52"" faargan
Zondag 24 Mei 1908
o.
Derde Blad.
De ontbrekende schakel,
Denkmachine-bouwers,
Het Eerekruis.
TTij d roog liet kruis, waarnaar iedereen
keek, maar hei waren geen blikken van be
wondering die men er op wierp.
ALLERLEI.
Deze courant verschijnt d a g o 1 ij k" s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25.Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
Qur aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.)
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iederl reget meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Grootc letters naar de plaat® die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, 'die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen totdenprrj3
van 40 cents per advertentie, hij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
r I voor de Redactie No. 123.
Interc. Telefoon j vQor do A(lnlinistratio No, 103.
Nu wij in geheel West-Europa, hel/ij wot-
Iclijke leerplicht hebben, heizij een zoodani-
oen toostend, dat alle jongens en nu isjia
vjn een jaar of 12, 13 znovvat lezen, sdirij-
\cn en rekenen kunnen, wordt overal de
vraag gesteld: „Wat na?" Rn nergens -
voor zoover wij weten wot dl geantwoord:
,1e volksontwikkeling is er, wij kunnen nu
aim wat anders gaan dunken. Integendeel
overal gevoelt men de tcgeurielling Uis®ehen
■InL kindemndenvijs en werkelijke volKsonl-
vvikkeling /.eer scherp cu negiijpt men dut
lager onderwijs, hier en daar aangevuld mot
nat herbalitigs- ol' vtikondcrvvij®. niel kan ge-
zegcl worden te leiden tol werkelijke volks
ontwikkeling. Maar wat wil men dan met
volksontwikkeling?
liet antwoord haalt men nij Aris!oleics,
Stein, Fichlo en Jnlin. lie burger - - aldus
A. moot do wet, hot recht, don slaal ken
nen, moet op dit gebied althans zooveel in
zicht krijgen, dat niet de eerde de beste
praatjesmaker hem wijs kan maken wat hij
maar wil. Ifct is gemakkelijker deze regel te
stellen dan hem in onze maatschappij 'oe te
passen. Doch over het geheel geeft hel begin
sel, dat de staat alleen al uit zelfbehoud ver
plicht is kinderen tot staatsburgers on te \o«-
den, wel eenig houvast. En zeer zeker komt
de tegenwoordige staat zijn verplichting in
dezen niel na als bij kinderen wat kv.su,
schrijven en rekenen leert.
Wil men geleidelijk in de eenmaal ingesla
gen richting verder gaan, dan ligt voor de
hand, dat dc staat begint met den aanko
menden staatsburgers althans de gelegenheid
te geven zich verder te ontwikkelen. Loeren
lezen en dan niet de gelegenheid geven van
liet geleerde te profiloeren, is in elk geval
onlogisch. Krachtiger dan tol heden behoort
dan de stnat het bibliotheekwezen ter hand
te nemen «n te steunen, met name in zijn
het meest voor de algemeone ontwikkeling
van alle burgers in aanmerking komenden
vorm, d. i. in dien van de openbare leeszaal
cn boekerij. Deze instellingen die het hoek
willen maken tot gemeengoed van de bur
gerij, evenals bel park ol' de straat, die bo
vendien zoodanig zijn ingericht, dat hij die
lezen kan en wil als vanzelf komt tot het
voor hem geschikte bock, kannen zeer sterk
meewerken om te verhinderen, dat de volks
ontwikkeling blijft stilstaan bij het lezen en
schrijven van de lagere school. Ook de cou
rant speelt hier reeds een grooto en altijd on
derschatte rc>! en kan een nog veel grooterc
rol spelen, als men maar eenmaal gaal inzien,
dat zij voor 90 percent an do menschheid
het eenige instrument van volksontwikkeling
is, dat er naast de lagere school bestaat.
ialusschea hiermee is men nog niet
aim liet ideaal van Aristoteles. Verder her
haling,®'- en voortzettingsondervvijs zal men
op den duur niet kunnen missen, hetzij dan
als avondcursussen, die in en hij dc open
bare leeszalen zullen uonLn y houden, hetzij
dan als geregeld schoolonderwijs.
