"Ver weg1. yin. (siot.) BINNENLAND. V V kc m Ml ■awnrtWfcirrm mi ■irfiiifoftin tcnlandsclie periodieken lezen, dat ons leger niet goed' en onze 'vloot nog minder ia, die uit de Kamerverslagen kunnen leeren, lioo slecht vaak de vertegenwoordigers des volks denken over onze verdedigingsmiddelen, wij grijpen al dadelijk in gedachte naar die weer middelen, wanneer er maar kwestie is van een conflict. Hoe moet het dan den Brit, den Franschman, den Dnitseher wel vergaan, die weten dat zij wapenen hebben, welke door de gehecle wereld als vrijwel volmaakt worden beschouwd? Geen wonder dan ook, dat wij in de bui tenlandsche bladen voortdurend aanvallen vinden op de vredesbeweging van menschen, die verwijzen naar 'de Amerikannsche toe stand op bet gebied der buitenlandsche zaken on op <lc gevaarlijke intriges, die met de vre desbeweging verbonden kunnen zijn. Men ver heerlijkt de groote kraehtmenschen als Napo leon, Lütlver en Alexander dc Qrootc, enz., en stelt daartegenover de pacificiston als bloe- deloozc theoretici, als oppervlakkige mannen der wetenschap, die 3e beteekenis van den oorlog niet begrijpen en die het schijnt een mode-uitdrukking to worden niet genoeg ijzer in bun bloed hebben. Met Dostojewsky betreuren zij het gemis aan deugd in oud-Ro- meinsehen zin, bet venhvijnen 'dor 'dapper heid. Zonder deze deugd zoo jammert men gaat bet menseh'dom ten gronde. Zeer zeker is de beteekenis van do volke- renstrijd niet zoo in een paar regels couran tenartikel weg te praten. Enkel kwaa'd is do oorlog zeker niet, evenmin als vroeger, toen bet recht van den sterkste ook tusschen in dividuen besliste, de strijd tusschen de man nen. Doch zonder ons zelf geheel weg te gooien, kunnen wij toch niet beweren, dat het instellen van een rechtsorde in hot particu liere leven, alle goedo eigenschappen van den mensch heeft doen verdwijnen. En als wij dat niet durven beweren ten aanzien van de individuen, waarom zouden wij het dan wel 'doen ton aanzien van de naties, waarom zou daar bet scheppen van een rechtsorde het be gin van het c:ude zijn? Intusschen 'de rc'dcncering der anti-pasificis- ten overtuigt ons evenmin als deze redenee ring hen. Zij kunnen niet overtuigd worden, omdat zij van jongs af in het militaire groot zijn geworden en dus aan een staat zonder militaire inrichtingen niet kunnen gelooven. Maar daarom te meer behooren wij bewonde ring to hebben voor de enkelen, die bui ten hun milieu uitstekend en objectiever waarnemend dan hun omgeving tóch voor do pacifisten-beweging durven getuigen en tóch durven volhouden, dat de aarde zal blij ven draaien, ook al zijn Piekelhauben en pantserschepen afgeschaft. liet lijkt in Duitschland Pruisen speciaal n' even ge waagde bewering als het beroemde „En toch beweegt zij zich" tegenover de menigte, die in haar gemis aan objectiviteit haar aarde als het eenig vaste beschouwde. En toch dur ven mannen als b.v. dc bekende dr. Pacli- nicke ook in Duitschland volhouden, dat er eens een tijd zal komen, dat de laatste der Pruissische officieren voorwerp is van de laatste militaire begrafenis. liet is, gezien wat wij nu dezer dagen bij ons bobben kunnen zien, bewonderenswaar dig. Maar juist, omdat wij nu weer gezien hebben hoe moeiclijk het wel voor de burgers der groote staten moet zijn om in het inter nationale scheidsgerecht to gelooven en voor alles aan dat scheidsgerecht te dcnkerfTvalt 't ons in verdubbelde mate op, hoezeer de bur gers dor kleine staten in hun plicht te kort schieten door niet de gelegenheid, die zij heb ben, om de grootheid dor vredesbeweging te zien, ten volle te gebruiken, door zich niet te organisecrcn en samen te werken om althans in 'de kleine staten een wanne propaganda voor do vredes-idec te maken. Zij vooral