51"" Jaargang
Zondag 24 November 190
No. 12550
Tweede Blad»
Uit de Tweede Kamer
Haar ring en zijn hond.
1
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant m; 'Lijnt d a g«ljjk mei uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartriai: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. ljfts. Franco
0 post fl. 1.05.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Wonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
tor aan hot bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.)
I
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; ice ore regel mee;
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote lettere naar de pluals die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordccligc voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aart het Bureau te hekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
voor de Redactie No. 123.
voor de Administratie No. 103.
Interc. Telefoon
ftsncfuc» ga wftiatc.«j.-tfaaoaj jfeac awt tnaygtc
Do tijdon vernn,leien en wij met hen.
Kamerleden,'die let de veteranen belmoren,
zods de heer Borgesius, d.c deze week
zjl[i 30-jarig juhilé als zoodanig vimde (ev'ii
feit, dat dooi* zijn tegenstand >r, den heer
l'an 'Asch van Wijck, met niet geno'g Ie
prijzen hoffelijkheid in ecnige welgekozen
bewoordingen werd herdacht) zouden u we
ten to vertollen, dal in vroegere jaren de
begrooting van ('urar/ao en Suriname vrij
wel zonder discussie onder tien hamer
doorgingen.
Dal was niet goed. Vooreerst omdat
daardoor in die Koloniën zelve het denk
beeld ivcrd gevestigd,, dat liet inoed"rland
rich al bitter weinig aan die beide schade
posten liet gelogen liggen; in dc tweede
plaats omdat 'op'«'e] voor Curasao nis voor
Suriname, in -.m vomal voor het. laatste,
inderdaad veel gedaan kan worden omver-
ral en moedeloosheid Ie vervangen door
bloei en energie.
Er was in vroeger tijd dón verzachtende
omstandigheid voor de Kamer. Die heide
koloniën kwamen altijd geheel aan het
{indvan.de agenda, den lantstcn dag vóór
het Kerstreces, en dan is de belangstelling
toch a! gering; wie bekommerde, zich dan
om twee koloniën, waaraan toch geen
goed te doen was?
Dat idéc van „daar is toch geen goed
aan te doen", is er gelukkig uil. Naar het
ons wil voorkomen, dankt. Suriname dit
vooral aan den helaas overleden oml-Aliuis-
ter van Koloniën in het Kabinel-Kuypor,
dm heer Asch van Wijck, die als gou
verneur van die kolonie, dc nooden en be
hoeften er van had loeren kennen, en hij
dc begroeiing Suriname eindelijk niet meer
stiefmoederlijk hehamlelde, en zijn opvol-
volgers Idonburg en Fork zijn gelukkig in
hetzelfde spoo. blijven rieden.
En zoo kwam liet, dat er thans bijna
twee volle dagen aan dc bespreking van
do hegrooting van d"zo beide koloniën wor
den gewijd. Dat men daarbij natuurlijk den
heer Van Kol ontmoette als spreker, zal
niemand verbazen, verder weer de h >er
Ut! Vuuven, den kalholiekm afgeva.u Inj-b:
voor Zevenborg-aii, van wicn wij niol we
ten om welke reden hij zich zoo bijzonder
voor die twee koloniën interesseer!, maar
van wien zeker getuigd moei worden dat
hij daarvan een grondige studie beeft ge
maakt.
i'e heer Van Kol vond. dal de gouver
neur van Curasao fe veel theoreticus was,
m hij beschuldigde hem zelfs een nvim-
luurlijke politiek te volgen, maar de Ali-
nistcr herinnerde hierbij zeer. ter snede,,
dat de heer Van Kol verleden jaar den-
zclfden gouverneur uitbundig Juut gepre
zen; het zou een kniesoor zijn, die van
T*ajooaaraasas3t>
Gav.irrgreraan
„Rob, kom Rob Pryor!"
Rol meisje, dat <tezo woorden uitte
stond op een <1 ijk bij «-on bek. Benedm
huur kabbelde een beekje.
dier was hot visebwater van Rob Pryor,
«aar hij iederen morgen gedurende zijn
ucantie kwam vissollen, Alary wist zeker,
(,t' zo hem vandaag stellig zou zien, hoe-
Vc'l ze bang wns hem te ontmoeten. Keu
n'ig met grooten, schitterenden diam>™t
s Jk aan haar vinger; zij draaide hem
ra om.
