Zondag 16 Augustus 1908 m 02r:* Jaargang No. 12771 Tweede Blad. De Hansworst. Moderne stadsontwikkeling*. Betere liulp voor Curasao dan die van oorlogsschepen. V SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt'd a g c 1 ij k s, mot uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vl-aardingen fl. 1.25.Franco pa post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en VI aardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een m aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.) Men schrijft ons Er wordt in zake Venezuela wel wat heel «el over de nationale eer gepraat. Dut ^schijnt op velen ietwat verbijsterend Ie sver- jfcen. Men windt zich op, koestert in zijn "toosheid wraakzuchtige gedachten en stelt fcet voor, alsof dit alles uiL gezonde vader landsliefde en opofferende gezindheid jegens kt noodlijdende Curagao voortspruit. Dat arme Curagao, dut al zoo enorm lang ellende lijdt, zonder dat men er zich tot dus ver om bekommerde! Zij, die er nu tegen over Venezuela maar liefst dadelijk op los zouden slaan, zijn ter motiveering daar van in eens vuur en vlam voor Curagau geworden. Maar men mag wel eens vragen, of indien men Curasao wil helpen, waar het dan toch eigenlijk om heet te ga an die vecht- lustigen in Nederland do ware broeders wel zijn. Ja, er zijn te Willemstad een paar han delshuizen, welker oogcnhlikkelijk belang vellicht gebaat zou kunnen worden. Maar de eigenlijke, 32,000 zielen tellende bevol king van het eiland? Laat men de beharti ging der algomoenc belangen dezer bevolking i niet verwarren met hetgeen een gekrenkt eergevoel tegenover Venezuela thans gaarne zou willen. Eén blad in ons lan'd heeft tenminste ge zegd, dut men bij de bewoners van Curasao niet de ongegronde verwachting moet op- ukken, dat gewapend opLreden tegen Vene zuela een afdoend middel zou zijn voor alle Curagao'sche kwalen. Men zou zich sterker kunnen uitdrukken de geheele opwinding tegen Venezuela iieeft met de kern der ellende op Curagao niets uit te staan, het is noodig, duidelijk vast te stellen, dat men een gewapend optreden tegen Venezuela niet kan mot i voeren met de algo- meene belangen van liet eiland Curasao. Geen enkel Nederland sell l)lad schijnt, tot dusver genoeg onbevangenheid te hebben ge had om de zaak terug te brengen tot de hem. Men scheldt op Venezuela, omdat het de Curasao'scht» belangen benadeelt dooi* Curasao als overlaadbaren tc boycotten. In derdaad wordt Curai;ao daardoor tot den rand run den ondergang gebracht. Maar als men de geheele schuld voor die uitwerking op Venezuela afwentelt, kijkt, men toch wel haast opzettelijk niet verder dan neuslengte, eil dringt tot de diepste oorzaak niet door. Waarom wordt de goedwilligheid of boos heid van Venezuela voor Curar;ao zulk een levenszaak? Omdat hot eiland geen onkel wder middel van bestaan meer heeft dan dat ketje vrachtvaart en op zichzelf niet kan «staan. Dat laatste wordt - naar het schijnt door iedereen in ons land zoo maiir als «welnu, ja, hoeren rechters, ik heken H ik bob gestolen," zeide de vrouw stiik- ™ide, „maar geloof me, het is mijn schuld met. Ik kon niet anders handelen. De kleine «eendo zoo; zelfs 's nachts droomde hij er rani on hij kou niet meer eten of drinken; tl 'ijken en gelukkigen weet niet, wat. hot Mn kind te zien lijden, mui wiens begeerte niet kan voldoen, al wilde mon het ook t®! zijn hartoblocd betalen. Ik heb vroeger nooit geluk gekend. Mijn man werd op zekc- tra dug dood thuisgebracht, hij was van een r; f?''nS gevallenik bleef achter zonder een Ndol van bestaan, met mijn armen, kleinen <eh die toen ongeveer drie