zeer een rondgaande tentoonstelling, 'die
een compleet beeld gat van wat Neder
land produceorcn Iran cu de steden van
ons land bezocht, van groot nut zou kun
nen zijn.
Zoo'n tentoonstelling zou dan tevens kun
nen dienen om het handwerk en vooral
het kunsthandwerk op te heffen. En wil
men een clou wij zouden eens gepro
beerd willen zien of men con Ncderlandsch
huis zou kunnen maken.
Het zal wol niet gaan, alles behalve
'de grondstoffen Ncderlandsch te doen zijn.
Maar het zou toch een interessante proef
zijn met Nedcrlandsche spijkers uit in Ne
derland gezaagd hout on Netlerlandsche
steenen een huis op te bouwen en daar
in Nedcrlandsche schoorsteenmantels, Ne-
'derlandsche deurkrukken cu Nedcrlandsche
sloten aan tc brengen. Vaderlandsche lam
pen zouden er het Nedcrlandsche glaswerk,
de Itollandsche messen en messenleggers,
Itollandschc kleedcn, gordijnen, roeden,
meubels, haarden enz. beschijnen, Mensehen
gekleed in Ncderlandsch laken, zouden er
in Nederland gemaakte horloges voor den
dag halen. Ncderlandsch speelgoed zou
door Ifollandsche kinderen vertoond wm-
den en men zou met Nedcrlandsche pen
nen en Nederlandschc inkt op Ncderlandsch
briefpapier schrijven.
„In Holland staat een huis", heet het
bekende kinderliedje. Dat er in Holland
één Hollandsch huis is in de betoekenis,
die wij hierboven aan dat bijvoqgelijk naam-
kvoord geven, zouden wij ernstig durven
betwijfelen. Doch zou hot mogelijk zijn
in Holland ook maar één welingericht Hol
landsch huis te maken?
Mot groote belangstelling wachten wij
het antwoord op de vraag af. En groo-
tcr zou onze belangstelling worden, indien
men dat Hollandsche huis eons ginn ver
wezenlijken en daarmee propaganda ging
maken voor do neiging om in Nederland
hij voorkeur Nederlandschc dingen te koo-
pen, indien die even goed en goedkoop
zijn als de buifonlandsche.
Ingezonden MededeeUngen.
Slapelooze nachten.
Een bewoner van Maasland geeft onder
staand een geneesmiddel aan, dat vooralle
lijders aan aambeien en prikkelenden huid
uitslag van groot belang is.
l)e heer W. Verschuur, wonende Maas
dijk 52, te Maasland, meldde ons den 24en
Januari 1905Sedert lange jaren was ik
aangedaan met droge, uitwendige aambeien,
waar ik zeer veel hinder van had. Do
jeuking, hierdoor ontstaan, was somtijds
zoo lastig, dat ik niet op mijn stoel kon
blijven zitten. Een van mijn kennissen wees
mij op Foster's Zalf, en ik ben hem hier
dankbaar voor, want dadelijk bij aanwen
ding van deze goede Zalf bekwam ik ver
lichting en geen twee weken waren hierna
verloopen, loeu ik geheel en al van mijn
ellendige kwaal was genezen. Met vertrou
wen zal ik dan ook Foster's Zalf voor
dit euvel aanbevelen.
Den 5eu Augustus 190? vernamen wij
nog van den heer Verschuur: „Nog steeds
ben ik genezen van mijn lastige kwaal.
De Zalf heeft dadelijk wonderen gedaan.
Ik heb totaal niets meer bemerkt van mijn
aambeien en zal tl steeds dankbaar blij
ven voor de uitstekende genezing."
Verzeker U, dat, men U de échte hos
ier's Zalf geeft, dezelfde soort die de heer
Verschuur gehad hoeft. Zo is te Schiedam
verkrijgbaar bij de hoeren K APPELHOF
HOVINGH (voorheen Frans Visser). Toe
zending geschiedt franco na ontvangst van
postwissel a f 1.75 voor één, of 1' 10.
voor zes (loosen.
