1
62*" Jaargang.
Zondag 21 Maart 1909,
Tweede Blad
Uit de Tweede Kamer.
Sultan, de waakzame.
Een groot© hond,
Deze courant verschijnt d a g o 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
- Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl.1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het bureau bezorgd zijn.
Bnrcau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.)
prijs der Advertentiën: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zjj
innemen.
Advertentiën hij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen,
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
latere. Telefoon
I voor de Redactie No. 123.
voor de Administratie No. 103.
Do behandeling van het wetsontwerp wij
ziging 'der Kinderwetten, liocft niet zoo
heel veel gescheeld van een juridisch ba-
chanaal. Gelukkig dat daarnaast het groote
belang, waarom het gaat, niet uit het oog
is verloren.
Wat willen de 'Kinderwetten? Ze willen
doen waarnaar ze den naam dragen, n.l.
het verwaarloosde kind in bescherming
nemen. Schoone gedachte. Wat moet ons
heiliger zijn dan het kleine, weerlooze kind;
er is alles voor te zeggen, dat, wannccei
ouders den schoonen oudernaam ten spijt,
hun eersten plicht in deze met voeten tre
den, dat dan anderen, in dit geval dooi
den Staat beschermd, de taak, den ouders
aangewezen, overnemen.
Maar... iedere medaille heeft haar keer
zijde. Het is al gebeurd men moet voor
deze zaak niet blind zijn dat onver
schillige ouders, voor wie de geboorte van
een kind slechts een lasl is, tol opzette
lijke verwaarioozing overgingen, om van
de kinderen af te komen, en wij gclooven
dat de heer De Ridder inderdaad goed deed,
op dit gevaar te wijzen. Of het daarom
goed zou zijn dergelijke ouders, zooals de
afgevaardigde voor Wijk-hij-Duurstode wil
de, desnoods door dwangarbeid te dwin
gen tot het onderhouden van hun kinderen,
is een andere vraag, al voelen wij er na
tuurlijk alles voor, dat niemand in dezen
den plicht, die op hom rust, maar zal
kunnen afwentelen op anderen.
De wetswijziging bedoelde trouwens te
gen een ander euvel te waken. Hel komt
voor, dat kinderen, meestal onechte kin
deren, eenmaal door eon ander aangeno
men, weer opgeöiseht worden door de moe
der, als uit dat opeischen ccn slaatje is
te slaan. Als het aangenomen kind in het
gezin der gegoeden, dat het aannam, lief
en onmisbaar is geworden, komt de moe
der, helaas al lo vaak opgestookt dooi
den man, die haar naderhand getrouwd
heeft, zonder vader van haar kind te zijn,
het kind opeischen, niet om het te heb
ben, maar om afgekocht te worden. Do
moeder heeft namelijk van rechtswege aan
spraak op haar natuurlijk kind, zoodra zij
het erkent.
En nu wilde de wijziging meerdere be
scherming vericonen aan hot natuurlijke,
niet erkende, kind, door tc bepalen dal
erkenning dezer kinderen door do moeder,
nadat reeds een vereeniging of stichting
met de voogdij mocht zijn belast, niet meer
gelijk thans vanzelf zou leiden tot
het verval'en der bestaande voogdij en het
intreden van de voogdij der moeder, doch
dat deze, zoo zij die voogdij wenschlc
daartoe een verzoek' zou hebben te richten
tot den kantonrechter.
Dit is, dunkt ons, zeer juist gezien; nu
hen hondsche lijdensgeschiedenis.J
buitengewoon waakzaam, te
Hoop aangelioden. Nadere in-
luSSflilg lichtingen aan het Bureau van
dit Blad.
Bovenstaande advertentie heb ik in de
„Drentseho Courant" geplaatst. Om lezers
die buiten do hoofdplaats van de provin
cie wonon, do moeite te besparen zich tot
bet bureau van do courant to moeten rich
ten, deel ik thans mode, dat ik, de steller
der advertentie, in do Oranjestraat no. 13
woon (een huis van 6 verdiepingen) en
dat ook do moid last hooft om mogelijke
liefhebbers mede te doelen hot adres van
Sultan.
