1 lETR OA"ICR KOMETEN. De kometen bewegen zich, uit de onmo- iclijke wereldruimte komend, in do richting naar on/.e zon toe, en daarbij wordt haar snelheid steeds grootcr, hoe meer ze dc zon naderen. De grootste snelheid bezitten ze, evenals de planeten in dat punt barer baan, waarin ze het dichtst bij de zon staan; vera ijderen ze zich van de zon, dan neemt haar snelheid in dezelfde mate af, als ze eerst toenam; ze keeren in de wereldruimte terug, omdat de aantrekkingskracht der zon niet groot genoeg is, 0111 ze vast te houden. Als de snelheid van zulk een komeet door den een of anderen invloed 'vertraagd werd, dan zou ze zich ook in een vaste baan om de zon bewegen. Zulke invloeden kunnen door do planeten bewerkt worden, voornamelijk door dc groot ste, Jupiter, maar ook door dc andere groote planeten, vooral wanneer een komeet ze zeer nabij komt en zich in. dezelfde richting als de planeet, beweegt. Er kan dus werkelijk een komeet voor het zonnestelsel veroverd worden; maar na een zeker aantal omwen telingen verwijderen die veroverde kometen zich weer uit het zonnestelsel. Men begrijpt, dat dit gebeurt, als een ko meet zulk een plaats ten opzichte van de storende planeet inneemt, dat deze door haar aantrekkingskracht de snelheid van Je ko meet maar weinig verhoogt. Het eerste geval van dien aard merkten de slerrekun- tllgen op bij de komeet van het jaar 1770. Deze had een omloopstijd om de zon van ongeveer zes jaren, maar ze kwam nooit terug. Een nauwkeurig ondeizoek van haar haan toonde aan, dat de komeet in het voorjaar van 1767 in de nabijheid van Ju piter gekomen was en door deze in de baan om de zon was getrokken, waarin ze in 1770 voor de aarde zichtbaar was. Later kwam ze weer in de nabijheid van Jupiter, die nu een omgekeerde werking op haar uit oefende on haar in een baan voerde, waar door ze van de aarde verwijderd bleef. Tijdens hun bewegen in het zonnestelsel kunnen do kometen onder zekere omstandïg- - heden in deelen uiteenvallen, ?e moeten dus uit een zelfstandigheid bestaan, die zich ge makkelijk verdeelt. Men heeft dan ook opge merkt, dat als een komeet de zon nadert, lichtgevende bogen in de richting naar de zon gaan, die zich in de hoogte uitbreiden en ombuigen, zoodat ze den staart der ko meet vormen, die zich zeer ver in de we reldruimte uitstrekt. De staart wordt te groo ter, hoe dichter een komeet bij de zon komt, cn waarschijnlijk ontwikkelen zich damp- en rookvormige massa's onder den invloed van de zonnewarmte. Waarschijnlijk bestaat de kom der kometen uit een dichte opeenhooping van kleine, op meteoorsteenen gelijkende massa's, die in de nabijheid der zon verwarmd worden en dan lichtgevende gassen ontwikkelen. In het jaar 1861 is de aarde midden door den staart eener komeet gegaan, zonder dat daarvan iets te merken viel. Kwam de aarde met de komeet zelf in aanraking dan zou dat een andere uitwerking hebben Zelfs wanneer de kern geen compacte massa is, maar bestaat uit talrijke stukjes van liet gewicht der grootste bekende meteoorsteenon zou het samenkomen van zulk een verschei dene honderden of duizenden kilometers in doorsnede groote massa met de aarde voor de menschen de vreesebjkste gevolgen heb ben. De waarschijnlijkheid van zulk een ge beurtenis is echter zoo gering, dat men er niet aan hoeft to denken. 