geef ik mijn eigen. kinderen. We hebben ook niets. Ik 'heb in goon twee maanden geld, gekregen. Ik <kan huasj; n'iot. meer roont. Wat moet i\r van ons wordenZou iemand ons_ te 'hulp komen'?" Ik bood hem aval geld aan. Hij wei- geide echter nu strekt iets aan te nemen. ...Er is niet 'genoeg voor 'win'iig meu- schcn en ou 'zijn' er twee duizend, die verhongeren. Ik kan niets, met uw geld doen. Do monschcn weten,, dat ik niets heb. Brein g hen nio't lot razernij." Ik ging zoo gauw mogelijk naa.u Samara te nag en binnen drie dagen werd er ip Gestiuva een vrije keuken geopend. Haar ik zal nooit dien vueesofijken ïnorgen ver geten en het gezicht van' die stille, go duklige sleurende menscben. Dat is maan één episode uit don Ilus- sischon hongersnood. Hoe moet hot daar wonten, als het zoo voortgaat. DE MUSKIET. Natuurlijk hebt go hoeren spreken over dat diertje, dat voornamelijk bij de zee, do Lieren en de vijvers leefthet staat tot ouzo mug als de ndder .tot de ring slang. Ongelukkig ontvlucht het,' den mcnsch niet. om zich in afgelegen streken to verbergen, zooals deze, het houdt,van de beschaving, van rnenschen, het wordt door 't licht aangetrokken: al sluit acook alles, liet. komt door spleten, en kleine ope ningen binnen. Het beste is om den avond in. oen andere kamer door te brengen clan die waarin enen 's nachts zal zijn: zijn kaars uit. to blazen, als men naar "bed wil gaan. en dan de andere kamer in te trekken. Ongelukkig heeftj de muskiet "de oogen wan den uïL en 'denpieusi van de hyena: hij ziet ju inv de duisterpis, hij volgt uw spoor, als Iijj tenminste niet om zeker van. izijn. zaak to zijn op mv haar. gaat zitten.. Dan .denkt ge, dat ge hem te slim zijfc afgeweest,, ge gaat op den, tast naar uw bed, ge; gooit een, tafcltjo om vol oude porseleinen kopjes, ge maakt! een omweg om piet op de scherven te trappen, ge komt bij uw bed, sje licht voorzichtig het muskietengopdijn, pp, dat cr omheen is ge maakt. go glijdt onftei; 'do dekens, als een slan,g eu ge wenscht lx geluk omdat ge, dank tzij al die voopzorgen, een_rustigen nacht zult hebben. De tvaaii is zoet, maar kort ran, dour. Na vijf minuten hoort.ge een zacht gegons, om uw gezicht: men zou. even, lief een tijger, of leeuw hooren brullen. Ge- hebt uw vijand bij u opge sloten; maak u klaar, voor een hevig ge- viecht: hij .geeft 'het sein tot een strijd op leven en dood. 'Weldr,a houdt het ge gons op; het is het vreeselijke oogenbiik: waar is uw vijind? gij weet er niets van: voor don aanval dien hij' tegen u zal be ginnen is geen parade noodig. Opeens voelt gp de wond, gij bxertgt er do hand heen, uw tegenstander, as vlugger geweest dan gij en, mi hoort ge hem 'de overwinning bezingen': het helsche gegons beweegt zich in fantastische, onregelmatige kringen om uw hoofd, ter,wijl ge vergeefs tracht, hem to grijpen; dan 'houdt het geluid voor de tweede maal op. Daarna begint uw angst weer, ge brengt uw handen overal waar hij niet isj, totdat een nieuwe pijn u aanwijst, waar, hij ge weest is, want op 't oogenbiik waarop ge meende dat ge hom verpletterd had, be gint het gegons weer.. Nu schijnt het u een duivelsch spottend gelach, ge maakt u klaar om hem te verrassen waar hij zich neerzet; ge spreidt uw handen uit, ge maakt zo zoo breed als, mogelijk is, ge houdt zeifs uw tegenstander, uw wang voor, ge wilt hem daarop lokken om hem met uw hand te vernietigen. Weerhoudt