geef ik mijn eigen. kinderen. We hebben
ook niets. Ik 'heb in goon twee maanden
geld, gekregen. Ik <kan huasj; n'iot. meer
roont. Wat moet i\r van ons wordenZou
iemand ons_ te 'hulp komen'?"
Ik bood hem aval geld aan. Hij wei-
geide echter nu strekt iets aan te nemen.
...Er is niet 'genoeg voor 'win'iig meu-
schcn en ou 'zijn' er twee duizend, die
verhongeren. Ik kan niets, met uw geld
doen. Do monschcn weten,, dat ik niets
heb. Brein g hen nio't lot razernij."
Ik ging zoo gauw mogelijk naa.u Samara
te nag en binnen drie dagen werd er ip
Gestiuva een vrije keuken geopend. Haar
ik zal nooit dien vueesofijken ïnorgen ver
geten en het gezicht van' die stille, go
duklige sleurende menscben.
Dat is maan één episode uit don Ilus-
sischon hongersnood. Hoe moet hot daar
wonten, als het zoo voortgaat.
DE MUSKIET.
Natuurlijk hebt go hoeren spreken over
dat diertje, dat voornamelijk bij de zee,
do Lieren en de vijvers leefthet staat
tot ouzo mug als de ndder .tot de ring
slang. Ongelukkig ontvlucht het,' den
mcnsch niet. om zich in afgelegen streken
to verbergen, zooals deze, het houdt,van
de beschaving, van rnenschen, het wordt
door 't licht aangetrokken: al sluit acook
alles, liet. komt door spleten, en kleine ope
ningen binnen. Het beste is om den avond
in. oen andere kamer door te brengen clan
die waarin enen 's nachts zal zijn: zijn
kaars uit. to blazen, als men naar "bed
wil gaan. en dan de andere kamer in te
trekken.
Ongelukkig heeftj de muskiet "de oogen
wan den uïL en 'denpieusi van de hyena:
hij ziet ju inv de duisterpis, hij volgt uw
spoor, als Iijj tenminste niet om zeker
van. izijn. zaak to zijn op mv haar. gaat
zitten.. Dan .denkt ge, dat ge hem te slim
zijfc afgeweest,, ge gaat op den, tast naar
uw bed, ge; gooit een, tafcltjo om vol oude
porseleinen kopjes, ge maakt! een omweg
om piet op de scherven te trappen, ge
komt bij uw bed, sje licht voorzichtig het
muskietengopdijn, pp, dat cr omheen is ge
maakt. go glijdt onftei; 'do dekens, als een
slan,g eu ge wenscht lx geluk omdat ge,
dank tzij al die voopzorgen, een_rustigen
nacht zult hebben. De tvaaii is zoet, maar
kort ran, dour. Na vijf minuten hoort.ge
een zacht gegons, om uw gezicht: men
zou. even, lief een tijger, of leeuw hooren
brullen. Ge- hebt uw vijand bij u opge
sloten; maak u klaar, voor een hevig ge-
viecht: hij .geeft 'het sein tot een strijd
op leven en dood. 'Weldr,a houdt het ge
gons op; het is het vreeselijke oogenbiik:
waar is uw vijind? gij weet er niets van:
voor don aanval dien hij' tegen u zal be
ginnen is geen parade noodig. Opeens voelt
gp de wond, gij bxertgt er do hand heen,
uw tegenstander, as vlugger geweest dan
gij en, mi hoort ge hem 'de overwinning
bezingen': het helsche gegons beweegt zich
in fantastische, onregelmatige kringen om
uw hoofd, ter,wijl ge vergeefs tracht, hem
to grijpen; dan 'houdt het geluid voor de
tweede maal op.
