fab ai\^rcn' die er te Parijs van be
eeveer sn bes!;aan, leenen jaarlijks om
1000 i,I ''"OS69 aangenomen, d.w.z-
{!L"e minum§ wFfr dag of biina 1 horlog^
Ik fn at nog meer voor de hand
hazing ?!P"Wen f'n) doch nog meer ver-
jaar nn nrvi '3 dat or in een
fóteve-,trouwringen als onderpand
tVQrden, En men wij te dat onge
looflijk aantal niet aan het gebrek aan
trouw", 't welk zoo dikwijls aan 't moderne
Babel verweten wordt. Van het tastbaar zin
nebeeld ontdoet de Parijzenaar en de Pari-
sienne zich hoogst ongaarne, ook al houden
zij de deugd soms weinig in eere. Een be
wijs, dat genoemd cijfer, met de daaruit te
maken gevolgtrekking, zelfs te Parijs ver
bazing kan wekken, is eens geleverd door
een lid van den gemeenteraad, die namens
een schatrijke danie den directeur van den
,Mont de Piëté" he, aanbod kwam doen
alle trouwringen in te lossen, zoodat ze aan
de rechthebbenden kosteloos zouden terug
gegeven kunnen worden. De dame, zoo
sprak de afgezant, had voor die inderdaad
van een gevoelig hart getuigende daad wel
eenige duizenden over. Piel aas het moest
bij de bedoeling blijven: De gezamenlijke
waarde der in pand gegeven symbolen be
droeg een half millioen franks.
Doch niet alleen op goud- en zilver
werk wordt geld gevraagd. Onder het ge
middeld aantal van 1.5QO.QOO voorwerpen
die de loketjes der verschillende Parijsehe
lombardkantoren worden binnen-geloodst
bevinden zich löO.G'OO paar lakens, 20.000
kussens, 35.000 dekens, 10,000 matrassen,
S000 gordijnen, 4000 paar schoenen en
3000 naaimachines. Sprekender cijfers van
armoede of liever van geldnood of ontbe
ring zijn er wel niet denkbaar.
Wat de andere categorieën van verpande
voorwerpen aangaat, die kunnen niet altijd
tot bewijs gelden dat er werkelijk geledon
is door de geldopnemers. In een stad als
Parijs, waar men uit den aard der zc uk
rijer is in de bewegingen dan elders, leg
men doorgaans geen schroom aan den dag
om een lombardkantoor binnen te gaan. Ge
zinnen die geruimen tijd uit de stad gaan
en niemand in hun appartement achter laten,
brengen er soms hun. kostbaarheden of hun
zilverwerk heen, ten einde ze tegen brand
en diefstal te vrijwaren. Die gewoonte heeft
zelfs zoodanig de overhand gekregen dat
edurende de zomermaanden en het reis-
«eizocn het cijfer dor beleeningen aanmer
kelijk stijgt. Fietsers hebben vooits in den
Mont de Piétó een prachtigen en goedkoo-
pen stal gezien voor den tijd, dat ze zich
om de eone of andere reden niet van hun
instrument bedienen. liet gevolg er van is
dat de Administratie een bij/onder gebouw
noodig heeft om aan de duizenden en du;-
zenden rijwielen, die er aangeboden wor
den, een onderkomen te verschaffen. Het is
overigens te begrijpen dat de hierboven aan
geduide anderhalf millioen voorwerpen van
\erschillenden aard, die er jaarlijks binnen
komen, heel wat plaats beslaan. De ver
trekken, gaanderijen, zalen, kelders, en wat
dies meer zij, waarin ze opgeborgen wor
den, hebben te samen een lengte van 15
kilometers! Een derde categorie van geid-
opneniors, die te Parijs zeer talrijk is,
wordt voorts gevormd door de spelers van
allerlei soort cn van allerlei slag, die in
geldnood verkecren of klinkende mnnl
wcnschen te hebben om aan hun .hartstocht
te voldoen. Ten slotte makeri kleinere koop
lieden of neringdoenden vaak van den lom
bard gebruik tegen den betaaldag, indien
hun beschikbare fondsen niet toereiken
blijken te zijn voor het bedrag der wissels,
die hun aangeboden zijn.
