Zondag' 12 Juli ïei pnimja voor tan lifflenstaM. 02 No. 12741 ele l te ÜK, Tweede Blad. i! Het kostbare zwijn. 11, il; £3* FRANSCHE ERIEFEN. oogen." SIS# Deze courant verschijnt <1 a g e I ij k' s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs por kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fi. 1.25.Franco per post fi. 1.65. Prijs per weck: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een ■'our aan het bureau bezorgd zijn. Bnrean: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.) :ontï angc d Parijs, 5 Juli 1008. Dezer dagen sprak ik een uiterst recht geaard 'Hollander, wiens lotsbestemming wild heeft, dat hij, ofschoon uit de za ken teruggetrokken, en gefortuneerd, in de Fransche hoofdstad du rest van zijn leven al slijten. De goede man woont hier reeds oen jaar of zos, maar krui zich nog in het geheel niet aan Fransclm toestanden gewennen. Hij denkt nog steeds met zeker heimwee aan do vaderiandscho stad, waar hij geboren word en het. grootste gedeelte zijns levens doorbrachL, en waar alles zoo heel „anders" was. ITij Vindt do Frnn- schen een erg aardig volk (om er even een praatje mee le houden) en Parijs een bijzonder mooie stad, maar... hij critisecrt niettemin al het doen en laten op weinig vriendelijke wijze. Ofschoon ik het Jatig niet altijd mot hem eens ben, kan ik mij zeer goed in zijn positie indenken en moet ik hem vaak gelijk gevon. Zij, die op rijpen leeftijd van Holland uit zich in Parijs ves tigen, vinden aldaar, al is hun positie ook nog zoo onafhankelijk, maar al te dikwijls stoffe tot ergernis, indien zij namelijk de hen omringende wercldsche zaken niet al te licht tellen en geenszins Het: „Atonsdi aergre dich nicht", tot richtsnoer huns le vens gekozen hebben. Dat die ergernis hier steeds gevoed wordt, heeft twee hoofdoor zaken: do Hollandsche aard verschilt Ie veel van dien der Franscheri, ca de algo- meene toestand der maatschappij is ineen stad aTs Parijs geheel anders dan in de Hollandschc steden. Ik bedoel mol dit. laat ste niet do verhoudingen der verschillende klassen die komen in heide landen vrij wel met elkaar overeen maar wil er mede zeggen, dat de Parijzennars, voor zoo ver het grootste gedeelte van hen betreft, een geheel anderen kijk hebben op het leven dan do Hollanders en dat htm (Kui ken, streven en handelen (ofschoon de mo tieven in beide landen alweer vrijwm over eenkomen), zich dus op gansch andere ma nier openbaart dan bij onze landgenooien. Dit is onlangs we dor st< rk aan tien dag gekomen bij het gerucht-makende proces van don senator Humbert legen de (Slatin", een actualiteit, die natuurlijk hel onder werp vormde van hot gesprek, dal ik met. bovenbedoelden landgenoot voerde. „Wal zijn do monschen, wat zijn bijna alle men- schen hier cyniek", riep deze met onge veinsde verontwaardiging uit, tie courant zwaaiende, waarin het stenografisch ver slag der voor het Hof van Assises ge voerde debatten opgenomen was. F.n hij voegde er terstond mot cenigo zelfvoldoe ning aan toe: „Iets dergelijks zou hij ons in Holland toch niet kunnen voorkomen. Er gebeuren in elk land van tijd tot lijd Koning Hendrik IV van Frankrijk en Navada hield zich eens in den herfst in de provincie Perigord op, en nam ijverig die! aan de genoegens van de jacht, in de groote bosschen zijner koninklijke domeinen. Toon hij o; zekeren dag weer met eenige zijner vrienden aan het jachtvermaak deel nam, raakte hij van de anderen verwijderd en verdwaalde. Toen evenwel een hevig on weer met een wolkbreuknehtigon regen begon los to barsten, bereikte bij gelukkig de hut van een houthakker, die