a
gr Jaargang
I,
>p
ei I
Zondag 16 Februari 1908
Mo. 12619
Tweede Blad
)0
Preston.
iï. o.).
11
:g.
ti'ottoirkolkon, putranden, meer
palen, padpalen en balusters;
STADSNIEUWS.
J
ij
te
rod:
SQ.
SCHIEDA! flSCHE COURANT.
jen.
Franco
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, mot uitzondering van Zon- en Feestdag.
prijs Per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl, 1.25.Fra
post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertcnticn voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.)
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames SO cent3 per regel. Groote letters naar de plaats dit» zij
innemen.
Ad ver te n tien bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te hekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tol den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon
voor de Redactie No. 123.
voor de Administratie No. 103.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Schiedam zjjn voornemens op 24 Februari
'a middags 12 uur, ten Raadhui ze aan
ie 'besteden de levering van
3200 M. trottoirband.
Het bestek is A f0.30 (franco per post
f0.35) verkrijgbaar ter Gemeente-Secretarie
afdeeling A.)
De insehrijvings-biljetten moeten voor
's morgens 11 uur van dien dag ten Raad-
huize zijn ingeleverd.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Schiedam zijn voornemens op 94 Februari
as., 'smiddags 12 uur, ten Raadhuize aan
Ie besteden de levering van
nader omschreven in een bestek en 5 type-
teekeningen.
Het bestek is a f 0 30 (franco per post
f0.35) en elk der type-teekeningen A f0.10
verkrijgbaar ter Gemeente Secretarie (afdee
ling A)
De inschrqvingsbiljetten moeten voor
's morgens II uur van dien dag ten Raad-
huize z(jn ingeleverd.
MI
'en
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Schiedam zullen op Donderdag 27
Februari n,s, des middags 12 uur, ten
Raadhuize, in het openbaar aanbesteden i
Het rloleeren en bestraten der
Maasstraat, Zalmstinat, Ploegstraat.
Houtstraat, Steenstraat en het VVilhel-
minaplein (Noordzijde), zoomede het
rloleeren van een deel van de Groene-
laan.
Aanwijzing alle werkdagen van 9—12 uur
v,m. aan het bureau van Gemeentewerken.
Bestek en teekenirig verkrijgbaar ter Ge
meente-Secretarie (afd. A) A f 0.80 (franco
per pod f 0 85).
De inschrijvingsbiljetten moeten vóór 's mor
gens II nnr van dien riag ten Raadhuize
djn ingeleverd.
Schiedam's Gymnasium.
(Vervolg.)
RAPPORT over de finnncicelc en
idecele gevolgen van oen oven*
tueelo opheffing van liet Gymna
sium te Schiedam.
Begrooleio gemeenten moeten
voorzien in de behoeften aan
voorbereidend hoogcr onder-
wij s.
Bij de pogingen, in 1893 en thans wc-
'o (Rn Gemeenteraad gedaan, om van
Een Amerikannsche schets.
b.
ooM
Het was in Cl. in westelijk Amerika.
Ik zat op de veranda, u n d e r t h e
P en ck. zogt men daar van het mooie
ois mijner gastvrouw en wiegde mij in den
o ommelstool, op mevrouw Young wadi-
en die beloofd had, mij in haar buggy voor
o wandelritjo te komen halen,
jii' 'c's bi zo nel era laten zien," had
gezegd, cn haar levendige oogen hadden
ff'tterd; „iets, wn( je in fe geboorte-
land "«et «11c dagen ziet.''
tonden d,ls °P c'c dingen die komen
JpË' daar kwam met luehtigcn hoef-
8 iet paardje al aandraven en het sier-
'ntje hield voot' de deur stil,
Youn'ra» U Z0lu'c'r groom, mevrouw
zette 1 V1'00g ik, toen ik mij naast haar
inrrMt dat hc!,! *'c 11''j aangewend. Vroeger
«kn»1- "Hijd mee, maar liet was een erg
%rigc jongen.
