m
Aan het Bu eau au de Schiedamsclie Courant, Lange Haven 141, worden ADVERTENTIËN ter
plaatsing aangenomen voor alle Binnen- en Buifenlandsche BagWeek- en Maandbladen
P J ooger ij eigen opzending^ bovendien bespaarl men zich de porto's, aan
gezien deze mei in rekening gebracht worden,
mei1 111 verschillende bladen wenscht geplaatst te hebben, is slechts één
copy iioodig on geeft het dus gemak.
ALL EkImÊT
DER
V O O li DAMES.
VOOR KINDEREN.
schaatsenrijden.
Gedrukt ter Drukkerij v. d. Schiedambghe Courant,
bloei gebracht, tot beter, krachtiger en alge-
nieener beschavingsmiddel gemaakt heben
als de ballon opgaat.
Mogen de ernstige bevorderaars van de
tooneehpeelkun-4 deze zaak eens. overwegen
on blijkt zij hun to good to zijn
haar krachtig en eendrachtig aanpakken.
Onze algemeene volksontwikkeling zal er ten
zeerste bij profiteeron.
IS VRIJDAG EBA' ONGELUKSDAG
Een klein bewijs voor het tegendeel.,
Een Engelschman verwedde zijn fortuin
en zijn leven om den mcnschen te toonen,
dat Vrijdag geen ongeluksdag is, Itij ver
loor evenwel beide. Men vertelt van hem
dat hij de kiel van een schip legde op
een A rijdag, hoL deed afloopen op Vrijdag,
het den naam Vrijdag gat, een schipper
aannam, die Vrijdag heette en schip
en equipage gingen beide verloren.
Niettegenstaande deze treurige uitkomst
zijn er toch bewijzen dat Vrijdag geen on
geluksdag is. In dc geschiedenis van En
geland ou andere Europeesche staten ko
men voorbeelden 'voor, dat Vrijdag inte
gendeel do gelukkigste dag der week is.
Op A rijdag, den "Sisten Augustus van
het jaar 1492 zeilde Christoffel Columbus
op zijn eersten ontdekkingstocht uit. Op
Vrijdag den Udeti October ontdekte bij
voor het eerst land. Op Arrijdng don 4en
Januari 1493 vertrok hij weer npar Spanje,
waai' hij op een A rijdag veilig aanlandde.
Op A'rijuag den 11 en, Juni 1494 ontdekte,
hij het vasteland van Amerika.
Tot de groote mannen in de geschiedenis
of op wetenschappelijk gebied, die op Vrij
dag geboren zijn, belmoren: George l'ash-
ington, Gabriel Fahrenheit, MaartenLulher,
George Stephenson, Bismarck en anderen.
Koningin A'ictona trouwde op Vrijdag.
Op Vrijdag 17 Januari 1S0S word tie
'slavenhandel in de Vexecnigde Staten af
geschaft.
BUITEN DEN AYAARD GEREKEND.
't is over het algemeen niet raadzaam, al
te groote vriendschap tc sluiten met oen
Napolitaan. De volgende gescliicdenis le
vert er het bewijs van.
Een Engelschman, die ecnigen tijd in
Napels vertoefde, werd bizonder goede
maatjes met een inwoner der plaats, tot
dat op zekeren morgen, tot groote verwon
dering van den Engelschman, de Napoli-
taau tot hem zei: „Ik vind, waarde rfiend,
dat het iul tijd wordt mij de vijfduizend
gulden, die ge nog schuldig zijt, terug te
geven."
De Engelsclunan hield evenwel vol" dat
hij volstrekt geen schulden had.
Zijn „vriend" dreigde hem met de wet,
en weldra werd een aanklacht ingediend.
De Engelsclunan begaf zich dadelijk naar
zijn advocaat.
,,Maak je maar niet ongerust," sprak
deze. ,,Ik zal dat zaakje wel voor je in
orde maken."
Toen het geval behandeld werd, bracht
de Napolitaan vijf getuigen mee, en elk
hunner verklaarde gezien te hebben, dat
de Napolitaan het geld geleend had.
D_e Engelschman luisterde wanhopig toe
en 'fluisterde zijn advocaat in het oor:
„Het zal weinig nut hebben, of ge mij
al verdedigt, ik zal het geld wel moeten
betalen."
„AVacht nog een oogenblik," was liet
kalme antwoord.
