1
lETR OA"ICR KOMETEN.
De kometen bewegen zich, uit de onmo-
iclijke wereldruimte komend, in do richting
naar on/.e zon toe, en daarbij wordt haar
snelheid steeds grootcr, hoe meer ze dc zon
naderen. De grootste snelheid bezitten ze,
evenals de planeten in dat punt barer baan,
waarin ze het dichtst bij de zon staan;
vera ijderen ze zich van de zon, dan neemt
haar snelheid in dezelfde mate af, als ze
eerst toenam; ze keeren in de wereldruimte
terug, omdat de aantrekkingskracht der zon
niet groot genoeg is, 0111 ze vast te houden.
Als de snelheid van zulk een komeet door
den een of anderen invloed 'vertraagd werd,
dan zou ze zich ook in een vaste baan om
de zon bewegen.
Zulke invloeden kunnen door do planeten
bewerkt worden, voornamelijk door dc groot
ste, Jupiter, maar ook door dc andere groote
planeten, vooral wanneer een komeet ze zeer
nabij komt en zich in. dezelfde richting als
de planeet, beweegt. Er kan dus werkelijk
een komeet voor het zonnestelsel veroverd
worden; maar na een zeker aantal omwen
telingen verwijderen die veroverde kometen
zich weer uit het zonnestelsel.
Men begrijpt, dat dit gebeurt, als een ko
meet zulk een plaats ten opzichte van de
storende planeet inneemt, dat deze door haar
aantrekkingskracht de snelheid van Je ko
meet maar weinig verhoogt. Het eerste
geval van dien aard merkten de slerrekun-
tllgen op bij de komeet van het jaar 1770.
Deze had een omloopstijd om de zon van
ongeveer zes jaren, maar ze kwam nooit
terug. Een nauwkeurig ondeizoek van haar
haan toonde aan, dat de komeet in het
voorjaar van 1767 in de nabijheid van Ju
piter gekomen was en door deze in de baan
om de zon was getrokken, waarin ze in
1770 voor de aarde zichtbaar was. Later
kwam ze weer in de nabijheid van Jupiter,
die nu een omgekeerde werking op haar uit
oefende on haar in een baan voerde, waar
door ze van de aarde verwijderd bleef.
Tijdens hun bewegen in het zonnestelsel
kunnen do kometen onder zekere omstandïg-
- heden in deelen uiteenvallen, ?e moeten dus
uit een zelfstandigheid bestaan, die zich ge
makkelijk verdeelt. Men heeft dan ook opge
merkt, dat als een komeet de zon nadert,
lichtgevende bogen in de richting naar de
zon gaan, die zich in de hoogte uitbreiden
en ombuigen, zoodat ze den staart der ko
meet vormen, die zich zeer ver in de we
reldruimte uitstrekt. De staart wordt te groo
ter, hoe dichter een komeet bij de zon
komt, cn waarschijnlijk ontwikkelen zich
damp- en rookvormige massa's onder den
invloed van de zonnewarmte. Waarschijnlijk
bestaat de kom der kometen uit een dichte
opeenhooping van kleine, op meteoorsteenen
gelijkende massa's, die in de nabijheid der
zon verwarmd worden en dan lichtgevende
gassen ontwikkelen.