jaar oud was, heb het beetje meubelon, dut wo boza- f"' ni°eten verkoopen, om de onkosten van e begrafenis en mijn zwarte japon te kun- li°n 'totalen. Den dag na de tcraardebestel- 'ng 11 'k 'de patroons van mijn man gaan ff** ('e buren zeiden mij dat ik liet m m'^ '1011 eenden, daar mijn H 'lun dienst gestorven was. Klaar, M ''ebben mij .niet eens aangehoord en he-cft mij aangeraden htm een proces n te doenmaar een proces kost veel gold J™ 'k had nicks meer. En bovendien, (dit zeg niet om u te boleedigen) arme lui wor- «n altijd in het ongelijk gestold. Z0(jht ik weilc; maar hoe ik milu 8 deed, ik kon nieta vinden, Ecu vrouw vanzelfsprekend beschouwd. Curasao is door zijn ligging aangewezen op vrachtvaart als bron van inkomsten, zoo wordt er ver kondigd. En nu wil men het internationaal recht te hulp roepen ten betoogd dat Vene zuela v e r p 1 i c h t. is, Curasao aan de noo- dige inkomsten te helpen door zijn diensten voor de vrachtvaart te gebruiken. Lr is al heel veel over geschreven, dat men geen gunsten vraagt, maar recht; feite lijk draait het daarbij echter om een spelen met woorden. De waarheid is, dat Curacao in de vernederende positie verkeert, van ói „klandizie van een „half beschaafd" land als V enczucla te moeten leven. Of men in dezen al dan niet op hot internationaal recht een beroep kan doen, verandert hieraan niets. Hoe nu ook die rechtskwestie wordt opge lost, Nederland m a g cr zich niet hij nccr- leggcn, dat Curasao voor zijn onderhoud is a a n ge w e z e n op het verrichten van dien sten voor Venezuela. Een eeroplicht tegenover Curasao is tc zorgen, dat het. zelfstandig kan worden, onafhankelijk van do gunsten van een buurman. Aldus rcrloncerendc, nadert men tot de kern der kwestie. Moet Onrnyflo in 'de huidige, van Vene zuela afhankelijke positie blijven in econo misch opzicht? Stellig niet. ITct. behoeft niet. Curagao is nu een treurig dor, kaal, onvruchtbaar, arm zalig eiland. Toch heeft het een bepnnld rijken kleibodetn. Alleen brengt die bijna niets voort bij gemis aan water. Wie echter «uiige studie heeft gemaakt van de geschie denis van den ondergang van staten en van geheele cultuurgebieden ten gevolge van het dor en onvruchtbaar worden van den bodem, weet: hoe zonder uitzondering de vernieling van den hoomgroei de oorzaak is geweest en hoe herstel der bosschen het eenige, maar dan ook onfeilbare middel is om den rijkdom van het land te herstellen. fa de Arabische en midden-Aziatische woestijnen liggen bouwvallen van reuzensfe- dou. Griekenland, dat uit de beschavingsge schiedenis betrekkelijk plotseling verdwijnt, heeft, op zijn kaart nog vele namen, die op boomrijkdom wijzen, waar nu dorheid heer-cht. Spanje"s bevolking is in bepaalde perioden door letterlijk verhongeren tot de helft teruggebracht, omdat door den roof- liösehhmiw het land een woestenij werd. De overstroomingea en wijncrisissen in Zuid- Frankrijk zijn een gevolg van outbos-ehing tui Frnnsche herg-departementen zijn ont volkt, vergelijken hij de 10e eeuw, niet, door het 2-kinderstelsel, maar door hoomenrooien. De Komeinsuhe campagna, streken van Tunis en Algeriè, hebben daarentegen liet bewijs geleverd, hoe bij herstel der bosschen een ge heel klimaat zich wijzigt en zoowel moeras als woestijn weer vruchtbaar en bewoonbaar wordt. Het water, dat men aanvankelijk door kunstwerken moet verkrijgen, komt door nor» maliseering der natuurlijke regen verhoudin gen ook vanzelf weer. Op Curasao al is cr aan de bebou wing nooit de grootste aandacht geschonken is het vroeger ook beter geweest. In het mid- ullecn is een vrceselijk bestaan! Bovendien