"Ver weg1.
yin. (siot.)
BINNENLAND.
V
V
kc
m
Ml
■awnrtWfcirrm mi ■irfiiifoftin
tcnlandsclie periodieken lezen, dat ons leger
niet goed' en onze 'vloot nog minder ia, die
uit de Kamerverslagen kunnen leeren, lioo
slecht vaak de vertegenwoordigers des volks
denken over onze verdedigingsmiddelen, wij
grijpen al dadelijk in gedachte naar die weer
middelen, wanneer er maar kwestie is van
een conflict. Hoe moet het dan den Brit, den
Franschman, den Dnitseher wel vergaan, die
weten dat zij wapenen hebben, welke door de
gehecle wereld als vrijwel volmaakt worden
beschouwd?
Geen wonder dan ook, dat wij in de bui
tenlandsche bladen voortdurend aanvallen
vinden op de vredesbeweging van menschen,
die verwijzen naar 'de Amerikannsche toe
stand op bet gebied der buitenlandsche zaken
on op <lc gevaarlijke intriges, die met de vre
desbeweging verbonden kunnen zijn. Men ver
heerlijkt de groote kraehtmenschen als Napo
leon, Lütlver en Alexander dc Qrootc, enz.,
en stelt daartegenover de pacificiston als bloe-
deloozc theoretici, als oppervlakkige mannen
der wetenschap, die 3e beteekenis van den
oorlog niet begrijpen en die het schijnt een
mode-uitdrukking to worden niet genoeg
ijzer in bun bloed hebben. Met Dostojewsky
betreuren zij het gemis aan deugd in oud-Ro-
meinsehen zin, bet venhvijnen 'dor 'dapper
heid. Zonder deze deugd zoo jammert men
gaat bet menseh'dom ten gronde.
Zeer zeker is de beteekenis van do volke-
renstrijd niet zoo in een paar regels couran
tenartikel weg te praten. Enkel kwaa'd is do
oorlog zeker niet, evenmin als vroeger, toen
bet recht van den sterkste ook tusschen in
dividuen besliste, de strijd tusschen de man
nen. Doch zonder ons zelf geheel weg te
gooien, kunnen wij toch niet beweren, dat het
instellen van een rechtsorde in hot particu
liere leven, alle goedo eigenschappen van den
mensch heeft doen verdwijnen. En als wij
dat niet durven beweren ten aanzien van de
individuen, waarom zouden wij het dan wel
'doen ton aanzien van de naties, waarom zou
daar bet scheppen van een rechtsorde het be
gin van het c:ude zijn?
Intusschen 'de rc'dcncering der anti-pasificis-
ten overtuigt ons evenmin als deze redenee
ring hen. Zij kunnen niet overtuigd worden,
omdat zij van jongs af in het militaire groot
zijn geworden en dus aan een staat zonder
militaire inrichtingen niet kunnen gelooven.
Maar daarom te meer behooren wij bewonde
ring to hebben voor de enkelen, die bui
ten hun milieu uitstekend en objectiever
waarnemend dan hun omgeving tóch voor
do pacifisten-beweging durven getuigen en
tóch durven volhouden, dat de aarde zal blij
ven draaien, ook al zijn Piekelhauben en
pantserschepen afgeschaft. liet lijkt in
Duitschland Pruisen speciaal n' even ge
waagde bewering als het beroemde „En toch
beweegt zij zich" tegenover de menigte, die
in haar gemis aan objectiviteit haar aarde
als het eenig vaste beschouwde. En toch dur
ven mannen als b.v. dc bekende dr. Pacli-
nicke ook in Duitschland volhouden, dat er
eens een tijd zal komen, dat de laatste der
Pruissische officieren voorwerp is van de
laatste militaire begrafenis.