Daarna begint uw angst weer, ge brengt
uw handen overal waar hij niet isj, totdat
een nieuwe pijn u aanwijst, waar, hij ge
weest is, want op 't oogenbiik waarop ge
meende dat ge hom verpletterd had, be
gint het gegons weer.. Nu schijnt het u een
duivelsch spottend gelach, ge maakt u
klaar om hem te verrassen waar hij zich
neerzet; ge spreidt uw handen uit, ge
maakt zo zoo breed als, mogelijk is, ge
houdt zeifs uw tegenstander, uw wang
voor, ge wilt hem daarop lokken om hem
met uw hand te vernietigen. Weerhoudt
het geeons op; ge houdt uw adem in, ge
tracht- het kloppen van uw hart tegen te
gaan, ge meent op duizend verschillende
plaatsen den angel to voelen. Opeens voelt
go pijn op uw ooglid: ge berekent niets,
gc denkt slechts aaa wraak, ge geeft uw
oog een vuistslag, waarmee ge een os
zoudt kunnen dooden, ge ziet zes en der-
dig vonkenmaar,, dat is niets als de vam
pter maar dood is: een oogenbiik hoopt
go het, en ge dankt God dat ge de over
winning hebt behaald.
Een minuut latejr begint het satanische
gegons weer: dan kent ge geen maat meer,
uw verbeelding stijgt, ge wordt toornig,
ge gaat onder de dekens weg, _ge neemt
geen enkele voorzorg meer tegen den aan
val, go staat op in de hoop dat uw vijand
een onvoorzichtigheid zal begaan; einde
lijk na drie uur worstelen valt ge neer op
het punt van uw verstand te 'verliezen,
uitgeput van vermoeidheid, op van slaap;
ge sluimert in. Uw vijand staat u een wa
penstilstand toe, hij is verzadigd: de mug
bewijst den leeuw genade; de leeuw kan
slapen.
Den volgenden morgen wordt ge wak
ker, het is helder 'licht: het eerste wat
ge bemerkt is de muskiet op uw gorclijn
met een lichaam opgezwollen door uw zui
vere bloed; ge ondervindt een oogenbiik
van groote vreugde, ge brengt uw hand
voorzichtig bij hem en ge doodt hem
langs den muur als Hamlet Polonius; want
hij denkt niet aan vluchten. Al» er op
dat pogenblik een bediende binnenkomt,
kijkt hij u met verbazing aan en vraagt
u wat tav oog scheelt. Ge kijkt m den
spiegel ou herkent u zelf niet: ge ziet u
zelf niet, maar iets monsterachtigs, iel» als
Vulkaan, als Quasimodo...
Alexandre Dumas pfcre.
KRENTEN.
Lord Tlyrou, die groote synrpalhio bad
voor Griekenland, schreef eens: „Vijfda
gen lang heb ik bijna alleen geleefd van
krenten, een ideaal voedsel, dat hier veel
gebruikt wordt. Wie veel krenten eet,
heeft geen geneesmiddelen noodig."
Deze woorden werden tachtig jaar ge
leden geschreven, zoodat men er niet veel
meer aari zou bochten. Maar do lijfarts
van den Engelschen, koning Sir Francis
talking beeft zich in den/.elfden gecstuit-
jekden. Krenten zijn volgens hem voed
zaam en gemakkelijk le .verteren.
Daar de pogingen om deze plant in an
dere streken te doen groeien steeds mis
lukt rijn, moet Griekenland de heole we-
icld van krenten voorzien. De Grieksche
wijngaarden, waar de krenten hel best ge
dijen, liggen op de zacht golvende helling
van de groole heuvels, die zich ten oos
ten van dei golf van Patef» naar de golf
van Corinthe uitstrekken. Ook worden de
krenten verbouwd in de buurt van Pa
ttern, Yortizza, Missolonghi, Corinthe ein
de tonische eilanden.
Als de mooie geurige vruchten zijn in
gezameld, (worden ze zorgvuldig uitgespreid
om io drogen. De gewone krenten wor
den in de zon gedroogd* maar de fijnste
soorten houdt men in de schaduw, waar
door 11e bessen hun geur "en vorm be
houden.
Als do krenten goed droog zijn, worden
zo zorgvuldig verpakt en naar alle 'doe
len der wereld gezonden. Een paar we
ken hm. den krenten oogst, kunnen we de
gedroogde Vruchten koopen, die korten
tijd te voren op de Grieksche heuvels dooi
de zon gekoesterd werden.
BRIEVEN PER LUCHTBALLON
VERZONDEN.
