;v M: fr\™NL* ..u ren oor Nederland niet, zoo ongunstige cij fers gevonden hebben. Op liet derde bezwaar, dat wij tegen, de tegenwoordige exploitatie der spoorwegen in Nederland bobben, do minder goede verbin ding buiten het centrum om, is in de Twee de Ivamer bij de laatste behandeling dei btnatsbegrooling al met nadruk gewezen. Met name is daar betoogd, dat de verbinding tus.-chen Koord en Zuid veel tc wenscben overlaat. En nu gewagen wij nog niet van de klei nere bezwaren lier. voortdurend gccontroleor, de moeielijkheden bij aansluiting tusschen Verschillende maatschappijen, de bezwaren, dut met op alle lijnen dezelfde kaarten cn de zelfde prijzen gelden, de onbillijke verschil len in de roizigerstarieven bij één maatschap pij ("verg- b.v. de boden van het traject Leeuwarden Utrecht en van het ongeveer even lange traject Groningen—Utrecht) en de desorganisatie van bet reizigersverkeer 's zo- mem in een groot gedeelte van ons land. Ook uil het oogpunt van den gewonen rei ziger zijn er dus tegen de spoonvegexploita- tie in Nederland grieven, waarmee men wel ernstig rekening zal. hebben te houden bij dc straks aan de orde komende vraag hoe dc exploitatie in Nederland verder zal worden geregeld. ALLERLEI. i VRIENDEN IN NOOD, Eonjge jaren geleden verloren twee En- gelsehen, die in Zweden reisden, hun ba gage. el) daar zij geen Zwcedsch sp,raken, wisten zij niet, hoe de, zaak uit te leggen. Eindelijk kwam,en twice jongelui hen te hulp «h. vjroeg'en beleefd ja het En gels,ch wat we te dflt/a was, en waarmede ,zij van dienst konden zijn. Toeri bun het. geval uitgelegd wae, be loofden de jongelui te zullen telegVatee^en 0111 de vejrlorai goe.deren, en maakten een afspraak om. elkaar den votgondoju dag dag op dezelfde plaats te» ontmoeten. Men hield zich aan de afspraak, en, de bagage kwam terecht. Do EngeUchen, opgetogen van 'blijdschap, betuigden hun Jiartelijkcpi dank aan de onbekende, vrienden. „AVeel u wel, wiep, u bedankt?" vroeg een van hm glimlachCjpd. „Neon, inijnbee,r, maar we zouden het gaarne willen weten." „Nu dan, ik ben prins Oscar van Zwe den, en dit ip mijn broer Eugöne. tous ,te verbergen) waarop de" door dit gat allergrappigst verraste geestelijke hem nijdig toebeet ,,Naar bet schijn,t, was> hot) hoog tijd, dat ge tot een: huwelijk' overging, mijn jonge vriend IR Da plechtigheid werd hierna voortgezet, terwijl de bruigom, op één been staande, zijn voet onder de panden] van zijn rok trachtte te verbergen, van tijd tot tijd mompelend: „Ze zal weten, wat stop pen is,." EEN AMERIKAANSE!! HUWELIJK. Zij en hij doorleefden een paar vree- sehjke oogenblikkcn gedurende htm huwe lijksinzegening te Pe.talouvv, en het geval bewijst alweer, hoe dikwijls het kleinste U incident den schijn ener buitengewone ge beurtenis kan verkrijgen. De trouwiplech- tiigheid dreigde inderdaad de afnietingen rij van een groote affaire aan te nemen. Er vuren acht butidsineisjcs aanwezig en de kerk bleek „van liet partei re lot aan de N galerij" gevuld, zooals een dramatisch cri.