g|,f jaargang
Zondag 21 April 190?
iNo. 12366
Tweede Blad.
Niet in de Boeken.
Burgemeester en Wethouders van-
Schiedam,
Uit de Tweede Kamer
Ken nisge y i n g.
Kennisgeving.
courant verschijnt d a g e 1 ij k 9, met uitzondering van Zou - en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en VI a ar dinge a fl. 1.25. Franco
Mr post fl. 1.C5.
prijB per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor liet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
jsr a».n Iret bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.)
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Gioote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon
voor de Redactie No. 123.
voor do Administratie No.
103.
BMChrUving voor de Belasting op
Bedrijf*- en andere Inkomsten.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam,
i.
„Hiar zijn onze incunabelen, Dï. Ring-
ffaY," zei de bibliothecaris. „Er is geen
mooiere verzameling in Amerika."
Professor Ringway keek langs 'de rjjen
fuarto's en fohoss en naar het meisje aan
<kn lessenaar bjj het venster.
«li zal het eert uitstekende plaats vin-
kn om to werken," ging do bibliothecaris
v°ort. „Do'enkele bezoekers, dio hier ko
fhen, zullen hot u niet lastig maken. En
juffrouw Thatcher1 is van alles goed op
de hoogt©."
«Ik heb geen. hulp noodig," zei do pro
fessor droogjes, Hij had in zijn leven vrou-
föi altijd als overbodige wezens be
schouwd.
Het meisje aan den lessenaar bloosde cn
™og zich dieper over haar schrijfmachine,
hoewel ze al twee jaar in de bibliotheek
werkzaam was, was zo nog all lijd wat
govoeJig,
«Dr, Ringway schrijft een geschiedenis
de drukkunst," verklaard© de biblio-
joecaris' haar. „U zal hem wel alle incuna-
Wen verschaffen, die hij wenscht te raad
plegen."
Juffrouw Thatcher sloeg een paar hel
der© bruine oogen op om den geleerden
t'iter aan te zien. Maar deze keek naar
deeltje, dat hij van een dicht-
c^zijndö pianlc had,genomen. Hij wasblijk-
ML A. BRANTS.
V. SICKENGi,
•TRAATXAAJf.
brengen ter algemeene kennis, dat ingevolge
raadsbesluit van den 16en April jl., aan de
nieuwe straat, uitkomende aan het 'Wilhel-
minaplein, den naam gegeven is van
rouwerstraat"
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 20sben April 1907.
Burgemeester <>n Wethouders voornoemd
M. A. BRANTS.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
No twee maanden gedwongen rust kwam
de Kamer dan weer op 1G April 1.1. 's na
middags half twee Lijeen. Wie zich verbeel
den zou, dat de overweging dat er zooveel
lijd verloren ging, haar uunloiding zou ge
geven hebben nu onverwijld aan het werk te
gaan kent noch de Kamer noch tie poli
tiek. Er zijn bijna drie volle dagen met het
crisisdebat heengegaan.
Het onderwerp van het debat was de ver
klaring van den ministerpresident waarom
het ministerie was gekomen tot zijne aan
vrage om ontslag, en waarom het die aan
vrage ten slotte had teruggenomen. De
natie had recht dat te weten, vandaar dat
zulks aan hare vertegenwoordiging werd
medegedeeld.
Uit die verklaring bleek dat, toen het
ministerie zijn ontslag had gevraagd, de Ko
ningin een van de meest invloedrijke leden
van de rechterzijde, te weten den heer Baron
Sehimmelpenninck van der Oye van Hoeve
laken, voorzitter van de Eerste Kamer, had
geraadpleegd, dat deze geadviseerd had dat
er geene reden was om de rechterzijde uit te
noodigen de portefeuilles over te nemen,
waarop H. M. de Ministers had uitgenoodigd
aan te blijven. Daarop had het ministerie
geantwoordNeen, op dat verzoek kunnen
en willen wij niet beslissen, vóórdat officieel
aan de rechterzijde opgedragen is een minis
terie te vormen en deze opdracht door haar
is geweigerd. De rechterzijde heeft, door de
verwerping van de Oorlogsbegrooting in de
Eerste Kamer, d.w.z. van een deel van
het program van liet ministerie de crisis
uitgelokt; zij staat verantwoordelijk voor de
gevolgen; eerst wanneer zij openlijk erkent
die verantwoordelijkheid niet te kunnen of
durven aanvaarden, kunnen wij, Uwe Ma
jesteit, op uw verzoek beslissing nemen.