ALLERLEI.
EEN MERKWAARDIGE ONTMOETING.
Lord North, een Britsch staatsman, die
zich zooveel moeite gaf, de Noord-Aine-
Mevromv Erna pakte.
Ach, wat had zij naar dezen dag ver
langd
's Morgens stond de giootc, gesloten ver
huiswagen voor baar deur. En men sleepte
het eene stuk na het andere hel huis uit.
Erna was volstrekt niet opgewonden. Zij
verhuisde heel graag, zoo kalm, zoo tevreden.
De nieuwe woning is zooveel mooier en
ligt in veel voornamer straat.
„Nieuwe bezems vegen schoon.," zei haar
man lachend.
„Maar ze is toch werkelijk ideaal, vind je
niet, mannetje?"
„Wie weet voor hoe lang?"
Toen schudde Erna energiek het hoofd.
„Wat donk ie van mij?"
Den volgenden Zondag gebruikte Bruno
natuurlijk zijn vrijen morgen om het balcon
in orde te brengen. Erna hielp hem daarbij
en prees de voordeden der straat.
,,Zie toch eens dat vrije plein, bet mooie
uitzicht."
„Maar de straat schijnt nog wat nauw."
„Hoe zoo?"
„Men kan gemakkelijker bij de overburen
inkijken dan in onze eerste woning."
„Och, ie moet me niet plagen, dat, is
voorbij."
„Werkelijk? zoo'n brave vrouwKijk
dan eens vlak voor jc."
Erna volgde de richting van zijn oogen.
Een prachtsalon op de eerste verdieping
tegenovor haar.
Door de verkwistende bloemenpracht viel
rikaanscho koloniën tot onderwerping le
brengen, en de overste Borre, eon zijner
voornaamste tegenstanders, werden op la
ter leeftijd heiden blind. Eens troffen zij
elkander toevallig in een gezelschap aan,
bij welke gelegenheid Lord North weemoe
dig zei. „Overste, wij zijn lang vijanden)
geweest, doch ik geloof, dat er geen twee
andere menschen ter wereld zijn, die zoo
blij zouden wezen als wij, wanneer ze el
kander kouden zien."
WIJ NBA DEN.
Een schatrijke Yankee (spotnaam der
Noord-Amerikanen), wilde te Parijs een
wijnbad nemen, en dacht, dat hem die aar
digheid veel geld zou kosten. Tot zijn
groote verwondering bedroeg de rekening
slechts vijf francs (een rijksdaalder). Hij
vroeg verklaring daarvan en verkreeg ten
antwoord: dal men den wijn niet liet weg
vloeien, maar telkens weer voor badlus-
tigen gebruikte."
„Maar eindelijk," sprak de Amerikaan,
„zult ge toch wel genoodzaakt „zijn, hem
weg te laten loopen, wanneer hij a! te
vuil is geworden."
Het antwoord luidde: „Volstrekt niet.
Dan doen we den wijn in flesschcn en
wordt hij als champagne in Amerika aan
den man gcbiacht."
In zijn land teruggekeerd, gebruikt de
Yankee nooit een druppel champagne meer.
AFGESNEDEN BLOEMEN.
Professor M. Verdier van de landbouw
school to Dyon, en de Société du Froid
Industrie!, namen belangrijke proefnemin
gen voor het bewaren van afgesneden bloe
men.
Do proeven werden genomen in eenige
vertrekken, waar een temperatuur, variee-
remfe tusschen 20 gr. C. plus 6 gr., steeds
constant kon gehouden «vordert. Di'mgch in
gesneden 'bloemen, dahlia's, madeliefjes en
rozen, werden geplaatst in een der ver
trekken, waar de temperatuur zeer nauw
keurig op pl.nt. 20 gr. C. gehouden werd,
haar stelen werden in met water gevulde
vaasjes geplaatst, terwijl eveneens de voch
tigheidstoestand der lucht constant werd
gehouden.
