toestand ernstig werd, ging George Sand
met haar beide kinderen en Chopin naar
Majorka, waar 3iot bij Raima, gelegen voor
malige Karthausor klooster van Baldemosa
voor hen werd ingericht. Omdat Clmpins
ziekte echter toenam, keerden ze in Fe
bruari 1S39 naai- Marseille terug en van
daar in den zomer naar Rohan 1, de bo-
zitting „van George Sandlangzamerhand
ontstond daar een verkoeling in de vriend
schap, die toenam terwijl Chopin steeds
zieker werd en meer behoefte had aan
hulp. In het begin van 1S-1S scheidden ze
van elkaar en in April ging Chopin naar
Engeland en Schotland, waar hij wel goed
ontvangen werd, maar waar hij zich toch
niet genoeg thuis voelde om er te blijven.
Nadat hij den löden November voor het
laatst in hot publiek was opgetreden, keer-
'do hij in IS 19 naar Parijs terug. Niet in
staat tot lesgeven en zonder middelen was
hij alleen op de hulp zijner vrienden aan
gewezen, 'die om den prikkelbaren, trot-
schen, wantrouwenden man niet te kren
ken zonder zijn voorkennis bijeenbrachten
wat hij voor zijn levensonderhoud noodig
had. Vorstin Maxcellïna, Czartoryska en
gravin Potocka namen met zijn getrouwde
zuster zijn verpleging op zich en gravin
Potocka bewees den stervende den kaat
sten dienst door hem eenige zijner lieve
lingsliederen voor to zingen. Den 17dcn
October 1S-19 stierf hij.
Volgens zijn wensch werd zijn hart naar
zijn geboorteland gebracht, waar het inde
kerk van het heilige kruis te Warschau
werd bijgezet.
I DE LOTOS IN CHINAf
De lotosbloemen, 'die, wanneer ze in
menigte bij elkaar groeien, zulk eensehoo-
nen aanblik opleveren, zijn voor de Ghi-
neezen van het grootste nut.
De eikelvormige vrucht, die als versche
niet al te rijpe hazelnoten smaken, gebruikt
'de Chinees vcrsch, geconfijt of gestoofd.
De bloemblaadjes en meeldraden wor
den gedroogd en als geneesmiddel gebruikt
of om hun geiu- aan. de thee toegevoegd.
De bladen worden verscli erx gedroogd
gebruikt, zooals bij ons het pakpapier, ze
vormen dan ook werkelijk' een handels
artikel en worden in balen door China
verzonden.
Het belangrijkste is echter 'de wortel, of
juister de wortelstok. Dat is een volks-
voedsel, zooals bij ons de kool! Hij be
staat uit geelachtig-witte knollen. Bij het
opensnijden ziet men hoe het harde vieesch
door ronde openingen js doorsneden. Die
wortels worden in schijven gesneden en
rauw gegeten. Gekookt geeft de rvorteleen
smakelijke groente, die jn den herfst zeer
algemeen gegeten wordt.
Op het Maanfeest (begin Séptember),'dat
tegelijk het feest der vrouwen is, worden
uit de wortels sierlijke halvemaanvormige
figuren gesneden, sterk geconfijt en geroos
terd.
Dit brengt ons op 'de mythische betee-
kenis van den lotos. Die plant is gewijd
aan Boeddha en Quanjïn, de moederGods
van het Boeddhisme. Quanjïn is het voor
beeld der vrouw, der bedrijvige huisvrouw,
der moeder van de kindereu. Vandaar het
gebruik van den Iotoskoek bij het vrou
wenleest. Aan Boeddha is hij gewijd als
een heilig symbool. Zooals hij uit het moe
ras zijn reine bloem doet opstijgen, is hij
een zinnebeeld van het menschworden en
'der loutering van de ziel. Daarom worden
zoowel Boeddha als Quanjïn meestal voor
gesteld zittend of staand op een lotosbloem.
Uit 'deze godsdienstige beteekenis is ook
te verklaren, dat men de planten in tem
pels kweekt, en dat de lotos in de Ghi-
neesche kunst zoo veelvuldig A-oorkomt.