zijn in de gelegenheid te begrijpen, zij vooral zijn het, die van de invoering van het recht in de internationale verhouding alles te ho pen, geen enkel nadeel te vreezen hebben. Is het dan verklaarbaar, dat de burgers dier kleine staten niet allang tot elkaar zijn ge komen om een grootsche propaganda voor de wereldvredes-idee op touw te zetten? Of zou het hun ook daarvoor werke lijk aan Voldoende ij /.er i n h u n bloed onthreke n? lang mijn plan de kusten van Brctagnc eens te bezoeken." Een week later bevond men zich op de bad plaats. Dat. Agathe hem haar liefste lachje schonk cn hem met verliefde oogen aankeek, schreef hij toe aan zijn goed uiterlijk, maar dat do oudere, die over een half millioen kon den beschikken, hem zoo aanmoedigden, be greep hij niet best. Op zekeren dag besloot Elector de stoute schoenen dan ook aan tc trekken. „Jonge meisjes zijn dikwijls zoo dweepziek en dwaas," had tante Dufrenne geschreven. Hij naderde juffrouw Malufroy en mom pelde met bevende stem: „Agathe, ik ben zeer ongelukkig." „Gij ongelukkig, en waarom?" „Hebt ge het niet geraden? Ik bemin u „Bemint ge mij, welnu, ga dan papa vra gen of hij u mijn hand wil schenken." Een halt uur later ontvingen huar ouders de blijde tijding. „Wel, goedo vriend," zei papa Malufroy, „wij zijn werkelijk zeer ingenomen met uw voorstel, en ik geloof wek dal Agathe u gene ven is. Er is hier geen sprake van bijbedoe lingen, cn ik vind het 't beste, alvorens de zaak te beslissen, ronduit met u to spreken..." „Daar zal het komen," dacht Hector, „hij wil mij verpletteren onder zijn half millioen, maar ik zal hem vóór zijn." Eu daar Malufroy met zijn zware stom 'doorging„En wat den bruidschat van Agathe aangaat viel Hector hem in de rede: „O, laten we daar niet over sprekenIk ',vcet niet, wat uw dochter heeft, en ik wil het In het Voorloopig Verslag van de Twee de Kamer over hot wetsontwerp, dat het stelsel van' subsidicering van het bizondcr onderwijs uit wil strekken tot de hoogere burgerscholen, is natuurlijk veel polilick cn hoort men de oude argumenten pro en contra die subsidieering, welke we al zoo lang gehoord hebben. Er waren wanmc voorstandei-s van het beginsel, waarvan hot ontwerp uitgaat, en er waren leden, die zich er vlak tegen verklaarden. Men kreeg de oude opmerkingen over den schoolstrijd en don ouden strijd, eenerzijds om het bi- zondor onderwijs zoo weinig mogelijk aan banden tc leggen, anderzijds om waarborgen en nog eens waarborgen te scheppen, dal ook op die bizomlero scholen goed middel- haar onderwijs worde gegeven. Maar toch als men die principeel- politieko bespiegelingen, ter zijde laat en eveneens dc meer technische kwesties over do waarborgen van goed onderwijs over slaat, is er in dit verslag toch nog het een en ander, dat van niet gering publiek belaag is en' dus daaruit wel gereleveerd mag worden. In do eerste plaats vindt men dan een groep leden, dio dit ontwerp niet ingeno menheid begroeten, omdat het zal kunnen leiden tot grooter populariteit van het mid delbaar onderwijs, omdat de tegenstand, the. de openbare hoogere burgerscholen van kerkelijke zijde hebben ondervonden, onder do gewijzigde omstandigheden zal verdwij nen. 