Deze brieven zijn een zeer begeerde en
dikwijls duur betaalde, liefhebberij van ver
zamelaars. Tijdens het' beleg van Parijs
had de postadministratie een geregelde ver
zending van brieven) per luchtballon inge
voerd. Niet weinige dezer brieven .ge
raakten in vreemde handen/ en werden
op die manier een handelswoorwerp van
postzegelhandelaars. De brieven zijn.zoc-
als toen n,og veel" de gewoonte was, zon
der omslag opgevouwen, op den buitenkant
van adres', postzegel en stempel voorzien.
De bliksem bad het huis van een Zi
geuner getroffen, en de Pope verklaarde
flat het een straf van God was, omdat
hij bij zijn paardenhandel zoo dikwijls ge
logen had.
Toen do Zigeuner daarna weer naar
He paardenmarkt 'ging, sprak' hij tot zijn
vrouw: „Zeg eens', oudje, bied mij eens
vierhonderd groschen Voor den knol. "Want
ik zal op de markt moeten zweren, dat
men er mij vierhonderd groschen voor
geboden heeft en het is zoel weer van
daag."
Reiziger. „Houd 'toch uw duim niet in
de soep." i
"Waardin: ,,'0, 'dat geeft niet, de_ soep
is niet erg warm." t
„Waarom kijk je zoo boos?"
„Ik heb gisteren mijn schoonmoeder ge
fotografeerd en nu ben ik be2ig haar
te ontwikkelen."
'ONDER COMPONISTEN.
„Zoo'n operette maken is» nog zoo een
voudig niet. Daar zijn knappe lui voor
noodig: twee die den tekst van eenderde
stelen en een vierde, die de melodie van
een vijfde neemt."
IN DE GESCHIEDENISLES.
Do koningen uit dit huisi leken daarin
op elkaar dat ze geen de minste gelijke
nis met elkaar hadden.
NEDERJLAND3CHE WIJSHEID.
Slijt uw droefheid door den tijd,
't Is omdat uw hart wat slijt.
Beels.
De geschiedenis velt vele vonnissen, maar
dit is haar waarsto oordeel: iedereen ver
dient he.t lot dat hij be'mstend draagt.
Wallis.
Niets schooner voor een vrouw dan
vrouw te zijn.
'J. P. Hasebroek.
Zijn plicht gedaan te hebben is het ecnige,
wat men nooit betreurt.
Thotbcoke.
Kleine zielen slechts misgunnen,
Zalig, die bewonderen kunnen.
Ten Kate.
De beste soort van moed is de moed
om je doen, wat goed en rechtvaardig is.
r BiMordijk.
Die thuis 't geluk niet vindt, hijzal het
nergeps vinden,.
Die thuis gelukkig is, hij zoek' het elders
niet,
Maak 'tot uw liefste! en beste vrinden,
Hen, die gij daag'iijks naast u ziet.
Ten Kate.
V0OR DAME S.
MODE.
liet belangrijkste vnn de mode van 1907
is de gedistingeerde oorspronkelijkheid. De
modenaaisters, die den toon aangeven, schij
nen eindelijk gevat te liehhcn, dat dc ver
anderingen niet juist in aansluiting aan de
vroegere modellen to boeven worden aange
bracht, on nu zijn de nieuwe modellen in
veel opzichten geheel verschillend van het
\iocgor geziene. Oppervlakkig beschouwd zou
men kunnen zeggen, dat het Eerste Keizer
rijk nog een grootcn invloed oefent: de mooi
ste en fijnste japonnen worden nog uit één
stuk gemaakt -in den zoogenamnden prin-
sosso-siijl. blaar door den geheel anderen
vorm van het lijfje en hot garneersel en de
rijke garneering van den rok is het effect
anders duit dat van verleden jaar.
De nieuwe mode van dit jaar bewijst hoe
onmogelijk het is de mode van het komende
seizoen te voorspellen. In het begin van den
winter werd er gezegd, dat de blouse en do
Maria Antoinette fichu voor langen tijd had
den afgedaanEn uu is de fichu meer dan
ooit in de mode, niet alleen in kant of
mousseline, maar zelfs in laken en zijen
ei is geen japon, waarin dc invloed van dc
House niet kan worden bespeurd, want wat
zijn de chemisettes, die nu zoo'n groote rol
spelen anders dan blouses? Bovendien wordt
dc blouse nog bij tailor made rokken ge
dragen overal waar een eenvoudig toilet
wordt vereischt.
BEKENDE REIZIGSTERS.