Dikwijls vindt men de vrucht of de bloem
in handen van heiligen of in gestileerder!
vorm in "de ornamenten der tempels. De
geheel© lotosplant is een geliefd motief bij
het Chineesone porselein en het 'Chinee-
schc lakwerk. Zelfs de eenvoudige rood
bruine aarden trekpotten zijn dikwijls met
het motief dezer plant versierd.
Poëzie en proza, diepzinnig mysticisme
en kras realisme zijn dus aan het begrip
van den lotos verbonden, waardoor hij een
kenmerk van het Chineesche land en volk
wordt.
HET BEWERKEN DER STRUIS-
VEEREN.
De struisveeren, die in grooten getale
op de Londensche markt worden aangevoerd,
worden voornamelijk in Parijs voor het ge
bruik geschikt gemaakt.
Het eerste wat ervoor noodig is, is een
badde veer moet een gansche reeks van
baden en afzeepingsproeessen doormaken in
een snel draaiend toestel, om van alle vuil
ontdaan te worden.
Daarna wordt ze gebleekt en geverfd.
Hoe smetteloos wit ze ook is, toch is ze
nog niet wit genoeg voor de grillige mode,
en ze moet 'daarom nog eens een bad onder
gaan in sterk zuurstofhoudend water.
Wat het verven aangaat, is het bekend,
dat men voor het verkrijgen van een mooie
zwaite veer een witte van onberispelijke hoe
danigheid moet verven, want alleen die ont
wikkelen dien oigenaardigen glans, die de
veer haar schoonheid verleent. Voor het ver
ven wordt campêchehout gebruikt. Aniline-
kleurstof werkt wonderen bij andere veeren
en vormt een gansche reeks kleurschakee-
ringen.
Na het verven komen de veeren in een
ander bad, waarin ze steviger worden ge
maakt, waarna ze aan een proces worden
onderworpen, dat men het beste bij massage
zou kunnen vergelijken, want de veer wordt
voorzichtig met do hand bewerkt om baal
los te doen zijn.
Nog is de veer niet. klaar; ze moet. nu in
een toestel met sterke messen rond gesneden
worden. Door die me.-son krijgt ook do kiel
zijn dunnen, vlakken vorm en met behulp
daarvan worden nog allerlei andere bewer
kingen gedaan, zooals hot maken van één
veer uit twee. Op dezelfde wijze worden leege
plekjes aangevuld en veeren verlengd.
Nu moot de voer nog een dampbad hebben
en wordt ze met een stomp mes gekruld.
Dit laatste vereischt een groote handigheid,
daar men licht gevaar loopt, de veer te snij
den.
HET GROOTSTE EN HET KLEINSTE
REVOLVER.
Het. grootste bestaande revolver is ruim
-10 cM. lang, en werd voor Montenegro ver
vaardigd, daar de bevolking van 'dut land,
gewoon aan tie zware Turkseho pistolen,
geen lichte wapens waardeert, maar zulke
hamlkanonnon. verlangt. Het. kleinste is nog
geen 5 cM. lang. Het heeft zes loopeu en is
een scherp treffend wapen; hoewel de patro
nen slechts 4 mM. lang zijn dringen ze ver
scheidene centimeters in een muur door. liet
miniatuunvapen is uit staal vervaardigd,
in het vuur verguld, gegraveerd en mot.
parelmoer ingelegd. liet kan aan een horloge
worden gehangen, en i» tegelijk in tijd van
nood een gevaarlijk wapen.
VROUWELIJKE INVLOED.
Cooper werd <xr. schrijver door een woord
van zijn vrouw. Op zekeren avond goqide hij
een boek neer, waarin hij had zitten lezen
met de woorden„Ik geloof, dat ik zelf een
beter boek zou kunnen schrijven.'"
„Doo het eens," sprak zijn vrouw glim
lachend.
In enkele 'dagen had hij verscheidene
hoofdstukken geschreven van een boek, dat
hij op eigen kosten uitgaf. Het boek trek
nog niet de aandacht, maar Cooper was er
door tot schrijven gekomen en zijn volgende
boek had een beslist succes.
