g|,f jaargang Zondag 21 April 190? iNo. 12366 Tweede Blad. Niet in de Boeken. Burgemeester en Wethouders van- Schiedam, Uit de Tweede Kamer Ken nisge y i n g. Kennisgeving. courant verschijnt d a g e 1 ij k 9, met uitzondering van Zou - en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en VI a ar dinge a fl. 1.25. Franco Mr post fl. 1.C5. prijB per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor liet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een jsr a».n Iret bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.) Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Gioote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon voor de Redactie No. 123. voor do Administratie No. 103. BMChrUving voor de Belasting op Bedrijf*- en andere Inkomsten. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, i. „Hiar zijn onze incunabelen, Dï. Ring- ffaY," zei de bibliothecaris. „Er is geen mooiere verzameling in Amerika." Professor Ringway keek langs 'de rjjen fuarto's en fohoss en naar het meisje aan <kn lessenaar bjj het venster. «li zal het eert uitstekende plaats vin- kn om to werken," ging do bibliothecaris v°ort. „Do'enkele bezoekers, dio hier ko fhen, zullen hot u niet lastig maken. En juffrouw Thatcher1 is van alles goed op de hoogt©." «Ik heb geen. hulp noodig," zei do pro fessor droogjes, Hij had in zijn leven vrou- föi altijd als overbodige wezens be schouwd. Het meisje aan den lessenaar bloosde cn ™og zich dieper over haar schrijfmachine, hoewel ze al twee jaar in de bibliotheek werkzaam was, was zo nog all lijd wat govoeJig, «Dr, Ringway schrijft een geschiedenis de drukkunst," verklaard© de biblio- joecaris' haar. „U zal hem wel alle incuna- Wen verschaffen, die hij wenscht te raad plegen." Juffrouw Thatcher sloeg een paar hel der© bruine oogen op om den geleerden t'iter aan te zien. Maar deze keek naar deeltje, dat hij van een dicht- c^zijndö pianlc had,genomen. Hij wasblijk- ML A. BRANTS. V. SICKENGi, •TRAATXAAJf. brengen ter algemeene kennis, dat ingevolge raadsbesluit van den 16en April jl., aan de nieuwe straat, uitkomende aan het 'Wilhel- minaplein, den naam gegeven is van rouwerstraat" En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 20sben April 1907. Burgemeester <>n Wethouders voornoemd M. A. BRANTS. De Secretaris, V. SICKENGA. No twee maanden gedwongen rust kwam de Kamer dan weer op 1G April 1.1. 's na middags half twee Lijeen. Wie zich verbeel den zou, dat de overweging dat er zooveel lijd verloren ging, haar uunloiding zou ge geven hebben nu onverwijld aan het werk te gaan kent noch de Kamer noch tie poli tiek. Er zijn bijna drie volle dagen met het crisisdebat heengegaan. Het onderwerp van het debat was de ver klaring van den ministerpresident waarom het ministerie was gekomen tot zijne aan vrage om ontslag, en waarom het die aan vrage ten slotte had teruggenomen. De natie had recht dat te weten, vandaar dat zulks aan hare vertegenwoordiging werd medegedeeld. Uit die verklaring bleek dat, toen het ministerie zijn ontslag had gevraagd, de Ko ningin een van de meest invloedrijke leden van de rechterzijde, te weten den heer Baron Sehimmelpenninck van der Oye van Hoeve laken, voorzitter van de Eerste Kamer, had geraadpleegd, dat deze geadviseerd had dat er geene reden was om de rechterzijde uit te noodigen de portefeuilles over te nemen, waarop H. M. de Ministers had uitgenoodigd aan te blijven. Daarop had het ministerie geantwoordNeen, op dat verzoek kunnen en willen wij niet beslissen, vóórdat officieel aan de rechterzijde opgedragen is een minis terie te vormen en deze opdracht door