Ik heb n.l. den „waakzamen Sultan" in
den, kost gedaan aan bot andere oinde van
do stad ca govool me als eerlijk' man ver
plicht, hot „waarom" mode te doelen. Do
evonbueelo kooper van Sultan za! later niet
ao 'kans hebben, me voor de voeten te
gooien,, dat hij oon kat pardon, een
-bona in den zak hooft gekocht.
Ik weot dat ik daarbij om zoo te zog
gen. mezelf in het licht sta maar do
waarheid boven alles I
„Hoe vind je mijn hond," vroeg me op
j een goeden dag een bekende, toen ik hem
kan de kantonrechter beoordcelon of die
erkenning geschiedt werkelijk om als moe
der aan hel moederlijk gevoel uiting te
geven, of dat het is om van het kind
„ccn zaakje to maken".
Deze regeling, die reeds op één punt
buiten de Kamer verzot bad gevonden bij
de vóórmannen en de vóórvrouwen, om
ze zoo eens to noemen, van do beweging,
die opkomt voor het verwaarloosde kind,
word in do Kamer bestreden door den
heer Limburg, die in een zeer pakkende
ede aantoonde, dat men niet alleen dozen
nieuwen regel nrocst laten geldon, als een
vorceniging" of stichting zich hel verwaar
loosde kind had aangetrokken, maar ook
als een particulier persoon zich daarmee
had belast. Waartegen de hoeren Regout,
in deze 'een specialiteit bij uitnemendheid,
en Van Vuuren opkwamen, die, niet ge
heel zonder recht, beweerden dat clan al
leen de verwaarioozing van het kind
vaststaat, als een verccniging bet zich heeft
aangetrokken, die zulks, anders dan de
particulier, niet doet orn een kind tc li eb
ben. En nu liep in hun oogen de kanton
rechter, die te beoordeelcn had waal
hof kind, opgevraagd door zijn natuurlijke
moeder, 'die het liceft erkend, zal worden
geplaatst gevaar, het kind daar te laten,
waar het „financieel" het best af was en
aldus de natuurlijke rechten van de moe
der geen recht te laten wedervaren.
Daar was zeker heel wat van aan, al
golooven wij, dat de kantonrechter, wan
neer hij zich eenmaal op het standpunt
stolt, dat het kind teruggegeven moet wor
den aan de moedor, die enkel en alleen uit
goede motieven haar kind erkent, in deze
niet licht zal mistasten. En de Minister
zag de juistheid daarvan zoo in, dat hij zijn
ontwerp aldus wijzigde, dal het kind do
moeder (of den vader) zal worden toegewe
zen, tenzij er gegronde reden bestaat, om
voor verwaarioozing te vreezen.
Waartegen krachtig verzet kwam van
twee groote rechtsgeleerden, als de hoeten
Loeff en van Jdsinga, die nog meer wilden
waken tegen ingrijpen in de ouderlijke
niacin, door niet te spreken van vrees voor
verwaarioozing, maar vrees voor o fi
lm i 1, maar toen zij merkten, dal zij inde Ka
mer, die heel wal minder zwartgallig in
deze was, geen steun vonden, trok
ken zij het amendement in.
Eeu krachtige bestrijding van den heer
Loeff kwam er tegen de bepaling dal do
kantonrechter over verlaten wettige kin
deren dezelfde .bevoegdheid zou hebben
als over natuurlijke kinderen. Dat had
Minister Coit van der Linden roods 10
jaren geleden in de wet willen hebben,
maar dat was toen door aanneming van
oen amendement van dcnzclfdcu heer Loeff
verijdeld. Het is oen beginsel zaak voor
de rechterzijde, die tusschen het natuur
lijke kind en zijn (vrijkunnen hier
niet zeggen ouders, want de hoeren van
do Rechterzijde willen, wij zagen het bij
de wet op bet vaderschap, noch hem die
toevallig in het boscli ontmoette on ik in
derdaad het reusachtige stuk vee, dal naast
hem liep, met nieuwsgierige blikken mon
sterdo.