het geeons op; ge houdt uw adem in, ge tracht- het kloppen van uw hart tegen te gaan, ge meent op duizend verschillende plaatsen den angel to voelen. Opeens voelt go pijn op uw ooglid: ge berekent niets, gc denkt slechts aaa wraak, ge geeft uw oog een vuistslag, waarmee ge een os zoudt kunnen dooden, ge ziet zes en der- dig vonkenmaar,, dat is niets als de vam pter maar dood is: een oogenbiik hoopt go het, en ge dankt God dat ge de over winning hebt behaald. Een minuut latejr begint het satanische gegons weer: dan kent ge geen maat meer, uw verbeelding stijgt, ge wordt toornig, ge gaat onder de dekens weg, _ge neemt geen enkele voorzorg meer tegen den aan val, go staat op in de hoop dat uw vijand een onvoorzichtigheid zal begaan; einde lijk na drie uur worstelen valt ge neer op het punt van uw verstand te 'verliezen, uitgeput van vermoeidheid, op van slaap; ge sluimert in. Uw vijand staat u een wa penstilstand toe, hij is verzadigd: de mug bewijst den leeuw genade; de leeuw kan slapen. Den volgenden morgen wordt ge wak ker, het is helder 'licht: het eerste wat ge bemerkt is de muskiet op uw gorclijn met een lichaam opgezwollen door uw zui vere bloed; ge ondervindt een oogenbiik van groote vreugde, ge brengt uw hand voorzichtig bij hem en ge doodt hem langs den muur als Hamlet Polonius; want hij denkt niet aan vluchten. Al» er op dat pogenblik een bediende binnenkomt, kijkt hij u met verbazing aan en vraagt u wat tav oog scheelt. Ge kijkt m den spiegel ou herkent u zelf niet: ge ziet u zelf niet, maar iets monsterachtigs, iel» als Vulkaan, als Quasimodo... Alexandre Dumas pfcre. KRENTEN. Lord Tlyrou, die groote synrpalhio bad voor Griekenland, schreef eens: „Vijfda gen lang heb ik bijna alleen geleefd van krenten, een ideaal voedsel, dat hier veel gebruikt wordt. Wie veel krenten eet, heeft geen geneesmiddelen noodig." Deze woorden werden tachtig jaar ge leden geschreven, zoodat men er niet veel meer aari zou bochten. Maar do lijfarts van den Engelschen, koning Sir Francis talking beeft zich in den/.elfden gecstuit- jekden. Krenten zijn volgens hem voed zaam en gemakkelijk le .verteren. Daar de pogingen om deze plant in an dere streken te doen groeien steeds mis lukt rijn, moet Griekenland de heole we- icld van krenten voorzien. De Grieksche wijngaarden, waar de krenten hel best ge dijen, liggen op de zacht golvende helling van de groole heuvels, die zich ten oos ten van dei golf van Patef» naar de golf van Corinthe uitstrekken. Ook worden de krenten verbouwd in de buurt van Pa ttern, Yortizza, Missolonghi, Corinthe ein de tonische eilanden. Als de mooie geurige vruchten zijn in gezameld, (worden ze zorgvuldig uitgespreid om io drogen. De gewone krenten wor den in de zon gedroogd* maar de fijnste soorten houdt men in de schaduw, waar door 11e bessen hun geur "en vorm be houden. Als do krenten goed droog zijn, worden zo zorgvuldig verpakt en naar alle 'doe len der wereld gezonden. Een paar we ken hm. den krenten oogst, kunnen we de gedroogde Vruchten koopen, die korten tijd te voren op de Grieksche heuvels dooi de zon gekoesterd werden. BRIEVEN PER LUCHTBALLON VERZONDEN. Deze brieven zijn een zeer begeerde en dikwijls duur betaalde, liefhebberij van ver zamelaars. Tijdens het' beleg van Parijs had de postadministratie een geregelde ver zending van brieven) per luchtballon inge voerd. Niet weinige dezer brieven .ge raakten