s 31 ;rt rps ■I 62*" Jaargang. Zondag 26 Juli 1908. No. 12753 Tweede Blad Eerst gedaan - y J /W ,(5»i tus flat tonataj pole pwlpn. <2/es( 6Je. ters eor wit tan ofd ide nk »SE rkt uis is, uw veil sste het ak. 5 I 311 SCHIEDAMSCHE COURANT. Deze courant verschijnt d a g o lij k' 9, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, prijs per kwartaal: Voor Schiedam en V.laardtngon fl. 1.25.Franco per post fl. 1.65. priji. ner week: Voor Schiedam en Vlaardingon 10 cent. I' Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voot het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een rar'aan het bureau bezorgd zijn. P Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Kort© Haven.) Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordcelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te hekomen. In de pummers, die Dinsdag-, Donderdag, en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon voor de Redactie No. 123. voor de Administratie No. 103, TOmiKiawWiMtmarn twarwmag jerseb chtingf. eïang 3n 1 r«s In ons nummer van 21 Juni j.l. hebben rój een artikel gewijd aan de verbetering Ier Broersvesl, in verband niet de nieuwe rieering der Singclstrateh cn de plaats dei uitmonding daarvan. Wij hebben toon gewezen op de wcnsche- lijkheid om die uitloozing lo doen plaats heb- ifii rechtstreeks op de rivier en gaven daar voor aan liet doorleggen van de persbuis van Breersvest door den Buitcnhavemvcg naar Ie rivier, de voorkeur. Wij schreven dat artikel, omdut wij zeer opzagen tegen een uitloozing van het riool, zoössI van het Singelkwartier als van de audc stad, in onze grachten. Do Rand, waar- ia aanvankelijk zich stemmen verhieven togen jlief voorstel van B. cn W. om dc uitloozing jfe doen plats hebben nabij het paardenwater, 'heeft ten slotte liet voorstel van 13. en W., I-zij het ook voorwaardelijk, aangenomen. in stas - jop va tusschen Vlaardingen en Schiedam) op zijge- sehovcn was onidathet tcduurwa s. (AVij spatieeren, Red.) Do Directeur der Wa terleiding had geen bezwaar tegen de uit monding in de Buitenhaven, do eb zou hot vuil dan toch dadelijk wegvoeren. Men ziet ook liicr nog alleen een ko-tcn- bezwaar tegen uitmonding in do Maas, ter wijl de Directeur der watcrle i- d i n g geen bezwaar heeft tegen uitloozing in de havens. De behandeling van het voorstel werd niet voleindigd, maar op voorstel van den heer mr. v. Briel Sasse, aangehouden tot een vol gende vergadering, opdat de leden gelegen heid zouden krijgen kennis te nemen van s e h r i f t o 1 ij k e adviezen. Dientengevolge verscheen dun ook een prae-ndvics van 33. en „alles heeft het een belangrijk zuiverings proces ondergaan. „Wordt daarentegen direct op de rivier „geloosd, dan zal do vóórzuivering in de ha- „ven in elk geval worden gemist en ïïovon- ,,dien, als in tijden van grootcn afvoer ook „met vloed moet worden uitgelaten, het wa- „ter spoedig bij de waterleiding, die dan „inneemt kunnen komen." liet voorstel kwam in de raadszitting van 23 Juni opnieuw ter sprake en daarbij werd door den heer v. Westendorp gezegd (bladz. 432) „Men moet ook letten op de belangen der „Waterleiding. liet advies der gezondheids commissie en van dc waterleidingsconnnis- „sie, als dat van den bacterioloog, stemden „allen hierin overeen dat 'n uitmonding in „opgehouden tot weer kan ge-puid worden." Dc heer Ris, over zijn vroegere bezwaren heenstappende, meent dat er toch één „maar" aan dit voorstel verbonden blijft, n.l.