6i~ Jaargang
Vrijdag 20 September 1907.
No. 12494
Tweede Blad
Uit de Pers.
BINNENLAND.
Gemengd Nieuws.
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze contant verschijnt cl a g e I ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor S chio d a m en V1 aar din g en fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.G5-
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiön voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het bureau bezorgd zijn
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.)
Prijs der Adverteatiön: Van 16 regel# fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Diasdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiön opgenomen lot don prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intorc. Telefoon
voor do Redactie No. 123.
voor de Administratie No. 103.
De Troonrede.
Als korten inhoud van dc Troonrede
geeft dc Chr.-Ilisl. „Nederlander":
„Het Kabinet wenschl diligent verklaard
te worden.
„Van den vloed van Loegozegdc ontwer
pen in de beide vorige Troonreden is nog
zeer weinig tot sland gekomen, zelts be
trekkelijk weinig bij de Kamer ingediend.
Met beminnelijk optimisme worden thans
niet alleen vele dier toezeggingen herhaald,
maar ook een rooks nieuwe daarbij ge
voegd.
„Wanneer de Rcgecring in doze
Troonrede niets anders verklaard had dan
dit: wat van onze vorige toezeggingen nog
niet tot stand gekomen is, dat alles zal
in dit jaar worden afgewerki, en bovendien
zal, om de politieke franje niet te verge
ten, 'Óen voorstel tot Grondwetsherziening
worden ingediend, dan ware dit reeds een
toezegging, die minstens driemaal zooveel
bevatte dan In eon jaar kan worden afge
daan. Waar zij 'fer rm bovendien nog een
reeks nieuwe zaken bijvoegt, daar is het
verzoek om diligentveiklaring, dus ook dc
betuiging van levenslust en werkkracht der
Regeering, zoo welsprekend mogelijk.
Dit is dan ook alles, wat wij' uit deze
Troonrede besluiten.
De „Standaard" geeft emi tweestar over
de Troonrede, welke 't blad vergelijkt met
dc sluilingsredc van j.l. Zaterdagen waar
in het „een eigenaardige overeenkomst" mei
die rede ziet.
„De indruk van beide stukken moet clan
ook wel dezelfde zijn, kau geen andere
zijn dan deze: dit Ministerie gevoelt zich
niet meer in staat lot groote dingen. Waar
om anders de aankondiging vau de indie
ning der Grondwetsvoorstellen zoo vaag
terloops even aangestipt; waarom anders
niet wat meer woorden gewijd aan de ar-
beidsverzekering? Het is alsof de Minis
terraad, waarin de Troonrede zal zijn vast
gesteld,, verlegen was om, na zoo schit
terend debuut van twee jaren in hetklei-
net iets groots te noemenalsof men bang
was, dat de spotzucht over de Slaten-
Generaal en over de natie vaardig zou
worden^ indien in dit stuk de Grondwets
voorstellen en de arbeidsverzekering al te
zeer op den voorgrond traden."
„De Troonrede, heden uitgesproken, geeft
duidelijk te kennen als wc het niet
reeds wisten dat geen -sociale hervor
mingen in deze parlementaire periode zijn
te verwachten. Wat loegezegd wordt, is
voor het meerendcel een gewijzigde editie
van hetgeen vroeger werd ingediend."
„De Residentiebode" moet erkennen
„dat het door den Soeverein uilgesprOj'-
Regarringsprogram getuigenis aflegt van
werklust en werkkracht hij de tegenwoor
dige bewindslieden, ook al staan er ver
schillende reeds in vorige Troonreden aan
gekondigde schotels op het menu."
