52"" faargan Zondag 24 Mei 1908 o. Derde Blad. De ontbrekende schakel, Denkmachine-bouwers, Het Eerekruis. TTij d roog liet kruis, waarnaar iedereen keek, maar hei waren geen blikken van be wondering die men er op wierp. ALLERLEI. Deze courant verschijnt d a g o 1 ij k" s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25.Franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een Qur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.) Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iederl reget meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Grootc letters naar de plaat® die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, 'die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen totdenprrj3 van 40 cents per advertentie, hij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. r I voor de Redactie No. 123. Interc. Telefoon j vQor do A(lnlinistratio No, 103. Nu wij in geheel West-Europa, hel/ij wot- Iclijke leerplicht hebben, heizij een zoodani- oen toostend, dat alle jongens en nu isjia vjn een jaar of 12, 13 znovvat lezen, sdirij- \cn en rekenen kunnen, wordt overal de vraag gesteld: „Wat na?" Rn nergens - voor zoover wij weten wot dl geantwoord: ,1e volksontwikkeling is er, wij kunnen nu aim wat anders gaan dunken. Integendeel overal gevoelt men de tcgeurielling Uis®ehen ■InL kindemndenvijs en werkelijke volKsonl- vvikkeling /.eer scherp cu negiijpt men dut lager onderwijs, hier en daar aangevuld mot nat herbalitigs- ol' vtikondcrvvij®. niel kan ge- zegcl worden te leiden tol werkelijke volks ontwikkeling. Maar wat wil men dan met volksontwikkeling? liet antwoord haalt men nij Aris!oleics, Stein, Fichlo en Jnlin. lie burger - - aldus A. moot do wet, hot recht, don slaal ken nen, moet op dit gebied althans zooveel in zicht krijgen, dat niet de eerde de beste praatjesmaker hem wijs kan maken wat hij maar wil. Ifct is gemakkelijker deze regel te stellen dan hem in onze maatschappij 'oe te passen. Doch over het geheel geeft hel begin sel, dat de staat alleen al uit zelfbehoud ver plicht is kinderen tot staatsburgers on te \o«- den, wel eenig houvast. En zeer zeker komt de tegenwoordige staat zijn verplichting in dezen niel na als bij kinderen wat kv.su, schrijven en rekenen leert. Wil men geleidelijk in de eenmaal ingesla gen richting verder gaan, dan ligt voor de hand, dat dc staat begint met den aanko menden staatsburgers althans de gelegenheid te geven zich verder te ontwikkelen. Loeren lezen en dan niet de gelegenheid geven van liet geleerde te profiloeren, is in elk geval onlogisch. Krachtiger dan tol heden behoort dan de stnat het bibliotheekwezen ter hand te nemen «n te steunen, met name in zijn het meest voor de algemeone ontwikkeling van alle burgers in aanmerking komenden vorm, d. i. in dien van de openbare leeszaal cn boekerij. Deze instellingen die het hoek willen maken tot gemeengoed van de bur gerij, evenals bel park ol' de straat, die bo vendien zoodanig zijn ingericht, dat hij die lezen kan en wil als vanzelf komt tot het voor hem geschikte bock, kannen zeer sterk meewerken om te verhinderen, dat de volks ontwikkeling blijft stilstaan bij het lezen en schrijven van de lagere school. Ook de cou rant speelt hier reeds een grooto en altijd on derschatte rc>! en kan een nog veel grooterc rol spelen, als men maar eenmaal gaal inzien, dat zij voor 90 percent an do menschheid het eenige instrument van volksontwikkeling is, dat er naast de lagere school bestaat. ialusschea hiermee is men nog niet aim liet ideaal van