u
i
l
S
3
6T* Jaargang.
Zondag 26 Januari 1908
No. 12601
Eerste Blad
lijkjes op het leven iri
een groote stad.
44
I
Kennisgeving.
i.
1
zJ.
I
14]
Is
gi
It
l
adieu
S ge-
nscii
Deze courant verschijnt <1 a g e 1 ij k s, mei uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en VI aar ding en fl. 1.25, Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weck: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
|r| Advertentiën voor hot eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uw aan hot bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.)
Prijs der Advertentiën: Van 1—-6 regels 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau ie bekomen.
In de nummers, "die Dinsda g-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tol den prijs
van 40 cents per advertentie, hij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon
voor de Redactie No. 123.
voor de Administratie No. 103.
I1] Dat het kohier der Grondbelasting op de
4] gebouwde- en ongebouwde eigendommen
fl dezer gemeente, over het dienstjaar 1908,
door den heer directeur der directe be-
|f lastingen te Rotterdam op den 24-sten Januari
S1908 executoir verklaard, op heden aan den
ontvanger der directe belastingen alhier, ter
invordering is overgemaakt.
Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een
ieder verplicht is, zijn n aanslag op den bij
i wet bepaalden voet te voldoen; alsmede
v. heden de termijn van drie maanden ingaat,
tuinen welke bezwaarschriften tegen ecnen
aanslag, op genoemd kohier voorkomende,
tehooren te worden ingediend
tri is hiervan afkondiging geschied, waar
behoort, den 25sten Januari 1908.
De Burgemeester voornoemd,
M. A. BRANTS.
a
't
e
BUITENLAND.
FRANKRIJK.
Het Marokko-de ba t.
Er was veel belangstelling in het Paleis
jlourbon, waar de Kamer bijeenkomt, om
gisteren de interpellatieJaurès en het ant-
woord der regcering te liooren.
'S „Ik kom aan de Kamer vragen, begon
gr do hoer Jaurès, om door een moedige daad
pi Frankrijk te bevrijden van het vcrschrikke-
fj| lijke Marokka arische avontuur, waardoor het
land
°B gevaarlijken weg is. Weest gewaar-
y schuvvd, riep dc leider der socialisten uil,
ff indien gij Abcloel Aziz steunt, zult gij 1ml
tot het einde moeien volhouden en le Mara-
ÏJ ^esj» evenals te Fez zult gij dan een leger
s,|van 150.000 man. noodig hebben. De bladen
zeggen dat de regcering Abdocl Aziz niet
U financieel steunt en dat El Mokri (zijn af-
gezant te Parijs) geen leening hier zal ktm-
g| nen siuiten. Maar indien de revolutie te Fez
fiet- zóó ingrijpend was geweest, dan zou dc
g koning zijn gesloten en 150 millioen fres.
|Fransch geld waren naar Marokko gevlooid
m wij zouden verplicht zijn geweest, ons
leger voor evcntueele onlusten beschikbaar te
houden. Alen moet ook den sultan niet op
indirecte wijze steunen. Indien Frankrijk
;i| zich nog druk maakt om dien schaduw van
Ifeen sultan (Abdocl Aziz), is hot zelf niets
moer dan de schaduw van een volk. (Bewe
ging en protesten.) De heer Clémenceau,
ging Jaurès verder, heeft aan de pers laten
verklaren, dat Frankrijk beslist onzijdig zou
blijven in den strijd tusschen de heide sul-
tans-hroeders. Maar hij beschouwt niettemin
Abdocl Aziz als wottig soeverein. Dat 16
verontrustend. Beide sultans hebben op lmn
beurt do gunst der Fransche regeering ge
noten. Jaurès heeft brieven ontvangen van
dr. Manchamp, die later te Marakcsj werd
vennor cd, waarin deze verklaarde dat hij
als officieus bemiddelaar optrad lusschon den
toenmaligcn minister van builen]andseho za-
krn (Delcassó) cn Moeley Haf id. (Bewe
ging.) Pichon, dc minister van buitenl, za
ken, zegt: Dat is beslist onjuist.
Jaurès: Ik znl li de brieven laten zien.