t( jongen, en toen de buggy eens over
arm V'00&> v'°' bij eruit en brak den
Mod'nt J i P.aat"d hob ik al do handen vol,
til kobbe ^011®on cr "'!'1 bij tot mijn last
scheit :!Jrctl (drn^ r°dcn we door don frïs-
ter 'Jlorg°n- Spoedig lag de stad aeh-
{Jad i'" mea wo °P den landweg.
ik voorheen aan den armbreuk van
H. M. dc Koningin vergunning to verkrij
gen het Gymnasium op te heffen, is steeds
het hoofdmotief geweest, liet geringe aan
tal leerlingen, wier ouders of voogden te
Schiedam wonen. Alen zag hierbij over het
hoofd, dat noch "de wet op hel Hoogcr
Onderwijs, noch de Gemeenteraad van
Schiedam, toen hij den 13en Februari 1879
besloot de toenmalige Latijnsche school
tot een Gymnasium in te richten, reke
ning hield met de overweging, dat een Gym
nasium door weinig leerlingen,, u'i t d e
gemeente zelve afkomstig, bezocht
werd. Art. 6 der bovengenoemde wet schrijft
voor, dat in elke gemeente, waar dc be
volking twintig duizend zielen te boven
gaat, door het gemeentebestuur een Gym
nasium wordt opgericht. Rijksgymnasia kent
de wet Riet; aan de behoefte aan voor
bereidend Hoogcr Onderwijs moet dus dooi
de grootere gemeenten, hierin gesteund
als hun imvoncilal de 100.000 niet over
treft*) door een rijkssubsidie van 50
pet. der kosten, worden voorzieneen ver
plichting alzoo, door het Rijk evenals zoo-
yeel andere aan grootere gemeenten op
gelegd. Wel is waar, kan, als in zulk een
gemeente op bezoek van een Gymnasium
weinig tc rekenen mocht zijn in de wet
staat geen enkel woord, waaruit blijkt, dat
mot dil bezoek wordt bedoeld een school
bevolking, uit de gemeente zelve af
komstig door II. M. de Koningin vrij
stelling van de oprichting van een
Gymnasium worden gegeven. Toen dan ook
op bovengenoemdén datum enkele leden
van den Schiodamsclion Gemeenteraad een
poging deden om deze vrijstelling te ver
krijgen, op grond dat slechts twee leer
lingon uit Schiedam op dat oogen-
blik de Latijnsche school bezochten, ging
de Raad mei dit pogen niet mee en be
sloot met 12 tegen 4 stemmen tot de op
rich ling van een Gymnasium. Bij de dis
cussio werd o. a. aangevoerd, dal cr jaren
waren geweest, waarin meer Schiedammers
doze school bezochten, en de 'hoop werd
uitgesproken, dat ingezetenen van nabu
rige gemeenten genoopt mochten worden
hun kinderen hier op het Gymnasium te
plaatsen. Ook de Regccring plaatste zich
op hel standpnnf, dat het Gymnasium niet
uitsluitend moet voorzien in de behoefte
van de gemeente zelf. Toen een gemeente
raad ter voorkoming van het vounen van
parallelklassen leeilingen van buiten de
gemeente wilde weren, zond de Minister
van Binnenlandsche Zaken den Men Juli
1881, een missive, no. 261-1, afdeeling O,
waarin o. a. hot volgende te lezen slaat.
,,De wet van 28 April 1876, die hel
„stelsel van gemeentelijke Gymnasia be
„li i e 1 d, heeft, door iu art. 6 aan een aan
„tal gemeenten, de verplichting op te leg-
,,gcn, tot inrigting en instandhouding van
*)Dit cijfer, genoemd in dc Staatsbc-
grooling voor 1879, is geen vaste regel.
Utrecht ontvangt nog steeds subsidie, hoe
wel liet ihcer dan 100.090 inwoners telt.
,een Gymnasium, zorg gedragen, dat de
„gelegenheid om gymnasiaal ondeiwijs te
.„genieten, in voldoende mate in alle stro
„ken van het land aanwezig zij. Gemeen
ten, die tc zwaar zouden worden gedrukt
„door dc kosten, kunnen door een njks-
subsidie worden geholpen."