liet is, gezien wat wij nu dezer dagen bij
ons bobben kunnen zien, bewonderenswaar
dig. Maar juist, omdat wij nu weer gezien
hebben hoe moeiclijk het wel voor de burgers
der groote staten moet zijn om in het inter
nationale scheidsgerecht to gelooven en voor
alles aan dat scheidsgerecht te dcnkerfTvalt 't
ons in verdubbelde mate op, hoezeer de bur
gers dor kleine staten in hun plicht te kort
schieten door niet de gelegenheid, die zij heb
ben, om de grootheid dor vredesbeweging te
zien, ten volle te gebruiken, door zich niet te
organisecrcn en samen te werken om althans
in 'de kleine staten een wanne propaganda
voor do vredes-idec te maken. Zij vooral
zijn in de gelegenheid te begrijpen, zij vooral
zijn het, die van de invoering van het recht
in de internationale verhouding alles te ho
pen, geen enkel nadeel te vreezen hebben.
Is het dan verklaarbaar, dat de burgers dier
kleine staten niet allang tot elkaar zijn ge
komen om een grootsche propaganda voor de
wereldvredes-idee op touw te zetten?
Of zou het hun ook daarvoor werke
lijk aan Voldoende ij /.er i n h u n bloed
onthreke n?
lang mijn plan de kusten van Brctagnc eens
te bezoeken."
Een week later bevond men zich op de bad
plaats. Dat. Agathe hem haar liefste lachje
schonk cn hem met verliefde oogen aankeek,
schreef hij toe aan zijn goed uiterlijk, maar
dat do oudere, die over een half millioen kon
den beschikken, hem zoo aanmoedigden, be
greep hij niet best.
Op zekeren dag besloot Elector de stoute
schoenen dan ook aan tc trekken.
„Jonge meisjes zijn dikwijls zoo dweepziek
en dwaas," had tante Dufrenne geschreven.
Hij naderde juffrouw Malufroy en mom
pelde met bevende stem:
„Agathe, ik ben zeer ongelukkig."
„Gij ongelukkig, en waarom?"
„Hebt ge het niet geraden? Ik bemin u
„Bemint ge mij, welnu, ga dan papa vra
gen of hij u mijn hand wil schenken."
Een halt uur later ontvingen huar ouders
de blijde tijding.
„Wel, goedo vriend," zei papa Malufroy,
„wij zijn werkelijk zeer ingenomen met uw
voorstel, en ik geloof wek dal Agathe u gene
ven is. Er is hier geen sprake van bijbedoe
lingen, cn ik vind het 't beste, alvorens de
zaak te beslissen, ronduit met u to spreken..."
„Daar zal het komen," dacht Hector, „hij
wil mij verpletteren onder zijn half millioen,
maar ik zal hem vóór zijn."
Eu daar Malufroy met zijn zware stom
'doorging„En wat den bruidschat van Agathe
aangaat viel Hector hem in de rede:
„O, laten we daar niet over sprekenIk
',vcet niet, wat uw dochter heeft, en ik wil het
In het Voorloopig Verslag van de Twee
de Kamer over hot wetsontwerp, dat het
stelsel van' subsidicering van het bizondcr
onderwijs uit wil strekken tot de hoogere
burgerscholen, is natuurlijk veel polilick
cn hoort men de oude argumenten pro en
contra die subsidieering, welke we al zoo
lang gehoord hebben. Er waren wanmc
voorstandei-s van het beginsel, waarvan hot
ontwerp uitgaat, en er waren leden, die
zich er vlak tegen verklaarden. Men kreeg
de oude opmerkingen over den schoolstrijd
en don ouden strijd, eenerzijds om het bi-
zondor onderwijs zoo weinig mogelijk aan
banden tc leggen, anderzijds om waarborgen
en nog eens waarborgen te scheppen, dal
ook op die bizomlero scholen goed middel-
haar onderwijs worde gegeven.
Maar toch als men die principeel-
politieko bespiegelingen, ter zijde laat en
eveneens dc meer technische kwesties over
do waarborgen van goed onderwijs over
slaat, is er in dit verslag toch nog het een
en ander, dat van niet gering publiek belaag
is en' dus daaruit wel gereleveerd mag
worden.