in vreemde handen/ en werden op die manier een handelswoorwerp van postzegelhandelaars. De brieven zijn.zoc- als toen n,og veel" de gewoonte was, zon der omslag opgevouwen, op den buitenkant van adres', postzegel en stempel voorzien. De bliksem bad het huis van een Zi geuner getroffen, en de Pope verklaarde flat het een straf van God was, omdat hij bij zijn paardenhandel zoo dikwijls ge logen had. Toen do Zigeuner daarna weer naar He paardenmarkt 'ging, sprak' hij tot zijn vrouw: „Zeg eens', oudje, bied mij eens vierhonderd groschen Voor den knol. "Want ik zal op de markt moeten zweren, dat men er mij vierhonderd groschen voor geboden heeft en het is zoel weer van daag." Reiziger. „Houd 'toch uw duim niet in de soep." i "Waardin: ,,'0, 'dat geeft niet, de_ soep is niet erg warm." t „Waarom kijk je zoo boos?" „Ik heb gisteren mijn schoonmoeder ge fotografeerd en nu ben ik be2ig haar te ontwikkelen." 'ONDER COMPONISTEN. „Zoo'n operette maken is» nog zoo een voudig niet. Daar zijn knappe lui voor noodig: twee die den tekst van eenderde stelen en een vierde, die de melodie van een vijfde neemt." IN DE GESCHIEDENISLES. Do koningen uit dit huisi leken daarin op elkaar dat ze geen de minste gelijke nis met elkaar hadden. NEDERJLAND3CHE WIJSHEID. Slijt uw droefheid door den tijd, 't Is omdat uw hart wat slijt. Beels. De geschiedenis velt vele vonnissen, maar dit is haar waarsto oordeel: iedereen ver dient he.t lot dat hij be'mstend draagt. Wallis. Niets schooner voor een vrouw dan vrouw te zijn. 'J. P. Hasebroek. Zijn plicht gedaan te hebben is het ecnige, wat men nooit betreurt. Thotbcoke. Kleine zielen slechts misgunnen, Zalig, die bewonderen kunnen. Ten Kate. De beste soort van moed is de moed om je doen, wat goed en rechtvaardig is. r BiMordijk. Die thuis 't geluk niet vindt, hijzal het nergeps vinden,. Die thuis gelukkig is, hij zoek' het elders niet, Maak 'tot uw liefste! en beste vrinden, Hen, die gij daag'iijks naast u ziet. Ten Kate. V0OR DAME S. MODE. liet belangrijkste vnn de mode van 1907 is de gedistingeerde oorspronkelijkheid. De modenaaisters, die den toon aangeven, schij nen eindelijk gevat te liehhcn, dat dc ver anderingen niet juist in aansluiting aan de vroegere modellen to boeven worden aange bracht, on nu zijn de nieuwe modellen in veel opzichten geheel verschillend van het \iocgor geziene. Oppervlakkig beschouwd zou men kunnen zeggen, dat het Eerste Keizer rijk nog een grootcn invloed oefent: de mooi ste en fijnste japonnen worden nog uit één stuk gemaakt -in den zoogenamnden prin- sosso-siijl. blaar door den geheel anderen vorm van het lijfje en hot garneersel en de rijke garneering van den rok is het effect anders duit dat van verleden jaar. De nieuwe mode van dit jaar bewijst hoe onmogelijk het is de mode van het komende seizoen te voorspellen. In het begin van den winter werd er gezegd, dat de blouse en do Maria Antoinette fichu voor langen tijd had den afgedaanEn uu is de fichu meer dan ooit in de mode, niet alleen in kant of mousseline, maar zelfs in laken en zijen ei is geen japon, waarin dc invloed van dc House niet kan worden bespeurd, want wat zijn de chemisettes, die nu zoo'n groote rol spelen anders dan blouses? Bovendien wordt dc blouse nog bij tailor made rokken ge dragen overal waar een eenvoudig toilet wordt vereischt. BEKENDE REIZIGSTERS. De liefde van vrouwen voor het reizen was nooit