Is derhalve niet alles wat langs beide zij
den van den bovenvermelden weg van 15
kilometer is opgehoopt, daarheen gebracht
uit ai moede, vee! en stellig het grootste ge
deelte is getuige geweest van een lijdens
geschiedenis. Zoo ergens dan zouden, 'indien
de voorwerpen spreken konden, hier stille
drama's te hooren zijn, waarvan het hart
zou ineenkrimpen en zou hier de filosoof
stoffe tot- bespiegeling vinden, over al het
leed dat er in een wereldstad geleden wordt.
Ontelbaar zijn daarenboven de anecdotes,
aan die heterogene massa goederen verbon
don. Daar is de parapluie die twintig jaar
lang in pand bleef, de trouwjapon, die der
tig jaar lang vernieuwd" werd, het kunst
gebit, dat maar niet in den mond van den
eigenaar wilde terugkceren en de verzegel
de doos, waarop een half millioen geleend
was. Een koningskroon misschien
Of ook de beambten van den Mont d>
Piété, die met het publiek in aanraking ko
men, van de lijdenspoëzie, door hen waarge
nomen, doordrongen zijn, dan wèl of ze
slechts getrouw de hun gegeven voorschrif
ten opvolgen zou ik niet kunnen uitmaken
Zeker is het dat ze meest een gunstige uit
zondering vormen op het overig ambtelijl-
personeel in Frankrijk: ze zijn beleefd of
gemoedelijk en zachtaardig.
De Lombard werkt overigens niet voor
zich zelf. De winst door hem, na aftrek van
allo kosten van beheer eg bestuur, gemaakt
op de 7 die hij als interest neemt of op
de verkochte voorwerpen, waarvan het even
tueel surplus der opbrengst, niet is terugge
vorderd, komt ten bate aan de openbare wel
dadigheid. Gedurende 66 jaar heeft deze
daardoor ontvangen meer dan 25 millioen
frs. Dit cijfer zou hooger kunnen zijn, in
dien de Mont de Piëtó slechts kapitaal be
zat. Doch dat is niet het geval. De admini
stratie leent zelf de fondsen die ze noodig
heeft door uitgifte van bons voor 3, 6, 9
of 12 maanden, rentende 2 h 3 Onder
meer instellingen heeft de „Comëdie Fran-
ijaise" de gewoonte haar beschikbare specie
op die wijze rentegevend te maken.
Zoo komt het geld, dat aan de Kunst ge
wijd werd, voor een gedeelte ten goede nan
oogenblikkelijke leniging van leed. En zoo
komt het dat te Parijs althans de betrek
king van woekeraar niet zoo voordeelig en
zoo bloeiend is, als ze zonder Mont de
Piétd zeker zou zijn!
JÜYENIS.
,,Ik heb geen geld. Als ik te veel
ik dat voor rnijn troepen boste-
DE SULTAN VAN TURKIJE.
Op zekeren dag was Abdul-Hamid als
naar gewoonte omringd door toovenaars en
wijzen, die trachtten het veizegelde boek der
toekomst voor hem te openen. Plotseling
stond een zijner waarzeggers, Ab-durraham-
op, in een staat van groote opwiu-
Essin
ding.
„Prins," riep hij, „als het Allah behaagt,
zal u spoedig Sultan worden
„Waarom," vroeg Iiamid, „Abdul-Aziz,
mijn oom, is nog in de kracht van het leven,
en de vermoedelijke troonopvolger mijn broe
der Murad, is jong en gezond."
„Dat doet er niet toe," antwoordde de
waarzegger. „Ik krijg de ingeving, dat u
poedig Sultan zal zijn."
Twee jaar later stierf Abdul Aziz en Mu
rad, die hem moest opvolgen, vertoonde wel
dra de verschijnselen van de zenuwziekte,
die hem kort daarna noodzaakte, afstand te
doen van de regeering.
Abdul-Hamid werd tot regent benoemd.
Cn die prins, die tot nu toe het masker
had gedragen van zachtheid en bescheiden
heid, vierde nu zijn eerzucht den vrijen
teugel,
„Keizer of niets," verklaarde hij.
Hij was juist vier-en-dertig, jaar, toen hij
ot Sultan werd uitgeroepen; de prins, die
door zijn volk werd aangebeden cn die van
af zijn kindsheid geliefd was geweest. Ilij
/elf lvad een vreugdelooze jeugd gehad.