ONBEKENDE AEORISTEN.
Een kellner: „In deze wereld wil ieder
het eerst eten."
Een clown: „Velen lachen, als er oor
vegen worden uitgedeeld."
Een musicus: „De liefde is een opera; de
eerste blikken van verstandhouding zijn de
ouverture het huwelijk is de finale."
Een schoenmaker: „Menige dame leeft
daarom op een grooten voet, omdat ze een
kleinen voet heeft."
Een machinist van een locomotief„Hoi:
beter 'de menschen vooruitgaan, hoe minder
denken zij aan hen, dio voor hen werken."
Een parapluiefabrikant„Als het noodlot
over ons losbarst, zetten wij de parapluic dei-
levenswijsheid op en merken hoe hij vol
gaten zit."
Eens hield een stadhouder zijn intocht in
een Turksche stad, zonder dat de gebruike
lijke kanonschoten werden gehoord.
Verwonderd en beleedigd sprak hij hier
over het hoofd der stad aan.
„Meneer," antwoordde deze, „we zouden
gaarne geschoten hebben, maar om honderd
redenen moesten we er van afzien."
„En welke zijn die gronden?"
„Ten eerstewe hebben geen kanon
nen
„Genoeg, meneer! De overige negen en
negentig redenen kunnen niet zoo gegrond
zijn als deze."
Dame: „fk ben vandaag bij den. tandarts
geweest."
lieer: „Hij moest zeker met een vergroot
glas werken in dat kleine mondje van u."
Conducteur: „Hoe oud is het kind?"
Moeder: „Het werd. drie jaar geleden go-
boren."
Conducteur: „En hoe oud was het bij zijn
geboorte?"
De zoon van den pantoffelheld.
Eeivte iongen (tot den tweede, die rookt)
„Pas maar op, dat je vader dat niet ziet."
Tweede jongen: „Die rookt zelf ook in 't
geniep,"
„Maar, Lize, hoe kun je zoo'n grooten
man trouwen?"
„Ik zal hem wel gauw klein krijgen."
Moeder„Heb je de ulevellen met je
broertje gedeeld?"'
Dochtertje: „Ja, mama. Ik heb de ulevel
len opgegeten en ik heb hem de versjes ge
geven. Hij houdt zoo dol van lezen."
Ik geloof, zei een Amerikaan, wien
men dicht bij een buitenplaats in Utrecht
een echo wilde doen bewonderen, dat gij
noo'i gehoord hebt van onze echo's.
Ik ga ieder jaar naar 'n badplaats in 'n rots-
tehtig gebergte waar bet acht uur duurt,
ztgge acht uur eer de echo de woorden
tnugka&tet.
AL ik 's avonds naar bed ga, schuif ik
1 ?t raam op en roep„Het is tijd om op te
staanen de echo wekt mij dan den vol
genden morgen.
NEDERLANDSCI-IE WIJSHEID.
Geen nieuwe vriendschap, 'die vóór de oude
gaat.
De tijd dooft veel, maar kan niet alles
dooven,
Het trouwe hart komt altoos weder boven,
En staaft zijn aanzijn door do trouwe daad.
Beds.
De ondergaande zon herkrijgt veel van de
tinton van het morgenrood. Zoo ziet do
stervende mensch zijn verdwijnend leven ge
kleurd door het licht zijner jeugd»
V, Loosjes.
Lafhartigheid is oen van de grootste be
zwaren tegen vrije studie, want niet minder
dan de ware poëzie, hoeft Wijsbegeerte be
hoefte aan dat hoofdelement van juist den
ken aan moed
Multutuli.
Schoonheid,
Wie eenmaal u aanschouwt, leefde genoeg:
Zoo hem de dood in deze stond, versloeg
Wat nood? Ilij heeft genoten 't hoogst
genot!"
Perk.
De dingen die ons tegen staan,
Die doen het stille loven gaan.
Jan Luyken.
VOOR DAMES.
MODE.