Zoo werd dan door de Koningin op 27
Februari hl. officieel de opdracht aan den
heer Sehimmelpenninck gegeven een minis
terie te vormen, maar reeds twee dagen later,
op 1 Maart, moest hij na raadpleging van
de leiders der rechterzijde in de Tweede
Kamer, Hare Majesteit verzoeken ham van
die opdracht te ontslaan.
Toen heeft de Koningin aan mr. P. W.
Cort van der Linden, lid van den Raad van
State, de opdracht gegeven een gemengd
kabinet uit mannen van links en rechts,
buiten de Kamer staande, te vormen, maar
ook hij moest reeds na drie dagen erkennen
dat zulks ondoenlijk was.
Toen kreeg liet tegenwoordige kabinet van
II. M. de vraag of het zijne zienswijze wilde
doen kennen omtrent de gedragslijn welke zou
zijn te volgen wanneer II. M. het zou uit
noodigen aau te blijven, (Aan de' Kroon
was ondcrtusschcn medegedeeld dat Minister
Staal onder geene voorwaarde bereid was
aan te blijven.) Het ministerie antwoordde,
dat liet wilde aanblijven onder voorwaarde
dat de Kroon zou goedvinden dat in de
plaats van Staal een ander minister benoemd
werd die zijn werk zou voortzetten, die dus
de afschaffing van het blijvend gedeelte bij
afzonderlijk wetsontwerp zoo spoedig moge
lijk wederom aan het oordcel dof Staten
Generaal zou onderwerpen. Die man was gc
vonden in den lieer W, F. Ridder van Rap
pard, generaal-majoov, commandant van de
stelling Amsterdam; de Kroon had de voor
waarden geaccepteerd, en zoo zat liet minis
terie daarna dus weer, al was door het on
beraden votum van de reactionairen in de
Eerste Kamer heel wat kostbare tijd ver
loren gegaan.
Deze eenvoudige opsomming der feiten
was blijkbaar zeer weinig naar den zin der
rechterzijde. Dat is te begrijpen. Men kreeg
nu toch te hooren dat zij die voor de crisis
v e r a n t w o 0 r d e 1 ij k stonden tot t w e e
maal toe in de gelegenheid waren gesteld
baar even onaandoenlijk als andere ge
leerden, die zij had geholpen; ze vond
dit vreemd, daar zc hem voor niot ouder
dan dertig 'jaar hield.
„Welke "boeken wenscht n te zien, Dr.
Ringway?" vroeg ze.
„Wat zegt u?" vroeg de professor afge
trokken, opziende van zijn bock. „O, do
boeken, natuurljjk I" ging hij voort.
Iljj noemde den naam van een Duitseh
boek uit de vijftiendo eeuw .Juffrouw That
cher nam het uit een rjj folio's ,en legde
het voor hem op tafel.
Terwijl Dr. Ringway in hot boek- bla
derde, nam zij hem op. Z© vond hem
anders dan de meeste geleerden. Alles wat
de kranten over zijn rijkdom en toewjjding
aan de wetenschap verteld hadden, had
hem blijkbaar niet bedorven.
Maar de geleerd© scheen in haar niet
hetzelfde belang te stellen als zij in hem.
Eiken dag kwam Dr. Ringway lezen
zonder de minste acht op haar te slaan.
Juffrouw Thatcher schreef dit toe aanzijn
opgaan in zijn werk. Ze werd nieuwsgie
rig welk boek zoo iemands geheele aan
dacht in beslag kon nemen en besloot het
te koopen, als het uitkwam.
ir.
Toen zijn ijver niot Verminderde, zocht
zij uitdrukking te geven aan baar waar-
deering voor zijn werkkracht. Ze begon
het hem zoo gemakkelijk mogelijk te ma
ken. 's Morgens voor hij kwam, sleep ze
punten aan zijn potlooden en logde pa
pier voor hem klaar, 's Avonds legde ze
zijn boeken netjes voor hem in orde. Zo
zorgde, dat het licht zoo op zijn hoekon
Mol, dat hij goed kou zien.