Ik herbaal dat het ccnigc middel om uil
het avontuur te geraken is nochv oor Abdoel
Aziz, noch voor Moeley TIafid partij te kie
zen cn ons tevreden te stellen met de be
scherming der Europeanen langs de kust
door oorlogsschepen zonder door te dringen
in het binnenland. Er is cenige jaren ge
leden een geniaal man (Delcassó) op den
voorgrond getreden, die bij de Fransch-En-
gelsche entente tevens rechten 'deed gelden
op Marokko. Gelukkig heeft, de acte van
Algésiras die stoutmoedige politiek verijdeld.
(Delcassó staat op en vraagt het woord
De oud-minister van buitenlarulsche zaken
werd een zwijgend Kamerlid na zijn val.)
Jaurès voortgaande, zegt, dat Frankrijk
Voor de andere mogendheden cle kastanjes
uit het vuur haalt en een aanvalspolitiek uit
voert, die niet in overeenstemming is met
het besluit van de FranscliSpannsche poli
tie. Frankrijk kan slechts één ding winnen
in Marokko, dat is de haat der muzelman
ncn. Toen Jaurès protesteerde legen een ge
heim FranscliSpaansch verbond ten doel
hebbend, Marokko te verdoelen, schudde
Pichon ontkennend het, hoofd.
Ten slotte acht. Jaurès dc rol 'door Frank
rijk le spelen, niet om zich in Marokko in
avonturen to wikkelen, maar om handen en
geest vrij te houden om altijd en overal te
kunnen spreken ten gunste van den wereld
vrede.
De progressist Ribot. bestreed liet betoog
van Jamès, Frankrijk moet, zonder zijn po
sitics op te geven, voortgaan met het be
schermen van landgenoot en vreemdeling,
zonder tusschen beide Sultans partij te kie
zen. Hij vroeg opheldering aangaande het ge
rucht van een MarokkaawMie leerling ten
bedrage van 150 millioen.
Ook Ribot waaxschmvdje tegen nutteloos
en, gevaailijk werk in, Marokko.
Do verschijning van tl,en oud-minister
Delcassó op de sprekers tri hu,me was een,
gebeurtenis in, d,e Kamer.
Delcassó zegt d,at Frankrijks eer ermee
gemoeid, is om zijn, politiek met do act:
van, Algésiras voor! te zetten,, tl,ie dc
.918
Roman van
LOUISE AYESTKIRCH.
39)
10.
Aerolitha dacht wel, 'dat AVicelius haar den
volgenden dag bezoeken zou. Telkens nis de
huisbel ging, begon haar hart te kloppen.
jj ie wilde hem zeggen, dat ze van haar af-
P spraak met hem afzag, dat hij haar niet bo-
I zoeken moest cn haar ook geen bloemen
A geven. Hij kwam nirt. Maar 's avonds, kort
mor haar nummer, verscheen hij op zijn oude
p!plaats naast de zuil, en toon ze weer met
ij'de voeten op den grond stond, was hij weer
U verdwenen. En weer werd haar een reuzen-
|i bouquet overhandigd, witte vlier, witte aza-
'4 ka's, een wit lint en daar tusschen een enkele
rozenknop.
Dat ging zoo avond aan avond. En iode-
gren avond werd liet applaus luider. Op haar
;®eg uit de garderobe, waar ze nooit lino ren
^ontving, tot aan het tooneel, werd do wach-
jgtende schare van bewonderaars icderen dag
igrooter. Ze moest ook icderen avond1 een
njtuig nemen om ongestoord met haar bloe
men thuis to komen. Dat kostte gekl, en
ze had nog schuld door haar werkcloozen
j|h}d na haar grootmoeder's dood. Zo hoopte
Rechter, 'dat de bijval, welken ze hier oogstte,
r ecn g°ed engagement voor den herfst
verschaffen zou, aan het Apollo-theater of aan
■pen ander cpfé-chantant.
on4
li
Fransoh'-Spaaiyseho actie bevordert en alle
Europeanen ten goed,e komt. „Op mij," zegt
Delcassó, „rustte 't initiatief van, de Fran
sche actie in' "Marokko. Dit lanj Hgt in
d,e .nabijheid van, de Europcescho havens
en, Je aan,dach't van verschillend ogend
heden was erop gevestigd. Franj i ijk kon
n.iel toelaten, dat een vreemde macht dd
zijne in, Marokko d,o haas werd, hetgeen
een voortdurende bedreiging wart» voor
Algiers. Wij waren dp meest belangheb
bend,c mogendheid. Wij moesten hande
len." (Levendige bijval links en in hel
centrum.)