In do eerste plaats vindt men dan een
groep leden, dio dit ontwerp niet ingeno
menheid begroeten, omdat het zal kunnen
leiden tot grooter populariteit van het mid
delbaar onderwijs, omdat de tegenstand, the.
de openbare hoogere burgerscholen van
kerkelijke zijde hebben ondervonden, onder
do gewijzigde omstandigheden zal verdwij
nen. 'Men meende bovendien, dat door
deze wijziging het plan, om van! de toe
komstige onderwijzers to cischon dat zij
een hoogere burgerschool met driejarigen
cursus hebben doorloopen, in de hand zou
worden gewerkt
Tegenover deze opvatting stond een ge
heel andere, die van de invoering van hot
ontwerp een achteruitgang van het meer
uitgebreid lager ondopwijs vreesde. En velen
van hen, dio dezen achteruitgang zouden
betreuren, waren te erger togen dit ontwekp
geporteerd, omdat zij verwachtten dat do
hoogere burgerscholen, althans in haar
IcgenVoordigcn vorm, haai' langstem tijd
'(hadden) gehad."
.Waarom hot meer uitgebreid L'. O. onder
'dit ontwerp zou lijden? Omdat het moet
concurrecrcn met het onderwijs, gegeven
op do Hoogere Burgerscholen, en omdat dus
elke versterking van het middelbaar on
derwijs het, onvoldoende met rijkssubsidie
bedachte, M. U. L'. O. moet henadeclcn'.
In elk geval wenschten deze leden dus
een ruimere subsidieering van diit M. U.
L. 0., waarvoor zij een warm pleidooi
hielden!, dat wel wat vreemd in dit veislag
doet maar toch van verschillende zijden
blijkbaar mot instemming werd vernomen.
Het waren intusschen niet alleen do voor
standers van dit onderwijs, die in de in
diening van het ontwerp aanleiding vonden
om aan te dringen op beter© subsidieering
door het Rijk van een tak van. openbaar
onderwijs. Ook voor 'de gemeentelijke hoo
gere burgerscholen werd vaster rijkssubsi
die gevraagd, dat evenzeer direct op dc wel
zal moeten berusten als het hier voorgc-
stolde rijkssubsidie voor bizonderc hoogere
burgerscholen, Thans worden die gemeen
foljjko hoogere burgerschplen niet volgens
een vast stelsel gesubsidieerd, doch hangt
de subsidieering af van de persoonlijke in
zichten van ambtenaren en van den mi
nister.
Volgden do vragers van meer lijksstcun
voor do openbare hoogere burgerscholen
voor meisjes. Hot is niet twijfelachtig
aldus redeneerden deze vragers dat de
nu ingediende wet in gelijke male aan de
mannelijke als aan de vrouwelijke leerlin
gen dor bijzondere hoogere burgerscholen
ten goede zal "komen. Maar hoe kan men.
dan langer hot openbare middelbare onder
wijs voor meisjes in alle opzichten ten
ook niet weten. Ik bemin haar en alleen om
haarzeive wil ik haar trouwen."
„Bravo, jongmcnsch, dat is goed gespro
ken, men kan zeggen, dat dit con huwelijk uit
louter liefde is."
„Mijn hemel, wat kan zoo'n vaidcr zich toch
goed houden dacht Hector naar huis gaan
dc. „Zou hij nu werkelijk overtuigd zijn, flat
ik zijn dochter enkel uit genegenheid neem?
De officieele afkondigingen van het huwe
lijk hadden plaats gehad cn Hector bleef zijn
rol van verliefden jonker goed volhouden.
„Lieveling," zei hij eens, „herinner je jo
nog wel den avond dat ik je voor het cers!
zag?"
„Ja, stellig, het was in den schouwburg;
wij zaten in de front-loge, en ik had jen -A
streepte japon aan, niet waar?"
„Ja, en een hoed vol blauwe bloempjes i'
„Een hoed met blauwe bloempjes? -
Een hoed met blauwe bloempjes?