'Men meende bovendien, dat door deze wijziging het plan, om van! de toe komstige onderwijzers to cischon dat zij een hoogere burgerschool met driejarigen cursus hebben doorloopen, in de hand zou worden gewerkt Tegenover deze opvatting stond een ge heel andere, die van de invoering van hot ontwerp een achteruitgang van het meer uitgebreid lager ondopwijs vreesde. En velen van hen, dio dezen achteruitgang zouden betreuren, waren te erger togen dit ontwekp geporteerd, omdat zij verwachtten dat do hoogere burgerscholen, althans in haar IcgenVoordigcn vorm, haai' langstem tijd '(hadden) gehad." .Waarom hot meer uitgebreid L'. O. onder 'dit ontwerp zou lijden? Omdat het moet concurrecrcn met het onderwijs, gegeven op do Hoogere Burgerscholen, en omdat dus elke versterking van het middelbaar on derwijs het, onvoldoende met rijkssubsidie bedachte, M. U. L'. O. moet henadeclcn'. In elk geval wenschten deze leden dus een ruimere subsidieering van diit M. U. L. 0., waarvoor zij een warm pleidooi hielden!, dat wel wat vreemd in dit veislag doet maar toch van verschillende zijden blijkbaar mot instemming werd vernomen. Het waren intusschen niet alleen do voor standers van dit onderwijs, die in de in diening van het ontwerp aanleiding vonden om aan te dringen op beter© subsidieering door het Rijk van een tak van. openbaar onderwijs. Ook voor 'de gemeentelijke hoo gere burgerscholen werd vaster rijkssubsi die gevraagd, dat evenzeer direct op dc wel zal moeten berusten als het hier voorgc- stolde rijkssubsidie voor bizonderc hoogere burgerscholen, Thans worden die gemeen foljjko hoogere burgerschplen niet volgens een vast stelsel gesubsidieerd, doch hangt de subsidieering af van de persoonlijke in zichten van ambtenaren en van den mi nister. Volgden do vragers van meer lijksstcun voor do openbare hoogere burgerscholen voor meisjes. Hot is niet twijfelachtig aldus redeneerden deze vragers dat de nu ingediende wet in gelijke male aan de mannelijke als aan de vrouwelijke leerlin gen dor bijzondere hoogere burgerscholen ten goede zal "komen. Maar hoe kan men. dan langer hot openbare middelbare onder wijs voor meisjes in alle opzichten ten ook niet weten. Ik bemin haar en alleen om haarzeive wil ik haar trouwen." „Bravo, jongmcnsch, dat is goed gespro ken, men kan zeggen, dat dit con huwelijk uit louter liefde is." „Mijn hemel, wat kan zoo'n vaidcr zich toch goed houden dacht Hector naar huis gaan dc. „Zou hij nu werkelijk overtuigd zijn, flat ik zijn dochter enkel uit genegenheid neem? De officieele afkondigingen van het huwe lijk hadden plaats gehad cn Hector bleef zijn rol van verliefden jonker goed volhouden. „Lieveling," zei hij eens, „herinner je jo nog wel den avond dat ik je voor het cers! zag?" „Ja, stellig, het was in den schouwburg; wij zaten in de front-loge, en ik had jen -A streepte japon aan, niet waar?" „Ja, en een hoed vol blauwe bloempjes i' „Een hoed met blauwe bloempjes? - Een hoed met blauwe bloempjes? En het uitschaterende van de pret, zei ze: „0, ja, je hebt gelijk, dat was een hoed van mijn nichtje." „Wat zeg je dnnr?" „Nu, zoo erg is het niet; jonge meisjes heb ben wel meer van die dwaze invallen. Wij hadden met elkaar gedineerd, en toen wij ons gingen klaarmaken voor den schouwburg, kwamen wij op de gedachte, elkanders hoed op te zetten." En Hector, die bij deze verklaring van kleur verschoot, had de kracht niet, zelfs maar één woord te uiten. zeerste doen achterstaan, bij dat voor jon gen Do openbare hoogere burgerscholen voor meisjes worden in het geheel niet ge steund door het rijk. Daarin behoorde thans dus ook verandering te worden gebracht, wilde men haar niet achterstellen bij de bizomlero scholen. IJverde men aldus ecnerzijds voor hot openbaar middelbaar onderwijs, anderzijds gelijk wij boven schreven had men het over het faillisement der hoo gere burgerscholen en vond men hot bijgevolg vreemd, dat thans een wets ontwerp ter subsidieering van bi zond ore middelbare scholen werd ingediend, juist op een moment, dat men elk oogenblik van dc befaamde aaneenschakelingscommissie het doodvonnis verwachtte te hooren over liet middelbaar onderwijs van de hoogere burgerscholen in den lmidigen vorm. Uit drukkelijk wordt in het V. V. a'angetcekend, dat onder die twijfelaars krachtige voor standers van