boezemt armoede geen vertrouwen in; en in de magazijnen, tot welke ik mij wondde, nam men mij mot zulk een verachtelijken blik op, dat ik moeite had mijn tranen te weerhouden. Men bracht mij aan het ver stand, dat men aan arme lieden, zooals wij, geen koopwaren toevertrouwt; en eigenlijk hebben die menschen gelijk. En toch moesten we voedsel hebben. Ik voor mij zelf, kan wel vierentwintig uur, zelfs wel twee dagen zonder eten blijven, maar mijn kleine jongen niet; die kleine engel zou het besterven. En alleen het denk beeld, dat er ecu dag zou konten, dat hij mij om brood zou vragen, cn ik bet hem niet zou kunnen geven, maakte mij bijna waanzinnig. O, wat is het loven toch ramp zalig; te weten dat men in zijn aderen bloed heeft, dat, men (huppel vóór druppel zou willen vergieten, om een stukje brood te ver dienen, opdat mijn kind maar niet van hon ger zou omkomen, 't. is vroeselijk Waar zulke 'dingen kunnen gebeuren, Iks staat geen gerechtigheid meer, Onze kinde ren, hoeren rechters, maken onze eenige vreugde uit. 't Is om hen, dat men geen einde maakt aan zijn leven, liet zou gemak kelijk genoeg gaan, en dan was liet uit met alle ellende, maar men moet blijven leven voor hen, clio men alleen achter zou laten on die z,irh niet kunnen verdedigen, Zonder twijfel hebt gij allen ook kinderen, lieve jongens en meisjes, die er in hun zij den kleedjes als engeltjes uitzien, met stra lende gezichtjes, omdat zij alles hebben, wat den der vorige eeuw werden aloe, divi-divi (een looistof), oranjeschillen en cochenille, evenals aardnoten, er nog met voordeel ver bouwd. Maar de geschiedenis spreekt er ook van het roekeloos kappen van liet houtgewas voor brandhout. Do vruchlbnarmakende regen zou nóg wel willen komen, als er maar een plaats was om neer tc vallen. In van Kol's boek leest men: „Terwij alles snakte naar regen, stond 'de top van den St. Cliristoffe.l reeds sedert het oogenblik mijner komst vóór zonsopgang in dikke wolken gehuld, verzamelden zich steeds moer regenwolken om zijn kop. Doch de pas saatwind nam do wolken mede naar zee cn geen drup regen kwam het dorstende land laven". Elders in van Kol's bock leest men, hoe de. regenwolken boven het blakerende eiland omhoogtrekken, verdampen, om zich even verderop, boven zee, weer te vormen en daar te ontlasten. Ilad het eiland maar de noodige bosschen, die een koele, 'de wol keu tot regen condenseerende werking oefe nen, het zou niet langer hot kodbaro water rondom in zee zien uitstorten. Nog valt er zooveel water, 'dat hij aanleg van doelmatige waterkoelingen cn benutting van natuurlijke reservoirs, inderdaad dc bc- hossching wel langzamerhand ware te her krijgen. Daarmee zou men aan Curasao het middel schenken om weer een eigen, zelf standig bestaan te verschaffen aan zijn be volking. Dc verwaurloozing dezer aangelegenheid, dat is de grondoorzaak van het feit, dat een tijdelijke booswilligheid van Venezuela tegenover Curasao het eiland zoo hulpeloos doet staan. Curasao's ellende in haar tcgen- woordigen omvang is niet de schuld van Venezuela of president Castro, maar van de verwaurloozing zijner voornaamste belangen door Nederland, dat slechts oog schijnt te hebben voor de handelsbelangen van het eiland. Nu kunnen we de eerequaestie eens wat anders en gezonder gaan stellen! Het is een oerezaak voor Nederland, Cu rasao zij het slechts met betrekkelijk primitieve irrigatie werken en een zorg vuldig beschermde woderbcbossching te hel pen, weder vruchtbaar to worden. En Ne derland zal in dat geval beloond worden met een betrekkelijk rijke kolonie, die een eigen bestaan beeft. Wanneer