Iets verder lezen wij, „dat een bepaling,
waarbij eon Gymnasium bij uitsluiting werd
toegankelijk gesteld voor jongelieden, wier
ouders of voogden in de gemeente geves
tigd 'zijn, noch met dc letter, noch met
den geest der wet op bet II. 0. zou over
een te brengen zijn." „Terecht stelt de
Gemeente-wetgever zich op het standpunt,
dal de Gymnasia ook voor jongelieden uit
andere gemeenten toegankelijk mocht zijn."
Uit een en ander blijkt overtuigend, dat
een Gymnasium niet uitsluitend aan de
behoefte van de gemeente heeft te vol
doen, maar dat bij zijn oprichting ook moet
rekening gehouden worden met leerlingen,
die van elders komen.
Vergelijking van het tegen
woordige 1 e e r 1 i n g e n ta 1 met dat
i n 1 8 9 3.
Toen in 1893 een vergecfsehc poging
werd gedaan om vrijstelling aan te vra
gen voor de instandhouding van het
Gymnasium een vrijstelling, waarin de
Wet op het 11. O. niet heeft voorzien
waren er 27 leerlingen, waaronder 12, wiet
ouders of voogden Schiedammers waren.
Men bad mogen vertrouwen, dat geen her
Hieuwde poging zou beproefd zijn, indien
liet aantal leerlingen niet beneden dit ge
tal was gedaald. Thans telt het Gymna
sium cr 37 (niet 33, zooals verkeerd in
don Raad werd vermeld), waaronder 11,
wier ouders of voogden aan ovengenoemde
voorwaarde voldoen. Do laatste categorie
zou uit 12 bestaan, indien niet de vader
van een der leerlingen, van wien 2 broe
ders vroeger het Gymnasium bezochten,
in Juli j.l. de gemeente verlaten had. Deze
leerling is nog ingezetene dezer gemeente.
Hier worde plaats gtgtmrï aan de op
merking, (lat. waar gesproken wordt van
leerlingen uil Schiedam, ook medegctekl
moeten worden zij. die hier ter stede als
ingezetenen zijn mgesolueven, nl zijn hun
ouders of voogden hier niet gevestigd, llun
getal bedraagt thans 9, welk getal zelfs
in de jaren van den groolen bloei van hot
Gymnasium niet is bereikt. Dus zijn thans
20 dor leerlingen ingezetenen van Schiedam
en de bedoelde 9 brengen hier meer fi
nancieel voordeel dan dc leerlingen, wiei
ouders of voogden Schiedammers zijn.
Opheffing van een bestaan «1
verplicht gym n a slum niet i n tl e
wel voorzie n.
Zooals hierboven reeds met een enkel
woord werd aangegeven, bevat de Wet op
het II. O. geen enkele bepaling, die doelt
op de mogelijkheid van de ophefling van
een bestaand verplicht Gymnasium.
Na de wctswijziging-Kuyper beeft eek tol
de wet oen bepaling, wanneer hot llijks-
den beklagenswaardigen groom slechts een
vluchtige deelneming gewijd, nu scheen liet
mij toe ais een waarschuwing en duistere
vermoedens van gebroken ledematen beang
stigden mij. Was dat een straat? Ifet scheen
mij ccn doolhof van wortels en slecnen.
Potmy, liet paardje, scheen evonwel van'
geen vermoeidheid tc weten, en hel geklip-
klnp zijner hoeven klonk hier in gelijk tem
po als voorheen op het asphalt.
Mevrouw Young zag mij van terzijde aan
en lachte.
„Ik zie met X-stralen," sprak zij, en be
merk, hoe gij in uw binnenste mi vergelijkin
gen mankt tiisschen dezen weg en de gladde
fihnuw'cs van uw geboorteland."
Ik mompelde iets, wat nis een ontkenning
klinken moest, maar ik kon niet loochenen,
dut ik een vreeselijk verlangen luid naar onze
goed-aangelegdc straten.