De rozen en dahlia's hadden na 24 da
gen, de madeliefjes na 45 dagen niets van
haar oorspronkelijke frischhcid verloren. Do
kleuren warén ndg even schitterend, alsof
de bloomen pas geplukt waren geworden.
De rozen hadden haar doordringenden geur
behouden, evenals de andere aan de proef
neming onderworpen bloemen; na 45 da
gen echter, hadden de rozen dien geur
geheel verloren.
Ten eiude de proefneming te voltooien,
werden cenigc der bloemen na 24 dagen
tegelijk met verschgeplukle bloemen in
een ruimte geplaatst, waar een gemiddel
de temperatuur van 20 gr. C. heerschte.
De levensduur dezer bloemen was nauw
keurig dezelfde, ongeveer 7 dagen. Eenige
rozen en madeliefjes werden in half-ont-
loken toestand aan de proefneming ju de
ruimte van 20 gr. C. onderworpen. Na
het einde der proef was haar voorkomen
nog onveranderd.
"We kunnen deze proefnemingen dus in
zekeren zin beschouwen, als ,,het doen in
slapen van het organisch leven".
Het ware te wenschen, dat de hloemen-
liefhebstcrs begrepen, dat zij, dank zij de
kunstmatige koude, len allen tijde, zelfs
wanneer de natuur zelve ze niet geeft, de
door haar bevoorrechte bloemen kunnen krij
gen en aldus een belangrijke industrie hei
pen bevorderen. Bloemisten, in het bezit
van vertiekken voor kunstmatige tempera
tuur, zouden alleen niet altijd vcrscho blrv-
men voor bouquelten kunnen verschaffen,
doch eveneens het bloeien hunner planton
kunnen doen vertragen.
VERLANGEN NAAR HUISELIJKHEID,
Een bekend zangeres van de Hofopera
le Weonen, Selma Ktirz, gaat hei eindu
bet op ut de .-cluidmv der blauw-wiltc
marquisen een blinkende «talen kooi mot
een papegaai.
En in een zacht wiegenden leunstoel een
inderdaad hetooveiende \erschiinuig.
Erna Raat verstomd.
„En hoe vind ie dit „remmige hecht \an
tegenover?''
„Mij interesseereu vreemde menschen
niet meer."
„Des tc beter, schut 1 mij natuurlijk ook
niet en toc-h ben ik heel tevreden met den
ruil. Van den kanarievogel tut den papegaai
is een heele vooruitgang."
Maar Erna had haar man reeds den rug
gekeerd en was de kamer ingegaan.
En toen hij baar volgde on den arm om
baar schouders legde, bemerkte hij, dat haar
oogen vol tranen stonden.
„Mijn lief, goed kindje!"
Toen verborg zij het hoofd aan ziin hoist.
„Ik houd zoo verschrikkelijk veel van je,
daarom ben ik zoo vreeselijk jaloorsoli."
„Ik docht, dat hot. voorbij was."
„Neen, ik goloof, dat het nooit voorbij
zal gaan. Ik ben zeer ongelukkig."
Hij drukte haar tceder tegen zich aan en
zei zacht: „Het zal voorbij gaan. Als je maar
eerst je baby in jc armen hobt, heb je geen
tijd voor zulke domme gedachten."
En toen zij heel geknakt en klein naar
hem opzag, zei hij troostend
„En als dat niet helpt, is er nog een
andere uitweg wij gaan weer verhuizen."
van het seizoen deze instelling verlaten.
Dit heeft aanleiding gegeven tot allerlei
gissing. Een reporter heeft nu de zange
res opgezocht en haar inlichtingen ge
vraagd. „Men zoekt het allen veel te diep,"
zei de kunstenares; „ik ga weg, omdat
ik eens anders leven wil. Men kent mij
slechts van het tooneel. Een particulier
leven ken ik nog niet; en toch zou ik
zoo gaarne wat van de wereld willen ge
nieten. Weet u wel, wat het zeggen wil,
zich altijd te moeten ontzien, en naar de
strengste levensregelen te leven? Den dag
vóór mijn optreden, mag ik niet uitgaan,
moet thuis blijven en weinig spreken. Nog
meer eischt de dag, dat ik zingen moet.
