zeer een rondgaande tentoonstelling, 'die een compleet beeld gat van wat Neder land produceorcn Iran cu de steden van ons land bezocht, van groot nut zou kun nen zijn. Zoo'n tentoonstelling zou dan tevens kun nen dienen om het handwerk en vooral het kunsthandwerk op te heffen. En wil men een clou wij zouden eens gepro beerd willen zien of men con Ncderlandsch huis zou kunnen maken. Het zal wol niet gaan, alles behalve 'de grondstoffen Ncderlandsch te doen zijn. Maar het zou toch een interessante proef zijn met Nedcrlandsche spijkers uit in Ne derland gezaagd hout on Netlerlandsche steenen een huis op te bouwen en daar in Nedcrlandsche schoorsteenmantels, Ne- 'derlandsche deurkrukken cu Nedcrlandsche sloten aan tc brengen. Vaderlandsche lam pen zouden er het Nedcrlandsche glaswerk, de Itollandsche messen en messenleggers, Itollandschc kleedcn, gordijnen, roeden, meubels, haarden enz. beschijnen, Mensehen gekleed in Ncderlandsch laken, zouden er in Nederland gemaakte horloges voor den dag halen. Ncderlandsch speelgoed zou door Ifollandsche kinderen vertoond wm- den en men zou met Nedcrlandsche pen nen en Nederlandschc inkt op Ncderlandsch briefpapier schrijven. „In Holland staat een huis", heet het bekende kinderliedje. Dat er in Holland één Hollandsch huis is in de betoekenis, die wij hierboven aan dat bijvoqgelijk naam- kvoord geven, zouden wij ernstig durven betwijfelen. Doch zou hot mogelijk zijn in Holland ook maar één welingericht Hol landsch huis te maken? Mot groote belangstelling wachten wij het antwoord op de vraag af. En groo- tcr zou onze belangstelling worden, indien men dat Hollandsche huis eons ginn ver wezenlijken en daarmee propaganda ging maken voor do neiging om in Nederland hij voorkeur Nederlandschc dingen te koo- pen, indien die even goed en goedkoop zijn als de buifonlandsche. Ingezonden MededeeUngen. Slapelooze nachten. Een bewoner van Maasland geeft onder staand een geneesmiddel aan, dat vooralle lijders aan aambeien en prikkelenden huid uitslag van groot belang is. l)e heer W. Verschuur, wonende Maas dijk 52, te Maasland, meldde ons den 24en Januari 1905Sedert lange jaren was ik aangedaan met droge, uitwendige aambeien, waar ik zeer veel hinder van had. Do jeuking, hierdoor ontstaan, was somtijds zoo lastig, dat ik niet op mijn stoel kon blijven zitten. Een van mijn kennissen wees mij op Foster's Zalf, en ik ben hem hier dankbaar voor, want dadelijk bij aanwen ding van deze goede Zalf bekwam ik ver lichting en geen twee weken waren hierna verloopen, loeu ik geheel en al van mijn ellendige kwaal was genezen. Met vertrou wen zal ik dan ook Foster's Zalf voor dit euvel aanbevelen. Den 5eu Augustus 190? vernamen wij nog van den heer Verschuur: „Nog steeds ben ik genezen van mijn lastige kwaal. De Zalf heeft dadelijk wonderen gedaan. Ik heb totaal niets meer bemerkt van mijn aambeien en zal tl steeds dankbaar blij ven voor de uitstekende genezing." Verzeker U, dat, men U de échte hos ier's Zalf geeft, dezelfde soort die de heer Verschuur gehad hoeft. Zo is te Schiedam verkrijgbaar bij de hoeren K APPELHOF HOVINGH (voorheen Frans Visser). Toe zending geschiedt franco na ontvangst van postwissel a f 1.75 voor één, of 1' 10. voor zes (loosen. ALLERLEI. EEN MERKWAARDIGE ONTMOETING. Lord North, een Britsch staatsman, die zich zooveel moeite gaf, de Noord-Aine- Mevromv Erna pakte. Ach, wat had zij naar dezen dag ver langd 's Morgens stond de giootc, gesloten ver huiswagen voor baar deur. En men sleepte het eene stuk na het andere hel huis uit. Erna was volstrekt niet opgewonden. Zij verhuisde heel graag, zoo kalm, zoo tevreden. De nieuwe woning is zooveel mooier en ligt in veel voornamer straat. „Nieuwe bezems vegen schoon.," zei haar man lachend. „Maar ze is toch