Aristoteles. Verder her haling,®'- en voortzettingsondervvijs zal men op den duur niet kunnen missen, hetzij dan als avondcursussen, die in en hij dc open bare leeszalen zullen uonLn y houden, hetzij dan als geregeld schoolonderwijs. In den laai uien tijd vindt men in Duilseh- hnul herhaaldelijk aanwijzingen, dat duur speciaal ook in zeer bcschmdde kringen de noodzakelijkheid van dit schoolonder wijs hoe langer hoe meer wordt gevoeld. Men vat daar de ideeén van mannen als Plein, daim en Selnirnhorsl weer op, men constateert dat deze altijd nog maar zéér ge deeltelijk worden toegepast. De opvoeding \an een krachtig geslacht en van dat ge slacht tot staatsburgers (von Stein) mist con tinuïteit. Men heeft de opvoeding in de school en de opvoeding in het leger, doch betoogt dat de staat zeer ten onrechte zijn cvveekolingen tusschcn die twee perioden los laat in een tijd, waarin zij uiterst gevoelig zijn voor invloeden van buiten en „waarin zeer slechte invloeden inderdaad op hen wer ken." In dezen lanlsten zin schuilt een adder on der het gras. JTier schijnt de bedoeling niet zelden te zijn om door liet leggen van. dezen ontbrekenden schakel zekere politieke invloe den des te krachtiger te kunnen bestrijden, om de kinderen, zoodia zij op hun 1-le, 15e jaar van school komen al dadelijk onder ap pèl te hebben en hen te kunnen drillen. Doch afgezien van deze bijbedoeling is et- in de opmerking zelf veel waars. Een kind van 15, 10, 17 jaar is volleerd noch volwas sen cn in den regel volstrekt niet in staat zelfstandig op te treden. Hot zou zeker voor de meeste individuen van het grootste be- ang zijn indien zij in dien tijd geregeld nan hun ontwikkeling zij hot ook in beperk ten tijd konden doorwerken en indien zij hij die ontwikkeling eenige leiding hadden. Di die richting nu wordt in Duitschland ai het eeri en ander gedaan. Niemand min der dan de bekende veldmaarschalk graaf Ilaeseler heeft hier metterdaad het. voorbeeld gegeven. Of het vvenschelijk ware dat dit voorbeeld ook zoo zonder meer in Nederland gevolgd werd, kunnen wij niet uitmaken, zouden wij zelfs durven betwijfelen. Doch wel achten wij het van belang dat deze belangrijke zaak ook in Nederland niet van de orde van den dag verdwijnt en dat men zich ook daar niel wijs maakt dat men genoeg voor volksontwikkeling gedaan heef!, indien men de kinderen wat heeft loeren lezen, schrijven cn rekenen. Roberr Valin was met den rang van luite nant van St. Gyr gekomen. Liij was dapper en eerzuchtig, zooals min dal in zijn jeugd is, en besloot das naar Toulon te gaan ten einde een expeditie mee te maken en ®poe- <liger bevorderd te worden. Zijn vader echter, een rijk bankier, was 'bezorgd voor zijn eenigen zoon, en trachtte hem van dat voornemen terug te houden. Ook zijn moeder maakte zich ongerust. De oude lui meenden dat met hun lortuin en relaties er wol iets aan te doen zou zijn, te meer daar in een tijd al» deze, de men schel) helaas niet onomkoopbaar zijn. Het trof dat ito bankier juist belust was met de regeling der zaken van cou der groot ste staatsliedenwaarom zou men het dus niet zóó kunnen inrichten dat Robert slechts voor enkele maanden naar Tonkin behoefde 'e gaan? Het zon immers voldoende zijn als hij er maar geweest was. Hij zou er dus heengaan, beloond worden en terugkoe ren, Weliswaar zou het een tamelijk lang durige reis zijn, maar hij zou voor die kleine expeditie rijkelijk beloond worden. De ouders lieten hem dus gerust gaanwel waren ze bij het afscheid wat aangedaan, maar dat kon ook niet