Zondag' 12 Juli
ïei pnimja voor tan lifflenstaM.
02
No. 12741
ele
l te
ÜK,
Tweede Blad.
i!
Het kostbare zwijn.
11,
il;
£3*
FRANSCHE ERIEFEN.
oogen."
SIS#
Deze courant verschijnt <1 a g e I ij k' s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs por kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fi. 1.25.Franco
per post fi. 1.65.
Prijs per weck: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
■'our aan het bureau bezorgd zijn.
Bnrean: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.)
:ontï
angc
d
Parijs, 5 Juli 1008.
Dezer dagen sprak ik een uiterst recht
geaard 'Hollander, wiens lotsbestemming
wild heeft, dat hij, ofschoon uit de za
ken teruggetrokken, en gefortuneerd, in de
Fransche hoofdstad du rest van zijn leven
al slijten. De goede man woont hier reeds
oen jaar of zos, maar krui zich nog in
het geheel niet aan Fransclm toestanden
gewennen. Hij denkt nog steeds met zeker
heimwee aan do vaderiandscho stad, waar
hij geboren word en het. grootste gedeelte
zijns levens doorbrachL, en waar alles zoo
heel „anders" was. ITij Vindt do Frnn-
schen een erg aardig volk (om er even
een praatje mee le houden) en Parijs een
bijzonder mooie stad, maar... hij critisecrt
niettemin al het doen en laten op weinig
vriendelijke wijze. Ofschoon ik het Jatig
niet altijd mot hem eens ben, kan ik mij
zeer goed in zijn positie indenken en moet
ik hem vaak gelijk gevon. Zij, die op rijpen
leeftijd van Holland uit zich in Parijs ves
tigen, vinden aldaar, al is hun positie ook
nog zoo onafhankelijk, maar al te dikwijls
stoffe tot ergernis, indien zij namelijk de
hen omringende wercldsche zaken niet al
te licht tellen en geenszins Het: „Atonsdi
aergre dich nicht", tot richtsnoer huns le
vens gekozen hebben. Dat die ergernis hier
steeds gevoed wordt, heeft twee hoofdoor
zaken: do Hollandsche aard verschilt Ie
veel van dien der Franscheri, ca de algo-
meene toestand der maatschappij is ineen
stad aTs Parijs geheel anders dan in de
Hollandschc steden. Ik bedoel mol dit. laat
ste niet do verhoudingen der verschillende
klassen die komen in heide landen vrij
wel met elkaar overeen maar wil er
mede zeggen, dat de Parijzennars, voor zoo
ver het grootste gedeelte van hen betreft,
een geheel anderen kijk hebben op het
leven dan do Hollanders en dat htm (Kui
ken, streven en handelen (ofschoon de mo
tieven in beide landen alweer vrijwm over
eenkomen), zich dus op gansch andere ma
nier openbaart dan bij onze landgenooien.
Dit is onlangs we dor st< rk aan tien dag
gekomen bij het gerucht-makende proces
van don senator Humbert legen de (Slatin",
een actualiteit, die natuurlijk hel onder
werp vormde van hot gesprek, dal ik met.
bovenbedoelden landgenoot voerde. „Wal
zijn do monschen, wat zijn bijna alle men-
schen hier cyniek", riep deze met onge
veinsde verontwaardiging uit, tie courant
zwaaiende, waarin het stenografisch ver
slag der voor het Hof van Assises ge
voerde debatten opgenomen was. F.n hij
voegde er terstond mot cenigo zelfvoldoe
ning aan toe: „Iets dergelijks zou hij ons
in Holland toch niet kunnen voorkomen.
Er gebeuren in elk land van tijd tot lijd
Koning Hendrik IV van Frankrijk en
Navada hield zich eens in den herfst in de
provincie Perigord op, en nam ijverig die!
aan de genoegens van de jacht, in de groote
bosschen zijner koninklijke domeinen.
Toon hij o; zekeren dag weer met eenige
zijner vrienden aan het jachtvermaak deel
nam, raakte hij van de anderen verwijderd
en verdwaalde. Toen evenwel een hevig on
weer met een wolkbreuknehtigon regen begon
los to barsten, bereikte bij gelukkig de hut
van een houthakker, die in hel bosclr woonde-
Nadat hij er binnengetreden was, vond
hij er nog twee mannen, die eveneens voor
het onweer een schuilplaats gezocht hadden.
