Zondag 16 Augustus 1908
m
02r:* Jaargang
No. 12771
Tweede Blad.
De Hansworst.
Moderne stadsontwikkeling*.
Betere liulp voor Curasao dan
die van oorlogsschepen.
V
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt'd a g c 1 ij k s, mot uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vl-aardingen fl. 1.25.Franco
pa post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en VI aardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
m aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.)
Men schrijft ons
Er wordt in zake Venezuela wel wat heel
«el over de nationale eer gepraat. Dut
^schijnt op velen ietwat verbijsterend Ie sver-
jfcen. Men windt zich op, koestert in zijn
"toosheid wraakzuchtige gedachten en stelt
fcet voor, alsof dit alles uiL gezonde vader
landsliefde en opofferende gezindheid jegens
kt noodlijdende Curagao voortspruit.
Dat arme Curagao, dut al zoo enorm lang
ellende lijdt, zonder dat men er zich tot dus
ver om bekommerde! Zij, die er nu tegen
over Venezuela maar liefst dadelijk op los
zouden slaan, zijn ter motiveering daar
van in eens vuur en vlam voor Curagau
geworden.
Maar men mag wel eens vragen, of
indien men Curasao wil helpen, waar het dan
toch eigenlijk om heet te ga an die vecht-
lustigen in Nederland do ware broeders wel
zijn. Ja, er zijn te Willemstad een paar han
delshuizen, welker oogcnhlikkelijk belang
vellicht gebaat zou kunnen worden. Maar
de eigenlijke, 32,000 zielen tellende bevol
king van het eiland? Laat men de beharti
ging der algomoenc belangen dezer bevolking
i niet verwarren met hetgeen een gekrenkt
eergevoel tegenover Venezuela thans gaarne
zou willen.
Eén blad in ons lan'd heeft tenminste ge
zegd, dut men bij de bewoners van Curasao
niet de ongegronde verwachting moet op-
ukken, dat gewapend opLreden tegen Vene
zuela een afdoend middel zou zijn voor alle
Curagao'sche kwalen.
Men zou zich sterker kunnen uitdrukken
de geheele opwinding tegen Venezuela iieeft
met de kern der ellende op Curagao niets
uit te staan, het is noodig, duidelijk vast te
stellen, dat men een gewapend optreden tegen
Venezuela niet kan mot i voeren met de algo-
meene belangen van liet eiland Curasao.
Geen enkel Nederland sell l)lad schijnt, tot
dusver genoeg onbevangenheid te hebben ge
had om de zaak terug te brengen tot de
hem. Men scheldt op Venezuela, omdat het
de Curasao'scht» belangen benadeelt dooi*
Curasao als overlaadbaren tc boycotten. In
derdaad wordt Curai;ao daardoor tot den rand
run den ondergang gebracht. Maar als men
de geheele schuld voor die uitwerking op
Venezuela afwentelt, kijkt, men toch wel
haast opzettelijk niet verder dan neuslengte,
eil dringt tot de diepste oorzaak niet door.
Waarom wordt de goedwilligheid of boos
heid van Venezuela voor Curar;ao zulk een
levenszaak? Omdat hot eiland geen onkel
wder middel van bestaan meer heeft dan dat
ketje vrachtvaart en op zichzelf niet kan
«staan.
Dat laatste wordt - naar het schijnt
door iedereen in ons land zoo maiir als
«welnu, ja, hoeren rechters, ik heken
H ik bob gestolen," zeide de vrouw stiik-
™ide, „maar geloof me, het is mijn schuld
met. Ik kon niet anders handelen. De kleine
«eendo zoo; zelfs 's nachts droomde hij er
rani on hij kou niet meer eten of drinken;
tl 'ijken en gelukkigen weet niet, wat. hot
Mn kind te zien lijden, mui wiens begeerte
niet kan voldoen, al wilde mon het ook
t®! zijn hartoblocd betalen. Ik heb vroeger
nooit geluk gekend. Mijn man werd op zekc-
tra dug dood thuisgebracht, hij was van een
r; f?''nS gevallenik bleef achter zonder een
Ndol van bestaan, met mijn armen, kleinen
<eh die toen ongeveer drie jaar oud was,
heb het beetje meubelon, dut wo boza-
f"' ni°eten verkoopen, om de onkosten van
e begrafenis en mijn zwarte japon te kun-
li°n 'totalen. Den dag na de tcraardebestel-
'ng 11 'k 'de patroons van mijn man gaan
ff** ('e buren zeiden mij dat ik liet
m m'^ '1011 eenden, daar mijn
H 'lun dienst gestorven was. Klaar,
M ''ebben mij .niet eens aangehoord
en he-cft mij aangeraden htm een proces
n te doenmaar een proces kost veel gold
J™ 'k had nicks meer. En bovendien, (dit zeg
niet om u te boleedigen) arme lui wor-
«n altijd in het ongelijk gestold.
