TIET VOGELNEST» Do vogel besteedt do grootste zorg aan den bouw van zijn nest; dit draagt dan ook den stompe! van buitengewone wils kracht en zeldzame volharding. liet luchtige, toedere bouwsel verheit zich stuk voor stuk zonder steunsel omhoog; alle doelen voegen zich te rechter tijd symmetrisch en harmonisch te zamen en vormen met elkaar een kunstig geheel. Al wijkon ook in de vervaardiging de enkele nesten der verschillende vogelsoorten zeer van elkaar til, steeds zijn zo kleine kunst- si ukken. Do kunst van nesten bouwen, wordt niet door de ouden aan do jongen geleerd;de jonge vogel maakt zijn nest al dadelijk de eerste inaal met zooveel zekerheid, als had hij het reeds sedert jaren gedaan. Toch is het een feit, dat oudere vogels betere nes ton bouwen en er ook een ge schiktere plaats voor uitkiezen clan de jongere hier geldt dus ook <lc regel: al doende leert men. Bij het zoeken naar een plaats van liet nest, let het vogelpaarlje erop of ci in de nabijheid voedsel ïs. D'it en de vei ligheid geven don doorslag bij de keuzo der plaats. Enkele vogels nestelen in kreu pelhout, of zoeken holten op, er zijn er ook die ia het riet langs het water of op de vlakke aarde hun nest, maken. Waar het ook wordt, gebouwd, steeds wordt de plaats gcKOzen in overeenstem ming met. de levenswijze en cle eigenaar dige behoeften der vogelsoort. Alle vogels toonen Bij clen nestbouw een bewonde renswaardige scherpzinnigheid, om'het nest aan de blikken hunner talrijke vijanden te onttrekken, door het op een verborgen plekje te vervaardigen of aan de omgeving gelijk te maken. Do bouwstoffen werden door de beide vogels aangevoerd, maar het wijfje zorgt voornamelijk voor liet bouwen, als er vol doende stoffen voorhanden zijn, zoodathet mannetje ze alleen kan aanbrengen. liet volgt de schapen om wat wol machtig te worden, verzamelt veertjes bij de kippen hokkon en wacht een gunstig oogenblik af om «enige chaden meester te worden, die dan snel aan het wijfje gebracht wor den. Sommige mannetjes begeleiden de wijfjes bij het zoeken naai bouwstoffen en doen hun best om haar het werk te vellichten door hun gezang. Even' kunstig als de nestbouw gewoon lijk is, even onvolkomen zijn de weiktui- gen, die den vogel daarbij ten dienste staan. Do snavel, de pootjes en het ronde borstje brengen den bouw met oneindig ge-duld en erooten vlijt tot stand. Ieder tuk;;, iedere vezel, iedere draad, hoe (Uk* wijs moeten ze met den snavel op een plaats worden gebracht, hoe dikwijls wordt het borstje er tegen gedrukt voor het de juiste ligging heeft aangenomen! En heeft liet eigenlijke nest don vernachten vorm gekregen, dan moet het van binnen zacht en warm gemaakt worden. Daartoe wor den haren gebruikt, maar die zijn dikwijls nog te hard: dan worden veertjes bewerkt die ook nog niet altijd zacht genoeg zijn, en pas de gezuiverde plantenwol wordt tot bovenste bedekking, tot ligplaats der eitjes gebruikt. De jneeste vogels bouwen bij voorkeur 's morgens vroeg aan het nest, maar er zijn ook soorten, die den boelen dag vlij tig 'doorbouwen. Zwaluwen en lijsters, die met 'vochtige aarde of vochtig hout bou wen, gebruiken cle morgenuren voor het werk, laten in den middag de bouwstof fen hard vorder^ en gaan daarna voort. D© tijd, waarin het nest vervaardigd wordt, is natuurlijk verschillend. Voor een een voudig nest zijn eenige dagen voldoende, terwijl' groots bouwkunstenaars, zooals bijv. "de