Aangaande de voorstellen tot Grotulwelv
herziening schrijft liet blad:
„Opgetreden onder de leuze der politiek
van Blanco-80 was liet Ministerie, waarin
dc heer De Moester tijdelijk voorzitter is,
aan zichzelf verplicht, die voorstellen in
te dienen. Veeleer hadden wij vcnvaehl,
dat zij iels later zouden gekomen zijn. En
dit zou misschien gunstig op afdoening
van zaken gewerkt hebben. Van bun stand
punt moet men echter den Ministers golijt
geven, dal, zij niet langer dan noodig met
e indiening der Grondwetsvoorstellen dra
wn Het tijdstip dor behcuideling daarvan
'gt immers aan de beslissing der Kamers
at het Ministerie geen andere zaken over
joop heeft gehaalddat het mot name
je netelige kwestie der Troonopvolging rus
en liet, schijnt ons, in verband met de
samenstelling der beide Kamers, met 'den
po heken toestand des lands en met 'dc
rogene bestanddeclen, waarop het "Mi
nisterie steunen moet, verstandig gezien.'
"Fe Tijd" vat haar oordeel aldus samen
„De Troonrede van dit jaar laat uien
6l beste recht wedervaren, door cr zoo
weinig mogelijk van te zeggen. Epn be
paalden indruk, omtrent wat er in hot aan
s aande Regeeringsjaar moet en zal gebeu
j'en, krijgen wij volstrekt niet. Het is al
les even vaag en onzeker; ja, het schijnt,
111 e'- opzet de terminologie zóó geko
zen is, dat geen grootsche verwachtingen
worden opgewekt.
Volgens het „Centrum" zal men moeten
erkennen, „dat de Rcgecring te veel hooi
op de vork neemt, om niet don indruk
te wekken, dat zij gaarne nog anderen ar
beid verrichten wil, clan de herziening dor
Grondwet.
Die herziening is als parade-paard op
den voorgrond geplaatst. Maar levens heeft
men er voor gezorgd, dat de wetgevende
molen kan voortgaan met malen en Mi
nisters en Kamers met elkander aan het
werk blijven.
l)ü Kath. „Maasbode" werd al aanstonds
getroffen door den opgoweklen toon.
„Maar wanneer ook weer in deze ma
terialistische rede met geen enkel woord
gerept wordt van dc zedelijke belangen en
nooclcn des volks, "terwijl we toch allen
weten, dat hol, moreele peil onzer samen
leving en dit in den meest algemeenen
zin genomen bij veel andere beschaafde
ancien ten achterstaat en dus meer dan
iets anders de verdubbelde zorg der Over
heid vereischl, dan stemt dit Staatsstuk
ons onder dft opzicht, in stee van totdank-
tot pijnlijke gedachten."
De Mülicouea Nota.
("V ervolg.)
Het hoogere eindcijfer van hoofdstuk 1
is het gevolg van het uittrekken an den
tweeden termijn voor den bouw van nieuwe
stallen c.a. op het Loo.
De verhooging van het IVde hoofdstuk
is grootendeels het gevolg van de hoogere
raming van de afdceling gehouwen met
een bedrag van 303.800'.
De belangrijke stijging van liet Yde
hoofdstuk is tot eon bedrag van ruim
651.0Ü0 het gevolg van bestaande wetten
en organisation waaronder 445.000 meer
voor subsidiën aan liet openbaar en oijz ai
der lager onderwijs. Voorts vorderen de
verdere inrichting van de Technische' 1 Ho
geschool ruim 300.000 meer, het laborato
rium van den Centraien Gezondheidsraad,
waartoe ten \origen jaren werd Gesloten,
92.000 meer. Van de overige stijging ten
bedrage van ruim 5ton is ruim 177.000
bestemd voor verhooging van subsidiën en
andere uitgaven, ten behoeve van verschil
lende inrichtingen van vakonderwijs, bijna
ÏO'O.OOO voor meerdere kosten voor bevor
dering der volksgezondheid en ruim
200.000 voor Rijkshoogerc burgerscholen,
hoofdzakelijk in verband met de ivernc-
ming en stichting van scholen te Hoorn,
Vcendam, Steenwijk en Coovorden.
De stijging van hoofdstuk VI bedraagt
029,839,874. Ten laste van de militaire
uitgaven komt 830,003.874 meer, terwijl
de niet-miiitaire uitgaven 200.724 lager
kunnen worden geraamd. Van de militaire
uitgaven zijn die voor materieel 092.778
honger, in hoofdzaak gevolg van het uit
trekken \an een hoogcr beclrag voor den ver
deren bauw van het pnntscrschip, ten vorigen
jure toegestaan, terwijl die voor personeel
13.032 en die voor pensioenen en onder
standen 108.3S4 meer bedragen.