haar is geweigerd. De rechterzijde heeft, door de verwerping van de Oorlogsbegrooting in de Eerste Kamer, d.w.z. van een deel van het program van liet ministerie de crisis uitgelokt; zij staat verantwoordelijk voor de gevolgen; eerst wanneer zij openlijk erkent die verantwoordelijkheid niet te kunnen of durven aanvaarden, kunnen wij, Uwe Ma jesteit, op uw verzoek beslissing nemen. Zoo werd dan door de Koningin op 27 Februari hl. officieel de opdracht aan den heer Sehimmelpenninck gegeven een minis terie te vormen, maar reeds twee dagen later, op 1 Maart, moest hij na raadpleging van de leiders der rechterzijde in de Tweede Kamer, Hare Majesteit verzoeken ham van die opdracht te ontslaan. Toen heeft de Koningin aan mr. P. W. Cort van der Linden, lid van den Raad van State, de opdracht gegeven een gemengd kabinet uit mannen van links en rechts, buiten de Kamer staande, te vormen, maar ook hij moest reeds na drie dagen erkennen dat zulks ondoenlijk was. Toen kreeg liet tegenwoordige kabinet van II. M. de vraag of het zijne zienswijze wilde doen kennen omtrent de gedragslijn welke zou zijn te volgen wanneer II. M. het zou uit noodigen aau te blijven, (Aan de' Kroon was ondcrtusschcn medegedeeld dat Minister Staal onder geene voorwaarde bereid was aan te blijven.) Het ministerie antwoordde, dat liet wilde aanblijven onder voorwaarde dat de Kroon zou goedvinden dat in de plaats van Staal een ander minister benoemd werd die zijn werk zou voortzetten, die dus de afschaffing van het blijvend gedeelte bij afzonderlijk wetsontwerp zoo spoedig moge lijk wederom aan het oordcel dof Staten Generaal zou onderwerpen. Die man was gc vonden in den lieer W, F. Ridder van Rap pard, generaal-majoov, commandant van de stelling Amsterdam; de Kroon had de voor waarden geaccepteerd, en zoo zat liet minis terie daarna dus weer, al was door het on beraden votum van de reactionairen in de Eerste Kamer heel wat kostbare tijd ver loren gegaan. Deze eenvoudige opsomming der feiten was blijkbaar zeer weinig naar den zin der rechterzijde. Dat is te begrijpen. Men kreeg nu toch te hooren dat zij die voor de crisis v e r a n t w o 0 r d e 1 ij k stonden tot t w e e maal toe in de gelegenheid waren gesteld baar even onaandoenlijk als andere ge leerden, die zij had geholpen; ze vond dit vreemd, daar zc hem voor niot ouder dan dertig 'jaar hield. „Welke "boeken wenscht n te zien, Dr. Ringway?" vroeg ze. „Wat zegt u?" vroeg de professor afge trokken, opziende van zijn bock. „O, do boeken, natuurljjk I" ging hij voort. Iljj noemde den naam van een Duitseh boek uit de vijftiendo eeuw .Juffrouw That cher nam het uit een rjj folio's ,en legde het voor hem op tafel. Terwijl Dr. Ringway in hot boek- bla derde, nam zij hem op. Z© vond hem anders dan de meeste geleerden. Alles wat de kranten over zijn rijkdom en toewjjding aan de wetenschap verteld hadden, had hem blijkbaar niet bedorven. Maar de geleerd© scheen in haar niet hetzelfde belang te stellen als zij in hem. Eiken dag kwam Dr. Ringway lezen zonder de minste acht op haar te slaan. Juffrouw Thatcher schreef dit toe aanzijn opgaan in zijn werk. Ze werd nieuwsgie rig welk boek zoo iemands geheele aan dacht in beslag kon nemen en besloot het te koopen, als het uitkwam. ir. Toen zijn ijver niot Verminderde, zocht zij uitdrukking te geven aan baar waar- deering voor zijn werkkracht. Ze begon het hem zoo gemakkelijk mogelijk te ma ken. 's Morgens voor hij kwam, sleep ze punten aan zijn potlooden en logde pa pier voor hem klaar, 's Avonds legde ze zijn boeken netjes voor hem in orde. Zo zorgde, dat het licht zoo op zijn hoekon Mol, dat hij goed kou zien. 