5!,b Jaargang Zondag 30 Juni 1907. No. 12424 Bfi flwMi van mijn kleinzoon. Tweede Blad Uit de Tweede Kamer Stremming Scheepvaart. Aangifte van leerlingen Deze courant verm Lijnt d a g e 1 ij k 9, mm -.ulzondering van. Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: voor S c h iet! a rn en Vlaardingen fl. 1.25.'Franco per post II. 1.G5. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan bet bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (boek Korte Haven.) Prijs der Advertentiën: Van 1G regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Grootc letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaard-ui. Tarieven biervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon voor de Redactie No. 123. voor de Administratie No. 103. ng%?is®ssnr Burgemeester en Wethouders va.n Sobiedam, krengen ter algemeene kennis, dat tengevolge van het leggen van een gaszinker in de Lange Haven nabij de Koemarhtbrug, de scheepvaart door de §ehle, aldaar ge stremd zal zijn en wel van Dinsdag den jen Juli a.s., des morgens ten vijt uur tot Woensdag den 3en .Full d,a.v., des morgens ten vijf uur. Schiedam, 26 Juni 1907. Burgemeester en Wethouders aan Schiedam, M. A. BRANTS. De Secretaris, V. SICKENGA. 'm KENNISGEVING. Kostolooze toelating van leerlingen op liet Gymnasium, de Hoogere Burgerschool en de Herhalingsschool (talencursus) verhon den aan de school voor jongens met uitgebreid leerplan. Burgemeester en Wethouders van 1 Schiedam, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de aanvragen om kosteloos te worden toegelaten tot den a. s. cursus do. van het Gymnasium 2o, van de Hoogere Burgerschool 3o. van de herhalingsschool (talencursus) verbonden aan de school voor jongens met uitgebreid leerplan, uiterlijk den lsten Juli a. s. bij hun Col lege moeten zijn ingediend. Burgemeester cn Wethouders voornoemd, Af. A. BRANTS. [)p Secretaris V. SICKENGA. HERHALINGSSCHOOL verbonden aan de openbare Jongensschool met uitgebreid leerplan, (vroeger talencursus). Jongelieden boven 12 jaar, die de ge noemde Herhalingsschool willen bezoe ken, moeten zich voor 21 Juli a.s., aan -de gezegde Jongensschool (Gedempte liaan- sloot No. 1) aanmelden. Set Soofd der Herhalingsschool, A. H. E. TIJL. Schiedam, 44 Juni 1907. T0#r de openbare lagere scholen met uit gebreid leerplan A en B. Ouders of Voogden, die leerlingen voor bovengenoemde scholen wenschen aan te geven, wordt verzocht zich vóór 6 Juli a.s aan te melden, voor meisjes en jongens voor de eerste drie leerjaren bij mej. S. LAZON- M. door DE Bé JAN. Ik heb alïijd gehouden van oude men- fichen; het is mij alrof cr uit hun. gesprek ken iets van het verledene tot mij komt. Er zijn er wel, die wat dikwijls hetzelfde ^ggen, maar als een oude man of vrouw zich de moeite geeft gezellig te zijn, zijn ze onderhoudend, cn men leert meer van hen dan uit geleerde boeken. Grijze haren trekken mij dan ook aan, «e er is bij de Tuilerieën een beschaduwde stille laan, waar ik graag heenga, omdat ®r veel oude lieden komen. Op een dag, toen ik een boek dooiblader Ge zonder het te lezen kwam een flinke grijsaard naast me zitten. Tien, minuten later waren wij in gesprek, Da een uur waren wij bijna vrienden en we spraken af elkaar den volgenden dag weer te ontmoeten. Bijna veertien dagen lang von den we elkaar geregeld in die kleine Man, toen hij opeens tegen me zei »U bevalt mij bepaald Ik kon niet nakterj te iachen over den toon, waarop hij dit zei. .