anders. De staatsman had inlusschen hot ridder kruis toegezegdRobert mocht er niets va weten, opdat de verrassing des te grooter djn zou. Na zijn vertrek ging alles, zooals de ban kier het beschikt had. De jonge luitenant was nauwelijks een maand te Hanoi, of hij ontving de verras „Het Is niet de taak van de school, her „livcn van het lichaam volgens de wolten dei „gezondheid te regelen en te conlroleoren, loornissen te voorkomen en stoornissen, ■endo tijding dat hij benoemd i\us tot ridder vuil het Legioen van Eer. Hij wn® nog niet buiten de stad geweest, had nog geen militairen marscli gemaakt, ja, had zelfs nog geen Chinees gezien. Er waren verscheiden officieren bij het regiment, die, hoewel zij dikwijls met moed gestreden hadden, steeds nog tevergeefs op die onderscheiding wn dillen. Kr waien er, die meer dan twintig lienstjaren en grijze haren hadden. Anderen weer hadden lit tec kens van roemvol verkregen wonden. liet was een schandaal! Doch de geest der discipline, en hun ge voel van eigenwaarde weerhield de officieren. Zij voegden den jongen luitenant geen enkel woord van venvijt of spot toe, maar hij ont ving ook gerit enkele felicitatie, waarmede men anders hij zoo'n gelegenheid overstelpt wordt. Geen enkele hand drukte de zijne Robert, die de tijding mot moer verwonde ring dan vreugd ontvangen had, gewende zich langzamerhand aan die gunslbetooning en dacht„Komaan laat ik van liet, buiten kansje profileeren." Na het twee dagen gedragen te hebben, schaamde, hij zich voor den ouden kapitein en 'de andere kameraden, die, er meer recht op hebbende, nog altijd, na lange jaren van plichtsbetrachting, wachtten op een onder scheiding, die hij in enkele dagen, en zon der or eenige moeite voor te doen, gekre gen had, Ilij deed dc ridderorde niet meer aan De beschermende lmnd van den bankier strekte zich evenwel nog verder Uit, Drie we- tlie eventueel leeds zijn ongel reden, weer te doen verdwijnen (lat is de zaak van het huisgezin en vóór alles win den Imisdukte'. Over liet geheel kan de school niets dan ne gatief en pioplnIndisch zorgen; een po-i- tievc, systematische verpleging en oefening ,van het lichaam licht bulten den plicht en lmiten de bevoegdheid van de school". Reeds zeo lang wordt legen vrijwel alle middel hare en hooger-middelbare scholen van hot gehcele vasteland van Europa dc klacht uitgesproken, dat zij te veel geleerden-dui- werk doen, Ie weinig aan gemoed en lichaam ati den leerling denken, zonder dat deze cam pagne over hel geheel nog veel succes heeft gehadreeds zoo lang is tegenover deze klacht van dl andere zijde gezwegen, dal hot goed doet eindelijk eens een pertinente legcn- praak te hoeren, zij het dan ook dut de ipodiclische vorm waarin de Duitschc lmog- eeraar G. Buckle zijn bovenaangehaalde mea ning verkondigt, in dezen tijd vreemd aan doet. Deze lieer verwijst de zorg voor de gezond heid van het lichaam naar den dokter en de familie. Hier heeft men dus oen besliste tegenstander van do tegenwoordige neiging om de school niet alleen voor de ontwikke- ing van liet vorstand maar ook voor die van gemoed en lichaam te doen dienen. Wat hij zegt. cn eerlijk als zijn meening vooropstelt, denken velen in stilte: de school moet blij ven wat zij is en alles wat met liclmamsont- vvikkcling samenhangt als sport, gymnastiek enz., strekt er slechts toe om den jongens minder tijd voor het huiswerk te geven en om hun gedachten van hun werk op andere din gen te richten. Zie maar eens (le voethalrage. Nu is er helaas een voethalrage. Het i® niet