Dat dc nict-militave uilgaven lager zijn,
is voornamelijk hieraan toe te schrijven, dat
voor loodswezen, betonuing en bebakening
217.002 minder wordt geraamd, in ver
band mei de noodzakelijkheid van het uit
stellen tot een volgend iaar van dc meeste
werken tot verbetering der groote kust
lichten.
Dat hoofdstuk VII B een zoo aanmerke
lijk hooger cijfer aanwijst, is in de voor
naamste plaats 'het gevolg van liet uittrek
ken van f 600.000 meer voor voorschotten,
ingevolge de woningwet, alsmede van het
uittrekken van een post van 1,125.000 als
oorschot aan het in te stellen „Fonds voor
de spoedige afwerking van de stelling Am
sterdam." Van de t-otaal-stijging van
2,274,334.GS blijft na aftrek van deze
beide posten over 4-19.334, waaronder
219.000 voor hoogere uitkcering aan de
gemeenten, ingevolge do wet van 1S97,
184.587 voor meerdere uitgaven voor de
adminstratie der directe belastingen, invoer
rechten en accijnzen, (.waarvan evenwel het
hoogere bedrag, ad 69.000, voor aankoop
van hontgeest bijna geheel onder de midde
len wordt teruggevonden) en 111.628
voor hoogere kosten van de administratie
van het zegel, de registratie, enz., beide ver
hoogingen voor een belangrijk deel verband
houdende met lotsverbetering van lagere
I ambtenaren.
De hoogere aanvrage 0[) het VUIste
hoofdstuk vindt voornamelijk haar oorzaak
in het opnemen van een som van 850.000,
als bijdrage aan het reeds boven ver
melde, alsnog bij de wet ill te stellen
„Fonds voor de spoedige afwerking van de
stelling van Amsterdam".
Wat liet INe hoofdstuk aangaat, de stij
ging hiervan zoude aanzienlijker zijn, indien
niet de van België terug te ontvangen uit
gaven voor het kanaal GentTerneuzen
500.000 lager konden worden geraamd.
De stijging der ten laste van Nederland blij-
rende uilgaven, die milsdich op 730.4 14.75
Ie stollen is, is bijna geheel het gevolg van
do hoogere raming van de afdceling poste
rijen en telegrafie ad 881.047, waaronder
298.225 meer voor personeel en ƒ560.500
meer voor aanleg, uitbreiding en onderhoud
van het telegraafnet cn het intcrlocnal ci.
internationaal telefoonnet. Terwijl ork dc
afdceling spoorwegen 50.100 meer vcn-
derl, bedraagt de afdceling Waterstaat (bui
ten rekening gekten het kanaal Gent
Terneuzen) ƒ207.707 minder, hetgeen
vooral een gevolg is van het gereed komen
van de werken tot verbetering van liet.
Noordzeekanaal,
De belangrijke stijging van het Xe hoofd
stuk is wederom in hoofdzaak hel gevolg
van de stijging der kosten van het mijn
wezen, wordende er voor de rijksopspo
ring van delfstoffen 250.000 meer aan
gevraagd en voor de staatsmijnen ƒ648,050
meer (waartegenover echter een hoogere ra
ming der ontvangsten ad 388,000 kan
staan).
Intusmhen worden ook de uitgaven voor
den Landbouw 3S9,23G hooger geraamd,
waarvan 63,900 meer voor reis- en ver
blijfkosten van 't personeel van den veeart-
senijkundigen dienst en 250.000 meer
voor de bestrijding van de tuberculose on
der het rundvee (een stijging, die «enigszins
wordt geneutraliseerd door oen hoogere ra
ming der ontvangsten ter zake ad ƒ00.000').
Aangelcekend wordt hier ter plaatse, dat
noch in hot Xe hoofdstuk noch in het VTIe
hoofdstuk B eenige post is uitgetrokken
voor dc uitvoering van de tiondwet 1907,
en zulks, omdat reeds voor eenigen tijd oen
ontwerp van wet do departementen heeft
verlaten, strekkende tot instelling van een
fonds voor de afwikkeling van dc finan-
cieele aangelegenheden van de liendwet.