„Kom morgen bij mij koffie drinken,*' §mg hij voort, „ik zal u in kennis brengen rne' mijn kleinzoon. Afgesproken, nietwaar?" En hij begon den lof van zijn kleinzoon DER, en voor jongens voor de hoogere leer jaren bij den heer A, H. E. TIJL. De leerlingen moeten geboren zijn vóór 1 Januari 4902. Het wetsontwerp tot verleening van sub sidie^ aan do spoorlijn GoudaSchoonho ven is ook in zijn gtewijzigden vorm ver worpen. Dat verheugt ons. Wij kunnen ons best begjrijpen, dat d© Regeering aan don onhoudbaren toestand aldaar een oindo heeft willen maken en Je noodigje afwer king cTer lijn heeft willen bevorderen. Maar waar de maatschappij, aan welke weid voorgesteld de subsidie uit tc kernen, niet die waarborgen van solidjleit gaf, die toch. zeker mogen geaischt worden van hein aan wien do g(eld.cn der belasting schuldigen wordjen uitgeheeld, dood de Ka mer o. j. zeer göed dp wet te verworpene Wij vinden het een verblijdend teckerr, dat de Tweede Kamer telkens van meer nauw gezette overweging blijk geeft bij hot vol strekken Van subsidies. En het is zeer zo- kor een groote eer voor do linkerzijde, dat gteen enkele politieke overweging haar weerhield djt ontwerp van een b e- vricn'd ministerie tc verwerpen. Vand,e 3 3 tegenstemmers behoorden toch niet min der dpn 26 tot dp partijen van links. Wij slaan thans wat klein goeoL1 over en komen aan het wetsontwerp tot reorgani- nisatie van het korps mariniers, en de Oor- logsbegrooting, waarbij twee ministers voor het voetlicht traden, maar ieder op zijn wijze. Wo hebben ons deze week' afgevraagd - Zou het pleizierig' zijn om minister te we zen? En lettende- op do Ministers van Oor log en Alarm©, kunnen wij alweer niet an ders zeggen dan.fa, en neen. Ja, afs men een man is waarvan lei ding uitgaaf, die zejlfs bij den tegenstan der sympathie en hoogachting inboezemt, zooals de Afinister va,n Oorlog!Itappard, die een bijzonder waardig) opvolger van den heer Staaj blijkt te zijn. Neon, als men, zooals de Minister van Afar ine, ajle vastheid mist,1 zichzelven op de meest onverklaarbare wijze telkens en telkens weer tot speelbal van do Kamer maajvt, en de wetenschap met, zich om draagt, dat men blijft zitten, slechts ge duld, en slechts zoolang tolda.t do Kamer het do moeite waayd, zal vinden deze po litiek© onbeduidendheid op zij t© zetten. Tenzij, en deze vieos bekruipt óns wel eens, dat bij dozen AKnistcr van Alarino het onmogelijkste mogelijk! wordt, en hij zelf ijM eens begjrijpt wal, treurig figuur hij maakt. 1 Wat is er nu gehemd mot het ontwerp tot reorganisa,tio van het korps mariniers? Verleden jaar October kwam do Afinister met een voorstel, het korps mariniers lang zamerhand te laten uitsteiven, en tegelijk met oen voorstel van, lotsverbetering, een zeer noodigc lotsverbetering van hen die nog in dienst waren. Ter goede voistande van de zaak zij hier opgemerkt, dat de mariniers, volgens som migen, yrijwel overbodig zijn geworden sinds de zeilschepen dooi- stoomschepen zijn vervangen. 'Op de zeilschepen hadden 'de matrozen hun, handen vol met liet werk in het tuig en, met de zeilen en waren 'de mariniers de ve c'h fcsoldalen,; op de stoomschepen is d'ie arbeid voor do ma trozen vervallen, en kunnen zij dus in oor logstijd de taak veivu-Ucu, die totnogtoe meer speciaal aan do mariniers was toe vertrouwd. Afaar dit tusschon haakjes. In October 1,1. dan, werd hot ontwerp verworpen door een combinatie van links en rechts. Links wilden ©enige loden on der leiding van do hoeren Hugenhqltz en Thomson niet van langzaam u i t s I o r- ven woton, zo wilden dadelijke ophef fing. En de rechterzijde wilde- licclcuual niet van opheffing welen. Deze afloop werd bqfi curd door vè'le loden, die tqrccht do lotsverbetering: van do betrokken personen van het allerhoog ste belang vopden; zij ded'en een poging om die apart bij de begroeting van den minister los to krijgen, maar Z.E. ver toonde een voor hom ongewone- koppig heid; er kwam niet van. Dm, Kamor moest een nieuw wetsontwerp afwachten. Het wordt Juni. Dp Afinister komtmejL een nieuw ontwen p, waarin' hij'thans go- heel don zin van da hoeren Thomson en Kngenholtz heeft gedaan. Nu komt datgn 'declte van links, dat den AHmsi.ejl bijzijn eerste ontwerp gesteund had onder aan voering van Jen lieer Verheij, kolonel dor mariniers, in verzet. AVi-m zou he-t den acht baren heer Veu-heij, 'die 20 jaren langmet groote eerq hij liet genoemde wapen ge diend heeft, hei opk "maai- ecuigszins euvel kunnen duiden dat hij voor zijn oude