hot bizondcr onderwijs behoor den, die met hot oog op deze redenqerinlg liefst niets wilden weten van het uitlokken tot do oprichting van nieuwe bizonderc scholen on tevreden zouden zijn geweest, als het aanhangige wetsontwerp zich haddc bepaald tot hot bevorderen van de verbe tering der positie van do bestaande bizon derc hoogere burgerscholen. In verhand met deze kwestie staat cenigs- zins de vraag, hoe de subsidieering zal worden ingericht voor do zoodanige bizon derc scholen, die een gemengd karakter dra gen, wier eerste drie klassen overeenko men met een II. B. S. met driejarigen cur sus, doch die dan gesplitst worden ineen driejarigen cursus ter opleiding voor 'de universiteit en in een tweejarigen cursus, dio geven moet wat de hoogste twee klas sen van een II. B. S. geven. Dergelijke in richtingen aldus wordt betoogd zullen er meer en! meer verrijzen en toch is to hunnen aanzien deze wet niet duidelijk. Ten slotte willen wij nog een opmerking releveeren, die, hoezeer ©en meer politiek bijsmaakje hebbend, toch ook overigens van niet gcrin'g gewicht is. Verscheiden leden vreesden van hot voorgestelde ontwerp een bcnadeeling van het middelbaar onderwijs, omdat hot in kleinere gemeenten de strek king zou, hebben de krachten te versnip peren. JVaar een openbare hoogere burgerschool onder do oude omstandigheden zou kunnen komen, zal nu wellicht daarvan geen sprake zijn, omdat de voorstanders van een bi zonderc school niet zullen wilSlcn meewer ken. Dc bizonderc scholen- zullen dan vaak, ko.men zij tot stand, te kleine en dus niel goede scholen zijn. En op die scholen zul Ion de andersdenkenden in plaatsen, waar geen openbare burgerschool is, niqt meer per se toegelaten moeten worden, anders dan de oude (ongewijzigde) wet in art. 2' nu nog voorschrijft. De leden, die aldus redeneorden, vonden hun groote bezwaar in het feit, dat anders dan met do openbare lagere school liet geval is, do wel de vestiging van een openbare hoogere burgerschool onder zekere om standigheden niet voorschrijft. Van andere zijde werd hier dan ook als correctief aan do hand gedaan dat de wet dit voortaan wel zou moeten voorschrijven voor gemeen ten van een zeker aantal inwoners of voor gemeenten, die aan zekere voorwaarden vol doen. Hebben wij nog vermeld dat „vele le den" gymnastiek als verplicht leervak voor do bizonderc scholen wilden zien aangege ven, dan hebben wij dc voornaamste opmer kingen van principieeden aard buifton de po litiek, die in dit staatsstuk voorkomen, ge releveerd en kunnen wij voor dc vele bij zonderheden cn voor do opmerkingen over do methode van uitwerking der beginselen verwijzen naar het vrij uitvoerige veislag zelf. Het verre zal weggaan. Nog zijn wij in Lucern, maar het is al de wachtkamer, wij zijn nl in de poort van het prachtige berg land, waarvan de deur dadelijk diclit valt. Ja de wachtkamer van het groote station de ty- pisch-Zwitsorsche Ilébó's, die meer door hun nauwkeurig, vlug en gewillig bedienen dan door hun bekoorlijkheid de aandacht trokken. Verder een tafel met Zwïtsersehe officieren, idealen voor vrijzinnig-democraten. Eerlijk go zegd de hoeren schijnen toch weerimili tarihtisclier dan men hier voor mogelijk zou houden. Er wordt geweldig aangeslagen, complimenten gemaakt, aan- en afgemeld enz. In Nederland zou het niet zoo militaire ment gaan als hier en toch hebben onze officieren iets, wat, de Fransche en Duitsche officieren ook, deze heeren niet hebben Zij hebben niet de spocifiek-militairo distinc tie, zij missen „houding", zij hebben dat gene, wat de gemiddelde Duitsche reserve- officier het vreesclijkc van het vrecselijke vindt: iets van een burger. Maar daar komt do tweetalige portier zijn lijstje namen afdreuncn. Het wordt tijd, al