te ontkennen dat zij kwaad doet. En het wordt hoog tijd, dat men te haren aan zien van jammeren tot daden overgaat. Doch niet zonder er dan tevens voor te zorgen dat het goede, hetwelk ook in do voetbalsport is, voor de jongens behouden blijft. Do kin deren moeten meer gymnastiek en beweging hebben cn zoo vele al niet meer aan sport moeten doen, de sport moet toch in de hand gewerkt worden ,zij liet dan met vermijding zooveel mogelijk van de tegenwoordige voet bal-euvels. Wil men - de zorg voor liet lichaam buiten de .school houden or is niets tegen als het mogelijk blijkt de jongens buiten de schooluren, zonder overspanning, de gelegenheid tot lichaamsontwikkeling te O O O verschaffen. Doch het is niet duidelijk hoe dat zal moeten gebeuren. In de eerste plaats: Hoeveel zal men de schooluren wel moeten inkrimpen om hiervoor don tijd te geven? Wie zal toezien, dat sport, spel, gymnastiek zoo veelzijdig en gematigd beoefend vvorend als noodig is voor een goede O O ontwikkeling van het lichaam. Hebben de ouders daarvoor de macht, den tijd. de ge legenheid en het goede inzicht? Of moet men professor Budde's meening, dat do huisdokter daarop toezicht moet honden, in ernst opne men en gclooven, dat onze medici zullen doen wal lot nu loc des gymnastiekleraars was. En gesteld, dit alles leidt niet tot eenig bezwaar, waar halen dan de ouders en de huisdokters de tundokalen, de turngerced- cluippen enz. enz. vandaan? Waarlijk, hei zon wel tot heel wonderlijke toestanden leiden, indien men in Nederland, waar dc gymnastiek zoo verwaarloosd en de sport veelal zeer eenzijdig beoefen 1 wmdt, nn ook nog het weinigje, dat men officieel aan do gezondmaking en ontwikkeling van het lïehfuun doet. nit, de scholen ging ver bannen. Neen, dan volgen wij liever dien sporl-enthousinst, die in een Duitsch blad tegen de stelling van professor Budde op komt en aldus begint. Geen gezond verstand zonder gezond lichaam. Geen gezond lichaam, zonder ge zond gemoed, zonder ontwikkeld karakter. De school moet dus zorgen voor karakter, gemoeds- en iichaams-ontwikkeling, welke dc fundamenten zijn, waarop het gebouw dor ver standsontwikkeling moet worden opgetrokken. Ei moet nan die ontwikkeling dus ten minste evenveel gedaan worden als aan de verstands ontwikkeling. Gymnastiek, spelen en spoit ontwikkelen zoowel het lichaam als het ka rakter. Dus moet ten minste i of i van den schooltijd aan deze vakken besteed worden. Er is hierin zeer zeker overdrijving. Doch hoeveel fiïfe«eher en aangenamer doet zij na1 dan het roactionnaire neusopliiilen voor alles wat niet verstandsontwikkeling is van professor Budde. Waarlijk - onze tijd lijdt genoeg onder de onvoldoende ontwikkeling van hel lichaam, van de vastheid van oog en hand, onder de eenzijdige hersenovcrlading en overschatting van de beteekenis van den inktpot. Wil men denkmachines van ons. maken het zij zoo, mits men dan als goed machine- bouwer er voor zoige, dat het materiaal zoo goed mogelijk zij. En zonder liehaamsontwik- keling geen gopd materiaal en dus ten slotte ook geen goede denkrnaciiines. de oudsle opper-audiUun was. ml reed® dertig jaar in dkros! Kon ma Fiedeiik ant woordde: „Ik heb een inns<-,i oude muil ezels op stal slaan, die reeds la»» dienst doen, maar locli nooit slaimeesler zadlen worden." Ben geestelijke op hel platteland smeekte den koning eens mei (rouwhartige naïve teit om een bevel, dal, zijn gemeenteleden hem Eouviige voor een paanl inaeshm. le veren, daar hij al zijn bezoeken aan ge noemde leden te voet moest afleggen, wat hem zeer zwaar viel. De koning schroef ondei het veizoek- schrifl„lir slaat niel geschreven: rijdt henen, maar gaat henen, en verkondigt het Evangelie1" Bij do inneming van Dresden werd het huis van den Saksischon mini-tor van Staat, graaf von Bröfil. dom de soldaten van den koning bezet, in de gard ei oho van den graaf vond men o. a. een man&a pruiken. Toen Eredeiik dit apartoment heli ad, meikto hij op: „Zooveel piuikon vooi een man, die gem hoofd heeft1" Uil het «.