in hel bosclr woonde- Nadat hij er binnengetreden was, vond hij er nog twee mannen, die eveneens voor het onweer een schuilplaats gezocht hadden. He een was slager, de andere scheen zwij nenhoeder te zijn, want naast hem, op den uit gestampte klei bestsumden grond, lag een klein, leelijk zwijn, dat, liij evenwel mot op vallende teederheid behandelde. Na de mannen met enkele korte woorden begroet te hebben, zette de koning zich in oen verwijderden donkeren hoek neer. De beide mannen, evenals de houthakker en diens vrouw, herkenden hem door zijn eon voudige jagerkleeding niet. Zij lieten zich dus met storen in hun gesprek over de zware, drukkende belastingen, cn scholden duchtig op den opperintendant en minister van fi nanciën, Sullv, wien zij van alles de schuld gaven. „Sully ia de onderdrukker van 'den boeren stand," zei de man met het zwijn. „Onze goede koning, die, zooals verteld wordt, iedo- toolijko en slechte dingen, maar de geest der beschaafde klassen is er toch niet zoo zeer doortrokken van cynisme als dit pro ces hier te aanschouwen gc-efL." Ofschoon door con twintigjarig onafgebroken verblijf in de Fransche hoofdstad, helaas, veel moer dan nootlig „gofranciseord", moest ik mijn braven zegsman op die woorden gelijk ge ven. Langzamerhand heeft hot gevoel van eigenwaarde bij de bewoners van het mo derne Dabei zoo veel geleden, dat zij adel dom van karakter of van gevoelens niet meer kunnen onderscheiden, cn, bij zich zeiven zoowel als hij hun, gelijken, gansch en al ongevoelig geworden zijn voor an dere "dan inatericQÏo aandriften. Vandaar een algcmcenc toestand van onverschillig- beid, overeenkomende met hetgeen door gaans onder dc Grieksche uitdrukking cy nisme verstaan wordt. Alen hoort nog ge noeg schennen met de mooie woorden van heilig vuur, geestdrift voor het schoonc, zelfopoffering, vaderlandsliefde «en wat dies meer zij, doch dit geschied', nicest altijd „pour le besoin de la. eauao" gelijk men hier zegt, of als boerenbedrog voo2- d,e domme menigte. Wanneer men hun, die zich van bedoelde uitdrukkingen bedienen, in hun binnenste kon zien, zou men ont waren, dat zij zeiven twijfelen aan het be staan dier edele beginselen. Om tot liet procos terug te koeren, is nalumlijk achteraf, d.w.z. na de veroor- dceling, de verontwaardiging van liet pu bliek buitengewoon groot geweest. Die ver ontwaardiging zou, evenals veinzerij, voor een stilzwijgende hulde aan do deugd ge houden mogen worden, ware het niet, dat iedereen te Parijs reeds vroeger heet goed wist, waaraan zich le houden op het stuk der gevoelens van waardigheid, welko dc redactie en administratie van dit blad be- hcerschten. Haar op dat oogenblik was ieder bang voor de courant. Zij deed mi nisters en andere grootwaardighcidsbeklec- ders voor haar wil buigen, en beschikte over iict lot en de toekomst van bijzondere personen naar welgevallen. Ton processe .is opnieuw gebleken, hoe zc haar redac teuren verplichtte de rol van politic-agent Le spelen, hoe ze een eigen telefoongeleii- ding had met sommige mirusLcriën, hoe ze rechters van instructie naar haar ha,nd zette. En vooral is aan den dag gekomen, dal zc voor geen lasterlijke machinatie terugdeinsde om haar doel tc bereiken. Wanneer men dat bedenlcL, mag mom, zon der zijn eigen loftrompet tc steken, er trotsch op zijn, dat een dergelijk gemis- bruiktc macht iets onmogelijks zou zijn in Holland, gesteld dat er een courant be stond, die zich tot bedoelde rol zou willen verlagen. Men kan daarbij echter moeilijk uit hel oog verliezen, dat dc tegenstanders van de Matin", namelijk do senator