Een groote, gevlekte hond), met gomu-
SCn snuit kwam aantrippelen. Een langt
[°»f man- met vuil pak, aldus tocgela
'rid door zijn vierbeen igen metgezelvolg-
<0 ',om op don voel, wierp zijn hengel
!'TOI\ maakte het koord, in orde, cu wierp.
het fn het water,
plaats van weer te roepen, ratte Alary
en, '"!ond bij een zijner poolen en kneep
r m. Afisschien was' liet een nobdz"1»"-
ij 'e wreedheidwat er ook vnjn zij,
j( wttc het op een janken. Zij 'kroeg
'aai zin. Rob kon geen weerstand bieden
ai1, '!0' gecombineerd, gegil van zijnvroe-
Spfo verloofde cn den bond. Hij keerde
'ci om en groette baar gemelijk, zjjnpas
"gzaatn inhoudend.
«Vel, wat wil je?" vroeg hij, toen
ringdijk vopr baar stond.
ant
0111
icdi-
deze inconsequentie den afgevaardigde
voor Enschedé een verwijl zou willen ma
ken; do heer Van Kol haalt bij Koloniën
zooveel om, dat hij meer dan monsch
zou wezen, wanneer hij niet een enkele
maal de kluts kwijt raakte. Wel was de
hoor Van Kol tevreden over helgeel! voor
den kleinen landbouw gedaan werd, en dc
hoer Reïjiie kwa.ni hem daarbij steunen.,
maar dat was niet naar den zin van don
heer Van Viuiren, wiens Curacaosciie liefde
nog lang niol door do genomen maatregelen
bevredigd was. Een voorstel, waarin dc
herren Van Kol en Van Vuu ren samengin
gen, was, dat er een commissie benoemd
zou worden om een onderzoek in te stel
len naar den toestand in do koloniehet
kon den minister echter weinig bekoren.
Wij kunnen den Minister geen ongelijk ge
ven. Benoemde men in een dergelijke com
missie inwoners van de koloniën, dan zou
den natuurlijk alle waarborgen voor een
onpartijdig onderzoek wegvallen, cn vreem
delingen zouden zóó lang in da kolonie
moeten vertoeven, om zic.h eerst behoor
lijk op de hoogte van den toesland te stel
len, dat zoo'u commissie allerkostbaarst
zou zijn en blijven, en dan nog misschien
tot heel twijfelachtig resultaat zou leiden.
Rij de begrooting van Suriname was het
hoofdpunt van liet debat de leening, dio
de Koloniale Raad besloten heeft aan te
gaan van „tweö millioen". Is dat zoo'n
misdaad? zal allicht iemand vragen. In
Europa leent iedere staat, grool en klein,
en heel wat.meer dan zoo'n peulschilletje.
Twee mTllioen, dat wordt zoo langzamer
hand het normaalcijfer voor een fatsoen
lijk faillissement in Nederland, maar dit
tusschen haakjes.
Anti deze Surinaamsche leening zit
meer vast. In een behoorlijk geordend staats
huishouden mag men niet leenen voor ge
wone uitgaven, tenzij het geleende uit
de g e w o n e inkomsten in hetzelfde jaar
weer wordt terugbetaald. En nu zijn die
Surinaamsche twee millioen feitelijk voor
gewone uitgaven, en zullen ze afgelost
worden in... dertig jaar. „Wol noemt
do 'Koloniale Raad liet geen 'Jeening voor
gewone uitgaven, maar heeft het daar
aan den weidsohen naam gegeven van ..en
kele, niet terugkomende, dringend» voor
ziening -a van gewonen huishoudelijke!!