Ik kon het dier niet ncgecren en gaf
daarom toe, dat ik het dier bekeek. Toch
had ik het liever geloochend cn volkomen
onverschilligheid voor het dier gehui
cheld.
„Een prachtdier," 'ging de ander voort,
„en Waakzaam! gewoon onbeschrijflijk 1 Sul
tan, hoor je dat?" vroeg hij den hond op
dreigenden toon, en deze .begon dadelijk
onheilspellend te grommen, hoewel er
eigenlijk geen enkele aanleiding was om
zich nijdig te maken.
„Zie je," zei mijn begeleider opgewekt,
„een waakzaam dier het let op alles!'
Dat was beslist juist, want dadelijk daarop
begon Sultan, verwoed te blaffen, omdat
in do nabijheid een onschuldig muschjo
noerfladderde. Natuurlijk vloog'het diertj
dadelijk weer op en de „waakzame hond'
lyiokl werkelijk twee minuten later ook met
blaften op.
„Wat 'n kerel hè?" prees zijn baas
en voegde erbij: „En boe bevalt jo zijn
kleur?"
Z'n kleur beviel me heolemaal niet. Was
liet wel een kleur? Ik geloof het niet. 1
olk goval een miskleur een mengsel
van eenige soorten geol vnilbruinach
figo slrccpen goorgeol on ja, wat
nog meer? hm, laten wo zoggen, hij had
een kleur als een internationale straat-
het natuurlijke kind verwekte, noch haar
die het hot leven schonk, met dien eer
naam tooien) „veroorzakers" geen fami-
i e b a n (1 erkennen. Maar de tijden ver-
indelen, en wij met hen, ook dit beginsel
is in de coalitie verdronken, en hot des
betreffende artikel van de Rcgoering kreeg
slechts hcele 3 stommen tegen, en hel ont
werp loopt bij de eindstemming niet liet
minste gevaar. Dat is een succes, dat wij
Minister Nelissen van harte gunnen, vooral
omdat hij, een man van zoo groote en er
ende bekwaamheid, uit gemis aan parle
mentaire ervaring, nog niet zoo gelukkig
is geweest wij denken hierbij aar dp ach-
terstandsontwerpen cn de motte- ^en-
drecht als hij verdiend had.
In den morgen, van Woensdag sprak de
voorzitter een woord van hartelijke waar-
dcering lot don. commies-griffier Jhr. Mr.
Beelaarts van Blokland, die de Kamer gaat
verlaten, tevens een woord van afscheid.
Genoemde heer maakt een niet geringe pro
motie. Van commies-griffier tof Minister-
Resident in China, is een heele sprong.
En het sociaal-democratisch orgaan „Het
Volk" hooft het dan ook niet aan de insi
nuatie laten ontbreken, dat men „Beelaarts"
moest heoten, m. a. w. van adel zijn, om
zoo'n promotie te maken. Niets is echter
minder waar clan dit. Kamerleden van alle
partijen hebben ons verzekerd, dat de groote
piven van den heer B. door iedereen in
de Kamer op prijs worden gestold, dat bij
een man is van buitengewone kennis cn
scherpzinnigheid, en wie hem slechts een
maal ontmoette, weet, hoe aangenaam hij
tevens in den omgang is.
Minister Marees van Swinderen deed een
goed werk de hand te leggen op zulk een
kracht voor onze diplomatie. Juist nu er
meer en meer geklaagd wordt, dat wij de
knappe, jonge mannen, die wij voor onze
vertegenwoordiging in den vreemde behoe
ven, niet kunnen krijgen, moeten wij blijde
zijn, dat nu een glans nummer gevonden is.
De Kamer zal hem noode missen, maar haar
lioslo wcnsclien, de President sprak met
aller instemming, vergezellen hem naar
het verre Oosten.