Z0(jht ik weilc; maar hoe ik milu
8 deed, ik kon nieta vinden, Ecu vrouw
vanzelfsprekend beschouwd. Curasao is door
zijn ligging aangewezen op vrachtvaart
als bron van inkomsten, zoo wordt er ver
kondigd. En nu wil men het internationaal
recht te hulp roepen ten betoogd dat Vene
zuela v e r p 1 i c h t. is, Curasao aan de noo-
dige inkomsten te helpen door zijn diensten
voor de vrachtvaart te gebruiken.
Lr is al heel veel over geschreven, dat
men geen gunsten vraagt, maar recht; feite
lijk draait het daarbij echter om een spelen
met woorden. De waarheid is, dat Curacao
in de vernederende positie verkeert, van ói
„klandizie van een „half beschaafd" land als
V enczucla te moeten leven. Of men in dezen
al dan niet op hot internationaal recht een
beroep kan doen, verandert hieraan niets.
Hoe nu ook die rechtskwestie wordt opge
lost, Nederland m a g cr zich niet hij nccr-
leggcn, dat Curasao voor zijn onderhoud is
a a n ge w e z e n op het verrichten van dien
sten voor Venezuela. Een eeroplicht tegenover
Curasao is tc zorgen, dat het. zelfstandig kan
worden, onafhankelijk van do gunsten van
een buurman.
Aldus rcrloncerendc, nadert men tot de
kern der kwestie.
Moet Onrnyflo in 'de huidige, van Vene
zuela afhankelijke positie blijven in econo
misch opzicht?
Stellig niet. ITct. behoeft niet. Curagao is
nu een treurig dor, kaal, onvruchtbaar, arm
zalig eiland. Toch heeft het een bepnnld
rijken kleibodetn. Alleen brengt die bijna
niets voort bij gemis aan water. Wie echter
«uiige studie heeft gemaakt van de geschie
denis van den ondergang van staten en van
geheele cultuurgebieden ten gevolge van het
dor en onvruchtbaar worden van den bodem,
weet: hoe zonder uitzondering de vernieling
van den hoomgroei de oorzaak is geweest en
hoe herstel der bosschen het eenige, maar
dan ook onfeilbare middel is om den rijkdom
van het land te herstellen.
fa de Arabische en midden-Aziatische
woestijnen liggen bouwvallen van reuzensfe-
dou. Griekenland, dat uit de beschavingsge
schiedenis betrekkelijk plotseling verdwijnt,
heeft, op zijn kaart nog vele namen, die op
boomrijkdom wijzen, waar nu dorheid
heer-cht. Spanje"s bevolking is in bepaalde
perioden door letterlijk verhongeren tot de
helft teruggebracht, omdat door den roof-
liösehhmiw het land een woestenij werd. De
overstroomingea en wijncrisissen in Zuid-
Frankrijk zijn een gevolg van outbos-ehing
tui Frnnsche herg-departementen zijn ont
volkt, vergelijken hij de 10e eeuw, niet, door
het 2-kinderstelsel, maar door hoomenrooien.
De Komeinsuhe campagna, streken van Tunis
en Algeriè, hebben daarentegen liet bewijs
geleverd, hoe bij herstel der bosschen een ge
heel klimaat zich wijzigt en zoowel moeras
als woestijn weer vruchtbaar en bewoonbaar
wordt. Het water, dat men aanvankelijk door
kunstwerken moet verkrijgen, komt door nor»
maliseering der natuurlijke regen verhoudin
gen ook vanzelf weer.