Eerst nadat een beslissing omtrent, 'dat wets
voorstel zal zijn genomen, kan beoordeeld
worden, welke posten ter zake op de alge-
meene staatsbegrooting vereischt worden, die
daaraan alsdan bij suppletoirs begrootings-
wet kunnen worden toegevoegd.
Tot zoover de verhoogingen.
De vermindering van hoofdstuk VII A
hangt in de eerste plaats santen met den
lageren koers der 2t Nationale Schuld,
waardoor minder voor amortisatie kan wor
den uitgetrokken, niettegenstaande de wet
van 5 Juni 1905 (Staatsblad No. 155)
in verband inet de geldelijke gevolgen van
de regeling der ondcrwijzerspensioenen voor
1908 een meerdere amortisatie ad ƒ115.000
voorschrijft; voorts is zij een gevolg van
het uittrekken van 100.000 minder voor
rente van vlottende schuld.
De vermindering van 't eindcijfer van
hoofdstuk XI ein'delijk is hef gevolg van
verlaging van de posten voor bijdrage aan
de koloniale geldmiddelen van Suriname en
Curagao, respectievelijk met 132,373 cn
37,139, en dien voor lerleenverstrekking
van gelden voor den aanleg van den Lawa-
spoorweg met 125,000, tegenover welke
verminderingen echter staan het verhoogen,
om comptabele redenen, van den post voor
subsidie aan dc Deutseh-Niederlandische Te-
legrafengesellschaft met 78.000 (oen ge
lijk bedrag komt onder de middelen voor)
en het. uittrekken van 124.000 voor kos
ten, voortvloeiende uit de kazcrnecring
het valide deel der koloniale reserve.
De
middelen
zijn geraamd op ƒ183,077,171, terwijl die
voor 1907 opgenomen waren voor
178,040,765, dus meer voor 1908
5,036,406, waarbij in het oog te houden
is, dat f 550.000 minder moest worden ge
raamd, doordat aan den dienst 1907 als
nog J van de opcenten op de bedrijfs- en
vermogensbelastingen dienst 1906)07 ten
goede kwam, welke in 1D08 niet genoten
zullen worden, en voorts, dat 500.000
minder moest worden geraamd voor restitutie
van België in zake het kanaal Gent.Ter
neuzen.
Tot de stijging werken nagenoeg al de
middelen AL mede.
Het. bovengenoemde tekort van
11.691.788,06 verd'ïenf een nadere be
schouwing ccncr/iida, omdat, het niet be
paald noodzakelijk is te achten, dat allo de
voorgestelde uitgaven door gewone middelen
worden gedekt, doch een belangrijk bedrag
daarvan zoo noodig uit Iceningsgelden of
andere buitengewone ontvangsten ware te
bestrijden, en anderzijds, omdat niet alle
geraamde ontvangsten als gewone middelen
kunnen worden aangemerkt.
Vermindert men de totale uitgaven ad
194.768.959,06 met oen door don minis
ter berekend bedrag der buitengewone (voor
spoorwegen, telefonie, mijnwezen, enz.) ad
8.101.600, dan vindt men als totaal der
uitgaven voor 'den gewonen dienst
186.067,359,06.
Een geraamd tekort op den gewonen
dienst geeft aan 4.4 51.741,06.
Ten slotte zegt dc minister:
Vergelijkt men den toestand zooals die
zich in de bovenstaande cijfers afspiegelt
met dien bij de indiening van dc Staatsbe
grooting voor 1907, dan blijkt, de tegen
woordige «enigszins gunstiger. In de Nota
betreffende den toestand van 's lands, finan
ciën op 18 September 1906 aan de Staten-
Generaal overgelegd, werd liet tekort, voor
den dienst 1907 becijferd op 4.350.000.
doeb dit bedrag zoude toenmaals op
4.900'.000 zijn te stellen geweest, ware
het niet, dat nog l van de opcenten over
hot belastingjaar 1906/7 op de bedrijfs- en
de vermogensbelasting gelieven, aan den
dienst 1907 zoude ten goede komen. Houdt
men hiermede rekening, dan is liet thans
■eraamde tekort op den gewonen dienst
650.000 kleiner.