staartmens, ongeveer' drie weken aan hun nest werken. Het vogelnest wordt voor de familie ge maakt, maar bijna zonder uitzondering wordt liet slechts in den broeitijd bewoond, daarom kan men liet heel goed een wiegje noemen, dat door de zachte zomerwinden in den top der hoornen heen en weer ge schommeld wordt. Slechts door vogels, die in hollen nestelen of wier nest heel duur zaam is, wordt het ook nog buiten, den broeitijd als slaap- en rustplaats gebruikt. Jn vorm cn bouwwijze zijn do nesten der verschillende vogels zeer verscheiden. Het nest van den nactilegaal bijv. is groot en tamelijk diep. 'Het lijkt op hot eerste ge zicht bp een hoopje takken, dat door den wind bijieengewaaid is. De wand bestaat uit dorre takjes en grassprieten, waartus- schen verdroogde eikcbladcn zijn" gevoegd. Van binnen is het nest uit fijne, dorre, dunne grassprietjes, worteltjes enz. tame lijk los, maar toch sterk gebouwd en het is met plantenwol en haren gevoerd. In do aarde, goed verborgen in eenklei- tlü holte, is het nest wan-den veldleeuwe rik. Het is uit tl or gras, worteltjes enz. gebouwd, zonder voel kunst, maar heel moeilijk te vinden, Het half-kogelvormige nest van de zang lijster is knap gebouwd, soms tusschen boomtakken, soms in struiken. Staat het vrij, dan is het zonder mos, slechts van fijne worteltjes, stengeltjes en verdord gras vervaardigd. Van binnen is het be kleed met stukjes vergaan hout, die het wijfjo met 'speeksel bevochtigt cn met' Ion snavel van het middelpunt van het v uit zeer glad op de wanden legt. Geheel 'uit aarde vervaardigde nesten kleeft de huiszwaluw tegen do lijsten der huizen aan, en als ze bij' het houwen niet gestoord worden, komt ia den loop der ja ren het eene nest naast het andere, daar dochter en kleindochter haar nest houwen waar moeder en grootmoeder haar voor gingen. liet nesf, neefi. slechts, ecu kleine opening tot vlieggat. Do vogels blijven gewoonlijk hun geheck leven met elkaar vere migd, en alle jaren broedt hetzelfde paarlje op dezelfde plek, lot de dood den band verbreekt. Dan zoekt de overgeblevene zich een anderen levens gezel mot wien dan gewoonlijk èen nieuw nest wordt gebouwd. EEN EIGENAARDIG OOGSTFEEST. Het is door de ge lie ei e Wereld een ge woonte bet gelukkig binnen brengen van clen oogst feestelijk Ic vieren. Een heel eigcnaardigcn vorm iieeft dit oogstfeest, bij een zeer groot aantal Indianenstammen van tropisch 'Zuid-Amerika aangenomen, een vorm, die reeds de verbazing wekte van Alexander vou Ilumbóldt, Aan dat oogstfeest, dat gevierd wordt na hetrijp worden der palmvruchlen, nemen alleen de mannen deel. Aan vrouwen is de deel neming streng verboden; ze zouden bij het zien der gebruikte muziekinstrumen ten sterven Deze muziekinstrumenten,die liet geheele jaar door zorgvuldig verbor gen blijven, zijn groole fluiten of hoorns van een meier lang. liet feest begint, vioeg in den middag. Met de muzikanten voorop brengt men cle vruchten in het dorp. Allo vrouwen en kinderen vertalen, zoodra de eerste tonen klinken, haar hullen en be geven zich naar ecu gebouw, dat vasl ge- sloien wordt. Op het dorpsplein gekomen, beginnen de fluitspelers don dans, d. wz. zo loopen in razend tempo rond. Bij dien dans raken de dansers met de linkerhand den rechter schouder van hun huurman aan. 