In het jaar 1861 is de aarde midden door
den staart eener komeet gegaan, zonder
dat daarvan iets te merken viel. Kwam
de aarde met de komeet zelf in aanraking
dan zou dat een andere uitwerking hebben
Zelfs wanneer de kern geen compacte massa
is, maar bestaat uit talrijke stukjes van liet
gewicht der grootste bekende meteoorsteenon
zou het samenkomen van zulk een verschei
dene honderden of duizenden kilometers in
doorsnede groote massa met de aarde voor
de menschen de vreesebjkste gevolgen heb
ben. De waarschijnlijkheid van zulk een ge
beurtenis is echter zoo gering, dat men er
niet aan hoeft to denken. 1
Op verschillende deelen der aarde, in
Siberië, Zuid- en Noord-Amerika, heeft
men geweldige massa's ijzer gevonden, die
ongetwijfeld in 'den voor-historischen tijd ui
de wereldruimte op de aarde gevallen zijn
Van tijd tot, tijd dalen er meteoomteenen uit
de sterrenwereld op onze planeet neer. De
kometen lossen zich in ons zonnestelsel in
meteoorzwermen op. Komt de aaide in de
nabijheid daarvan, dan vertoont zich het
grootsche schouwspel van een sterrenregen
zooals in November 1799, 1833 cn 1866
plaats greep. Deze sterren vormden oen
zwerm die zich achter een komeet voortbe
woog. De meteoren, die toen in de atmosfeer
kwamen, moeten echter zeer klein geweest
zijn, want ze vie'en niet op de aarde, maar
losten zich in de hoogere luchtlagen op
Hetzelfde geldt van de meteoren van een
anderen zwerm, die zich uil de komeet van
Biela ontwikkelde en den f'7slen November
1872 en 1885 een grootsch hemel vuurwerk
te aanschouwen gaf. De oplossing van zulke
zwermen gar t steeds voort, totdat ze zich
aan onze waarneming onttrekken. Dat is dan
het einde der kometen, die voor duizenden
jaren uit de wereldruimte in ons zonnestel
sel kwamen en hier door de planeten vastge
houden werden. De kometen zijn dus in
tegenstelling met onze aarde, die ongetwij
feld reeds miHioenen jaren beslaat en nog
evenveel jaren zal blijven bestaan, vergan
kelijke lichamen, die geen verwantschap met
de planeten bezitten en geen organisch
leven op zich herbergen.
Deze moest eens een vertooning bijwonen,
die hem gruwelijk verveeldo en toen hij den
chouwburg verliet, zag hij, dat zijn lakei
in slaap gevallen was. „O," fluisterde de
koning tot zijn adjudant, „hij heeft ook go-
luhterd."
Dezelfde koning stond met Moltke aan de
deur van een zaal tijdeim de pauze van een
concert aan het hof, toen een mooi jong
meisje binnen wensclite te gaan, maar met
langs den koning durfde loopen.
„Passez beauté," zei de koning, met een
sierlijke handbeweging. Een oudere dame
maakte van de gelegenheid gebruik om naar
liet buffet te gaan. De koning fluisterde
tot von Moltke„.Beauté passée".
De veldmaarschalk had een grooten voor
raad van dergelijke anekdotes en hij ver
telde ze met een onnavolgbare uitdrukking
van stem en gelaat.
I£oe knap hij als schaakspeler was, hij
muntte niet uit in kaart spelen. Maar hij
kon niet tegen zijn verlies. Misschien zou
hij het verlies van een veldslag beter heb
ben kunnen verdragen. Men deed dan ook
altijd zijn best om hem te doen winnen. Zijn
vrouw vond het, niets om daarvoor een beetje
te knoeien.
„Het is wonderlijk, dat ik gewonnen heb
ondanks mijn slecht spel," merkte hij eens
een beetje achterdochtig op. Men speelde
altijd voor een pfennig het punt, zelfs met
den keizer werd er niet hooger gerekend. Op
die manier gingen er nooit groote' sommen
om. Eens won hij veertig pfennig en was
daarmee zoo blij nis een kind. „Als ik er
twintig pfennig bij leg, heb ik een rijtuig,"
zei hij opgetogen.
VON MOLTKE.
Eriedrich August Dressier heeft een Iwek
uitgegeven over „Moltke in zijn huiselijk
leven." De heer Dressier is val bewoiule
ring voor von Moltke. Hij had dikwijls
gelegenheid, om hem in zijn eigen huis te
zien en vertelt over hem:
Hij praatte graag over de gebeurtenishen
in zijn leven, zooals bijvoorbeeld zijn laaiste
bezoek aan Parijs voor den oorlog; hoe Na
poleon hem iets door zijn zoon Loulou liet
zeggen en zich achter een gordijn verborg
om te hooren, hoe zijn jongen zich van zijn
taak zou kwijten. Hij vertelde vooral graag
anekdotes over de koningen van Pruisen
zooals over Fraderik Wilhelm da viarJa
RU SKIN'S SPROOKJE.