- U ticus zou zeggen. Maar toen zij de hun 5'| bij de ceremonie aangewezen plaatsen in- 'jr 'genomen hadden en de bruidegom naar p zijn ring zocht, bemerkte hij, dat hij dien '<SJ niet hij de hand had. Nadat de predikant jk den armen drommel een poos met scherpe blikken had bespook!, ontdekte deze, dat Go onmisbare ring door een gat in zijn zak ontsnapt, en tot onder in zijn laars neergedaald was. Hij deelde den staat van zaken fluisterend aan zijn bruid mede, die doodsbleek werd en zich alleen, van een onmacht liet weerhouden, wijl d,an haar jW atlasjapon opengesneden en totaal vernield 'ijl f-1 ■n "OORSPRONG VAN DE SPOORWEG- FLUITEN. Men vertelt een aardig verhaal over het on.tstnan van stoomfluiten op. locomotie ven'. Toen er in Engeland' voor heiteers,t spoortreinen reden, gaf de machinist blijk van zijn, komst door op een blikken hoorn te blazen. Op zekeren dag in 1833 stak een boer do rails over, met een, karretje, waarin boter en eieren wat en, juist toen detrejn aankwam. De hoorn werd inj werking ge bracht, maar tevergeefs, en dei boter met de 960 eieren vormden een, reuzen-omelet op de rails. De spoorwegmaatschappij moest de schade betalen. Een der directeuren bezocht George Ste phenson ea vroeg wal er mm te doen ,was. Stephenson meende, dat be tl een, grap was, maar do directer»; zei: „Neen, het is mij ernst on waarom kunt ge "door uw stoom niet iets in behvoging brengen, dat de mejischen waarschuwt?" Stephenson dacht er oveij nat enbejgaf zich naar den fabrikant van muziekinstru menten en bestelde bij dezem een werk tuigje, dat, wanneer er hard; in geblazen werd, een oorverdo'ovcnd leven zou maken. Dit werd op dep ketel' va® de machina vastgemaakt, en. de eerste stoomfluit was i,n werking. zou worden. „Waarom brengt ge den ring niet te voor schijn?" fluisterde de jonge broeder der Tl bruid; en uit vrees dat dit monster van .0 een bruigom voornemens was van de L zaak af te zien, greep hij reeds naar zijn revolver. A?! „Ik kan niet, hij zit in mijn laars!" verklaarde de bruidegom, terwijl hij van verlegenheid bloedrood werd tol onderzijn v'n haren. „Doe uw best om hem op de een ,o£ jajulere wijze naar hoven te krijgen maar „gauw 1" bromde de predjka'nt ach ter izijii boek. „Ik zal het probeermi!" kreunde het slachtoffer en zelle den eenen voet op het traliewerk va'n den, preekstoel, trok zijn been in de hoogte en begon kram- achtig met zijn wijsvinger naar den ring Ie vissduin. De predikant wenkte den or- k'Uj mftiist, opdat deze voor tijdkorting een Aa stuk zou spelen. Inmiddels verspreidde ",<4 z-icli onder de aandachtige vergadering met j&l'j bliksemsnelheid bet gerucht, dat er zoo- even een telegram was aangekomen met mUl, bericht, dat de bruigom reeds vier levende j.Tv? viouwen in het Oosten had. Vv-V „Ik ik kan hem niet pakken I" bromde .;£v 'de h uitgetrouwde man in doodsangst; „bij Ifeil ^*11 ai'ot 11£UU" boven." »Ga dan zitten cn trek je laars uit, ezel!" siste de moeder der bruid, terwijl feA deze zwaar zuchtte en haar gepoederde igw) handen wrong. Daar er geen andere uit- 'UU weg overbleef, nam. dc arme lijder op den 'féj, grond plaats en begon aan zijn laars, <li,e "ff natuurlijk ni,euw bn nauw was, te trek- H kjen, terwijl reeds weder een nieuw, ge- ruclxt die ronde deed, namelijk dat de brui,- ■gom smoordronken was en zich in'thoofd Gjjad, dat hij zijn eksleroogen moest dc laars eindelijk, uit en de ring "onden was, deed do varplclterde eige- - .