In den laai uien tijd vindt men in Duilseh-
hnul herhaaldelijk aanwijzingen, dat duur
speciaal ook in zeer bcschmdde kringen
de noodzakelijkheid van dit schoolonder
wijs hoe langer hoe meer wordt gevoeld.
Men vat daar de ideeén van mannen als
Plein, daim en Selnirnhorsl weer op, men
constateert dat deze altijd nog maar zéér ge
deeltelijk worden toegepast. De opvoeding
\an een krachtig geslacht en van dat ge
slacht tot staatsburgers (von Stein) mist con
tinuïteit. Men heeft de opvoeding in de
school en de opvoeding in het leger, doch
betoogt dat de staat zeer ten onrechte zijn
cvveekolingen tusschcn die twee perioden los
laat in een tijd, waarin zij uiterst gevoelig
zijn voor invloeden van buiten en „waarin
zeer slechte invloeden inderdaad op hen wer
ken."
In dezen lanlsten zin schuilt een adder on
der het gras. JTier schijnt de bedoeling niet
zelden te zijn om door liet leggen van. dezen
ontbrekenden schakel zekere politieke invloe
den des te krachtiger te kunnen bestrijden,
om de kinderen, zoodia zij op hun 1-le, 15e
jaar van school komen al dadelijk onder ap
pèl te hebben en hen te kunnen drillen.
Doch afgezien van deze bijbedoeling is et-
in de opmerking zelf veel waars. Een kind
van 15, 10, 17 jaar is volleerd noch volwas
sen cn in den regel volstrekt niet in staat
zelfstandig op te treden. Hot zou zeker voor
de meeste individuen van het grootste be-
ang zijn indien zij in dien tijd geregeld nan
hun ontwikkeling zij hot ook in beperk
ten tijd konden doorwerken en indien zij
hij die ontwikkeling eenige leiding hadden.
Di die richting nu wordt in Duitschland
ai het eeri en ander gedaan. Niemand min
der dan de bekende veldmaarschalk graaf
Ilaeseler heeft hier metterdaad het. voorbeeld
gegeven.
Of het vvenschelijk ware dat dit voorbeeld
ook zoo zonder meer in Nederland gevolgd
werd, kunnen wij niet uitmaken, zouden wij
zelfs durven betwijfelen. Doch wel achten wij
het van belang dat deze belangrijke zaak ook
in Nederland niet van de orde van den dag
verdwijnt en dat men zich ook daar niel wijs
maakt dat men genoeg voor volksontwikkeling
gedaan heef!, indien men de kinderen wat
heeft loeren lezen, schrijven cn rekenen.
Roberr Valin was met den rang van luite
nant van St. Gyr gekomen. Liij was dapper
en eerzuchtig, zooals min dal in zijn jeugd
is, en besloot das naar Toulon te gaan ten
einde een expeditie mee te maken en ®poe-
<liger bevorderd te worden.
Zijn vader echter, een rijk bankier, was
'bezorgd voor zijn eenigen zoon, en trachtte
hem van dat voornemen terug te houden.
Ook zijn moeder maakte zich ongerust. De
oude lui meenden dat met hun lortuin en
relaties er wol iets aan te doen zou zijn,
te meer daar in een tijd al» deze, de men
schel) helaas niet onomkoopbaar zijn.
Het trof dat ito bankier juist belust was
met de regeling der zaken van cou der groot
ste staatsliedenwaarom zou men het dus
niet zóó kunnen inrichten dat Robert slechts
voor enkele maanden naar Tonkin behoefde
'e gaan? Het zon immers voldoende zijn
als hij er maar geweest was. Hij zou er
dus heengaan, beloond worden en terugkoe
ren, Weliswaar zou het een tamelijk lang
durige reis zijn, maar hij zou voor die kleine
expeditie rijkelijk beloond worden.
De ouders lieten hem dus gerust gaanwel
waren ze bij het afscheid wat aangedaan,
maar dat kon ook niet anders.
De staatsman had inlusschen hot ridder
kruis toegezegdRobert mocht er niets va
weten, opdat de verrassing des te grooter
djn zou.
Na zijn vertrek ging alles, zooals de ban
kier het beschikt had.