'Onder clen rechter arm in de hand houden ze 'do groole fluit dragen ze een geweldige zweep. Na iedere rondgang plaatsen ze zich naast elkaar op een rij. Dan neemt de vleugelman de fluit in de linkerhand, grijpt de zweep en slaat zijn buurman met al zijn kracht op het bloote lichaam, zoodat het bloed er uit springt. Dp dien eersten volgt do tweede enz., tot dat alle mannen aan de geeseling hebben deelgenomen en de opwinding door het stremmende bloed tot het uiterste gestegen is. Daarmee is het eigenlijke oogstfeest ge ëindigd, cle fluiten worden weggeborgen en nu begint het nafeest, waaraan ook de vrouwen mogen deelnemen. Door dil oogst feest wil men don zonnegod dank betoo- ncn voor den oogsi en door do gcosclingen wil men hem overhalen om ook vooiiann rijke oogsten te geven. BBIEItENS BEROEMDE BIBSLIOÏIIEK. Munchen bezil eon prachtige bibliotheek, die alleen voor het Britsch museum hoeft onder te doen. liet gebouw werd opgericht door Bodewijk I in 1832 in den Romaansch- Florenlijnschen slijl. Zeven cn zeventigka- mers bevatten anderhalf miliioen drukwer ken, een half miliioen perkamenten hand- achrilten, waarbij er zijn uit het 'jaar 777, drie duizend zeshonderd muziekwerken cn zeven duizend documenten betrekking heb bende op het koninkrijk Beieren, waarvan er uit cle veertiende eeuw zijn. De laatste nemen dertig kamers in beslag. Er fcijn verscheidene kostbare schatten, waaronder do „Codex Aureus" de vier evangeliën in gouden letters op perkament geschre ven in 'het jaar 'S7, dat gebonden is lus; schcn twee platen gedreven gouu, bezef met paarlen on edelgesteenten. de verloren slecn op .zichzelf genomen een Wallis. nietigheid. Alle banden alle honden die men onder menschen vindt, Zijn vcrgeofsch, als ware liefde d'llarteu niet'te samen bindt. Kamphuizen. Bp maatschappij moet uitgaan van den regel, dat de enkele mensch meer dan fot nu toe, zijn geluk leere zoeken in liet ge luk van allen. J. llooyer. 'Onze verhevenste uogenblikken zijn die, waarin wij'ons bewust zijn tc hecrschcn over onze .driften en uit eigen beweging het goede te doen. Busken Huet. VOOR DAMES. MODE. De mouwen zijn tegenwoordig een be lang! ijk onderdeel van de japon niet alleen door het verschil van vorm, maar ook doordat ze van een andere stol ge maakt woidcn dan de japon. Dit is na tuurlijk niet algemeen, maar 't wordt toch veel gedaan. Nog ccn verandering vindt men in de alhangende schouderlijn. Nie mand zou gedacht hebben, dat men daar weer loo terug zou kecren, toch is hel gebeurd. De cenige troost is, dat. dit jaar alle mogelijke soorlcn van mouwen gedra gen worden. Een van de minst buitenge wone is de jockey-mouw, die mei een kort strookje valt over een kanten pofmouw. Do laatste vorm van boleroiuouw be- sLaat. uit 'twee korte vierkante stukken, waarvan liet eene langer is dan het an dere. Welke mouw men ook draagt, al tijd valt het schouderstuk ovetr, en het garneersel bedekt de bovenmouw, In de kimono-mouw is natuurlijk geen scliouder- zooiri. Yecl manteltjes zonder mouwen heb ben alleen oen vcrlengslukje, dat als de strook van een jockeymouw over de ja panmouw valt. Algemeen draagt men korte mouwen. Jon ge vrouwen kunnen ook een lange mouw dragen, die van boven mei strookjes is bezel, dan nauwsluit tot den pols, terwijl een korl strookje op de hand valt. Tailor made japonnen volgen ook de mocle en hebben 61" druk gegarneerde öf driekwart lange mouwen. dan cle iongelukkigen uit' andere landen opnemen Als we rijk waren! Maar we hebben nog niet zooveel als dp school voor b!in,den tc Netiwied, gekost