Op Curasao al is cr aan de bebou
wing nooit de grootste aandacht geschonken
is het vroeger ook beter geweest. In het mid-
ullecn is een vrceselijk bestaan! Bovendien
boezemt armoede geen vertrouwen in; en in
de magazijnen, tot welke ik mij wondde,
nam men mij mot zulk een verachtelijken
blik op, dat ik moeite had mijn tranen te
weerhouden. Men bracht mij aan het ver
stand, dat men aan arme lieden, zooals wij,
geen koopwaren toevertrouwt; en eigenlijk
hebben die menschen gelijk.
En toch moesten we voedsel hebben.
Ik voor mij zelf, kan wel vierentwintig uur,
zelfs wel twee dagen zonder eten blijven,
maar mijn kleine jongen niet; die kleine
engel zou het besterven. En alleen het denk
beeld, dat er ecu dag zou konten, dat hij
mij om brood zou vragen, cn ik bet hem
niet zou kunnen geven, maakte mij bijna
waanzinnig. O, wat is het loven toch ramp
zalig; te weten dat men in zijn aderen bloed
heeft, dat, men (huppel vóór druppel zou
willen vergieten, om een stukje brood te ver
dienen, opdat mijn kind maar niet van hon
ger zou omkomen, 't. is vroeselijk
Waar zulke 'dingen kunnen gebeuren, Iks
staat geen gerechtigheid meer, Onze kinde
ren, hoeren rechters, maken onze eenige
vreugde uit. 't Is om hen, dat men geen
einde maakt aan zijn leven, liet zou gemak
kelijk genoeg gaan, en dan was liet uit met
alle ellende, maar men moet blijven leven
voor hen, clio men alleen achter zou laten
on die z,irh niet kunnen verdedigen,
Zonder twijfel hebt gij allen ook kinderen,
lieve jongens en meisjes, die er in hun zij
den kleedjes als engeltjes uitzien, met stra
lende gezichtjes, omdat zij alles hebben, wat
den der vorige eeuw werden aloe, divi-divi
(een looistof), oranjeschillen en cochenille,
evenals aardnoten, er nog met voordeel ver
bouwd. Maar de geschiedenis spreekt er ook
van het roekeloos kappen van liet houtgewas
voor brandhout.
Do vruchlbnarmakende regen zou nóg wel
willen komen, als er maar een plaats was om
neer tc vallen. In van Kol's boek leest men:
„Terwij alles snakte naar regen, stond 'de top
van den St. Cliristoffe.l reeds sedert het
oogenblik mijner komst vóór zonsopgang in
dikke wolken gehuld, verzamelden zich steeds
moer regenwolken om zijn kop. Doch de pas
saatwind nam do wolken mede naar zee cn
geen drup regen kwam het dorstende land
laven". Elders in van Kol's bock leest men,
hoe de. regenwolken boven het blakerende
eiland omhoogtrekken, verdampen, om zich
even verderop, boven zee, weer te vormen
en daar te ontlasten. Ilad het eiland maar
de noodige bosschen, die een koele, 'de wol
keu tot regen condenseerende werking oefe
nen, het zou niet langer hot kodbaro water
rondom in zee zien uitstorten.
Nog valt er zooveel water, 'dat hij aanleg
van doelmatige waterkoelingen cn benutting
van natuurlijke reservoirs, inderdaad dc bc-
hossching wel langzamerhand ware te her
krijgen. Daarmee zou men aan Curasao het
middel schenken om weer een eigen, zelf
standig bestaan te verschaffen aan zijn be
volking.
Dc verwaurloozing dezer aangelegenheid,
dat is de grondoorzaak van het feit, dat
een tijdelijke booswilligheid van Venezuela
tegenover Curasao het eiland zoo hulpeloos
doet staan. Curasao's ellende in haar tcgen-
woordigen omvang is niet de schuld van
Venezuela of president Castro, maar van de
verwaurloozing zijner voornaamste belangen
door Nederland, dat slechts oog schijnt te
hebben voor de handelsbelangen van het
eiland.
Nu kunnen we de eerequaestie eens wat
anders en gezonder gaan stellen!
Het is een oerezaak voor Nederland, Cu
rasao zij het slechts met betrekkelijk
primitieve irrigatie werken en een zorg
vuldig beschermde woderbcbossching te hel
pen, weder vruchtbaar to worden. En Ne
derland zal in dat geval beloond worden
met een betrekkelijk rijke kolonie, die een
eigen bestaan beeft.