zoo groot als tegenwoordig. Eon der meest bekende vrouwen op dit gilded is Lady Baker, een mooie heldhaf tige Ilonganrsehe, die in 1800 de vrouw werd van Sir Samuel Baker. Ze vergezelde heni bij zijn tochten langs den Nij!en men moet z.ich verbazen dat ze de gevaren, ont beringen cn bot lijden van deze tochten doorstond. Koorts, honger, dorst noch de aan vallen der inboorlingen konden haar temeer di ukken. Ze ging overal met haar man meo en redde hem eens het leven, door zich tus- srhen hem en zijn aanvallers te plaatsen. Ze toonde zich soms een ware Amazone in het gebruik van oorlogswapens. Toen Kam- rnsi. een Afrikaansch hoofd, haar tot vrouw vroeg, hield Lady Baker in het Arabisch een toespraak tot hem, die den onwelkomen be wonderaar de goden deed danken, dat hij vooi zulk een helleveeg was gespaurd ge- blc-ven. Het mooiste oogenbiik in Lady Bakers leven was toen ze doodop van koorts "en ver moeidheid naast haar man stond bij het groote Albert Xyanza, zijn ontdekking en in zekeren zin ook de hare. In de jaren, die volgden op de ontdekking van de bronnen van den Nijl reisde Lady Baker met Sir Samuel in Syrië, Indië, Japan en Amerika, er, eens maakte zo een reis door Cyprus. Na den dood van haar man, ongeveer dertien jaar geleden, heeft Lady Baker zich terug getrokken op haar landgoed, dat vol herin neringen is aan haar reizen en onderzoe kingstochten. Mevrouw Aubrey le Blond heeft de beko ring ondervonden van het leven in de Pool streken. Ze heeft verscheidene var. de hoog ste pieken in Noorwegen beklommen. liet is eigenaardig, dat teere vrouwen dik wijl'- sterk worden door avontuurlijke rei zen. Mevrouw Aubrey le Blond is daar een voorbeeld van. In 1881 bracht ze voor haar gezondheid den zomer in Zwitserland door en daar begon ze bergen te beklimmen. Toen kreeg ze verlangen om pieken te be stijgen, waar nog niemand op geweest was, en in 1898 ging zo met een Zwitserschen gids, Joseph Imboden, naar Noorwegen, een nog bijna onbekend oord voor bergbeklim mers. Ze bracht daar vier zomers door, en genoot daar telkens weer van die eigen aardige bekoring om haar -voet op een nog onbestegen berg te zetten. Zo hoeft verscheidene boeken over haar reizen uitgegeven. Onder haar merkwaardigste tochten be hoort de bestijging van de Scersee na de eerste sneeuw, met de afdaling aan den Italiaanschcn kant. De bestijging van de Zinat Rothorn tweemaal op één dag was ook iets buitengewoons, Mevrouw Ie Blonds buitengewoon uithoudingsvermogen bleek uit de bestijging van den Mattcrhorn van uit Visp, waarbij ze liep naar St. Nicholas, den/.elfden avond uit Zcrmatt ging en van daar den Mattcrhorn besteeg zonder een oogenbiik slaap genoten te hebben, aan den Italiaanschcn kant don berg afdaalde en over Theodule naar - Zermatt terugkeerde zonder dat ze na haar vertrek uit Visp naar bed was gegaan. EEN JUBILEUM. Den 6den Juni hoopt de Vereeniging ter behartiging van de belangen der jonge meisjes haar 25-jarig jubileum te Utrecht te vieren. Uit alle streken van ons land, waar die vereeniging leden tolt, za! men daar te samen komen. Men kent het doel der vereeniging, die opgericht is in navolging der door Josephine Grey gestichte Engelsche instelling. Ilaar taak is veelomvattend. Ze richt te huizen op waar jonge meisjes, die tijdelijk geen dak hebben een vriendelijk goekkoop lo gies vinden. Verder verricht ze het Sta- tionswerk, dat zich ten doel