In de voorrede van Ruskin'a sprookje
„The King of the Golden River", vertelt de
heer Stead de volgende bizonderheid daar
omtrent
Toen Ruskin een jong man was, kwam een
Schotseh jong meisje bij zijn familie logee-
ren. Het was een mooi vroolijk meisje, en
op zekeren dag vroeg ze Ruskin, die alles
behalve een vroolijk jong mensch was, een
sprookje te schrijven, omdat ze meende, dat
hij daar volstrekt niet toe in staat zou zijn,
Ze vergiste zich daar echter in, want in
korten tijd had Ruskin „The King of the
Golden River" geschreven. Negen jaar lang
bleef het sprookje ongedrukt het was al
leen voor het jonge meisje geschreven en niet
voor het publiek. Eindelijk werd het echter
uitgegeven, geïllustreerd door Richard Doyh
Bij zijn eerste verschijnen werd het dikwijls
als prijs op school gegeven; van den eersten
druk zijn nog maar weinig exemplaren over.
Het meisje, waarvoor het geschreven werd,
werd do vjouw van John Ruskin, en later
van Sir John Millais.
EEN KONINKLIJK JAGER.
Z, M. de koning van Portugal, een groot
liefhebber van do jacht en een uitmuntend
schutter, heeft dit jaar schoten gedaan, die
niet veel jagers hem zullen verbeteren. Z.
M. heeft bijv. twee koningsarenden gescho
len op ongeveer 200 M. Den 20sten Decem
ber 1906 heeft do koning 63 snippen ge
schoten.
DE AUTOMOBIEL-INDUSTRIE.
De ontwikkeling van de Fransche automo
biel-industrie is merkwaardig. In het vorige
jaar is er door de Fransche fabrikanten voor
een waarde van 138 millioen francs naar
het buitenland uitgevoerd, 38 millioen meer
dan in 190'4.
Engeland kocht daarvan voor 60 en een
half millioen, Duitsehland voor 16, België
voor 14}, de Vereenigde Staten voor 12
millioen, de Argentijnsche Republiek voor
7i millioen, Algerië voor 3 millioen, Zwit
serland en Italië voor 2} millioen.
EEN BELASTING OP KATTEN.
Te Berlijn moet men belasting betalen
voor katten, en iedere kat moet een pen
ning dragen ten bewijze dat die belasting
betaald is. Iedere kat, die zonder zoo'n pen
ning op straat wordt gevonden, wordt door
de politie opgenomen. Hierdoor is het aan
tal katten te Berlijn al zeer verminderd. De
keizer die een afschuw van katten heeft,
die bijna een manie wordt schijnt het
Berlijnsche gemeentebestuur tot dien maat
regel te hebben overgehaald.
Rijke huisvrouw„Hoe bevalt u onze
inrichting, luitenant?"
Luitenant„Prachtig, mevrouw, alleen-
Huisvrouw: „Ontbreekt er iets?"
Luitenant„De hoofdzaakEen. luitenant
als schoonzoon.!"
„Hoe vond je mijn nieuwe boek?"
„Ik heb het met het grootste genoegen
uit de hand gelegd."
Onderwijzeres: „Ik geloof, dat je je
aardrijkskundeles heelemaal nkt hebt ge
leerd."
Jan: „Nee, juffrouw. Ik hoorde papa
zeggen, dat de kaart tegenwoordig iederen
dag veranderde en ik wacht dua maar, tot
alles in orde is."
Juffrouw Smit„Niemand bewondert mij.
Juffrouw Jansen: „Mij evenmin."
Juffrouw Smit: „Als we dan eens een
vereen iging stichtten tot wederzïidsche be
wondering. Ik bewonder je oogen. Wat be
wonder je van mij?"
Juffrouw Jansen: „Je goeden «maak."
NEDERLANDSCHE WIJSHEID.
Lof verdienen, en ontvlieden
Is het werk van wijze lieden.
Beets.
Zoo een huwelijk geen gemeenschap woult,
het de meest volkomen afzondeima.
Bij philantropie is vaak dc mensch, die
het meest bemind wordt, het eigen lk.
V. Doosjes.
Waar is toch iemand arm,
Die rijk is in den geest?
Cats.
