Zondag 20 Juni
Van Stellendijk tot m Bommel.
63
Ho. 1302/
Derde Blad.
Be bonten overjas.
Naar onze Oost?
•te
IÉ?
Deze courant verschijnt dagelijks, mol uitzondering van Zon- en Fees (duwt
Prijs per kwartaal: Voor S ch icd a in en VI aar din gen fl 1 25 Franco
per pest fl. 1.65.
Prijs per weck: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent
- Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Ad verten! voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór oen
.ar aan net bureau bezorgd zijn.
Bureau: Laugo Haven No. 141 (hoek Korte Haven.)
tuuatiaswsar.
Een gewoon gevolg van subjectivisme, van
gemis aan inzicht in hot perspectief ooi-
den beschouwenden leek, is liet feit, dat men
in zijn tijd alles grooter, gewichtiger, merk
waardiger, sneller ziet gebeuren dan in an-
ileie tijden. Dagelijks kan men de opmer
king liooren, dat de verandering in du por
tie der vrouw, in de drinkgewoonten, in du
politiek eu de verkeei'Bverhouditigeji van du
laatste lü, 20 jaar veel grooter is dan in
ccnig anderen, daarmee vergeliikbnien tijd.
I» dat nu een gevolg van een lout in du
«aanieming of is het werkelijk zoo?
lieu antwoord is niet te geven. hilus-
(clien hebben wij voor een /eer actueel on
derworp
dat der verandering in de vor-
kiezing.-gewoonleu --- een tweetal vaste pun
ten ©wonden, die oils vellicht in staat stel
len den al'geloopen weg zoo niet. te nieten,
dan althans vaster aan te duiden.
Ilit eene Miste punt is de bekende ,.Kio=-
lercuiiiging" van Mulder. bodewijk Mulder
heeft dü jaar geleden in zijn ,,Dc Kiesver-
eeniging van Stellendijk", een aardige charge
gegeven op de omei J en sufheid
van de genebte kie/ors van voor 1SS7. In
de kicsvcreonigiiigen krioelde het vuil leden,
die er niet waren. AI et- diie stemmen - -
die van voorzitter, secretaris en een lid
neemt mep eeist een blanco besluit en latei-
komt. men bij ongeluk lot liet camlideeron
van een lid van de tegenpartij, die dan af
stand van de camlidntum- doet loll bate van
een andeis gezindon neef.
Het luoede vaste plint vinden wij 20 jaar
later in ,,De ('andidatmir van Hommel"
van ..DiH-Lor Juris".
bin nu is bel opmerkelijk hoe de geest,
de wij/»' van behandeling, hoe willamst idles
veranderd is.
Is de Stellend ijksrhe historie meer een
farce in luiar ceheelen opzet, do vim Bom-
litek-elii' lijkt wel een photo van menige ware
Xederlaml-clie kanierveikie/ing van den
jong-ten tijd, maar een pliotn die op som
mige plokkeu n.l. de komische - duch
tig en danig met vaste hand en zeker niet
zonder talent is geretoucheerd geworden.
l)o:>h er i- méér veSliil. Hij de Stellendijk-
scho klucht is alles nog luchtig cn gemoe
delijk en netjes, het gaat er idles Uw.» riten
lute! nette mou»clieu die, zelfs als zo hliri-
geeren, dat niet. zoo heel erg kwaadaardig en
zelfs niet zonder eenigen zwier doen - -
leelijke, hintale, weeivinvvekkeiulu olemeu-
ten komen hier niet te - - liet is alles
een spelk tje, een onder-onsje van nette"
lieden, waarhij hel belang dal een paar hun
ner hebben bij den aanleg van een zekere
spoorlijn, mitnr heel eventjes om een hoekje
komt kijken, en waarbij legen den zuivc-
De automobiel was groot en mooi. Toen
ze door de buitenwijken van liet kleine
landstadje kwam rijden, draaiden de nten-
sclien zich om, en keken er vol bewonde
ring naar. Zij deden ook gissingen, wat be
dot' de identiteit en bet inkomen van den
heer in de prachtige bonten overjas, De/o
heer was de oenigc persoon, die in de auto
mobiel z.ati. Toen hij stilhield en aan liet
Mitre-hotel uitstapte, ver/.niiioldü zich een
groote menigte, op wie de verschijning
blijkbaar groote» indruk gemaakt luid» Keu
bediende kwam aanhollen.