stelt jonge meisjes die alleen reizen en dikwijls in ver legenheid staan, doordat ze öf de taal niet kennen bf niet weten waarheen zich te wen den, van dienst te zijn. Ruim vier jaar ge leden werd dit werk door do Nederlandsche afdeeling opgevat. Bij do aankomst der trei nen in de groote steden staat op het perron een dame, kenbaar aan een blauwen band om den arm op den uitkijk naar jonge meisjes, die haar hulp en voorlichting noodig heb ben En op die wijze zijn reeds velen van het verderf gered. Ook is er door de vereeniging geslicht een plnalsingsbureau voor bui toniandsc.ho kinderjuffrouwen on gouvernantes. De taak van hot bestuur is met gemakkelijk en gel delijk is er veel noodig lot in-stand-houding van hel werk. Misschien dat 'bet 25-ja.rig jubileum der vereeniging' meer de aan dacht op haar doet vestigen en velen be weegt haar geldelijk te steunen. VROUWEN IN HET PARLEMENT. Nadat tot nu toe in eenige 'staten 'der Amerikaanscho Unie en in eenige Austra lische koloniën de vrouwen het politieke stemrecht verkregen, is nu in Europa Fin land het eerste land met vrouwelijke, par lementsleden. Aan do laatste verkiezingen namen een buitengewoon groot aantal vrou wen Hotel niet alleen in de steden, maak ook in de landelijke districten, lid'is vast gesteld dat de meerderheid der kiezers vrouwen waren. In de vijf en twintig districten der hoofd stad Hclsingfors hebben ongeveer 'drie vrouwen tegen twee mannen hun kiezers- plicht vervuld, bijv. in èen district 713 mannen cn 1161 vrouwen, in een ander 829 mannen en 1251 vrouwen enz. On der de gekozen afgevaardigden zijn twee onderwijzeresseneen predikantsvrouw, ze ven arbeidsters, een liocrin, een student en een redactrice ccncr courant. In de Skandinavische landen zal dit voorbeeld wel het eerst navolging vinden. In Dene marken zulten do vrouwen al voor "den gemeenteraad mogen kiezen. RECEPTEN. Aspergesoep. Dunne asperges worden schoongemaakt, in stukjes gesneden en in water met zout zacht gekookt. Dan laat men een goed stuk boter en een eetlepel meel brain worden, giet daar het aspergewater op, kookt do asperges nog ce;ns op en biedt? de soep mot 2 eidrdooicirs. D Bloemkoolschotel. De schoongemaakte bloemkool wordt in water met wat zout gekookt, daarna met de bloem naar beneden in een met boter bestreken vuurvast schoteltje geplaatst. Dan overgiet men ze met een dikke saus, die men boven een zwak vuur met 20 Gr. boter, een vieide L. room en twee eet lepels meel heeft gemaakt met wat zout, nootmuskaat en twee eieren. De saus wordt glad gestreken, daarna strooit men et paneermeel en parmezaanselie kaas over heen, laat er wat boter op droppelen en zet den schotel in den oven, om den in houd bruin te laten worden. TOOR KMDEREN. RIDDER PAUL. Op den morgen van den 26sten Juli 1655 werden de bewoners van de stad Marseille wakker met het vaste plan om den heelen dag plezier te hebben. De kerkklokken lieten een vroolijk carillon hooren en de rnen schen op straat zagen er allen even opge wekt uit. Die algemeene vreugde weerspie gelde zich ook op het gelaat van een kreu pelen matroos met grijze haren. Hij ging op een paaltje zitten en dacht hardop .,11c zal vandaag een goeden dag heb ben en dat is dan loch niet te vroegDe wereld is toch een wonder ding." „Ja, een wonderlijk ding, kameraad!" Toen hij dit kalm achter zich hoorde zeg gen, keerde de matroos zich eensklaps om. Hij zag een langen