werkelijk ideaal, vind je niet, mannetje?" „Wie weet voor hoe lang?" Toen schudde Erna energiek het hoofd. „Wat donk ie van mij?" Den volgenden Zondag gebruikte Bruno natuurlijk zijn vrijen morgen om het balcon in orde te brengen. Erna hielp hem daarbij en prees de voordeden der straat. ,,Zie toch eens dat vrije plein, bet mooie uitzicht." „Maar de straat schijnt nog wat nauw." „Hoe zoo?" „Men kan gemakkelijker bij de overburen inkijken dan in onze eerste woning." „Och, ie moet me niet plagen, dat, is voorbij." „Werkelijk? zoo'n brave vrouwKijk dan eens vlak voor jc." Erna volgde de richting van zijn oogen. Een prachtsalon op de eerste verdieping tegenovor haar. Door de verkwistende bloemenpracht viel rikaanscho koloniën tot onderwerping le brengen, en de overste Borre, eon zijner voornaamste tegenstanders, werden op la ter leeftijd heiden blind. Eens troffen zij elkander toevallig in een gezelschap aan, bij welke gelegenheid Lord North weemoe dig zei. „Overste, wij zijn lang vijanden) geweest, doch ik geloof, dat er geen twee andere menschen ter wereld zijn, die zoo blij zouden wezen als wij, wanneer ze el kander kouden zien." WIJ NBA DEN. Een schatrijke Yankee (spotnaam der Noord-Amerikanen), wilde te Parijs een wijnbad nemen, en dacht, dat hem die aar digheid veel geld zou kosten. Tot zijn groote verwondering bedroeg de rekening slechts vijf francs (een rijksdaalder). Hij vroeg verklaring daarvan en verkreeg ten antwoord: dal men den wijn niet liet weg vloeien, maar telkens weer voor badlus- tigen gebruikte." „Maar eindelijk," sprak de Amerikaan, „zult ge toch wel genoodzaakt „zijn, hem weg te laten loopen, wanneer hij a! te vuil is geworden." Het antwoord luidde: „Volstrekt niet. Dan doen we den wijn in flesschcn en wordt hij als champagne in Amerika aan den man gcbiacht." In zijn land teruggekeerd, gebruikt de Yankee nooit een druppel champagne meer. AFGESNEDEN BLOEMEN. Professor M. Verdier van de landbouw school to Dyon, en de Société du Froid Industrie!, namen belangrijke proefnemin gen voor het bewaren van afgesneden bloe men. Do proeven werden genomen in eenige vertrekken, waar een temperatuur, variee- remfe tusschen 20 gr. C. plus 6 gr., steeds constant kon gehouden «vordert. Di'mgch in gesneden 'bloemen, dahlia's, madeliefjes en rozen, werden geplaatst in een der ver trekken, waar de temperatuur zeer nauw keurig op pl.nt. 20 gr. C. gehouden werd, haar stelen werden in met water gevulde vaasjes geplaatst, terwijl eveneens de voch tigheidstoestand der lucht constant werd gehouden. De rozen en dahlia's hadden na 24 da gen, de madeliefjes na 45 dagen niets van haar oorspronkelijke frischhcid verloren. Do kleuren warén ndg even schitterend, alsof de bloomen pas geplukt waren geworden. De rozen hadden haar doordringenden geur behouden, evenals de andere aan de proef neming onderworpen bloemen; na 45 da gen echter, hadden de rozen dien geur geheel verloren. Ten eiude de proefneming te voltooien, werden cenigc der bloemen na 24 dagen tegelijk met verschgeplukle bloemen in een ruimte geplaatst, waar een gemiddel de temperatuur van 20 gr. C. heerschte. De levensduur dezer bloemen was nauw keurig dezelfde, ongeveer 7 dagen. Eenige rozen en madeliefjes werden in half-ont- loken toestand aan de proefneming ju de ruimte van 20 gr. C. onderworpen. Na het einde der proef was haar voorkomen nog onveranderd. "We kunnen deze proefnemingen dus in zekeren zin beschouwen, als ,,het doen in slapen van het organisch leven". Het ware te wenschen, dat de hloemen- liefhebstcrs begrepen, dat zij, dank zij de kunstmatige koude, len allen tijde, zelfs wanneer de natuur zelve ze niet geeft, de door haar bevoorrechte bloemen kunnen krij gen en aldus een belangrijke industrie hei pen bevorderen. Bloemisten, in het bezit van vertiekken voor kunstmatige tempera tuur, zouden alleen niet altijd vcrscho blrv- men voor bouquelten kunnen verschaffen, doch eveneens het bloeien hunner planton kunnen doen vertragen. VERLANGEN NAAR HUISELIJKHEID, Een bekend zangeres van de Hofopera le Weonen, Selma Ktirz, gaat hei eindu bet op ut de .