Na afloop der voorstelling luidt de veror
dening: Dadelijk naar huis en naar bed.
Den volgenden dag ben ik moe en over
spannen. Zoo gaan drie dagen in één op
treden verloren. Daar ik minstens twee
maal per week zing, behooren zes dagen
der week mm de Hofopera. Ik kom er
bijna nooit toe, eens oen ander theater to
bezoeken. Hoe dikwijls noodigen mijn ken
nissen mij niet uit met hen naar een ca
baret te gaan. Doch ik schaam mij bijna
het le moeten bekennen, ik ben te Weenen
nog nooit in een cabaret geweest. Kuril u
nu niet begrijpen, dat ik naar echtelijk
geluk, naar een eigen huis verlang?"
NIEUWTJES VAN IILE1I EN DAAR.
De wouden beslaan een dorde van de
geheele landoppervlakte der aarde.
Het beste Kruppkanon kan 17 mijlen ver
schieten en twee schoten in de minuut
lossen.
Bij de zijde-industrie in Chipa. zijn van
4 tot 6 tni tiioeij, mgnschen werkzaam.
Een natuuronderzoeker, die stukjes uoode
zijde bevestigde op de vleugels van zwa
luwen in Engeland, trof een van 'deze aldus
gemerkte diertjes later aan op een der
Egyptische pyramidon.
Bij hei samenstellen van een locomotief
zijn niet minder dan 5416 verschillende
stukken noodig, die evengoed in elkaar
moetenworden gezet, als do deeltjes van
e$n horloge.
Een rijk, maar excentriek heer bepaalde
onlangs in zijn testament, dat gedurende
de eerste twaalf maanden ml zijn dood,
er voortdurend eon elec-trisc-h lichtje moest
branden boven zijn graf en in zijn kist.
Gedurende de laatste kwart eeuw zijn
in Canada 116 echtscheidingen uilgespro
ken.
F rede rik do Groote van Pruisen vormde
een regiment van do grootste mannen, die
hij vinden kon, en stond er op, dat zij
de grootste vrouwen zouden huwen, ten
einde op die wijze een reuzengeslacht te
vormen, maar in dit opzicht slaagde hij
niet. Zij, die vooraan stonden, waren niet
minder dan zeven voet lang, en hij liet
Europa en Azië doorreizen, om ze hij elkaar
te krijgen.
De Duitsche keizer is er zeer tegen, dat
men in zijn tegenwoordigheid vreemde uit
drukkingen bezigt: daarom zijn de keizer
lijke spijskaarten altijd in het Duitsch go-
schreven. Zij zijn gewoonlijk zes duim breed
en negen duim lang, zonder ©enige andere
versiering dan een vergulden rand en een
verguld monogram of de adelaar bovenaan.
Het eet Me doofstommen-instituut werd
in het jaar 1815 te Londen gesticht.
ANECDOTEN.
Mevrouw tot de keukenmeid: „Ik ga een
dag of wat uit do stad, Dientje, maak, dat
er ietleren dag wat aan het eten mankeert,
anders mist mijn man mij niet genoeg."
Alen moet wel een stoutmoedig man zijn,
om naar den kleermaker te durven gaan
en hem een half versleten jas te laten
herstellen, die nog niet betaald is.
IIAAR NAAM,
Rechter: „Hoe is uw naam?"
Jonge vrouw: „Carolina Augusta Emma,"
„En hoe wordt u gewoonlijk genoemd?"
Jonge vrouw (blozend): „Alrjn lief
hartje I"
Hij: „Lieve, de bank, waarin ik mijn geld
belegd heb, is gesprongen,"
Zij: „Hoe gelukkig, dat je je Cheque
boekje thuis hebt."
Afevrouw J.„De huisheer was vandaag
hier: ik gaf hem ecu kwartaal huur, en
liet hein het kindje zien."
Mijnheer J. (die den geheolen nacht door
'bet kind uit den slaap gehouden is): „Je
hadt beter gedaan met hem hot kind te
geven en de huur to laten zien."'