De tong
Dat allerkleenste lidt beschickt wel groote
saecken.
Vondel.
Geen Hoogheid was het Recht der wet
ten ooit ontwassen. Vondel.
Maar men moet de kintsche jaren
Boven reden niet beswaren.
Cats.
De vrouw verleen ook de armste kluis
De poëzie van 't zoet tehuis
Door kostelooze weelde.
Potgieter.
sollieden in eon boot door do diva. uitge
kozen in een luxe-hut. De reizen in Ame
rika zullen in een extra-trein, waarin slechts
zij, haar man de baron, zeven bedienden,
verscheidene honden en vogels reizen. Pat-
li zal zelf 'haar hotel kiezen, waar zeven
vertrekken voor liaar worden beschikbaar
gehouden; haar maaltijden zullen door twee
koks worden klaar gemaakt, die zij zelf
meo zal nemen. In ied,cre stad moeten
twee rijtuigen iedpr met twee paardendag
en nacht voor haar klaar staan. Het pro
gramma. van ieder concert zal slechts twee
stukken bevatten: twee zangnummers en
een ensemblestuk uit een der volgende ope
ra's: Aïda, Rigoletto, Lucia, do Traviata,
Faust, lo Txouvcre. Als Patti er lust in
heeft, zal zo tweo stukken meer zingen.
By ieder concert moeten minstens drie
bcuquetten op het tooneel worden gewor
pen op kosten van Jen impressario.
VOOR DAMES.
EEN SCHOOL VOOR VROUWEN TE
ARVEDSIIOF BIJ LEIPZIG.
Een dertig jaar geleden ongeveer woon-
1 te Berlijn een vrouw, die veertien ar
me verlaten Idnd&rem tot zich nam en met
do grootste liefde en opoffering grootbracht
j haar dood ging haar dochter, Therèse
Sembritzky, er me© voort. Ze had het-
zelfdo goede hart van haar moeder en na
haar huwelijk met Dr. Arvcd tc Leipzig be
gon ze met hem samen aan een werk, dat
nu voltooid is: de uit negentien huizen
bestaande kolonie Ostbeam by Leipzig, waai
goedkoope arbeiderswoningen te krijgen zijn
Nu wijdt ze zich weer aan een andere
taak; het begin daarvan was het verleden
jaar gebouwde Arvedshof, een school voor
meisjes uit den beschaafden stand, waar
huishouden en tuin- en landbouw onder
wezen wordt. Daarbij zal zich dit jaar een
school voor boerenmeisjes aansluiten. Deze
beide scholen zullen echter weer den grond
vormen voor een liefdadig weik: een te
huis voor zuigelingen, Jaarlps zullen daar
acht kinderen worden opgteaomen, want
evenals haar moeder stelt mevrouw The
rèse zich ten doel arme, verlatene, on
gelukkige, kleine wezentjes tot goede,
bruikbare mensoben te maken. Eenvoudig,
doqh naar alle regelen der gezondheidsleer
opgevoed, zullen zo voor den. landbouw
worden opgeleid,
Maar dat zijn. nog toekomstplannen. Ru
bloeit de school voor "vrouwen. Er wordt
niet alleen praktisch, doch ook theore
tisch onderwijs gegeven. In de school voor
boerenmeisjes, die in den herfst geopend
wordt, zal alles onderwezen worden, wat
een goede Boerin moet kennen.
HERTOGIN AMALIA VAN,
SAKSENAVEIMAR.
Den lOden April was het honderd jaar
geleden, dat een vorstin stierf, op wie
Tasso's woorden van toepassing zijn:„Een
edel mensch trekt edele menschen aan en
weet zo vast te houden, zooais gij doet,"
want hertogin Anna Amalia wist het hof
te Weimar tot een middelpunt van gees
telijk leven te maken, zooals er geen
tweede is aan te wijzen. Den, 7den Novem
ber 1775 kwam Goethe op het herhaald
verzoek van den jongen hertog Karl August
in Weimar en verscheen hij in dien hing,
waarraj. hertogin Anna Amalia, een doch
ter van Karl van Brunswijk en de zuster
van Frederik den Groote, do ziel was.