„de „stank door het brengen der faeealiën in onze „stadsgrachten. Daarop zal natuurlijk de erva- „ring wel antwoord geven." Het antwoord van den heer v. Westendorp daarop luidt niet bemoedigend„Wat de „stank betreft, daarover vult weinig te zeg- „gen; men moet dit afwachten. Wordt wer kelijk de last te groot, dan zal dc uiunon- „ding veranderd moeten worden." In de zitting van 7 Juli kwam het voor- stol betreffende het Singelkwartier aan dc orde en daarbij werd weder gesproken over de iiitloozingspïaats. Daarbij bleek dat de Directeur der waterleiding nu ook bezwaar BE- [Al De argumenten ter verdediging van die 'plaats, schijnen dien leden dus krachtig ge- ifloeg geweest te zijn om hun oppositie daar tegen op te geven, ePrijzel ®at 'lce''fc ons W0' nnt bevreemd, omdat lie argumenten niet allen even steekhou- fdencl bleken en ook niet logisch. Wat toch is hel geval? In hun missive op hot voorstel betreffende lie verbetering der Broersvest, dato 1 Juni, Bijlage pag. 199), schreven B. en W. „Zooveel kunnen wij wel zeggen dat een .persleiding zal moeten worden gelegd 'door Je Broersvest naar dc Buitenhaven, hetzij ,dezc in de Buitenhaven of verder rivieï- ,waarfs zal uitloozen." Toen bestond dus omtrent de plaats van uitloozing nog geen vast besluit. Alleen kan [daaruit gelezen worden dat men die vermoe- '""k wilde houden binnen de sluizen. Door commissie van Gemeentewerken werd in iet op 20 Mei te voren gedateerde rapport Jjlage pag. 203)' gezegd ,",Te tegenwoordige plaats (van het ge- N.maal) zal niet verlaten worden, doch door .eenpersbuis van tenminste 00 c.M. een uit laat vinden, helzij in de rivier, hef zij in dc „Voorhaven of in dc Buitenhaven." Deze commissie zag dus de noodzakelijk- ed nog niet in om (Ie uitloozing binnen Ie sbizen te honden. In ik vergadering van den Gemeenteraad an 9 Juni kwam het voorstel voor de eerst© aal in behandeling cn werd door den lieer erop gewezen dat de uitloozing in d© laven bij do Gezondheidscommissie nog al imaren had gevonden, blijkende uit het dat zij zich om advies had gewend tot tien Inspecteur der Volksgezondheid cn hot- elfde lid sprak nis zijn mooning uit „dat men van de stadsgrnchlen geen st-ink- higrachtcn moet maken"; hij achtte hot wèl zoo goed dn uitloozing te brengen in do iMaas, op eenigen afslund van de waterleiding. Door den lieer v. Westendorp werd daarop fsanhvoord dat het groot© plan, waarop dc jj heer Ris doelde, (uitmonding in de Mans PlAsitM '8 391! 10i. 1/3 snts m I sg® 25, fe was winteravond. Ik' zat rustig in i®ïr kanier cn hield me bezig met het dellen van een groot aantal acles, dio mijn Dond, een bediende van d© bank, mij ■Ij- acht had. Het werk maakt© mij ccnigs- .fws zenuwachtig, to meer, toen ik cr dc •niaal honderd vijftig, do tweed© hónderd. acht en veertig tolde, on cr j®jgenlqk maar honderd veertig moesten f, '0'begon mij ton slotte to vervelen,.en roeide veel lust, al die papieren in «k to werpen. 