De jonge luitenant was nauwelijks een
maand te Hanoi, of hij ontving de verras
„Het Is niet de taak van de school, her
„livcn van het lichaam volgens de wolten dei
„gezondheid te regelen en te conlroleoren,
loornissen te voorkomen en stoornissen,
■endo tijding dat hij benoemd i\us tot ridder
vuil het Legioen van Eer.
Hij wn® nog niet buiten de stad geweest,
had nog geen militairen marscli gemaakt, ja,
had zelfs nog geen Chinees gezien.
Er waren verscheiden officieren bij het
regiment, die, hoewel zij dikwijls met moed
gestreden hadden, steeds nog tevergeefs op
die onderscheiding wn dillen. Kr waien er,
die meer dan twintig lienstjaren en grijze
haren hadden. Anderen weer hadden lit tec
kens van roemvol verkregen wonden.
liet was een schandaal!
Doch de geest der discipline, en hun ge
voel van eigenwaarde weerhield de officieren.
Zij voegden den jongen luitenant geen enkel
woord van venvijt of spot toe, maar hij ont
ving ook gerit enkele felicitatie, waarmede
men anders hij zoo'n gelegenheid overstelpt
wordt.
Geen enkele hand drukte de zijne
Robert, die de tijding mot moer verwonde
ring dan vreugd ontvangen had, gewende
zich langzamerhand aan die gunslbetooning
en dacht„Komaan laat ik van liet, buiten
kansje profileeren."
Na het twee dagen gedragen te hebben,
schaamde, hij zich voor den ouden kapitein
en 'de andere kameraden, die, er meer recht
op hebbende, nog altijd, na lange jaren van
plichtsbetrachting, wachtten op een onder
scheiding, die hij in enkele dagen, en zon
der or eenige moeite voor te doen, gekre
gen had,
Ilij deed dc ridderorde niet meer aan
De beschermende lmnd van den bankier
strekte zich evenwel nog verder Uit, Drie we-
tlie eventueel leeds zijn ongel reden, weer te
doen verdwijnen (lat is de zaak van het
huisgezin en vóór alles win den Imisdukte'.
Over liet geheel kan de school niets dan ne
gatief en pioplnIndisch zorgen; een po-i-
tievc, systematische verpleging en oefening
,van het lichaam licht bulten den plicht en
lmiten de bevoegdheid van de school".
Reeds zeo lang wordt legen vrijwel alle
middel hare en hooger-middelbare scholen van
hot gehcele vasteland van Europa dc klacht
uitgesproken, dat zij te veel geleerden-dui-
werk doen, Ie weinig aan gemoed en lichaam
ati den leerling denken, zonder dat deze cam
pagne over hel geheel nog veel succes heeft
gehadreeds zoo lang is tegenover deze
klacht van dl andere zijde gezwegen, dal hot
goed doet eindelijk eens een pertinente legcn-
praak te hoeren, zij het dan ook dut de
ipodiclische vorm waarin de Duitschc lmog-
eeraar G. Buckle zijn bovenaangehaalde mea
ning verkondigt, in dezen tijd vreemd aan
doet.
Deze lieer verwijst de zorg voor de gezond
heid van het lichaam naar den dokter en de
familie. Hier heeft men dus oen besliste
tegenstander van do tegenwoordige neiging
om de school niet alleen voor de ontwikke-
ing van liet vorstand maar ook voor die van
gemoed en lichaam te doen dienen. Wat hij
zegt. cn eerlijk als zijn meening vooropstelt,
denken velen in stilte: de school moet blij
ven wat zij is en alles wat met liclmamsont-
vvikkcling samenhangt als sport, gymnastiek
enz., strekt er slechts toe om den jongens
minder tijd voor het huiswerk te geven en om
hun gedachten van hun werk op andere din
gen te richten. Zie maar eens (le voethalrage.
Nu is er helaas een voethalrage. Het i®
niet te ontkennen dat zij kwaad doet. En
het wordt hoog tijd, dat men te haren aan
zien van jammeren tot daden overgaat. Doch
niet zonder er dan tevens voor te zorgen dat
het goede, hetwelk ook in do voetbalsport
is, voor de jongens behouden blijft. Do kin
deren moeten meer gymnastiek en beweging
hebben cn zoo vele al niet meer aan sport
moeten doen, de sport moet toch in de hand
gewerkt worden ,zij liet dan met vermijding
zooveel mogelijk van de tegenwoordige voet
bal-euvels. Wil men - de zorg voor liet
lichaam buiten de .school houden or is
niets tegen als het mogelijk blijkt de jongens
buiten de schooluren, zonder overspanning,
de gelegenheid tot lichaamsontwikkeling te
O O O
verschaffen. Doch het is niet duidelijk hoe
dat zal moeten gebeuren.