En het uitschaterende van de pret, zei ze:
„0, ja, je hebt gelijk, dat was een hoed van
mijn nichtje."
„Wat zeg je dnnr?"
„Nu, zoo erg is het niet; jonge meisjes heb
ben wel meer van die dwaze invallen. Wij
hadden met elkaar gedineerd, en toen wij ons
gingen klaarmaken voor den schouwburg,
kwamen wij op de gedachte, elkanders hoed
op te zetten."
En Hector, die bij deze verklaring van
kleur verschoot, had de kracht niet, zelfs
maar één woord te uiten.
zeerste doen achterstaan, bij dat voor jon
gen Do openbare hoogere burgerscholen
voor meisjes worden in het geheel niet ge
steund door het rijk. Daarin behoorde thans
dus ook verandering te worden gebracht,
wilde men haar niet achterstellen bij de
bizomlero scholen.
IJverde men aldus ecnerzijds voor hot
openbaar middelbaar onderwijs, anderzijds
gelijk wij boven schreven had men
het over het faillisement der hoo
gere burgerscholen en vond men hot
bijgevolg vreemd, dat thans een wets
ontwerp ter subsidieering van bi zond ore
middelbare scholen werd ingediend, juist
op een moment, dat men elk oogenblik van
dc befaamde aaneenschakelingscommissie
het doodvonnis verwachtte te hooren over
liet middelbaar onderwijs van de hoogere
burgerscholen in den lmidigen vorm. Uit
drukkelijk wordt in het V. V. a'angetcekend,
dat onder die twijfelaars krachtige voor
standers van hot bizondcr onderwijs behoor
den, die met hot oog op deze redenqerinlg
liefst niets wilden weten van het uitlokken
tot do oprichting van nieuwe bizonderc
scholen on tevreden zouden zijn geweest,
als het aanhangige wetsontwerp zich haddc
bepaald tot hot bevorderen van de verbe
tering der positie van do bestaande bizon
derc hoogere burgerscholen.
In verhand met deze kwestie staat cenigs-
zins de vraag, hoe de subsidieering zal
worden ingericht voor do zoodanige bizon
derc scholen, die een gemengd karakter dra
gen, wier eerste drie klassen overeenko
men met een II. B. S. met driejarigen cur
sus, doch die dan gesplitst worden ineen
driejarigen cursus ter opleiding voor 'de
universiteit en in een tweejarigen cursus,
dio geven moet wat de hoogste twee klas
sen van een II. B. S. geven. Dergelijke in
richtingen aldus wordt betoogd zullen
er meer en! meer verrijzen en toch is to
hunnen aanzien deze wet niet duidelijk.
Ten slotte willen wij nog een opmerking
releveeren, die, hoezeer ©en meer politiek
bijsmaakje hebbend, toch ook overigens van
niet gcrin'g gewicht is. Verscheiden leden
vreesden van hot voorgestelde ontwerp een
bcnadeeling van het middelbaar onderwijs,
omdat hot in kleinere gemeenten de strek
king zou, hebben de krachten te versnip
peren.
JVaar een openbare hoogere burgerschool
onder do oude omstandigheden zou kunnen
komen, zal nu wellicht daarvan geen sprake
zijn, omdat de voorstanders van een bi
zonderc school niet zullen wilSlcn meewer
ken. Dc bizonderc scholen- zullen dan vaak,
ko.men zij tot stand, te kleine en dus niel
goede scholen zijn. En op die scholen zul
Ion de andersdenkenden in plaatsen, waar
geen openbare burgerschool is, niqt meer
per se toegelaten moeten worden, anders
dan de oude (ongewijzigde) wet in art. 2'
nu nog voorschrijft.
De leden, die aldus redeneorden, vonden
hun groote bezwaar in het feit, dat anders
dan met do openbare lagere school liet geval
is, do wel de vestiging van een openbare
hoogere burgerschool onder zekere om
standigheden niet voorschrijft. Van andere
zijde werd hier dan ook als correctief aan
do hand gedaan dat de wet dit voortaan
wel zou moeten voorschrijven voor gemeen
ten van een zeker aantal inwoners of voor
gemeenten, die aan zekere voorwaarden vol
doen.