De rokken zijn heet vol gegarneerd. Ze
zijn nauw sluitend aan de heupen en Imel
wijd van onderen. Voor gekleedc japonnen
zijn de rokken lang. Iets nieuw» is dat het,
bovengedeelte van voile, chiffon, zijde of een
andere lichte stof genomen wordt, terwijl het
onderste 'deel van laken of fluweel L. Japon
nen van chiffon en zijden neteldoek woidcn
met laken en fluweel afgemaakt. Zwart satij
nen ceintuurs worden op de vreemdste slot
feu gezet en men verkrijgt schoone xffecLcn
door zilver- of goud band onder plooien van
satijn aan te brengen.
Over liet algemeen blijft het praktische
in 'de mode en zoo dankt de bolero evenals
de blouse haar voortdurend bestaan aan hef
nut ervan. Met een rok, blouse en bolero net
men er altijd netjes uit.
Onder de nicest in den smaak vallende
kleuren behoore» paarlgrijs, robijnrood, een
metaalachtig groen, een fletseh oud rose en
een schitterend geel.
De groote gespen, die verleden jaar vari
achter gedragen werden, ziet men nu inrcr
voor aan de ceintuur. Do vesties zijn kort.
zoodat de ceintuur goed uitkomt. Men draagt
nog veel bretels, die nu op de schouders vrij
breed zijn.
DE LUCIITBALLONSPORT DOOR
DAMES BEOEFEND.
De luehtballonsport komt hoe langer hoe
meer in de mode bij dames. In Parijs stijgt
men op van het Aero Club Park ie St.
Cloud, en men vindt cr een tochtje loor de
zomerwolken rustiger en verfrisschender dan
motorrijden lang» stoffige wegen. In liet
vorige uit-gaanstijdperlc namen twee en
zeventig dames deel aan luchtreizen.
De bekoorlijke jonge hertogin d'Uzös is
een groote liefhebster van luchtreizen en
brengt menigen middag door met drijven
over do kaart van Frankrijk in den u al Ion
van haar man.
üo hertogin van Aosta (geboren prinses
Helena van Orleans) stelt ook veel belang in
den luchtsport en gelooft dat deze de wijze
van voortbeweging van de toekomst zal zijn.
Sedert de stichting van de Acro Chili
in FVankrijk in 1S98 is luchtreizen een
tijdverdrijf voor liefhebbers geworden en de
dames deelen er de genoegens en de ge
varen van.
Dc Engelsche dames hebben deze 'iefbeb-
bcrij van haar Fransche zusters overgenomen
en het stichten van dc Acro Club van het
Vercenigd Koninkrijk door den heer Frank
Hedges Butler in 1901 heeft dezen sport in
het land ingang doen vinden.
Do japonnen, die men bij de luchtscheep
vaart gebruikt zijn wandelkostumes inot een
motorhoed of toque. Een eeuw geleden, voor
de tailor-made kostuums waren uitgevonden,
stegen dames op in gekiende toiletten met
hoeden met veeren.
Dame» hebben zich altijd tot den lucht
ballon aangetrokken gevoeld. Tusschen 1*'S3
en 1849 maakten negen cn veertig dames
er tochten mee.
Het maken van tochten per luchtballon
is ongetwijfeld een gezonde en aangename
uitspanning gebleken, en in de toekomst zal
men 't misschien even. gewoon vinden om een
luchtballon, te hebben als hot nu is om een
jacht of een auto te bezitten. De tijd zal
misschien eens komen waarin d-- auto een
oven ouderwetsch voertuig is vergeleken bij
het luchtschip als nu een wagen op vier
wielen bij een auto.
ORDETEEIvENEN VAN DEUTSCHE
VROUWEN.
De oudste orde in Duitschland, die ook
aan vrouwen gegeven werd, de in 14-10 door
den keurvorst van Brandenburg gestichte
z\vanenorde, was het kentecken voor een
vereeniging van mannon en vrouwen die
zich teri doel stelde „de belijdenis der Christe
lijke waarheid door de daad" en werken van
liefdadigheid uitoefende. Gedurende den tijd
der hervorming in vergetelheid geraakt, werd
de vereeniging in 1813 weer in 't leven
geroepen door Frederik Wilhelm IV, die
zich met zijn vrouw aan 't hoofd stelde.