'j'l' mijn oog bij toeval op een sn: :ör van een nieuw systeem, dien ik agen te voren ten geschenke bad regen; ik had bom tot nog toe gcon »J" waardig gekeurd, .daar ik hom als -sell beschouwde ,(hct was cr een. i men op ecu spil laat overhuifden) >ch had ik hem gevuld mot prach- ij •- ooien kopicer-inkt, onuitwischb'are, |j|i l' Cl' bij tó denken', begon ik nu |j" "'kfkoker op en neer te wippen, tot |J eensklaps, uitschietende, op tafel sprong, ^on mond groote, zwarte stroo- wbraketulo, dikke spatten op mijn pa- W. (bijlage 45) om enkele punten van het voorstel nader toe te lichten en daarin kwam ook Ier sprake de uitloozing der persbuis. B. en W. schrijven daarvan (pag. 243— 2-14) „Zeker zou men ook heL rioolwater recht streeks naar de rivier kunnen brengen. „Doch behalve dat dit veel meer zou kos- „ten heeft de Drinkwaterleiding daar- „tegen bezwaar. „Dc waterleiding toch is in den loop van „den tijd genoodzaakt geworden water ia t© „nemeu bij vloed. Wanneer nu wordt "nitge- „loosd op de havens, binnen do sluizen, kan „bot rioolvoeht alleen met laag water in de „rivier komen en dan nog slechts nadat het „reeds een tijdlang in de haven is opgenomen „geweest cn daar doorheen is gevoerd. „Voordat hot dus dooor de waterleiding „zou kunnen worden ingenomen, is het nog „eerst weer door de eb weggevoerd en dnar- „na door don vloed teruggekomen. Door dit pier werpend, cn, door mijn handen hecn- sehiotcncl, zich vorder op het tapijt ledi gend. Hot ongelukkige voorwerp grijpen en in d© turfmand werpen, was slechts Bet werk van een oogcnblik. Helaas, wat ik in mijn verwarring voor de turfmand aan zag, was het mandje van 'mijn witten poe del. Dc arm© hond, zijn kleed zoo bemorst ziende, rent door d© kanier, Wrijft zich langs de meubels, en springt ten slotte op de canapé, waar hij zich om en om wentelt. Welk een. schouwspel. Toen ik in ij omwendde, wachtte mij een niet minder vreeselijkc aanblik. Mijn ta fel was in een zwart meer herschapen, waarop do papieren dienst deden als sche pen, met do kleinere cr op als passa giers; op het tapijt toekende dc inkt zich af als pon voorwcrcldjijk dier. En mijn banden 1 O! het gezicht daarvan alleen had don moedigste onder U op do vlucht kunnen jagen. Wal to doen bij zoo'n ramp? „Vloeipapier!" riep mijn vriend. Ik zoek vloeipapier. „Mijn sleutels! Waar zijn mijn sleu tels?" O, noodlot! zo moeten in de jas zijn, dio naar ©cn kleermaker is. Onmogelijk om mijn bureau te openen. „de Buitenhaven (bij hot vroegere pa arde dg „water) het minst schadelijk was, terwijl die, „in de Voorhaven gebracht-, groot nadeel zou „opleveren. Ook w a n n e e r d e u i t- „monding, z o o u 1 s in het groote ,,p 1 a n, w c r d g e b r a c h t in de AI a a s „tusschen Schiedam en V I a a r- ,d i n g e n, zou dit n o g n a d e e 1 k 11 n- „nen o p l e v e r o n. (Wij spatieeren. Red.) „Het klinkt vreemd, maar uls er voel regen j „valt, moet bij gemis aan een boezem in „het vioolstelsel direct op do Maas ge- pompt worden, ook bij hoog water en zou „het geloosde rioolvoeht do waterleiding kun- „nen bedreigen. Laat men het vocht in de „Buitenhaven loopen, dan kan geloosd wor- „den bij eb en, indien het water in de Maas „hoog is, worden Buiten- en Lange naven „als boezem gebruikt en liet rioolvoeht dan Deze adviezen zijn heiaas niet gepubli ceerd. Red. En toch, we moeten vloeipapier hebben. Ik zoek overal rond cn werp alles door elkaar. Niets, niets, nic-tsl En mijn vriend gaat maar door met zijn alarmkreten, en do overstrooming wint veld. Do schepen varen hoe langer hoe heter, het beest op het tapijt strekt zijn poolen al verder en verder uit, terwijl er fameuze slagtanden uit zijn. bek komen. 