wa penbroeders opkwam? Bij den heer Ver heij voegden zich dei lodeïr der rechter zijde, zoodat do Afiiiistcr zepr goed zag dat hij opk dit nieuwe ontwerp efr niet zon 'doorhalen. En hij had niet eens liejt gelukje groo- ten steun van links te erlangen. AVcl ti acht te de heek Thomson, dankbaarheid is een sclioone eigenschap, 'de1 omzwenking) van den Afinister ietwat te- vergoelijken, maar de hoer Jansen veroorloofde zich do op merking, die in zijn mond als komende van oen oud-minister van mariin-, bijzon dere kracht had, „dat de zwenking van ijen Afinistor eigenlijk gezegd wol do grens van hetgeen cfe Minister" zich tegenover de Kamer anag permitteereu, te buiten gaat." Het kan wel toe. En wat deed d© Afinister, toon hij zagj dat ook dit tweede ontwerp geen kans van aanneming had? Ging hij met core heen uit ejen Kamor, die hem roods lang moede was? Neen, hij voldeed aan den eisch dooi de rechterzijde hij; motie, gestold; dat hij de reorganisatie voor onbepaalde» tijd zou uitstellen, cn alleen de lotsverbetering zou uit te bazuinen. Alle giootvaders cn groot moeders zijn toch hetzelfde. „Alanr," riep hij uit, „ik zit Eduard nu tegen, u op te hemelen. Woorden bewijzen echter niets, ik zal u vertellen, wat hij on langs heeft gedaan; u zal dan over ncm Kun nen oordeelen." „Ik ben altijd heel zwak voor mijn klein zoon geweest. Toon hij een tclein Kind was, bediórf ik hem; toen hij naar school ging, deed ik win ik kon om hem voor straf te vrijwaren cn nu hij volwas-en is, willig ik hem alles in. Ik ben geheel en al een groot vader. „U kaïi begrijpen, dat ik, toen Eduard in de rechten studeerde, «enigermate 'dn ban kier was; ik probeerde wel eens zoo nu en dan den zedcmcestcr uit ie hangen, maar de jongen had een manier om mij aan te kijken, waardoor hij al mijn mooie zinnen in de war bracht on mijn toespraak eindig de altijd met de woorden„Daar heb je wat je mij hebt gevraagd." Alanr voor cenige maanden bemerkte tk, dat hij mij steeds meer cn meer om geld vroeg en om steeds grootcr sommen.' Ik ben heel toegevend voor de jeugd, maar ik ben toch hang, dat ze dwaasheden doen, op welke manier dan ook en ik begon ongerust te worden. „Op een dag, toen Eduard mij "eer om geld kwam vragen, wou ik er het mijne van hebben en hein flink aanziende- vioeg ik hem, nu eens zonder eenige zwakheid, wat doen doorgaan. Doodkalm, alsof dit een heel natuurlijke en ordelijke manier van doen was, las hij de wijzigingen 'in do cijfers voor, die thans in het wetsontwerp Moesten worden aangebracht. Mas het wonder dat hij 'daarbij van a31o kanten door hoongelach werd onderbroken? De hoer Nolens sprak dan. ook van zoo'n wankele houding, dat zelfs iemand die vast in zijn bank zit, er duizelig van wordt. En do heer Rood huij zen sprak van „de zen sLoeren zeeman, die! do kunst van laveeren op do politieke bareu lot zoo groote virtuositeit had gemaakt, d,at do Kamer hem mi cn dan geheel'uit liet oog verloor." Enfin, wij werpen een sluier ovor al die narigheid,. Do Kamer had nu natuur lijk geen reden om d,cn minister te laten vallen, men fluistert "dat zij hertrouwt, dat do Afinister in het rccès eens ernstig zal overwegen of het niet )n zijn belang zou kunnen wezen een andere carrière te zoeken. Iloe anders was de ontmoeting van "den nieuwen Afinister van Oorlog met de Ka mer. Al had hij reeds een enkele maal zeer kortclijk het woord gevoerd, thans kwam hij eigenlijk voor het eerst eens goed uit en wij meenen niet tc veel te zeggen, als wij als onze mcening uitspreken, dat die bewinds man op alle partijen een hoogst gunstigen indruk heeft gemaakt. Zijne Excellentie is iemand die zeer gemakkelijk spreekt, zakelijk on overtuigend, en toch evenmin als zijn voorganger de hoffelijkheid jegens jle Kamer uit het oog verliest, ja zelfs haar steeds met groote welwillendheid tegemoet komt. Van zijn voorganger verschilt liij vender daarin, dat hij over groote rust en kalmte beschikt die niet nalaat weldadig op de Kamer te werken. liet