Ook do Beiersehe Elisabethorde, die de
keurvorstin Elisabeth Augusta von der
Pfalz in 1705 tor cere van de heilige Elisa
beth stichtte, duidt een vereeniging aan, die
weldadigheid en naastenliefde ten doel heeft.
Ze werd uitsluitend gegeven aan katholieke
dames, die zicli op zestien voorvaders konden
beroepen.
Zeer oud is de St. Annnorde van liet Ja-
me&stift te Wïuv.burg, die door de rijke
gravin Anna Maria von Dernbach in 18ü3
werd in het leven geroepen voor de verzor
ging van dochters van den Frnnkischen adel.
Met dc negentiende eeuw breekt het tijd
perk der eigenlijke „verdienste"-orden aan.
Toen was do liefde A-oor liet A-adorhmd door
verschillende oorlogen opgewekt en waren
ook vrouwen bezield tot werken voor het
algemeen. De meeste ordeteekenen werden
dan ook verleend A-oor de verpleging en ver
zorging van gewonden en gevangenen.
Groote waardcering A-ond wat de vrou
wen in den Fransch-üuitschei! oorlog deden,
en het jaar 1871 bracht in alle Duitsche
stalen ridderorden en cerc-tcokcns voor haar,
deels door de stichting van enkel vrouwelijke
orden, deels door do vcrlcening van die,
welke ook voor mannen verkrijgbaar zijn.
Al werd het grootste aantal der ordeteeke
nen voor vrouwelijke verdienste in oorlogstijd
gesticht, zoo worden toch ook do meeste
dezer ridderorden in vredestijd gegeven A-oor
werken van naastenliefde en barmhartigheid.
VROUWEN IN ZAKEN.
„Het werkzaam zijn in de een of andere
zaak is in één opzicht heel goed A-oor vrou
wen," zo oen jonge gebrouwde vrouw tot een
oudere vriendin, die er over klaagde, dat zoo
vele meisjes in zaken gingen. „Het. geeft
haar gevoel voor bezigheid of moest dit
tenminste doen en als ze oen huishouden
beginnen, hebben ze geleerd volgens een
systeem te werken. Huishouden is ook con
soort zaakzooveel inkomen jaarlijks, zoo
veel dienstboden, die bezig gehouden moeten
worden. Do meeste vrouwen beschouwen
zaken doen on haar huis als A-crschillende
dingen, ik niet. Ik beschouw mijzelf als
iemand, die zaken doet. TIk heb zooveel mo
gelijk mijn uren verdeeld uren Avaarin ik
naar de keuken, en de provisiekamer ga,
uren waarin ik boodschappen doe, uren waar
in ik naai en verstel. Als ik een nieuwe meid
krijg, geef ik haar een werklijst, zoodat ze
altijd bezig is. Heeft ze tusschen-tijds uren,
waarin ze niets te doen heeft, dan wordt ze
ontevreden. Maar als haar werk geregeld en
ze daarna vrij is, dan is het haar naar den
zin. Natuurlijk komt er wel eens extra-werk
voor maar als men er zich toe zet, kan
men alles systematisch behandelen. Wat de
kinderen aangaat, die worden tegenwoordig
altijd A-olgens oen systeem opgevoed en ze
varen er wel bij."
VAN DIENSTMEISJE TOT DOKTER.
Anna Maier, de dochter van een opper
man in Wurlemberg, onderscheidde zich
van haar jeugd af aan door haar grooten
leerlust. Ook toen ze bij een Duitsche fami
lie in Engeland als gewoon dienstmeisje
werkzaam was, ging zij voort zich verder te
ontwikkelen. Zo sprak en schreef het En-
gelsch spoedig even vloeiend als haar moe
dertaal. Deze ongewone aanleg van het
meisje kon niet lang verborgen blijven en ivel-
willcnde Arrien'den, die ze bij haar meesteres
aan huis had leeren kennen, hielpen haar
om haar droom te verwezenlijken liet tot iets
hoogers te brengen. Ze liet zich aan de uni
versiteit tc Edinburg inschrijven als stu
dent in de medicijnen en A-olbracht al haar
examens op uitstekende wijze. Ze heeft nu
ze haar studiën voltooid heeft, haar wensch
te kennen gege\-en, bij de zending in China
als dokter werkzaam te zijn en het zal waar
schijnlijk niet lang meer 'duren a-ooi- ze daar
haar zegenrijken arbeid kau verrichten.