man achter zich, die in ec-i' mantel was gewikkeld. Op wantrouwenden toon vroeg de matroos ,.U zegt, prins?" „Ik zeg, dat ge gelijk hebl, kameraad, de wereld bestaat uit wonderlijke dingen, heel wonderlijke." „Dat is waar," stemde de matroos toe. „Ik zeg dat naar aanleiding van den ver wachte." „Wacht men clan iemand?" ,.lk zou toch denken, dat u de klokken moest hooren en de vlaggen moest zien. Marseille zal vandaag de terugkomst vieren van een zijner roemruchtigste zonen, rid der Paul." De man ging naast den matroos zitten en vroeg zal "mijn onwetendheid verontschuldi gen, als u weet, dat ik een vreemdeling ben. Ik kwam van nacht in mv mooie stad. Wat is dat voor een man, die ridder Paul?" „Kent u ridder Paul niet? Dos te erger voor u. Gij zoudt anders iemand kennen, zooals er geen twee gevonden worden! Rid der Paul is een admiraal en ik ,ben een anno matroos. Maar toen we vijftien jaar waren, hebben we beiden op hetzelfde schip gevaren." De vreemde maakte een lichte beweging. „Hij lmd zeker voorname beschermers, die hem vooruit geholpen hebben." „HijVolstrekt nietPaul was Paul, zon der meer, de zoon van een arme waschvrouw uit Marseille. Hoeveel maal heeft Paul zijn geschiedenis niet aan zijn kameraden ver teld Hij is geboren op het kasteel, dat ge daar ziet. De gouverneur van het kasteel, de markies de Forka, had aardigheid in hem en liet hem les geven. Op zijn vijftien de jaar kon Paul lezen, zonder een woord over, te slaan. In plaats van aan land te blijven om een geleerde te worden ging hij liever op zee." „Ge schijnt een goede herinnering bewaard te hebben aan uw kameraad." „Dat is nog al duidelijk 1 Vijf jaar*heb ben wo samen gevaren. Paul heeft mij wat dikwijls bijgestaan met zijn beurs, als er wat in was Ilij gaf het voorbeeld van gc- hooizaamheid zoowel als van dappeiheïd, Een goed hart en een moedig man." De "vreemdeling naderde den matroos ca sprak „Uw ridder Paul boezemt mij belang in. Vei tel mij eens over een zijner mooiste toch ten." 1 „Zijn mooiste tochten 1 Wel :;e waren alle mooi. Op het eerste schip, waarover hij het hevel voerde, verrichtte hij honderd iiolden- daden. Ilij bracht zooveel schepen van zec- roovers naar een eiland in don Archipel, dat de Turken dit „den toren vun kapitein Pau lo" noemden." „Werkelijk 1" „Ik was bij hem op dat schip. Ik was ook bij hem toen hij den Neptunus aanvoerde en de Fmnsche vloot de Spanjaarden versloe» hij Gaëstnria. O 1 wat een mooie dag was dat. Het is mij of ik er nog ben! Daarna overdekte Paul zich met roem bij Barcelona en Orbitolli. Toen ivas ik niet meer op zijn schip. Ik zag hem alleen nog maar uit do vei te." „IVas hij dan trotsch?" „Ileelemnal niet. Dat lag niet in zijn karakter. Staar na iederen slag kwam hij hooger in aanzien en ik bleef dezelfde. Maar ik ben niet jalocrschWat ik u van Paul vertelde is nog niets bij het gevecht var. Napels. U weet wel dien beroem den slag?" „Ik moet bekennen, dat ik er niet veel van weet." „Paul kwam met zes schepen de rcedc van Napels blokkecren, toen er zeven en twintig Napelsche cn Spaansche schepen ui< te voorschijn kwamen, die do Fransche vloot omsingelden. Maar u had moeien zien, hoe ze ontvangen werden 1 Paul gaf op zijn admiraalschip het voorbeeldgeen schot ging verloren. Twee schepen van den vijand zon- Icon, vier werden buiten gevecht gesteld. Dat duurde zes en dertig uur. Eindelijk, op den avond van