spreekt vanzelf dat deze, we zullen maar zeggen lusschentijdsche begroeting niet die uitgebreide discussies uitlokte, die de gewone begrooting zou hebben gedaan. Sommige leden vonden in dat tiresehen- t ij d s e. h e aanleiding om bezwaar te ma ken tegen zekere min of meer ingrijpende hervormingen die de minister nu reeds voor stelde. Eu wel het instellen van een com mandant van het veldleger, het opheffen der functies van inspecteur der infanterie en dei artillerie en de oprichting van ceno kuder- scliool voor de opleiding der onder-officieren De lieer Eland kwam daarom met het bemid delingsvoorstel om alleen over te gaan tot de instelling van een commandant van het veldleger, en de overige „nieuwigheid" tot het najaar te verdagen. Hot is zeker cene groote verdienste van den minister, dat hij alleen de Kaderschool tot nader uitstellende op allo andere punten het pleit won. Idij toonde glashelder aan, hoe noodig, hoe on misbaar reeds daarom een commandant van liet veldleger was, omdat als men tot reor ganisatie van het leger zou willen komen, men nu roods den man noodig had, die ze moest voorbereiden en uitvoeren, Dut dn Afinister Eland èn Afinister Bergansius cn de egenuoordige chef vau de Generale bij deed met. liet geld,,dat ik hem gaf en ik \oegde er bij, dat ik dit vilde weten, omdat ik hem zulke groote .sommen gaf. „Bij die woorden kreeg mijn kleinzoon een groote kleur, hij stamelde ecnlge woor den, waarin men met moeite ccnigen zin kon ontdekken, toen sprak hij van afleiding, van genoegens zonder te zeggen welkekortom, ik kon niets geruststellends uit hem krijgen. „Ik maakte mij bijna boos eu was beslo ten hem geen cent meer te geven, orpdat hij zoo weinig oprecht met mij omgingmaar de jongen hield zich taai en met zijn vriende lijke woordjes wist hij tc bewerken, dat hij niet uil mijn kantoor ging zonder mee te nemen wat hij gevraagd had." „Dat is heel vreemd," dacht ik toen hij weg was. „Die verwarring van hom maakt mij ongerust Die jongen moet een on deugd of een hartstocht hebben. Ik moet daar zekerheid omtrent krijgen." „Ik zocht Edunrds vader op en vroeg hem naar zijn zoon. Hij kon niet anders dan hem prijze/; op zijn gedrag viel niets aan te merken, hij werkte op zijn tijd en hij had niets ongewoons in zijn levenswijze opgemerkt. „AVaaraan gaf hij dan toch mijn geld uit cn dat wat hij van zijn vader kreeg?" „Ik besloot er achter te komen en Eduard te bospiomicercn, en den volgenden mor gen begon ik dat besluit uit te voeren. „Hij liet mij dien morgen heel wat loo- pen. „Nadat ik een kwartier geloopen had, ging Eduard een groot huis binnen, dat er heel armoedig uitzag. Ik ging op een hoek van de straat staan, vanwaar ik liet huis kon overzien en ik wachtte. Dit duurde niet lang Na eenige minuten zng ik Ednards gezicht voor een raam van de zesde verdieping cn weldra zng ik or oen tweed© gezicht naast verschijnen, het was het gezicht van een jong meisje. Zij was niet leclijk, maar ooi- niet mooi, maar heel bleek en men las op haar trekken smart en onrust. Afijn kleinzoon »pruk eenige oogenblikken opgewekt met haar en verdween daarna. „Ik haalde verlicht adem. Het was dus maar ecu liefdesbetrekking. liet gevaar wns niet groot; maar ondanks mijn ontdekking, besloot ik mijn onderzoek verder voort te zetten en ik ging voort met het volgen van den jongen man, die daarna een groot ge bouw binnentrad, waar ik wist dat gespeeld werd. ,,TJe ongelukkige," dacht ik. „Ilij is een speler „Toen Eduard het. huis verliet, zag hij er droevig en bekommerd uit. „Hij liep hard cn ik had moeite om hem niet uit het oog te verliezen, t itdat hij piot- reling zijn schreden vertraagde en een vuil modderig straatje inging, toen ging hij, je zou nooit raden waar in een akelig kroegje „Nu was liet toppunt bereikt. „En ik ging heen met langzame scbre- Staf, generaal Kool, voorstanders waren van dien maatregel maakte dezen Afinister van Oorlog niet weinig sterk. En dat er naast den commandant hij de verschillende