1 Op verschillende deelen der aarde, in Siberië, Zuid- en Noord-Amerika, heeft men geweldige massa's ijzer gevonden, die ongetwijfeld in 'den voor-historischen tijd ui de wereldruimte op de aarde gevallen zijn Van tijd tot, tijd dalen er meteoomteenen uit de sterrenwereld op onze planeet neer. De kometen lossen zich in ons zonnestelsel in meteoorzwermen op. Komt de aaide in de nabijheid daarvan, dan vertoont zich het grootsche schouwspel van een sterrenregen zooals in November 1799, 1833 cn 1866 plaats greep. Deze sterren vormden oen zwerm die zich achter een komeet voortbe woog. De meteoren, die toen in de atmosfeer kwamen, moeten echter zeer klein geweest zijn, want ze vie'en niet op de aarde, maar losten zich in de hoogere luchtlagen op Hetzelfde geldt van de meteoren van een anderen zwerm, die zich uil de komeet van Biela ontwikkelde en den f'7slen November 1872 en 1885 een grootsch hemel vuurwerk te aanschouwen gaf. De oplossing van zulke zwermen gar t steeds voort, totdat ze zich aan onze waarneming onttrekken. Dat is dan het einde der kometen, die voor duizenden jaren uit de wereldruimte in ons zonnestel sel kwamen en hier door de planeten vastge houden werden. De kometen zijn dus in tegenstelling met onze aarde, die ongetwij feld reeds miHioenen jaren beslaat en nog evenveel jaren zal blijven bestaan, vergan kelijke lichamen, die geen verwantschap met de planeten bezitten en geen organisch leven op zich herbergen. Deze moest eens een vertooning bijwonen, die hem gruwelijk verveeldo en toen hij den chouwburg verliet, zag hij, dat zijn lakei in slaap gevallen was. „O," fluisterde de koning tot zijn adjudant, „hij heeft ook go- luhterd." Dezelfde koning stond met Moltke aan de deur van een zaal tijdeim de pauze van een concert aan het hof, toen een mooi jong meisje binnen wensclite te gaan, maar met langs den koning durfde loopen. „Passez beauté," zei de koning, met een sierlijke handbeweging. Een oudere dame maakte van de gelegenheid gebruik om naar liet buffet te gaan. De koning fluisterde tot von Moltke„.Beauté passée". De veldmaarschalk had een grooten voor raad van dergelijke anekdotes en hij ver telde ze met een onnavolgbare uitdrukking van stem en gelaat. I£oe knap hij als schaakspeler was, hij muntte niet uit in kaart spelen. Maar hij kon niet tegen zijn verlies. Misschien zou hij het verlies van een veldslag beter heb ben kunnen verdragen. Men deed dan ook altijd zijn best om hem te doen winnen. Zijn vrouw vond het, niets om daarvoor een beetje te knoeien. „Het is wonderlijk, dat ik gewonnen heb ondanks mijn slecht spel," merkte hij eens een beetje achterdochtig op. Men speelde altijd voor een pfennig het punt, zelfs met den keizer werd er niet hooger gerekend. Op die manier gingen er nooit groote' sommen om. Eens won hij veertig pfennig en was daarmee zoo blij nis een kind. „Als ik er twintig pfennig bij leg, heb ik een rijtuig," zei hij opgetogen. VON MOLTKE. Eriedrich August Dressier heeft een Iwek uitgegeven over „Moltke in zijn huiselijk leven." De heer Dressier is val bewoiule ring voor von Moltke. Hij had dikwijls gelegenheid, om hem in zijn eigen huis te zien en vertelt over hem: Hij praatte graag over de gebeurtenishen in zijn leven, zooals bijvoorbeeld zijn laaiste bezoek aan Parijs voor den oorlog; hoe Na poleon hem iets door zijn zoon Loulou liet zeggen en zich achter