He een was slager, de andere scheen zwij
nenhoeder te zijn, want naast hem, op den
uit gestampte klei bestsumden grond, lag een
klein, leelijk zwijn, dat, liij evenwel mot op
vallende teederheid behandelde.
Na de mannen met enkele korte woorden
begroet te hebben, zette de koning zich in
oen verwijderden donkeren hoek neer. De
beide mannen, evenals de houthakker en
diens vrouw, herkenden hem door zijn eon
voudige jagerkleeding niet. Zij lieten zich dus
met storen in hun gesprek over de zware,
drukkende belastingen, cn scholden duchtig
op den opperintendant en minister van fi
nanciën, Sullv, wien zij van alles de schuld
gaven.
„Sully ia de onderdrukker van 'den boeren
stand," zei de man met het zwijn. „Onze
goede koning, die, zooals verteld wordt, iedo-
toolijko en slechte dingen, maar de geest
der beschaafde klassen is er toch niet zoo
zeer doortrokken van cynisme als dit pro
ces hier te aanschouwen gc-efL." Ofschoon
door con twintigjarig onafgebroken verblijf
in de Fransche hoofdstad, helaas, veel moer
dan nootlig „gofranciseord", moest ik mijn
braven zegsman op die woorden gelijk ge
ven. Langzamerhand heeft hot gevoel van
eigenwaarde bij de bewoners van het mo
derne Dabei zoo veel geleden, dat zij adel
dom van karakter of van gevoelens niet
meer kunnen onderscheiden, cn, bij zich
zeiven zoowel als hij hun, gelijken, gansch
en al ongevoelig geworden zijn voor an
dere "dan inatericQÏo aandriften. Vandaar
een algcmcenc toestand van onverschillig-
beid, overeenkomende met hetgeen door
gaans onder dc Grieksche uitdrukking cy
nisme verstaan wordt. Alen hoort nog ge
noeg schennen met de mooie woorden van
heilig vuur, geestdrift voor het schoonc,
zelfopoffering, vaderlandsliefde «en wat dies
meer zij, doch dit geschied', nicest altijd
„pour le besoin de la. eauao" gelijk men
hier zegt, of als boerenbedrog voo2- d,e
domme menigte. Wanneer men hun, die
zich van bedoelde uitdrukkingen bedienen,
in hun binnenste kon zien, zou men ont
waren, dat zij zeiven twijfelen aan het be
staan dier edele beginselen.
Om tot liet procos terug te koeren, is
nalumlijk achteraf, d.w.z. na de veroor-
dceling, de verontwaardiging van liet pu
bliek buitengewoon groot geweest. Die ver
ontwaardiging zou, evenals veinzerij, voor
een stilzwijgende hulde aan do deugd ge
houden mogen worden, ware het niet, dat
iedereen te Parijs reeds vroeger heet goed
wist, waaraan zich le houden op het stuk
der gevoelens van waardigheid, welko dc
redactie en administratie van dit blad be-
hcerschten. Haar op dat oogenblik was
ieder bang voor de courant. Zij deed mi
nisters en andere grootwaardighcidsbeklec-
ders voor haar wil buigen, en beschikte
over iict lot en de toekomst van bijzondere
personen naar welgevallen. Ton processe
.is opnieuw gebleken, hoe zc haar redac
teuren verplichtte de rol van politic-agent
Le spelen, hoe ze een eigen telefoongeleii-
ding had met sommige mirusLcriën, hoe ze
rechters van instructie naar haar ha,nd
zette. En vooral is aan den dag gekomen,
dal zc voor geen lasterlijke machinatie
terugdeinsde om haar doel tc bereiken.
Wanneer men dat bedenlcL, mag mom, zon
der zijn eigen loftrompet tc steken, er
trotsch op zijn, dat een dergelijk gemis-
bruiktc macht iets onmogelijks zou zijn in
Holland, gesteld dat er een courant be
stond, die zich tot bedoelde rol zou willen
verlagen. Men kan daarbij echter moeilijk
uit hel oog verliezen, dat dc tegenstanders
van de Matin", namelijk do senator Hum-
bert en diens aanhangers, ook niet al h
kieskeurig zijn in hun doen en laten. Na
tuurlijk moot men bewondering hebben
voor Humbert, die van geringe afkomst
ren Fnuisclmiiin 's Zondags een hoentje in
den pot toewonscht, zou het zeker de anno
mensehen niet zoo lustig maken, maar hij
laat zich geheel door Sully om den tuin
leiden."
