63' Zondag 2 Tweede Blad. Uit de Tweede Kamer. Berenjicht in Siberië. iüé Deze courant verschijnt dagelijks, met uitsondering van Zon- en Feestdagen Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingenfl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs por week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen, Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een .ar aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven Np. 141 (hoek Korte Haven.) Prijs dèr Adv'ertentiën: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intorc. Telefoon voor de Redactie No. 123. voor de Administratie No. 103. Voortgezet werd de behandeling der in terpellatie van tien heer Duijmaer van Twist, 'over de voe- en vleeschkeuring, welke interpellatie vrijwel op een niemen dalletje uitliep. Een der veteranen van de Kamer zoide oiis eens, dat er eigenlijk niets treurigets in het parlemntaiie leven is dan een in terpellatie van een Kamerlid tot een mi nister-geestverwant. Ze is toch een bewijs, dat het Kamerlid den minister niet heeft kunnen overtuigen rran diens ongelijk of van zijn eigen gelijk, anders ware de zaak waarom het gaat wel binnenskamers in het reine gekomen. En straf kan ze niet opgezet worden met een vijandige motie als slotstuk, waarbij men hij de Kamer in hooger beroep komt over de beslissing van den minister, want men brengt nu eenmaal eigen geestverwanten geen par lementaire nederlagen too, als het even anders kan; vooral niet den heer Talma, die er reeds meer dan één heeft te boeken. Wij hebben ons bij deze gelegenheid het woord van dien veteraan herinnerd; hij had gelijk; de interpellatie Duijmaer van Twist was pure narigheid, en dat nog te meer, omdat het ongelijk geheel aan zijn kant was. OE het royaal gehandeld was van den heer Talma, den. interpellant, diö zeker een van de ijverigste leden der anti revolutionaire partij is, zijn ongelijk zoo diep te laten voelen, is een andere vraag. Wij stellen ons in deze geen partij, ai valt het moeilijk te ontkennen, dat de mi nister den afgevaardigde voor Steonvvijk nu en dan gewoon voor het lapje hield. De heer Duymner van Twist, bewogen over de klachten van eonige kleine export slachters in zijn district over het Koninklijk Besluit op de keuring van vee en vleeseh, dat heden 1 Mei in werking treedt, had wel wat al te voel het groote doel van (le wet en het daarop gevolgde Koninklijk Besluit uit het oog verloren. Dat doe! is: herstel van den goeden naam van ons vee op de buitenlandschc markt, to vorktijgen door rijkskeuring en rijksstempel. Hetzelfde wat onze boterwet voor onze boter gedaan heeft. En hoe noodig zulks is, kon de mi nister gemakkelijk aantoonen, waar nog in de laatste weken Hollandsch vieesch, dat ingevoerd werd, is afgekeurd. En dat de wettelijke bepalingen wol eens voor oen enkele drukkend kunnen zijn, wij wil lort het gaarne gelooven, maar het algemeen belang gaat. voor het bijzonder, on aan wien de schuld, dat tot onberekenbaar na deel van onzen handel het vertrouwen in ons vee op de buitenlandschc markt werd geschokt? Wat niet wegnam, dat de heer Duymaer van Twist, met veel stemverheffing en pathos al dien last, door den kleinen sla ger te ondervinden, breed uitmat, en als deze spreker in vuur raakt, krijgt hij het hijster te kwaad met de Nerlerbmdsche faal, en geeft den woorden hun eisch niet meer. De minister wordt dan de mister", do exportslagcrij wordt „sportsla" enz. En met veel vuur verklaarde hij ten slotte, dat de hoor Talma door het Koninklijk