heelt en daar zijn, maar zevenüg blinden. Ik heb er veertig, meestal hoofden van, gewinnen, en nioef grond koopon, huizen, houwen om plaats to ma-1 ken voor de volgeinle en niet van het ka pitaal te leven, maar alles in^looti cn ver dienste 0111 te zetten,. In andere landen nam men, In een jaar vier blinden op>, in het volgencl.e zes, enz. Ik had er inde eerste d,rio maanden, al veertig. Dat is on gehoord. U moet denken, dat mijn land zich al buitengewoon heeft moeten inspan nen, om mij te hulp te komen. De ami sten zenden mij geld. Havenarbeiders, fa brieksarbeiders, do allerarmsten zen/ten mij 10 centimes, 20 centimes. Een boer gaf mij l franc 35 centimesU ziet, dat dit heilig geld ïs, dat niet verkwist mag wór den. liet moet het lanü ten goede komen door grootcre voortbrongst. Manlncn en vrouwen in mijn kolonie en zell's de kin deren werken. Ik heb er Gen zesjarigen j'1 gen, die al verdient. Ilij heeft al 2 francs 50 centimes in zijn spaarpot, die hij met '.dochten heeft verdiend. Het is aar dig zoo Vroolijk als ze zingen'bij heiwerk. Toen onlangs ben van allen ziek word, vwamen alle anidoron haar to hulp. Het was roerend! De dankbaarheid v'an die menschen liccfl iels aangrijpends!" De trein stond op het punt van vertrek ken. Een heer zag nog een plaats, die slechts door een valies was ingenomen. Ilij maakte het portier open en wou hot valies ergens anders zotten, toen iemand aan den overkant hem vertelde, dat liet van zijn vriend was, die daar mcestzïüen. „Dan beng ik bang, dat uw vriend te laat zal "komen," zei do ander, „ik zal in ieder geval zijn plaats voor hem be waren.' Toen de trein zich in beweging zette, gooide hij liet valies op het perron. „Wat doet u?" riep zijn overbuur. „Dat was mijn valies SK „Hoe jammer," antwoordde de ander. „Ik dacht, 'dat het van uw vriend was." „De warmte zot de lichamen uit," zei een onderwijzer, „geef mij daar eens een voorbeeld van." „In den zomer zijn de dagen langer clan in den winter," antwoordde een leerling. „Ik heb je ergens gezien, waar je nooit was, nooit zult zijn en nooit kunt zijn.' „Waar was dat?" „In een spiegel." „I'ellncr," sprak iemand in een restau ratio waar muziek werd gemaakt, „laat eens een droevig stuk spelen, terwijl ik eet, Misschien heeft dat een'verzachtenden in vloed op dezen biefstuk." NEDERLANDSCHE WIJSHEID, Gebruik uw kracht: zij zal verineeren, Misbruik uw kracht: zij gaat te leur. De maat betrachten is rogeereu, Gebrek aan wilskracht willekeur. Bcets. Zelden verwekt of doodt een groole ge beurtenis onze gevoelens; meestal zijn zij als het 'mozaiek samengesteld uit on telbare kleine sleenen, "geene kan verloren gaan of 't werk is geschonden, en toch schijnt EEN INSTELLING VAN CARMEN SYLVA. De koningin van Roemenië heeft onlangs hekend gemaakt, (lat zo een stad voor blinden wil vestigen die „Yatra luminoa- sa" (de schijnende haard) zal heolen, en waarin meer dan twintig duizend' blinden uit Roemenië een tehuis en arbeid zullen vinden, want men zal er allerlei soorten van werk kunnen loeren en uitoefenen, zoodal ze van hulpbehoevenden nuttige, tevreden leden der maatschappij worden. De koningin hoeft al jaren hierover na gedacht. Zo heeft zich eerst bezig gehouden met het maken van boeken in blindenschrift. Haar medelijden en haar verlangen om nog meer tc kunnen doen voor die ongc- lukkigen bracht haar er toe een huis le doen bouwen waarin honderd oude blin den konden