Hebben wij nog vermeld dat „vele le
den" gymnastiek als verplicht leervak voor
do bizonderc scholen wilden zien aangege
ven, dan hebben wij dc voornaamste opmer
kingen van principieeden aard buifton de po
litiek, die in dit staatsstuk voorkomen, ge
releveerd en kunnen wij voor dc vele bij
zonderheden cn voor do opmerkingen over
do methode van uitwerking der beginselen
verwijzen naar het vrij uitvoerige veislag
zelf.
Het verre zal weggaan. Nog zijn wij in
Lucern, maar het is al de wachtkamer, wij
zijn nl in de poort van het prachtige berg
land, waarvan de deur dadelijk diclit valt. Ja
de wachtkamer van het groote station de ty-
pisch-Zwitsorsche Ilébó's, die meer door hun
nauwkeurig, vlug en gewillig bedienen dan
door hun bekoorlijkheid de aandacht trokken.
Verder een tafel met Zwïtsersehe officieren,
idealen voor vrijzinnig-democraten. Eerlijk go
zegd de hoeren schijnen toch weerimili
tarihtisclier dan men hier voor mogelijk zou
houden. Er wordt geweldig aangeslagen,
complimenten gemaakt, aan- en afgemeld
enz. In Nederland zou het niet zoo militaire
ment gaan als hier en toch hebben onze
officieren iets, wat, de Fransche en Duitsche
officieren ook, deze heeren niet hebben
Zij hebben niet de spocifiek-militairo distinc
tie, zij missen „houding", zij hebben dat
gene, wat de gemiddelde Duitsche reserve-
officier het vreesclijkc van het vrecselijke
vindt: iets van een burger.
Maar daar komt do tweetalige portier zijn
lijstje namen afdreuncn. Het wordt tijd, al
thans voor dezen internationalen trein. Wan
neer het in Zwitserland voor een meer natio-
nalen trein tijd wordt, weten wij niet. Een
of een halve minuut voor het vertrek ziet men
de reizigers nog altijd mot benijdbare rust
en zolfbeheersching langs den trein loopen
om het balcon uit te kiezen, waar men den
trein beklimmen zal. Daarentegen komen
voor een internationalen trein de reizigers,
vooral naar Fransche gewoonten, 'vele minuten
te vroeg voor 'de goede plaatsen.
Wij zijn binnen in de wagens^, daar korpen
onze koffers voorbij. En daar in de verte
achter de gebouwen ligt de heerlijkheid van
het prachtige Vierwnldstadtermeer, nu onbe
reikbaar voor onze oogen. De trein is vrij vol,
de conducteurs, die in Zwitserland tot be
zoek vnn hun treinen nitnoodigen als de
spullebazen voor Nederlandsche kermisten
ten, hebben hun geroep gestaakt, daar glijdt
de trein vooruit. En nu gaat het bergland
verdwijnen. Heerlijk mooi is de altijd zoo in
drukwekkende, duistere Pilatus, die zoo vroeg
in het jaar nog een groot sneeuwveld op zijn
vaak achter wolken verborgen kruin draagt.
En wat verder liggen in den geheimzinnigen,
paarlemoeren glans van een wondere too ver-
wereld in avondstilte de bergen achter het
Emmenthal, de geweldigen van het Berner
Oberland. Men kan er de oogen niet afhou
den, van die geheimzinnig wereld van het
hooggebergte daar ver, vreemd als een lucht
spiegeling boven het gewone groene bergland
van Zwitserland. Verder nog eens de Pilatus,
nog eens de Rigi. Zij glijden weg in den
afgrond van het verleden, het wondere hoog
gebergte in de verte begint meer en meer
ineen te smelten met de daar hangende wol
ken. En verder vliegt do trein door het mooi-
grocne bergland van welvarend Zwitserland.