Besluit het kleinbedrijf te gronde heeft' gericht. Nu, zoo'ri verwijt is dan ook wel om boos te worden voor dezen minister. De hoer Duymaer van Twist kreeg tot aller verbazing een bondgenoot in den heer Ilugenholtz Een verbazing, die nogal na tuurlijk is, als men bedenkt, dat al wat vernietiging is van het kleinbedrijf, een kolfje is naar sociaal-democratische hand. Sommige menschcn, die direct het ergste van hun medemcnschen plegen Le donken, gaven dezen uitleg aan dien steun, dat do hen: Ilugenholtz in zijn district ook*kleine exportslagertjes heeft. Wij doen aan der gelijke booze vermoedens niet mee mi zien er meer een dooi werken in van den vriend schapsband, gelegd tusschen de beide hce- ren toen ze gezamenlijk en broederlijk naast elkaar streden togen den boozen wonder- kuil. Minister Talma zegevierde echter over de geheele lijn, en sprak met zooveel fidu cie over do zaak, alsof hij zijn heele leven achter hot slaclitersblok en in den veo handel had doorgebracht, in plaats van op den kansel te staan. Wij vinden dat alles heel knap, maar vragen ons toch af waar voor is die luunerij rioodig? Ieder weet toch, dat het een door don Directeur-Gene raai ingestodeeid losje is; waarom dezen zelf niet meegenomen, om de wet te ver dedigen, nu zulks eenmaal mag; de Jieer Borgesdus deed zulks immers ook, toen hij als minister de botenv-et had te verdedi gen? Maar de heer Talma doot nu gaarne eenmaal alles zelf. Steun, kraehtigmi steun vond do minister bij den beer Reijne, die bewees hoezeer de heei Duymaer van Twist oven dreef en hoe groote inschikkelijkheid, wellicht te groote inschikkelijkheid, de Regcaring te genover de exportslachters had betoondin één zaak ging hij met den interpellant mede, hij vond dat de gelegenheid, om nok op andere dan de vooraf opgegeven data keu ring te verkrijgen, moest verruimd woiden. Dit is wellicht de laatste reel encoring, dio de heer Reijne in de Kamer heeft ge houden. Hij treedt met 1 Mei, dus heden, op als hoofdredacteur van het „Utrechtsch Dagblad", ter vervanging van den lieer Valckenier Kips, die hoogleoraar is gewor den. Da,t de afgevaardigde voor Kampen, na de vele politieke kleur verwisselingen die hij reeds op z'n jeugdigen leeftijd onder ging, nog eens leider zou worden van het versteend-consevvatievc „Utrechtsche Dag blad", heeft, wel niemand ooit gedroomd. In het dorp Scbuschenskoio woont een taoi', Iwan Pesegow genaamd. Hij zal thans ongeveer 55 jaar oud zijn, maar nog ziet nien het hem aan, dat hij in zijn ionge jaren over een herculische kmcht kon beschikken. Iwan Pesegow i3 een hartstochtelijk jager, needs als jongen doorkruiste luj met andere Miebbers van het edele jachtvermaak de Eega, het Siberische woud. Zijn schot was noodlottig voor vele beren en zijn vrienden Weerden, dat hij reeds meer dan veertig die dieren had neergelegd, ofschoon Peso- jjWv zelf hardnekkig volhield, dat hij er pas I had gedood', zoodat hij nog niet aan zijn Veortigsten toe was. öp zekeren dag had vriend Pesegow het ^'gende avontuur: Den 18en Juni begaf iiij ~!c 1 Vetgezeld door den kolonist Iwan Sclrn- die reeds vaker met hem mede was ge- °est °P de berenjacht, naar de Taiga, 80 erst yan z'jn woonplaats verwijderd. Hun loidde_ eerst door het dorp Jermn-Kows- ®Je en daarna langs do rivier de Oja. De ters van deze prachtige, kalm stroomende ^yier ?ajn met dichte wouden bedekt, waarom viak, door jagers worden bezocht. Den m H- bevond Pesegow zich met zijn ij\ na<i den moerassigen oever van de tl^e beek Mantschalijk, die