VOOR CONTANTE BETALING.
De heer Goudsmit werd door oen bende
roovers overvallen, die hem noodzaakten,
al het gold, dat hij bij zich had, over- tc
geven. Mot oen bezwaard hart gaf hij aan
de roovers de som van twee duizend gul
den, en vroeg toen honderd gulden lenig,
daar hij altijd gewoon was voor contante
betaling vijf procent af te trokken.
VEGETARIËR.
Kapitein: „Schrijf den recruut Grasgroen
op, drie dagen op water en brood, omdat
zijn uniform bij de parade niet in orde is."
Sergeant: „Dat is geen straf voor hom,
kapitein, hij is vegetariër."
Kapitein„Zoodan drie dagen op soep
en vleesch."
WAAROiAl?
Op zekeren Zondag, toen een dominee uil
de kerk huiswaarts keerde, werd hij aan
gesproken door een oude vrouw, die lot
hom zeide:
„Wat vind ik het toch altijd prettig als
u preekt."
Do predikant, die overtuigd was, dat hij
niet erg bemind was, antwoordde:
„Het doet mij pieizier, dat te hooren;
maar waarom vindt je het zoo prettig als
ik preek?" -
„O, dominee," antwoordde zij. „aLs u
preekt, heb ik altijd een goede plaats."
WAA1I?
„Twee wielrijders vertrekken uit A. De
een, (lie vijf en twin lig mijlen in het uur
kan rijden, gaat om tien uur, en de ander,
die dertig mijlen per uur kan rijden, gaat
om halfelf; waar zonden ze elkaar heb
ben ingehaald?" was do vraag, die onlangs
door een onderwijzer gedaan werd aan een
klasse jongens. Het was bijzonder stil in
de klasse, totdat kleine Jan, die achteraan
zat, zijn vinger opstak, ten leeken, dat bij
het vraagstuk zonder behulp van lei of
potlood had opgelost.
„Wel," vroeg de onderwijzer, „waar zou
den zij elkaar ontmoeten?" en het antwoord
was: „ln het eerste het beste café."
c HM' KWAAI NIET TERUG.
De vuurtoiens langs de kusten van En
geland wotden geregeld door inspecteurs
bezocht, om te zien of alles wol in orde
is. Bij een zeker© gelegenheid, om le on
derzoekeu of do groote ronddraaiende lamp
wel geregeld werkte, wenschte een der
hceron te weten, hoeveel seconden er noo
dig zouden zijn voor een omwenteling en
legde mot dat doel een geldstuk in het
traliewerk van de lamp.
Met het horloge in de hand bleef hij
eenigen tijd staan kijken, maar het geldstuk
kwam niet terug. De seconden worden mi
nuten, maar nog geen geldstuk.
„Dat is vreemd," dacht hij. „Wat mag
er wel de reden van zijn?"
Met het doel, dit raadsel op te lossen,
liep hij naar de andere zijde dei- lamp, en
ontmoette toevallig een der lichtwachtcrs,
die hem onderdanig groette en zei: „Dank
u wel, mijnheer."
De man, die het geldstuk zag naderen,
had hot voor een fooi aangezien, en het
in zijn zak gestoken.
VOOR DAMES.
VROUWENKALENDER.
Lente. Begin der lente 16 jaar, eind©
24 jaar.
In het zeventiende jaar is het in het meis-
jeshaxt April, wisselvallig weer, nu eens
koud, dan warm, nog niet de echte groei.
18 jaar, dan is het Mei, de meikevers
zweven rondom, het hart klopt, het weer is
veranderlijk.
19 jaar begint het te rijpen, aanhoudende
hitte.
Met 20 jaar. De warmte duurt voort,
men wenscht een goede pa.itij te doen.
21, 22, 23 jaar, stijgende hitte, zwoel,
om het voorhoofd vertonnen zich wolken.
Zomer. Begin van den zomer 25, ein
de 40 jaar.