De groote schoolgebouwen, hier en daar plot
seling uit het land oprijzend, herinneren u
eraan, waar gij zijt. In Lugano was het
groote schoolgebouw grooter dan liet grootste
hotelpaleis. In 't gehucht Sorengo, vlak daar
bij stond op het mooiste gebouw „Casa com
munale e scuola." „Gemeentehuis en school
men vindt dat in Zwitserland meer. En
wij zouden het een symbolische aanwijzing
willen vinden, van het gewicht, dat men ginds
aan „de school" hecht, indien een andere
combinatie, die men in ons land niet zelden
vindt die van cafó en gemeentehuis
dan niet ook zoude moeten worden be
schouwd als een aanduiding, dat wij een café
een buitengewoon gewichtige instelling vin
den, wat hoogstens slechts ten deolo juist is.
Maar de trein holt verder. Nu gaan do ber
gen, de echte borgen weg. Wat wij verder
zullen zien, zijn min of meer goed gelukte
heuvels. Maar niet meer de bergen, de heer
lijke booge bergen van dc Alpen, die zooveel
aantrekkelijks, zooveel ontzagwekkends, zoo
veel groots en moois en eigens hebben, do
bergen met hun geheimzinnige 'donkere massa
en met de lichtende sneeuw daar hoog, hij
de wolken waar het een andore wereld is dan
de wereld van de aarde als er ten
minste niet een hotel met drie verdiepingen,
„baden en lift in het hotel" staat.
Do trein holt verder de lange ITauen-
steintunnel door en nu zullen wij hen
vooreerst niet meer zien, nu is er nog slechts
de herinnering aan die vreemd' aantrekkelijke
tooVerwcreld der hooge bergen en de hoop,
dat het niet al te lang zal duren, voordat wij
weer met tranen in de oogen voor het eerste
in de verte, nauwelijks nog te onderscheiden,
de vreemde effecten van paarlemoer licht zul
len raden, die alleen in de hooge bergen to
vinden zijn.
De trein rolt vooit. Daar komt do oude,
goccle Rijn, in de verte de bolle ruggen der
bergen, nu heuvels, van hot Zwarte Woud
en weldra de eerste huizen van Bazel.
Bazel is een Zwitsersch-Duitsche stad,
niet vooral een vreemdelingcn-scheerderij.
Aan het station lijkt het er wel op. Doch wat
verderop is het een stille provinciestad, matig
amusant en matig interessant. Behalve voor
den schiklerijenbewondcraar. Daar is Böcklin.
En nu heeft Böcklin voor den gewonen schil
derijen zienden-dillettant alles tegen. Hij
maakt prentjes cn hij wordt in Duitschland
zoo bewonderd. Men komt dus met ecu voor
gevoel van een geüsurpeerde reputatie voor
de werken van dezen poligen Zwitser. Doch
wij kunnen ons niet denken, dat het lang zal
duren of het voorgevoel heeft zijn ontslag,
Neen, dat is prachtig, dat is groot werk.
Het is echt. schilderwerk. Maar ook grootsch
van compositie. Alles, dc kleuren, de teeke-
ning, de voorstelling, nllcs werkt nice tot het
geven vnn 'n machtige ontroering, die ons het
grootst scheen bij -een mooi gecomponeerd cn
vrij bekend stuk, „de Najndc", hetwelk een
diepen indruk maakt. Waarlijk, wie Bazel
passeert en van schilderijen houdt,, verzuime
Böcklin niet.
En voort rolt de trein. Tn ons is nog de
herinnering aan de groote bergen en daarbui
ten slechts de vriendelijke heuvels der Vo
gezen en in de verte het Zwarte Woud en
overal, zwaardrukkend, de warme zomerlucht
van het lage land.
