toestand ernstig werd, ging George Sand met haar beide kinderen en Chopin naar Majorka, waar 3iot bij Raima, gelegen voor malige Karthausor klooster van Baldemosa voor hen werd ingericht. Omdat Clmpins ziekte echter toenam, keerden ze in Fe bruari 1S39 naai- Marseille terug en van daar in den zomer naar Rohan 1, de bo- zitting „van George Sandlangzamerhand ontstond daar een verkoeling in de vriend schap, die toenam terwijl Chopin steeds zieker werd en meer behoefte had aan hulp. In het begin van 1S-1S scheidden ze van elkaar en in April ging Chopin naar Engeland en Schotland, waar hij wel goed ontvangen werd, maar waar hij zich toch niet genoeg thuis voelde om er te blijven. Nadat hij den löden November voor het laatst in hot publiek was opgetreden, keer- 'do hij in IS 19 naar Parijs terug. Niet in staat tot lesgeven en zonder middelen was hij alleen op de hulp zijner vrienden aan gewezen, 'die om den prikkelbaren, trot- schen, wantrouwenden man niet te kren ken zonder zijn voorkennis bijeenbrachten wat hij voor zijn levensonderhoud noodig had. Vorstin Maxcellïna, Czartoryska en gravin Potocka namen met zijn getrouwde zuster zijn verpleging op zich en gravin Potocka bewees den stervende den kaat sten dienst door hem eenige zijner lieve lingsliederen voor to zingen. Den 17dcn October 1S-19 stierf hij. Volgens zijn wensch werd zijn hart naar zijn geboorteland gebracht, waar het inde kerk van het heilige kruis te Warschau werd bijgezet. I DE LOTOS IN CHINAf De lotosbloemen, 'die, wanneer ze in menigte bij elkaar groeien, zulk eensehoo- nen aanblik opleveren, zijn voor de Ghi- neezen van het grootste nut. De eikelvormige vrucht, die als versche niet al te rijpe hazelnoten smaken, gebruikt 'de Chinees vcrsch, geconfijt of gestoofd. De bloemblaadjes en meeldraden wor den gedroogd en als geneesmiddel gebruikt of om hun geiu- aan. de thee toegevoegd. De bladen worden verscli erx gedroogd gebruikt, zooals bij ons het pakpapier, ze vormen dan ook werkelijk' een handels artikel en worden in balen door China verzonden. Het belangrijkste is echter 'de wortel, of juister de wortelstok. Dat is een volks- voedsel, zooals bij ons de kool! Hij be staat uit geelachtig-witte knollen. Bij het opensnijden ziet men hoe het harde vieesch door ronde openingen js doorsneden. Die wortels worden in schijven gesneden en rauw gegeten. Gekookt geeft de rvorteleen smakelijke groente, die jn den herfst zeer algemeen gegeten wordt. Op het Maanfeest (begin Séptember),'dat tegelijk het feest der vrouwen is, worden uit de wortels sierlijke halvemaanvormige figuren gesneden, sterk geconfijt en geroos terd. Dit brengt ons op 'de mythische betee- kenis van den lotos. Die plant is gewijd aan Boeddha en Quanjïn, de moederGods van het Boeddhisme. Quanjïn is het voor beeld der vrouw, der bedrijvige huisvrouw, der moeder van de kindereu. Vandaar het gebruik van den Iotoskoek bij het vrou wenleest. Aan Boeddha is hij gewijd als een heilig symbool. Zooals hij uit het moe ras zijn reine bloem doet opstijgen, is hij een zinnebeeld van het menschworden en 'der loutering van de ziel. Daarom worden zoowel Boeddha als Quanjïn meestal voor gesteld zittend of staand op een lotosbloem. Uit 'deze godsdienstige beteekenis is ook te verklaren, dat men de planten in tem pels kweekt, en dat de lotos in de Ghi- neesche kunst zoo veelvuldig A-oorkomt. Dikwijls vindt men de vrucht of de bloem in handen van heiligen of in gestileerder! vorm in "de ornamenten der tempels. De geheel© lotosplant is een geliefd motief bij het Chineesone porselein en het 'Chinee- schc lakwerk. Zelfs de eenvoudige rood bruine aarden trekpotten zijn dikwijls met het motief dezer plant versierd. Poëzie en proza, diepzinnig mysticisme en kras realisme zijn dus aan het begrip van den lotos verbonden, waardoor hij een kenmerk van het Chineesche land en volk wordt. HET BEWERKEN DER STRUIS- VEEREN. De