in de Oja v roonib Zij trokken de hwk over en wü- ii nog tien werst verder puin, om daar te Drachten en de jacht to beginnen. De avond viel reeds toen zij, vermoeid door den langen tocht, in do verte bet hun reeds van vroeger bekende nachtleger ont dekten een hut van ruwe boomstammen (snib) het gemeenschappelijke toevluchts oord der jagers. Eon dun rookwolkje kron kelde hoven het dak. Pesegow en zijn kameraad dachten eerst dat landloopers oen toevlucht in de hut had don gezocht. Wel behoefden zij dergelijke lie den niet te vreezen, want zij waren goed ge wapend met geweer en mes: daar zij echter niet wisten met hoeveel man zij te doen hadden, naderden zij voorzichtig en arm do achterzijde der hut. Daarbinnen klonken twee stemmen, die den heiden jagers hekend waren. Ifet ge sprók liep over een dien dag aangeschoten heer, die onmogelijk nog ver had kunnen loo pen en ongetwijfeld nachts den adem uit zou blazen. Men zou hem dus allicht morgen in de buurt van do Swjelly Bjelnick kun ncn vinden. Zoo heet een ongeveer 10 werst van de hut gelegen heuvel. Terwijl de twee jagers het gesprek afluis terden, dat in de hut werd gevoerd, wier pon zij elkaar een veclbctcekenden blik toe en in beider binnenste ontwaakte het straf bare denkbeeld do vruchten te plukken van den arbeid' der anderen en zich meester tc maken van den aangeschoten heer. Pesegow fluisterde dit zijn makker in 't oor, deze kinkte toestemmend en met den groet: „God zij met utraden zij do hut binnen. Zij vonden daar twee bekende jagers uit een naburig dorp, de boeren Pnsrhemin en Putimzow. Zonder iets van hun pion to De lieer Reijne is een knap man, een begaafd man, een ijverig man. Hij heeft echter in de Kamer weinig sympathie ver worven. Daar is niets wat do Kamer min der vergeeft dan pedanterie en arrogantie, on de afgevaardigde voor Kampen had het in deze beide zaken tot een bedenkelijke hoogte gebracht. Hot ongekende gelukje, dat hem op zeer jeugdigen leeftijd in de Kamer bracht, bleek een weelde, sterker dan zijn becnon vermochten te dragen; hij bezweek er onder, en vermocht niet meer zichzelf te zijn. Hij nam een andere stern en een anderen loop aan, on werd eenvoudig ridi cuul. Wat jammer was, want, wij herbalen bet, hij was knap en begaafd, en wal bij zei was zeker do moeite waard om naar tc luisteren. Nu, in het geschreven woord zullen van zijn minder aangename eigenschappen zijn lezers weinig gewaar worden, en in 'dat opzicht is do mil, dien hij doet verstandig. Het is in Nederland een ongekend iets een politieke loopbaan als die van den heer Reijne, maar wij zijn nog niet aan liet eind cn cr komen mis schien nog meer verrassingen te boeken. De interpcllatie-Blooker over de wijzigin gen bij ministerieel besluit van 6 April 1908, gebracht in het Reglement voordon verkoop van visch en voor het gebtuik van de vischhal in de visschershaven van Uitluiden, had al even weinig succes. Alen herinnert zich hoe Minister Bevers op bovengenoemden datum de retributie van 1 percent op 2 percent bracht en de koopmanskorting verlangde van 2 percent op.l percent, oil hoe deze reglementswijzi ging groote beroering wekte in de IJmui- der gemoederen en de vischhal geboycot werd. Interpellant stelde drie vragen: io. Hoe luidt liet advies van het Collego voor Zeevisscherijen over de gewijzigde retribu tie? 2o, Aan welke wettelijke bepalingen ontleende de Minister het. recht om te be- jtalen, welke korting aan den kooper voor contant zou worden toegestaan? So. Op welken grond verdedigt