Koning Hendrik lachte. Voor de zooveel-
ste maal deed hij de aangename ervaring
op, dat het volk van hem ecu goede meaning
had, maar dat Sullv eigenlijk de zondenbok
was. Xa zich in deze overpeinzingen ccnigen
tijd verdiept te hebben, sprak hij:
„Hebt ge wijn? geef mij dan wat te drin
ken, ik zal er goed voor betalen."
„Stellig, mijnheer," antwoordde de hout
hakker en reikte hem een kroes met den
allendeelitsTen wijn, dien men zich beden
ken kan.
De koning dronk en trok een leelijk ge
zicht. „Luister eens," sprak hij, „uw wijn
is niet goed."
„Maar ik heli geen betere."
„liet kim .nog lang duren, eer hot ophoudt
met regenen. Ik krijg langzamerhand hon
ger, hebt ge voor mij ook soms wat te eten?"
„Slechts grof brood en wat harde kaas
kan ik tt aanbieden."
„Anders jiietIToht ge geen kip die ge.
slachten kunt, of anders wat eieren?"
„Neen, mijnheer, ik houd geen kippen en
heb dientengevolge geen eieren."
„Toeli bad ik gaarne liet. een of andere
gebraad. Ha, daar zie ik al een zwijn
„Dut. is niol mijn eigendom, bet js van
mijn neef Hordomn,"
„Welnu, dat wil ik koopon. Ho slager zal
hot wel spoedig slachten en dan zal uw^vrouw
ons zeker over niet al te langen tijd een
cn reeds als kind geheel cn aan zich
zclven overgelaten, alleen door eigen la-acht
on vlijt zich opgewerkt heeft en officier
geworden is. Maar dat hij, na zich bij ge
neraal Andró, aan wien hij zeer voel te
danken had, on mogelijk gemaakt tc heb
ben, den post aannam, van secretaris der
redactie van. de „Matin", van wier procó-
dé's hij zeker niet geheel en al onkundig
was, pleit geenszins in zijn voordeel. Dat
hij daarop do loopbaan van depute koos
en oppositie voerde tegen denzelfden gene
raal Andró, bewijst, dat ook hij de politiek
slechts beschouwt als een middel om voor
uit te komen op de maatschappelijke lad
der. Dat hij, senator geworden, de hulp
aanvaardt van, een financier als Rochptte,
tot welk doel ook, wil er bij ILollandscho
begrippen van, fatsoen hoe kanaal „niet in".
Dat hij, als publiek persoon, er niet togen
opziet, al de drijfvccren en intriges van
zijn publieke loopbaan aan het daglicht
tc brengen door het aandoen van een pro
ces aan een blad als do „Matin", komt
evenmin met onze opinio over parlemen
taire waardigheid overeen. Tevergeefs, in
derdaad, zoekt men in deze ganscho geschie
denis naar een edelaardig streven, naar
een enkele mooie daad, naar oon sprankje
gevoel van welvoeglijkheid, naar iets an
ders, in óén woord, dan iets, wat alleen
duidt op bevrediging van persoonlijke eer
zucht, op dorst naar reclame en publici
teit, op afgunst, wraakzucht en..., ver
meerdering van, inkomsten. En, met de, als
getuigen gehoorde, personen, is hel meest
al eveneens gesteld, liet sympathiekst moe
ten nog dc gewezen redacteuren van de
„Matin" schijnen, die thans Legen hun vroc-
gcren. patroon verklaringen) komen afleg
gen, hetgeen, op zichzelf, ook al geen bij
zonder fraaie daad genoemd mag worden.
Niettemin, is, gelijk ik reeds zeide, de zware
veroordeoling van de „Matin" niet groot»
zelfvoldoening door liet publiek begroet.
Men kan zoggen, dal. hot was, alsof ieder
zich thans verlosl achtte van een, altijd,
door, opgehangen zwaard van Damocles.
Het was of er te Parijs opeens een tiran
vbrslagon, was, voor wien het halve Parij
scho moiischdom jaren lang gesidderd had.