-cluidmv der blauw-wiltc marquisen een blinkende «talen kooi mot een papegaai. En in een zacht wiegenden leunstoel een inderdaad hetooveiende \erschiinuig. Erna Raat verstomd. „En hoe vind ie dit „remmige hecht \an tegenover?'' „Mij interesseereu vreemde menschen niet meer." „Des tc beter, schut 1 mij natuurlijk ook niet en toc-h ben ik heel tevreden met den ruil. Van den kanarievogel tut den papegaai is een heele vooruitgang." Maar Erna had haar man reeds den rug gekeerd en was de kamer ingegaan. En toen hij baar volgde on den arm om baar schouders legde, bemerkte hij, dat haar oogen vol tranen stonden. „Mijn lief, goed kindje!" Toen verborg zij het hoofd aan ziin hoist. „Ik houd zoo verschrikkelijk veel van je, daarom ben ik zoo vreeselijk jaloorsoli." „Ik docht, dat hot. voorbij was." „Neen, ik goloof, dat het nooit voorbij zal gaan. Ik ben zeer ongelukkig." Hij drukte haar tceder tegen zich aan en zei zacht: „Het zal voorbij gaan. Als je maar eerst je baby in jc armen hobt, heb je geen tijd voor zulke domme gedachten." En toen zij heel geknakt en klein naar hem opzag, zei hij troostend „En als dat niet helpt, is er nog een andere uitweg wij gaan weer verhuizen." van het seizoen deze instelling verlaten. Dit heeft aanleiding gegeven tot allerlei gissing. Een reporter heeft nu de zange res opgezocht en haar inlichtingen ge vraagd. „Men zoekt het allen veel te diep," zei de kunstenares; „ik ga weg, omdat ik eens anders leven wil. Men kent mij slechts van het tooneel. Een particulier leven ken ik nog niet; en toch zou ik zoo gaarne wat van de wereld willen ge nieten. Weet u wel, wat het zeggen wil, zich altijd te moeten ontzien, en naar de strengste levensregelen te leven? Den dag vóór mijn optreden, mag ik niet uitgaan, moet thuis blijven en weinig spreken. Nog meer eischt de dag, dat ik zingen moet. Na afloop der voorstelling luidt de veror dening: Dadelijk naar huis en naar bed. Den volgenden dag ben ik moe en over spannen. Zoo gaan drie dagen in één op treden verloren. Daar ik minstens twee maal per week zing, behooren zes dagen der week mm de Hofopera. Ik kom er bijna nooit toe, eens oen ander theater to bezoeken. Hoe dikwijls noodigen mijn ken nissen mij niet uit met hen naar een ca baret te gaan. Doch ik schaam mij bijna het le moeten bekennen, ik ben te Weenen nog nooit in een cabaret geweest. Kuril u nu niet begrijpen, dat ik naar echtelijk geluk, naar een eigen huis verlang?" NIEUWTJES VAN IILE1I EN DAAR. De wouden beslaan een dorde van de geheele landoppervlakte der aarde. Het beste Kruppkanon kan 17 mijlen ver schieten en twee schoten in de minuut lossen. Bij de zijde-industrie in Chipa. zijn van 4 tot 6 tni tiioeij, mgnschen werkzaam. Een natuuronderzoeker, die stukjes uoode zijde bevestigde op de vleugels van zwa luwen in Engeland, trof een van 'deze aldus gemerkte diertjes later aan op een der Egyptische pyramidon. Bij hei samenstellen van een locomotief zijn niet minder dan 5416 verschillende stukken noodig, die evengoed in elkaar moetenworden gezet, als do deeltjes van e$n horloge. Een rijk, maar excentriek heer bepaalde onlangs in zijn testament, dat gedurende de eerste twaalf maanden ml zijn dood, er voortdurend eon elec-trisc-h lichtje moest branden boven zijn graf en in zijn kist. Gedurende de laatste kwart eeuw zijn in Canada 116 echtscheidingen uilgespro ken. F rede rik do Groote van Pruisen vormde een regiment van do grootste mannen, die hij