dc toestand, door het conflict met Venezuela ontstaan, in slaat is, de oogen voor deze uitredding te openen, dan mogen wij, Nederlanders, president Castro zegenen, dat hij ons heeft gedwongen, dat gene ter band te nemen, wat al lang bad moeten gebeuren. Blijft men ziek blindstaren op die andere „eere"-zauk en op Curasao's positie als Imndolsshitóon, dan zal daarentegen nooit iets goeds uit het conflict geboren worden. Dezer dagen is geschreven, dat Nederland de positie van Curasao en zijn goed recht als overlaad haven vooral, met gewapeiulen nadruk aan do omliggende landen moest hun hartjes begeertgij houdt veel van hen, niet wiuir? Welnu, ik geloof, dat wij, arme lieden, nog meer van onze kinderen houden. Jk zou haast, zeggen, dat zij door smart en zorgen een nog grooter plaats in ons hart. innemen. Toen, opdat het mijn jongen min niets zou ontbreken, hield ik mijn hand op. Ik kon niet. anders handelen, omdat niemand mij iets liet verdienen. Het viel mij erg zwaar don een-ten keer: ik wachtte daarom lot. den avond vielik wilde niet, hoe men zag, dat ik vun schaamte bloosde. Eerst stak ik de lumd uit, zonder iets te zcggeim en al had ik liet. ook willen doen, cr wilde mij t.oeh geen woord over de lippen. Het brandde mij in de keel als een gloeiend ijzer. Drie men schel! gingen mij voorbij, zonder zelfs het hoofd om te wenden. Toon mompelde do kleine Piet, wiens hand ik vasthield: „Moe dor, ik heb zoo'n honger!" Dat gaf mij moed. Wnt gaf ilF er ook eigenlijk om of de menschen zagen, dut ik bloosde. Mijn eenige zorg was. dat. mijn kind wat te eten kroeg. Een dame stak de straat, over. Zij luul een jongetje aan haar hand, van denzelf- deu leeftijd als de mijne. Ik ging naar haar toe, zij begreep mij. en gaf mij vier stuivers. Ik had haar wel willen omhelzen. Dien avond ging Piot. niet. zonder eten naar bed. En (oen ik hem daar zoo met smaak zijn boterham zag nuttigen, kwam het mij voor, of alle zorgen werden weggejaagd. Maar jawelDen volgenden dag begon mijn lijden weer opnieuw; cn ik moest bedelen, daar ik niets meer in huis had om tc ver- Prijs der Advertentiën: Van 1G regels fl, 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote lettere naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan bet Bureau te bekomen. In de nummers, die D insda g-, D o nd erd ag- en Zaterdag avo nd verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon v 1 V oor de Redactie No, 123. voor de Administratie No. 103. inprenten, omdat, het eiland na de opening van liet Panama-kanaal „nog veel meer" beteekcuis voor het verkeer zou verkrijgen, wanneer het slechts zijn volken-echtelijke gelijkberechtiging kon doen erkennen. Wan neer do toestand in Venezuela maar rustig en normaal was, en dit land geen willekeu rige vexatoire maatregelen nam, zoo heette het, zou Curasao wel bloeien. Och anno! Men leze van Kol's oordcel. Transito handel (die de eenige is, zootang Curasao zelf niets voortbrengt), is wisselvallig, zegt van Kol, en kan nooit meer het standpunt bereiken, onder vroegere, thans verouderde omstandigheden ingenomen. Na de uitvin ding van stoom en electriciteit is voor lusschcnpcrsoncn geen plaats meer in den wereldhandel met. Zuid- of Midden-Amerika. Integendeel, de rol der tusschenpersonen zal nog afnemen, wanneer de tegenwoor dige abnormale toestanden in Venezuela cn Columbia zullen hebben plaats gemaakt voor een periode van rust en veiligheid. Hel harde woord moet er uit, zegt van Kolvoor C'urapao is op het gebied van een gezonden handel weinig moer te hopen. Wanneer het Panama-kanaal Oost-Azië in korter verkeer heeft gebracht met