11c begin er do vormen van eein mam- mouth in te herkennen. Half razend, grijp ik naar een hamer, oen verschrikkelijke slag weerklinkt, en het slot van mijn bureau vliegt uit elkaar. Gelijktijdig gaat echter ook hot licht uit. Wat is dat nu weer? Een stuk van mijn arm meubel heeft de leiding vernield cn is oorzaak van dit nieuw© onheil. „Lucifers, spoedig lucifers!" In mijn haast gaan er drie of vier uit, vóór ik or in slaag een kroon aan te steken. Eindelijk, nu bch ik licht, maar nog geen vloeipapier. Toch vind ik een stukje, niet grootor dan mijn hand, en overhandig dit mijn vriend. „Meer, moer!" klinkt hot angstig. N« verlies ik mijn bezinning geheel en grijp con prachtig vloeiboek, dat me den- zclfden morgen door een lief en bemin nelijk (maar zeer opvliegend) meisje is ten geschenke gegeven. had tegen het leggen van de persbuis door den Buitenhavenweg, zoodot ten slotte slechts overbleef de uitloozing to brengen in do kom nabij liet vroegere paardenwater ach ter hot tramhuisje. Zooals men uit deze aanhalingen uit ofl'i- cieele stukken ziet, is er een climax in de bezwaren van den Directeur der waterlehling de commissie is niet over alle punten ge hoord tengevolge waarvan de uitmonding van de persbuis steeds meer naar de stad ge bracht moest worden. "Wij kunnen, wordt werkelijk overgegaan tot uitvoering van het besluit van den Raad om de pershuis in die kom te brengen, daar over niet juichen. Wij zijn overtuigd dat onze havens onoogelijkc open riolen zullen wor den, die hij tijden een geweldigen stank zul len verspreiden. Dit is echter een kwestie, waaromtrent de Directie der Waterleiding zich niet moeilijk maakt; liouwens daarover Zooals ik zeg, grijp ik hot vloeiboek cn zonder aarzelen scheur ik er onbarmhartig do bladen uit. Eindelijk zijn do nieuwe arken NoaolTs uit dozen zondvloed gered, maar in wei kon toestand i En het tapijt! Ik roc'p do meid, maar krijg geen ant woord. Gelukkig herinner ik mij, dat ze in don kelder bezig is. Ik vlug er heen en gelast haar om binnen een halve seconde boven to komen, als zo niet ©ogenblikke lijk wil weggejaagd worden. Zij gehoorzaamt slechts langzaam aan mijn bevel en komt eindelijk zeer kalm binnen. „Wat blieft u, mijnheer?" Ik kan me niet langer inhouden. „Wat ik wil, lui mirakel? dat je terstond vertrekt. Dadelijk, ik wil je niet meer zien." „Heel goed, mijnheer." Zij vertrekt. Daar ben ik nu goed mee gevorderd. Ik doe alles, wat mogelijk is, om te kal- mceren. Ik roep, ik bel. Jetje gaat de deur voorbij, zonder zich ook maar óén ©ogen blik, op te houden. „Jetje, Jetje! kom toch liet tapijt schoon maken." „Ik, mijnheer? Dat kunt ge hegrijpen. U hebt mo immers weggejaagd, ik heli hiclr geen orders meer te ontvangen." zal waar-chijiilijk haar advie» niet gevraagd zijn. Dat de gezondheidscommi.vie over deze zaak niet zoo gemoedelijk is heen gestapt, blijkt uit de gegeven aanhalingen voldoende, Den bacterioloog laat- deze kwestie natuur lijk volmaakt onven-chillig. De Schiedanische burcerij daarentegen gaat de/c kwestie wel degelijk ter harte. Wel zijn de Scluedamsche ingezetenen in de laat ste ja>en getraind in het verdragen van aller lei stanken (men denlce slechts aan de ver branding van vuil op de aschbelt enz.), maar ook op dit gebied zal toch vel een grens zijn die niet mag worden overschreden. Laten we thans eens even wat nader be schouwen dc motieven die de Directie der Waterleiding aanvoert om door een systema tische uitbreiding van