worden opgenomen. Bij die honderd ouden was ook eer. jonge blinde, een diep ongelukkig, door liet noodlot ver volgd man, Theodorcscu genaamd, wien de koningin zich bizonder aantrok. Eenige maanden nadat liij, die door de hulp „van de koninklijke vrouw voor zelfmoord be waard was gebleven, nieuwen levensmoed had gekregen, maakte 'hij haar 'bekend met een uitvinding, die waarschijnlijk van onschatbare waarde voor de blinden zal worden. Hot is een drukmachine, die ver- gelekon met de thans gebruikelijke, een ideaal van eenvoud is. Ook doze talc van nijverheid zal in de blindenstad beoefend worden, evenals alle sporten van touw cn vTochlwerk, boralelfubrikatic cn ande ren arbeid, waarvoor reeds scholen cn ou derwijzers aanwezig zijn, gezwegen nog van de studie der wiskunde, wijs begeerte, taai en godgeleerdheid, welker gebied, dank zij de hieuw uitgevonden machine, gemakke lijker toegankelijk zal worden voor do arme blinden clan tot nu toe het geval was. Aan iemand, die haar gevraagd had een blinde op te nemen, aan wie de koningin toen zo van haar. ongeluk hoorde, een groole som geïd had gezonden, "schreef zij „liet valt mij moeilijk niet dadelijk te helpen waar er behoefte aan hulp is, maar ik heb vijftig aanvragen cn geen plaats Een en veertig blinden werken reeds bij mij, maar ik heb cr twintig duizend to verzorgen, dat moet men bedenken. En alleen sterke, gezonde mannen, die ik als vlijlige burgers aan mijn land teruggeef! Er is nog geen woning aanwezig, waarin de gebrekkigen kunnen worden opgenomen liet is moeilijk. Vreemden kan ik werkelijk alleen laten komen, als ze van nut zijn ie1.»- "kunnen onderwijzen, iets nieuws in voeren Maar iemand, die verzorgd moet worden, ka» ik uit mijn eigen land niet aannemen, omdat ik geen plaats heb. Die kan ik eerst opnemen, als de anderen zoo veel verdienen, dat ze de hulpbehoevenden kunnen herbergen, zondpi' er zelf onder te lijden. Kunnen andpro landen niet voor hun eigen blinden zorgen? Ik begrijp niet, dat dit niet gebeurt. Wij hebben maar zoo'n I klein land, en zijn niet rijk, mooten wij OORDEEL VAN ENKELE 'GROOTE MANNEN OVER DE VROUW. Sommige groole geesten zijn zichzelf ge noeg geweest. Ze leefden als het ware op een hoogte waartoe niemand anders kon worden toegelaten. Zo waren te groot v'oor vriendschap; of misschien was hun afzon dering het gevolg van hun zelfzuchtige natuur. Een voorbeeld daarvan vinden we in Alexander den Groole en Napoleon. Met deze menschen kon niemand vriend schap sluiten en Vooral geen vrouw. Als ccn arend konden ze wel een oogenblik van uit hun 'hoogte nederdalen voor èen korlstondfgen hartstocht; taaar ze gingen weer naar hun eenzaamheid „terug als die bevredigd was geworden. Zulke personen zoeken geen vriendschap met een vrouw, omdat vriendschap gelijk heid onderstelt; en noch de groole Mace doniër noch do onsterfelijke Corsikaan iemand als zijns gelijke zou hebben erkend. Napoleon, vooral, toonde duidelijk zijn minachting voor Vrouwen niet alleen in zijn leven, maar in zijn woorden en daden. Hij beschouwde haar vols trekt niet als do gelijken van den man. •Op Josephines ontvangdagen in do Tui- lerieën liep de keizer in gedachten rond en de bekoorlijkste vrouw kon weinig meer uit hem krijgen dan de vraag, hoeveel kin deren ze had. Hij slootte Mme. cle Slaül ruw v'an zich, die zelf vond dat haar ver sland haar wel de aandacht van den kei zer waard maakte. Evenals met