vinden kon, en stond er op, dat zij de grootste vrouwen zouden huwen, ten einde op die wijze een reuzengeslacht te vormen, maar in dit opzicht slaagde hij niet. Zij, die vooraan stonden, waren niet minder dan zeven voet lang, en hij liet Europa en Azië doorreizen, om ze hij elkaar te krijgen. De Duitsche keizer is er zeer tegen, dat men in zijn tegenwoordigheid vreemde uit drukkingen bezigt: daarom zijn de keizer lijke spijskaarten altijd in het Duitsch go- schreven. Zij zijn gewoonlijk zes duim breed en negen duim lang, zonder ©enige andere versiering dan een vergulden rand en een verguld monogram of de adelaar bovenaan. Het eet Me doofstommen-instituut werd in het jaar 1815 te Londen gesticht. ANECDOTEN. Mevrouw tot de keukenmeid: „Ik ga een dag of wat uit do stad, Dientje, maak, dat er ietleren dag wat aan het eten mankeert, anders mist mijn man mij niet genoeg." Alen moet wel een stoutmoedig man zijn, om naar den kleermaker te durven gaan en hem een half versleten jas te laten herstellen, die nog niet betaald is. IIAAR NAAM, Rechter: „Hoe is uw naam?" Jonge vrouw: „Carolina Augusta Emma," „En hoe wordt u gewoonlijk genoemd?" Jonge vrouw (blozend): „Alrjn lief hartje I" Hij: „Lieve, de bank, waarin ik mijn geld belegd heb, is gesprongen," Zij: „Hoe gelukkig, dat je je Cheque boekje thuis hebt." Afevrouw J.„De huisheer was vandaag hier: ik gaf hem ecu kwartaal huur, en liet hein het kindje zien." Mijnheer J. (die den geheolen nacht door 'bet kind uit den slaap gehouden is): „Je hadt beter gedaan met hem hot kind te geven en de huur to laten zien."' VOOR CONTANTE BETALING. De heer Goudsmit werd door oen bende roovers overvallen, die hem noodzaakten, al het gold, dat hij bij zich had, over- tc geven. Mot oen bezwaard hart gaf hij aan de roovers de som van twee duizend gul den, en vroeg toen honderd gulden lenig, daar hij altijd gewoon was voor contante betaling vijf procent af te trokken. VEGETARIËR. Kapitein: „Schrijf den recruut Grasgroen op, drie dagen op water en brood, omdat zijn uniform bij de parade niet in orde is." Sergeant: „Dat is geen straf voor hom, kapitein, hij is vegetariër." Kapitein„Zoodan drie dagen op soep en vleesch." WAAROiAl? Op zekeren Zondag, toen een dominee uil de kerk huiswaarts keerde, werd hij aan gesproken door een oude vrouw, die lot hom zeide: „Wat vind ik het toch altijd prettig als u preekt." Do predikant, die overtuigd was, dat hij niet erg bemind was, antwoordde: „Het doet mij pieizier, dat te hooren; maar waarom vindt je het zoo prettig als ik preek?" - „O, dominee," antwoordde zij. „aLs u preekt, heb ik altijd een goede plaats." WAA1I? „Twee wielrijders vertrekken uit A. De een, (lie vijf en twin lig mijlen in het uur kan rijden, gaat om tien uur, en de ander, die dertig mijlen per uur kan rijden, gaat om halfelf; waar zonden ze elkaar heb ben ingehaald?" was do vraag, die onlangs door een onderwijzer gedaan werd aan een klasse jongens. Het was bijzonder stil in de klasse, totdat kleine Jan, die achteraan zat, zijn vinger opstak, ten leeken, dat bij het vraagstuk zonder behulp van lei of potlood had opgelost. „Wel," vroeg de onderwijzer, „waar zou den zij elkaar ontmoeten?" en het antwoord was: „ln het eerste het beste café." c HM' KWAAI NIET TERUG. De vuurtoiens langs de kusten van En geland wotden geregeld door inspecteurs bezocht, om te zien of alles wol in orde is. Bij een zeker© gelegenheid, om le on derzoekeu of do groote ronddraaiende lamp wel geregeld werkte, wenschte een der hceron te weten, hoeveel seconden er noo dig zouden zijn voor een omwenteling en legde mot dat doel een geldstuk in het traliewerk van de lamp. Met het horloge in de hand bleef hij eenigen tijd staan kijken, maar het geldstuk kwam niet terug. De seconden worden