Aangezien de opbrengst der middelen
L over de eerste S maanden van 1907,
zooak reeds vermeld werd, ruim 2,4 mil-
liocn boven die over hetzelfde tijdvak van
1906 is gestegen en voorstellen tot blij
vende versterking der middelen bij de Sta-
ten-Generaal aanhangig zijn, kan, naar de
minister meent, ook nu een tijdelijke ver
sterking achterwege blijven.
Vredesconferentie.
(Mondelinge mededeeling aan de Pers.)
De 10e commissie, zich bezig houdende
met het zeerecht, hield gisteren een voltallige
bijeenkomst onder voorzitterschap van den
heer De Martens.
De zitting werd geopend niet een rede
voering van den president, die in herinne
ring bracht dat het comité uit deze com
missie in Augustus opdracht kreeg om het
zeerecht zooveel mogelijk te codificeeren.
Er is een groot onderscheid, deed hij op
merken tusschen de omstandigheden
waaronder in 1899 de wetten betrekkelijk
den landoorlog gecodificeerd werden en de
omstandigheden welke zich voordeden bij de
tegenwoordige conferentie, die belast werd
met het ontwerpen van een analoge rege
ling ten opzichte van den zeeoorlog. In het
eerste geval had men te doen met een ar
beid, ijverig ter hand genomen door de Rus
sische regeering met medewerking van gene
raals als Meloutine, Todlleben, Dragonnroff
en andere autoriteiten van die waarde, bij
gestaan door spreker zelf in hoedanigheid
van rechtsgeleerde. De verkregen resultaten
waren in 1S74 onderworpen aan de Con
ferentie van Brussel en hoewel de door
deze opgestelde regeling niet geratificeerd
is geworden, hooft zij grooteliiks bijgedra
gen tof het werk van de Eerste Vredescon
ferentie.
Opgemerkt moet bovendien worden, ging
de heer De Martens voort, dat reeds sedert
de tijden van Epaminondns, van Julius Cae
sar, ja van alle groote veldheoren uit de
oudheid, vanaf de middeleeuwen tot den
legenwoordigen tijd, de legers ten allen tijde
instructies hebben gekregen zoo niet uil
een oogpunt van eerbiediging van 'dc reek
ten der mensclilieid dan toch om de krijgs
tucht in eigen gelederen tc bewaren be
trekking hebbende op het verbod van plun
deringen en uitspattingen van eiken aard.
Niets dergelijks echter is er te vinden ten
aanzien van den zeeoorlog. Noch admiraal
De Ruytor, noch Lord Nelson, noch admi
raal Naehimoff hebben lum bemanningen
andere opdrachten gegeven dan die, welke
op lakonieke wijze zijn samengevat, in de
woorden van Nelson bij Trafalgar„En
geland verwacht dat elke man zijn plicht
zal doen." Al wat men bezat op bovenbe
doeld gebied waren de uitspraken van de
nationale priisgerechten. Het gezag van
vele. hunner rechters valt niet te miskennen,
maar hun vaderlandsliefde valt nog minder
in twijfel te trekken. Als een model op dit
gebied kan dienen de vermaarde Lord Sto-
well, wiens vonnissen ongetwijield gezag heb
ben, maar die daarom niet minder het ken
merk dragen dat zij de BriUche wetgeving
voor alles wilden toepassen op de gevallen,
welke aan zijn oordeel waren onderworpen.
De IVe commissie en daarna haar redac
tie-commissie zijn dan ook gesteld geworden
voor tegenstrijdige regelen en voor een ab
soluut. onzekeren toestand, waarin men
slechts tegenovergestelde stroomingen en
met elkaar in botsing komende belangen
ontwaarde.