'Op een avond zag ze, dat lüj zich meer moest inspannen om te zien dan gewoon lijk. Het licht was hem klaarblijkelijk niet voldoende. Ze nam zachtjes haar lamp van 'haai1 eigen tafel en plaatste die op de zjjne. Terwijl 7.0 'dit deed, schitterden haar oogen nog van iets anders dam van het genoegen, iemand van dienst te zijn Als hij opgekeken had, dan zou hij op haar gezicht een grooter geheim gelezen hebben dan in de oudste doelen, die cr in de bibliotheek t© vinden naren. Maar hij keek niet van zijn boek op. „Zoo is 't beter," mompelde Lij afgo trokken. Bij haar lamp bleef hij tol zeven uur doorlezen, hoewel de regels van de hi bliothcek aangaven, dat cr om vijf uur gesloten moest worden. Juffrouw Thatcher was echter heel ^geduldig. Ze ging zoo op in haar eigen gedachten, terwijl ze daar voor baar donkeren lessenaar zat, dat ze niet minder verbaasd was dan hij, toen hij op zijn horloge keek cn uitriep, hoe laat bet al was. „Ik zal mijn aanteekoningen hier van avond laten," zei hij. „Wil u zoo goed zijn, ze voor mij op te bergen, juffrouw? hij kon haar naam niet meer beden ken. „Om acht uur moet ik uit eten,' voegde hij er zenuwachtig hij. Nadat hij weg was, legde zo zijn aan- de bestuurstaak over te nemen, en dat niet hadden aangedurfd. Wol afbreken, maar niet opbouwen dus. Dc lieer Lobman vroeg direct na den heer De Moester het woord om de verklaring a a 11 te vuil e n. Do voorzitter wilde daarmede tot deu volgenden dag wachten, maar de heer Heemskerk drong er op aan dat die aanvulling direct zou geschiedende rechterzijde stelde er den hoogsteu prijs op dat de ministeriecle verklaring niet onaange- ruld in don lande zou rondgaan. De Voorzitter gaf hem zijn zm, nadat verscheiden leden der linkerzijde het verzoek van den heer Heemskerk hadden gesteund, die zelfs den schijn niet op zich wilden laden, dat ze cr belang bij hadden om ook maar óén enkel straaltje van het licht dat over de crisis schijnen moest, tegen te houden. En toen gebeurde cr iets buitengewoon raadselachtigs. Do heer Lohman begon zijne aanvulling voor te lezen. Hier rijst nu de vraagHoe kon de heer Lohinan reeds vooruit, zonder van de verklaring van de Regeering kennis genomen te hebben, weten w a t hij moest aanvullen en h o e hij het moest aanvullen, en dat wel nog zoo welen, dat hij het vooruit op papier kon brengen? Enfin, in raadselen wandelen wij nu eenmaal op aard. Van den heer Lohman kregen wij dan nu te hooren, dat de mannen van de rechter zijde waarmee de heer Sehimmelpenninck na do opdracht van 27 Februari had geraad pleegd waren de hoeren Heemskerk, Talma, Loeff, Kolkman en spreker. Deze hebben hun advies gegeven, zonder h u n poli tieke vrienden eerst teraad- p le gen. Ja, ja, een mensch komt wat te hoorenzulke enormiteiten zijn aan de lin kerzijde gelukkig onmogelijk. En deze 5 hoeren hebben als hunne meaning te. ken nen gegeven dat zoowel uit eene uitlating van minister Staal als uit het program van 1905 bleek dat vermindering van liet blij vend gedeelte geen verband hield met liet tvgccringsprogram, dat dus liet votum van de Eerste Kamer niet gericht was tegen het Kabinet, en er dus voor aftreden eigenlijk geene reden was. Toch zou later de rechterzijde toch nog de regeering aanvaard hebben omdat het Kabi net in de voorwaarden aan de Kroon voor zijn aanblijven gesteld, ook had opgenomen, dat II. M. zich vooruit reeds verbinden zou het nieuwe wetsontwerp waarbij de afschaf fing van het blijvend gedeelte zou worden voorgesteld, goed to keuren als hot in beide takken der volksvertegenwoordiging was aan genomen. Toon