Hum- bert en diens aanhangers, ook niet al h kieskeurig zijn in hun doen en laten. Na tuurlijk moot men bewondering hebben voor Humbert, die van geringe afkomst ren Fnuisclmiiin 's Zondags een hoentje in den pot toewonscht, zou het zeker de anno mensehen niet zoo lustig maken, maar hij laat zich geheel door Sully om den tuin leiden." Koning Hendrik lachte. Voor de zooveel- ste maal deed hij de aangename ervaring op, dat het volk van hem ecu goede meaning had, maar dat Sullv eigenlijk de zondenbok was. Xa zich in deze overpeinzingen ccnigen tijd verdiept te hebben, sprak hij: „Hebt ge wijn? geef mij dan wat te drin ken, ik zal er goed voor betalen." „Stellig, mijnheer," antwoordde de hout hakker en reikte hem een kroes met den allendeelitsTen wijn, dien men zich beden ken kan. De koning dronk en trok een leelijk ge zicht. „Luister eens," sprak hij, „uw wijn is niet goed." „Maar ik heli geen betere." „liet kim .nog lang duren, eer hot ophoudt met regenen. Ik krijg langzamerhand hon ger, hebt ge voor mij ook soms wat te eten?" „Slechts grof brood en wat harde kaas kan ik tt aanbieden." „Anders jiietIToht ge geen kip die ge. slachten kunt, of anders wat eieren?" „Neen, mijnheer, ik houd geen kippen en heb dientengevolge geen eieren." „Toeli bad ik gaarne liet. een of andere gebraad. Ha, daar zie ik al een zwijn „Dut. is niol mijn eigendom, bet js van mijn neef Hordomn," „Welnu, dat wil ik koopon. Ho slager zal hot wel spoedig slachten en dan zal uw^vrouw ons zeker over niet al te langen tijd een cn reeds als kind geheel cn aan zich zclven overgelaten, alleen door eigen la-acht on vlijt zich opgewerkt heeft en officier geworden is. Maar dat hij, na zich bij ge neraal Andró, aan wien hij zeer voel te danken had, on mogelijk gemaakt tc heb ben, den post aannam, van secretaris der redactie van. de „Matin", van wier procó- dé's hij zeker niet geheel en al onkundig was, pleit geenszins in zijn voordeel. Dat hij daarop do loopbaan van depute koos en oppositie voerde tegen denzelfden gene raal Andró, bewijst, dat ook hij de politiek slechts beschouwt als een middel om voor uit te komen op de maatschappelijke lad der. Dat hij, senator geworden, de hulp aanvaardt van, een financier als Rochptte, tot welk doel ook, wil er bij ILollandscho begrippen van, fatsoen hoe kanaal „niet in". Dat hij, als publiek persoon, er niet togen opziet, al de drijfvccren en intriges van zijn publieke loopbaan aan het daglicht tc brengen door het aandoen van een pro ces aan een blad als do „Matin", komt evenmin met onze opinio over parlemen taire waardigheid overeen. Tevergeefs, in derdaad, zoekt men in deze ganscho geschie denis naar een edelaardig streven, naar een enkele mooie daad, naar oon sprankje gevoel van welvoeglijkheid, naar iets an ders, in óén woord, dan iets, wat alleen duidt op bevrediging van persoonlijke eer zucht, op dorst naar reclame en publici teit, op afgunst, wraakzucht en..., ver meerdering van, inkomsten. En, met de, als getuigen gehoorde, personen, is hel meest al eveneens gesteld, liet sympathiekst moe ten nog dc gewezen redacteuren van de „Matin" schijnen, die thans Legen hun vroc- gcren. patroon verklaringen) komen afleg gen, hetgeen, op zichzelf, ook al geen bij zonder fraaie daad genoemd mag worden. Niettemin, is, gelijk ik reeds zeide, de zware veroordeoling van de „Matin" niet groot» zelfvoldoening door liet publiek begroet. Men kan zoggen, dal. hot was, alsof ieder zich thans verlosl achtte van een, altijd, door, opgehangen zwaard van Damocles. Het was of er te Parijs opeens een tiran vbrslagon, was, voor wien het