wapens geen inspecteurs noo- "ig zijn, voor wie dan eigenlijk enkel het ambt van scheidsrechter overblijft, werd dui delijk toen de Afinister met. fijnen glimhich zeide, dat hij zelf wel in staat was die func tie to vervullen. De discussion kenmerkten zich door een bijzonder vermakelijk incident. Do heer Duy- uaer van Twist, met meer andere leden dei- rechterzijde wilden wel die benoeming van den commandant van het veldleger, maar niet de afschaffing van de inspecteurs, en de benoeming inplnats daarvan van gene raals. Dit verleidde den afgevaardigde van Stcemvijk tot eene motie waarbij de Kamer zou uitsjireken dat bij art. 8 alleen gel den moesten worden toegestaan voor den te benoemen commandant van het veldleger. Een dolle schaterlach kwam over de go- iicele Kamer, waarin dn partijgenoot©)! van den heer Duynmor van Twist hartelijk deel den, want als do motie ware aangeno men, had men den geheelen gener,lien staf naar huis kunnen zenden, aangezien daarvoor dan geen gelden op dc begroeting zouden zijn uitgetrokken. Eene groote discussie is er geweest over de zoogenaamde defensie-commissie. Afeu herinnert zich, dat reeds in den „nacht van Staal" de heer Talma op zulk eene commis sie had aangedrongen. Do groote vraag was lo. of zulk cone commissie eene staat»- oommissie dan wol eene parlemen taire commissie moest wezen. 2o. Afoel het zijn eene commissie van onderzoek of wel cene commissie die voorstellen aan 'de Regeoring zal doen? De Afinister verklaarde lang niet onhan dig, dat het eene commissie zou moeten we zen u i L en door do Kamer benoemd, al was het maar alleen daarom, dat hij nim mer er in zou kunnen slagen dc commissie zóó saam te stelen, dat hij alle partijen in de Kamer zou voldoen. Van vele, kanten werd het. denkbeeld van zoo'n commissie gestamd, al naren de w-en- sehen omtrent 'de wijze van hare wimcnstcl- ing zeer verschillend. De heer ATarcltanl. wil de enkel eene commissie van onderzoek; v Horstellen moeten van de It e g e e- r i n g uitgaan. De heer Talma was het daarmee eens, maar had weer bezwaar tegen eene p a r 1 e m e n t a i r o commissie, omdat, er in de Kanier zoo weinig specialiteiten, oftewel deskundigen op legcrgchied zijn, wat zeker niemand kan ontkennen. Afaar de heer Tycleman viel den minister Lij, en meende dat deze op het, zuiverst standpunt zou blij ven staan nis do commissie uit de Kamer be noemd werd. De zaak is trouwens niet tot oplossing ge komen. Atet het oog op het grootc gewicht der zaak vroeg de heer Talma thans nög gcene beslissing van de Kamor over het be noemen van zoo'n commissie, cn trok de mo tie die daartoe gediend had in. Een langdurige 'discussie werd gevoerd fcus- den, diep terneergedrukt door wat ik ge zien had. „Ik had een heel eenvoudig middel om de waarheid te Jeercn kennen en, besloot dat dadelijk tc gebruiken. „Een uur later had ik gesproken met de concierges van de drie huizen waar Eduard was geweest. „Een tiental dagen verliep, zonder dat ik mijn kleinzoon zag verschijnen. „Eindelijk kwam hij op ccn morgen mijn studeerkamer weer binnen met zijn. lachend goed gezicht. „Zoo, ben je ilanr?" zei ik. „Ik ben blij, dat ik je weer eens zie." „Tk heb ook naar u verlangd, groot vader." „Tk heb wat moois van je gehoord ik moot zeggen, je gedrag is schitterend en voorbeeldig Nu begrijp ik, waarom je zooveel bankbiljetten noodig hebt." „Afaar, grootvader, ik begrijp niet „Zoo. je begrijpt niet," zei ik, opstaan de „Ik weet alles, jongeheer .Je hebt, geld noodig; hoeveel? Duizend francs? Hier zijn zc.voldoc daarmee aan je grillen; maar duizend francs is zeker niet genoeg, ik zal je twee duizend gevenwant," ging ik voort met verheffing van stem, „ik heb jo bescher meling gezien, de verlamde die moet leven van het werk van haar dochterze heeft nog veel noodig, ze moet een andere matras hebben en een gemakkelijker! stoelik heb de oude ziekelijke vrouw gezien, die in SCH1EDAMSCHE COURANT. i I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 5