is onder do vijf hceren dc meening verdedigd dat door die voorwaarde het recht der Kroon werd aangerand, die vrij moet blijven tot het laatste oogenblik toe in haat goed- of afkeuring over wetsontwerpen, en dat het stellen van die voorwaarde d e rechterzijde den plicht opleg de dadel ij k de regoerirtg over te nemen. Maar bij nader beraad vond men het. beter eerst aan de.Regcering te vragen of zij met die voorwaarde bedoeld had in tc grijpen in het recht der Kroon, en toen van neen bleek, was de plicht voor de rechterzijde vervallen. De heer Lohman voeg de hier den volgenden dag aan toe dat het eerst moeilijk was aan een misverstand te gelooven, als men zich herinnerde het scherp protest der linkerzijde in zake de Overijssel- sche kwestie. Die herinnering was niet zoor handig, het bleek dus dat men blij was voor die zaak thans eene gelegenheid gevonden te heb ben om revanche te nemen. Zooals onze lezers weten heeft dr. Kuyper het in 1904 onderstaan de Koningin in September een besluit ter teekening voor te leggen tot het houden van eene buitengewono zitting van de Staten van Overijssel, welke zitting reeds in Augustus daarvoor had plaat* gehad. Minister de Meester liet reeds dadelijk een kort woord van protest hooren tegen do pro portion die de heer Lohman had toegekend aau eene zaak, die ten slotte niets ander» dan een misverstand was gebleken, en ver klaarde dat er gceno gedachte bij het minis terie was geweest, de rechten der Kroon door de Grondwet gewaarborgd, maar ook in het minste aan te tasten. Deze verklaring werd met luide bravo's begroet en de zitting na het trekken der afdeeïing en liet vaststellen van de lijst van werkzaamheden tot. den vol genden dag verdaagd. Woensdagmorgen be gon de groote strijd, die voor de rechterzijde niets anders geweest is dan eene poging, eene natuurlijk niet geslaagde poging om haar houding goed te praten. Dat die poging niet gelukt is, is wel een bewijs dat de zaak ho peloos was, want het ontbrak de rechterzijde niet aan bekwame advocaten. Onder deze noemen wij in de allereerste plaat» den heer Heemskerk. Dc- heer Heemskerk is geen welsprekend man in den eigenlijken zin des woords. Zoo ais Talma eene groole volksvergadering in geestdrift te brengen en te bezielen is hem nic-i gegeven, maar in dc Kamer is hij een veel gevreesdor tegenstander dan zijn partij genoot uit Tietjerksleradeel. Geheel meester van zichzelf, met het arti kel zenuwen onbekend, staat hij op aange name wijze, zeer goed sprekend, do argumen ten van zijn tegenstander uit te rafelen, Geen woord van zijn tegenstander dat ietwat onge lukkig geplaatst kans op winste biedt, wordt door hem over hel hoofd gezien, en als hij een bijzonder raken zet aan den inan brengt, komt de zoete glimlach niet van zijn ge laat, en sluit hij even half de oogen als deed hot hem leed, innig leed zijn tegenstander diens feilen onder de oogen te brengen. De vinnigheid der woorden, en de vriendelijk heid der gelnalsi rekken maken dan doordat ze zoo geheel met elkaar in strijd zijn vaak zo-a comischen indruk dat de tegenstander zelfs ontwapend wordl en tegen wil en dank in een lach schiet. Ala wij eens een advocaat noodig hebben, zullen wij ons tol den heer Heemskerk wenden. Hoofdzaak van zijn betoog was dot 'de Rcgcering niet het recht had gehad na de teekeningen in orde. Het laalste blaadje trok haar aandacht. „Ik vind geen be wijs," las ze, „voor dc Theorie die som mige geleerden verkondigen, dat Caxlon de drukkunst leerde in het klooster te Weidcnbach. En toch moet ik erkennen, dat er veel is wat vroor die meening pleit." Een kreet van verrukking