„Theo' zei de heer met dc bonten over
jas, terwijl hij met gi'oole waardigheid kwam
binnenstappen. De kollner volgde hem.
jAViifc blieft u, mijnheer?"
„Nu, je Hebt locli gehoord, wat ik zei?"
„Kr is een gr<x>t gezelschap hier, mijn
heer, cn dat heeft het lieelo tliec-sulon in
beslag genomen,"
„Zoo? Nu, (Inn wil Ik de iheo wel ergens
undcivs liobbcn."
„Kr is nog een klein privc-kumertje, mijn-
neer, duL
„Dat is ook goed. maar ik wil er in
geen geval extra voor betalen."
„Dat zal ik den patroon zeggen, mijnbeer,
fliHircn, als 't u blieft."
De heer in de bonten ovei-jns volgde.
«ndnt li ij geklaagd luid over do weinige
rnmito in de kamer, haar slechte venvnr-
mino 011 bot lawimi dn! liet gezelschap ploi-
Si4
ringseed geen erger bezwaar ontstaat dan dat
oen adspirant (die hel, trouwens niet eens
tot eumlidaal brengt) aan een kiezer, zijn
neel, een houten been heeft beloofd voor
bet geval hij een van zijn natuurlijke boe
nen mocht verliezen. Abmr door de Vnn-
Honimelsebe nieusehcn wordt met grover ge-
rtülutb i tenDaar moet op hot allcr-
laal-1e .enblik een Befaamd advocaat als
uil de lucht komen vallen om den geko/.enc
te overtuigendat hij den zuivcringsocd Hij
een juridi-eh o zoo juiste! interpre
tatie van liet- Grondwetsartikel tóch wel af
leggen kan, daar dreigt men den candi-
daat dnt men héél leelijke dingen uit zijn
parlieulier leven zal doen aanplakken op
alle scimfiingen in zijn distriet tenzij hij,
lot herstel van die leelijke dingen, opdokke,
en ter degel -- Daar laat men den camli-
daat vragen of zijn vooruitstrevende denk
beelden ten aanzien van het onderwijs zich
wellicht ook nog iets vorder uitstrekken dan
tot leerplicht, met name tot verhooging
van onderwijzeistractenieiiteii Hield te
Slellendijk, in 1880, de hotelhouder zich
er maar liever buiten, niettegenstaande hij
vée] belasting hefaaklc, méér dan een ander
in zijn dorp, en dus volgons de wet „liet
meeste verstand van politiek" had van allen
...van Hommel moet, in 1S98. de beleefd
heid in achi nemen tegenover ..den meester
knecht van den loodgieter eu den kruier hij
t> Spoor", heide „mannen van „Ons Be
lang", hij heeft „die lui in deze dagen
zoo uoödig". De Stollendijkselic candi-
dasit is en blijft gedurende 't heele stuk op
rei.-: we krijgen hem niet l,u zien, den man
van wieti we hij 't vallen van 'ft scherm we
ten, dat lui zeker wel gekozen worden zal
van Hommel echter spreekt en speecht zijn
di-tricl rond, dehatteerende dat liet een aard
heeft, ontvangt eu leest couranten hij tien
tallen, en vervangt, om een aanmerking van
een hunner, over zijn „lioogeri grijzen hoed
welke hem altijd iets te zwaar is om dien
voor ons te lichten", dat hoofddeksel door
(-en flambard, Kindigi. Stellendijk met een
ec/cMig avondje van een ze.-ta,l personen die
op een mooieii zomeravond buffert een glas
wijn gaan zitten drinken op den goeden af
loop bij Van Bommel eindigt liet met
funfaie.-, ovaties, Clnmipiurne a f lots en
leest redenen in soorten, oen eivol tooneel,
een „gezellige pan". De onverschilligheid
vim Stellendijk van 1SS0 hoeft bij Van
Hommel van 1898 plaats gemaakt voor véél
belangstelling in de publieke zaak, herrle-
achfige, onzuivere belangstelling vaak, maar
belangstelling niettemin; de lceliikheidies en
feniepigheidjes vul toen zijn groote leelijk-
en goniopighedon geworden, alles is met
hel kiezei-saantal mede gegroeid en toegeno
men, liet goede zoowel als liet kwade.