In de eerste plaats: Hoeveel zal men de
schooluren wel moeten inkrimpen om hiervoor
don tijd te geven? Wie zal toezien, dat sport,
spel, gymnastiek zoo veelzijdig en gematigd
beoefend vvorend als noodig is voor een goede
O O
ontwikkeling van het lichaam. Hebben de
ouders daarvoor de macht, den tijd. de ge
legenheid en het goede inzicht? Of moet men
professor Budde's meening, dat do huisdokter
daarop toezicht moet honden, in ernst opne
men en gclooven, dat onze medici zullen doen
wal lot nu loc des gymnastiekleraars was.
En gesteld, dit alles leidt niet tot eenig
bezwaar, waar halen dan de ouders en de
huisdokters de tundokalen, de turngerced-
cluippen enz. enz. vandaan?
Waarlijk, hei zon wel tot heel wonderlijke
toestanden leiden, indien men in Nederland,
waar dc gymnastiek zoo verwaarloosd en de
sport veelal zeer eenzijdig beoefen 1 wmdt,
nn ook nog het weinigje, dat men officieel
aan do gezondmaking en ontwikkeling van
het lïehfuun doet. nit, de scholen ging ver
bannen. Neen, dan volgen wij liever dien
sporl-enthousinst, die in een Duitsch blad
tegen de stelling van professor Budde op
komt en aldus begint.
Geen gezond verstand zonder gezond
lichaam. Geen gezond lichaam, zonder ge
zond gemoed, zonder ontwikkeld karakter.
De school moet dus zorgen voor karakter,
gemoeds- en iichaams-ontwikkeling, welke dc
fundamenten zijn, waarop het gebouw dor ver
standsontwikkeling moet worden opgetrokken.
Ei moet nan die ontwikkeling dus ten minste
evenveel gedaan worden als aan de verstands
ontwikkeling. Gymnastiek, spelen en spoit
ontwikkelen zoowel het lichaam als het ka
rakter. Dus moet ten minste i of i van den
schooltijd aan deze vakken besteed worden.
Er is hierin zeer zeker overdrijving. Doch
hoeveel fiïfe«eher en aangenamer doet zij
na1 dan het roactionnaire neusopliiilen voor
alles wat niet verstandsontwikkeling is van
professor Budde.
Waarlijk - onze tijd lijdt genoeg onder de
onvoldoende ontwikkeling van hel lichaam,
van de vastheid van oog en hand, onder de
eenzijdige hersenovcrlading en overschatting
van de beteekenis van den inktpot.
Wil men denkmachines van ons. maken
het zij zoo, mits men dan als goed machine-
bouwer er voor zoige, dat het materiaal zoo
goed mogelijk zij. En zonder liehaamsontwik-
keling geen gopd materiaal en dus ten slotte
ook geen goede denkrnaciiines.
de oudsle opper-audiUun was. ml reed®
dertig jaar in dkros! Kon ma Fiedeiik ant
woordde: „Ik heb een inns<-,i oude muil
ezels op stal slaan, die reeds la»» dienst
doen, maar locli nooit slaimeesler zadlen
worden."
Ben geestelijke op hel platteland smeekte
den koning eens mei (rouwhartige naïve
teit om een bevel, dal, zijn gemeenteleden
hem Eouviige voor een paanl inaeshm. le
veren, daar hij al zijn bezoeken aan ge
noemde leden te voet moest afleggen, wat
hem zeer zwaar viel.
De koning schroef ondei het veizoek-
schrifl„lir slaat niel geschreven: rijdt
henen, maar gaat henen, en verkondigt
het Evangelie1"
Bij do inneming van Dresden werd het
huis van den Saksischon mini-tor van Staat,
graaf von Bröfil. dom de soldaten van den
koning bezet, in de gard ei oho van den
graaf vond men o. a. een man&a pruiken.