„Van deze wettige actie gaven wij kennis
aan d,e mogendheden en zelfs de Duitscho
rijkskanselier verklaarde dat onze actie ten
gunste zou zijn van allen. Op dje voor
waarden kwam de conferentie te Algésiras
bijeen, lipt gerucht ging van een ynogelij-
ken oorlog. Men verklaart dien oorlog niet
aan Frankrijk, want hel heelt 't recht, zijn
bondgenoot en zijn machtige vrienden aan
zijn zijde. Frankrijk kan vertrouwen stel
ten in zichzelf."
Delcassó meent dat Algésiras' conferen
tie voor Frankrijk gunstiger verhoudingen
bracht: 'Frankrijk uit zijn oud isolement
bevrijd, is thans meester van zijn toekomst.
Il.ij eindigt aldus: „Onze politiek in Europa
hangt van onszelf al. Laten wij onze bond
genootschappen versterken, da,n zullen wij
kunnen rekenen op het leger van onze lxmd-
genoolen on vrienden, en kunnen wij too-
nen dat de Republiek Frankrijk heeft op
geheven."
Delcassó werd door zijn radicale vrien
den gehikvenscht.
Hel weder-optreden van Delcassó wordt
druk gecommentarieerd. Zijn politiek in
het ministerie-Roti vier was uitbreiding) van
koloniaal "bezit in Noord-Afrika, zelfs ten
koste van ecu oorlog} met Duitschland. De
meer democratisch-gpzinde ministers vau
toen wisten Delcassé's imperialistisch stre
ven te verijdelen en dank zij do Duitsclm
diplomatie leed Delcassó de nedoilaagi. Htet
is nu voor de vrienden van den vrede in
'1 algemeen een veeg toeken dat deze'oud-
minister met dezelfde politiek van 2 jaren
geleden, zulk een succes kon behalen hij
de radicalen. Hieruit zou n.l. volgen dat
Clémenceau weer terug is gekeerd tot Del
cassé's politiek, die hij indertijd bestreed.
Uit sommigp zinsneden van de rede van
Delcassó valt duidelijk de oorlogszuchtige
stemming waar te nemen, die men bij het
optreden van het meer democratisch ge-
tinto kabinet Clémencean-Bxiand verre
waande. Hyt blijft intusschen af te wach
ten welke gevolgen het weder-optredon van
den slurven Delcassó zal hebben, lljj heeft
intusschen girooten indruk gemaakt.
De Parijsche corresp. van de „N. R. Ct."
maakt melding van hel volgend belang
wekkende incident.
Op oen oogenblik, als de geheele Kamer,
behalve de socialisten, Delcassó toejuicht,
staat Jaurès op cn roept tot dc radicalen:
„Waarom hebt gij dien man dan doen val
len als gü hem toejuicht?" (Beroering,af
wachting.) De scherpe vraag schijnt de ra
dicalen te hinderen; clan klinkt ineens de
stem van Delcassó: „Ik zal het u zeggen,
mijnheer Jaurès, zij hebben het niet ge
weten, zij zijn bedrogen geworden(Groote
opwinding en ontroering over deze even
scherpe als stoute woorden. Minister Ru au,
die tot het kabinet-Rouvier behoorde, staat
op en roept woedend tot den heer Del
cassó: „Veiklaar u nader." Maar als de
opwinding bedaard is, vervolgt Delcassó
zijn rede. Tal van Kamerleden komen hem
de hand drukken als hij van (le tribune
daalt; de indruk is zoo groot, dat de Ka
mer nergens meer aandacht voor heeften
de voortzetting van het debat op Maan
dag stolt.