thans voor dezen internationalen trein. Wan neer het in Zwitserland voor een meer natio- nalen trein tijd wordt, weten wij niet. Een of een halve minuut voor het vertrek ziet men de reizigers nog altijd mot benijdbare rust en zolfbeheersching langs den trein loopen om het balcon uit te kiezen, waar men den trein beklimmen zal. Daarentegen komen voor een internationalen trein de reizigers, vooral naar Fransche gewoonten, 'vele minuten te vroeg voor 'de goede plaatsen. Wij zijn binnen in de wagens^, daar korpen onze koffers voorbij. En daar in de verte achter de gebouwen ligt de heerlijkheid van het prachtige Vierwnldstadtermeer, nu onbe reikbaar voor onze oogen. De trein is vrij vol, de conducteurs, die in Zwitserland tot be zoek vnn hun treinen nitnoodigen als de spullebazen voor Nederlandsche kermisten ten, hebben hun geroep gestaakt, daar glijdt de trein vooruit. En nu gaat het bergland verdwijnen. Heerlijk mooi is de altijd zoo in drukwekkende, duistere Pilatus, die zoo vroeg in het jaar nog een groot sneeuwveld op zijn vaak achter wolken verborgen kruin draagt. En wat verder liggen in den geheimzinnigen, paarlemoeren glans van een wondere too ver- wereld in avondstilte de bergen achter het Emmenthal, de geweldigen van het Berner Oberland. Men kan er de oogen niet afhou den, van die geheimzinnig wereld van het hooggebergte daar ver, vreemd als een lucht spiegeling boven het gewone groene bergland van Zwitserland. Verder nog eens de Pilatus, nog eens de Rigi. Zij glijden weg in den afgrond van het verleden, het wondere hoog gebergte in de verte begint meer en meer ineen te smelten met de daar hangende wol ken. En verder vliegt do trein door het mooi- grocne bergland van welvarend Zwitserland. De groote schoolgebouwen, hier en daar plot seling uit het land oprijzend, herinneren u eraan, waar gij zijt. In Lugano was het groote schoolgebouw grooter dan liet grootste hotelpaleis. In 't gehucht Sorengo, vlak daar bij stond op het mooiste gebouw „Casa com munale e scuola." „Gemeentehuis en school men vindt dat in Zwitserland meer. En wij zouden het een symbolische aanwijzing willen vinden, van het gewicht, dat men ginds aan „de school" hecht, indien een andere combinatie, die men in ons land niet zelden vindt die van cafó en gemeentehuis dan niet ook zoude moeten worden be schouwd als een aanduiding, dat wij een café een buitengewoon gewichtige instelling vin den, wat hoogstens slechts ten deolo juist is. Maar de trein holt verder. Nu gaan do ber gen, de echte borgen weg. Wat wij verder zullen zien, zijn min of meer goed gelukte heuvels. Maar niet meer de bergen, de heer lijke booge bergen van dc Alpen, die zooveel aantrekkelijks, zooveel ontzagwekkends, zoo veel groots en moois en eigens hebben, do bergen met hun geheimzinnige 'donkere massa en met de lichtende sneeuw daar hoog, hij de wolken waar het een andore wereld is dan de wereld van de aarde als er ten minste niet een hotel met drie verdiepingen, „baden en lift in het hotel" staat. Do trein holt verder de lange ITauen- steintunnel door en nu zullen wij hen vooreerst niet meer zien, nu is er nog slechts de herinnering aan die vreemd' aantrekkelijke tooVerwcreld der hooge bergen en de hoop, dat het niet al te lang zal duren, voordat wij weer met tranen in de oogen voor het eerste in de verte, nauwelijks nog te onderscheiden, de vreemde effecten van paarlemoer licht zul len raden, die alleen in de hooge bergen to vinden zijn. De trein rolt vooit. Daar komt do oude, goccle Rijn, in de verte de bolle ruggen der bergen, nu heuvels, van hot Zwarte Woud en weldra de eerste huizen van Bazel. Bazel is een Zwitsersch-Duitsche stad, niet vooral een vreemdelingcn-scheerderij. Aan het station lijkt het er wel op. Doch wat