„Loochen het maar niet!" sprak me
vrouw Young op de haar eigene flinke wijze
„Wij zijn het reeds van u. Europeanen, ge
wend, dat ge daar alles voor beter houdt.
Go bedenkt volstrekt niet, welk een nieuw
land liet bier is. Wat wij hebben willen,
moeten wij zelf doen."
Ik moest om haar ijver lachen,
„Wie beklaagt zich dan, mevrouw Young
Alsof liet noodig was, zooicts te verontschul
digen? Moei niet ieder met verbazing ver
vuld zijn, over nl helgene, wat in dc nieuwe
wereld met haar betrekkelijk korte bescha-
vings-periode. reeds tot stand is gébracht?
Ik heb in Amerika straten gezien, zooals
ze in Europa niet beter zijn konden."
Mijn vriendelijke begeleidster zag er be
vredigd uit. Dc Amerikanen zijn zeer ont
vankelijk voor de Europeesche goedkeu
ring.
Wipdaar vloog de buggy over een hin
dernis. Mevrouw Young lachte luid ik greep
nog juist bijtijds mijn hoed. die de woeste
vaart waarschijnlijk moede was, en een rust
plaats wilde gaan zoeken in de schaduw der
wijdvertakte eiken, die overal om ons been
stonden.
Nu lieten wij het wond en de wildernis
achter ons, en we hielden aan op een kleine
hoogte. Welk een lieflijk tuf roei
Voor ons liep een glad gebaande weg, die
van den anderen kant van den hemel af
kwam, op een bloeiende plaat»- toe. Wilie
huisjes kwniïirn uit een krans van weelderige
vniehtontuinon te voorschijn; een statige
kerk, een schoolgebouw en nndote huizen
strekten zich voor onze blikken uit,
„Nu wil ik uw beenderen een weldaad be
wijzen," sprak mijn begeleidster en stuurde
op den straatweg toe. „Wij zijn bijna waar
wo wezen moeten, want die plaats daar wil
de ik u laten zien."
„Waarlijk bizondcr mooi! Tlcel lier! Wat
goed gerangschiktWat een vruchtbaar
heid sprak ik, alleen uit beleefdheid, maar
mij innerlijk afvragend, boe ter weield me
vrouw Young op het idee kon komen, dat
ik nog nooit zoo iets gezien bad, wnnt be
halve allerlei teekenen van welvaart, was er
aan de plaats niets bizonders te zien.
Of de mooie amazone weer mijn gedachten
Ins, weet ik nietzij lachte een weinig.
subsidie voor een bijzonder Gymnasium
ophoudt.
Art. 169 schrijft voor, dat het aan deze
gymnasia toegekende subsidie f) wordt ver
minderd met 50 pet. over elk jaar, waarin
hel aantal leerlingen minder dan 36 en ver
valt over elk jaar, waarin het minder dan
24 bedraagt.
Opgemerkt dient te worden, 'dat de re
gelen voor het subsidie dezer gymnasia
geheel verschillen van die der openbare,
welke laatste zelfs als hun leerlingental
minder dan 36 bedraagt, de volle 50 pet.
der kosten van het Rijk vergoed krijgen.
Waar het aantal leerlingen onzer school
thans nog 37 'bedraagt, i.s, met het oog
op het bepaalde voor de bijzondere gym
nasia, de kans, dat vrijstelling woult ver
leend voor de instandhouding vari het
Schiedamsch Gymnasium al zeer gering.
Redenen van het achteruit
gaan van hel getal leerlingen.
,Nict te ontkennen valt, dat het leerlin
gental van ons Gymnasium in de laatste
jaien dalende is; het steeg van 1S9'3 tot
189S: na dit jaar was het achteruitgaande.
Dit verschijnsel openbaart zich niet alleen
hier ter stede, maar ook in de meeste
plaatsen van ons vaderland en van het
buitenland. Waar hier te lande het aantal
leerlingen niet achteruitging, is dit alleen
toe te schrijven aan het toenemend aantal
vrouwelijke leerlingen, die hier ter stede
steeds een klein contingent leverden.