GEMENGDE MEDEDEELINGEN,
Den zesden dag kwam AVicelius. Ze had
hem nu al zoo lang gewacht, had in gedach
ten al zoo dikwijls herhaald, wat ze hem
wilde zeggen, dat ze niet geheel onbewo
gen was, toen hij eindelijk voor haar stond.
Wat /e hem had willen zeggen, paste ook in
het geheel niet bij hem, zooals Bij daar voor
haar stond, geheel energie en levensvreugde
cn loeli met een zekere eerbiedige hoffelijk
heid. Hij was niet opdringerig, dat kon ze
hem niet verwijten. Ze begon tocli
„Het. 'doet me heel veel genoegen, dat u
gekomen zijt, dr. Wicelius
Daar viel hij haar reeds in de rede: „Dat
is lief van u."
„Neen, ik bedoel het anders. Tk moet u
voor alles zeggen Ik wilde u verzoeken,
vriendelijk verzoeken -
„Dat is nog liever."
Nu moest Aerolitha lachen. Hij had er
goed slag van haar op dreef te brengen.
„Ik weet. niet, of u het liof zult vinden.
Ik wilde u vragen, mij niet moer zulke op
vallend gioote bouquetten te geven."
Ze wees naar het raam, waar de drie laat
ste nog stonden. „Mijn kamer is klein, ziet
u. Uw bloemen zullen me nog uit mijn eigen
woning verdringen. Dat wilt u toch niet?"
„Als zo li in een grootere, mooiere dron
gen
„Neen, neen, ik bon hier zeer tevreden
bij vrouw Wintermeier. Ik zou graag blijven,
waar ik hen. U bent toch niet boos op me,
dat ik 'dat zeg?"
Alleen op mijn eigen onbedachtzaam
heid. Ik 7,al me beteren. Bent u tevreden?"
„Ja." Zo kon hem op dit oogenblik niet
zeggen, dat hij weg moest blijven. Dat zou
onhandig, b: vlaai zijn. Zo wist, dat ze den
steeds grootcr wordenden bijvtl, haar „in de
mode komen", grootendcels aan hem te dan
ken had. Hij bewees haar allerlei vriende
lijkheden. En vrouw "Winlermeier had gelijk:
de wereld is niet zoo rijk aan vrienden, dat
men z.e onnoodig, met voorbedachten rade
moet afschrikken. Terwijl ze nog aarzelde,
bekeek hij de kleine fotografieën die op oud
Frankische wijze om een vreeselijke staal
gravure van vrouw Wirtermeier gerang
schikt waren: een oude, afgeleefde vrouw,
ecn zeer jonge, bijzonder tcere en het por
tret van een man, in kostuum en in wan
deltoilet, als borstbeeld, ten voeten uit, iu
kabinet- cn visifenkaart-formaat, maar altijd
hetzelfde gladgeschoren, kalme, ernstige
gezicht mot den scherp gctcekemlen kin van
Aerolitha en den eerlijken, vrijen blik van
haar oogen,
,.U vertelde laatst van uw vader," zeidc
Wicelius. „Is hij dit?"
Aerolitha werd spraakzaam. .O, zeker!
jamijn lieve vader. Hij is een groot kun
stenaar geweest, Rugby, hebt u nooit van
hom gehoord? Do inenschen waren hall 'dol,
als hij optrad. Dat is mijn grootmoedor, een
heel eenvoudige vrouw, o, 7.00 eenvoudig
Mijn moeder dat is z.e! Ze is lief, niet
waar? Die is stilletjes met Papa wegge-
loopen. Grootmoeder Zou nooit goedgevon
den hebben, dat zo de vrouw van een kun
stenaar werd. En Papa heeft haar zeer lief
gehad. Hij wilde nooit hebben, dat zo op
trad. Ze had ook angst voor het rek. Ze
was zoo teer. Toen ik pas twee jaar oud
was, is ze al gestorven. Ik kon haar toch
heel goed, uit wat papa mij verteld hoeft. Hij
sprak altijd over haar."
„Tp uw vader ook dood?"
„Ja, sedert vier jaar, Hij viel toen hij
een nieuwen sprong wilde probeeren. Het
Engeland.