verderop is het een stille provinciestad, matig amusant en matig interessant. Behalve voor den schiklerijenbewondcraar. Daar is Böcklin. En nu heeft Böcklin voor den gewonen schil derijen zienden-dillettant alles tegen. Hij maakt prentjes cn hij wordt in Duitschland zoo bewonderd. Men komt dus met ecu voor gevoel van een geüsurpeerde reputatie voor de werken van dezen poligen Zwitser. Doch wij kunnen ons niet denken, dat het lang zal duren of het voorgevoel heeft zijn ontslag, Neen, dat is prachtig, dat is groot werk. Het is echt. schilderwerk. Maar ook grootsch van compositie. Alles, dc kleuren, de teeke- ning, de voorstelling, nllcs werkt nice tot het geven vnn 'n machtige ontroering, die ons het grootst scheen bij -een mooi gecomponeerd cn vrij bekend stuk, „de Najndc", hetwelk een diepen indruk maakt. Waarlijk, wie Bazel passeert en van schilderijen houdt,, verzuime Böcklin niet. En voort rolt de trein. Tn ons is nog de herinnering aan de groote bergen en daarbui ten slechts de vriendelijke heuvels der Vo gezen en in de verte het Zwarte Woud en overal, zwaardrukkend, de warme zomerlucht van het lage land. Eindelijk na veel warm land komt Se ver lossing uit de treinopsluiting in een Frank- fortsch hotel. De mooie, gezellige stad mist haar uitwerking niet. En 's avonds in de Palmengarton die met zijn nieuwe kassen thans ook als Palmengarton hoogst merk waardig is is 't een stukje mondaine groote stadsleven, lepeltikkend gesoupccr op dc ter rassen tusschen het va et vient Van de goed aangedane menigte en het gespeel van een hier te serieus doend orkest, een aangename vorfrissehing in het terreingedreun. Den volgenden morgen nieuw gedreun. Een zeer geringe hijslag op ons retourbiljet Zwit serlandHolland (een Umrcisckarte ti M. 1.80 meenen wij) heeft ons in staat gesteld van Worm3 over Frankfort naar Wiesbaden om tc reizen buiten ons eigenlijk traject. Doch nu zijn wij weer op het gewone tra ject. De Rijn lijkt klein, de bergen verdwij nen. Keulen, Diisseldorf, Oberhausen, Neder land nadert, eindelijk Zevennar en de ietwat slappe maar gezellige gemoedelijkheid van de Lage landen omvat ons weer. En van het ver-weg is gebleven de herin nering aan' een heerlijke uitspanning in de niet allcdaagsche grootheid van het hooge bergland. Personalia, Bij Kon. besl. vim 30 dezer is, met in gang van 1 Augustus: lo. aan mr. J. J. de Meijier, op zijn va zoek, een eervol ontslag verleend uit zijn trekking vnn procureur-generaal bij llet Ec' rechtshof te Arnhem, tevens belast met de functiën van directeur van politie in het ra sort van dat gerechtshof, onder dankbetui ging voor de vele en gewichtige diensten aai, Ilaro Majestei en aan den lande bewezen 2. benoemd tot procureur-generaal bij'het gerechtshof te Arnhem, mr. J. Ph. Casten, dijk, thans advocaat-generaal bij gemeld i>( rechtshofS 3. tijdelijk belust met de functie van direc- tour van politie voor het ressort van liet ge. rechtshof te Arnhem, inr, J. Ph. Cnstendijk benoemd procureur-generaal bij dat gerechts' hof. "West-Sumatra. Blijkens een officieel Indisch telegram heeft de bevolking Van de larns Knpan (on- dcrafdeeling oud-Agam, residentie Pndan». sclie bovenlanden), waaronder 500' vrouwen een door ambtenaren en door officieren bijms- woond onderwerpingsfeest gevierd. De stem. nring was zeer goed. De bezetting van Knmnng, gelegen in de- zelfe onderafdeeling, is opgeheven. Nederland en Venezuela, Reutor seint uit Caracas: President Castro heeft het exequatur or trokken aan allo Nederlandsche consuls e vice-cor.suls (dat wil dus zeggen, aan d do c.onsuls to Barcelona, Caracas, La Gua- ra on Maracaibo, eit aan de vice-consu' to Ciudad-Bolivar, Coro en Porto Cabellt Red.) Do minister van buitorilandsche zakei dr. Paul, heeft