mi nuten, maar nog geen geldstuk. „Dat is vreemd," dacht hij. „Wat mag er wel de reden van zijn?" Met het doel, dit raadsel op te lossen, liep hij naar de andere zijde dei- lamp, en ontmoette toevallig een der lichtwachtcrs, die hem onderdanig groette en zei: „Dank u wel, mijnheer." De man, die het geldstuk zag naderen, had hot voor een fooi aangezien, en het in zijn zak gestoken. VOOR DAMES. VROUWENKALENDER. Lente. Begin der lente 16 jaar, eind© 24 jaar. In het zeventiende jaar is het in het meis- jeshaxt April, wisselvallig weer, nu eens koud, dan warm, nog niet de echte groei. 18 jaar, dan is het Mei, de meikevers zweven rondom, het hart klopt, het weer is veranderlijk. 19 jaar begint het te rijpen, aanhoudende hitte. Met 20 jaar. De warmte duurt voort, men wenscht een goede pa.itij te doen. 21, 22, 23 jaar, stijgende hitte, zwoel, om het voorhoofd vertonnen zich wolken. Zomer. Begin van den zomer 25, ein de 40 jaar. De zon treedt uit hel toeken der „Maagd" in dat van de AVeegschaal. IIol eerste kwartier van de schoonheid komt in de schemering. De liefhebbers treden in het teeken der kreeff. De vrijers verdwij nen aan den horizon en zijn met ongewa pend oog niet meer zichtbaar. De tijdreke ning wordt voortdurend onaangenamer. Herfst. Begin van den herfst 40, einde 46 jaar. Bij rle mannen daalt de zon aan de evenachtslijn, dag en nacht schijnt hier gelijk. Het laatste kwartier treedt in. In dezen tijd komt St. Michaël en begint de Na zomer; er zijn koude, onaangename, nevel achtige dagen. Winter. Begin van den winter 47 jaar, einde bij het sluiten der oogen. De vrouw komt in het teeken van den Schorpioen en wordt giftig. De Oude Vrou- wenzomer breekt aan. Sneeuw valt op den schedel. 'Honden en katten worden aange nomen. De Tweelingen krabben en klop pen, treden in hel teeken der Oude Jonk vrouwen. TAFELLINNEN. De trots der huisvrouwen, hot tafellin nen, heeft in den loop der eeuwen zeer wonderlijke veranderingen ondergaan. I)o eerste tafellakens waren van leder, maar zij traden betrekkelijk laat op. Onzen voor ouders smaakte het eten even goed zonder tafelkleed. Servotlen waren reeds bij de oude Romeinen in gebruik, alleen brach ten de gasten ze zelf mede. Toen verdween (lit gebruik weer, en gedurende de middel eeuwen nam het tafellaken in de voor name huizen de plaats der servetten in. Het 'was zoo lang en breed, dat het op den schoot der etenden lag en door hen voor 'het reinigen van handen en mond kon gebruikt Avorden. Later kwam de mode, twee tafellakens op elkaar te leggen, waar van 'alleen liet onderste in de plaats v een servet kon gebruikt worden. Het venste 'was, dan aanmerkelijk kleiner men legde het in vouwen, zoodat alW lei figuren werden ^gevormd. Koning Hendrik Hl' van Frankrijk (157! —1589), 'zag gaarne de tafellakens zoo Ee schikt, dat zij een licht door den v,md gerimpeld watervlak vertoonden, en „golfmode" verspreidde zicli tamelijk ver Het damasten tafellinnen stamt uit PbJ? rijk, het werd in de eerste helft der zeven tiende eeuw ingevoerd. In den riddertijd had het tafellinnen n0, een geheel bizondere betoekenis. AVie ver. dacht werd een ecriooze daad begaan te hebben, dien werd bij het paaste tafelfeest het laken doorgesneden. Hij moest dan bewijzen, dat men hem onrecht had gedaan en de belccdiging wreken. Zoo wordt bijv van AVillem van Henegouwen bericht, dat hem -eens aan tafel voor den Fransclien koning Karei VI (1380—1421), door den heraut het tafellaken werd doorgesneden omdat hij wat lang had gedraald, den moord op zjjn oom le wreken. YOOR KINDEREN, VERLOREN TIJD. Beter had 't al niet kunnen treffen; Papa en Mama zouden in September hun ko peren hiuilol't vieren en de geheele maand Augustus waren de kinderen bij Grootpapa en do tantes buiten gevraagd. Papa