halve Parij scho moiischdom jaren lang gesidderd had. Met dat al staat liet gebouw der courant nog altijd op den Boulevard Paissmmière overeind, mei al zijn helrood geverfde, van vergulde biesjes doorsneden muren, zijn re clame ademende opschriften, zijn talrijke eleclrischc lampen en wapperende vlaggen. Do vijftigduizend francs, die de directie aan. Humbert als scha dove rgoedimg moet heia len, zijn voor deze natuurlijk (van geenovlei bcteckenis. De hoer Bunau-Varilla, do eige naar en (vroeger almachtige) belichaming van het blad, is voor zulk een sommetje niet vervaard, want hij is onmetelijk rijk. Doch hij heeft nu de ervaring opgedaan, dat er toch iets is, wat Hij met al tzijn geld niet heeft kunnen hereikan. Dat zulks werkelijk bewezen is, vormt de eenige licht- slraal in dit proces. Eindelijk is aange heerlijk varkensgebraad op tafel zetten. Na tuurlijk inviteer ik het gcbeele gezelschap om mijn gasten te zijn." „tloho, dat gaat zoo maar niet, mijnheer F lachte Michel ILirdouin. „Mijn zwijntje is niet voor u te koop en liet is veel koMbanr- der dan u wel denkt." „Wal kan dan, hier te lande, zulk een zwijn wel kosten?" vroeg de koning. De zaakkundige slager sprak „Dat zwijn is van liet allerslechtste ras. Het is boog stens dertig livies waard; ja, het zou Jaar meo zelfs goed betaald zijn." ,',Maar slager, ben je gek?" riep Michel Ilanlouin verontrust. „Mijn zwijn is van het alleredelste ras en niet voor duizend Itviva te koop. Het is bekend, dat liet't beste truffel- zwijn uit Perigord isWat zou ik, arm mengelt) beginnen zonder mijn Pierrot? Zoo beet namelijk mijn zwijntje. Ik beu name lijk tniffelzooker, mijn vader was dat ook, en mijn grootvader eveneens. Kit de voor ouders van "dit zwijntje werden, voor zoover men zc kan nagaan, allen j brnilct bij liet truffelzookcn. Vandaar heeft Pierrot die bizondere geschiktheid, want zoo iets erft men." „Dal is litis hetzelfde als bij de goede jachthonden," merkte de koning op. „.Til, stellig." „Dan begrijp ik ook, welk een waarde dit zwijn voor u heeft, dut u zoo nuttig is bij liet truffel zoeken." „Ja, hef wijst, mij de. plaat .«en tutti, waai de truffels onder den grond verborgen zijn, want bij weel ze op te sporen, en ik hoef ze slechts te voorschijn te brengen." Prijs der Advertentiën: Van 1—6 regels fl. 0,92; iedere regel mem 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te hekomen. In de nummers, "die Dinsdag-, Honderdag-en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den. prija van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon voor do Redactie No. 123. voor do Administratie No. 103. toond, 'dat men niet ten cetiwigoni dage ongestraft kan lasteren. Want, hoe weinig sympathiek Humbert ook zij, mag men als zeker aannemen, dat hij nooit zijn, vader land heeft willen verraden, noch zich mi nis lerioelo bescheiden heeft toegeëigend om er persoonlijk voordeel uit te trekken. Da veroordeeling op zichzelf geeft derhalve eenige hoop op de toekomst. Het is meer dan. wnarsc-hijnlijik, dat de „Matin" luuu- redactioneel stolsel oen weinig zal moelon veranderen. Haar debiet zal er nieL om verminderen, indien ze slechts getrouw blijft aan haar systeem van sensationeel» e.n vaak fotografische information. En wellicht komt eens de tijd, dat men zelfs in de bureaux van 'liet groote blad Ixdcefd wmdl jegens de bezoekers. Voor dat alles zal dan de ex-kapitein den dank van het. pu blick mogen oogsten. Misschien wordt hij er nog eenmaal populair door. JUVENIS. Zoo van tijd tot tijd hooren wij wat Parijs, wal Zwitserland hot vreemdelingen verkeer oplevert. Dat. zijn bedragen om, van te watertanden. Wat een welvaart moet er door dien stroom, van vreemdelingen in die landen gebracht worden. Van geen bron van welvaart is liet voordeel zoo on middellijk tastbaar als van deze, nergem ziet men zoo duidelijk de groote econo mische belangen op den voorgrond treden als juist bij dit Vreemdelingenverkeer. Geen mijn die zoo direct goud en zilver brengt aan wie deze metalen, zoo noodig hebben, als deze mijn. 