de Minister, waar gebleken is dat do gebovo-ii retributie do dekking der kosten voor de hal met een belangrijk bedrag overtreft, zijn maatregel van 6 April 1908 met de wetten van 1887 on 1898? Om deze laatste vraag goed 1rt begrij pen, is het noodig te weten, dat die wetten uitspreken, dat de haven te Umuidcn ecu onderdeel vormt van do werken van het Noordzeekanaal, en dus mag volgens den heer Biooker vavt die haven evenmin retri butie geheven worden als van het kanaal zelf, terwijl de wel van 22 Juli 1898 alle heffingen van kanaal-, rivier- en havengel den van Rijkswege afschafte. Het botoog van Dr. Blookor komt nu in hoofdzaak hierop neer, dat alios wat aan retributie gelieven wordt, meer dan de wer kelijke kosten van de vischhal, niets an ders is dan een verkapte havenbelasting. De interpellatic-Blooker kwam een jaar na hol opstootje te IJmuiden, Allerlei oor zaken hebben haar vertraagd; de reis van den afgevaardigde voor Amsterdam VI f als vertegenwoordiger van de Nedorlandsche regcering naar hot congres te Rome; toen do begrootingswerkzaamheden, en last not loast de ontijdige dood van Minister Re vers. Het dossier over de zaak gloeide intusschen aan tot 80 centimeter, zooals Minister Rogout ondeugend opmerkte, en dit had den nieuwen bewindsman moed gegeven oin uitstel te vragen, toen Dr. Bloo ker op spoedige behandeling aandrong; 24 uur uitstel voor elke 2 centimeter dossier. Nu, de Minister had zijn tijd goed besteed on zat er goed in. We kregen te hoorcn, dat het college voor de Zeev; -scherijen vóór de verhooging van de retnnutie was. Het recht om do korting te bepalen, bleek ver der ook vast te staan, en toen wij eindelijk vernamen, dat de haven wel verre van een batig saldo op te leveren, jaarlijks eeu hoop kost, ontzonk de vaste grond aan (le voeten van den interpellant. Het hielp niet dat de heer Passtoors, in wiens district IJmuiden. ligt, even bijsprong, en de heer de Waal Malefijt zei het ware woord, toen hij het toejuichte, dat de minister nog eens een ernstig onderzoek in de zaak toezeg de, en dat het goed zou wezen, betalendcn, belanghebbenden invloed toe te kennen op de vaststelling der regeling, dan zal men wel adviezen krijgen, waardoor de enorme kosten van exploitatie van de haven ver minderen. De wet op de subsidiecring van do bij zondere hoogere burgerscholen is met 48 tegen 27 stemmen aangenomen. Onder de vóórstemmers waren 9 leden van links. De tegenstemmers waren enkel de linkei zijde; onze voorspelling, dat de anti-revolutionai ren, al waren zij ook ontstemd over de aanneming van het amendement-Wijnber gen, wel niet zouden meewerken om den Minister-geestverwant een échec toe te bren gen, is dus uitgekomen. Ook Dr. Kuyper was bij de stemming aanwezig. Do Schepenwet is in behandeling geno men. Een wet, die het goede doel beoogt een eind tc maken aan het uitzenden van de bekende drijvende doodkisten, aan het meedoogenloos opofferen van menschenle- vens aan winstbejag. Sinds de honderden voorstellingen, die Beijermans „Op IIoop van Zogen" mochten beleven, is het voor Nederland geen geheim meer, wat gruwelen er in deze gebeurden. Men wil nu door het stellen van behoorlijke eischen aan de sche pen die uitvaren, het gevaar, voor zoover dat in 's mcnschen macht is, lot zijn minst mogelijken omvang terug brengen. Do heer Plate, dit goede doel erkennend, vond groote gebreken in het ontwerp, voor al, dat men de artikelen van de wet, zoo wel op visschersvaartuigen als op koop vaardijschepen, wil toepassen, wat