aard, die ineens er op gebracht, een ovei-
maligeu (fruit op do hegrooting zouden
leggen." Maar als men weet, dat die twee
millioene» moeien dienen voor nieuwe gou-
veriiemenfisloomvaarluigen en de afwate
ring van Parainaiibn. laat niemand zich
meer door dat Idioom1 uithangbord beet
nemen. De financiecle specialiteiten, de
heereu l'krson en Parijn, specialiteiten als
weinigen, want de eerste is oud-minister van
financiën en oud-directeur van do 'Nedcr-
iiimlsehe Rank, en dn iwoedc oud-admini
strateur van de Generale Thesaurie,, kwa
men tegeu deze manier van doen krach
tig op, en wezen or op hoe of hierdoor
dc Koloniale Staten er aan gewend zou-
bij
den raken mei do beschikbare middelen
geen rekening te houden. De Minister en
ook do heer Van Vimren hielden zich, in
hun betoog dat het wel mocht, krampach
tig vast aan dat „niet geregdd teiugkee-
rendü" om het goed recht van die leu
ning te bepleiten, maar Juni zaak stond
zwak, uiterst zwak. Als ze die dan ook
wonnen, was het alleen daaraan toe te
schrijven, dat. Suriname onmogelijk die
twee millioen in één jaar kan betalen, dat
men hoopt door verstandig beheer dc
draagkracht van de inwoners en dus de
inkomsten te verhoogen, omdat de Kamer
daartoe te eerder vrijheid vond. omdat
Nederland ten slotte de koorden van dc
beurs hotldt; elke Jeening, die Suriname
sluiten wil, moet immers zooals deze door
dc Staten-Generaal worden goedgekeurd.
Dc kwestie of er in Suriname een cen
trale suikerfabriek mei Staatshulp mag
worden opgericht, hield de Kamer ook nog
conigen tijd bozig. De zaak is, dat volgens
de Brusselschc suikereonvonlio dergelijke
ondersteuningen verboden zijn. Wij zullen
onze lezers niet vermoeien met het vrij
uitvoerig juridisch debat over deze zaak.
Dc heer Van Doorn beweerde, dat de on
dersteuning, die de Regeering hier gevraagd
werd te verkamen, niet in slrijd was met
de bepalingen van genoemde Conventie;
dc heer Pierson en de Minister bewoorden
mot evenveel kracht van wel. Trouwens,
hel beele debat had meer Iheorelischednn
practische waarde, duur de Minister mede
deelde, dat er naar alle geduchte een sui
kerfabriek te Paramaribo zou worden op
gericht, geheel met particulier kapitaal;
zeker een verblijdend feil.
Eindelijk iets over de Winti-dansen. We
ten onze lezers niet wat dat zijn? Wij
wisten het tot verleden Maandag ookniei.
Het zijn dansen om de boozc geesten te
bezweren. Maar de Surinaamsche Rcgcc-
ring houdt niet van dat gedans, en heeft
er zelfs straf op gezet. „Schaf die slraf-
bopaling af in naam der gewetensvrijheid,
zoo sprak de lieer Van [teventer, en wie
zou hem niet gelijk gegeven lmbben, als
niet gebleken ware, dat die Winli dansen
allesbehalve onschuldig zijn. Men kond zoo
genaamd bijeen om Ie duimen, maai ia
waarheid om allerlei misdadige plannen
lo beramen. Waarbij ook* al in onze ko
loniën do godsdienst niet Wordt mis
bruik!.
Na oen zeer gerechte opmaking van
den heer Schaper over schennis van het
briefgeheim door den procureur-generaal
van Suriname werden heide begroetingen
zonder hoofdelijke stemming aangemmien.
En foen kwam de Minister van Buiten
lamlsche Zaken in hel vuur. „tn bet vuur"
is hier eigenlijk al een heel ongelukkig
gekozen uitdrukking. Want al komen an
deren tegen hem in hel vuur, en al wem
ditmaal een zeer bijzonder scherp vuur
op hem gericht, deze staatsman zelf komt
nooit in het vuur. Rij is een uiterst hof-
Het meisje keek hom door haar wim
pers nntn en speelde met den hond. Deze,
blij dat er notitie van hem genomen werd,
was óp haar vingers gaan' knabbelen en
bijten.
„Ik wou je voor altijd goedendag zeg
gen," merkte zij deemoedig aart.
„Dat had 'je wel kunrfen laten! Dat be
grijp ik wol. 't Is natuurlijk do oude ge
schiedenis. Eén' meisje twee mannen
één fortuin'. Twee werden één een
bleet' ei- out! Jo kunt gerust Van Nessen
zijn millioetien nemen en mij alleen talen.