Toen Eredeiik dit apartoment heli ad,
meikto hij op: „Zooveel piuikon vooi een
man, die gem hoofd heeft1"
Uil het «.ïutveusfel Ie Bellijn hooide hij
eens de kooileerlingen van nu naburige
kerk HollerU* lied: „Hop groot i® degoed-
heid des Almachtige»", zangen
„la, ze moet wel gioot zijnrisp Fre-
derik uit, „dat ze duldt, dal die jongens
zoo ellendig zingen."
Eens beklaagde zich een zekere mevrouw
Von Sch. bij den koning over haat man,
die haar onheuseli had behandeld
Ilij antwoordde,.l);il gaal mij nielsaaa."
Heftig ging de dame evenwel vuoit:
„Maar hij beleedigl IVe Maje-óeil ook!"
„Dat gnat n niets aan!" was liet ant
woord van den koning.
ken later besprak men in ofl'ieierskringen
een ongelooflijk nieuws. Robert Vulin werd
overgeplaatsthij zou laar Frankrijk torug-
keeren. Toen deze order voorgelezen werd,
ontstond er een doodelijke stilte, dc officieren
keken den jongen luitenant,, die zaeli liet
bloed naar liet hoofd voelde stijgen, minach
tend lachend aan. Dit maakte Robert wan
hopig, want hij wist niets van deze beschik
king cn als men liet hem had voorgesteld,
zou hij het z.olcer verontwaardigd van de
hand hebben gewezen.
ITij had het kruis aanvaard, zonder het
verdiend te hebben, daar bij er op rekende
bij do eerste do beste gelegenheid te kunnen
bewijzen, dat hij het waardig was; maar dit
gedwongen vertrek belette hem om aan dit
plan uitvoering te geven, en dit vertoornde
hem in de hoogste mate.
Hij begaf zich terstond naar den luitenant-
kolonel, die liet bevel had over zijn regiment.
De hoofdofficier richtte, toen hij binnen
kwam, een van die doordringende blikken
op hem, die bet hart doorboren als de punt
van een degen.
,,U komt zeker afscheid nemen, mijnheer
Valin? 't Ts goed. D kunt vertrekken, amu
seert, u zich maar goed te Parijs, maar wees
voorzichtig, dat u geen kou vat, als li op het
hal komtopn verkoudheid is zoo licht opge
daan Vaarwel, mijnheer, laat ik u niet
ophouden, u kunt gaan."
„Ik kom niet om afscheid te nemen, kolo
nel, en ik verdien ook uw minachtende woor
den niet, dat bezweer ik u. De omstandig
heden pleiten tegen mij, maar, op mijn
woord van eer, ik ben geheel en al onschul
dig aan die overplaatsing, ik verzoek u
trouwens, mij hier te houden."
Het gelaat van den kolonel kreeg een uit-
VORSTEiNRUMOR.
Do Pruisische gezant, aan het hof te Lon
den schreef eens aan koning Freilerikdcn
Hroote, dal zijn inkomen niel hoog genoeg
was. en hij, met het oog up de dure prij
zen in 'Engelands hoofdstad, spoedig ge
noodzaakt zou zijn, zijn equipage af te
schaffen en te voet naar hot hof te gaan,
als hij geen toelage kreeg.
De koning antwoordde heel leuk:
„Ga steeds te 'voel, dat komt er niets
op aan. En als iemand tl ar over mocht
bespollen., zeg dan, dat ge mijn gezant
zijl, on Hat or 200.000 man achter u staan.
Een 13e,iiijnsch ojipor-!itutlifettr berichtte
den koning, toen een ander oppor-ttiu (litem
tot «eneraal-amlrtcur benoemd werd, dat hij
drukking mui ongeloof en minachting.
„U weet wel. dat zoo iets onmogelijk i.®,
mijnheer, de order is gegeven en moet uitge
voerd worden."
„Welnu, kolonel, ik \eiv.eker U, dal ik
niet. zal vertrokken, wat er dan ook hut ge
volg van moge zijn. Ik zal ami zoo'n order
niet gehoorzamen Mijn ouders hebben, door
hun liefde verblind, tegen mijn wil gehan
deld, deukende mij van dienst te zijn, maar
zij hebben z.ieli vergist. Dat is dc waarheid,
kolonel, en ik herhaal ugeen dienstorder
zal mij Tonkin doen verlaten, nl zou ik er
ook mijn rang door moeten vei liezen."