Wanneer dc toestand, door het conflict
met Venezuela ontstaan, in slaat is, de
oogen voor deze uitredding te openen, dan
mogen wij, Nederlanders, president Castro
zegenen, dat hij ons heeft gedwongen, dat
gene ter band te nemen, wat al lang bad
moeten gebeuren.
Blijft men ziek blindstaren op die andere
„eere"-zauk en op Curasao's positie als
Imndolsshitóon, dan zal daarentegen nooit
iets goeds uit het conflict geboren worden.
Dezer dagen is geschreven, dat Nederland
de positie van Curasao en zijn goed recht
als overlaad haven vooral, met gewapeiulen
nadruk aan do omliggende landen moest
hun hartjes begeertgij houdt veel van
hen, niet wiuir? Welnu, ik geloof, dat wij,
arme lieden, nog meer van onze kinderen
houden. Jk zou haast, zeggen, dat zij door
smart en zorgen een nog grooter plaats in
ons hart. innemen.
Toen, opdat het mijn jongen min niets zou
ontbreken, hield ik mijn hand op. Ik kon
niet. anders handelen, omdat niemand mij iets
liet verdienen. Het viel mij erg zwaar don
een-ten keer: ik wachtte daarom lot. den
avond vielik wilde niet, hoe men zag, dat
ik vun schaamte bloosde. Eerst stak ik de
lumd uit, zonder iets te zcggeim en al had
ik liet. ook willen doen, cr wilde mij t.oeh
geen woord over de lippen. Het brandde mij
in de keel als een gloeiend ijzer. Drie men
schel! gingen mij voorbij, zonder zelfs het
hoofd om te wenden. Toon mompelde do
kleine Piet, wiens hand ik vasthield: „Moe
dor, ik heb zoo'n honger!" Dat gaf mij
moed. Wnt gaf ilF er ook eigenlijk om of
de menschen zagen, dut ik bloosde. Mijn
eenige zorg was. dat. mijn kind wat te eten
kroeg. Een dame stak de straat, over. Zij
luul een jongetje aan haar hand, van denzelf-
deu leeftijd als de mijne. Ik ging naar haar
toe, zij begreep mij. en gaf mij vier stuivers.
Ik had haar wel willen omhelzen.
Dien avond ging Piot. niet. zonder eten naar
bed. En (oen ik hem daar zoo met smaak
zijn boterham zag nuttigen, kwam het mij
voor, of alle zorgen werden weggejaagd.
Maar jawelDen volgenden dag begon mijn
lijden weer opnieuw; cn ik moest bedelen,
daar ik niets meer in huis had om tc ver-
Prijs der Advertentiën: Van 1G regels fl, 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote lettere naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan bet Bureau te bekomen.
In de nummers, die D insda g-, D o nd erd ag- en Zaterdag avo nd
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon
v
1 V
oor de Redactie No, 123.
voor de Administratie No. 103.
inprenten, omdat, het eiland na de opening
van liet Panama-kanaal „nog veel meer"
beteekcuis voor het verkeer zou verkrijgen,
wanneer het slechts zijn volken-echtelijke
gelijkberechtiging kon doen erkennen. Wan
neer do toestand in Venezuela maar rustig
en normaal was, en dit land geen willekeu
rige vexatoire maatregelen nam, zoo heette
het, zou Curasao wel bloeien.
Och anno!
Men leze van Kol's oordcel. Transito
handel (die de eenige is, zootang Curasao
zelf niets voortbrengt), is wisselvallig, zegt
van Kol, en kan nooit meer het standpunt
bereiken, onder vroegere, thans verouderde
omstandigheden ingenomen. Na de uitvin
ding van stoom en electriciteit is voor
lusschcnpcrsoncn geen plaats meer in den
wereldhandel met. Zuid- of Midden-Amerika.
Integendeel, de rol der tusschenpersonen
zal nog afnemen, wanneer de tegenwoor
dige abnormale toestanden in Venezuela
cn Columbia zullen hebben plaats gemaakt
voor een periode van rust en veiligheid.
Hel harde woord moet er uit, zegt van
Kolvoor C'urapao is op het gebied van een
gezonden handel weinig moer te hopen.