„au,-' tevergeefs zijn best om. een gat zoo gtroo-t als een. dollar in den" hiel ,z,ijne(i: WAT GEHANGENEN GEVOELEN. „Hebt go wat ee,n^i getracht u op tc hangen?" vroeg oenp iemand aan. den schrijver vair dit stukje, en daar mijn antwoord ontkonnend «aft ging hij voort „Ik heb het eei\s- geprobeerd." „tk was 'toen ®ogj 'zeer, jong, cn had veel verdriet, het eerjste int mijn leven. Ik donk. dat ik et) te yee>l over tobde, want ik meende dat het nlol meer de moejte waard wa^ om te blijyen leven. „Wat er ook van zij, op zekeren dag sloot ik mij im mijn kamer op, en maakte een stengen strop aan hot plafond .vast. Ik ging op een stoel staan, maakte een opening in den slrop, deed hem om mijn hals etn schopte den stoel onder mij weg. „Nauwelijks was de stoel weg of ik voelde een rukkende cn stoelende beweging. Juist het tegenovergestelde va® wat ik verwacht had, kwam mijn bestaan mij nu niet vreeselijk voor, en was het eenige wat ik verlangde, te blijven leven. „Ik deed wanhopige pogingen; hot ge voel van verstikking werd erger, en mil- lioenen lichtjes dansten voor mijn oogen en verdwenen ioert langzamerhand, mij achterlatende in mijn idéé, drijvende op oen schoone rivier, met den hemel van het schitterendste blauw boven mij. Al dien tijd had het v re esc lijk in imjn ooren ge suisd, maar dit verandeide nu in een lieflijke, zachte melodie. „Toen veranderde alles weer, en ik bevond mij op een woeste, onstuimige zee, door een groot stuk kurk op de golven blijvende drijven, dat zoo nu en dan op sprong naar den hemel hoven mij. „Toen kwam de begeerte om te blijven leven weer sterk bij mij boven, en ik vocht tegen de denkbeeldige elementen. Maar bet was vergeefs. Plotseling kwa- wen de golven over mij heen; ik voelde dat ik stierf. Ik uitte één vreesdijken, wan hopige® kreet, cn toen werd alles duister, om mijn heen, „Toen ik bijkwam, hoorde ik dat mijn huishode, die mijn kreet gehoord had, was binnengekomen, juist bijtijds om mij af te snijden en mij liet leven te redden. De sporen van den angst, dien ik had uit gestaan, bleven steeds zichtbaar, want ik werd plotseling grijs, en ik zag evr min stens tien jaar ouder uit. In ïtaJiö sterven 30 van de tienduizend menschcn door de hand van een moor denaar. Vijfhonderd. liamletescjinpen ^'crlatc® de gelijk de Theems naar allewerelddeelc®.. De opbrengst van de haring in Europa wordt op 21/i m'rilioou gulden per jaar geschat. Het grootste schouwburggebomv ter we reld is dait der groote opera! te Parijs, die ee.n oppervlakte van i II A„ 21 A„ 40 c.A. beslaat. Va,n de vijftienhonderd verschillende soorten van slangen, die o,p de wereld aangetroffen worden, vindt men er slechts vier in Engeland, en daarvan zijn er nog drie onschadelijk. In Groot-Ürittatmië en Ierland wordt jaarlijks voor 1800 millioen gulden aan tabak cn sigaren besteed. Op d|e(n berg Etna is een noteboom van neusachtigen omtrek, die reeds meer dan tweeduizend jaar oud is. Het klaverblad va® drie was reeds, zoo als me® zegt, een zinnebeeld bij do oude Perzcm. iefde!" giegekle men. spotachtig lachend door elkaar, en daarna haalde men het uirdige vrouwtje duchtig over den hekel. Eindelijk nam ook de vrouw van 'den apotheker afscheid., Die mag'wrd „wat zeggen," meende de •vrouw van den ■nloh.tei, toen deze