'Op een avond zag ze, dat lüj zich meer
moest inspannen om te zien dan gewoon
lijk. Het licht was hem klaarblijkelijk niet
voldoende. Ze nam zachtjes haar lamp
van 'haai1 eigen tafel en plaatste die op
de zjjne. Terwijl 7.0 'dit deed, schitterden
haar oogen nog van iets anders dam van
het genoegen, iemand van dienst te zijn
Als hij opgekeken had, dan zou hij op
haar gezicht een grooter geheim gelezen
hebben dan in de oudste doelen, die cr
in de bibliotheek t© vinden naren. Maar
hij keek niet van zijn boek op.
„Zoo is 't beter," mompelde Lij afgo
trokken.
Bij haar lamp bleef hij tol zeven uur
doorlezen, hoewel de regels van de hi
bliothcek aangaven, dat cr om vijf uur
gesloten moest worden. Juffrouw Thatcher
was echter heel ^geduldig. Ze ging zoo op
in haar eigen gedachten, terwijl ze daar
voor baar donkeren lessenaar zat, dat ze
niet minder verbaasd was dan hij, toen
hij op zijn horloge keek cn uitriep, hoe
laat bet al was.
„Ik zal mijn aanteekoningen hier van
avond laten," zei hij. „Wil u zoo goed
zijn, ze voor mij op te bergen, juffrouw?
hij kon haar naam niet meer beden
ken. „Om acht uur moet ik uit eten,'
voegde hij er zenuwachtig hij.
Nadat hij weg was, legde zo zijn aan-
de bestuurstaak over te nemen, en dat niet
hadden aangedurfd. Wol afbreken, maar niet
opbouwen dus.
Dc lieer Lobman vroeg direct na den heer
De Moester het woord om de verklaring a a 11
te vuil e n. Do voorzitter wilde daarmede
tot deu volgenden dag wachten, maar de
heer Heemskerk drong er op aan dat die
aanvulling direct zou geschiedende
rechterzijde stelde er den hoogsteu prijs op
dat de ministeriecle verklaring niet onaange-
ruld in don lande zou rondgaan.
De Voorzitter gaf hem zijn zm, nadat
verscheiden leden der linkerzijde het verzoek
van den heer Heemskerk hadden gesteund,
die zelfs den schijn niet op zich wilden laden,
dat ze cr belang bij hadden om ook maar
óén enkel straaltje van het licht dat over de
crisis schijnen moest, tegen te houden.
En toen gebeurde cr iets buitengewoon
raadselachtigs. Do heer Lohman begon zijne
aanvulling voor te lezen. Hier
rijst nu de vraagHoe kon de heer Lohinan
reeds vooruit, zonder van de verklaring van
de Regeering kennis genomen te hebben,
weten w a t hij moest aanvullen en h o e hij
het moest aanvullen, en dat wel nog zoo
welen, dat hij het vooruit op papier kon
brengen? Enfin, in raadselen wandelen wij
nu eenmaal op aard.
Van den heer Lohman kregen wij dan nu
te hooren, dat de mannen van de rechter
zijde waarmee de heer Sehimmelpenninck na
do opdracht van 27 Februari had geraad
pleegd waren de hoeren Heemskerk, Talma,
Loeff, Kolkman en spreker. Deze hebben
hun advies gegeven, zonder h u n poli
tieke vrienden eerst teraad-
p le gen. Ja, ja, een mensch komt wat te
hoorenzulke enormiteiten zijn aan de lin
kerzijde gelukkig onmogelijk. En deze 5
hoeren hebben als hunne meaning te. ken
nen gegeven dat zoowel uit eene uitlating
van minister Staal als uit het program van
1905 bleek dat vermindering van liet blij
vend gedeelte geen verband hield met liet
tvgccringsprogram, dat dus liet votum van de
Eerste Kamer niet gericht was tegen het
Kabinet, en er dus voor aftreden eigenlijk
geene reden was.