Eindelijk na veel warm land komt Se ver
lossing uit de treinopsluiting in een Frank-
fortsch hotel. De mooie, gezellige stad mist
haar uitwerking niet. En 's avonds in de
Palmengarton die met zijn nieuwe kassen
thans ook als Palmengarton hoogst merk
waardig is is 't een stukje mondaine groote
stadsleven, lepeltikkend gesoupccr op dc ter
rassen tusschen het va et vient Van de goed
aangedane menigte en het gespeel van een
hier te serieus doend orkest, een aangename
vorfrissehing in het terreingedreun.
Den volgenden morgen nieuw gedreun. Een
zeer geringe hijslag op ons retourbiljet Zwit
serlandHolland (een Umrcisckarte ti M.
1.80 meenen wij) heeft ons in staat gesteld
van Worm3 over Frankfort naar Wiesbaden
om tc reizen buiten ons eigenlijk traject.
Doch nu zijn wij weer op het gewone tra
ject. De Rijn lijkt klein, de bergen verdwij
nen. Keulen, Diisseldorf, Oberhausen, Neder
land nadert, eindelijk Zevennar en de ietwat
slappe maar gezellige gemoedelijkheid van
de Lage landen omvat ons weer.
En van het ver-weg is gebleven de herin
nering aan' een heerlijke uitspanning in de
niet allcdaagsche grootheid van het hooge
bergland.
Personalia,
Bij Kon. besl. vim 30 dezer is, met in
gang van 1 Augustus:
lo. aan mr. J. J. de Meijier, op zijn va
zoek, een eervol ontslag verleend uit zijn
trekking vnn procureur-generaal bij llet Ec'
rechtshof te Arnhem, tevens belast met de
functiën van directeur van politie in het ra
sort van dat gerechtshof, onder dankbetui
ging voor de vele en gewichtige diensten aai,
Ilaro Majestei en aan den lande bewezen
2. benoemd tot procureur-generaal bij'het
gerechtshof te Arnhem, mr. J. Ph. Casten,
dijk, thans advocaat-generaal bij gemeld i>(
rechtshofS
3. tijdelijk belust met de functie van direc-
tour van politie voor het ressort van liet ge.
rechtshof te Arnhem, inr, J. Ph. Cnstendijk
benoemd procureur-generaal bij dat gerechts'
hof.
"West-Sumatra.
Blijkens een officieel Indisch telegram
heeft de bevolking Van de larns Knpan (on-
dcrafdeeling oud-Agam, residentie Pndan».
sclie bovenlanden), waaronder 500' vrouwen
een door ambtenaren en door officieren bijms-
woond onderwerpingsfeest gevierd. De stem.
nring was zeer goed.
De bezetting van Knmnng, gelegen in de-
zelfe onderafdeeling, is opgeheven.
Nederland en Venezuela,
Reutor seint uit Caracas:
President Castro heeft het exequatur or
trokken aan allo Nederlandsche consuls e
vice-cor.suls (dat wil dus zeggen, aan d
do c.onsuls to Barcelona, Caracas, La Gua-
ra on Maracaibo, eit aan de vice-consu'
to Ciudad-Bolivar, Coro en Porto Cabellt
Red.)
Do minister van buitorilandsche zakei
dr. Paul, heeft aan Nederland medegedee!
wat hij noemt de beleedigingen, Ve-nezuel
aangedaan, nl. de belccdiging van minista
resident De Reus; het feit, dat de „Gelde-
land" de Venezolaansche vlag niet gesa
lueerd heeft; de aanval op don Venezo-
laanschen consul te Willemstad; de
woldpleging tegen het consulaat ten de
schennis van het consulaire wapen.
Het maritiem commando in Wcst-Indié.