vertrok ken was; „ik houd nog duizendmaal meer an 'de vrouw van den advocaat, dan van dat trotsche menscb. Omdat haar manmet zijn zalfjes en andere smeerseltjes wat geld verdiend heeft, denkt ze maar van iedereen kwaad te mogen spreken. ,,,Maar nu moet ik ook huiswaarts, liet toch al reeds laat gonoeg, het ga je goed hoor, lieve, beste vriendin!" Een hartelijke kus met dito omhelzing, en weg was zij. „Goddank, dat zij weg is, die is wel de grootste kwaadspreekster van de we reld en valbt'h als tien katten," dacht de directeii.revi'ouv. "Waft de andere vrouwen aan baar ver schillende eehlgenooten van haar vrien dinnen verteld hebben, willen wij lieve,r rehterwi'gie laten; zeker is het evenwel, dat dc vrouw van den directeur er ook niet zonder kleerscheuren afkwam. "We hopen zoo hartelijk, dat er under onze lezeressen niet veel van dergelijke vrouwen gevonden wordenwant zij, dio zoo handelen, kennen niet de beteekenip van den regel uit het oude verisje„Vriend schap, gij zijt schatten waatd." AAN DEN VERKEERDEN KANT. Er is een plaats bij Glascow, waaree,» spoorweg rijdt langs het hek van epn krankzinnigengesticht. Eenigep tijd geledon waren een paar werklui bezig aan den weg iets te herstellen, toen een bewoner van het gesticht naderde, en aan de bin nenzijde van de omhejning met een der werklieden epn gesprek aanknoopte. ,,'t Is zeker een zwaar werk, hé?" „Nu, dat zou ik gelooven!" „Wat verdien je wel?" „Dat is niet veel, maar zejs gulden per week." „Den je getrouwd?" „Ongelukkig ja. en ik heb bove.ndien nog zes kinderen ook." Er ontstond een oo'genblik stilte, toen plotseling de krankzinnige zei„Mij dunkt, man, dat je aan den verkeprden kant van het hek staat." Mnri,e: „George vroeg mij gisteravond of de rozen op jc wangen echt waren." „Jeajnne: „En je zeidet?" Marie: „Niets, ik gaf hom eenvoudig een knipoogje." A. „Dokter J. schijnt geheel in zijn prak tijk op te gaain." B. „Dat bob ik gehoord. Me,n vertelt van litem, dat, toen hij aanzoek deed bij juf frouw S„ liij niet haa,r hand greep, maar al dien tijd zijn vingers om haar pols hiield." - -A „Njeeni mij niet kwalijk, maai het is net of ik u a.l meermalen ontmoet heb. Is u niet een broeder of een painste bloedver- wamt van majotor Gibbs?" „Neen, ik ben majoo.r Gibbs aelf." „Ja, dat dacht ik wel, vandaap die spre kende gelijkenis," Kruidenier: „Ik hen prg blij, dal je nu wat vJuggey boodschappen doet. Ik zagj; tenminste een uur geleden de straat afhdl- len, waar ging je toGn heen?" Boodschappenjongen: „lk mijnheer? 0, ik ging naai huis om te eten." A,: „lk vind het niet aardig van je dat je weigert mij honderd gulden te Ico nen. De oene vriend mobl den ander toch helpen." B.„Ja, maar jij zult altijd de ander zijn.' „Jc ziot er nipt goted uit, kerel... weer podagra?" „Ja, dc voet, waarop ik leef, doet mij een beetje zeer." Y00I1 DAMES. NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR. Mexico heeft al 260 omwentelingen ge had sedert het zich van, het Spaansche juk bevrijdde. In Frankrijk moeten de spoorwegmaat schappijen boete betalen, als de trein 10 minuten. t,e laat is. THEEKRANSJES. Die directeursvrouw liet nog eens haar oog gaan over de rijk met koekjes en ge bakjes voorziene tale!. Alles was in orde en dat was maar