Toch zou later de rechterzijde toch nog de
regeering aanvaard hebben omdat het Kabi
net in de voorwaarden aan de Kroon voor
zijn aanblijven gesteld, ook had opgenomen,
dat II. M. zich vooruit reeds verbinden zou
het nieuwe wetsontwerp waarbij de afschaf
fing van het blijvend gedeelte zou worden
voorgesteld, goed to keuren als hot in beide
takken der volksvertegenwoordiging was aan
genomen. Toon is onder do vijf hceren dc
meening verdedigd dat door die voorwaarde
het recht der Kroon werd aangerand, die vrij
moet blijven tot het laatste oogenblik toe in
haat goed- of afkeuring over wetsontwerpen,
en dat het stellen van die voorwaarde d e
rechterzijde den plicht opleg
de dadel ij k de regoerirtg over
te nemen. Maar bij nader beraad vond
men het. beter eerst aan de.Regcering te
vragen of zij met die voorwaarde bedoeld
had in tc grijpen in het recht der Kroon, en
toen van neen bleek, was de plicht voor de
rechterzijde vervallen. De heer Lohman voeg
de hier den volgenden dag aan toe dat het
eerst moeilijk was aan een misverstand te
gelooven, als men zich herinnerde het scherp
protest der linkerzijde in zake de Overijssel-
sche kwestie.
Die herinnering was niet zoor handig, het
bleek dus dat men blij was voor die zaak
thans eene gelegenheid gevonden te heb
ben om revanche te nemen. Zooals onze
lezers weten heeft dr. Kuyper het in 1904
onderstaan de Koningin in September een
besluit ter teekening voor te leggen tot het
houden van eene buitengewono zitting van
de Staten van Overijssel, welke zitting reeds
in Augustus daarvoor had plaat*
gehad.
Minister de Meester liet reeds dadelijk een
kort woord van protest hooren tegen do pro
portion die de heer Lohman had toegekend
aau eene zaak, die ten slotte niets ander»
dan een misverstand was gebleken, en ver
klaarde dat er gceno gedachte bij het minis
terie was geweest, de rechten der Kroon door
de Grondwet gewaarborgd, maar ook in het
minste aan te tasten. Deze verklaring werd
met luide bravo's begroet en de zitting na
het trekken der afdeeïing en liet vaststellen
van de lijst van werkzaamheden tot. den vol
genden dag verdaagd. Woensdagmorgen be
gon de groote strijd, die voor de rechterzijde
niets anders geweest is dan eene poging, eene
natuurlijk niet geslaagde poging om haar
houding goed te praten. Dat die poging niet
gelukt is, is wel een bewijs dat de zaak ho
peloos was, want het ontbrak de rechterzijde
niet aan bekwame advocaten. Onder deze
noemen wij in de allereerste plaat» den heer
Heemskerk.
Dc- heer Heemskerk is geen welsprekend
man in den eigenlijken zin des woords. Zoo
ais Talma eene groole volksvergadering in
geestdrift te brengen en te bezielen is hem
nic-i gegeven, maar in dc Kamer is hij een
veel gevreesdor tegenstander dan zijn partij
genoot uit Tietjerksleradeel.
Geheel meester van zichzelf, met het arti
kel zenuwen onbekend, staat hij op aange
name wijze, zeer goed sprekend, do argumen
ten van zijn tegenstander uit te rafelen, Geen
woord van zijn tegenstander dat ietwat onge
lukkig geplaatst kans op winste biedt, wordt
door hem over hel hoofd gezien, en als hij
een bijzonder raken zet aan den inan brengt,
komt de zoete glimlach niet van zijn ge
laat, en sluit hij even half de oogen als deed
hot hem leed, innig leed zijn tegenstander
diens feilen onder de oogen te brengen. De
vinnigheid der woorden, en de vriendelijk
heid der gelnalsi rekken maken dan doordat
ze zoo geheel met elkaar in strijd zijn vaak
zo-a comischen indruk dat de tegenstander
zelfs ontwapend wordl en tegen wil en dank
in een lach schiet. Ala wij eens een advocaat
noodig hebben, zullen wij ons tol den heer
Heemskerk wenden.
Hoofdzaak van zijn betoog was dot 'de
Rcgcering niet het recht had gehad na de
teekeningen in orde. Het laalste blaadje
trok haar aandacht. „Ik vind geen be
wijs," las ze, „voor dc Theorie die som
mige geleerden verkondigen, dat Caxlon
de drukkunst leerde in het klooster te
Weidcnbach. En toch moet ik erkennen,
dat er veel is wat vroor die meening pleit."
Een kreet van verrukking ontsnapte haar.