Bij Kon. besl. van 30 dezer is mot
AugustusI
lo. do kapitein ter zee W. A. Mouton
eervol ontheven van het bevel van Hr. Ms
pantserschip „Heemskerck"
2o. de kapitein ter zee J. B. Snethlage
eervol ontheven van het hevel over Hr. Ms
wachtschip to Willemsoord;
3o. liet hovel over Hr. Ms. pantscrschip
Heemskerck" opgedragen aan den kapitein
ter zeo J. B. Snethlage;
4o. het bevel over Ilr. Ms. wachtschip
to Willemsoord tijdelijk opgedragen aan den
kapitein tor zee R. O. J. Verschoor,
Bij Kon. besl. van 30 dozer is:
lo. de kapitein too- zee Wj. D. baron
van As beek eervol ontheven van het be
vel over Hr. Ma. pantserdckschip „Gelder
land", met den datum, waarop hij dat be
vel aan zijn opvolger zal overgeven;
2o. met dien datum liet bevel over
noemden bodem opgedragen aan den kap-
tein ter zee G. P. van Heeking Coler.bran-
dor. 1
De benoeming van den kapitein ter zeet
,T. B. Snethlage, tot commandant van M
pantserschip „Heemskerck", dat 11 Augus
tus a.s. naar WesiMndië vertrekt, is ecc
aanwijzing dat de ïcgeering, overeenkom
stig dc mededecling van den minister van
buitenlandsche. zaken, haar handelingen
nauwgezet overweegt, cn niet nlleofn op
het lieden het oog heeft.
De kolonel Snethlage is toch de oudste ia
zijn rang cn komt hij de eerstvolgende mu
tatie in do hoogere rangen der marine in
aanmerking voor bevordering tot schout-bij-
nacht. Mocht jiu een verdere versterking
der scheepsmacht in do Caraïbische
noodig worden, en daarmee dc noodzakelijk
heid ontstaan het bevel over die grootore
vlootafdeeling op te dragen aan een vlag
officier, dan heeft men don kolonel Sneth-
lage eventueel slechts te bevorderen om,
zonder een verwisseling in het cainmondo,
tot den gewenschtcn toestand te kom®
Daarmede zal 'dan vermeden worden h®
geen in 1305 in Oosf-laulië is geschied, toen
het eskader aldaar, b\j dc handha'v'inS('er
neutraliteit in 'den Russisch-Japansc-heii oor
log, op 8 schepen gebracht werd en »!i
Nederland een schout-bij-nacht werd gezo»
den, om hot bevel daarover te voeren. lk°r
uien maatregel toch moest de voor het k
vel over het eskader reeds aangewez®
kapitein Ier zee, een bekwaam cn verb®
stel ijk hoofdofficier, als ondergeschikt com
mandant blijven 'dienen.
Do kapitein ter zee J. B. Snethlage -*
broeder van 'den vice-admiraal, dio tb®
commandant dor zeemacht in Nedcrl.Jnb#
is kent de Wcst-Indischo toestanden
zaken uit vroegere verblijven aldaar.
commandant van He „Sommelsdijk
stalionscommandant van Curacao, wad j
van Juli 1898 tot Juni 1899 in West-U»
en als commandant van de „Friesland ïC
toefde hij in het begin van 1906 nognM'
eenigc maanden in de Cura<?aosche v'JJ
ren. Do kolonel Snethlage is 62 jaar o«
Nu de gespannen verhouding tosscb®
Nederland on Venezuela meer ein
ernstig karakter aanpeenit, willen mj
i k
In
pa
pa
ty
ui
bl
ui
be
ba
kr
pe
en
sc
zi<
dii
en
na
wj
ba
m(
pei
bn
kei
kei
bic
pei
hel
sp<
me
rus
1
nei
me
kei
Pi
cee
slu
si©
gai
jon
i
18,
lier
ik
- pijn
0 i
me
Wa
verr
bed
tirin
bezi
opgt
voel
hier
aan
resu
iren
mij
pen
mijn
voet
wore
stel
kid
scha
mak
D
vert<
denli
Rug
(lat
kt
moei
Deze
geen
D,
julfn
goed
eet o
den
di
Mi
del t
„cvci
IV
geen
nierci
fijn
krijg!
ving!
scliiei
De
jpmpa
fgebol
'i Coate
lkunst
ken v
\S. II
lan b
In
riens
(ca. 1
naae-
like!
die b
td«ch
;Uuits
K>n e
^urip
plarer
Latijn
iiSpcc