Iloewel ze vroeg weduwe werd en allerlei
beproevingen en moeilijkheden moest on
dervinden, heeft ze altijd haar opgewekte
natuur behouden en bleef Ze do vroolijk-
sto van allen, vol levenslust. Goethe heeft
een schoon gederiktceken voor haar opge
richt in zijn levensbeschrijving „Bichtung
und Wahrlieit aus meanem Leben".
De merkwaardige vrouw verstond de
kunst de grootste geesten tot zich te trek
ken en in het kleine Weimar te verzame
len, zoodat van hieruit ern licht scheen
over geheel Duitsehland. Ook de beste
tooneelgezdschappen traden daar op, en er
is wd nooit een beroemder liefhebberijtoo-
neel geweest dan dat warrin de hertogin
moeder zelf, hertog Kar! August, prins Kon-
stantin, Gocthe, Musara enz. optraden. El-
ken avond kwam by de hertogin een ge
zelschap bijeen, dat. gezellig praatte oftoo-
neds tukken las „met verdeelde rollen", dan
was Goetho regisseur en trad hier dus
voor de aardigheid in dezelfde betrekking
op, dio hij in werkelijkheid aan het hof
theater bekleedde.
DE INKOMSTEN VAN PATTI.
Bij haar laatste kunstreis in Amerika
had" Patti hot volgende "contraot met haar
impressario gemaakt:
Patti zal voor Ieder concert 5Q0C dol
lars ontvangen met de helft van de ge-
heolo ontvangst, als deze meer dan 7.500
dollars bedraagt. Het geheel van haar ont
vangsten zal dus ten minste 300.000 dol
lar's bedragen, waarvan een zesde deel haar
dadelijk en de rest by" het verbek zal
▼flcBüa ïitbfita&hL Dk> oyactooht zal, ge-
DE KLEEDIJ VAN RIKA HOPPER
ALS „'ONZE KATE".
„Eigen Haard," geeft ónder bovenstaan-
den titel een beschrijving van de bloeding,
waarin juffrouw Rika Hopper onlangs op
trad:
De 'japon bestaat uit Luxeuil-kant, hiei
en daar versierd met gouden kwastjes, op
zachtxose taffetas. Hel onderkleed is wil
zijden mousseline; ruischende strookenaan
d,e rokken. Aan den onderkant van den
daarover hangenden rok Luxeuil-kant is oen
betrekkelijk breede band zijden fluweel in
Nijlkleur aangebracht. liet lijfje is oveneens
van Luxeuil-kant, zijden mousseline en mei
plooien geschikte draagbanden van de
zelfde kleur fluweel als de rok versierd
De korte mouwen hebben dezelfde samen
stelling van verschillende stoffen als hel
geheel, waar tusscben ook gouden kwast
jes zijn aangebracht. Die ceintuur met lange,
breed uitloopende einden is van rose mei
Nijlkleurig Pompadourlint.
Hierbij werd een keurige zomerhoed mol
een rijkdom van teeder-roae rozen ge
dragen.
RECEPTEN.
Sinaasappelbonbons
Een lékkere en niet dure snoeperij kan
men uit sinaasappelschillen maken. Men
zoekt daarvoor mooie schillen uit, die men
tot kleine ronde stukjes in de grootte van
halve guldens maakt, en laat ze vier cn
twintig uur lang in koud water liggen. Dan
haalt men er een deel van het wit af en
werpt de stukjes ir een pan met kokende
suikeï. Als ze doorschijnend beginnen tc
worden, neemt men de pan van het vuur
cn laat de schillen koud worden. Het over
gebleven nat wordt den volgenden dag
dik ingekookt, weer over de schillen g<
goten, zoodat deze met oen dikke laag
suiker overtrokken worden. Dian laat men
op suiker droog worden, maar
ze
mogen niet op een warme plaats staan,
daar ze anders hard worden. Men bewaar
ze daarna in oen goed gesloten flesch.Men
kan voor een K.G. schillen, Va K-G. suiker
nemen.
Vanillepudding.