Uit Devonport wordt bericht, dat daar
geheel onverwacht bevel is gegeven tot mobi
liseering van de «thuis vloot". Dit is de eerste
keer dat zulk een bevel in den winter wordt
uitgevaardigd.
Sommige Londensche bladen verwachten
van het besluit 'der Trade Unions om to stre
ven naar socialiseering der productie, een
scheuring in de vakvereenigingen. Er moet
ree'ds een plan gevormd zijn een nieuwe niet-
isocialistische arbeiderspartij te stichten.
vrijzinnige afgevaardigden ondanks de ver
klaring van den rijkskanselier op 10 Jan.
op 18 d.a.v. Pruisische ridderorden aan
namen.
De redacteur van de jKöln. Ztg."v.Ben-
nigsen is door de rechtbank tot 100 mk.
boete veroordeeld in zake het Petersproces.
Bennigsen gaat in hooger beroep.
Het blijkt dat graaf Ilohenau, die eertijds
zeer in de gunst stond bij keizer Wilhelm,
de huizen IIohcnz.oHern en Ilohenau zijn
verwant, niet is vrijgesproken omdat hij on
schuldig is, maar omdat zijn schuld niet kon
worden bewezen.
Het heet in het vonnisMet betrekking
tot den beklaagde v. Ilohenau is bij de
behandeling van de zaak zonder twijfel ge
bleken, dat deze beklaagde zich schuldig ge
maakt heeft aan afdwalingen, die werkelijk
tegennatuurlijk zijn. Maar de uitkomst van
de bewijsvoering is niet voldoende geweest
om de feiten vast. te stellen bedoeld in art.
175, en de krijgsraad is 'daarom bij gebrek
aan voldoende bewijze r tot een vrijspraak ge
komen, niet echter wegens bewezen on
schuld.
Graaf Lynar is, gelijk men weet, schuldig
bevonden en tot jaar gevangenisstraf ver
oordeeld.
Harden's meedoelingen in „die Zukunft"
over deze aanzienlijke heeren, zijn dusi vol
komen juist geweest.
Frankrijk.
Combes is benoemd, tot voorzitter van,
d^ parlementaire commissie van, onderzoek
naar dp onregelmatigheden, die, naar het
heet, hebben plaats gehad," bij de liquida
tie van dje boedels der ontbonden congre
gaties in Frankrijk.
Portugal.
Dc geruchten Jat de dwingelandij in
Portugal tot onlusten, zou hebben geleid,,
wordt door Rieuler tegengesproken,. In ge
heel Portugal hccrscht rust; d,e alawnce-
ren.de geruchten, zijn niet bevestigd, dein
hechtenisneming van d,rie republikeinen
wordt tegengesproken.
Duitschland.
De sociaalliberale vereeniging te Keulen
die dezelfde beginselen is toegedaan als de
vrijzinnige vereen, nam eergisteravond een
motie aan waarin wantrouwen werd uitge
sproken tegen prins Bülow. De sociaal libe
ralen zullen met de sociaal-democraten s'rijden
voor alg. kiesrecht. Verder werd door de
sterk bezochte vergadering afgekeurd dat
zou een groote overwinning zijn geweest,
een sprong zoo ver, ds nog niemand gedurfd
had. Toen brachten ze mij naar grootmoeder
en die wilde volstrekt een dienstmeisje van
me maken."
Aerolitha lachte vroolijk.
AVicelius lachte mee. „Een absurd idee van
cle goede oude."
„Ja, ieder denkt, dat de menschen slechts
gelukkig kunnen zijn op hun manier. Mijn
grootmoeder kon zich liet geluk van een
vrouw niet denken zonder veel werk en al
tijd maar ploeteren in vuil en stof, en een
man erbij, die ook lieel vuil en suf van zijn
werk komt en een hoop kinderen, die ze
wasebt. en kamt. En ik kan me geen geluk
denken zonder een rek en vliegen door de
lucht en mooie, lichte zalen, veel menschen
en applaus applaus, dat men denkt doof
te worden en het me zwart voor de oogen
wordt van vreugde."