struisveeren, die in grooten getale op de Londensche markt worden aangevoerd, worden voornamelijk in Parijs voor het ge bruik geschikt gemaakt. Het eerste wat ervoor noodig is, is een badde veer moet een gansche reeks van baden en afzeepingsproeessen doormaken in een snel draaiend toestel, om van alle vuil ontdaan te worden. Daarna wordt ze gebleekt en geverfd. Hoe smetteloos wit ze ook is, toch is ze nog niet wit genoeg voor de grillige mode, en ze moet 'daarom nog eens een bad onder gaan in sterk zuurstofhoudend water. Wat het verven aangaat, is het bekend, dat men voor het verkrijgen van een mooie zwaite veer een witte van onberispelijke hoe danigheid moet verven, want alleen die ont wikkelen dien oigenaardigen glans, die de veer haar schoonheid verleent. Voor het ver ven wordt campêchehout gebruikt. Aniline- kleurstof werkt wonderen bij andere veeren en vormt een gansche reeks kleurschakee- ringen. Na het verven komen de veeren in een ander bad, waarin ze steviger worden ge maakt, waarna ze aan een proces worden onderworpen, dat men het beste bij massage zou kunnen vergelijken, want de veer wordt voorzichtig met do hand bewerkt om baal los te doen zijn. Nog is de veer niet. klaar; ze moet. nu in een toestel met sterke messen rond gesneden worden. Door die me.-son krijgt ook do kiel zijn dunnen, vlakken vorm en met behulp daarvan worden nog allerlei andere bewer kingen gedaan, zooals hot maken van één veer uit twee. Op dezelfde wijze worden leege plekjes aangevuld en veeren verlengd. Nu moot de voer nog een dampbad hebben en wordt ze met een stomp mes gekruld. Dit laatste vereischt een groote handigheid, daar men licht gevaar loopt, de veer te snij den. HET GROOTSTE EN HET KLEINSTE REVOLVER. Het. grootste bestaande revolver is ruim -10 cM. lang, en werd voor Montenegro ver vaardigd, daar de bevolking van 'dut land, gewoon aan tie zware Turkseho pistolen, geen lichte wapens waardeert, maar zulke hamlkanonnon. verlangt. Het. kleinste is nog geen 5 cM. lang. Het heeft zes loopeu en is een scherp treffend wapen; hoewel de patro nen slechts 4 mM. lang zijn dringen ze ver scheidene centimeters in een muur door. liet miniatuunvapen is uit staal vervaardigd, in het vuur verguld, gegraveerd en mot. parelmoer ingelegd. liet kan aan een horloge worden gehangen, en i» tegelijk in tijd van nood een gevaarlijk wapen. VROUWELIJKE INVLOED. Cooper werd <xr. schrijver door een woord van zijn vrouw. Op zekeren avond goqide hij een boek neer, waarin hij had zitten lezen met de woorden„Ik geloof, dat ik zelf een beter boek zou kunnen schrijven.'" „Doo het eens," sprak zijn vrouw glim lachend. In enkele 'dagen had hij verscheidene hoofdstukken geschreven van een boek, dat hij op eigen kosten uitgaf. Het boek trek nog niet de aandacht, maar Cooper was er door tot schrijven gekomen en zijn volgende boek had een beslist succes. ONBEKENDE AEORISTEN. Een kellner: „In deze wereld wil ieder het eerst eten." Een clown: „Velen lachen, als er oor vegen worden uitgedeeld." Een musicus: „De liefde is een opera; de eerste blikken van verstandhouding zijn de ouverture het huwelijk is de finale." Een schoenmaker: „Menige dame leeft daarom op een grooten voet, omdat ze een kleinen voet heeft." Een machinist van een locomotief„Hoi: beter 'de menschen vooruitgaan, hoe minder denken zij aan hen, dio voor hen werken." Een parapluiefabrikant„Als het noodlot over ons losbarst, zetten wij de parapluic dei- levenswijsheid op en merken hoe hij vol gaten zit." Eens hield een stadhouder zijn intocht in een Turksche stad, zonder dat de gebruike lijke kanonschoten werden gehoord. Verwonderd en beleedigd sprak hij hier over het hoofd der stad aan. „Meneer," antwoordde deze, „we zouden gaarne geschoten hebben, maar om honderd redenen moesten we er van afzien." „En welke zijn die gronden?" „Ten eerstewe hebben geen kanon nen „Genoeg, meneer! De