Na de Kinderwetten kregen wij eenige
conclusion op adressen, waarbij de sociaal
democraten bijzonder ongelukkig waren, en
moesten zijn, omdat ze tegen recht en bil
lijkheid iemand wilden beoordcelon. Wij
houden niet van een jagen naar popula
riteit op 's Rijks kosten, hol is gemakke
lijk riemen snijden van andermans leer.
Eerst kwam de hoor Ter Laan op voor
een zekere W. Kragt, gewezen fuselier bij
het Indische leger, die vroeg om gratifica
tiën, waarop hij geen recht had. De heer
Idcnburg zeidc met veel zelfbehecrsching,
dat hij na do rede van den heer Ter Laan
uit eeibied voor dien afgevaardigde, nog
wol een enkel woord wou zeggen, maar dat
dit eigenlijk onnoodig was. De gratifica
tion, waar Kragt om vroeg, de reglementen
zeggen het uitdrukkelijk, worden niet ge
geven bij engagement, maar hij reëngage-
ment, en daar Kragt zich niet heeft gereën-
gagcerd, is daarmee de zaak afgedaan. Men
moet een sociaal-democraat zijn om dat
niet te begrijpen, men moet het ook zijn
om dan nog stemming te vragen. Moeten wij
er bij vermelden, dat alleen de sociaal
democraten hun stem gaven aan het voor
stel van "den afgevaardigde voor Hooge-
zand, om Kragt die gratificatiën te geven?
Maar heel wat treuriger bracht do heer
lïolsdingen het er af met de zaak-Drenth.
Deze Drenth was deurwaarder der directe
belastingen te Gorcum en is oneervol ontsla
gen. De heer IleLsdingen kwam daartegen
op, en meende dat er alle termen waren,
hetzij om Drenth s\ ee.r in dienst te nemen,
hetzij om zijn oneervol ontslag te ver-
andnen in een eervol dito, vooral om
dat do rechter in hooger beroep Drenth, die
door de rechtbank veroordeeld was wegens
onrechtmatige handelingen, dezen had vrij
gesproken.
Wij twijfelen er aan of Drenth den heer
lïolsdingen dankbaar zal zijn voor zijne tus-
schenkomst. Want zijne ooren zullen
wel getuit hebben na den schoonen doopceel
over hem gelicht. Minister Kolkman, die
door het optreden van den heer lïolsdingen
nu wel genoodzaakt was aan de Kamer mede
te doelen, waarom Drenth ontslagen was,
kwam vertellen: dat, al heeft hot Hof op
juridische gronden Drenth vrij gesp ro
ken, deze als belastingambtenaar totaal on
betrouwbaar bleek. Ilij bracht reiskosten in
rekening voor een valsch exploot cn voor drie
dwangbevelen, die hij niet beteekend had
hij perste eeue weduwe belastinggeld af, ter
wijl hij haar aan den fiscus als „oninbare
post" opgaf, hij maakte valsche exploolen
waarlijk dit is al een wonderlijk iets, dat,
voor zoo iemand de „sociaal-democratie" op
komt. Het is eerder geschikt om aan alle
deurwaarders het land te krijgen ais Alexan
dre Dumas, die echter inear als schulden-
maker last van hen had. Toen zo deren eene
bijdrage vroegen \an 5 francs om een aimen
deurwaarder in de huurt te hegraven, gaf
hij liet dubbele van liet gevraagde, met het
ondeugende verzoek er twee onder den grond
te stoepen.
De heer lïolsdingen trok, rui het gebeurde,
beteuterd zijn voorstel in; wij hopen dat
de sociaal-democraten, van wie wij het
waardeuren dat zij steeds voor den veronge
lijkte opkomen, in hot vervolg wat beter
onderzoeken zullen vóór zij oen minister be
schuldigen.