De liefde van vrouwen voor het reizen was
nooit zoo groot als tegenwoordig.
Eon der meest bekende vrouwen op dit
gilded is Lady Baker, een mooie heldhaf
tige Ilonganrsehe, die in 1800 de vrouw
werd van Sir Samuel Baker. Ze vergezelde
heni bij zijn tochten langs den Nij!en men
moet z.ich verbazen dat ze de gevaren, ont
beringen cn bot lijden van deze tochten
doorstond. Koorts, honger, dorst noch de aan
vallen der inboorlingen konden haar temeer
di ukken. Ze ging overal met haar man meo
en redde hem eens het leven, door zich tus-
srhen hem en zijn aanvallers te plaatsen.
Ze toonde zich soms een ware Amazone in
het gebruik van oorlogswapens. Toen Kam-
rnsi. een Afrikaansch hoofd, haar tot vrouw
vroeg, hield Lady Baker in het Arabisch een
toespraak tot hem, die den onwelkomen be
wonderaar de goden deed danken, dat hij
vooi zulk een helleveeg was gespaurd ge-
blc-ven.
Het mooiste oogenbiik in Lady Bakers
leven was toen ze doodop van koorts "en ver
moeidheid naast haar man stond bij het
groote Albert Xyanza, zijn ontdekking en in
zekeren zin ook de hare. In de jaren, die
volgden op de ontdekking van de bronnen
van den Nijl reisde Lady Baker met Sir
Samuel in Syrië, Indië, Japan en Amerika,
er, eens maakte zo een reis door Cyprus. Na
den dood van haar man, ongeveer dertien
jaar geleden, heeft Lady Baker zich terug
getrokken op haar landgoed, dat vol herin
neringen is aan haar reizen en onderzoe
kingstochten.
Mevrouw Aubrey le Blond heeft de beko
ring ondervonden van het leven in de Pool
streken. Ze heeft verscheidene var. de hoog
ste pieken in Noorwegen beklommen.
liet is eigenaardig, dat teere vrouwen dik
wijl'- sterk worden door avontuurlijke rei
zen. Mevrouw Aubrey le Blond is daar een
voorbeeld van. In 1881 bracht ze voor haar
gezondheid den zomer in Zwitserland door
en daar begon ze bergen te beklimmen.
Toen kreeg ze verlangen om pieken te be
stijgen, waar nog niemand op geweest was,
en in 1898 ging zo met een Zwitserschen
gids, Joseph Imboden, naar Noorwegen, een
nog bijna onbekend oord voor bergbeklim
mers. Ze bracht daar vier zomers door,
en genoot daar telkens weer van die eigen
aardige bekoring om haar -voet op een nog
onbestegen berg te zetten.
Zo hoeft verscheidene boeken over haar
reizen uitgegeven.
Onder haar merkwaardigste tochten be
hoort de bestijging van de Scersee na de
eerste sneeuw, met de afdaling aan den
Italiaanschcn kant. De bestijging van de
Zinat Rothorn tweemaal op één dag was
ook iets buitengewoons, Mevrouw Ie Blonds
buitengewoon uithoudingsvermogen bleek
uit de bestijging van den Mattcrhorn van uit
Visp, waarbij ze liep naar St. Nicholas,
den/.elfden avond uit Zcrmatt ging en van
daar den Mattcrhorn besteeg zonder een
oogenbiik slaap genoten te hebben, aan den
Italiaanschcn kant don berg afdaalde en over
Theodule naar - Zermatt terugkeerde zonder
dat ze na haar vertrek uit Visp naar bed
was gegaan.
EEN JUBILEUM.
Den 6den Juni hoopt de Vereeniging ter
behartiging van de belangen der jonge
meisjes haar 25-jarig jubileum te Utrecht te
vieren. Uit alle streken van ons land, waar
die vereeniging leden tolt, za! men daar te
samen komen.
Men kent het doel der vereeniging, die
opgericht is in navolging der door Josephine
Grey gestichte Engelsche instelling.