den tweeden dag, ging Paul met de zijnen ongemerkt door de vijandelijke vloot. Den volgenden morgen wreven de anderen zich de oogen uit. Niets meer te zien 1 Wat een manoeuvre 1 Nooit zag men zoo iets!" De vreemde steunde de kin op zijn hand, boog zich voorover en sprak„Was hij wer kelijk zoo knap Do matroos keek zijn ondervrager aan, nlsof hij hem wou verslinden. „Zoo knapMen ziet wel, dat u er niet bij geweest is. Zes schepen tegen zeven en twintig. De koning heeft niet veel admiraals, zooals hij De matroos zuchtte en hernam: „Na dien tocht kwam Paul in Frankrijk terug met roem overdekt en ik met een ge wond .rechterbeen Gelukkig zijn mijn armen nog goed cn als ik werk vind, hel) ik mijns gelijke niet voor het afiappen vnn wijn In geen acht jaar heb ik Paul ge zien Klaar ik ben niet jalocrsch cu van daag, als liij gevierd wordt, zal ik denken, dat een klein deel van die eerbewijzen mij toekomt." Do vreemde stond op, bedankte Paul voor zijn mededeeling en ging naar de stad terug. Eenige uren later bewoog zicli een talrijke menigte op de kaai, waarlangs dc stoet van ridder Paul moest komen. Daar hoorde men dc kreet„Daar is hij Ieder drong naar voren om beter te zien. Te midden van een groep, gevormd door officieren cn de voornaamste waardigheids- beklecders der stad naderde een nuin van hooge gestalte. Hij beantwoordde glim lachend de toejuichingen dor menigte. Op eens zag men, dat hij bij een groepje bleef slaan. In die groep was een matroos die deu held van den dag aanzag met bewondering gemengd met verbazing. Toen de admiraal hem een tecken guf, wist de'matroos zich heelemaal niet meer te houden. „Pascal," zei ridder Paul zachtjes, „lier- kei: je je ouden kameraad niet meer? Heb ik dan een beter geheugen dan jij?" Pascal stamelde: „O 1 meneer, nooit had ik dien morgen kunnen vermoeden Is u liet 1" „Ik heb je dadelijk herkend, Pascal, toon ik in de vroegte Marseille was ingegaan. Ben je blij, dat je me terugziet?" „Meneer 1 01 Meneer 1" De arme Pascal kon er niet uitkomen. Ridder Paul nam hem bij de hand. „Hoe ren," sprak hij tot hen, die hem verge zelden, „ik stel u een ouden goeden vriend (lit mijn jeugd voor. Het geluk is hom niet mee geweest, terwijl het mij mot zijn gunsten heeft overladen, maar ik vergeet niet, dat wo sa men scheepsjongen zijn geweest. Evenals Pascal ben ik een kind uit hot. volk, God weel dat ik mij mijn afkomst niet schaam- En wat is eigenlijk roem? Vandaag word ik gevierd 1 Weet ik wel of later de naam i an ridder Paul nog in zijn eigen land bekend zal zijn. liet spijt mij, Pascal, dat ik je zoo long- uit het oog heb verloren." Terwijl hij Pascal bij zich hield, ging rid der Paul voort: „Je hebt je er dien morgen op beroemd, dnt je goed wijn kunt bottelen. Ga met mij naar mijn hotel, daar zal wel werk voor je zijn. Vandaag zullen we niet anders doen dan flesschen ledigen. Het is feestdag!" Zich tot zijn geleide wendende voegde rid der Paul er vroolijk bij „Als ge het goed vindt, heeren, zullen we drinken op de gelukkige ontmoeting van twee oude vrienden, besloten om nooit meer te scheiden. Wat zeg je ervan, beste Pas cal?" Gedrukt ikr Drukkerij v, d. Schiedamsche Courant, wkmn jfw»~e am *i^vim^MMww»mnMt wwl.w,i taj^^Wüiatt^-M.'Jöft^A -r i nvrr i rn n t m1v it r Oitmrnmrtrnr nrtrr-rri'iiri rr n. tfawn mtiw irtrwmminr'wwn ft KSSMdüafSBSONOW

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 10