De zon treedt uit hel toeken der
„Maagd" in dat van de AVeegschaal. IIol
eerste kwartier van de schoonheid komt in
de schemering. De liefhebbers treden in
het teeken der kreeff. De vrijers verdwij
nen aan den horizon en zijn met ongewa
pend oog niet meer zichtbaar. De tijdreke
ning wordt voortdurend onaangenamer.
Herfst. Begin van den herfst 40, einde
46 jaar. Bij rle mannen daalt de zon aan
de evenachtslijn, dag en nacht schijnt hier
gelijk.
Het laatste kwartier treedt in. In dezen
tijd komt St. Michaël en begint de Na
zomer; er zijn koude, onaangename, nevel
achtige dagen.
Winter. Begin van den winter 47 jaar,
einde bij het sluiten der oogen.
De vrouw komt in het teeken van den
Schorpioen en wordt giftig. De Oude Vrou-
wenzomer breekt aan. Sneeuw valt op den
schedel. 'Honden en katten worden aange
nomen. De Tweelingen krabben en klop
pen, treden in hel teeken der Oude Jonk
vrouwen.
TAFELLINNEN.
De trots der huisvrouwen, hot tafellin
nen, heeft in den loop der eeuwen zeer
wonderlijke veranderingen ondergaan. I)o
eerste tafellakens waren van leder, maar
zij traden betrekkelijk laat op. Onzen voor
ouders smaakte het eten even goed zonder
tafelkleed. Servotlen waren reeds bij de
oude Romeinen in gebruik, alleen brach
ten de gasten ze zelf mede. Toen verdween
(lit gebruik weer, en gedurende de middel
eeuwen nam het tafellaken in de voor
name huizen de plaats der servetten in.
Het 'was zoo lang en breed, dat het op
den schoot der etenden lag en door hen
voor 'het reinigen van handen en mond kon
gebruikt Avorden. Later kwam de mode,
twee tafellakens op elkaar te leggen, waar
van 'alleen liet onderste in de plaats v
een servet kon gebruikt worden. Het
venste 'was, dan aanmerkelijk kleiner
men legde het in vouwen, zoodat alW
lei figuren werden ^gevormd.
Koning Hendrik Hl' van Frankrijk (157!
—1589), 'zag gaarne de tafellakens zoo Ee
schikt, dat zij een licht door den v,md
gerimpeld watervlak vertoonden, en
„golfmode" verspreidde zicli tamelijk ver
Het damasten tafellinnen stamt uit PbJ?
rijk, het werd in de eerste helft der zeven
tiende eeuw ingevoerd.
In den riddertijd had het tafellinnen n0,
een geheel bizondere betoekenis. AVie ver.
dacht werd een ecriooze daad begaan te
hebben, dien werd bij het paaste tafelfeest
het laken doorgesneden. Hij moest dan
bewijzen, dat men hem onrecht had gedaan
en de belccdiging wreken. Zoo wordt bijv
van AVillem van Henegouwen bericht, dat
hem -eens aan tafel voor den Fransclien
koning Karei VI (1380—1421), door den
heraut het tafellaken werd doorgesneden
omdat hij wat lang had gedraald, den
moord op zjjn oom le wreken.
YOOR KINDEREN,
VERLOREN TIJD.
Beter had 't al niet kunnen treffen; Papa
en Mama zouden in September hun ko
peren hiuilol't vieren en de geheele maand
Augustus waren de kinderen bij Grootpapa
en do tantes buiten gevraagd. Papa had
het te druk 0111 vacantia te nemen en Ma
ma bleef trouw bij hem thuis.
Liesjc, die al elf werd, vond toch, dat
Moedertje de braafste van allemaal was,
want terwijl zij en de broertjes hoog om
sprongen van pieizier, alleen bij 't denk
beeld, de warme Augustusmaand in een
koele boschstreek te gaan doorbrengen, in 1
plaats van in bet warme Rotterdam le
blijven, had Mama heel kalm gezegd„Goed,
gaan jullie drietjes dan maar, dan blijf
ik hij papa thuis," Liesjc nam zich stellig
voor, om, als zij groot zou zijn, de thuis-
lil ij f beur ten, zooais zij 't noemde, eerlijk
mot haar moeder le deelen, maar eigen
lijk was zo toch blij, dat zij er nog te
klein voor was cn dat zij naar buiten kon
gaan.