Ilaar taak is veelomvattend. Ze richt te
huizen op waar jonge meisjes, die tijdelijk
geen dak hebben een vriendelijk goekkoop lo
gies vinden. Verder verricht ze het Sta-
tionswerk, dat zich ten doel stelt jonge
meisjes die alleen reizen en dikwijls in ver
legenheid staan, doordat ze öf de taal niet
kennen bf niet weten waarheen zich te wen
den, van dienst te zijn. Ruim vier jaar ge
leden werd dit werk door do Nederlandsche
afdeeling opgevat. Bij do aankomst der trei
nen in de groote steden staat op het perron
een dame, kenbaar aan een blauwen band om
den arm op den uitkijk naar jonge meisjes,
die haar hulp en voorlichting noodig heb
ben En op die wijze zijn reeds velen van
het verderf gered.
Ook is er door de vereeniging geslicht
een plnalsingsbureau voor bui toniandsc.ho
kinderjuffrouwen on gouvernantes. De taak
van hot bestuur is met gemakkelijk en gel
delijk is er veel noodig lot in-stand-houding
van hel werk. Misschien dat 'bet 25-ja.rig
jubileum der vereeniging' meer de aan
dacht op haar doet vestigen en velen be
weegt haar geldelijk te steunen.
VROUWEN IN HET PARLEMENT.
Nadat tot nu toe in eenige 'staten 'der
Amerikaanscho Unie en in eenige Austra
lische koloniën de vrouwen het politieke
stemrecht verkregen, is nu in Europa Fin
land het eerste land met vrouwelijke, par
lementsleden. Aan do laatste verkiezingen
namen een buitengewoon groot aantal vrou
wen Hotel niet alleen in de steden, maak
ook in de landelijke districten, lid'is vast
gesteld dat de meerderheid der kiezers
vrouwen waren.
In de vijf en twintig districten der hoofd
stad Hclsingfors hebben ongeveer 'drie
vrouwen tegen twee mannen hun kiezers-
plicht vervuld, bijv. in èen district 713
mannen cn 1161 vrouwen, in een ander
829 mannen en 1251 vrouwen enz. On
der de gekozen afgevaardigden zijn twee
onderwijzeresseneen predikantsvrouw, ze
ven arbeidsters, een liocrin, een student
en een redactrice ccncr courant. In de
Skandinavische landen zal dit voorbeeld
wel het eerst navolging vinden. In Dene
marken zulten do vrouwen al voor "den
gemeenteraad mogen kiezen.
RECEPTEN.
Aspergesoep.
Dunne asperges worden schoongemaakt,
in stukjes gesneden en in water met zout
zacht gekookt.
Dan laat men een goed stuk boter en
een eetlepel meel brain worden, giet daar
het aspergewater op, kookt do asperges nog
ce;ns op en biedt? de soep mot 2 eidrdooicirs.
D Bloemkoolschotel.
De schoongemaakte bloemkool wordt in
water met wat zout gekookt, daarna met
de bloem naar beneden in een met boter
bestreken vuurvast schoteltje geplaatst. Dan
overgiet men ze met een dikke saus, die
men boven een zwak vuur met 20 Gr.
boter, een vieide L. room en twee eet
lepels meel heeft gemaakt met wat zout,
nootmuskaat en twee eieren. De saus
wordt glad gestreken, daarna strooit men
et paneermeel en parmezaanselie kaas over
heen, laat er wat boter op droppelen en
zet den schotel in den oven, om den in
houd bruin te laten worden.
TOOR KMDEREN.
RIDDER PAUL.
Op den morgen van den 26sten Juli 1655
werden de bewoners van de stad Marseille
wakker met het vaste plan om den heelen
dag plezier te hebben. De kerkklokken lieten
een vroolijk carillon hooren en de rnen
schen op straat zagen er allen even opge
wekt uit. Die algemeene vreugde weerspie
gelde zich ook op het gelaat van een kreu
pelen matroos met grijze haren. Hij ging op
een paaltje zitten en dacht hardop
.,11c zal vandaag een goeden dag heb
ben en dat is dan loch niet te vroegDe
wereld is toch een wonder ding."
„Ja, een wonderlijk ding, kameraad!"
Toen hij dit kalm achter zich hoorde zeg
gen, keerde de matroos zich eensklaps om.
Hij zag een langen man achter zich, die in
ec-i' mantel was gewikkeld.
Op wantrouwenden toon vroeg de matroos
,.U zegt, prins?"