overige negen en negentig redenen kunnen niet zoo gegrond zijn als deze." Dame: „fk ben vandaag bij den. tandarts geweest." lieer: „Hij moest zeker met een vergroot glas werken in dat kleine mondje van u." Conducteur: „Hoe oud is het kind?" Moeder: „Het werd. drie jaar geleden go- boren." Conducteur: „En hoe oud was het bij zijn geboorte?" De zoon van den pantoffelheld. Eeivte iongen (tot den tweede, die rookt) „Pas maar op, dat je vader dat niet ziet." Tweede jongen: „Die rookt zelf ook in 't geniep," „Maar, Lize, hoe kun je zoo'n grooten man trouwen?" „Ik zal hem wel gauw klein krijgen." Moeder„Heb je de ulevellen met je broertje gedeeld?"' Dochtertje: „Ja, mama. Ik heb de ulevel len opgegeten en ik heb hem de versjes ge geven. Hij houdt zoo dol van lezen." Ik geloof, zei een Amerikaan, wien men dicht bij een buitenplaats in Utrecht een echo wilde doen bewonderen, dat gij noo'i gehoord hebt van onze echo's. Ik ga ieder jaar naar 'n badplaats in 'n rots- tehtig gebergte waar bet acht uur duurt, ztgge acht uur eer de echo de woorden tnugka&tet. AL ik 's avonds naar bed ga, schuif ik 1 ?t raam op en roep„Het is tijd om op te staanen de echo wekt mij dan den vol genden morgen. NEDERLANDSCI-IE WIJSHEID. Geen nieuwe vriendschap, 'die vóór de oude gaat. De tijd dooft veel, maar kan niet alles dooven, Het trouwe hart komt altoos weder boven, En staaft zijn aanzijn door do trouwe daad. Beds. De ondergaande zon herkrijgt veel van de tinton van het morgenrood. Zoo ziet do stervende mensch zijn verdwijnend leven ge kleurd door het licht zijner jeugd» V, Loosjes. Lafhartigheid is oen van de grootste be zwaren tegen vrije studie, want niet minder dan de ware poëzie, hoeft Wijsbegeerte be hoefte aan dat hoofdelement van juist den ken aan moed Multutuli. Schoonheid, Wie eenmaal u aanschouwt, leefde genoeg: Zoo hem de dood in deze stond, versloeg Wat nood? Ilij heeft genoten 't hoogst genot!" Perk. De dingen die ons tegen staan, Die doen het stille loven gaan. Jan Luyken. VOOR DAMES. MODE. De rokken zijn heet vol gegarneerd. Ze zijn nauw sluitend aan de heupen en Imel wijd van onderen. Voor gekleedc japonnen zijn de rokken lang. Iets nieuw» is dat het, bovengedeelte van voile, chiffon, zijde of een andere lichte stof genomen wordt, terwijl het onderste 'deel van laken of fluweel L. Japon nen van chiffon en zijden neteldoek woidcn met laken en fluweel afgemaakt. Zwart satij nen ceintuurs worden op de vreemdste slot feu gezet en men verkrijgt schoone xffecLcn door zilver- of goud band onder plooien van satijn aan te brengen. Over liet algemeen blijft het praktische in 'de mode en zoo dankt de bolero evenals de blouse haar voortdurend bestaan aan hef nut ervan. Met een rok, blouse en bolero net men er altijd netjes uit. Onder de nicest in den smaak vallende kleuren behoore» paarlgrijs, robijnrood, een metaalachtig groen, een fletseh oud rose en een schitterend geel. De groote gespen, die verleden jaar vari achter gedragen werden, ziet men nu inrcr voor aan de ceintuur. Do vesties zijn kort. zoodat de ceintuur goed uitkomt. Men draagt nog veel bretels, die nu op de schouders vrij breed zijn. DE LUCIITBALLONSPORT DOOR DAMES BEOEFEND. De luehtballonsport komt hoe langer hoe meer in de mode bij dames. In Parijs stijgt men op van het Aero Club Park ie St. Cloud, en men vindt cr een tochtje loor de zomerwolken rustiger en verfrisschender dan motorrijden lang» stoffige wegen. In liet vorige uit-gaanstijdperlc namen twee en zeventig dames deel aan luchtreizen. De bekoorlijke jonge hertogin d'Uzös is een groote liefhebster van luchtreizen en brengt menigen middag door met drijven over do kaart van Frankrijk in den u al Ion van haar man. üo hertogin van Aosta (geboren prinses Helena van Orleans) stelt ook veel belang in den luchtsport en gelooft dat deze de wijze van voortbeweging van de toekomst zal zijn. Sedert de stichting