„Ilij was," schrijft de heer Ynmbëry, de
bekwame Hongaar, „bleek, stil en zwaarmoe
dig als een kind. Zijn manier was wantrou
wend en sluw. Hij vermeed het "pzelschup
zijner broeders en nam geen deel aan hun
ontspanningen. Den meesten tijd trok hij
zich in een donker hoekje terug, en keek
met innige droefheid naar het lachen cn
-pelen
De- Pu Itan is nu vier en zestig jaar, v.m
gemiddelde lengte en tot zijn groote spijt
heel mager. Ilij schijnt alleen op zijn aan
wen te leven.
Hij bezit het vermogen de menschon, met
wie hij in aanraking komt, \oor zich in te
nemen. Een toerist, die Yildiz bezocht geeft
zijn indmkken aldus weer:
„Ik werd te Constantinopel ontvangen
met alle mogelijke voorkomendheid. Bij de
plechtigheid te Selamlik werden mijn met
gezellen en ik met gunsten overladen. Voor
ons vertrek vonden we op het terras te
Yildiz een. weelderig buifet aangericht. Men
bood ons sigaretten aan. Een adjudant bracht
ons de keizerlijke groeten en irij ons vertrek
werden ons vanwege Zijne Majesteit geschen
ken en Turk«che lekkernijen aangeboden."
Maar die beleefdheid zit slechts aan de
oppervlakte en ze kan zijn gruwelijke wreed
heid en onverbeterlijk wantrouwen, niet ver
bergen. Men heeft hem soms onnoozel ge
noemd, maar wat men voor domheid aan
ziet, is slechts een gevolg van overdreven
voorzichtigheid. Dat hij de invoering van
den telefoon te Constantinopel verbood, komt
omdat hij vreesde, dat men gemakke
lijker tot een samenzwering zou kunnen
overgaan met behulp van „dien trouwen
en onziehtbaren boodschapper, die niet is
na te gaan." Maar hij gebruikt hem in
zijn paleis. Om dezelfde reden heeft hij de
annkweeking van postduiven verboden. Hij
gebruikt electrieiteit in zijn paleis, maar wil
die niet in zijn hoofdstad doen invoeren.
Angst voor zijn veiligheid verhindert
Abdul-Hamid niet, goed voor zijn fortuin
te zorgen.
Toen onlangs iemand den Bultan om hulp
vroeg voor een zijner oude bedienden, die
hem lan| en trouw gediend had, antwoord
de hij
had, zou
den."
Toch is zijn zuinigheid niet zoo groot, of
hij geelt veel uit voor de verfraaiing van
zijn paleis te Yildiz Kiosk. Hij woont daar
in een ommuurde stad, verborgen voor het
oog van nieuwsgierigen en be-cheniid tegen
dc plannen van samenzweerders.
Hij staat iusschen vier en vijf uur op,
ontbijt haastig in een groote zaal, waar hij
omringd is door ondergeschikten, die zich
op eerbiedigen afstand houden, terwijl hij
met zijn honden cn katten speelt. Ilij houdt
bizondcr veel van dieren. Die liefhebberij
houdt hem soms van ernstige plichten terug.
In 1882 zond Gladstone een belangrijke
madedceling aan den Turksclien gezant, dio
ze in eens naar Constantinopel overmaakte.
Drie dogen gingen voorbij, zonder dat er ant
woord kwam. Eindelijk, op den avond van
den vierden dag kwam er een lang cijfertele
gram. De gezant was blij met het late ant
woord. Het was echter slechts het verzoek
om Corsiknansche schapen te koopen, die
Abdul-Hamid in zijn park wenschte te
hebben.
Als de Sultan in zijn park te Yildiz
wandelt, is zijn koffiezetter altijd bij hem
deze draagt een verwarmd keteltje, zoodat hij
Zijne Majesteit ieder noïenblik een kopje
kan geven. Zijn voedsel wordt met de groot
ste zorg bereid. Een keuken met getraliede
vensters en met ijzer bckleede deuren dient
voor het klaarmaken van zijn eten.
Hij leeft te Yildiz, te midden van onverge
lijkelijke weelde, maar is zelf eenvoudig in
zijn smaak. Ilij draagt donkere kleuren, cn
bezit geen grooten voorraad kleoren.