Met dat al staat liet gebouw der courant
nog altijd op den Boulevard Paissmmière
overeind, mei al zijn helrood geverfde, van
vergulde biesjes doorsneden muren, zijn re
clame ademende opschriften, zijn talrijke
eleclrischc lampen en wapperende vlaggen.
Do vijftigduizend francs, die de directie aan.
Humbert als scha dove rgoedimg moet heia
len, zijn voor deze natuurlijk (van geenovlei
bcteckenis. De hoer Bunau-Varilla, do eige
naar en (vroeger almachtige) belichaming
van het blad, is voor zulk een sommetje
niet vervaard, want hij is onmetelijk rijk.
Doch hij heeft nu de ervaring opgedaan,
dat er toch iets is, wat Hij met al tzijn
geld niet heeft kunnen hereikan. Dat zulks
werkelijk bewezen is, vormt de eenige licht-
slraal in dit proces. Eindelijk is aange
heerlijk varkensgebraad op tafel zetten. Na
tuurlijk inviteer ik het gcbeele gezelschap om
mijn gasten te zijn."
„tloho, dat gaat zoo maar niet, mijnheer F
lachte Michel ILirdouin. „Mijn zwijntje is
niet voor u te koop en liet is veel koMbanr-
der dan u wel denkt."
„Wal kan dan, hier te lande, zulk een
zwijn wel kosten?" vroeg de koning.
De zaakkundige slager sprak „Dat zwijn
is van liet allerslechtste ras. Het is boog
stens dertig livies waard; ja, het zou Jaar
meo zelfs goed betaald zijn."
,',Maar slager, ben je gek?" riep Michel
Ilanlouin verontrust. „Mijn zwijn is van het
alleredelste ras en niet voor duizend Itviva
te koop. Het is bekend, dat liet't beste truffel-
zwijn uit Perigord isWat zou ik, arm
mengelt) beginnen zonder mijn Pierrot? Zoo
beet namelijk mijn zwijntje. Ik beu name
lijk tniffelzooker, mijn vader was dat ook, en
mijn grootvader eveneens. Kit de voor
ouders van "dit zwijntje werden, voor
zoover men zc kan nagaan, allen j
brnilct bij liet truffelzookcn. Vandaar heeft
Pierrot die bizondere geschiktheid, want zoo
iets erft men."
„Dal is litis hetzelfde als bij de goede
jachthonden," merkte de koning op.
„.Til, stellig."
„Dan begrijp ik ook, welk een waarde dit
zwijn voor u heeft, dut u zoo nuttig is bij
liet truffel zoeken."
„Ja, hef wijst, mij de. plaat .«en tutti, waai
de truffels onder den grond verborgen zijn,
want bij weel ze op te sporen, en ik hoef
ze slechts te voorschijn te brengen."
Prijs der Advertentiën: Van 1—6 regels fl. 0,92; iedere regel mem
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te hekomen.
In de nummers, "die Dinsdag-, Honderdag-en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den. prija
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon
voor do Redactie No. 123.
voor do Administratie No. 103.
toond, 'dat men niet ten cetiwigoni dage
ongestraft kan lasteren. Want, hoe weinig
sympathiek Humbert ook zij, mag men als
zeker aannemen, dat hij nooit zijn, vader
land heeft willen verraden, noch zich mi
nis lerioelo bescheiden heeft toegeëigend om
er persoonlijk voordeel uit te trekken. Da
veroordeeling op zichzelf geeft derhalve
eenige hoop op de toekomst. Het is meer
dan. wnarsc-hijnlijik, dat de „Matin" luuu-
redactioneel stolsel oen weinig zal moelon
veranderen. Haar debiet zal er nieL om
verminderen, indien ze slechts getrouw blijft
aan haar systeem van sensationeel» e.n
vaak fotografische information. En wellicht
komt eens de tijd, dat men zelfs in de
bureaux van 'liet groote blad Ixdcefd wmdl
jegens de bezoekers. Voor dat alles zal
dan de ex-kapitein den dank van het. pu
blick mogen oogsten. Misschien wordt hij
er nog eenmaal populair door.
JUVENIS.