aan Nederland medegedee! wat hij noemt de beleedigingen, Ve-nezuel aangedaan, nl. de belccdiging van minista resident De Reus; het feit, dat de „Gelde- land" de Venezolaansche vlag niet gesa lueerd heeft; de aanval op don Venezo- laanschen consul te Willemstad; de woldpleging tegen het consulaat ten de schennis van het consulaire wapen. Het maritiem commando in Wcst-Indié. Bij Kon. besl. van 30 dezer is mot AugustusI lo. do kapitein ter zee W. A. Mouton eervol ontheven van het bevel van Hr. Ms pantserschip „Heemskerck" 2o. de kapitein ter zee J. B. Snethlage eervol ontheven van het hevel over Hr. Ms wachtschip to Willemsoord; 3o. liet hovel over Hr. Ms. pantscrschip Heemskerck" opgedragen aan den kapitein ter zeo J. B. Snethlage; 4o. het bevel over Ilr. Ms. wachtschip to Willemsoord tijdelijk opgedragen aan den kapitein tor zee R. O. J. Verschoor, Bij Kon. besl. van 30 dozer is: lo. de kapitein too- zee Wj. D. baron van As beek eervol ontheven van het be vel over Hr. Ma. pantserdckschip „Gelder land", met den datum, waarop hij dat be vel aan zijn opvolger zal overgeven; 2o. met dien datum liet bevel over noemden bodem opgedragen aan den kap- tein ter zee G. P. van Heeking Coler.bran- dor. 1 De benoeming van den kapitein ter zeet ,T. B. Snethlage, tot commandant van M pantserschip „Heemskerck", dat 11 Augus tus a.s. naar WesiMndië vertrekt, is ecc aanwijzing dat de ïcgeering, overeenkom stig dc mededecling van den minister van buitenlandsche. zaken, haar handelingen nauwgezet overweegt, cn niet nlleofn op het lieden het oog heeft. De kolonel Snethlage is toch de oudste ia zijn rang cn komt hij de eerstvolgende mu tatie in do hoogere rangen der marine in aanmerking voor bevordering tot schout-bij- nacht. Mocht jiu een verdere versterking der scheepsmacht in do Caraïbische noodig worden, en daarmee dc noodzakelijk heid ontstaan het bevel over die grootore vlootafdeeling op te dragen aan een vlag officier, dan heeft men don kolonel Sneth- lage eventueel slechts te bevorderen om, zonder een verwisseling in het cainmondo, tot den gewenschtcn toestand te kom® Daarmede zal 'dan vermeden worden h® geen in 1305 in Oosf-laulië is geschied, toen het eskader aldaar, b\j dc handha'v'inS('er neutraliteit in 'den Russisch-Japansc-heii oor log, op 8 schepen gebracht werd en »!i Nederland een schout-bij-nacht werd gezo» den, om hot bevel daarover te voeren. lk°r uien maatregel toch moest de voor het k vel over het eskader reeds aangewez® kapitein Ier zee, een bekwaam cn verb® stel ijk hoofdofficier, als ondergeschikt com mandant blijven 'dienen. Do kapitein ter zee J. B. Snethlage -* broeder van 'den vice-admiraal, dio tb® commandant dor zeemacht in Nedcrl.Jnb# is kent de Wcst-Indischo toestanden zaken uit vroegere verblijven aldaar. commandant van He „Sommelsdijk stalionscommandant van Curacao, wad j van Juli 1898 tot Juni 1899 in West-U» en als commandant van de „Friesland ïC toefde hij in het begin van 1906 nognM' eenigc maanden in de Cura<?aosche v'JJ ren. Do kolonel Snethlage is 62 jaar o« Nu de gespannen verhouding tosscb® Nederland on Venezuela meer ein ernstig karakter aanpeenit, willen mj i k In pa pa ty ui bl ui be ba kr pe en sc zi< dii en na wj ba m( pei bn kei kei bic pei hel sp< me rus 1 nei me kei Pi cee slu si© gai jon i 18, lier ik - pijn 0 i me Wa verr bed tirin bezi opgt voel hier aan resu iren mij pen mijn voet wore stel kid scha mak D vert< denli Rug (lat kt moei Deze geen D, julfn goed eet o den di Mi del t „cvci IV geen nierci fijn krijg! ving! scliiei De jpmpa fgebol 'i Coate lkunst ken v \S. II lan b In riens (ca. 1 naae- like! die b td«ch ;Uuits K>n e ^urip plarer Latijn iiSpcc

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1908 | | pagina 6