8 eieren, 80 Gr. suiker, 1/2 stokje va
nille. De 8 eierdooiers worden met de
suiker en de iu kleine stukjes gesneden
vanille een half uur geroerd; dan wordt
ex het stijf geklopte eiwit doorgedaan en
alles m
bakken.
een vorm 1015 minuten ge
YOOIt KINDEREN.
HOE HET DEN KLEINEN OTÏO
ALS MEISJE GING.
Het was een gloeiend heete zomerdag
Dtto keek met verlangende oogen naar den
tuin naast hem. Die twee kleine buurmeisjes
Elsje en Lena hadden hun zwempakjes aan
en bespoten elkaar om beurten, met de
gutta-percha slang, waarmee de bloemen
begoten worden. Otto zou dolgraag mee
gedaan hebben.
Lena kwam naar hem toe en zei„Je
zou zeker gillen, als wy je ook eens nat-
spoten."
„Wekteen, ik ben geen meisje, dat da
delijk gilt. Jongens kunnen veel meer ver
dragen dan meisjes. Probeer het maar
eens."
„Maar je hebt kleeren aan!" De meisjes
keken elkaar vragend aan.
„Dat geeft niet," zei Otto, „ik heb we1
ander© kleeren, als deze .nat zijn 1"
Een oogenblik aarzelde Elsje, toen nam
ze de slang en Otto stond als een natte
poedel voor haar. Eerst, vond hij het wat
raar, maar toen was hij er trotsch op, dal
hij in zoo'n korten tijd zoo toegetakeld was
Daar verscheen dc mama van Elsje en
Lena voor het open venster, juist toen
Otto van plan was de kippen te begieten.
„Otto, Otto, wat do© je?" riep mevrouw
Lindner, „en wat zi© je er uit. Ga gauw
naar huis om jo t© verbloeden. Wat zal
je mama wel zeggen!"
„Mama is uit," zei Otto, „cn ik zou
naar tante gaan. Ik zal maar heengaan.
„Je kunt toch zoo niet door het dorp
loopen I Kom binnen, dan zal ik je klee
ren zien te drogen."
„Maar wat mo,et ik 'dan aantrekken?'
vroeg Otto.
„Ik denk, dat Elsjes kleeren je wel
zullen passen."
Meisjeskleerenl Hij slikte een paar on
mannelijke tranen in hij wist, dat wat
mevrouw Lindner wilde, gebeuren moest.
Otto trok de kleeren aan, die mevrouw
Lindner bom bracht, en vroeg of hij Iiu
maar in huis mocht blijven.
Weineen, jongen, hel. is veel te inQ0j
weer. Ga maar gauw naar het prieel, <jaar
zal geen mensch je zien," zei mevrouw
Lindncr.
lOlto deed liet en ging in dc hangmat
liggen. Daar kwam een dame een bezoek
brengen cn bij hoorde een vieemde stem
vragen: „Wie is dat kleine meisje mde
hangmat?"
Otto werd donkerrood van schaamte.
„Dat is de kleine Otto Berends," anl-
woordd© mevrouw Lindner.
Otto kroop diep pi de hangmat en ver
borg zijn gezicht zoo goed mogelijk. Een
poosje later kwam mevrouw Lindner in
het prieel, boog zich over den 'onbmveeg.
lijk hggenden jongen heen en geloofde,
dat ze hem regelmatig en diep hoordé
ademhalen. Maar Otto zag honderden da
mes langs het prieel gaan en allen He.
ven ze naar hem staan kijken. Niet één
sprong was hij uil de hangmat en liep zoo
snel zijn beencn hem dragon konden, den
tuin uit, het bosch in. Ilier vilde Wj blij-
ven, tot zijn kleeren droog waren.""Niet
ver van hem stond, ©on groote koe. Otto
was niet bang voor koeien en liep er vlak
langs. Toen hief do'koe verbaasd den kop op
en zei: „O, een klein meisje, dat zal ik
eens aan 't schrikken maken."
„Ik ben geen meisje, en beu heelc-maal
niet bang voor 'je," zei OLto.
„Je bent wel een meisje, dat zie ik aan
je jurk," antwoordde de koe, „maak dat
je wegkomt" en zo kwam mot de hoorns
vooruitgestoken op Otto Loeloopcn, die nu
toch schrikte en liet op een loopen zette
Hij boorde na eenigen tijd lachen enpra-
ten en zag ©enige jongens spelen.