van de Acro Chili in FVankrijk in 1S98 is luchtreizen een tijdverdrijf voor liefhebbers geworden en de dames deelen er de genoegens en de ge varen van. Dc Engelsche dames hebben deze 'iefbeb- bcrij van haar Fransche zusters overgenomen en het stichten van dc Acro Club van het Vercenigd Koninkrijk door den heer Frank Hedges Butler in 1901 heeft dezen sport in het land ingang doen vinden. Do japonnen, die men bij de luchtscheep vaart gebruikt zijn wandelkostumes inot een motorhoed of toque. Een eeuw geleden, voor de tailor-made kostuums waren uitgevonden, stegen dames op in gekiende toiletten met hoeden met veeren. Dame» hebben zich altijd tot den lucht ballon aangetrokken gevoeld. Tusschen 1*'S3 en 1849 maakten negen cn veertig dames er tochten mee. Het maken van tochten per luchtballon is ongetwijfeld een gezonde en aangename uitspanning gebleken, en in de toekomst zal men 't misschien even. gewoon vinden om een luchtballon, te hebben als hot nu is om een jacht of een auto te bezitten. De tijd zal misschien eens komen waarin d-- auto een oven ouderwetsch voertuig is vergeleken bij het luchtschip als nu een wagen op vier wielen bij een auto. ORDETEEIvENEN VAN DEUTSCHE VROUWEN. De oudste orde in Duitschland, die ook aan vrouwen gegeven werd, de in 14-10 door den keurvorst van Brandenburg gestichte z\vanenorde, was het kentecken voor een vereeniging van mannon en vrouwen die zich teri doel stelde „de belijdenis der Christe lijke waarheid door de daad" en werken van liefdadigheid uitoefende. Gedurende den tijd der hervorming in vergetelheid geraakt, werd de vereeniging in 1813 weer in 't leven geroepen door Frederik Wilhelm IV, die zich met zijn vrouw aan 't hoofd stelde. Ook do Beiersehe Elisabethorde, die de keurvorstin Elisabeth Augusta von der Pfalz in 1705 tor cere van de heilige Elisa beth stichtte, duidt een vereeniging aan, die weldadigheid en naastenliefde ten doel heeft. Ze werd uitsluitend gegeven aan katholieke dames, die zicli op zestien voorvaders konden beroepen. Zeer oud is de St. Annnorde van liet Ja- me&stift te Wïuv.burg, die door de rijke gravin Anna Maria von Dernbach in 18ü3 werd in het leven geroepen voor de verzor ging van dochters van den Frnnkischen adel. Met dc negentiende eeuw breekt het tijd perk der eigenlijke „verdienste"-orden aan. Toen was do liefde A-oor liet A-adorhmd door verschillende oorlogen opgewekt en waren ook vrouwen bezield tot werken voor het algemeen. De meeste ordeteekenen werden dan ook verleend A-oor de verpleging en ver zorging van gewonden en gevangenen. Groote waardcering A-ond wat de vrou wen in den Fransch-üuitschei! oorlog deden, en het jaar 1871 bracht in alle Duitsche stalen ridderorden en cerc-tcokcns voor haar, deels door de stichting van enkel vrouwelijke orden, deels door do vcrlcening van die, welke ook voor mannen verkrijgbaar zijn. Al werd het grootste aantal der ordeteeke nen voor vrouwelijke verdienste in oorlogstijd gesticht, zoo worden toch ook do meeste dezer ridderorden in vredestijd gegeven A-oor werken van naastenliefde en barmhartigheid. VROUWEN IN ZAKEN. „Het werkzaam zijn in de een of andere zaak is in één opzicht heel goed A-oor vrou wen," zo oen jonge gebrouwde vrouw tot een oudere vriendin, die er over klaagde, dat zoo vele meisjes in zaken gingen. „Het. geeft haar gevoel voor bezigheid of moest dit tenminste doen en als ze oen huishouden beginnen, hebben ze geleerd volgens een systeem te werken. Huishouden is ook con soort zaakzooveel inkomen jaarlijks, zoo veel dienstboden, die bezig gehouden moeten worden. Do meeste vrouwen beschouwen zaken doen on haar huis als A-crschillende dingen, ik niet. Ik beschouw mijzelf als iemand, die zaken doet. TIk heb zooveel mo gelijk mijn uren verdeeld uren Avaarin ik naar de keuken, en de provisiekamer ga, uren waarin ik boodschappen doe, uren waar in ik naai en verstel. Als ik een nieuwe