goed ook, want er weid al gebeld. „Dat is stellig de vrouw van den dok ter, die moet natuurlijk altijd de eerste en bij bet heengaan de laatste zijn, opdat niemand kwaad va» haar zon spreke,». Die ijdele gans verbepldt zich, nog een mooie vrouw te zijn," de deur ging open, en werkelijk trad genoemde dame binncp. „Ach, lieve, aardige vriendin; het is heerlijk, dat gij daar reeds zijt, nu kunnen we nog een poosje ongestoord babbelen tot do andere dames komen." „Ja, ja, zoo is het," antwoordde deze schijnbaar hartelijk dc directeurs-vrouw de hand reikend; „als de vrouw van den apotheker komt, dan is het gezellige praatj uit; dat grappige mensch babbelt je de ooren van bet hoofd. Zij denkt altijd, dat er geen verstandiger mensch is dan zij en kam alles beter dan een ander, hoewel zij niet eens haar kinderen met smaak weet te kleeden." Weer werd er gebeld en nu traxl de vrouw van den apolheker binnen. „Ach, hoe lief, dat ge daar reeds zijt,' sprake® beide dames gelijktijdig, en de vrouw van den dokter kon zich niet weer houden de nieuw aangekomene een har tel ijk en kus te geven. „Nu wachten we nog de vrouw, van den advocaat." „Ja, die moet altijd de laalste zijn; zij denkt dat het deftig staat, en toch heeft zij geen zout in de soep." En zoo (ging het voort. Eindelijk verscheen de verlegen vrouw van den advocaat, die natuurlijk hartelijk verwelkomd werd, en het kransje had nu zijn gewoon verloop. Tegen vijf uur stond de yromv va®den advocaat het eerst op. „Wat, wilt ge nu al weggaan? Blijf toch nog wat, lief menschje," klonk het uit drie monden tegelijk. „Het spijt mij, maar ik heb beloofd mijn man Ic komen afhalen; hij wacht mij te gen vijf uur op zijn bureau." En zij .liet zich niet overhalen. „Wat een verliefd zieltje! Ach, wal een gelukkig huwelijk;! Neen, echte bakvischjes- RECEPTEN. Ragout van koud vl-eesch met kerry. Het vleesch wordt fijn gehakt en ver mengd met wat fijn gehakte uien, die eerst lichtbruin gefruit moeten zijn; verder er bij voegen 2 lepels boter o-f jus, 2 kopjes bouil lon en 2 theelepels kerrypoeder. Dit mengsel wordt in een met boter be smeerden, vuurvasten schotel in den oven geplaatst, totdat het lichtbruin is. Vóór hel opdoen plaatst men vier spiegeleieren op den schotel. Men gebruikt het mtirijst. Saucijzenbroodjes. Anderhalf ons bloem kneedt men met een weinig water, een half theelepeltje zout en twee groo-te_ lepels boter goed dooreen, totdat het deeg goed van de han den loslaat; dan wordt het uitgerold tot dunne plakken. Eén ons kalfs- en één ons varkensgehakt vermengt men met peper, zout, nootmuscaal en een ei erin, en laat dit twintig minuten koken. Men snijdt het deeg in langwerpige, stukken, vult ze ieder met een rolletje gehakt en vouwt ze dicht. Do opgerolde broodjes worden met eiwit bestreken en in den oven bruin gebakken. VOOR KINDEREN. K i k k e r v r j e. Wij wenscben u heel veel geluk, kwak Dat tegenspoed nog ramp u druk', kwak, Leef met ons nogmaals dertig jaar; Dat wenscben wij u allegaar, Rik kik, rik kik. rik kik, Rik kik, rik kik, rik kik. Vier met ons feest nu blij van zin, kwak En denk, dat is een goed begin, kwak, Dan leeft gij nog wel honderd jaar, En blijft toch steeds van zessen klaar, Rik kik, rik kik, rik kik, RTk kik, rik