ontsnapte haar. Ze wist waar de bevestiging voor die theo rie te vinden was. Ze wist wat do ge leerde Dr. Ringway niet had 'kunnen ont dekken. Met bevende vingers zocht ze een oude Jmtijnsche quarto, gelijkende op die, wel ke do dokter geraadpleegd had. Bij de plank staande, sloeg ze de gele bladzijden haastig om. In haar haast zag ze de ver langde plaats over het hoofd en ze schrikte. Zou ze zich vergist hebben? Weer keek ze het boek door. En daar stond het bewijs van de Theorie omtrent Caxton in vijftiende-eeuwsch Duitseh La tijn. Zc plaatste een stukje papier bij hel begin van het hoofdstuk en legde het boek op Dr. Ringway's tafel. Toen ze naar huis ging viel er een koude November regen. De wind verkoel le haar gloeiende wangen en ze liep in gedach ten door de piassen. Thuis wachtte haar koud eten cn ake lige gekookte thee. Zc ging van de tafel af met oen gevoel van onpasselijkheid en ging huiverend naar haar kamer. Den volgenden 'morgen was ze koortsig. Haar kamer zag er ongezellig uit, do bi bliotheek scheen haar daarbjj vergeleken een heerlijk oord. Zc ging dus naar haaf werk. Pas zat ze voor haar schrijfmachine, toep Ringway binnenkwam, lljj knikte afge trokken en hoog zich over zijn boek. Op eens uitte hij een kreet van verba zing én zette zijn bril recht. „Vreemd," zei hij hardop, „dat ik dit over het hoofd zag." 1 Iiij schreef het. gedeelte over en to^r kende bladzijde en hoofdstuk aan. Dien (avond schikte juffrouw Thatch&r zijn aanteekoningen weer. Tot haar ver wondering bag ze, dat, hjj zich vergist bad. Hij schreef de Latijnscho quarto, di© ze op zijn tafel had gelogd, aan den Duit- schen latinist toe, wiens werken lrij eerst geraadpleegd had. Eerst Voelde ze hierover een soort triomf, maar 'laler speet bet haar, dat het werk van Dr, Ringway er onder zou lijden. Ze wist opeens, dat ze verlangde, dat .zijn boek een meesterstuk zon worden. Mor gen zou ze het hem dus uitleggen. Ill Maar den volgenden morgen was zo ta ziek om haar kamer te verlaten. In de bibliotheek word haar plaats ingenomen door juffrouw White, die reeds jaren laag daar werkzaam was en veel gevoel voor orde had. Het eerste was ze deed, was Dr. Ringway's boeken op de j>lan- ken te zetten. Toen Dr. Ringway kwam, knikte hij in SCHIEDAMSCHE COURANT Gezien het besluit van den heer Commissaris jir Koningin in de provincie Zuid-Holland, van den iSden April jl. litt. A. no. 393/1 (3do Afd,)proo. blad do. 32, betrekkelijk de beschrijving voor de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten voor het dienst- pir 1907/1008. Doen te weten Dat de beschrijving voor de belasting op bedrijfs- mandere inkomsten voor het dienstjaar 19D~1908 jn deie provincie zal aanvangen op Woensdag dtn Win Mti aanstaandterwijl de besuhrijvingsbil- jetten, ingevolge art 13 1, tweede zinsnede, der iet van den 2d en October 1893 (staatsblad no. 149) door of vanwege den ontvanger der diiecte b tetingen twintig dagen na de uitreiking zuilen lorden opgehaald. Voorts worden de ingezetenen herinnerd aan de volgende bepalingen der wet op de bedrijfsbelasting: Art, 15 2 leder, die optreedt als bestuurder st beheerend vennoot van eene hier te lande ge lastigde vennootschap, onderlinge verzekeringmaat- ühappij, coöperatieve vereenigingen of van eene lereeniging of stichting, die een bedrijf of beroep uitoefent, of als boekhouder eener hier te lande gevestigde reederij, is gehouden, daarvan schriftelijk binnen éene maand kennis te geven bij het bestuur der gemeente waar hij woont. Het gemeentebestuur handelt met deze kennis geving op de wijze, voorgeschreven in de laatste nasnede