En toen kwam de interpellatie-Bos over de
vereenvoudigde schrijftaal, ten doel hebben
de afkeuring uit te spreken over 's Minis
tere houding in de spellingkwestie te Win
schoten. In die gemeente had het gemeente
bestuur goed gevonden dat op de scholen
de vereenvoudigde of te wel Kollcwijnsche
spelling zou worden onderwezen maar de
Minister hoeft d't verboden op grond dat
or eene door de wet gesanctioneerde spel
ling is, cn dat daarom de schoolopzieners
hond. Alles bij elkaar had het cliier geen
mooi vel
Ik zou zijn k 1 eurschakeeringen wel graag
wat nader onderzocht hebben maar ik
vertrouwde hem niet hij was al te waak
zaam mijn. aankijken hinderde hem
hij knorde alweer.
„Heb je den honcl allang?" vroeg ik wat
bevreesd, want het ondier merkte dat ik
van hom sprak en loorisde met wantrou
wende blikken naar mij.
„Sedert eergisteren," antwoorde do haas
van Sultan. „Een prachtig koopje, kost
maar 40 gulden!"
„Ilij is weggegeven!" antwoordde ik en
naim afscheid van mijn kennis en „meneer
zijn hond", die juist weer een proef van
zijn waakzaamheid aflegde door eenige val
lende bladeren van de boomen woedend
aan to blaffen.
„Het is beusch ongezellig hier in liuis.
Allo buren zijn op veis cn wij zijn thans
samen, bohahe het dienstmeisje, alleen in
liet geheelo huis."
Zoo sprak mijn vrouw, drie dagen na
do bovenstaande ontmoeting, terwijl zij do
krant weglegde, waarin ze weer eeu moord
uit roofzucht, twee inbraken en een aan
randing op klaarlichten dag bestudeerd had.
„Ik sidder van angst zoolang jo niet thuis
bent!"
„Onzin," antwoordde ik, „jo hoeft hier
toch waarlijk niet bang te zijn,"
geen leerplannen hebben goed te keuren,
welke de nieuwe spelling inhielden. Dit
tegen het advies in van den schoolopziener
Wirt/., partijgenoot van den lieer Heemskerk,
die het Winschotensche leerplan wel had
goedgekeurd.
De heer Ros kwam tegen dit ministerieel
besluit op, verlangde van do Begeering dat
zx' zich in deze neutraal zou houden, juist
als Thorbecko en Heemskerk Sr., tegenover
de spelling van de Vries en Te Winkel ge
daan hadden, hij meende dat de Minister
zich vergiste als hij dacht de zaak xhans ge
stuit te hebben, want op de bijzondere scho
len bleef men vrij. Hij zelf wilde die vrij
heid ook voor de openbare school en vroeg
wat de voornemens van de Regeering verder
in deze waren.
De Minister was niet bijzonder vast in
zijn antwoord. In de eerste plaats constateer
de hij, dat een schoolopziener als orgaan der
Regeering niet het recht heeft, zonder over
leg met haar, eene nieuwe spelling te propa-
geeien. En ais hij de eerste minister is die
in spellingzaken dwang uitoefent, dan komt
at omdat de Kollcwijnsche spelling zoo'n
are is, als men nimmer zag. Her Winscho-
tensch besluit zou verwarring gesticht heb
ben, en daartegen moest een dam worden
opgeworpen. Het zou de éénheid van ons
land schaden twee spellingen op de school
toe tc laten, en als slot kregen wij eene
verdediging ran de spelling van De Vries
en Te Winkel, die eigenlijk in deze in het
gobeel niet op des Ministers weg lag.
De heer Brummelkamp prees 's Ministers
houding en kwam op tegen de vivisectie,
die dr. Kolievijn onze taal wil laten onder
gaan, zich verdiepende in beschouwingen
over de phometink en de rythme van onze
spreektaal. Maar de heeren Roodhuyzen en
Van Wijnbergen bekeken de zaak van den
practischen kant, en verzetten zicli tegen de
anarchie die ontstaan zou als iedere school
maar de spelling volgde, die ze verkoos.