De bevolking van Italië bestaat uit meer
m,an non dan vrouwen; toch is een groot
deel van do vrouwen van d,cn arbeiden
den stand buitenshuis iverkzaam en de
vrouw- doet er veel veldarbeid. Van "deelf
millioen vrouwen uit Italië worden bijna
twee millioen gebruikt in de nijverheid en
rneer dan drie millioen in den landbouAv.
RECEPTEN.
Blanc-manger.
Men kookt 1 L. zoeten room mot een half
stokje A-anille cn doet daar 125 G. zoete en
acht bittere fijn gemaakte amandelen door
niet 200 G. suiker en 50' G. gesmolten ge
latine. Ilefc geheel wordt door een doek ge
zeefd in den vorm gc'daan en op ijs geplaatst.
Fransche saus.
Drie of vier sjalotten, een laurierblad, wat
basilikum en marjolein worden fijn gehakt en
met lichtbruin gebrand meel eenigo minuten
geroosterd, waarna men cr L. krachtigen
bouillon bij mengt. Daarmee laat men het
koken, giet het door een zeef en voegt er
wat c'troensap bij. Deze saus wordt bij kalfs-
coteletten Voorgediend.
YOOR KINDEREN.
WEET NIET.
De koning \-an Engeland reed eens door
een betooverd bosch, toen hij een jongetje
onder een boom zag liggen slapen. Ilij stapte
van zijn paard, maakte 'den jongen wakker
en AToeg hem:
„Hoe slaap ie hier zoo alleen in het
bosch?"
Het kind, dat nog maar drie jaar was, zei:
„Weetniet."
„Waar woon je?" vroeg de koning.
„Weetniet."
„Waar zijn je vader en moeder?"
„Weetniet."
„Hoe heet je?"
„Weetniet."
„Wel, Weetniet, je moest maar met mij
Gedrukt ter E
naar mijn paleis gaan," zei de koning en
hij nam hem met zich mee en liet hem door
de wijste menschen opvoeden. Hij leerde
heel goed cn toen hij zeventien jaar was zei
do koning
„We zullen een goed ridder van je ma
ken, maar eerst inoeton we een zwaard
koopen."
Ze gingen naar den besten wapensmid,
maar geen van do zwaarden, die deze hem
toonde, beviel Weetniet.
Toen zc naar huis terug gingen, kwamen
ze langs een winkeltje, waar een roestig
zwaard hing,
„Dut is een zwaard voor mij," zei Weet
niet.
l)e koning kocht het voor hem, Weetniet
maakte liet schoon en zag dat er letters op
gegraveerd waren, die hij met moeite kon ont
cijferen. Eindelijk las hij er uit: „Ik ben
onoverwinnelijk
Na cenigen tijd zei dc koning: „Nu moe
ten we een paard A-oor je koopen."
Van alle mooie, krachtige paarden, die zo
zagen, wilde Weetniet er geen hebben, maar
loon zo een oude vrouw tegenkwamen mot
een leelijk, kreupel, mager paard, riep
Weetniet: 1
„Dat paard wil ik hebben."
„Je bobt een vreemden smaak,'* zei rle
koning, maar hij kocht het paard voor hem.
De vrouw fluisterde hem toe:
„Je ziet de knoopen. in den halster. Als
je er een losmaakt, zul je honderd mijlen
verder gebracht worden."
Weetniet sprong op zijn paard, maakte
oen knoop Jos en dadelijk werd hij honderd
mijlen A-cr gedragen.
Hij kwam midden in een stad terecht
juist toen de koning van dat land er liep.