had het te druk 0111 vacantia te nemen en Ma ma bleef trouw bij hem thuis. Liesjc, die al elf werd, vond toch, dat Moedertje de braafste van allemaal was, want terwijl zij en de broertjes hoog om sprongen van pieizier, alleen bij 't denk beeld, de warme Augustusmaand in een koele boschstreek te gaan doorbrengen, in 1 plaats van in bet warme Rotterdam le blijven, had Mama heel kalm gezegd„Goed, gaan jullie drietjes dan maar, dan blijf ik hij papa thuis," Liesjc nam zich stellig voor, om, als zij groot zou zijn, de thuis- lil ij f beur ten, zooais zij 't noemde, eerlijk mot haar moeder le deelen, maar eigen lijk was zo toch blij, dat zij er nog te klein voor was cn dat zij naar buiten kon gaan. En dat bij Grootpa, waar 't zoo eenig was. Om het huis heen was een heerlijke tuin en daar ac-hter een zalig bosch, en vóór het huis een breed water, waar je op roeien kon. De tuin, met den moestuin, was al een genot op zichzelf, en voor stadskinderen was 't maar geen klein pieizier om zelf vruchten en groeten te plukken. Den eersten dag, toon tante Gretha, de jongst© en ook de aardigste en vroolijkste der drie tantes, met de drie kinderen in den tuin liep, vroeg Liesje, of Grootpa het wel zou willen toeslaan, dat ze nu en dan eens een mandje met allerlei lekkois naar huis zond. „Papa houdt zooveel van bessen en Alama zooveel van bloemen," zei ze, ,,en hier zullen de doperwtjes en dej boontjes ook wel geuriger zijn dan in Rot terdam." Tante vond, dat ze hot maar zelf aan Grootpa moest gaan vragen, hetgeen ze dan Ook dadelijk deed. In 't eerst be greep de oude heer '1 niet, en geen won der, Liesje toch viel wei eens wat k gauw met de deur in huis, zooals 't heet. Ook nu stormde ze de tuinkamer, waar Grootpapa zat, in, en vroeg: „Mag 't Grootpa, I16, toe? U zegt wel ja, hé? U moot denken, Rotterdam is /.00 andets als buiten en papa en mama zijn er zo» dol op en ik zal 'tzelf wol plukkenen Grootpa schudde 't grijze iioofd en moest heusch iets meer van de zaak af weten, vóór bij er antwoord op kon geven. Toen Liesje hem die uitgelegd had, knik te hij goedig. „Zoo, jjj bent nog eens een brave dochter, jjj hebt tenminste iets voor je ouders over." 's Avonds, onder 't Ihceuurlje, toen de kinderen, na veel ravotten en spelen, rits tig onder de veranda zaten om wat af tc koeien, vóór ze naar bed gingen, zei tante Afargo: „Wel, Liesje, heb je al een plan netje gemaakt voor Alama's koperen brui ioft?" „Och, beden," antwoordde Robert voor zijn zusje, „plannen maken, dat doet ze genoeg, maar er is nog mels klaar. Een verraderlijk rood op Liesie's wan gen loonde aan, dat een storm in aantocht was, cn tante Afargo, dien willende voor komen, haastte zich te zeggen: „Nu, er üj ook nog tijd genoeg. Wij moeten hier, met ons allen, wat verzinnen en maken did alles in orde is, vóór jullie weer naar huis gaat." Liesje vertelde au, dal ze al een heel jaar geleden eeu canapé-kussen had ge kocht en toen ze hel. liet zien, vonden (lc tantes en ook Grootpa hot allen even mooi, maar er was bijna nog niets van af en hel was heusch nog al bewerkelijk. De jongens, die Sloïdles op school kregen, waren ook aan allerlei werkjes bezig- ,'fanto Gretha, die alleraardigst kon d!t ten, maakte een gelegenheidsstukje, dat bi- zonder goed uitviel en tantei Marie, die heel handig met de naald was, zorgde voor do costuums. Alles liet zich dus uilsteken aanzien; Grootpa had beloofd, alle onkos ten te zullen dragon en tante MargO ver klaarde zich bereid, dc kinderen met hun verschillenden hand-arbeid te zullen helpen; „Maar op één voorwaarde," zei ze. „Je111 moet bij mij komen en niet verwachte»: dat ik jo overal naloop. Het is het fees voor jelui eigen ouders, en jelui bont nj>

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 10