Aluar waarom hen je hier gekomen
om mijn visch op te schrikken', met. zijn
ring aan' jo vinger?"
Zijn oog was gevallen' op den grooten
diamant en' dat was ook wat Jtairy wilde.
Zij bewoog haar lrand om hem" te laten'
schitteren.
,,lk ik weet niet!" rjep zij uit.
Er, volgde een oogenblik van pijnlijke
stilte. 1 Iet meisje maakte haar; vingers uit
den hek van den hond' los, ter,wijl de man,
met de handen' in de zakken, suf naak
haar, stond te kijken'. Zij had nu toch
niet zooveel lust om Rob' op, haar gewoiïa'
manier te plagen'.
Een, plotselinge rilling ging door baai-
slank lichaam. Zij sprOn'g op, bukte toen,
on pakte den hond, met bevende vingers.
„O, Rob, help mij den hond vastlhou-
den! Rij mag niet weg vóór hij openge
sneden is, en ik hem er uit heb0, help
mij toch hem vasthouden."
„Wat is er?" vroeg de jonge man.dich
terhij komend en haar schouder aanra
kend. „Houd nu op met schreeuwen, Mary,
cn laat den hond los. Is liet al niet vol
doende nis je <>en tweebenig wezen zoo
plaagt? Waarom knijp je zoo in' den poot
van het arme heest, dat hel jankt?"
,,llij heeft mijn ring ingeslikt!" hijgde
Alary.
Zij liet haar kale hand zien, om haar
woorden te bevestigen1. Tranen kwamen ii
haar oogon, haar lippeif beefden. Rrym
deed een ship vooruit en nam de kleine
hand in de zijne.
..Ee engagementsrimi. dien Van Ness je
gaf?" vroeg hij toonloos.
„Ik helt hem wel gezegd, dat hij te wijd
was," snikte hot meisje. „Alnar Fik hoefde
hem toch niet in te slikken. 'I fs een
akelige hond, cn' we moeten hem geen mi
muit uit. het oog verliezen', totdat hij
opengesneden is."
Rob deed oen stap achteruit cu' koek
haar aan.
..Den hond dood maken? Wel komaan
„Jullie vrouwen hebt al even weinig har
als
,,Jc begrijpt mij niet." ritep Alary uit, de
punt van zijn jas grijpend cn hem nwtêén
imud schuddend.
„Luister Rob, die ring kost vijflumdeid
dollars. Er is dus haast bij. Jleh jo nie
oen mes in' je zak?"
„Ik snap het," sprak Fik's meester, ziel
hukkende oin een' klein voorwerp op t
fel ijk man, een uiterst welwillend manen
een crvaion diplomaat, wiens schrifte
lijke beantwoording van de tegen hem
ingebrai hte bezwaren steeds doet zien, dat
hij lang niet onberekend is voor de moei
lijke taak. hem op de schouders gelegd,
maar liet mondelinge debat is zjjn zaak
niet, en de luidruchtige Kamer is aller'
minst een omgeving, waarin hij' aarden
kan. En toch weten wij niet, al gaat voor
iel oor dm; pers een belangrijk gedeelte
an hetgeen Zijne Excellentie in liet mid
den brengt verloren, of zijn leuke kort-
eid niet een beier wapen voor hem is
an Cicero's tong voor hem zijn kon. Ilij,
e ervaren diplomaat, weet. nu eenmaal
K-ter dan iemand anders, hoeveel of lie
er hoe weinig ons kleine huid op de we
reldmarkt heeft in t<- brengen, maar iiij
indl liet onnut en ongepast daarover in
liet openbaar te jammeren. Nederland kan
nu eenmaal niet meer (die mooie lijd komt
nooit weerom) een eersten viool spelen in
iel Europeosch concert, en zelfs geen
wecde.
Wie met deze niet te weerspreken waar
heid weinig or geen rekening hielden, wa
ai de beuren Ascli van \Vijck en Wart
Nispen tot Sevenaer. Herig gingen zijden
Minister te lijfer ging heolemanl geen
kracht uil van zijn departement en alles
wat ei- gedaan werd was verkeerd, en do
Aïinister had aan niet meer dan middel
matige cischen voldaan, en dan was hij
aan .zijn departement vee! tc geheimzinnig.