nietaan- itcn doorschemeren hieven l'erognw en zijn makker een tijdlang met hen praten over alles en nog wat en vervolgens legden zij zich neer om tc gaan slapen en spoedig klonk, hun gesnurk door dc hut. In werkelijkheid deed Pessegow echter den geileden nacht geen oog dicht. Nauwelijks drong de eerste vale morgen schemering do ruwe, rookerige hut binnen, nauwelijks ritselde hot morgenkoeltje door de bladeren, of Pesegow stiet zijn makker mm, wekte hom en beide mannen maakten zich gereed er op uit tc trekken. In het zelfde oogenblik ontwaakte ook een der andere jagers. Met de opmerking-, dat zij al vroeg er op uit gingen, wenschie hij hun een ge lukkige jacht, draaide zich om en sliep weer in. Het was een heerlijke, prachtige ochtend. Dichtbij had do Taige een frisschc groene kleur, in de verte vertoonde zij donker blauwe tinten. Een mot heerlijke geuren bezwangerd koeltje, waaide in het bosch cn het dichte gras was met ontelbare schitterende dauwdruppels bedekt, die als diamanten hingen aan ieder grassprietje, iedere dennenaald. De eerste stralen dei- zon beschenen al de kruinen der hoornen, toen Pesegow en Scha rum, zich een weg banend door laag struikgewas en tusschen do halfvergane stammen van reusachtige ontwortelde ceders en herken door, de plaats naderden, waar zij den gewonden of dooden beer hoopten te vinden. Voor hen doomde een groot weideveld op, be dekt met hoog gras, dat hier en daar was platgetrapt. Midden door de weide stroom- gaat. Hij vergeleek dit wetsontwerp met de EngolscShe wet en vond hot -veel minder pracliseh en te veel centraliseercnd. Het ontwerp vond daarentegen warme verde digers in de heeren Aloes en Schaper. En de heer Talma was zoor gelukkig in zijn verdediging; zeer duidelijk werd de be doeling der wet uiteengezet en de bezwaren van den heer PJate weerlegd, die dan ook in tweeden termijn voornamelijk den heer Schaper aanviel, die de wet noodig vond om rampen, als met de „Berlin", te voor komen. Dit nu, was een vergissing van den afgevaardigde voor Appingedam, want de „Berlin" was een Engelsche boot en in Engeland heeft men een schepenwet. Ook de uitdrukking van den heer Schaper, dat de schippers loonslaven waren, liet de heer Plate niet zonder critiek passeeren; zc strookte, volgens hem, weinig met hat feit, dat iedere schipper zichzelven betitelt: Naast God, schipper- van zijn schip. Over de juridische kwesties bij dit ont- werp opgewoipen, geen woord, die daarin behagen schept sla de Handelingen na. Van meer practiach belang dunkt ons te vermel den, dat de minister een amendement-Scha per overnam dat onder de voorzorgen die een schipper moet nemen, ook deze voorge schreven wordt., dat hij heel- en verbandmid delen aan boord moet hebben, en dat hij eene gedrukte aanwijzing moet hebben han gen, welk gebruik men van do reddingsmid delen moet maken. Aan denzelfden afgevaar digde is hot te danken dat de schipper afschriften van het certificaat van deugde lijkheid van zijn schip zal hebben aan te brengen op zichtbare wijze op eene voor alle schepelingen, toegankelijke plaats. Alaar over de Schepenwet een volgende koer meer. De Kamer in er Donderdag in blijven steken en zou er "Vrijdagmorgen mee zijn doorgegaan, als niet gij weet het allen, onze liefste wensch vervuld was, en het edel Koningskind, het lang vervracht te. verschenen was. De Kamer dacht Vrijdagmorgen niet. meer aan eene Schepenwet. Men zag do leden met de blijdschap op iiet gelaat elkaar gc- lukwenschen met dezen voor Nederland zoo gewichtigen