Maar, zei de lieer Roodhuyzen, de Kolle-
vijnsche beweging wordt gesteund door zoo
veel mannen van naam, in de onderwijs
wereld is men er zoo van overtuigd, dat
•ereenvoudiging in de 'spelling het onderwijs
ten goede kan komen, dat eene verstandige
regeering deze zaak moet onder de oogen
zien. liet is niet genoeg „een dom op te
werpen", men moet zien, wat men op het
veilig gemaakt veld kan krijgen. En daarom
stelde de afgevaardigde voor Briolle eene mo
tie voor:
„De Kamer van oordeel, dat het tijdstip
is aangebroken om te overwegen, welke wij
zigingen in de schrijfwijze onzer schrijftaal
behooren te worden aangebracht,
noodigt de Regeering uit de benoeming
van eene Staatscommissie voor dit onder
werp te bevorderen, en gaat over tot de orde
van den dag."
In de besprekingen over deze motie is do
Kamer blijven steken, om den volgenden
dag in „vereenigde vergadering" met de
Eerste Kamer samen bijeen te komen.
Daarmede was de zaak voor ditmaal
afgedaan, maar don volgenden dag las mijn
vrouw weder eenige beangstigende verha
len en begon hetzelfde liedje opnieuw, om
don derden dag er weer mede voor den
dag te komen, wat vrouwen in die geval
len eigen is.
Toon werd ik nijdig.
„M'n hemel, wat moet ik er dan wol
aan doen?" knorde dk, „moet ik soms een
bewaker huren, die je dag en nacht mat
geladen revolver bewaakt?"
„Natuurlijk," pruilde mijn vrouw7, „een
zwakke vrouw behoeft, jullie, heeren der
schepping, maar een kleine opmerking te
maken, fliie niet aangenaam is of dadelijk
is zij prijs gegeven aan spotternij,"
„Sclicd toch uil. Ik spot niet," antwoord
de ik opgewonden. „Zeg me dan ook wat
je wilt geof me een wenik
Maar dat was al niet meer noodig. Op
hetzelfde moment kreeg ik een idéé, daar
kwam me mijn kennis voor den geest, die
met „Sultan do waakzame", placht te wan
delen.
„Wat nu riep mijn vrouw, toon
ik plotseling mijn hoed greep en de deur
uitstormde. Maar ik gaf geen antwoord en
liep hot huis uit.
Een half uur later kwam ik met Sultan
terug. Ifij had in dien tijd van baas ver
wisseld en was mijn onbetwistbaar eigen
dom geworden en verplicht zijn gohcele
waakzaamheid aan mij on aan mijn gezin te
vjjdon.
Het was als volgt gebeurd: ik had mij
zoo onbevangen mogelijk bij mijn wande
lenden kennis aangesloten en tegen zijn
viervoetigen begeleider de giootst moge
lijke onverschilligheid in acht genomen. Ik
sprak van het weer, van de regeerings-
politick, van de dionstbodon-cllende, en
kwam eindelijk langs groote omwegen op
Sultan. De eigenaar van liet prachtstuk
kook me oven snel van terzijde aan cn
een eigenaardige glans lichtte in zijn oogen.
„Ik zou ook wel zoo'n hond willen heb
ben," bracht ik zoo onnoozelweg in het
midden en keek daarbij uiterst opmerk
zaam een anderen kant uit, alsof daar
dingen van groot gewicht gebeurden, ter
wijl er absotuul niets te zien was.
„Hm! Daarop zon wel een weg te win
den zijnl" antwoordde hij zoo snel, dat
ik hem verbaasd aankeek. Hij deed echter
of hij er niets van merkte en zei: „lk ken
je zoo goed als een dieren mend, dat ik
aan niemand liever dan aan jou bet mooie
dier gunt"
Nu, de schoonheid van Sultan imponeer-
do mij lieelemaal niet maar zijn waak
zaamheid
„Wil jo den hond dan verkoopen?" vroeg
ik schuchter.
„Als ik jou er een ploüzier (mee kan doen,"
antwoordde hij, „aan een ander zeker
nietl"
„Praatjes" dacht ik; „hij zal waarschijn
lijk geld noodig hebben". En hardop vroeg
ik: „En hoeveel vraag je ervoor?"
COURA