„Ik zeg, dat ge gelijk hebl, kameraad,
de wereld bestaat uit wonderlijke dingen,
heel wonderlijke."
„Dat is waar," stemde de matroos toe.
„Ik zeg dat naar aanleiding van den ver
wachte."
„Wacht men clan iemand?"
,.lk zou toch denken, dat u de klokken
moest hooren en de vlaggen moest zien.
Marseille zal vandaag de terugkomst vieren
van een zijner roemruchtigste zonen, rid
der Paul."
De man ging naast den matroos zitten en
vroeg
zal "mijn onwetendheid verontschuldi
gen, als u weet, dat ik een vreemdeling ben.
Ik kwam van nacht in mv mooie stad. Wat
is dat voor een man, die ridder Paul?"
„Kent u ridder Paul niet? Dos te erger
voor u. Gij zoudt anders iemand kennen,
zooals er geen twee gevonden worden! Rid
der Paul is een admiraal en ik ,ben een
anno matroos. Maar toen we vijftien jaar
waren, hebben we beiden op hetzelfde schip
gevaren."
De vreemde maakte een lichte beweging.
„Hij lmd zeker voorname beschermers, die
hem vooruit geholpen hebben."
„HijVolstrekt nietPaul was Paul, zon
der meer, de zoon van een arme waschvrouw
uit Marseille. Hoeveel maal heeft Paul zijn
geschiedenis niet aan zijn kameraden ver
teld Hij is geboren op het kasteel, dat ge
daar ziet. De gouverneur van het kasteel,
de markies de Forka, had aardigheid in
hem en liet hem les geven. Op zijn vijftien
de jaar kon Paul lezen, zonder een woord
over, te slaan. In plaats van aan land te
blijven om een geleerde te worden ging hij
liever op zee."
„Ge schijnt een goede herinnering bewaard
te hebben aan uw kameraad."
„Dat is nog al duidelijk 1 Vijf jaar*heb
ben wo samen gevaren. Paul heeft mij wat
dikwijls bijgestaan met zijn beurs, als er wat
in was Ilij gaf het voorbeeld van gc-
hooizaamheid zoowel als van dappeiheïd, Een
goed hart en een moedig man."
De "vreemdeling naderde den matroos ca
sprak
„Uw ridder Paul boezemt mij belang in.
Vei tel mij eens over een zijner mooiste toch
ten." 1
„Zijn mooiste tochten 1 Wel :;e waren alle
mooi. Op het eerste schip, waarover hij het
hevel voerde, verrichtte hij honderd iiolden-
daden. Ilij bracht zooveel schepen van zec-
roovers naar een eiland in don Archipel, dat
de Turken dit „den toren vun kapitein Pau
lo" noemden."
„Werkelijk 1"
„Ik was bij hem op dat schip. Ik was ook
bij hem toen hij den Neptunus aanvoerde en
de Fmnsche vloot de Spanjaarden versloe»
hij Gaëstnria. O 1 wat een mooie dag was
dat. Het is mij of ik er nog ben! Daarna
overdekte Paul zich met roem bij Barcelona
en Orbitolli. Toen ivas ik niet meer op zijn
schip. Ik zag hem alleen nog maar uit do
vei te."
„IVas hij dan trotsch?"
„Ileelemnal niet. Dat lag niet in zijn
karakter. Staar na iederen slag kwam hij
hooger in aanzien en ik bleef dezelfde.
Maar ik ben niet jalocrschWat ik u van
Paul vertelde is nog niets bij het gevecht
var. Napels. U weet wel dien beroem
den slag?"
„Ik moet bekennen, dat ik er niet veel
van weet."
„Paul kwam met zes schepen de rcedc
van Napels blokkecren, toen er zeven en
twintig Napelsche cn Spaansche schepen
ui< te voorschijn kwamen, die do Fransche
vloot omsingelden. Maar u had moeien zien,
hoe ze ontvangen werden 1 Paul gaf op zijn
admiraalschip het voorbeeldgeen schot ging
verloren. Twee schepen van den vijand zon-
Icon, vier werden buiten gevecht gesteld. Dat
duurde zes en dertig uur. Eindelijk, op den
avond van den tweeden dag, ging Paul met
de zijnen ongemerkt door de vijandelijke
vloot. Den volgenden morgen wreven de
anderen zich de oogen uit. Niets meer te
zien 1 Wat een manoeuvre 1 Nooit zag men
zoo iets!"