een gordijn verborg om te hooren, hoe zijn jongen zich van zijn taak zou kwijten. Hij vertelde vooral graag anekdotes over de koningen van Pruisen zooals over Fraderik Wilhelm da viarJa RU SKIN'S SPROOKJE. In de voorrede van Ruskin'a sprookje „The King of the Golden River", vertelt de heer Stead de volgende bizonderheid daar omtrent Toen Ruskin een jong man was, kwam een Schotseh jong meisje bij zijn familie logee- ren. Het was een mooi vroolijk meisje, en op zekeren dag vroeg ze Ruskin, die alles behalve een vroolijk jong mensch was, een sprookje te schrijven, omdat ze meende, dat hij daar volstrekt niet toe in staat zou zijn, Ze vergiste zich daar echter in, want in korten tijd had Ruskin „The King of the Golden River" geschreven. Negen jaar lang bleef het sprookje ongedrukt het was al leen voor het jonge meisje geschreven en niet voor het publiek. Eindelijk werd het echter uitgegeven, geïllustreerd door Richard Doyh Bij zijn eerste verschijnen werd het dikwijls als prijs op school gegeven; van den eersten druk zijn nog maar weinig exemplaren over. Het meisje, waarvoor het geschreven werd, werd do vjouw van John Ruskin, en later van Sir John Millais. EEN KONINKLIJK JAGER. Z, M. de koning van Portugal, een groot liefhebber van do jacht en een uitmuntend schutter, heeft dit jaar schoten gedaan, die niet veel jagers hem zullen verbeteren. Z. M. heeft bijv. twee koningsarenden gescho len op ongeveer 200 M. Den 20sten Decem ber 1906 heeft do koning 63 snippen ge schoten. DE AUTOMOBIEL-INDUSTRIE. De ontwikkeling van de Fransche automo biel-industrie is merkwaardig. In het vorige jaar is er door de Fransche fabrikanten voor een waarde van 138 millioen francs naar het buitenland uitgevoerd, 38 millioen meer dan in 190'4. Engeland kocht daarvan voor 60 en een half millioen, Duitsehland voor 16, België voor 14}, de Vereenigde Staten voor 12 millioen, de Argentijnsche Republiek voor 7i millioen, Algerië voor 3 millioen, Zwit serland en Italië voor 2} millioen. EEN BELASTING OP KATTEN. Te Berlijn moet men belasting betalen voor katten, en iedere kat moet een pen ning dragen ten bewijze dat die belasting betaald is. Iedere kat, die zonder zoo'n pen ning op straat wordt gevonden, wordt door de politie opgenomen. Hierdoor is het aan tal katten te Berlijn al zeer verminderd. De keizer die een afschuw van katten heeft, die bijna een manie wordt schijnt het Berlijnsche gemeentebestuur tot dien maat regel te hebben overgehaald. Rijke huisvrouw„Hoe bevalt u onze inrichting, luitenant?" Luitenant„Prachtig, mevrouw, alleen- Huisvrouw: „Ontbreekt er iets?" Luitenant„De hoofdzaakEen. luitenant als schoonzoon.!" „Hoe vond je mijn nieuwe boek?" „Ik heb het met het grootste genoegen uit de hand gelegd." Onderwijzeres: „Ik geloof, dat je je aardrijkskundeles heelemaal nkt hebt ge leerd." Jan: „Nee, juffrouw. Ik hoorde papa zeggen, dat de kaart tegenwoordig iederen dag veranderde en ik wacht dua maar, tot alles in orde is." Juffrouw Smit„Niemand bewondert mij. Juffrouw Jansen: „Mij evenmin." Juffrouw Smit: „Als we dan eens een vereen iging stichtten tot wederzïidsche be wondering. Ik bewonder je oogen. Wat be wonder je van mij?" Juffrouw Jansen: „Je goeden «maak." NEDERLANDSCHE WIJSHEID. Lof verdienen, en ontvlieden Is het werk van wijze lieden. Beets. Zoo een huwelijk geen gemeenschap woult, het