dag, men zag hoe allen dén in Oranje zijn, want de sociaal-democraten wa ren niet opgekomenof zij eene wenk gekre gen hadden van wat er gebeuren zou, weten wij niet. In do woelige Kamer kwam weldra diepe stilte toen de ministers binnentraden, au grand complet: Tribunes en loges overvol. Iedereen staat en weldra klinkt het plech tig uit des voorzitters mondTk geef het woord aan den. minister-president die daarom gevraagd heeft. Geheel onder den indruk van het diep aangrijpend historisch moment doet de heer Heemskerk de officieele mededceling aan de Kamer van do voorspoedige bevalling der de een beekje, dat in de verte tusschen de struiken verdween. Op oen plaats' waar het beekje iets breeder was, lag aan den waterkant tusschen het gras een niet zeer groote beer, die nu en dan oen dof, smar telijk gebrul uitstiet. Pesegow en Scharum slopen onopgemerkt zoo dicht mogelijk na derbij, ieder van hen plaatste zich achter een dikken boomstam, die hun in 't erg ste geval tot bescherming kon dienen. Pe segow stond ongeveer 15 pas van zijn mak ker af, die, zooals afgesproken was, het eerste schot zou lossen. Eenige minuten verliepen in angstig* stilte, nadat de jagers post gevat haddon. Toen viel er con schot, W aarschijnlijk had Scharum misgescho ten, want dc beer richtte zich slechts op en keek om zich heen, zonder zijn plaats te verlaten. Thans gaf Pesegow vuur. Hij vertelde later zelf, dat hij nauwelijks het geweer van den schouder had genomen, toen de heer al in twee, drie sprongen bij hem was, zuch op zijn achterpooten op richtte cn zich daarna met zijn volle ge wicht op don jager liet vallen. Pesegow kwam onder to liggen cn de beer begon naar hartelust aan hem te rukken en scheuren. Meermalen riep de ongelukkige inger zijn makker toe: „schiet broeder!" maar Scha rum schoot niet, daar hij eerst zijn geweer moest laden. Die korte oogenblikken le ken don armen Pesegow echter een eeuwig heid toe. Eindelijk knalde het zoo vurig verlangde schot van Scharumoogo.nbiihkelijk Rei de beer zijn offer los om zich tegen den nieu wen vijand tc keeren. Toon Pesegow de oogon opende zag hij den beer vlak bij Scharum., Ais ervaren jager meende deze het beest te kunnen ontgaan, door om den boomstam te loo- pcn. Doch dit lukte hem maar eenmaal. Hot gras was nat door den dauw en daar door glibberig; hij gleed uit en viel. Vor der herinnert Pesegow zich alleen, dat hij, niet in staat zijn kameraad te helpen, zich in het hoogc gras verschuilde en in de richting van de jagershut begon te krui pen; hij sleepte zich ongeveer een halve werst voort en begon toen zoo hard hij kon om hulp te roepon. Terwijl Pesegow en Scharum aldus <h* hut verlaten hadden, om zich meester te maken van den jachtbuit der anderen, waren ook de twee slapende jagers ont waakt. Zij vermoedden dadelijk, dat er ach ter dat haastige vertrok iets zat en dat de beer wellicht in verkeerde handen zou vallen, waarom zij zich haastten zoo spoe dig mogelijk het tooneel van den strijd te bereiken. Toen Scharum het eerste schot loste, waren zij nauwelijks nog een werst verwijderd en toon Pesegow na het derde schot wegkroop en om hulp begon to roepon, waren zij slechts eenigo passen van hem af. Pesegow's makker, Scharum, was m-ee- selijk verminkt; Pesegow zelf loefde nog, alhoewel hij cr slecht, aan loe was; zijn rechterbeen was boven den enkel gebro ken on versplinterd, cn hing alleen nog aan een stuk huid, de rechterarm was van sstHaaastaeHHcrapwair

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 5