Napoleon was het met zijn tegenstander Wellington; hij'vond de vrou wen ook alleen geschikt voor wat afleiding in een verloren uurtje. Ilij was hard voor zijn vrouw een zeer schoone vrouw en in £ijn korte liefdesbetrekkingen met andere vrouwen was niets wat naar eer bied "of vertrouwelijkheid' zweemde. EEN VORSTELIJKE DIEREN- BESCHERMSTER. Te Berlijn heeft prinses Carl Anton von HohenzoUcrn, een toevluchtsoord voor zwervende honden doen verrijzen. Men is in Berlijn dikwijls ruw en wreed voorver- dwaalde Konden. Het prinses Carl Anton-asyi verleent gast vrijheid aan ongeveer duizend zwervers. De prinses bezoekt het asyi geregeld cn ziet streng toe, dat de dieren goed behan deld worden. RECEPTEN. Vlceschrestjes. liet volgende is een goed middel om vleeschrestjes te gebruiken: Alle soorten vloesch, gekookt, gebraden, ook ham oij spek worden fijn gehakt, dan worden broodi en uien bi'uiu geroosterd, hot vleesch er bij gedaap met wat meel. Als het .samen goed bruin is geworden,, wordt er bouil lon ol' water bij gevoegd met. zout, peper, laurierblad en azijn en wordt alles gekookt. Groene eierkoeken,. Een han.dvol spinazie, peterselie en an dere kruiden wordL gewasschen* fijn ge hakt, gezouten eii, in oen lepel boter eenige minuten, gestoofd. Daarna wordt van eieren, meel, het noodige zout on, melk een vloei baar deeg 1 gemaakt, de kruiden daarmee gemengd en alles langzaam gebakken, FOORKINDEREN. HANS DE GELUKSZOEKER. Hij had het thuis zeker te goed gehad, daarom ging Hans op een mooien dag naar zijn vader en '/.ei„vader, ik ga de wereld in! In de wereld is het geluk te vinden!" De vader, die reeds lang bemerkte, dat zijn zoon het thuis niet prettig meer vond, trok de schouders op en sprak„Ga je gang Eu als je het soms niet mocht vinden, kom je maar terug misschien weet je dan, waar je het zoeken moet.'" Den volgenden dag pokte Hans zijn bun deltje, stak een bloem op zijn hoed cn ging in den heerlijksten zonneschijn op weg. Hij floot een vrooiiik liedje en dacht Waar zou mijn geluk beginnen? Ik denk dat ik aardig wat za! mooten loopen, want dicht bij huis kan het niet liggen. Toen het avond begon te worden, kwam Hans bij een groole boerderij. „Vertel mij eens," vroeg hij aan don boer, „waar begint het geluk?" „Waar het geluk begint?" lachte de man. „Wel jongen, ga naar binnen, over een uur ben ik klaar met mijn werk, dan zal ik het je zeggen." „Dan zal ik zoo lang vliegen voor u van gen," antwoordde Hans. Er gingen echter een paar uur voorbij, zonder dat de boer zich liet zien. „Dat ig een vervelende geschiedenis," dacht Hans. „Ik had niet gedacht, dat liet gelukzoeken zoo lang zou duren." Toen de boer eindelijk na drie uur bin nenkwam, haalde Hans verlicht adem en riep: „Eindelijk! Zeg mij nu, als 't u ulieft gauw, waar liet geluk begint Er kwam een lachje op het gezicht van den man. Ilij ging zitten, maakte zijn bril schoon en verzocht Ilans tegenover hem te gaan zitten. „Dus wou jo weten, waar het geluk be gint?" vroeg de boer nog eens. „Zeker," riep Ilans, „en ik heb drie volle uren op uw antwoord gewacht „Luister dan: Het geluk begint bij cle „g", dan komt de „e" met do „1" on de „u" cu het houdt met cle „k" op. Nu weet je liet Onze Hans stond verbluft na dit antwoord, na een poosje riep hij echter heel boos: „Dat weet ik ook welals u me anders niets te vertellen heeft, bad u me hier zoo lang niet hoeven op te houden." Met een woedenden blik keek hij