der vorige paragraaf. Art 16. Hier te lande wonende beheerend» ttnnooten van Nederlandsche vennootschappen en maatschappen als bedoeld in art. 6 2, en van ie in artikel '5 bedoelde commanditaire vennoot schappen op nandeelen, bestuurders van hier te lande gevestigde naamiorsze vennootschappen, coöperatieve «1 andere veieemgingen en onderlinge verzekering- maatschappijen, als ook boekhandels van hier te lande gevestigde lecderijen mogen niet tot het doen van uitdeelingen of uitkeeringen, waarover volgens artikel 5 1 en 2 en artikel 6 2 belasting verschuldigd is, overgaan, alvorens daarvan aangil te gedaan en de over vroegere nitdeehngim of uït- kseringen verschuldigde belasting betaald te hebben. Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uitdeelingen of uitkeeringen met geschieden, alvorens de daar over verschuldigde belasting is voldaan. Art. 45. Bestuurder- van de bij artikel 15 en c bedoelde naamlooze vennootschappen, coöperatieve vereenigingen, andere vereenigingen en stichtingen, dis een bedrijf of beroep uitoefenen, onderlinge ïirzekeringmaatschappijen en sociëteiten, ahook Wieerende vennooten van hier te lande gevestigde commanditaire vennootschappen op aandeelen en boekhouders van hier te lande gevestigde leede njen, zijn gehouden, binnen veertien dagen na de vaststelling van balans of rekening een zoodanig uittreksel als noodig is tot toelichting der winst, uitkeeringen of uitdeelingen te doen toekomen aan Jen voorzitter der commissie van aanslag, bedoeld Wj aitütei 19 15 of 2, die dun aan-lag moet «gelen. Art, 47 5. Hij, die daartoe gebonden, nalaat d« verplichtingen na te komen, bedoeld bij artikel '5 eerste lid, en artikel 13 2 eerste lid, wordt gestvaft met eene geldboete van ten hoogste f25.—, Geljjke straf wordt opgelegd ingeval van overtre ding van aitikel 43. Art. 47 0 Overtreding van artikel 16 wordt gestraft niet eene geldboete van ten hoogste f 4Ü0 Ait. 34 Handelsreizigers, Inamers en alle verdere personen, die hun bedrijf of beroep rondtrekkende uitoefenen, voor zoover zij behooren tot de bedoelden bij art. 1 a, h en A, zijn gehouden, onvermindeid hunne verplichtingen, omschreven bij artikelen 12 en 14, zich ter plaatse binnen het Rijk, waar zij zich na het begin van het belastingjaar het eerst bevinden, bij het gemeentebestuur schriftelijk aan te melden, met opgaaf van hun naam, hunne woon plaats en hun bednjf of beroep. Ten blijke, dat zij hieraan voldaan hebben ontvan gen zij kosteloos een door of vanwege het hoofd van dat bestuur onderteekend Bewijs, dat zij gehouden zijn mede te onderteekenen en op aan vraag aan ambtenaren der directe belastingen te vertoonen. Art. 47 7. Personen, die van een bewijs voor zien moeten zijn als bedoeld in artikel 3i en die in gebreke blijven, dit bewijs op aanviage aan bevoegde ambtenaren te vertoonen, vvoiden gestraft met eene geldboete van ten hoog-de f 25. Geven zij ter bekoming van dat bewijs aan h.-t bevoegd gezag een vatsclicii naun, woonplaats, be drijf of beroep op, of maken zij gebruik van het aan een ander afgegeven bewijs dan worden zij gestraft met eene geldboete van ten hoogste /13U. Dat de ingezetenen van het rijk de bevoegdheid bezitten om zich bij de aanstaande beschrijving, de uitreiking van een beschrijving-biljet H te verzekeren door vóór of op 45 Mei a. s. het verzoek daartoe schriftelijk te richten tot den ontvanger der directe belastingen over hunne woonplaats E11 is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 20aten April 4907. BurgcmistUr tn Wethouders voornoemd, üe Secretaris

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 5