Onder deze omstandigheden zou hei on
mogelijk geweest zijn tot eenig resultaat te
komen, waren anderzijds de leden, die do
bijeenkomsten bijwoonden, niet bezield ge
weest van de neiging welke de geheelo
Vredesconferentie toont om tot overeenstem
ming te geraken, ten opzichte van de alge-
meene belangen welke haar zijn toever
trouwd. Dc rapporten, zoo keurig gestold
door den heer Fromagcot (Frankrijk) geven
een zeer duidelijk beeld van hetgeen er tij
dens de zittingen van het comité is om
gegaan.
Zij verzwijgen niets, noch ten aanzien
van de ondervonden moeilijkheden, noch ton
aanzien van den geest welke bij db be
raadslagingen voorzat en waaraan een oplos
sing op verschillende belangrijke punten te
danken is.
Na 'deze redevoering ging men tot de be
handeling der rapporten over. Zij worden
niet voorgelezen, daar zij in druk aan ieder
waren rondgedeeld.
Aangevangen wordt met dat, betreffende
de behandeling der bemanningen van han
delsschepen, welke door een oorlogvoerende
in beslag zijn genomen.
Dit onderwerp kwam niet voor op liet
Russische program der conferentie. ])e IVe
commissie is or van gesaisisseord geworden
door een Engelscli voorstel ten aanzien van
onzijdige zeelieden en een Belgisch voor
stel ten opzichte van do vijandelijke zeelie
den. In het eene zoowel als in het andere
voorstel ging het erom ze de vrijheid te ver
zekeren. Doordien zekere voorzorgen zijn
genomen in het belang van den beligerent,
opdat doze de strijdmacht van zijn tegen
partij niet vermeerderd zou zien door do
bemanningen, is hot beginsel zelf erkend
geworden en de toepassing daarvan geregeld
in vier artikelen. Deze regeling is met alge-
meenc stemmen goedgekeurd.
Gelijke beslissing nam de commissie ten
aanzien van een regeling betrekkelijk de
kustvisschersvaartuigen en dc schepen, uit
gerust. voor wetenschappelijke, godsdienstige
of philantropisc'ne doeleinden. Alle deze zul
len niet in beslag genomen kunnen worden.
Alleen werd voorbehoud gemaakt door twee
mogendhedenOostenrijk-Hongarije en
Zweden.
Zijn houten brandkasten betrouwbaar
"Wij lezen in de Bouwwereld"
Deze concurrentiestrijd die ook voor
bouwkundigen van belang is begint on
smakelijk te worden door de wijze, waarop
de zoo volkomen verslagen fabrikant Adolphs
tracht goed te praten, dat de Adolphs' kast
met haar inhoud hopeloos vernield werd.
De heer Adolphs gaat voort hoog spel te
spelen en publiceert nu groote advertenties
vol met onbewezen verdachtmakingen. Hij
zegt dat de Lips kast opzettelijk voor de
vuurproef gemaakt isdat om de Adolphs'
kast vooraf geptaepareerde brandstoffen zijn
opgehoopthij insinueert, dat de smeltkegel-
tjes, die de temperatuur aangeven, mogelijk
niet deugden.
De heer Adolphs biedt zich ten slotte aan
om een Lips kast te vernielen, maar daar
mede is dan nog niet het feil te niet ge
daan, dai in een zelfde vuur de Lips kast
onbeschadigd bleef en de Adolphs kast ver
nietigd werd.
Als de heer Adolphs voorts zich aanbiedt
om dan ook eens te doen uitkomen hoe het
gesteld is met de inbraakzekerheid der Lips
kast, die hier niet in het geding is, levert hij
een echt staaltje van wat men noemt
«straatjongens-repliek". Maar met dat al ge-
looven wij, dat Adolphs kasten voor ons land
hebben afgedaan.
Wij maken van een en ander slechts vol
ledigheidshalve melding in afwachting, dat
de heer Adolphs zijn beweringen ook waar
maakt. Mocht hem dit niet gelukken dan
heelt hij in elk opzicht liet pleit verloren
en door zijn verweer bovendien het recht op
medelijden verbeurd.
Ongeluk.
Gisteren is bij het afbreken van «en
öerepoort to Goes een man achterover op
straat gevallen en dood opgenomen.