(Dit laatste dunkt ons al een zeer bijzon
dere grief, wij meenden dat dit dc eerste
deugd was voor iederen diplomaat; het
verloop van onze internationale onderhan
delingen is toch zeker niet iets dat op
straat kan worden uitgeschreeuwd.
En waarop was nu al die afkeuring ge
baseerd? Op dc volgende feiten. Engeland
had aan de maatschappij „Zeeland" een
dee! afgenomen van zijn mailvcryoer; Pruïs-
sens vom nemen tot liet heffen van Hijn-
len hangt ons nog allijd als een zwaard
van Damocles hoven hel hoofdonze le*
vensva-zekoriiigmaatscJiappijen kunnen in
Frankrijk en Duilsddand hunne vleugels
niet uilslaan; de boomkwoekers van Bos
koop (oud-slokpaardjc van den heer Asch
van Wijck, door den hear Van Doorn, af
gevaardigde van Gouda, verleden jaar, on
der uitbundige vi'ooiijklieid van de iieele
Kamer, als „azalea-politica" gedoopt) kun
nen geen vrijen invoer van hun producten
in EuiLsehland verkrijgen; de zaak van den
heer Vau Ileeckcren, die tegelijk lid van
de Eorsle Kamer en gezant tc Stockholm
wil zijn, is nog altijd niet geregeld; de
regeering wit niol weten van een verzoek
aan de mogendheden, om Nederland neu
traal le verklaren en evenmin van een
waarborglruelaal met Japan, om eikaars
Koloniën de onafhankelijkheid te waarhor-
gen; op de Vredesconferentie waren wij
niet genoog op den voorgrond getreden;
enz. enz. enz.
De lieer Van Kol mocht terecht vragen,
hoe liet kwam, dat de liecren, die nu zoo
fel waren in hun critiek, geen woord van
afkeuring hadden geuit, toen de vooigan-
ger van dezen minister, hun eoaliliegenool.
de heer Afelvil van Lvinlen, aan liet Do
parlement van Ruilenlandsrlie Zaken den
seiiepler zwaaide (ol liever niet zwaaide,
want Dr. Kuypvr \uis vooral in den laats-
ten tijd van zijn miniMer-chap. Jeilebjk de
leider van hel Depm lenient van Buiten-
lainlschc Zaken) en dat zeker op heel v, al
minder bekwame manier, dan <le tegen
woordige bewindsman. Een vraag, die bui
tengewoon lastig bleek, want ze werd niet
beantwoord.
Ahmr de aanvallers hadden niet veel plei-
zior van hun werk. Ahmnim van zoo groot
gezag als Rior»on en De Reaufml stelde
het ongegronde van vete grieven helder
in het licht. Die noulraliteilsverklariugvan
Nederland, als „heilige grond, waar het
Vredespaleis zal verrijzen", een lievelings
denkbeeld van den heer Asch van Wijck,
om voor Nedeiland te.komen lol den „eeu
wigen vrede", werd door den heer De
Beaufort onder handen genomen, en die
ervaren staatsman, oud-minister van Rui-
tenlandsche Zaken, toonde glashelder aan,
dat die neutralileilsverklaring ons feilelijk
van onze onafhankelijkheid zou berooven
en onze onmacht en onwil, om ons in de
ure des govaars te verdedigen, officieel zon
sanctioneerenen een waarborglraeiaai mei
Japan voor onze Koloniën kan ons bij
Europeeschc verwikkelingen ieder uur van
den dag niet te lorsidien militaire lasten
opleggen.
En wat nu die geheimzinnigheid betreft;
de Aïinister ging volgens den hem De Beau
fort terecht niet in op liet verzoek vau
de beide critici, om op al hunne vragen
in geheime zitling desnoods mededtv-
ling te doen. want als 151) menschtm een
geheim weten, is hei immers geen gei oim
meer.