„Je bent een uitstekend ruiter," zei deze,
„wil je op mijn paarden passen."
„Gaarne," zei Weetniet.
De paarden, die onder zijn toezicht ston
den, werden sterker eri mooier dan die waar
op de anderen pasten.,De koning was daar
mee ingenomen en de anderen werden ja-
ioersch en zochten Weetniet ten val te bren-
gen.
De gelegenheid deed zich voor. Toen hij op
een donkeren avond naar den stal reed, zag
Weetniet iets blinkends op den grond lig
gen. Het was een gouden kroon mot glinste
rende diamanten. Hij wou hem juist oprapen,
toen hij een stem hoorde roepen
„Laat hem liggen!"
De stem was die van ziin paard. Weetniet
keek verbaasd en aarzelde, maai- de kroon
was zoo mooi dat hij hem toch maar onder
zijn jas verborg en meenam naar de ko
ninklijke stallen. Daar gaf hij in de duister
nis een prachtig licht.
Daar de stallen eens waren afgebrand, had
de koning verboden er met licht te komen.
Men vertelde dus dadelijk aan den koning,
dat Weetniet met licht in den stal was; deze
zei echter, dat het eenvoudig het schijnsel
was van zijn betoo\-erde zwaard.
Den volgenden avond keken ze door het
sleutelgat in den stal en zagen dat het licht
van een mooie gouden kroon kwam.
Ze brachten dit nieuws aan don koning
en toen deze de prachtige kroon zag, nam hij
hem met zich.naar zijn paleis.
Den A-olgcnden morgen liet hij alle wijzen
uit de stad bij zich komen, om do 'etters,
die er op stonden, te ontcijferen, maar nie
mand kon liet. Toen vertelde een kind van
zeA-en jaar, dat het de kroon was van 'de
prinses uit liet betooverde kasteel. Daarop
sprak de koning tot Weetniet:
„Je licht de kroon gevonden, ga dus ook
dc prinses zoeken."
Weetniet girig naar hot betooverde kasteel,
do prinses kwam hem zelf tegemoet en liet
hem allo kamers zien die van goud waren,
versierd met cdelsteencn.
Toen Weetniet alles gezien had, vroeg hij
of 'de prinses met hem mee wou gaan naar
het bosch om zijn paard te zien.
De prinses deed dit en het paard voerde
de prachtigste dansen uit, wat ze heel aar
dig vond.
„Ga cr nu eens op zitten, prinses," zei
Weetniet, „dan zal het nog mooier dansen."
Na eenige aarzeling steeg de prinses te
paard. Weetniet ging achter haar zitten,
maakte oen van de knoopen in den halster
los en zo werden allen honderd mijlen ver
gedragen.
Ze kwamen spoedig bij de stad van don
koning en Weetniet, stelde de prinses aan
hem voor met de woorden
„Sire, hier is de prinses van het betoo
verde kasteel."
De koning wilde haar dadelijk trouwen en
ging mot pracht en praal de kerk binnen.
Weetniet en zijn paard volgden tot verba
zing en ergernis van de menschen. Toen de
huwelijksplechtigheid was afgeloopen, viel de
huid van het paard op den grond en ver
scheen er een prinses van buitengewone
schoonheid, die Weetniet de hand gaf en
sprak
„Ik ben 'de dochter van den koning van
Engeland. Een oude tooA-erheks A-eranderde
mij in een paard, maar gij hebt mij mijn
eigen gedaante Aveergegevon door mij een
dienst in de kerk te doen bijwonen. Ga met
mij naar mijn vader terug, dan zullen we zijn
toestemming tot ons huwelijk A-ragen."
Er was nog één knoop in den halster over
gebleven, Weetniet maakte dien los en hij
steeg met do prinses tot ie'ders verbazing om
hoog en ging naar hun geboorteland.
Daar werden ze met groote blijdschap door
den koning ontvangen, die niet alleen het
huwelijk van Weetniet en zijn dochter goed
keurde, maar afstand deed' van de regeering
en hen tot koning en koningin van het land
'deed uitroepen.
v. d. Schiedamcghe Cquramt.