de meest volkomen afzondeima. Bij philantropie is vaak dc mensch, die het meest bemind wordt, het eigen lk. V. Doosjes. Waar is toch iemand arm, Die rijk is in den geest? Cats. De tong Dat allerkleenste lidt beschickt wel groote saecken. Vondel. Geen Hoogheid was het Recht der wet ten ooit ontwassen. Vondel. Maar men moet de kintsche jaren Boven reden niet beswaren. Cats. De vrouw verleen ook de armste kluis De poëzie van 't zoet tehuis Door kostelooze weelde. Potgieter. sollieden in eon boot door do diva. uitge kozen in een luxe-hut. De reizen in Ame rika zullen in een extra-trein, waarin slechts zij, haar man de baron, zeven bedienden, verscheidene honden en vogels reizen. Pat- li zal zelf 'haar hotel kiezen, waar zeven vertrekken voor liaar worden beschikbaar gehouden; haar maaltijden zullen door twee koks worden klaar gemaakt, die zij zelf meo zal nemen. In ied,cre stad moeten twee rijtuigen iedpr met twee paardendag en nacht voor haar klaar staan. Het pro gramma. van ieder concert zal slechts twee stukken bevatten: twee zangnummers en een ensemblestuk uit een der volgende ope ra's: Aïda, Rigoletto, Lucia, do Traviata, Faust, lo Txouvcre. Als Patti er lust in heeft, zal zo tweo stukken meer zingen. By ieder concert moeten minstens drie bcuquetten op het tooneel worden gewor pen op kosten van Jen impressario. VOOR DAMES. EEN SCHOOL VOOR VROUWEN TE ARVEDSIIOF BIJ LEIPZIG. Een dertig jaar geleden ongeveer woon- 1 te Berlijn een vrouw, die veertien ar me verlaten Idnd&rem tot zich nam en met do grootste liefde en opoffering grootbracht j haar dood ging haar dochter, Therèse Sembritzky, er me© voort. Ze had het- zelfdo goede hart van haar moeder en na haar huwelijk met Dr. Arvcd tc Leipzig be gon ze met hem samen aan een werk, dat nu voltooid is: de uit negentien huizen bestaande kolonie Ostbeam by Leipzig, waai goedkoope arbeiderswoningen te krijgen zijn Nu wijdt ze zich weer aan een andere taak; het begin daarvan was het verleden jaar gebouwde Arvedshof, een school voor meisjes uit den beschaafden stand, waar huishouden en tuin- en landbouw onder wezen wordt. Daarbij zal zich dit jaar een school voor boerenmeisjes aansluiten. Deze beide scholen zullen echter weer den grond vormen voor een liefdadig weik: een te huis voor zuigelingen, Jaarlps zullen daar acht kinderen worden opgteaomen, want evenals haar moeder stelt mevrouw The rèse zich ten doel arme, verlatene, on gelukkige, kleine wezentjes tot goede, bruikbare mensoben te maken. Eenvoudig, doqh naar alle regelen der gezondheidsleer opgevoed, zullen zo voor den. landbouw worden opgeleid, Maar dat zijn. nog toekomstplannen. Ru bloeit de school voor "vrouwen. Er wordt niet alleen praktisch, doch ook theore tisch onderwijs gegeven. In de school voor boerenmeisjes, die in den herfst geopend wordt, zal alles onderwezen worden, wat een goede Boerin moet kennen. HERTOGIN AMALIA VAN, SAKSENAVEIMAR. Den lOden April was het honderd jaar geleden, dat een vorstin stierf, op wie Tasso's woorden van toepassing zijn:„Een edel mensch trekt edele menschen aan en weet zo vast te houden, zooais gij doet," want hertogin Anna Amalia wist het hof te Weimar tot een middelpunt van gees telijk leven te maken, zooals er geen tweede is aan te wijzen. Den, 7den Novem ber 1775 kwam Goethe op het herhaald verzoek van den jongen hertog Karl