„Mag ik meedoen?"
„We kunnen geen meisjes gebruiken,"
was het antwoord.
„Ik ben geen meisje, mijn kleeren zijn
nat geworden en toen wou hij uitleg
gen, maar de jongens kwamen om hem
heen staan. „Natuurlijk ben je een meisje,
ons kun je niets wijs te maken," riepen ze.
Otto stond het huilen nader dan het
lachen, maar hij deed zijn best om er man
nelijk uit te zien,
„We gaan een wedren houden, om te
zien wie '1 eerst bij school zal zijn," zei
den de jongens.
„Laat my meedoen," vroeg Otto.
„Neen, we kunnen geen meisjes gebrui
ken," antwoordden ze en ze liepen weg.
Otto volgde hen, do doornen en twijgen
verscheurden zijn jurk, do takken sloegen
hem in 't gezicht, de wortels probeerden
zijn voeten te grijpen, maar hij liet zich
niet ophouden. Op een ruim plein ston
den de jongens stil en ademloos haalde
Otto ze 'in. -
„Daar is dat vervelende meisje weer,"
liep een van de jongens.
„2c heeft hier mets te maken dit
is geen meisjesschool," zei een tweede.
Otto zag naar de school, maar vond haar
niet. Biet verbazing beniciktc hij, datze
allen in. een boom klommen; hij deed hel
ook en vloog toen plotseling, alsof hij door
een kanon werd afgeschoten, met een
hoop jongens midden in een groot school
lokaal. Er waren wel vijftig jongens brj
een, ieder ging naar zijn plaats on de
arme Otto moest alleen blijven staan in
zijn witte jurk. Daar kwam de onderwij
zer. Ilij ging naar Otto toe en zei: „Dag
meisje, het is hier eigenlijk een jongens
school, maar je moogt vandaag wel blij
ven."
Otto ging op de hem aangewezen plaats
zitten en kreeg voor bet eerst in zijn'fr
ven bet hoogste cijfer voor zijn gedrag.
De onderwijzer hep tussclien de banken
door en knorde over de domheid en lui
heid van de jongens. Eindelijk zei hij tot
Otto:
„Kom eens hier, meisje, en leer dio
domme jongens eens, hoe ze moeten re
kenen."
'Op het bord stond geschreven: Als twee
en twintig eenden negen cn veertig poo-
ten hebben, hoeveel pooten heeft dan een
duizendpoot?
'Otto rekende al zijn best, hij doelde 22
op 49, maar hij wist, dat dit niet goed
was, al voor dat de onderwijzer uilnep:
„je "bent al haast even dom als do jon
gens."
De volgende som was ook niet gemak
kelijk: Als zeven jongens drio potjes jam
eten, hoeveel taarten heeft men dan noo-
dig voor een verjaardag?
Otto vermenigvuldigde 1x3, maar dat
was ook niet goed, de jongens lachten en
de onderwijzer was woedend. „Laat eens
zien, of je wat van aardrijkskunde kent,
zei 'hij. „In wolke provincie van Nederland
ligt Bloskou?"
'Otto liet het hoofd hangen.
„Dom kind,' 'ging de onderwijzer voort
„Weet je dan iets van geschiedenis h
welk jaar ontdekte Karei de Groot© Ame
rika?" 1
En daarby pakte hij hem bij den schou
der. - 'Otto keek op en hij'was weer 1®
bet prieel van. mevrouw Lindner, die hem 1
zachtjes aanraakte, alsof hij geslapen haa.
„Kom mee, Otto," zei ze, „jo kleeren ojn
droog."
Otto kwam uit de hangmat.
„Het spijt mij, dat ik uw schoenen ver
loren heb," zei hij, „maar de hoa heef
mij zoo laten loopen."
„Hier zijn de schoenen."
„Oh-h!" zei Otto, en ging loer -vjjgena
het huis binnen om zijn
weer aan te trekken.
e'gen
>ere»
&BDRUET TER DRUKKERIJ V. d. SOHISDAMSGBE GOURAF1,
Wallis.
zo