Zoodra de gelegenheid zich voordeed,
bracht de advocaat tien getuigen voor, die
zwoeren, dat, ofschoon het waar was, dat
de Napolitaan het geld geleend had, zij
gezien hadden, dat de Engelsclunan het
teruggegeven had.
De Engelschman won het proces, maar
moest veel voor onkosten betalen.
DOOR ZIJN BUREN GEHOLPEN.
Een heer uit Londen, die eens 'buiten
de stad wandelde, werd, onderweg zijnde,
door dorst geplaagd en' liep een huisje
binnen om er wat water te vragen.
Do vrouw ging naar huilen en haalde
water uit den put; cnvdo heer, ziende.hoe
diep 'deze was, mankte de opmerking, dat
het zeker wel een kostbaar en, moeilijk
werk geweest moest zijn, om, hem op die
diepte te. krijgen.
,,'t Is zoo erg niet geweest," antwoordde
ile vrouw, „en stellig zouden wij hem niet
gehad hebben, als hij nipt eerst was in
gestort,"
„lloe bedoel je dat
Het gebeurde op de volgende wijze. AA'ij
hadden geen put, en mijn man wilde er
een graven. AVeken achtereen werkte hij
dag aan dag, en juist, toen bij meende,
dat hij diep genoeg was, s'toitle hij in.
Hij was nogal lui en. had niet veel lust,
liet werk weer opnieuw te beginnen. Hij
nam dus zijn jas en hoed en legde beide
op 'den rand van den kuil. Er kwam een
buurman voorbij, en, ziende, dat de put
was ingestort en dat mijn man's hoed en
jas er naast Jagejl verkeerde hij in de
meening, dat mijn num onder de aarde
begraven was, en begon hard te werken,
beu tweede buurman kwam eibij, wiou
men het verhaal deed, en die begpn ins
gelijks 'te graven. Al heel gauw verspreidde
zich het nieuws eu in korten lijd waren
er wel 'twaalf man aan hef werk. Ten laat
ste was de put voldoende diep, zonder dat
er een spoor van mijn man gevonden was,
en tzij gingen naar huis. Mijn mail zegt,
dal, als onze buren liet niet gedaan had
den, wij stellig geen put zouden hebben."
"PADDESTOELEN.
In Japan voidt veel werk gemaakt van
hel aankweckon vair champignons als voe
dingsmiddel. 'In het algemeen weet men
in dat huid verschillende kruiden en ge
wassen (door ons als onkruid beschouwd)
tot smakelijke spijzen to bereiden. Alle Ja
panners eten paddestoelen, die uren teelt
ur boomstronken, waaiin men in October
spleten hakt, om ze daarin jaren lang to
laten liggen, blootgesteld aan lucht cn
vochtigheid. In .Maart plukt men de eerste
vrucht, die gewoonlijk gedroogd wordt. In
het begin van Augustus worden de stron
ken in het water gelegd, om voorts
te bestemder tijd op het droge bearbeid
te worden. Op zeer eenvoudige wijze wint
men een ongelooflijke hoeveelheid cham
pignons, zuodat er zelfs uitvoerhandel mee
gedieven wordt.
AYAT EEN SLOK WATER "KAN
UITRICHTEN.
Een kind, zes jaren oud, had zich do
slechte gewoonte eigen gemaakt om
's nachts op to staan en uit de waterkaraf
to drinken, hoewel men liet hem verboden
had.
Op zekeieiii avond, dat liet stormde en
zijn ouders afwezig waren, bracht zijn tante
hem naar bed.
„Drink nu vannacht niet uit dc karaf,"
sprak zijn tante, „want ik merk het toch."
„Maar, tante," lachte hij, „hoe kunt u
dat merken?"
„Dat is mijn zaak," zei zij met ovct-
tuigiug.
„Ach, tante, liet kan niet."
„Nu. ge zult het zien, en daar ge niet
wilt beloven, het te laten, zal ik dc karaf
leegmaken, ondeugende jongen."
Dat deed zij ook weikelijk, tot groote
teleurstelling van hel kind. Midden in den
nacht woei er een schoorsteen om en viel
met donderend geraas door liet plafond
van Hendrik's kamer.
Toen zijn tante cn de dienstboden kwa
men aanloopou, vertoonde zich aan haar
blikken 'n vrecselijk schouwspel, 'tLedikant
was bijna geheel verborgen onder puin eu
steenon, de beide aehterpoolcn waren dooi
den vloer gedrongen. Met een kreet van
angst viel de tante op dc knieën eu riep
uit: „O, Hendrik, arme Hendrik, hij is
stellig dood!"