meid krijg, geef ik haar een werklijst, zoodat ze altijd bezig is. Heeft ze tusschen-tijds uren, waarin ze niets te doen heeft, dan wordt ze ontevreden. Maar als haar werk geregeld en ze daarna vrij is, dan is het haar naar den zin. Natuurlijk komt er wel eens extra-werk voor maar als men er zich toe zet, kan men alles systematisch behandelen. Wat de kinderen aangaat, die worden tegenwoordig altijd A-olgens oen systeem opgevoed en ze varen er wel bij." VAN DIENSTMEISJE TOT DOKTER. Anna Maier, de dochter van een opper man in Wurlemberg, onderscheidde zich van haar jeugd af aan door haar grooten leerlust. Ook toen ze bij een Duitsche fami lie in Engeland als gewoon dienstmeisje werkzaam was, ging zij voort zich verder te ontwikkelen. Zo sprak en schreef het En- gelsch spoedig even vloeiend als haar moe dertaal. Deze ongewone aanleg van het meisje kon niet lang verborgen blijven en ivel- willcnde Arrien'den, die ze bij haar meesteres aan huis had leeren kennen, hielpen haar om haar droom te verwezenlijken liet tot iets hoogers te brengen. Ze liet zich aan de uni versiteit tc Edinburg inschrijven als stu dent in de medicijnen en A-olbracht al haar examens op uitstekende wijze. Ze heeft nu ze haar studiën voltooid heeft, haar wensch te kennen gege\-en, bij de zending in China als dokter werkzaam te zijn en het zal waar schijnlijk niet lang meer 'duren a-ooi- ze daar haar zegenrijken arbeid kau verrichten. De bevolking van Italië bestaat uit meer m,an non dan vrouwen; toch is een groot deel van do vrouwen van d,cn arbeiden den stand buitenshuis iverkzaam en de vrouw- doet er veel veldarbeid. Van "deelf millioen vrouwen uit Italië worden bijna twee millioen gebruikt in de nijverheid en rneer dan drie millioen in den landbouAv. RECEPTEN. Blanc-manger. Men kookt 1 L. zoeten room mot een half stokje A-anille cn doet daar 125 G. zoete en acht bittere fijn gemaakte amandelen door niet 200 G. suiker en 50' G. gesmolten ge latine. Ilefc geheel wordt door een doek ge zeefd in den vorm gc'daan en op ijs geplaatst. Fransche saus. Drie of vier sjalotten, een laurierblad, wat basilikum en marjolein worden fijn gehakt en met lichtbruin gebrand meel eenigo minuten geroosterd, waarna men cr L. krachtigen bouillon bij mengt. Daarmee laat men het koken, giet het door een zeef en voegt er wat c'troensap bij. Deze saus wordt bij kalfs- coteletten Voorgediend. YOOR KINDEREN. WEET NIET. De koning \-an Engeland reed eens door een betooverd bosch, toen hij een jongetje onder een boom zag liggen slapen. Ilij stapte van zijn paard, maakte 'den jongen wakker en AToeg hem: „Hoe slaap ie hier zoo alleen in het bosch?" Het kind, dat nog maar drie jaar was, zei: „Weetniet." „Waar woon je?" vroeg de koning. „Weetniet." „Waar zijn je vader en moeder?" „Weetniet." „Hoe heet je?" „Weetniet." „Wel, Weetniet, je moest maar met mij Gedrukt ter E naar mijn paleis gaan," zei de koning en hij nam hem met zich mee en liet hem door de wijste menschen opvoeden. Hij leerde heel goed cn toen hij zeventien jaar was zei do koning „We zullen een goed ridder van je ma ken, maar eerst inoeton we een zwaard koopen." Ze gingen naar den besten wapensmid, maar geen van do zwaarden, die deze hem toonde, beviel Weetniet. Toen zc naar huis terug gingen, kwamen ze langs een winkeltje, waar een roestig zwaard hing, „Dut is een zwaard voor mij," zei Weet niet. l)e koning kocht het voor hem, Weetniet maakte liet schoon en zag dat er letters op gegraveerd waren, die hij met moeite kon ont cijferen. Eindelijk las hij er uit: „Ik ben onoverwinnelijk Na cenigen tijd zei dc koning: „Nu moe ten we een paard A-oor je koopen." Van alle mooie, krachtige paarden, die zo zagen, wilde Weetniet er geen hebben, maar loon zo een oude vrouw tegenkwamen mot een leelijk, kreupel, mager paard, riep Weetniet: 1 „Dat paard wil ik hebben." „Je bobt een vreemden smaak,'* zei rle koning, maar