Hiertegenover staat, dat overal het leer
lingental der II. B. Scholen toeneemt, een
toename tussehen de jaren 4890 cn 1902
van moer dan 75 pet.
Ook hot toekennon van het recht van
eind-examen aan de bijzondere gymnasia
in 1:100 en de oprichting van vele dezer
inrichtingen oefent een nadeeligen invloed
uit op het bezoek der Openbare Gymnasia:
het Marnix-Gymnasium to Rotterdam o. a.
lelt menig lcetüng uit Schiedam en om
streken (in den loopenden cursus 9).
F i n a n e i e e 1 e gevolgen.
In den Gemeenteraad is besloten ccn
onderzoek in te stellen naar de financiecle
gevolgen van een eventueelc opheffing van
het Gymnasium.
Deze gevolgen zijn deels van tijdelijken,
deels van biijvenden aard.
a. Financiecle g e v o 1 g e n van
t ij d e 1 ij k e n a a r d.
Tot de eoivtgonoemde belmoren de wacht
gelden, die geheel voor rekening der ge
meente zouden komen; de Regeering zou
toch ongetwijfeld de verplichting opleggen
om wachtgelden uit te keeren. De zedelijke
verplichting hiertoe werd trouwens ook in
1893 erkend.
Waar de leeraren in zake pensioen be-
f) De grondslag van de berekening van
dit subsidie is een andere als voor de
gemeente-gymnasia. (Art. 168 cn 169 wet
schouwd worden te zijn burgerlijke Ambtena
ren, brengt de billijkheid nirt zicli mede, dat
ook voor hem zullen gelden de bepalingen
betreffende het toekennen van wachtgelden
aan deze ambtenaren, vervat in het Ko-
ninkiijk Besluit van 4 April 1S92 (Staats
blad no. 60). Het le lid van an. 3 van dit
Koninklijk Besluit schrijft voor, dat de
wachtgelden van de ambtenaren, die wegens
opheffing van een door hen bekleed worden
de betrekking eervol, docli niet op eigen
verzoek worden ontslagen, bedragen de helft
van don laatsten pensioensgrondslag, welke
voor die ambtenaren bepaald was, wegens
de betrekking, waaruit zij zijn ontslagen.
Deze wachtgelden zouden dus bedragen voor
Pensioensgrondslag 1 Sept. 1908.
Dr. Vinkesteijn
Dr. Liezenberg
Dr. Vermaas
Dr. Cnpel
Dr. Heringa
Dr. Bouwman
f 1750'.-
1350.
1200.—
1050.—
1250.—
1200.—
(ƒ3500.—)
2700.-)
en voor den Concierge
2400.-
(„2100.-
2500.-
(„2400.-
402.— 700.
en 104 vrije woning.)
8202.—
Deze wachtgelden moeten ingevolge de
bepalingen van het 3e lid van art. 5 van
bovengenoemd Koninklijk besluit worden uit
gekeerd gedurende vijf jaren
Tevens zou een billijke vergoeding moeten
toegekend worden aan 3 vaste leeraren, die
én aan Gymnasium ën nan H. B. S. ver
bonden zijn. en aan den amanuensis, die ge
zamenlijk, zooals uit onderstaande tabel zal
blijken, aan jaarwedde 1000 zouden der
ven. Worden voor dezen dezelfde rege
len toegepast als voor lien, die uitsluitend
aan het Gymnasium zijn verbonden, dan moet
dit bedrag van S202 nog vermeerderd wor
den met 500. Voor den leeraar in het
Nederlandsch zijn geen wachtgelden bere
kend, daar 'de tegenwoordige titularis tijde
lijk is benoemd.
b. Finnncicelc gevolgen van
bi ij venden na rd voor de ge
meente.