Nauwelijks had zij deze wooiden ge
sproken, of zij hoorde een "lichten pas vau
de badkamer komen, en zich ornkecrend
stond Hendrik vóór haar, klappertandend
van de kou, eon kandelaar in dc een -, en;
een volle karaf water in de andeie hand.
Hij sloeg toen- een blik op zijn geha
vend ledïkantje on zijn hoofdje schuddend,
zei hij: „U hadt wel gelijk, tante, dat u
liet merken zou, als ik dronk."
IEMANDS LEVEN GERED DOOlt
EEN" ROMAN,
Alexander Dumas (de oudste.) schreef
eens een roman als feuilleton voor een
dagblad, toen op zekeren dag dc markies
P. bij liem kwam en "zeide-: „Duinas,hebt
ge liet einde al voltooid van de geschie
denis, die ge a,fs feuilleton, "in de courant
schrijft?"
„Natuut'üjkT-
„Sterft de heldin aan hot slol?"
„Ja, natuurlijk. Na de ziekteverschijnse
len, die ik beschreven "heb, kan liet niet
anders of zc moet sterven."
,.,Diur moet ge het veranderen, want zo
moet "blijven leven."
„Dat. kan njet."
„Het. moei, want aan, hei leven van de
heldin, hangt ook dat va,u mijn doch
ter af."
„A'an uw dochter?"
„Ja, zij heeft, al dezelfde ziekteverschijn
selen, die, gij bosclueven hebt,- en ziel
treurig naar ieder nieuw verschijnend num
mer uit, terwijl zij haar lot leest als dal
van de heldin,. Als gij n| uw heldin laat
loven, zal mijn dochter, die geheel in hel
boek opgaat, ook blijven leveren. Gij zult
mij dat toch zeker niet weigeren?"
Dumas veranderde werkelijk zijn laat
ste hoofdstuk. De heldin uit de roman
herstelde eu werd een gelukkige vrouw.
Vijf jaar na liet voorval ontmoette Du
mas den maikies op een. partij.
„O, Dumns," riep de markies uit, „laat
mij jo voorstellen aan mijn dochter, die
nan u baar leven, te danken heeft. Daar
is zijn."
„Die mooie, flinke, vrouw, met een blik
als Jeanne d'Arc?"
„Ja, zij is getrouwd en heeft vier kin
deren."
„En mijn roman beleeft juist zijn vierde
uitgave," zeide Duma,s, „dus nu zijn. we
quite."
ALTIJD AIAN VAN ZAKEN.
Dc kleine ALiurits„Oom Jacob, vallicht
u meegebracht?"
Oom Jacob: „Uier, Alaurils, mijn jon
gen, een groote doos met bonbons.""
Alaurlts: „Zijn die alle voor mij?"
Oom: „Ja, stellig."
Maurits: „Kan ik er mee doen, wat ik
vil?'
Oom: „Ja, natuurlijk."
Alamils: „Hoeveel hebt u er vour ge
geven?"
Oom„A'ijf en zeventig cents."
Maurits: LAVelmi, neem ze dan voorvijt-
tig cents van me terug.
„Dat was ecu goed idee vau den ouden
Smuldcr."
„Zoo, ik heb er niets van gehoord."1
„Hij strooide het bericht uit, dat du
eerste van zijn elt dochteis, die gebouwd
zou zijn, zijn gebefte vermogen zou urvju!"
„Zoo, en wat gebeurde er toen?"
„Elf engagementen op één avond. Er
kon niet beslist worden, wie de eerste
wa«. Kmuldor behield dus zijn vei mogen
en laakte zijn dochteis kvijl."
JAMMER,
Gulzigaard in een restaurant, een spijs-
Iijst bekijkend:
„Vier en twintig schotels om uit te kie
zen, en maar één kleine maag om ze in
zich op te nemen."
dig gemaakt met draperieën en plooien,
omdat ex dan met groote steken genaaid
kaïn worden (wij zouden zeggen „meit den
Franse hen slag"). De tegenwoordige naai
sters verstaan niet meer de kunst van
naaien, omdat zij liet geduld er (oe mis
sen, bet werk netjes af tc maken. AVd héb-
beu «ij daarentegen een goeden smaak, han
digheid en veel oorspronkelijke ideeën. Van
daar al die ruimte, die plooien, die dra
perieën. Dc mode houdt hiermee rekening.