Zoo van tijd tot tijd hooren wij wat
Parijs, wal Zwitserland hot vreemdelingen
verkeer oplevert. Dat. zijn bedragen om, van
te watertanden. Wat een welvaart moet
er door dien stroom, van vreemdelingen
in die landen gebracht worden. Van geen
bron van welvaart is liet voordeel zoo on
middellijk tastbaar als van deze, nergem
ziet men zoo duidelijk de groote econo
mische belangen op den voorgrond treden
als juist bij dit Vreemdelingenverkeer. Geen
mijn die zoo direct goud en zilver brengt
aan wie deze metalen, zoo noodig hebben,
als deze mijn.
'Wij, Nederlanders, zien den gouddrngcan
den stroom van dit verkeer helaas onze
grenzen voorbijgaan. Een klein, klein wei
nig daarvan hebben wij ook wel, doehwat
heteekenl dit tegenover het geheel, watbe-
loekent dit tegenover de welvaart, die wij
zelf zoo elders brengen?
Zou er nu niet de minste kans zijn,, dat
dit naders en heter werd?
Laat men de zaken op haar beloop, ge
lijk zij thans gaan, dan zeci zeker niet Dan
zullen er af en toe eenige honderdtallen
Duilsehers en Oostenrijkers onze zeebad
plaatsen. blijven bezoeken, dan zullen hiel
en daar wat. Amerikanen ot' Engelsahem
komen schilderen,, visschen, varen en cu
riositeiten zoeken, doch van con normaal
vreemdelingenverkeer zal geen sprake zijn,
laat staan van een brecdon stroom vreem
delingen.
IWij zullen een gedeelte van onze land-
genooton telkens voor korten tijd zien ver
huizen. naar een ander deel van liet land,
dat bij die landverhuizing geen slechte za
ken zal maken. Ook dat is vreemdelingen
verkeer. Doch de nationale rijkdom zal daar
bij niet profileeren.
Toch zou hot niet onmogelijk zijn, dat
dc toestand ten bate van ons laad, dat
„Een zeer eenvoudige, cn naar ik meen,
goede zaak."
„Dat kon wel beter zijn, mijnheer. Mijn
grootvader, die in den oorlog goede diensten
bewezen had, kreeg liet recht in de bosschen
do/.er domeinen truffels te mogen zoeken, cn
mijn vader erfde dat privilegieik evenwel
mooi al sedert ettelijke jaren een hoogt» belas-
lil ug betalen aan de ambtenaren van Sully,
die zijn neus steekt in alics, waar hij denkt
dat wat goed is, net als een trui'fel zwijn,"
„Ja, hij beeft overal zijn opmerkzame
„Dal, de duivel hem linie! Afijn beseheiden
inkomen wordt door die linage belasting bijna
geheel ingeboet."
Plotseling trok iemand met een ruk de
deur van de hut open, en riep in liet half
duistere, slechts nu en dun door een feilen
bliksemstraal verlichte vertrek: „Fs de ko
ning hier?"
„Hier ben ik," antwoordde de geroepene.
„Kom binnen, baron! Waar z.ijn de andere
hoeren?"
„Dicht nelder mij, Sire; daar komen ze
roods. Goddank, dat wij u eindelijk gevonden
hebben. Wij waren in groole angst, dat Uwe
Majesteit, een ernstig ongeluk was over
komen."
Nog enkele andere jagers verschenen, allen
druipend van 't nat.
De houthakker cn de slager waren zoo
verbaasd en verschrikt, dal zij bet niet vvang-
don 'n woord to uiten. Michel Ilttrtlouin rlep t
„Nu is, er geen mlditur meer voor je moge
lijk, Pierrot! Nu mooi je in do braadpan!
Onzo goede koning Hendrik mag geen hon-
locb zoo uitmuntend gunstig gelegen is.
veranderde, doch dan zou men anders de
handen aan den ploeg moeten slaan dan
men nu doet.