'Wij, Nederlanders, zien den gouddrngcan den stroom van dit verkeer helaas onze grenzen voorbijgaan. Een klein, klein wei nig daarvan hebben wij ook wel, doehwat heteekenl dit tegenover het geheel, watbe- loekent dit tegenover de welvaart, die wij zelf zoo elders brengen? Zou er nu niet de minste kans zijn,, dat dit naders en heter werd? Laat men de zaken op haar beloop, ge lijk zij thans gaan, dan zeci zeker niet Dan zullen er af en toe eenige honderdtallen Duilsehers en Oostenrijkers onze zeebad plaatsen. blijven bezoeken, dan zullen hiel en daar wat. Amerikanen ot' Engelsahem komen schilderen,, visschen, varen en cu riositeiten zoeken, doch van con normaal vreemdelingenverkeer zal geen sprake zijn, laat staan van een brecdon stroom vreem delingen. IWij zullen een gedeelte van onze land- genooton telkens voor korten tijd zien ver huizen. naar een ander deel van liet land, dat bij die landverhuizing geen slechte za ken zal maken. Ook dat is vreemdelingen verkeer. Doch de nationale rijkdom zal daar bij niet profileeren. Toch zou hot niet onmogelijk zijn, dat dc toestand ten bate van ons laad, dat „Een zeer eenvoudige, cn naar ik meen, goede zaak." „Dat kon wel beter zijn, mijnheer. Mijn grootvader, die in den oorlog goede diensten bewezen had, kreeg liet recht in de bosschen do/.er domeinen truffels te mogen zoeken, cn mijn vader erfde dat privilegieik evenwel mooi al sedert ettelijke jaren een hoogt» belas- lil ug betalen aan de ambtenaren van Sully, die zijn neus steekt in alics, waar hij denkt dat wat goed is, net als een trui'fel zwijn," „Ja, hij beeft overal zijn opmerkzame „Dal, de duivel hem linie! Afijn beseheiden inkomen wordt door die linage belasting bijna geheel ingeboet." Plotseling trok iemand met een ruk de deur van de hut open, en riep in liet half duistere, slechts nu en dun door een feilen bliksemstraal verlichte vertrek: „Fs de ko ning hier?" „Hier ben ik," antwoordde de geroepene. „Kom binnen, baron! Waar z.ijn de andere hoeren?" „Dicht nelder mij, Sire; daar komen ze roods. Goddank, dat wij u eindelijk gevonden hebben. Wij waren in groole angst, dat Uwe Majesteit, een ernstig ongeluk was over komen." Nog enkele andere jagers verschenen, allen druipend van 't nat. De houthakker cn de slager waren zoo verbaasd en verschrikt, dal zij bet niet vvang- don 'n woord to uiten. Michel Ilttrtlouin rlep t „Nu is, er geen mlditur meer voor je moge lijk, Pierrot! Nu mooi je in do braadpan! Onzo goede koning Hendrik mag geen hon- locb zoo uitmuntend gunstig gelegen is. veranderde, doch dan zou men anders de handen aan den ploeg moeten slaan dan men nu doet. Wat wij op het oogenblik aantrekkelijks voor vreemdelingen hobbelt is ons zeestrand en zijn onze oude steden, üf de zeldzaam- mooio natuur van dc llollandsche eilan den cn de prachtige atmosphocr van en kele andere plaatsen in ons land ooit zoo algemeen gewaardeerd zullen kuiiiKinwor den, dat. dio stroomen vreemdelingen zul len kunnen trekken, is voorshands niet uit te maken. Wel kunnen wij in lu-1. algemeen Constatoeren, dat de smaak vermoede lijk onder don invloed dor groole schilders aan 'tkeoren is. Vroeger