August in Weimar en verscheen hij in dien hing, waarraj. hertogin Anna Amalia, een doch ter van Karl van Brunswijk en de zuster van Frederik den Groote, do ziel was. Iloewel ze vroeg weduwe werd en allerlei beproevingen en moeilijkheden moest on dervinden, heeft ze altijd haar opgewekte natuur behouden en bleef Ze do vroolijk- sto van allen, vol levenslust. Goethe heeft een schoon gederiktceken voor haar opge richt in zijn levensbeschrijving „Bichtung und Wahrlieit aus meanem Leben". De merkwaardige vrouw verstond de kunst de grootste geesten tot zich te trek ken en in het kleine Weimar te verzame len, zoodat van hieruit ern licht scheen over geheel Duitsehland. Ook de beste tooneelgezdschappen traden daar op, en er is wd nooit een beroemder liefhebberijtoo- neel geweest dan dat warrin de hertogin moeder zelf, hertog Kar! August, prins Kon- stantin, Gocthe, Musara enz. optraden. El- ken avond kwam by de hertogin een ge zelschap bijeen, dat. gezellig praatte oftoo- neds tukken las „met verdeelde rollen", dan was Goetho regisseur en trad hier dus voor de aardigheid in dezelfde betrekking op, dio hij in werkelijkheid aan het hof theater bekleedde. DE INKOMSTEN VAN PATTI. Bij haar laatste kunstreis in Amerika had" Patti hot volgende "contraot met haar impressario gemaakt: Patti zal voor Ieder concert 5Q0C dol lars ontvangen met de helft van de ge- heolo ontvangst, als deze meer dan 7.500 dollars bedraagt. Het geheel van haar ont vangsten zal dus ten minste 300.000 dol lar's bedragen, waarvan een zesde deel haar dadelijk en de rest by" het verbek zal ▼flcBüa ïitbfita&hL Dk> oyactooht zal, ge- DE KLEEDIJ VAN RIKA HOPPER ALS „'ONZE KATE". „Eigen Haard," geeft ónder bovenstaan- den titel een beschrijving van de bloeding, waarin juffrouw Rika Hopper onlangs op trad: De 'japon bestaat uit Luxeuil-kant, hiei en daar versierd met gouden kwastjes, op zachtxose taffetas. Hel onderkleed is wil zijden mousseline; ruischende strookenaan d,e rokken. Aan den onderkant van den daarover hangenden rok Luxeuil-kant is oen betrekkelijk breede band zijden fluweel in Nijlkleur aangebracht. liet lijfje is oveneens van Luxeuil-kant, zijden mousseline en mei plooien geschikte draagbanden van de zelfde kleur fluweel als de rok versierd De korte mouwen hebben dezelfde samen stelling van verschillende stoffen als hel geheel, waar tusscben ook gouden kwast jes zijn aangebracht. Die ceintuur met lange, breed uitloopende einden is van rose mei Nijlkleurig Pompadourlint. Hierbij werd een keurige zomerhoed mol een rijkdom van teeder-roae rozen ge dragen. RECEPTEN. Sinaasappelbonbons Een lékkere en niet dure snoeperij kan men uit sinaasappelschillen maken. Men zoekt daarvoor mooie schillen uit, die men tot kleine ronde stukjes in de grootte van halve guldens maakt, en laat ze vier cn twintig uur lang in koud water liggen. Dan haalt men er een deel van het wit af en werpt de stukjes ir een pan met kokende suikeï. Als ze doorschijnend beginnen tc worden, neemt men de pan van het vuur cn laat de schillen koud worden. Het over gebleven nat wordt den volgenden dag dik ingekookt, weer over de schillen g< goten, zoodat deze met oen dikke laag suiker overtrokken worden. Dian laat men op suiker droog worden, maar ze mogen niet op een warme plaats staan, daar ze anders hard worden. Men bewaar ze daarna in oen goed gesloten flesch.Men kan voor een K.G. schillen, Va K-G. suiker nemen. Vanillepudding. 