Wat wij op het oogenblik aantrekkelijks
voor vreemdelingen hobbelt is ons zeestrand
en zijn onze oude steden, üf de zeldzaam-
mooio natuur van dc llollandsche eilan
den cn de prachtige atmosphocr van en
kele andere plaatsen in ons land ooit zoo
algemeen gewaardeerd zullen kuiiiKinwor
den, dat. dio stroomen vreemdelingen zul
len kunnen trekken, is voorshands niet uit
te maken. Wel kunnen wij in lu-1. algemeen
Constatoeren, dat de smaak vermoede
lijk onder don invloed dor groole schilders
aan 'tkeoren is. Vroeger schilderden de schil
ders in hoofdzaak romantische landschap
pen in't publick was alleen naai zulke
landschappen waag, voor zulke landschap
pen. behuigstelling. De, schilders zijn daarna
echter in oen ander soort landschap liet
mooi gaan zoeken en vinden. Zij vroegen
niet meer vóór alles of hun sujet roman
tisch mooi was, doch zij vermeldden zich
in, minder romantische land schappen, waar
in mooie kleuren en een mooie atniospheer
te vinden waren, lil Frankrijk hebben ('orot
en Dnubigny mot andere Brtrbizoneters den
smaak in deze, richting geleid, in Neder
land volgden mannen als de Marissoii en
Mauve om alleen de allergrootste te
noemen die voorbeelden, In IJuitschlan-l
gaan do schilders niet meer naar hetHereli-
tosgadener land of de Rcierschc Alpen, doch
naar Worpswede en het Dachauer Moos.
De Amorikaaiiselie schilders kome'n naar
Holland, naar Laren en de Zuid-Holland-
sche eilanden om daar hetzelfde te schil
deren wat Van Proyeii, Cuyp, lfobbema,
do Marissen en Mauve ook geschilderd heb
ben.
Hot is dus niet |te ontkennen, dat de
landschapschilderkunst zich in do laatste
50, GO jaar van de romantische tafereelen
gericht heeft op meer nuchtere onderwor
pen cn. dat zij vooral in een warme, kleur
rijke atniospheer, als die op verschillende
plaatsen in ons land gevonden wordt, be
hagen is gaan scheppen. Zal hel. publiek
die voorbeelden volgen, zal men langza
merhand loeren zien hoe mooi de atmos-
pheor is in sommige gedeelten van ons
land, hoe daar heerlijk fijne kleuren en,
wazige Linten over de dingen liggen, welke
elders nauwelijks te vinden zijn?
Een vraag, waarop wij liet antwoord
moeten schuldig blijven. Zeker, hij. voor
wien eens de mooiheid van dit landschap
ontsloten Ls, zal die schoonheid steeds weer
opzoeken en genieten, zal zich steeds weer
verbazen, dat de groote, menigte de dor
heid van Meur en atniospheer niet. ziet.
die in sommige veel romantischer onaan
trekkelijker schijnende streken ie vinden
is. En de meer beschaafde bewoners der
prachtige llollandsche streken zullen ook
wel langzamerhand het. verschil gaan zien
Lusschen dat mooie en het andere. Doch
gei* lijden Gauw, slager, .-.teek het zwijn
dood, dan kunnen wc spoedig een goed mrutl
hebben."
„Halt!" sprak dc koning lachend. „Ik
vind liet zeer prijzeiiswaatdig, dat ge uw
nuttig zwijntje voor mij wilt opofferen, maar
dat zal niet noodig zijn. He heeren bier, zijn
op de jacht gelukkiger geweest dan wij en
hebben in hun tassclien alles, wat we noo
dig hebben."
Michel IliireltHtin haalde een zakje te
voorschijn, „Eli hier z.ijn b.erlijke tmlfels,
die ik ten ei koop naar Porigucu wilde
brengen, maar die geef ik nu met genoegen
voor den maaltijd van den koning."
,,Bt«t, dan kunnen wij liet, gebraad laten
traffelen," sprak de koning.
Het omveer duurde voort, de regen viel
in streonien neer, maar de heeren waren
toch in staat, zieli te verzadigen.
De vrouw van den houthakker, waaiscbijn-
lijk aangevuurd door het. bewustzijn nu kook
ster voor den koning te zijn. zorgde, dat baat-
gebraad bevredigend uitviel. Zij dist'bte lek
kere schotels op, die allen heerlijk smaak
ten, want allen waren de gasten van cien
koning.
Toen eindelijk liet onweer en daarmede de
regen ophield, verliet de koning met zijn ge
zellen de hut in lief woud. Alvorens dit
evenwel te doen, sprak hij tot Uardouiti: „Ik
zal er voor zorgen, dal. het oude, eens aan
uw o-rootvader verleende recht, weer ep u
wordt overgebracht dan km t ge voortaan
op dit uitgestrekt gebied, zonder belasting te
beluien, truffels zoeken."