Deze stofmassa's worden hel meest aan
gewend voor avond- cn bruidsloitellcn. Deze
laatsteii worden van uiterst dunne, bijna
doorschijnende weefsels gemaakt, doch ma
ken hi ml oor niel Inzender veel opgang,
daar er veel van liet streng deftige karak
ter verloren gaat.
A'oor mooie bruidstoilctten wordl vcci
mousseline de soie cn soepel* satijn ver
werkt, terwijl als garncering rozen van de
zelfde stof worden aangewend. Men maakt
deze rozen zelf door zc losjes om dc vin
gers te winden en ze met enkele steken
to bevestigen. Alooi is deze garncering even-
we! niel, daar hot vrij lomp slaat. De rok
ken zijn nauw om de beupen eu zeer wijd
van onderen. Er wordt veel werk gemaakt
van de onderrokken, die evenwel zeer nauw
keurig afgewerkt moeten -.volden, daar „de
minste rimpels of plooien de japonrokken
ontsieren.
MODE.
't Is opmerkelijk zoo groot de hoeveel
heden stof zijn, die thans voor onze toi
letten gebruikt worden. Zelfs de mantels
eu jaquctlen doen met deze mode mee.
Kort geleiden lazen wc in een Fumsch tijd
schrift. do zeer juiste opmerking van een
Panische- naaister: „Alles wordt, tninmunru-
DE GROOTMOEDER VAN TWEE
KONINGINNEN.
In het jaar 16-lü, weinige maanden na
de vlucht van koning Karei 1 naar Schot
land, begaf een jeugdig landmeisje zich
naar Londen, om er een plaats als dienst
bode te zoeken. De diensten waren des
tijds schaatseller dan tegenwoordig, en zoo
kwam hot ook, dat Charlya zoo heette
het meisje na een vcerttendaagsch rond
zwerven in dc Thcemsstad nog mot gevon
den had wat ze wcuschte. Haar kleine
geldvoorraad was reeds bijna geheel op
geteerd en zij begon bijna te wanhopen,
toen zij op straat een rijken bierbrouwer
tegenkwam, wiens aandacht getrokken werd
door haar mistroostig voorkomen, Nadat
zij hem de reden barer droefheid had mee
gedeeld, vroeg hij, of zij 'bier voor hem
wilde rondbrengen. Zij nam zijn voorstel
aan, en trad kort daarna ais dienstbode
bij hem in 'functie. Daal zij een lief ge
zichtje luid en zich evenzeer door baai-
zedelijk gedrag als door een zachtmoedig
karakter onderscheidde, vatte haar mees
ter liefde voor haar op en trad met haar
in 't huwelijk. Hij stierf cellier, na nau
welijks een jaar getrouwd te zijn, en liet
haar achter als kinderlooze weduwe, maar
tegelijkertijd ook als erfgename van een
aanzienlijk vermogen.
Charlya verkocht de bouwerij eu droeg
de legoling harer zaken op aan Eduard
Hyde, een aanzienlijk icclitsgeleerde en
raadsman des konings. Deze, die later met
den titel van graaf van Clarendon begif
tigd weid, ontvlamde in liefde voor zijn
mooie cliënte en verbond zich met haar
in den echt. Uit dit huwelijk werd een
dochter geboren, die later de gemalin van
Jacobus II en de moeder der koninginnen
(van Engeland) Maria en Anna werd. Op
die lotswisseling zinspeelde do verklaring,
die koningin Maria ecus in het parlement
uitsprak: „Mijn grootmoeder wist te die
nen, maar ik weet te heerschen."
AVENKEN.
Om vetvlekkeu uit papier te verwijdeien.
Het zal menigeen gebeurd zijn, die een
boek te leen had, dat er, hij wist zelf
met hoe, een vlek opgekomen was. Zulk
een vlek, vooral wanneer het boek aan
een zeer netten vriend of nog nettere
vriendin toebehoorde, zal den onvoorzich
tige menig onrustig oogenblik kunnen ver
schaffen. Om het hoek van die vlek en
zijn ziel vau dién angst tc bevrijden, neemt
men wat benzol-magnesia, waauloor nieu
we vlekken dadelijk veuhvijncn, terwijl oude
na verloop van ecnigen tijd worden uii-
gewischt. Nu Klopt men voorzichtig de mag
nesia-slofjes weg, en zie! liet blad is als
nieuw.
„Hoera, we hebben vanmiddag vrij I" rie
pen Hendrik cn Koos verheugd, toen z0
om twaalf uur uit.de school thuiskwamen.