ïutveusfel Ie Bellijn hooide hij eens de kooileerlingen van nu naburige kerk HollerU* lied: „Hop groot i® degoed- heid des Almachtige»", zangen „la, ze moet wel gioot zijnrisp Fre- derik uit, „dat ze duldt, dal die jongens zoo ellendig zingen." Eens beklaagde zich een zekere mevrouw Von Sch. bij den koning over haat man, die haar onheuseli had behandeld Ilij antwoordde,.l);il gaal mij nielsaaa." Heftig ging de dame evenwel vuoit: „Maar hij beleedigl IVe Maje-óeil ook!" „Dat gnat n niets aan!" was liet ant woord van den koning. ken later besprak men in ofl'ieierskringen een ongelooflijk nieuws. Robert Vulin werd overgeplaatsthij zou laar Frankrijk torug- keeren. Toen deze order voorgelezen werd, ontstond er een doodelijke stilte, dc officieren keken den jongen luitenant,, die zaeli liet bloed naar liet hoofd voelde stijgen, minach tend lachend aan. Dit maakte Robert wan hopig, want hij wist niets van deze beschik king cn als men liet hem had voorgesteld, zou hij het z.olcer verontwaardigd van de hand hebben gewezen. ITij had het kruis aanvaard, zonder het verdiend te hebben, daar bij er op rekende bij do eerste do beste gelegenheid te kunnen bewijzen, dat hij het waardig was; maar dit gedwongen vertrek belette hem om aan dit plan uitvoering te geven, en dit vertoornde hem in de hoogste mate. Hij begaf zich terstond naar den luitenant- kolonel, die liet bevel had over zijn regiment. De hoofdofficier richtte, toen hij binnen kwam, een van die doordringende blikken op hem, die bet hart doorboren als de punt van een degen. ,,U komt zeker afscheid nemen, mijnheer Valin? 't Ts goed. D kunt vertrekken, amu seert, u zich maar goed te Parijs, maar wees voorzichtig, dat u geen kou vat, als li op het hal komtopn verkoudheid is zoo licht opge daan Vaarwel, mijnheer, laat ik u niet ophouden, u kunt gaan." „Ik kom niet om afscheid te nemen, kolo nel, en ik verdien ook uw minachtende woor den niet, dat bezweer ik u. De omstandig heden pleiten tegen mij, maar, op mijn woord van eer, ik ben geheel en al onschul dig aan die overplaatsing, ik verzoek u trouwens, mij hier te houden." Het gelaat van den kolonel kreeg een uit- VORSTEiNRUMOR. Do Pruisische gezant, aan het hof te Lon den schreef eens aan koning Freilerikdcn Hroote, dal zijn inkomen niel hoog genoeg was. en hij, met het oog up de dure prij zen in 'Engelands hoofdstad, spoedig ge noodzaakt zou zijn, zijn equipage af te schaffen en te voet naar hot hof te gaan, als hij geen toelage kreeg. De koning antwoordde heel leuk: „Ga steeds te 'voel, dat komt er niets op aan. En als iemand tl ar over mocht bespollen., zeg dan, dat ge mijn gezant zijl, on Hat or 200.000 man achter u staan. Een 13e,iiijnsch ojipor-!itutlifettr berichtte den koning, toen een ander oppor-ttiu (litem tot «eneraal-amlrtcur benoemd werd, dat hij drukking mui ongeloof en minachting. „U weet wel. dat zoo iets onmogelijk i.