schilderden de schil ders in hoofdzaak romantische landschap pen in't publick was alleen naai zulke landschappen waag, voor zulke landschap pen. behuigstelling. De, schilders zijn daarna echter in oen ander soort landschap liet mooi gaan zoeken en vinden. Zij vroegen niet meer vóór alles of hun sujet roman tisch mooi was, doch zij vermeldden zich in, minder romantische land schappen, waar in mooie kleuren en een mooie atniospheer te vinden waren, lil Frankrijk hebben ('orot en Dnubigny mot andere Brtrbizoneters den smaak in deze, richting geleid, in Neder land volgden mannen als de Marissoii en Mauve om alleen de allergrootste te noemen die voorbeelden, In IJuitschlan-l gaan do schilders niet meer naar hetHereli- tosgadener land of de Rcierschc Alpen, doch naar Worpswede en het Dachauer Moos. De Amorikaaiiselie schilders kome'n naar Holland, naar Laren en de Zuid-Holland- sche eilanden om daar hetzelfde te schil deren wat Van Proyeii, Cuyp, lfobbema, do Marissen en Mauve ook geschilderd heb ben. Hot is dus niet |te ontkennen, dat de landschapschilderkunst zich in do laatste 50, GO jaar van de romantische tafereelen gericht heeft op meer nuchtere onderwor pen cn. dat zij vooral in een warme, kleur rijke atniospheer, als die op verschillende plaatsen in ons land gevonden wordt, be hagen is gaan scheppen. Zal hel. publiek die voorbeelden volgen, zal men langza merhand loeren zien hoe mooi de atmos- pheor is in sommige gedeelten van ons land, hoe daar heerlijk fijne kleuren en, wazige Linten over de dingen liggen, welke elders nauwelijks te vinden zijn? Een vraag, waarop wij liet antwoord moeten schuldig blijven. Zeker, hij. voor wien eens de mooiheid van dit landschap ontsloten Ls, zal die schoonheid steeds weer opzoeken en genieten, zal zich steeds weer verbazen, dat de groote, menigte de dor heid van Meur en atniospheer niet. ziet. die in sommige veel romantischer onaan trekkelijker schijnende streken ie vinden is. En de meer beschaafde bewoners der prachtige llollandsche streken zullen ook wel langzamerhand het. verschil gaan zien Lusschen dat mooie en het andere. Doch gei* lijden Gauw, slager, .-.teek het zwijn dood, dan kunnen wc spoedig een goed mrutl hebben." „Halt!" sprak dc koning lachend. „Ik vind liet zeer prijzeiiswaatdig, dat ge uw nuttig zwijntje voor mij wilt opofferen, maar dat zal niet noodig zijn. He heeren bier, zijn op de jacht gelukkiger geweest dan wij en hebben in hun tassclien alles, wat we noo dig hebben." Michel IliireltHtin haalde een zakje te voorschijn, „Eli hier z.ijn b.erlijke tmlfels, die ik ten ei koop naar Porigucu wilde brengen, maar die geef ik nu met genoegen voor den maaltijd van den koning." ,,Bt«t, dan kunnen wij liet, gebraad laten traffelen," sprak de koning. Het omveer duurde voort, de regen viel in streonien neer, maar de heeren waren toch in staat, zieli te verzadigen. De vrouw van den houthakker, waaiscbijn- lijk aangevuurd door het. bewustzijn nu kook ster voor den koning te zijn. zorgde, dat baat- gebraad bevredigend uitviel. Zij dist'bte lek kere schotels op, die allen heerlijk smaak ten, want allen waren de gasten van cien koning. Toen eindelijk liet onweer en daarmede de regen ophield, verliet de koning met zijn ge zellen de hut in lief woud. Alvorens dit evenwel te doen, sprak hij tot Uardouiti: „Ik zal er voor zorgen, dal. het oude, eens aan uw o-rootvader verleende recht, weer ep u wordt overgebracht dan km t ge voortaan op dit uitgestrekt gebied, zonder belasting te beluien, truffels zoeken."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1908 | | pagina 5