Wanneer het Panama-kanaal Oost-Azië in
korter verkeer heeft gebracht met de Oost
kust van Amerika en met Europa, is er geen
enkele reden, waarom de stoomschepen van
allerlei natiën juist Curagao zouden aan
doen in plaats van één der vele andere
eilanden in de buurt (denk aan het moeilijk
te verkrijgen drinkwater, dat Curasao zelf
wel al in schepen heeft trachten aan te
voeren I)
Dat is, in verkorten vorm geciteerd, het
oordeel van Van Kol.
Maar als het z o o is, dan doet men
hooi onwijs, het nu voor te stellen alsof
het opleggen aan Venezuela van een z.g.
internationaal recht, dat dit land verplicht
tot het gebruik maken van Curasao's vracht
vaartdiensten, d e levensquaestie voor Cu
rasao zou zijn.
Dal is inderdaad niet waar. Het zou
slcci ts tijdelijk den ongezonden toestand
bestendigen van Curasao's eenzijdige be
schouwing als hamlelsstation. Helaas inte-
resseeren de op Curagao wonende blanken
zich bijna uitsluitend voor deze toch ten
ondergang gedoemde rol van Curagao en
(1e donkerkleurige Nederlanders, die daar
wonen, en vooral bij de bebouwbaarheid
belang zouden heltluni, kunnen zich niet
uilen. Zoo geeft ook het in de bladen veel
besproken adres der Kamer van Koophan
del op Curasao een onjuist klóe van do
richting, waarin de belangen van Curasao
bevordering verdienen.
Hel werkelijk belang van Curagao, „dat
waar het eigenlijk om gaat", heeft niet
ia de eerste plaats iets uit te staan met
de vraag, of Venezuela al dan niet wordt
gedwongen, van Curasao's middenstanders-
diensten in den handel gebruik te maken.
Zij, dio nu over onze nationale eer roe
pen, mogen do voldoening erlangen, dat
president Castro wordt afgestraft. Maar dat
koopenalleen het beddegoed van mijn kind
was overgebleven, dat kon ik toch niet naar
de bank van leening brengen Ik zelf sliep
op een stoel, maar mijn, kleine engel kon dat
niet doen, zijn ledematen zijn nog zoo teer, en
bovendien„Men ontneemt toch een vogeltje
zijn nest niet?"
En lederen avond ging ik weer bedelen
Ik had een hoek mui de stram ontdekt, waar
dc voorbijgangers mij edelmoediger toesche
nen. Daar vlak tegenover was oen groote
bazaar, die op hot troitoir een broeden licht-
.-traal wierp, en daardoor het hoekje, waar
ik stond, nog somberder maakte. In de ba
zaar verkocht, men allerlei speelgoed. Moedors
gingen er in met haar kinderen, die, op het
gezicht van al dat moois, in do handen
klapten. Eerst bromden de mama's een
beetje, later lieten zij de kinderen glim
lachend begaan, en als zij er uitkwamen had
de kleine altijd het een of ander stuk speel
goed zegevierend iu de armen. Ik stak dan
met liet grootste vertrouwen mijn hand naar
hen uilj en het gebeurde ook zeer zelden, dat
ik nieta kreeg.
Klaar, door altijd naar het speelgoed te kij
ken, werd mijn kleine Diet, ook bogeerig, en
wilde gaarne wat hebben, daar hij de andere
kinderen altijd met. volle handen uit den win
kel zag kranen. Hij vroeg zich zonder twijfel
af, waarom hij altijd met. leege handen thuis
kwam. Was bij niet evengoed ttls die ande
ren? Vooral do hansworsten wokten zijn be
geerte op. O, hoeren rechters, als ge hem
luidt kunnen zien, mijn arme lieveling, in
vervoering de huidjes saamgevouwen, mot
moet men geheel afgescheiden houden van
van do vraag, wat er gedaan moet worden
voor Curasao's levensbelangen. In geen ge
val mag mon doen, alsof bij een soort van
oorlog met Venezuela Curasao's eerste le
vensbelangen baat zouden kunnen vinden.
De quacstie met president Castro en de
aan Curagao te vcrlecnen hulp zijn twee
dingen, dio geheel afzonderlek staan.