8 eieren, 80 Gr. suiker, 1/2 stokje va nille. De 8 eierdooiers worden met de suiker en de iu kleine stukjes gesneden vanille een half uur geroerd; dan wordt ex het stijf geklopte eiwit doorgedaan en alles m bakken. een vorm 1015 minuten ge YOOIt KINDEREN. HOE HET DEN KLEINEN OTÏO ALS MEISJE GING. Het was een gloeiend heete zomerdag Dtto keek met verlangende oogen naar den tuin naast hem. Die twee kleine buurmeisjes Elsje en Lena hadden hun zwempakjes aan en bespoten elkaar om beurten, met de gutta-percha slang, waarmee de bloemen begoten worden. Otto zou dolgraag mee gedaan hebben. Lena kwam naar hem toe en zei„Je zou zeker gillen, als wy je ook eens nat- spoten." „Wekteen, ik ben geen meisje, dat da delijk gilt. Jongens kunnen veel meer ver dragen dan meisjes. Probeer het maar eens." „Maar je hebt kleeren aan!" De meisjes keken elkaar vragend aan. „Dat geeft niet," zei Otto, „ik heb we1 ander© kleeren, als deze .nat zijn 1" Een oogenblik aarzelde Elsje, toen nam ze de slang en Otto stond als een natte poedel voor haar. Eerst, vond hij het wat raar, maar toen was hij er trotsch op, dal hij in zoo'n korten tijd zoo toegetakeld was Daar verscheen dc mama van Elsje en Lena voor het open venster, juist toen Otto van plan was de kippen te begieten. „Otto, Otto, wat do© je?" riep mevrouw Lindner, „en wat zi© je er uit. Ga gauw naar huis om jo t© verbloeden. Wat zal je mama wel zeggen!" „Mama is uit," zei Otto, „cn ik zou naar tante gaan. Ik zal maar heengaan. „Je kunt toch zoo niet door het dorp loopen I Kom binnen, dan zal ik je klee ren zien te drogen." „Maar wat mo,et ik 'dan aantrekken?' vroeg Otto. „Ik denk, dat Elsjes kleeren je wel zullen passen." Meisjeskleerenl Hij slikte een paar on mannelijke tranen in hij wist, dat wat mevrouw Lindner wilde, gebeuren moest. Otto trok de kleeren aan, die mevrouw Lindner bom bracht, en vroeg of hij Iiu maar in huis mocht blijven. Weineen, jongen, hel. is veel te inQ0j weer. Ga maar gauw naar het prieel, <jaar zal geen mensch je zien," zei mevrouw Lindncr. lOlto deed liet en ging in dc hangmat liggen. Daar kwam een dame een bezoek brengen cn bij hoorde een vieemde stem vragen: „Wie is dat kleine meisje mde hangmat?" Otto werd donkerrood van schaamte. „Dat is de kleine Otto Berends," anl- woordd© mevrouw Lindner. Otto kroop diep pi de hangmat en ver borg zijn gezicht zoo goed mogelijk. Een poosje later kwam mevrouw Lindner in het prieel, boog zich over den 'onbmveeg. lijk hggenden jongen heen en geloofde, dat ze hem regelmatig en diep hoordé ademhalen. Maar Otto zag honderden da mes langs het prieel gaan en allen He. ven ze naar hem staan kijken. Niet één sprong was hij uil de hangmat en liep zoo snel zijn beencn hem dragon konden, den tuin uit, het bosch in. Ilier vilde Wj blij- ven, tot zijn kleeren droog waren.""Niet ver van hem stond, ©on groote koe. Otto was niet bang voor koeien en liep er vlak langs. Toen hief do'koe verbaasd den kop op en zei: „O, een klein meisje, dat zal ik eens aan 't schrikken maken." „Ik ben geen meisje, en beu heelc-maal niet bang voor 'je," zei OLto. „Je bent wel een meisje, dat zie ik aan je jurk," antwoordde de koe, „maak dat je wegkomt" en zo kwam mot de hoorns vooruitgestoken op Otto Loeloopcn, die nu toch