hij kocht het paard voor hem. De vrouw fluisterde hem toe: „Je ziet de knoopen. in den halster. Als je er een losmaakt, zul je honderd mijlen verder gebracht worden." Weetniet sprong op zijn paard, maakte oen knoop Jos en dadelijk werd hij honderd mijlen A-cr gedragen. Hij kwam midden in een stad terecht juist toen de koning van dat land er liep. „Je bent een uitstekend ruiter," zei deze, „wil je op mijn paarden passen." „Gaarne," zei Weetniet. De paarden, die onder zijn toezicht ston den, werden sterker eri mooier dan die waar op de anderen pasten.,De koning was daar mee ingenomen en de anderen werden ja- ioersch en zochten Weetniet ten val te bren- gen. De gelegenheid deed zich voor. Toen hij op een donkeren avond naar den stal reed, zag Weetniet iets blinkends op den grond lig gen. Het was een gouden kroon mot glinste rende diamanten. Hij wou hem juist oprapen, toen hij een stem hoorde roepen „Laat hem liggen!" De stem was die van ziin paard. Weetniet keek verbaasd en aarzelde, maai- de kroon was zoo mooi dat hij hem toch maar onder zijn jas verborg en meenam naar de ko ninklijke stallen. Daar gaf hij in de duister nis een prachtig licht. Daar de stallen eens waren afgebrand, had de koning verboden er met licht te komen. Men vertelde dus dadelijk aan den koning, dat Weetniet met licht in den stal was; deze zei echter, dat het eenvoudig het schijnsel was van zijn betoo\-erde zwaard. Den volgenden avond keken ze door het sleutelgat in den stal en zagen dat het licht van een mooie gouden kroon kwam. Ze brachten dit nieuws aan don koning en toen deze de prachtige kroon zag, nam hij hem met zich.naar zijn paleis. Den A-olgcnden morgen liet hij alle wijzen uit de stad bij zich komen, om do 'etters, die er op stonden, te ontcijferen, maar nie mand kon liet. Toen vertelde een kind van zeA-en jaar, dat het de kroon was van 'de prinses uit liet betooverde kasteel. Daarop sprak de koning tot Weetniet: „Je licht de kroon gevonden, ga dus ook dc prinses zoeken." Weetniet girig naar hot betooverde kasteel, do prinses kwam hem zelf tegemoet en liet hem allo kamers zien die van goud waren, versierd met cdelsteencn. Toen Weetniet alles gezien had, vroeg hij of 'de prinses met hem mee wou gaan naar het bosch om zijn paard te zien. De prinses deed dit en het paard voerde de prachtigste dansen uit, wat ze heel aar dig vond. „Ga cr nu eens op zitten, prinses," zei Weetniet, „dan zal het nog mooier dansen." Na eenige aarzeling steeg de prinses te paard. Weetniet ging achter haar zitten, maakte oen van de knoopen in den halster los en zo werden allen honderd mijlen ver gedragen. Ze kwamen spoedig bij de stad van don koning en Weetniet, stelde de prinses aan hem voor met de woorden „Sire, hier is de prinses van het betoo verde kasteel." De koning wilde haar dadelijk trouwen en ging mot pracht en praal de kerk binnen. Weetniet en zijn paard volgden tot verba zing en ergernis van de menschen. Toen de huwelijksplechtigheid was afgeloopen, viel de huid van het paard op den grond en ver scheen er een prinses van buitengewone schoonheid, die Weetniet de hand gaf en sprak „Ik ben 'de dochter van den koning van Engeland. Een oude tooA-erheks A-eranderde mij in een paard, maar gij hebt mij mijn eigen gedaante Aveergegevon door mij een dienst in de kerk te doen bijwonen. Ga met mij naar mijn vader terug, dan zullen we zijn toestemming tot ons huwelijk A-ragen." Er was nog één knoop in den halster over gebleven, Weetniet maakte dien los en hij steeg met do prinses tot ie'ders verbazing om hoog en ging naar hun geboorteland. Daar werden ze met groote blijdschap door den koning ontvangen, die niet alleen het huwelijk van Weetniet en zijn dochter goed keurde, maar afstand deed' van de regeering en hen tot koning en koningin van het land 'deed uitroepen. v. d. Schiedamcghe Cquramt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 10