,,'t Is goed, mijnheer, ik zie, dal ge liet
hart oj) de rechte plaats hebt. IJ kunt uw
dienst hervatten. Ik zal die zaak wel voor
u in orde maken, en ik verzeker u. dat ge
op expeditie zult gaan."
Veertien dagen later vernam men te Ha
noi dat Loet-Nam Bedreigd werd door hen-
den Chineezen uit Qtionnng-Si.
liet regiment, waartoe ook Robeit Valin
behoorde, werd onmiddellijk uitgezonden om
de eerste nam allen te koeren, totdat een
sterke kolonue zou saamgesteld zijn om de
benden terug le dringen.
Na verloop van vier dagen ontdekte men
de eerste 'ilmeesehe troepen, en den vol
genden morgen gaf de kolonel order tot een
verkenning.
Dc eerste compagnie, die van luitenant
Valin, werd daartoe aangewezen.
Valin verzocht zijn kapitein met zijn sec
tie in do voorhoede geplaatst te worden, en
hield zoolang aan, totdat hij de toestemming
daartoe verkreeg.
De luitenant ging vroulijk en opgeruimd
op niarsch.
TIET WEU EB HERLEVEN DEK
NACHTMUTSEN
Van den overkant van het Kanaal komt
de volgende mededeel in g:
De nachtmutsen komen weer in de modé-
De heldere witte mutsen, zooals ze een
vijftig jaar geleden gedingen werden, tooien
te.genwooidi» 's naehls het hoofd van de
moderne dame®. Waarschijnlijk dankt men't
aan do influenza, dal het dragen der nacht
mutsen we ei in Engeland is ingevoerd
De EngeLche doctoren hebben namelijk de
sclioone En ui'hehen ervan overtuigd, dat
de nachtmuts liet beste middel is tegen
rheumaliek en vei koudheid, deze voorloo-
pors der influenza. Kn de hygiëne heeft
ditmaal over de coquelteiie gezegevierd.
Alleen de cehtacnooten dei verschillende
dames vei zotten zich oog tegen hot dra
gen dczei' mutsen
EEN EIGENAARDIGE SCIIOOLKTRAF.
Zoonis hekend is, woull in Engeland
nog steeds de lichamelijke tuchtiging vol-
llet (Hundc niel hm» of hij ontdekte een
tamelijk gnnte hemic 'hintwen hij kon nu,
met zijn zwakke afiloeliug, niet heter doen
dan zich erlangen, en eisterkin» aanvra
gen; maar - hij deed hot niet!
Door een soort van razernij Bevangen, ver
zamelde hij zijn Hoep, gat' law el de bajo-
noiteii op ti zetten, trok zijn -abel en riep:
„Vooi waai Is."
De eerst verbijsterde soldaten wilden hem
niet verlaten, en, al® geelectri®eeid door zijn
voorbeeld, volgden zij hem. ®eh reen wende
„Voorwaarts, vooi waart®
De vijand, ontsteld door dien onverwach
ten aanval, en door een hijsjoloovige vrees
bevangen, sloeg, na de geweren te hebben
afgevuurd, in wanorde op de vlucht.
Robert Vulin werd evenwel getroffen en
viel. Zijn Unkerbor®! werd geraakt dooreen
kogel en juist op de plaats van de decoratie,
die bij niel meer droes, veilde een streep
bloed zijn uniform rood.
O]) hel, hooren der gewceisebolon was de
compagnie toegesneld: dc hulp was evenwel
niet meer noodig. de Chineezen waren ge
vlucht.
De officieren omringden hun gewonden ka
meraad, die slechts met moeite adem haalde.
Toen hij hen zoo dien®!vaardig jond zich
zag, «limine lit e hij gelukkig. Men schuwde
hem dus niet meer! Hij strekte zijn hand, die
zij met aandoening drukten, naar hen uit, en
niet moeite zei hij
„Nu lich ik hel eetekrnis verdiend, niet-
En hij stierf tevreden met een lach o»
de lippen.