den boer aan, verliet de kamer en gooide do deur toe. Den volgenden morgen liep Hans verder, hij dacht: „mijn vraag was ook dom; ik had moeten vragen Wat moet ik doen, om eens gelukkig te worden?" Hij nam zich dus voor die woorden bij de een-te de beste gelegenheid aan den man te brengen. Na eenigpn tijd kwam hij bij een potten bakker. „Goeden dag," zei Ilans. „Baas, kan u mij ook zeggen, wat ik moet doen, om eens gelukkig te worden?" „Ja, dat kan ik je best zeggen." „Zeg het mij dan, als 't u"blieft." „Om gelukkig te worden, moot je in de eerste plaats hard werken. Want werken verzoet het leven, en rust na den arneid smaakt duizendmaal beter dan wanneer men s morgens bij het opstaan al begint rust dag te houden. Wil jo soms knecht bij mij worden?" „Wel ja," zei Hans, „om gelukkig te worden, probeert men van alles." De jongen maakte dus zijn bundeltje los, hing zijn hoed op, trok zijn jasje uit en be gon te werken. Hij deed dit echter zoo onhandig, dar hij meer brak dan zijn weekloon bedroeg en daar cle pottenbakker dit niet zeer vriendelijk opnam, vond hij het wijs er maar vandoor te gaan. „Mijn tweede vraag was ook dom," dacht Ilans, toen hij weer vrij was. „Ik wil niet mijn leven lang wcri-en om „eens" gelukkig te worden. Ik had dan net zoo goed 'buis kunnen blijven, om mijn vader te helpen. Den volgenden keer zal ik het beter aan leggen." Toen Hans een paar uur geloopen nacl, kwam hij bij een huis waarboven een reuzen groot schild hing met de woorden„Mnn- denmakerij van Fredcrik Welgemoed." Drommels, dacht Ilans, daar zal ik eens heen gaan. Die man schijnt niet"alleen rijk, maar ook recht vrooiiik. Die zal wel weten, waar het geluk te vinden is. Hij belde dus aan. „Is meneer Welgemoed thuis?" vroeg Ilans aan don man, die hem open deed. „Ja, dat ben ik," zei deze, „wat is er van je dienst?" „Kan u mij geen recept geven om geluk kig te worden liefst dadelijk?" De mandenmaker dacht, dat de jongen, hem voor den gek wou houden. „Ik zal het hem aan het verstand brengen," dacht hij. En Fredcrik Welgemoed verzocht hem binnen, te komen; bij beloofde hem, dat hij zeer gelukkig zou zijn, als hij zijn woning verliet. „Dadelijk?" vroeg Hans. „Zeker!" „Nu gaan wc dan eindelijk het geluk tegemoet," dacht Ilans. „Ik wist wel, dat k het geluk eens zou vinden." Toen Hans met den mandenmaker in de werkplaats was, moest hij jas, vest en broek uittrekken. Onderlussehen ging de Baas naar zijn knechts. „Jullie moet dat ventje eens een flink pak slaag geven, en hem daarna laten loopen," zei hij. De knechts deden wat hun bevolen was cn hadden plezier in hun werk. Toen Hans het huis uitging, riep de man denmaker hem door het opgeschoven venster na„Ben je nu niet gelukkig, nu er een eind is aan de afstraffing. Ik heb hot je wol gezegdhoud een volgenden keer de men schen niet meer voor den gek Hans liep weg, zoo gauw als liij kon en kwam nog voor zonsondergang thuis. Ilij kleedde zich uit en ging naar bed. Zijn Vader streek hem over het haar cn troostte hem zoo goed mogelijk. Toen h'rj echter op don rug van Hans de sporen der zweepslagen zag, sprak hij„Je ging uit om geluk _!e zoeken, maar je bracht wat anders thuis. Weet jc nu, waar je het geluk moet ace ken?" Hans knikte. Hij'wist hvt best. Gedrukt ter Drukkerii v. d. Schiedamsche Courant. rtttBwiirivirnwifiMrtniTn iMi'iimi agar. ^'*ïs*Mxsvm igrajfcamaczzsaa

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 10