Hij houdt van don schouwburg. Tn zijn
eigen theater in een duistere loge aan het
eind van een. donkere en bijna leoge zaal
luistert hij zonder eenig teeken van goedkeu
ring te geven. Ilij geniet van muziek van
dc soort die in café-coneerts ten gehoon:
wordt gebracht, maar verafschuwt klassieke
muziek
Verder schijnt hij nooit ergens plezier in
te hebben. De vrees voor den dood drukt
hem altijd. Ilij wantrouwt ieder en alles.
Hij schrikt van iedere onverwachte be we
ging. Zijn gewoonte om altijd vuurwapens te
dragen, maakt zijn vrees een schrik voor
iedereen.
De nacht doet zijn. angst toenemen. Ilij
gaat laat naar lied, omdat hij liefst zoo wei
nig mogelijk slaapt. Ilij is bang voor de
duisternis. Zoodra het begint te schemeren
wordt het geheele puieis van de meest afge
legen hoekjes tot de groote ontvangzalen
verlicht. Stilte maakt hem ook angstig en
om (lip te voorkomen laat hij hit orkest
uren aaneen spelen. Als hij zeker is, dat
al'es in orde is, gaat hij naar bed, waar hij
zich in slaap laat lezen door een vertrouwd
dienaar, die achter een scherm in zijn slaap
kamer zit.
Tiet leven van den man dien men zou
kunnen beschouwen als een der helden uit
de verhalen van de „Duizend en 66n nacht"
is inderdaad heel droevig; het is het be
staan van een gevangene gedrukt door angst,
die hem alleen doet denken aan zijn eigen
veiligheid en die alleen het genot kent ande
ren voor hem te doen beven. En wie weet
hoe dikwijls deze vorst, gebogen onder licha
melijk en geestelijk lijden gewcnscht heeft een
eenvoudig werkman te zijn, die vredig en
onbezorgd aan den oever van den Bon-phorus
kon wonen.
en zijn bewoners slecht te spreken. Ilij schil
dert het eerste aks een afschuwelijk oord en
de laatsten als movers, leugenaars en god
loochenaars.
Midden in het land ligt de stad Corte,
waar men talrijke herinneringen vindt aan
den strijd der inboorlingen nut de dooi
Frankrijk geholpen Gonueezen. In het huis
vnn den edelen Corrikaan Giumpietro Gaf-
fori ziet uien nog de sporen van kogels uit
die vreeselijke dagen, toen de vijanden de
vrouw van den gei naai en haar getrouwen
belegerden tot haar man, wiens standbeeld
nu het plein voor het gebouw versiert, haar
kwam ontzetten. Hier woonde later ook Na
poleons vader, voor hij naar Ajaceio ging,
als secretaris van Pasquale Paoli, den groo
ten staatsman, voor wien ook een standbeeld
is opgericht te Corte. Vroeger door de
Franschen naar Napels verbannen, werd hij
door de Corsicanen geroepen hen in hun ver
dediging te helpen. Fuoli zorgde, dat er
orde kwam in zijn vaderland. Ilij drong dc
Gonueezen terug, en toen die zagen, dat ze
zich op het eiland niet meer konden hou
den, verkochten ze dit aan Frankrijk. In
den bloedigen slag hij Pontonuovo vond de
Corricuansche vrijheid den 9<len klei 1769
haar graf. Paoli vluchtte naar Engeland en
keerde slechts eens voor een korten tijd te
rug, toen twintig jaar later Corsica tegelijk
mot Frankrijk een republiek was geworden.
Vanaf den eersten tijd was de sympathie
van den warmbloedige» Uorsicaan voor de
Franschen en hij rustte niet, voor zijn va
derland weer ontrukt was aan de Engcl-
«chen aan wie Paoli tengevolge der wan
daden van het Fransche schrikbewind het
land had toevertrouwd en weer bij
Frankrijk was gevoegd. Zoo bleef het tot nu
toe. Napoleon steeg hoe langer hoe hooger
en maakte het mogelijk, dat ook zijn na
bestaanden om zoo te zeggen met kronen
«peelden. Drie zijner zusters werden aan
ftaüaansehe vorsten uitgehuwelijkt, liet
merkwaardige Bonnparte-gedcnktoekcn te
Ajaccio toont Napoleon als overwinnaar in
liet midden en zijn broers Jozef, Bodewijk cn
Jérême als koningen van Spanje, Holland en.
Westfalen en Lucien nis vorst van Carrino.