de Oost kust van Amerika en met Europa, is er geen enkele reden, waarom de stoomschepen van allerlei natiën juist Curagao zouden aan doen in plaats van één der vele andere eilanden in de buurt (denk aan het moeilijk te verkrijgen drinkwater, dat Curasao zelf wel al in schepen heeft trachten aan te voeren I) Dat is, in verkorten vorm geciteerd, het oordeel van Van Kol. Maar als het z o o is, dan doet men hooi onwijs, het nu voor te stellen alsof het opleggen aan Venezuela van een z.g. internationaal recht, dat dit land verplicht tot het gebruik maken van Curasao's vracht vaartdiensten, d e levensquaestie voor Cu rasao zou zijn. Dal is inderdaad niet waar. Het zou slcci ts tijdelijk den ongezonden toestand bestendigen van Curasao's eenzijdige be schouwing als hamlelsstation. Helaas inte- resseeren de op Curagao wonende blanken zich bijna uitsluitend voor deze toch ten ondergang gedoemde rol van Curagao en (1e donkerkleurige Nederlanders, die daar wonen, en vooral bij de bebouwbaarheid belang zouden heltluni, kunnen zich niet uilen. Zoo geeft ook het in de bladen veel besproken adres der Kamer van Koophan del op Curasao een onjuist klóe van do richting, waarin de belangen van Curasao bevordering verdienen. Hel werkelijk belang van Curagao, „dat waar het eigenlijk om gaat", heeft niet ia de eerste plaats iets uit te staan met de vraag, of Venezuela al dan niet wordt gedwongen, van Curasao's middenstanders- diensten in den handel gebruik te maken. Zij, dio nu over onze nationale eer roe pen, mogen do voldoening erlangen, dat president Castro wordt afgestraft. Maar dat koopenalleen het beddegoed van mijn kind was overgebleven, dat kon ik toch niet naar de bank van leening brengen Ik zelf sliep op een stoel, maar mijn, kleine engel kon dat niet doen, zijn ledematen zijn nog zoo teer, en bovendien„Men ontneemt toch een vogeltje zijn nest niet?" En lederen avond ging ik weer bedelen Ik had een hoek mui de stram ontdekt, waar dc voorbijgangers mij edelmoediger toesche nen. Daar vlak tegenover was oen groote bazaar, die op hot troitoir een broeden licht- .-traal wierp, en daardoor het hoekje, waar ik stond, nog somberder maakte. In de ba zaar verkocht, men allerlei speelgoed. Moedors gingen er in met haar kinderen, die, op het gezicht van al dat moois, in do handen klapten. Eerst bromden de mama's een beetje, later lieten zij de kinderen glim lachend begaan, en als zij er uitkwamen had de kleine altijd het een of ander stuk speel goed zegevierend iu de armen. Ik stak dan met liet grootste vertrouwen mijn hand naar hen uilj en het gebeurde ook zeer zelden, dat ik nieta kreeg. Klaar, door altijd naar het speelgoed te kij ken, werd mijn kleine Diet, ook bogeerig, en wilde gaarne wat hebben, daar hij de andere kinderen altijd met. volle handen uit den win kel zag kranen. Hij vroeg zich zonder twijfel af, waarom hij altijd met. leege handen thuis kwam. Was bij niet evengoed ttls die ande ren? Vooral do hansworsten wokten zijn be geerte op. O, hoeren rechters, als ge hem luidt kunnen zien, mijn arme lieveling, in vervoering de huidjes saamgevouwen, mot moet men geheel afgescheiden houden van van do vraag, wat er gedaan moet worden voor Curasao's levensbelangen. In geen ge val mag mon doen, alsof bij een soort van oorlog met Venezuela Curasao's eerste le vensbelangen baat zouden kunnen vinden. De quacstie met president Castro en de aan Curagao te vcrlecnen hulp zijn twee dingen, dio geheel afzonderlek staan. Laat men tegenover Castro doen wat men wil, doch laat dit incident tevens de oogen van Nederland openen voor het feit, dat op Curacao de bakens