De vreemde steunde de kin op zijn hand,
boog zich voorover en sprak„Was hij wer
kelijk zoo knap
Do matroos keek zijn ondervrager aan,
nlsof hij hem wou verslinden.
„Zoo knapMen ziet wel, dat u er niet
bij geweest is. Zes schepen tegen zeven en
twintig. De koning heeft niet veel admiraals,
zooals hij
De matroos zuchtte en hernam:
„Na dien tocht kwam Paul in Frankrijk
terug met roem overdekt en ik met een ge
wond .rechterbeen Gelukkig zijn mijn
armen nog goed cn als ik werk vind, hel) ik
mijns gelijke niet voor het afiappen vnn
wijn In geen acht jaar heb ik Paul ge
zien Klaar ik ben niet jalocrsch cu van
daag, als liij gevierd wordt, zal ik denken,
dat een klein deel van die eerbewijzen mij
toekomt."
Do vreemde stond op, bedankte Paul voor
zijn mededeeling en ging naar de stad
terug.
Eenige uren later bewoog zicli een talrijke
menigte op de kaai, waarlangs dc stoet van
ridder Paul moest komen. Daar hoorde men
dc kreet„Daar is hij
Ieder drong naar voren om beter te zien.
Te midden van een groep, gevormd door
officieren cn de voornaamste waardigheids-
beklecders der stad naderde een nuin van
hooge gestalte. Hij beantwoordde glim
lachend de toejuichingen dor menigte. Op
eens zag men, dat hij bij een groepje bleef
slaan. In die groep was een matroos die deu
held van den dag aanzag met bewondering
gemengd met verbazing. Toen de admiraal
hem een tecken guf, wist de'matroos zich
heelemaal niet meer te houden.
„Pascal," zei ridder Paul zachtjes, „lier-
kei: je je ouden kameraad niet meer? Heb
ik dan een beter geheugen dan jij?"
Pascal stamelde:
„O 1 meneer, nooit had ik dien morgen
kunnen vermoeden Is u liet 1"
„Ik heb je dadelijk herkend, Pascal, toon
ik in de vroegte Marseille was ingegaan.
Ben je blij, dat je me terugziet?"
„Meneer 1 01 Meneer 1"
De arme Pascal kon er niet uitkomen.
Ridder Paul nam hem bij de hand. „Hoe
ren," sprak hij tot hen, die hem verge
zelden, „ik stel u een ouden goeden vriend
(lit mijn jeugd voor. Het geluk is hom niet
mee geweest, terwijl het mij mot zijn gunsten
heeft overladen, maar ik vergeet niet, dat wo
sa men scheepsjongen zijn geweest. Evenals
Pascal ben ik een kind uit hot. volk, God
weel dat ik mij mijn afkomst niet schaam-
En wat is eigenlijk roem? Vandaag word ik
gevierd 1 Weet ik wel of later de naam i an
ridder Paul nog in zijn eigen land bekend
zal zijn. liet spijt mij, Pascal, dat ik je zoo
long- uit het oog heb verloren."
Terwijl hij Pascal bij zich hield, ging rid
der Paul voort:
„Je hebt je er dien morgen op beroemd,
dnt je goed wijn kunt bottelen. Ga met mij
naar mijn hotel, daar zal wel werk voor je
zijn. Vandaag zullen we niet anders doen
dan flesschen ledigen. Het is feestdag!"
Zich tot zijn geleide wendende voegde rid
der Paul er vroolijk bij
„Als ge het goed vindt, heeren, zullen
we drinken op de gelukkige ontmoeting van
twee oude vrienden, besloten om nooit meer
te scheiden. Wat zeg je ervan, beste Pas
cal?"
Gedrukt ikr Drukkerij v, d. Schiedamsche Courant,
wkmn jfw»~e am *i^vim^MMww»mnMt wwl.w,i taj^^Wüiatt^-M.'Jöft^A -r i nvrr i rn n t m1v it r Oitmrnmrtrnr nrtrr-rri'iiri rr n. tfawn mtiw irtrwmminr'wwn ft
KSSMdüafSBSONOW