Tiet monument geeft dus het toppunt hun
ner macht te zien, dat de geweldige zoo ver
luizend snel bereikte en vanwaar hij weer
even snel werd afgestooteneen sprekend
voorbeeld van de wankelbaarheid van het
aardsch geluk 1
CORSICA.
Het eiland Corsica is nog niet algemeen
bekend. Men weet, dat Ajaccio een veelge
prezen gezondheidsoord is en dat Napoleon
er geboren werd; dat er veel bandieten in
het land zijn en men er nog bloedwraak
uitoefent. Toch verdient Corsica de aandacht
der reizigers, ten eerste om zijn grootsche
geschiedkundige herinneringen, ten tweede
om de merkwaardige bewoners en ten derde
om de prachtige natuur. Het eiland is ge
makkelijk te bereiken, daar er geregelde
stoombootverhinding bestaat- met Marseille,
Nizz.n en Livorno. Ook zijn er verscheidene
spooi weglijnen, die ook de meer afgelegen
gedeelten toegankelijk maken.
De kortste zeeweg naar het eiland is die
van Livorno naar Bastia, <le belangrijkste
handelshaven van Corsica, in prachtige om
geving.
In den grijzen voortijd moeten na elkaar
Pheniciërs, Etruskers, Liguriërs en Span
jaarden op Corsica gewoond hebben. Daarna
kwamen de Grieken en het nimmer verza
digde Rome. Aan dien tijd herinnert de
Senecatoren op Kaap Corso, waarin de be
roemde Romeinsche wijsgeer zeven jaar als
balling moest leven. Hij was oveir Corsica
WAT ALZOO VERZEKERD WORDT.
Een Araerikaanseh journalist beeft zich
de moeite gegeven, schrijft de ,,A'"erz.-bodo",
een lijstje te maken van kunstenaars cn
kunstenaressen, die verzekeringen hebben
gesloten tegen de gevaren, die hen in hun
beroep bedreigen door ongevallen, ziekte
enz. En het blijkt, dat deze vroeger als zoo
lichtzinnig beschouwde kaste in dit opzicht
heel wat veranderd is! De mooie Otero,
de virtuoos Paderevvaky, dc violist Kubehk,
zangera, componisten en schilders, komen
op de lijst voor. Zoo heeft Puderewsky zijn
handen verzekerd. Wanneer reu zijner lange,
smalle, lenige blanke vingers zoo vei wond
wordt, dat hij niet spelen kan, moet hem een
lvedvag van 50,000 p. pi. worden uitgekeerd.
Hij betaalt voor de polis jaarlijks 4000
p. st. premie. Niet minder bezorgd voor zijn
handen de hulpmiddelen vnn zijn roem
is Jan lvubelik. Bij koud weer gebruikt hij
(en mof van robbevel, want zoo heet het
de lichtste verkoudheid (n.b. op zijn
handenkon zijn vingervlugheid schaden.
Zijn handen heeft hij in "t geheel voor
100,000 p. st. verzekerd, eiken vinger voor
10,000 pst. Hij heeft met verschillende vcr-
zckoringmaatecliappijcn gecontracteerd, maar
moest zich verhinden zijn kostbare handen
op buitengewone wijze te beschermen.
Te Parijs heeft de bekende teekenaar van
aanplakbiljetten Muclia onlangs zijn oogen
doen verzekeren. Na een dag van ingespan
nen schilderen vvnren zijn oogen zoo ver
moeid. dat als een zwart wnas erover ing cn
hij vreesde, blind te zullen worden. Een
verstandig vriend ried hem daarop, zich
hij een verzekeringmaatschnppij tegen blind
heid te verzekeren. Hij deed dit, cn zal nu,
wanneer de gevreesde ziekte hem mocht over
vallen, tenminste 250,00(7 frs. ontvangen.
De bakende zangeres, moj. Cnvalieri, heeft
zich een bedrag van 50,000 dollars verze
kerd, voor bet geval zij door een ziekte het
gebruik harer stem gedurende langen tijd
zou moeten dofven. Een Fransche componist,
die vreesde Beethoven zoo niet in de kunst,
dan toch in de doofheid te zullen volgen, ver
zekerde zijn oorcr een Parijsch scheikun
dige, die bij zijn beroep vooral een fijnen
reukzin noodig heeft zijn neus.
i