„Aioeder, ivo hoeven vanmiddag niet naai)
school en mogen schaatsen gaan rijden,
tenminste als ucn vader het goedvinden."
„AA at mij aangaat, ik licb er niets tegen."
sprak moeder, „als je tenminste belooft
voorzichtig te zijn en je niet buiten de
baan te wagen."
Toen vader weldra thuiskwam, werd het
zelfde verhaal opgcdischl; maar deze was
niot zoo makkelijk voor hot plan te vin
den, want, terwijl hij een gemaakl-ernstig
gezicht zette, sprak hij: „Noen, jongen,
daar kan niets van komeat zoolang er nog
geen balken onder liet ijs liggen."
„Of er balkon onder liggen!" zei Koos.
„Kees van den schoonmaker beeft liet mij
zolf verteld; met die strenge vorst van
gisternacht zijn ze, er onder gekomen."
„Nu, als Kees liet zegt, zal het wel
waar zijn," sprak vader, „en dan durf ik
het wel te wagen. Alaar jongens, zijn jul
lie schaatsen wel in orde?"
„Aliju banden zijn stuk," zei Koos.
„En mijn bnkriem is niet zoo heel sterk
meer," verklaarde Hendrik.
„Dan zie ik wel, dal jullie nog niet de
echte liefhebbers bent," sprak vader. „Een
jongen, die veel van schaatsenrijden houdt,
zoigl ervoor, dat zijn schaatsen bijtijds in
orde zijn. Alankcert er iets aan, dan moet
dit hersteld worden, zoodra jo van liet ijs
terugkeert. Alaar komaan, geeft ze mij
maar, dan zal ik ze wel voor je in orde
maken." Aroor vader was het,een oogenblik
werk eu weldra stapte hel drietal met de
schaatsen onder den arm do deur uit.. AVat
was de baan prachtig glad on wat waren
er veel menschen, Het weer lokte ook wel
lot een druk bezoek uit. Een heerlijke zonne
schijn, een blauwe hemel en een frissehe,
gezonde koude. Op hot ijs waren verscliil-
lende tenten gebouwd; in de eene was
melk, 'in de andere warme wijn te krijgen;
in liet midden stond een tafel met stoelen,,
banken en bankjes er omheen, leder, die
zijn schaatsen wikte aanbinden, nam hier
plaats. Zij gingen met vader in de melk-
tcnl, waar hei heerlijk naar anijs en cho
colade rook, zoodat ze wel dadelijk een
kopje hadden willen hebben. Alaar vader
sprak: „Eerst moeten we ons warm rijden
en dan zullen we de melk eens komen
proeven. Nu eerst de schaatsen aan." Dat
werkje ging den jongens best ajj, en een
oogenblik later zwierden ze lustig over
het ijs.
Vader zag dan ook al spoedig, dat ze
zichzelf best konden helpen. „Opleggen?"
vroeg Hendrik aan Koos. „Goed." En toen
schoten de jongens vooruil, dat bet een
lust was om Te ziende glans van ver
genoegdheid lag dan ook op bun gelaal.
„Denk aan den baanveger!" riep een
mati met een bezem op den schouder.
„O hé, daar heb ik zoowaar vergeten
aan moeder een kleinigheid voor den baan
veger te vragen," zei Koos; „maar je
krijgt zoo dadelijk wat, baas, want vader
rijdt liic-r ook, e.n dien zal ik wat vragen."
„Ilecil goed, jongeheer," sprak do baan
veger.
Juist kwam vader voorbij, en de zaak
met den baanveger was spoedig in orde.
„Jongens, heb je nu trek in een kopje
melk?"
„Hcd graag, vader."
„Nu, ga dan maar in do tent."
Nadat zij zich aan dc lekkere inelk ver
gast hadden, reden zij nog een keer of
wat op eu neer, en toen vader sprak van
naar huis gaan, hadden zij liever nog
wat gebleven.
„Nu, dan nog ééns hoen en weer," zei
vader, „cn dan dc rest voor morgen,"
„Dat zij een heerlijken middag doorge
bracht hadden, behoef ik een liefhebber
van schaatsenrijden niet te zeggen.
Ik hoop, jongens en meisjes, dat heer
lijk ijs ook jullie spoedig in staat zal stel
len, zulke heerlijke middagen dooi' tc
hieiigen.
ALüffll UIHRTIiMIIMtl R[AI