kik, rik kik. Nu zette de oude kikker zich overeind veegde met zijn eenen voorpoot den bek af, en begon Rik kik. rik kik, rik kik, Wie is er nu blijdcr dan ik! Tk ben nu meer dan dertig jaar En hob veel kinders bij elkaar, Kwak, kwak, kwak, Kwak, kwak, kwak. Rik kik. rik kik, rik kik, 'k Geef gauw misschien den laatsten snik, Maar 'k sterf tevreên en welgemoed, Al is mij 't leven nog zoo zoet, Kwak, kwak, kwak, Kwak, kwak, kwak. Nu zetten ook de andere kikkers zich op bun nchterpooten cn zongen gezamenlijk met den ouden Rik kik, rik kik, ïik kik, Vroulijk springen wij in 't rond Vieren feest tot aan den morgen, Tot den blijden morgenstond. En toen volgde zulk een geroep van rik kik on kwak door elkaar, dat zelfs de tuin man cr niets van maken kon. Eenige oogenblikken later namen de spe len een aanvang. Ik bad echter geen tijd meer, inaar hoorde later van den tuinman, dat zij zich dol vermaakt hadden. Sommigen moesten zoo lachen, dat hun de tranen in de oogen stonden, wat voor een kikker heel wat zeggen wil, daar hij niet heel lachsch van na tuur is. Ik bedankte dan ouden tuinman, en heb later nooit weer iets van Kikkerlust ge hoord, Koloniën. OOM's VERTELLING. „Jongens, weten jullie waar Kikkerlust ligt?" „Kikkerlust? Welneen, oom, dat bestaat niet. Tenminste, daar hebben wij nog nooit van gehoord." ..Nu, dan zal ik liet je zeggen. Je kent wel het buiten Overboek? Daar woonden vóór ongeveer twintig jaar een heel oude heer en dame. Midden in dat buiten was een vijver eigenlijk mocht hij den naam van vijver niet meer dragen, hij was langzamerhand ee poel geworden, omdat dia lieer en dame geen lust meet' schenen tc hebben, het Ir.itcn roet wal er bij behoorde in orde te houden. Dat was den kikkertjes lecht naar hun zin. Zij sprongen, plasten en dartelden, dat het zoo'n aard had, cn bij beider weer kwamen zij zich in den warmen zonneschijn koesteren. Dan kondt ge dn geheele familie zien over-ovcr- groolotiders, groot ouders, ouders, een menigte ooms en tantes en nog veel meer broers en zusters, neven en nichten. Op zekeren mor gen, dat ik bij den eigenaar van Overboek moest wezen en langs den vijver kwam, hoor de ik een geweldig gekwaak, geplas en ge- plons. Er moest wat buitengewoons zijn. lk vroeg er den tuinman naar, een man van ze\ entig jaar, waarvan hit er zestig hier had doorgebracht. „Kent gij de kikkertaai?" vroeg ik hem. „Jawel, mijnheer, een weinig," zei hij. „En wat zonden ze voor 'n feest hebben?" „Ik weet het niet, mijnheer. Maar als ik er u een pleizier mee kan doen. wil ik we) eens gaan luisteren." Na verloop van een uurtje kwam ik weder hij hem. „Wel," vroeg ik, „zijt ge er achter?" „Jawel, mijnheer. Zij vieren een groot feest. Het is de verjaardag van den oud sten die er bij i». Eerst zijn allen hem ko men felicitcerendaarna heeft hij een lange redevoering gehouden. Kijk, mijnheer, daar is hij juist: die groote dikke, die zoo telkens kwak, kwak. roept. Dat ia zooveel als „schept vreugde in 'I leven". Vanmiddag, als de zon bot hoogst aan den hemel staat, zullen /.ij een groot concert geven. Tk weet niet of mijnheer van kikkermuziek houdtik geloof anders wel, dat het" aardig zal zijn." „Niet bizonder," zei ik, „maar ik wil toch wel eens komen luisteren. „Daarna," vervolgde de tuinman, „zullen zij allerlei spelen geven, als: springpartijen, buitelen, duikelen, er.z." 