®, mijnheer, de order is gegeven en moet uitge voerd worden." „Welnu, kolonel, ik \eiv.eker U, dal ik niet. zal vertrokken, wat er dan ook hut ge volg van moge zijn. Ik zal ami zoo'n order niet gehoorzamen Mijn ouders hebben, door hun liefde verblind, tegen mijn wil gehan deld, deukende mij van dienst te zijn, maar zij hebben z.ieli vergist. Dat is dc waarheid, kolonel, en ik herhaal ugeen dienstorder zal mij Tonkin doen verlaten, nl zou ik er ook mijn rang door moeten vei liezen." ,,'t Is goed, mijnheer, ik zie, dal ge liet hart oj) de rechte plaats hebt. IJ kunt uw dienst hervatten. Ik zal die zaak wel voor u in orde maken, en ik verzeker u. dat ge op expeditie zult gaan." Veertien dagen later vernam men te Ha noi dat Loet-Nam Bedreigd werd door hen- den Chineezen uit Qtionnng-Si. liet regiment, waartoe ook Robeit Valin behoorde, werd onmiddellijk uitgezonden om de eerste nam allen te koeren, totdat een sterke kolonue zou saamgesteld zijn om de benden terug le dringen. Na verloop van vier dagen ontdekte men de eerste 'ilmeesehe troepen, en den vol genden morgen gaf de kolonel order tot een verkenning. Dc eerste compagnie, die van luitenant Valin, werd daartoe aangewezen. Valin verzocht zijn kapitein met zijn sec tie in do voorhoede geplaatst te worden, en hield zoolang aan, totdat hij de toestemming daartoe verkreeg. De luitenant ging vroulijk en opgeruimd op niarsch. TIET WEU EB HERLEVEN DEK NACHTMUTSEN Van den overkant van het Kanaal komt de volgende mededeel in g: De nachtmutsen komen weer in de modé- De heldere witte mutsen, zooals ze een vijftig jaar geleden gedingen werden, tooien te.genwooidi» 's naehls het hoofd van de moderne dame®. Waarschijnlijk dankt men't aan do influenza, dal het dragen der nacht mutsen we ei in Engeland is ingevoerd De EngeLche doctoren hebben namelijk de sclioone En ui'hehen ervan overtuigd, dat de nachtmuts liet beste middel is tegen rheumaliek en vei koudheid, deze voorloo- pors der influenza. Kn de hygiëne heeft ditmaal over de coquelteiie gezegevierd. Alleen de cehtacnooten dei verschillende dames vei zotten zich oog tegen hot dra gen dczei' mutsen EEN EIGENAARDIGE SCIIOOLKTRAF. Zoonis hekend is, woull in Engeland nog steeds de lichamelijke tuchtiging vol- llet (Hundc niel hm» of hij ontdekte een tamelijk gnnte hemic 'hintwen hij kon nu, met zijn zwakke afiloeliug, niet heter doen dan zich erlangen, en eisterkin» aanvra gen; maar - hij deed hot niet! Door een soort van razernij Bevangen, ver zamelde hij zijn Hoep, gat' law el de bajo- noiteii op ti zetten, trok zijn -abel en riep: „Vooi waai Is." De eerst verbijsterde soldaten wilden hem niet verlaten, en, al® geelectri®eeid door zijn voorbeeld, volgden zij hem. ®eh reen wende „Voorwaarts, vooi waart® De vijand, ontsteld door dien onverwach ten aanval, en door een hijsjoloovige vrees bevangen, sloeg, na de geweren te hebben afgevuurd, in wanorde op de vlucht. Robert Vulin werd evenwel getroffen en viel. Zijn Unkerbor®! werd geraakt dooreen kogel en juist op de plaats van de decoratie, die bij niel meer droes, veilde een streep bloed zijn uniform rood. O]) hel, hooren der gewceisebolon was de compagnie toegesneld: dc hulp was evenwel niet meer noodig. de Chineezen waren ge vlucht. De officieren omringden hun gewonden ka meraad, die slechts met moeite adem haalde. Toen hij hen zoo dien®!vaardig jond zich zag, «limine lit e hij gelukkig. Men schuwde hem dus niet meer! Hij strekte zijn hand, die zij met aandoening drukten, naar hen uit, en niet moeite zei hij „Nu lich ik hel eetekrnis verdiend, niet- En hij stierf tevreden met een lach o» de lippen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1908 | | pagina 9