„Bent u zoo eerzuchtigKijkIvijk 1"
„Ik weet liet niet. Ik meen, sommige
menschen leven in 'de lucht, andere in het
water. Dat daar is mijn lucht."
„Misschien is er nog veel, wat u even
zoo goed bevallen zou. Ik kom naar aanlei
ding van ons contract, u voor een rijtoert-je
afhalen."
„Een rijtoertje! Aerolitha had zich voor
genomen op haar hoede te zijn, iedere uit-
noo'diging af te slaan, e.n voor alles een ver
hindering bedacht. Een rijtoer echter in een
open rijtuig, in tegenwoordigheid van den
koetsier, in de lachende heldere voorjaars-
zonneschijn onder welk voorwendsel hac
ze dit af kunnen slaan?
„Ik moet vóór het eten weer bij vrouw
AVintermeier terug zijn," antwoordde ze aar
zelend.
Rusland.
De leider der Octobristen, graaf Oewarof,
deelde een berichtgever mede, dat de partij
een wenk had gekregen, dat de Doema zou
worden ontbonden, wanneer het vioolplan
afgestemd mocht worden. De regeering zet
dus haar bondgenooten het mes op de keel.
Oewarot verklaarde desniettegenstaande vast
besloten te zijn tegen liet ontwerp te stem
men en van meening te zijn, dal zijn partij -
genooten eveneens hun verzet zullen hand
haven. De ha-letten zullen, volgens de mede-
deeling van den afgevaardigde Nisselowitsj,
in deze met de oppositie stemmen.
De staatsbank te Petersburg is weer eons
door stelselmatige diefstallen van ambtenaren
voor 2 millioen roebel bestolen. De ambte
naren Smirin en Sokoloff zijn ter verant
woording geroepen.
BINNENLAND.
Yan hot hof.
Z. K. II. de Prins is hedenochtend, we
gens den zeer zorgelijken toestand van.
Ilr. Ms. opperhofmaarschalk, Baron Clif
ford, nog niet naar Duitschland vertrok
ken.
Ilij knikte. ,.0p den minuut af. U hebt
maar te bevelen om hoe laat!"
In lmar oogen blonk nu een straal van
vroolijko levenslust, die als zonneschijn liaar
geheele wez-rn doortintelde. Zij gaf hem vroo
lijk 'de band.
„Dat is heel aardig, dat u daaraan ge
dacht hebt. Ik rijd heel graag. Wilt u een
oogenblik wachten?"
Zij ging in de kamer daar naast en keer
de dadelijk weer terug, een grooten zwarten
hoed met voeren op het hoofd, en een zwart
manteltje aan, zeer eenvoudigmaar het ge
heel was zeer elegant.
„Chic," dacht AVicelius met bevrediging.
„Denk eens aan," babbelde Aerolitha, ,.ik
ben pas eens uit rijden geweest, hier in Ber
lijn. Het was voor veertien dagen. De aan
staande van vrouw AArintermeier's zuster had
een rijtuig gehuurd. En wij moesten met hem
mee naar het Grunewald, allemaal. Mijnheer
Schuize wilde het
AVicelius maakte plotseling een beweging,
„AArat hebt u?" vroeg Aerolitha.
„Niets. En hebt u plezier gehad op dat
tochtje?'
„Neen, denk eens aan! in het geheel niet.
Dat. wil zeggen, de rijtoer er heen is me
zeer goed bevallen. Maar ik kan dien man
niet uitstaan, dien juffrouw Dora zich uitge
kozen heeft. Ik heb het ook tegen vrouw
W informeler gezegd, we hebben er woorden
om gehad. En ik heb het doorgez.et, dat ik
mijn koffie zelf betaalde. O, die oogen van
dien man vertrouw ik niet."
liet heldere zonnelicht viel op Aerolitha's
levendig, opgewonden gezicht. AArieelius,
moest zich geweld aan doen, haar niet in zijn
armen te drukken,
(Wordt vervolgd,
am,
si>
J*
SCH1EDAMSCHE COURANT.
L.1
'I De burgemeester van S c aie ua k,
j; Brengt bij deze ter kennis van de ingeze-
jj$ tenen