's Middags omstreeks twaalf uur zorgde ik aan den vijver te zijn. Al de /.angers waren gereed. De oude kikker en zijn vrouw zaten op een hoopje mollig gras, de anderen lagen daar rondom. Nu zette een van de kikkers zich op zijn achterpooten en begon mol zijn voorpoot dc maat te slaan, Weldra begon het gezang. Ik kon natuurlijk de voordel? niet verstaan, maar de tuinman verklaarde ze me. Het was het volgende: Aljoh. De assistent-resident seinde, bij afwezen van den civielen en militairen gouverneur van Atjeli en Onderhoorigheden, 12 Mrt: 13ij maréchaussee-patrouille in Biheuo (Pidië) mekhlen zich zeven volgelingen wij len Keutjbi Seuman inleverende een Beau mont. In Tampor bende rampokkers Tand jong Genteng door militaire patrouille over vallen, vijf hunner neergelegd. In Singkel- schc gedood twee vijanden, gewond zwaar een inla.ndsdi mindere, In Pidië gedood 2 vijanden, buit een donderbus. Adjehscho bannelingen. De aan Toenkoo Poetroë, echtgenoote van den naar Ambon vorhannen prcitendent-sultan van xUjeh,tot dusver toegekende onderstand van f 50 'smaands, is met Februari gebracht op f250, meldt de „Preangerbode", terwijl de onderstand aan Toeankoe Moehamad Dawot eai een vorstentelg, Toeankoe Oesen, groot 11200 en £400, .nu zijn gebracht op f700 en f200. Atjehers iu Tamlauy. Het gerucht loopt hier, zoo wordt aan de „Deli-Crl." dato 8 Maart uit Pangka- lan Branilan getelegrafeerd, dat een tachtig tnati steike bende, na den overval te Edi via Tamiong, naar Poeloe Kampei getrok ken zijn. De civiele gezaghebber vertok Zaterdag per launch met gewapende poli tic-dienaren daarheen, doch werd nog geen definitief bericht ontvangen. Den volgenden dag vernam hetzelfde bhid: Vati Poeloe Koompei zijn geen na dere berichten omtrent Atjheschc roovers- benden. De civiele gezaghebber is nog daar, ook een militaire patrouille onder een Europoesch sergeant benevens een gouver- noments sloomer. De geheele streek wordt afgezocht. Do „Deli-Crt," teekent hierbij aan: Roods Zaterdag werd hij het vernemen van het gerucht van den overval \'an Edi daarbij het vermoeden geopperd, dat de aanvallers nog verder Zuidelijk zouden trekken. Daarom zijn, zoowel van Kwala- Simpang als vair Pangkalan Bradan uit bestuursmaatregelen getroffen. Deze gaven onzen correspondent vermoedelijk aanlei ding tot seinen; wij voegen er dadelijk de mcdcdeeling aan toe, dat een doortrek ken van do aanvallers naar het zuiden niet erg waarschijnlijk werd geacht. Mande] en Bedrijf. Uitlotingou. THEISSLOTEN, 4 u Kr. 200, van 1880. Seriën- en Premietrekking op 1 April. Betaalbaar 1 Juli 1908. Seriën 292 332 427 451 507 705 710 729 793 10'19 1002 1188 1441 1451 1408 1008 1775 1815 2097 2161 2281 2354 2505 2633 2685 2716 2749 2750 2S09 2911'3220 3393 3451 3460 3547 3695 3722 3804 3937 4039 4089 4198 4365 4388 Serie 2749 no. 20 kr. 180,000 serie 268a ito. 32, serie 27J.6 no. 65, serie 3547 no. 42 en serie 4388 no. 63, elk kr. 2000. Alle óverige nummers, vervat in boven staande seriën, elk kr, 240. 0B5R1KT TER DRUKKERIJ V. d. SCHIBDAMSCRE COURANT- 'A| M rJl Jb.' C5<;4 is

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1908 | | pagina 10