bezwaren de uitloo zing tc brengen op dc meest ondoel matige plaats die daarvoor to vin den is. Daarbij is natuurlijk gewezen op de belangen der waterleiding, in de eerst© plaats op het gevaar van verontreiniging der prise d'eau. Op bovenstaand kaartje kan do lezer na gaan do ligging van de havens en van de waterleiding, de buigingen der rivier die sterke bochten maakt aan do Oost- en aan de Westzijde onzer gemeente en waardoor de strooming dan het water geleid wordt in de richting door de pijltjes aangegeven. Duide lijk ziet men daaruit dat de eb het water voert langs den noordelijken en de vloed langs den zuidelijken oever. AHak bij de pri.se d'eau der waterleiding ia vóór 15 jaar een strekdam gelegd die daar alles wat de el) langs den Noordelijken oever aanvoert, in zijn voortgang stuit en ten deele laat neerslaan op de prise d'eau. Weet men nu dat con belangrijk deel van het rioolvoeht van Rotterdam wordt uitge'oosd nabij het park, dan zal men eenigszins kunnen bevroe den welk vuil wij hier meer speciaal op het oog hebben. Neemt men nu Hierbij in aan merking dat de eb het water en wat daarin wordt medegevoerd veel sneller verplaatst dan de vlood, dan komt men tot de conclusie dat de verontreiniging der rivier bovenste,onis in de laatste 15 jaar de waterleiding even zeer heeft bedreigd dan een verontreiniging benedenstrooms op korter afstand zou doen. Tn ons nummer van 21 Juli schreven wij roods Doch. zooals reeds gezegd, de uitloo zing moet geschieden, hij afloopend wa ter. dat al het vuil dadelijk in de rich- finer der 7,ec afvoert. Ten overvloede werkt stroomend water zeer oplossend en des- inl'ecteerend. Dat ook de Directie der wa- forlcidine er zoo over denkt, blijkt wel uit het feit. dat zij de pri«e d'eau heeft gelaten in den hook, waarin het afstroo- rnend water alles heenvoert dat daarmede van Rotterdam komt. Die goede meening omtrent de Directie der waterleiding willen wij ook nu nog niet prijsgeven omdat wij anders tot de conclu sie zouden moeten komen dat zij gedurende die 15 jaren, ten volle bewust, verontreinigd water uit de rivier hoeft doen oppompen, wat zij zelf m: beweert nadeelig te zijn. Trouwen» wij hebben in die jaren niet van ernstige cpidemiën, door dc waterleiding Ver- Zij vciwijdert zich langzaam en statig. Intussehcn moot het monster op het ta pijt toch bedwongen worden! ik roep dus don koetsier, die in den stal bezig is. Hij komt. „Ik kan nu onmogelijk den stal verlaten, mijnnhecr. Ik „Wat, jij ook al? Maak oogcnblikkelijk het tapijt schoon." „Maar, mijnheer „Zult ge nu beginnen, ja of neen?" „JnWt'i, mijnheer, ik zal water halen on oen spons." Maar waar bewaart die duivelseho meid haar sponsen en z.eemen? We gaan mot ons drieën op de jacht en doen onderzoekingstochten, die gelukkig met succes bekroond worden. Eindelijk be gint het veinigingsweik. Nadat er vier om- mors met znvart water weggedragen zijn, is do inkt verdreven, maar de vlek blijft. Lr zijn nu ocnige l'losschen azijn ver bruikt. er zijn eonigo papieren bedorven, is ccn spons, twee handdoeken, een paar pantoffels en een vloeiboek naar do maan, en ik heb er niets bij gewonnen dan een groote vlek op hot tapijt en de won derlijke figuren op de canapé. En den volgenden dag! Om negen uur reeds wordt mejuffrouw R. aangediend. Duivels, het vloeiboek!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1908 | | pagina 5