lo. De gemeentekas zou elk jaar derven
de som, thans aan belasting betaald door hen
die uitsluitend aan hetGymnasium verbonden
zijn. Tot grondslag van deze som zijn geno
men de bedragen, dit jaar door hen aan ge
meentebelasting betaald, vermeerderd met de
verschuldigde opcenten voor de personeele
belasting, zooals die bij de laatste gomceute-
begrooting voor 190S zijn vastgesteld. Deze
som bedraagt 1240.59. Hierbij behoort
nog gevoegd te worden het bedrag, door de
4 leeraren f) die èn aan Gymnasium èu
De leeraar in de Natuurkunde is hier
niet medegorekend, daar hij telkens voor ccn
cursus wordt benoemd. De jaarwedde van den
amanuensis bedraagt f 125 voor het Gym-
nnsuim.
t) Hier wordt de leeraar i. d. Natuurkunde
natuurlijk wel meegerekend.
„U zei daareven, als men hier iets ge
daan wilde hebben, moest men het zelf doen
welke ineiischenvrieud Hoeft zich door den
aanleg van dezen straatweg verdienstelijk ge
maakt?"
„Mevrouw Preston, een rijke en philuntro-
pisclie vrouw."
Wij gingen verder en Tommy's hoefslng
klonk op een, voor Amerikannsche omstan
digheden. zeer solied gebouwde brug, toen
ging het rooi bij een vriendelijk met groen
begroeid landhuisje, het statige schoolge
bouw tegemoet.
„Is mevrouw Preston hier?" vroeg mijr
hegeleidster aan een ouden man. die in de
deur verscheen.
„Neen, mevrouw."
„Maar liet is toch schooltijd."
Ja mevrouw, mevrouw Pie-ton geeft het
onderwijs evenwel niet moer zohc; er is
een leeraar aangesteld. U zult haar hij de
kerk vinden, daar wordt iets verbouwd, waar
zij het toezicht op houdt."
„Wie is mevrouw Preston eigenlijk?"
vroeg ik mot veel belangstelling, „Zij bouwt
straten en bruggen, geeft schoolonderricht,
houdt toc/ieht bij hot bouwen van kerken
„l" zult ze loeren kennen."
Wij kwamen bij de kerk, een aardig ge
bouw met vensters met geschilderd glas.
maar mevrouw Preston was er niet meer.
„Zij zal in de vruehtenplantage zijn: daar
wordt nu gepinkt." heette het.
Tommy draafde met ons door clc statige
rijen van vruchtboomen, welker takken rijk-
beladen tot op den grond hingen. Jonge
meisjes verzamelden het frisselie ooft in nette
mandjes.
„Mevrouw Preston was zoo juist hier,"
sprak een van dezen op onze vraag: „Zij
brengt Joe Smith, die zoo lang ziek was. een
paar appelen. U zult haar het gemakkelijkst
vinden, als u naar haar luiis rijdt; daar zal
zij binnen een half uur zijn."
Langzaam reden wij naar de hoofdstraat
terug.
„Nu 7,uIt u me toch wel zeggen, wie me
vrouw Preston is," sprak ik een weinig
ongeduldig, „ik brand van verlangen dat te
hooren
„Ik heb n hierheen gebracht, om mevrouw
Preston te loeren kennen," sprak mevrouw
Young. „LI hebt toch zeker niet gedacht,
dat ik u een bloeiend landschap als rariteit
zou tonnen? Het verwonderlijke, het zeld
zame ervan is slechts, dat al die vriendelijke
luiiz.cn, kerken, scholen, straten, vruchten-
tuinen, alles wat ge ziet, het werk van een
vrouw is. en wel van mevrouw Preston. Zij
is de goede fee van de plaats, die haar naam
draagt."
Een kreet van verwondering ontsnapte mij.
„Wij hebben nog tijd en ik wil u, vóór
we voor de vriendelijke vrouw komen te.
staan, een en ander van haar vertellen.
„Ongeveer dertig jaar geleden kwam een
zekere Preston uit West-Yirginiö met zijn
vrouw in deze streek. Waar nu het plaatsje
ligt en weelderige akkers zich uilbreiden,
\\ns toen niets dan een wildernis. Hij kocht
hot. land, begon de hoornen te rooien, te
planten, te zaaien, en toen hij acht jaar gc-