schrikte en liet op een loopen zette Hij boorde na eenigen tijd lachen enpra- ten en zag ©enige jongens spelen. „Mag ik meedoen?" „We kunnen geen meisjes gebruiken," was het antwoord. „Ik ben geen meisje, mijn kleeren zijn nat geworden en toen wou hij uitleg gen, maar de jongens kwamen om hem heen staan. „Natuurlijk ben je een meisje, ons kun je niets wijs te maken," riepen ze. Otto stond het huilen nader dan het lachen, maar hij deed zijn best om er man nelijk uit te zien, „We gaan een wedren houden, om te zien wie '1 eerst bij school zal zijn," zei den de jongens. „Laat my meedoen," vroeg Otto. „Neen, we kunnen geen meisjes gebrui ken," antwoordden ze en ze liepen weg. Otto volgde hen, do doornen en twijgen verscheurden zijn jurk, do takken sloegen hem in 't gezicht, de wortels probeerden zijn voeten te grijpen, maar hij liet zich niet ophouden. Op een ruim plein ston den de jongens stil en ademloos haalde Otto ze 'in. - „Daar is dat vervelende meisje weer," liep een van de jongens. „2c heeft hier mets te maken dit is geen meisjesschool," zei een tweede. Otto zag naar de school, maar vond haar niet. Biet verbazing beniciktc hij, datze allen in. een boom klommen; hij deed hel ook en vloog toen plotseling, alsof hij door een kanon werd afgeschoten, met een hoop jongens midden in een groot school lokaal. Er waren wel vijftig jongens brj een, ieder ging naar zijn plaats on de arme Otto moest alleen blijven staan in zijn witte jurk. Daar kwam de onderwij zer. Ilij ging naar Otto toe en zei: „Dag meisje, het is hier eigenlijk een jongens school, maar je moogt vandaag wel blij ven." Otto ging op de hem aangewezen plaats zitten en kreeg voor bet eerst in zijn'fr ven bet hoogste cijfer voor zijn gedrag. De onderwijzer hep tussclien de banken door en knorde over de domheid en lui heid van de jongens. Eindelijk zei hij tot Otto: „Kom eens hier, meisje, en leer dio domme jongens eens, hoe ze moeten re kenen." 'Op het bord stond geschreven: Als twee en twintig eenden negen cn veertig poo- ten hebben, hoeveel pooten heeft dan een duizendpoot? 'Otto rekende al zijn best, hij doelde 22 op 49, maar hij wist, dat dit niet goed was, al voor dat de onderwijzer uilnep: „je "bent al haast even dom als do jon gens." De volgende som was ook niet gemak kelijk: Als zeven jongens drio potjes jam eten, hoeveel taarten heeft men dan noo- dig voor een verjaardag? Otto vermenigvuldigde 1x3, maar dat was ook niet goed, de jongens lachten en de onderwijzer was woedend. „Laat eens zien, of je wat van aardrijkskunde kent, zei 'hij. „In wolke provincie van Nederland ligt Bloskou?" 'Otto liet het hoofd hangen. „Dom kind,' 'ging de onderwijzer voort „Weet je dan iets van geschiedenis h welk jaar ontdekte Karei de Groot© Ame rika?" 1 En daarby pakte hij hem bij den schou der. - 'Otto keek op en hij'was weer 1® bet prieel van. mevrouw Lindner, die hem 1 zachtjes aanraakte, alsof hij geslapen haa. „Kom mee, Otto," zei ze, „jo kleeren ojn droog." Otto kwam uit de hangmat. „Het spijt mij, dat ik uw schoenen ver loren heb," zei hij, „maar de hoa heef mij zoo laten loopen." „Hier zijn de schoenen." „Oh-h!" zei Otto, en ging loer -vjjgena het huis binnen om zijn weer aan te trekken. e'gen >ere» &BDRUET TER DRUKKERIJ V. d. SOHISDAMSGBE GOURAF1, Wallis. zo

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 10