Ze wist waar de bevestiging voor die theo
rie te vinden was. Ze wist wat do ge
leerde Dr. Ringway niet had 'kunnen ont
dekken.
Met bevende vingers zocht ze een oude
Jmtijnsche quarto, gelijkende op die, wel
ke do dokter geraadpleegd had. Bij de
plank staande, sloeg ze de gele bladzijden
haastig om. In haar haast zag ze de ver
langde plaats over het hoofd en ze schrikte.
Zou ze zich vergist hebben?
Weer keek ze het boek door. En daar
stond het bewijs van de Theorie omtrent
Caxton in vijftiende-eeuwsch Duitseh La
tijn. Zc plaatste een stukje papier bij hel
begin van het hoofdstuk en legde het boek
op Dr. Ringway's tafel.
Toen ze naar huis ging viel er een koude
November regen. De wind verkoel le haar
gloeiende wangen en ze liep in gedach
ten door de piassen.
Thuis wachtte haar koud eten cn ake
lige gekookte thee. Zc ging van de tafel
af met oen gevoel van onpasselijkheid en
ging huiverend naar haar kamer.
Den volgenden 'morgen was ze koortsig.
Haar kamer zag er ongezellig uit, do bi
bliotheek scheen haar daarbjj vergeleken
een heerlijk oord. Zc ging dus naar haaf
werk.
Pas zat ze voor haar schrijfmachine, toep
Ringway binnenkwam, lljj knikte afge
trokken en hoog zich over zijn boek.
Op eens uitte hij een kreet van verba
zing én zette zijn bril recht.
„Vreemd," zei hij hardop, „dat ik dit
over het hoofd zag." 1
Iiij schreef het. gedeelte over en to^r
kende bladzijde en hoofdstuk aan.
Dien (avond schikte juffrouw Thatch&r
zijn aanteekoningen weer. Tot haar ver
wondering bag ze, dat, hjj zich vergist bad.
Hij schreef de Latijnscho quarto, di©
ze op zijn tafel had gelogd, aan den Duit-
schen latinist toe, wiens werken lrij eerst
geraadpleegd had.
Eerst Voelde ze hierover een soort triomf,
maar 'laler speet bet haar, dat het werk
van Dr, Ringway er onder zou lijden. Ze
wist opeens, dat ze verlangde, dat .zijn
boek een meesterstuk zon worden. Mor
gen zou ze het hem dus uitleggen.
Ill
Maar den volgenden morgen was zo ta
ziek om haar kamer te verlaten. In de
bibliotheek word haar plaats ingenomen
door juffrouw White, die reeds jaren
laag daar werkzaam was en veel gevoel
voor orde had. Het eerste was ze deed,
was Dr. Ringway's boeken op de j>lan-
ken te zetten.
Toen Dr. Ringway kwam, knikte hij in
SCHIEDAMSCHE COURANT
Gezien het besluit van den heer Commissaris
jir Koningin in de provincie Zuid-Holland, van den
iSden April jl. litt. A. no. 393/1 (3do Afd,)proo. blad
do. 32, betrekkelijk de beschrijving voor de belasting
op bedrijfs- en andere inkomsten voor het dienst-
pir 1907/1008.
Doen te weten
Dat de beschrijving voor de belasting op bedrijfs-
mandere inkomsten voor het dienstjaar 19D~1908
jn deie provincie zal aanvangen op Woensdag dtn
Win Mti aanstaandterwijl de besuhrijvingsbil-
jetten, ingevolge art 13 1, tweede zinsnede, der
iet van den 2d en October 1893 (staatsblad no. 149)
door of vanwege den ontvanger der diiecte b
tetingen twintig dagen na de uitreiking zuilen
lorden opgehaald.
Voorts worden de ingezetenen herinnerd aan de
volgende bepalingen der wet op de bedrijfsbelasting:
Art, 15 2 leder, die optreedt als bestuurder
st beheerend vennoot van eene hier te lande ge
lastigde vennootschap, onderlinge verzekeringmaat-
ühappij, coöperatieve vereenigingen of van eene
lereeniging of stichting, die een bedrijf of beroep
uitoefent, of als boekhouder eener hier te lande
gevestigde reederij, is gehouden, daarvan schriftelijk
binnen éene maand kennis te geven bij het bestuur
der gemeente waar hij woont.