En dat bij Grootpa, waar 't zoo eenig
was. Om het huis heen was een heerlijke
tuin en daar ac-hter een zalig bosch, en
vóór het huis een breed water, waar je
op roeien kon.
De tuin, met den moestuin, was al een
genot op zichzelf, en voor stadskinderen
was 't maar geen klein pieizier om zelf
vruchten en groeten te plukken.
Den eersten dag, toon tante Gretha, de
jongst© en ook de aardigste en vroolijkste
der drie tantes, met de drie kinderen in
den tuin liep, vroeg Liesje, of Grootpa
het wel zou willen toeslaan, dat ze nu en
dan eens een mandje met allerlei lekkois
naar huis zond. „Papa houdt zooveel van
bessen en Alama zooveel van bloemen," zei
ze, ,,en hier zullen de doperwtjes en dej
boontjes ook wel geuriger zijn dan in Rot
terdam." Tante vond, dat ze hot maar zelf
aan Grootpa moest gaan vragen, hetgeen
ze dan Ook dadelijk deed. In 't eerst be
greep de oude heer '1 niet, en geen won
der, Liesje toch viel wei eens wat k
gauw met de deur in huis, zooals 't
heet. Ook nu stormde ze de tuinkamer,
waar Grootpapa zat, in, en vroeg: „Mag
't Grootpa, I16, toe? U zegt wel ja, hé?
U moot denken, Rotterdam is /.00 andets
als buiten en papa en mama zijn er zo»
dol op en ik zal 'tzelf wol plukkenen
Grootpa schudde 't grijze iioofd en moest
heusch iets meer van de zaak af weten,
vóór bij er antwoord op kon geven.
Toen Liesje hem die uitgelegd had, knik
te hij goedig. „Zoo, jjj bent nog eens een
brave dochter, jjj hebt tenminste iets voor
je ouders over."
's Avonds, onder 't Ihceuurlje, toen de
kinderen, na veel ravotten en spelen, rits
tig onder de veranda zaten om wat af tc
koeien, vóór ze naar bed gingen, zei tante
Afargo: „Wel, Liesje, heb je al een plan
netje gemaakt voor Alama's koperen brui
ioft?"
„Och, beden," antwoordde Robert voor
zijn zusje, „plannen maken, dat doet ze
genoeg, maar er is nog mels klaar.
Een verraderlijk rood op Liesie's wan
gen loonde aan, dat een storm in aantocht
was, cn tante Afargo, dien willende voor
komen, haastte zich te zeggen: „Nu, er üj
ook nog tijd genoeg. Wij moeten hier, met
ons allen, wat verzinnen en maken did
alles in orde is, vóór jullie weer naar
huis gaat."
Liesje vertelde au, dal ze al een heel
jaar geleden eeu canapé-kussen had ge
kocht en toen ze hel. liet zien, vonden (lc
tantes en ook Grootpa hot allen even mooi,
maar er was bijna nog niets van af en
hel was heusch nog al bewerkelijk.
De jongens, die Sloïdles op school kregen,
waren ook aan allerlei werkjes bezig-
,'fanto Gretha, die alleraardigst kon d!t
ten, maakte een gelegenheidsstukje, dat bi-
zonder goed uitviel en tantei Marie, die
heel handig met de naald was, zorgde voor
do costuums. Alles liet zich dus uilsteken
aanzien; Grootpa had beloofd, alle onkos
ten te zullen dragon en tante MargO ver
klaarde zich bereid, dc kinderen met hun
verschillenden hand-arbeid te zullen helpen;
„Maar op één voorwaarde," zei ze. „Je111
moet bij mij komen en niet verwachte»:
dat ik jo overal naloop. Het is het fees
voor jelui eigen ouders, en jelui bont nj>