moeten worden verzet cn dat mon geen oogenblik langer onver schillig mag zijn voor een herleving van den landbouw op Curagao. Die alleen is alle gold Waard, dat men er in zou moeten steken. Laat vooral de verontwaardiging tegen over Castro dit punt niet al weer op den, achtergrond dringen. Voor irrigatiewerken op Curagao is het geld beter besteed dan voor Castro's tuchtiging. En zoowel ons be lang ais ecu beter soort nationale eer is er meer mee gediend. Men behoeft Curagao waarlijk niet to laten wachten op een internationale confe rentie, of op arbitrage, of andere nog denk- ■bare middelen in zake de quacstie met Ve nezuela, middelen, die ton, slotte 'zouden blijken, tóch aan Curagao de ware hulp niet te brengen. Het maken van een aan vang met afdoende hulp voor Curagao kan dadelijk geschieden, geheel afgescheiden van de Venezolaansehe quacstie. Het ma-, ken dier scheiding kan slechts aan een rich- tige beoordeeling ten goede komen. C. li. Bij de praeadviseurs der Vereeniging voor Staathuishoudkunde vinden wij dus dezelfde voorliefde voor ruimen stadsuit leg. Zij droomen van voorsteden, „lustho ven vol zon en bloemen". (Nieboer t, a. p. 30), waar vele kleine en groote huizon vrij in de tuinen zullen staan, waar hier cn daar een enkele huizenreeks toch ook voor en achter flinke tuinen zal hebben, waar zachlgebogen, ruime, mooi beplante wegen zich zullen slingeren langs dichtbe groeide tuinen, waar ook geen arbeiders woning zonder plekje open grond meer zal zijn te inden, waar vele parken, velden, sportterreinen, speelplaatsen en speeltui nen zullen zijn en waar op enkele hoofd aders van verkeer een groote menigte zicli in trams, op fietsen en in de goedkoop geworden auto's van en naar de city, de handels- en fabriekswijk met de groote, centrale openbare gebouwen, zal spoeden. En alleen nog enkele kantoor- en fabrieks- bewaarders in die city zullen steeds kijken in de woestijn van bak-' en straatsteenen, die men eertijds dat is tegenwoordig een stad noemde. Doch ook zij zullen rui- nioi wonen. schitterende oogjes naar de uitstalling kij kende. Het verscheurde mij hot hart, to meer, daar hij zijn lust tot eten en drinken verloor. Als wij thuis kwamen, huilde hij, nog steeds zijn handjes ui ts (rokkend, cn inslapend waren zijn laatste woorden„Moeder, ik zou zoo graag een hansworst hebben." Eenige malen had ik beproefd hem niet mee te nemen, niaar dan huilde cn snikte hij zoo, dat Ik er geen weerstand aan kon bieden, ledoren dag zag ik hem blocker wor den Als hij eens van verdriet, stierfGij kunt u geen denkbeeld vormen, vim hetgeen ik geleden heb. Sommigen uwer zullen de schouders ophalen en er om lachen. Ster ven van verlangen naar een hansworst. Waai de kinderen der rijken 's nachts van droo men, krijg»n ze over dag; want spceklgood is voor de kleinen bijna even noodzakelijk als eten. liet maakt hun geheele wereld uit. Wilt het ook kosten moet, ik wilde (Hm hansworst hebben; cn ik mankte de reke ning op. Als ik drie dagen niet at, zou ik do enkele stuivers, die ik noodig had, wel uit kunnen sparenik gel mikte dan niets. Oei. was geen groote opoffering voor me, want. alleen het. denkbeeld, dat rnijti lieve ling niet meer zou huilen, maakte mij sterk. Ieder oogenblik zei ik tot hem: „Spoedig zul len we een hansworst koopen" en dan sliep hij gerust in. Eindelijk, den derden dag, had ik veertien stuiven» uitgespaard. Dat was de prijs, die in de winkelkast op de pop geplakt, was. Ik begaf mij naar den winkel, uan mijn Imncj kloino Piet, dio van vreugde opsprong

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1908 | | pagina 5