Het gemeentebestuur handelt met deze kennis
geving op de wijze, voorgeschreven in de laatste
nasnede der vorige paragraaf.
Art 16. Hier te lande wonende beheerend»
ttnnooten van Nederlandsche vennootschappen en
maatschappen als bedoeld in art. 6 2, en van
ie in artikel '5 bedoelde commanditaire vennoot
schappen op nandeelen, bestuurders van hier te lande
gevestigde naamiorsze vennootschappen, coöperatieve
«1 andere veieemgingen en onderlinge verzekering-
maatschappijen, als ook boekhandels van hier te
lande gevestigde lecderijen mogen niet tot het doen
van uitdeelingen of uitkeeringen, waarover volgens
artikel 5 1 en 2 en artikel 6 2 belasting
verschuldigd is, overgaan, alvorens daarvan aangil te
gedaan en de over vroegere nitdeehngim of uït-
kseringen verschuldigde belasting betaald te hebben.
Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uitdeelingen
of uitkeeringen met geschieden, alvorens de daar
over verschuldigde belasting is voldaan.
Art. 45. Bestuurder- van de bij artikel 15 en c
bedoelde naamlooze vennootschappen, coöperatieve
vereenigingen, andere vereenigingen en stichtingen,
dis een bedrijf of beroep uitoefenen, onderlinge
ïirzekeringmaatschappijen en sociëteiten, ahook
Wieerende vennooten van hier te lande gevestigde
commanditaire vennootschappen op aandeelen en
boekhouders van hier te lande gevestigde leede
njen, zijn gehouden, binnen veertien dagen na de
vaststelling van balans of rekening een zoodanig
uittreksel als noodig is tot toelichting der winst,
uitkeeringen of uitdeelingen te doen toekomen aan
Jen voorzitter der commissie van aanslag, bedoeld
Wj aitütei 19 15 of 2, die dun aan-lag moet
«gelen.
Art, 47 5. Hij, die daartoe gebonden, nalaat
d« verplichtingen na te komen, bedoeld bij artikel
'5 eerste lid, en artikel 13 2 eerste lid,
wordt gestvaft met eene geldboete van ten hoogste
f25.—,
Geljjke straf wordt opgelegd ingeval van overtre
ding van aitikel 43.
Art. 47 0 Overtreding van artikel 16 wordt
gestraft niet eene geldboete van ten hoogste f 4Ü0
Ait. 34 Handelsreizigers, Inamers en alle verdere
personen, die hun bedrijf of beroep rondtrekkende
uitoefenen, voor zoover zij behooren tot de bedoelden
bij art. 1 a, h en A, zijn gehouden, onvermindeid
hunne verplichtingen, omschreven bij artikelen 12
en 14, zich ter plaatse binnen het Rijk, waar zij
zich na het begin van het belastingjaar het eerst
bevinden, bij het gemeentebestuur schriftelijk aan
te melden, met opgaaf van hun naam, hunne woon
plaats en hun bednjf of beroep.
Ten blijke, dat zij hieraan voldaan hebben ontvan
gen zij kosteloos een door of vanwege het hoofd
van dat bestuur onderteekend Bewijs, dat zij
gehouden zijn mede te onderteekenen en op aan
vraag aan ambtenaren der directe belastingen te
vertoonen.
Art. 47 7. Personen, die van een bewijs voor
zien moeten zijn als bedoeld in artikel 3i en die in
gebreke blijven, dit bewijs op aanviage aan bevoegde
ambtenaren te vertoonen, vvoiden gestraft met eene
geldboete van ten hoog-de f 25.
Geven zij ter bekoming van dat bewijs aan h.-t
bevoegd gezag een vatsclicii naun, woonplaats, be
drijf of beroep op, of maken zij gebruik van het
aan een ander afgegeven bewijs dan worden zij
gestraft met eene geldboete van ten hoogste /13U.
Dat de ingezetenen van het rijk de bevoegdheid
bezitten om zich bij de aanstaande beschrijving, de
uitreiking van een beschrijving-biljet H te verzekeren
door vóór of op 45 Mei a. s. het verzoek daartoe
schriftelijk te richten tot den ontvanger der directe
belastingen over hunne woonplaats
E11 is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 20aten April 4907.
BurgcmistUr tn Wethouders voornoemd,
üe Secretaris