Laat men tegenover Castro doen wat men
wil, doch laat dit incident tevens de oogen
van Nederland openen voor het feit, dat op
Curacao de bakens moeten worden verzet
cn dat mon geen oogenblik langer onver
schillig mag zijn voor een herleving van
den landbouw op Curagao.
Die alleen is alle gold Waard, dat men
er in zou moeten steken.
Laat vooral de verontwaardiging tegen
over Castro dit punt niet al weer op den,
achtergrond dringen. Voor irrigatiewerken
op Curagao is het geld beter besteed dan
voor Castro's tuchtiging. En zoowel ons be
lang ais ecu beter soort nationale eer is er
meer mee gediend.
Men behoeft Curagao waarlijk niet to
laten wachten op een internationale confe
rentie, of op arbitrage, of andere nog denk-
■bare middelen in zake de quacstie met Ve
nezuela, middelen, die ton, slotte 'zouden
blijken, tóch aan Curagao de ware hulp
niet te brengen. Het maken van een aan
vang met afdoende hulp voor Curagao kan
dadelijk geschieden, geheel afgescheiden
van de Venezolaansehe quacstie. Het ma-,
ken dier scheiding kan slechts aan een rich-
tige beoordeeling ten goede komen.
C.
li.
Bij de praeadviseurs der Vereeniging
voor Staathuishoudkunde vinden wij dus
dezelfde voorliefde voor ruimen stadsuit
leg. Zij droomen van voorsteden, „lustho
ven vol zon en bloemen". (Nieboer t, a.
p. 30), waar vele kleine en groote huizon
vrij in de tuinen zullen staan, waar hier
cn daar een enkele huizenreeks toch ook
voor en achter flinke tuinen zal hebben,
waar zachlgebogen, ruime, mooi beplante
wegen zich zullen slingeren langs dichtbe
groeide tuinen, waar ook geen arbeiders
woning zonder plekje open grond meer zal
zijn te inden, waar vele parken, velden,
sportterreinen, speelplaatsen en speeltui
nen zullen zijn en waar op enkele hoofd
aders van verkeer een groote menigte zicli
in trams, op fietsen en in de goedkoop
geworden auto's van en naar de city, de
handels- en fabriekswijk met de groote,
centrale openbare gebouwen, zal spoeden.
En alleen nog enkele kantoor- en fabrieks-
bewaarders in die city zullen steeds kijken
in de woestijn van bak-' en straatsteenen,
die men eertijds dat is tegenwoordig
een stad noemde. Doch ook zij zullen rui-
nioi wonen.
schitterende oogjes naar de uitstalling kij
kende. Het verscheurde mij hot hart, to meer,
daar hij zijn lust tot eten en drinken verloor.
Als wij thuis kwamen, huilde hij, nog steeds
zijn handjes ui ts (rokkend, cn inslapend waren
zijn laatste woorden„Moeder, ik zou zoo
graag een hansworst hebben."
Eenige malen had ik beproefd hem niet
mee te nemen, niaar dan huilde cn snikte
hij zoo, dat Ik er geen weerstand aan kon
bieden, ledoren dag zag ik hem blocker wor
den Als hij eens van verdriet, stierfGij
kunt u geen denkbeeld vormen, vim hetgeen
ik geleden heb. Sommigen uwer zullen de
schouders ophalen en er om lachen. Ster
ven van verlangen naar een hansworst. Waai
de kinderen der rijken 's nachts van droo
men, krijg»n ze over dag; want spceklgood is
voor de kleinen bijna even noodzakelijk als
eten. liet maakt hun geheele wereld uit.
Wilt het ook kosten moet, ik wilde (Hm
hansworst hebben; cn ik mankte de reke
ning op. Als ik drie dagen niet at, zou ik
do enkele stuivers, die ik noodig had, wel
uit kunnen sparenik gel mikte dan niets.
Oei. was geen groote opoffering voor me,
want. alleen het. denkbeeld, dat rnijti lieve
ling niet meer zou huilen, maakte mij sterk.
Ieder oogenblik zei ik tot hem: „Spoedig zul
len we een hansworst koopen" en dan sliep
hij gerust in.
Eindelijk, den derden dag, had ik veertien
stuiven» uitgespaard. Dat was de prijs, die
in de winkelkast op de pop geplakt, was.
Ik begaf mij naar den winkel, uan mijn
Imncj kloino Piet, dio van vreugde opsprong