Slechts op één punt kon de heei Asch
van "Wijck loven, maar die lol was met
lot dezen minister gericht. Hij ,J>ra< hl ml.
hulde aan de Regeering van 1899 (het
Kabinet Pieison--Bmgesius) voo hel ini
tiatief, dat ze genomen had tot de Vredes
conferentie. De heet De Beaufort, oad-mi-
nister in genoemd Kabinet, nam van deze
verklaring dankbaai nota, aan herinne
rende, hoe scherp Dr. Kuyper zich als Ka
merlid tegen hel houden der Viedeseon-
ferenlie had verzet. „Ik spicek voor nuj-
zeslven," was lad Fiuie antwoord van den
heer Asch van Wijck. dal U- meer eerbied
inboezemt, nu onafhankelijkheid (adres aan
Prof. Fabius) den grooten leider hel ergste
van alle euvelen lijkt.
Wat de Minister daar zelf bijgevoegd
heeft, wij zouden der waarheid le kort
doen, als wij zeiden, dal wij daarvan heel
veel hadden verstaan; maar wij hebben liet
in de Handelingen gelezen. Schering en
inslag van zijn verweer was- natuurlijk het
weinige medezeggenschap van een klein
land als het onze, in het Europecseh con-
i'apen een' heel klein iets, dat hij in
zijn vestjeszak stak. „Ja, nu snap ik het.
Hij heeft je engagomentsring ingeslikt. Alaar
die hond is altijd een' dwaas geweest!"
„Praat toch niet zulkon onzin!" In koorts
achtiger! angst sloeg het meisje de handen
in elkaar. ,,!k moet don' ring hebbcnj ik
kan niet blijven leven, als de ring weg
is. Ik laat den hond niet gaan, vóór hij
opengesneden is," en weer trok zij hem
aan dc poot, tot hij jankte. Verbeeld je,
dat ik hem nu uren zoo moest zitten vast
bonden! Slil, Fik! Zoek" toch naar mijn
ring, Rob, zou hij hem heusch hebben in
geslikt?"
Plotseling barstte ze in zulk lievig snik
ken uil, dat Rob's toorn half verdween.
Zij legde haar hoofd tegen den hond aan.
en weemie zoo, dat Fik's lichaam er van
schudde.
„Neem het niet zoo erg op, meisje,''
sptak Rob. „Ik zal alles doen, wal je
ure zegt."
„Doe het dan voor mijn ring geheel
vernield m! Och, beschouw het toch niet
als een gran, want dat is het voor mij
volstrekt niet, dat verzeker ik n, mijnheer
Rob Pryor! „Als ik hem. cr maar uit
kon krijgen."
Zij voelde mei een kleine, met diaman
ten bezette haarspeld in den hek van den
hond.
„Pas op, Alarv, anders zal hij die ook
nog inslikken, on dan moet ik hem twee
maal dood maken."
„Rol), als je nu niet dadelijk ernstig
bent, dan' breng ik den hond naar Mee
ker van Ness en vraag hein, ol' hij Fik
dood wil maken."
„Die akelige kerel mijn hond laten dood
maken?" Zijn gelaal werd vuurrood van
plotseling opkomenden (oum, en Alnr\
werd geheel wanhopig.
„Och, toe Rob." smeekte ze. „Kun jo
nu niet eens ni"t je vinger vooteu nam
een klein hard voonvnp en hem daar
opensnijden? Je hebt altijd gezegd, datje
veel van me Meldt, maar nu breek je mij
het hart! 0, Rob, als je nog iels om ure
geefl, haal dan mijn ring uit. den hond,"
Plotseling een besluit vattend, stond
hij op.
„Ik zal liet doen, Alary, kom maar mee."
Zij liep achter hem. aan, Fik zelf dra
gende, en hij liet bei haar doen, meenende,
dat de tegenstribbelende hond vanzelf wel
los zou komen; want een dikke bulhond
is geen lichte last, en zij hadden een aar
dig eindje af te leggen. Eindelijk waren
zij waar zij wezen moesten.
„Zet hem, nu neer, Ahr,ry, eir houd hem
good vasl," kwam liet bevel. „Misschien
deed je beter op zijn kop te gaan zitten;
ik zal zijn keel opensnijden."
Zij liet zich tusschen do .«.truilen ou
varens op de knieën vallen, en hield den
hond st,evig va.st. Eik maakte van deze
gelegenheid gebruik om ham* de lrand te
likken. Bij die beweging werd zij wit en
beefde, maar toch liield zij hem vast.