Kortom, wat hij vergelijking der heide
•tukken liet sierkst treft, dak is liet verschil
iu de toestanden. Ze schelen maar ongeveer
2(1 jaren: doch in dien tijd heeft de demo-
eraii--che stroom Nederland een eind meogc-
BaauutmaiMtt
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar dc plaats die zij
innemen.
Ad ve rten tiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden.. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon
f voor de Redactie No. 123.
i voor de Administratie No. 103.
maakte, liet hij zich bij het
veimtor in een leunstoel vullen.
Vijf minuten later stond hij op om te hel
len en te vragen waarom zijn ihee nog niet
gebracht was. Maar op dat oogenblik klopte
de eigenaar van de zaak.
„Neem me niet kwalijk, mijnheer, maai
er zijn nog twee hoeren buiten, en ik hen
er van overtuigd, dat u dc kamer wel met
hun zult willen deelen. Als 't u blieft, mijn
heer."
Daar hij meende, dat hel verzoek stilzwij
gend was toegestaan, verwijderde hij zich,
toen do lieer iu do bonton overjas hem toe
riep
„ik denk er niet aan dut te doen."
„Alnar u betaalt niet extra, mijnheer,
want" --
Ik mag toch wol oen tafel voor me zelf
hebben, en er is er hier maar één."
„Maar mijnheer, z.ij kunnen nergens
anders,"
„Ik moet zeggen, dat het al heel ver
gekomen is, dat ecu heer, die in den namid
dag met zijn automobiel uit is, niet eens
kalm een kop thee kan drinken, zonder door
vreemdelingen omringd to zijn. Wie zijn ze,
en waar komen zc vandaan? dat zou ik
graag willen weten. Ik hen benieuwd, wat
er nu nog zal gebeuren!"
Do heer met do bonten overjas keek naai
de indringers toen z.ij binnenkwamen. Het
seheneii nogal druktemakers te ziiti, maar
toen do blijkbaar prachtige klceding van
den heer zagen, werden z.ij kalmer.
„Neem ons niet kwalijk, mijnheer, dat we
u sloren, doelt in de gegeven omstandig
heden kan liet niet nudora, mam- wij willen
voord. Heide stukken tezamen geven een
krachtige tegenstelling, gjert sterk sprekend
beeld van voorheen en thans.
Wanneer wij dan ook over hot. geheel
uiterst voorzichtig moeten zijn met verge
lijkingen lu.-sclicn onzen tijd en „vroeger",
mogen wij in het aldus verkregen beeld wel
iets meer lorlnniwnn hebben en aannemen,
dat er inderdaad ook op dit gebied vrij wat
veranderd is in 20, 30 jaar.
Tijdens zijn eerste minislerschap heeft
minister Idenburg, 't wat, zoo wij ons
niet bedriegen, in den loop van een ka
merdebat zich eens beklaagd over de
Nodorlandsche jongelieden, hij wie z. i. te
weinig opgeweklhoid voor den Indischon
gouvernementsdienst zou bestaan.
Nu is het een feit. dat hel, hij ver
se f lillende Indische Lnndsdiimnarseoi-pson
met dc rccrutcering van jonge krachten uit
het moederland vaak of zelfs voort
durend sukkelen is. Zoo hij de rechter
lijke macht, bij hot hinnenlarulsch be
gluur, hij de leeraren van het middel
baar en de onderwijzers van het lager on
derwijs, bij verschillende officierscorp
sen, vooral bij den militairen geneeskun
digen dienst.
Alaar is dit op zich zelf nu reeds vol
doende om or uit al' te leiden, ten aanzien
van het naar Indië tijgen, hij onze jonge
lui inderdaad een soort van Jan-Sa lie geest
zou bestaan?
Noen, niet waar? Daartoe zou im
mers bovendien nog moeten vaststaan dnt
ook voor andere dan Staatsbetrekkingen,
dat ook voor ,,hel particuliere" de opge
wektheid om naar Indië le gaan, gering is.
Dit nu staat heelemaa! niet vast. Inte
gendeel; het is b.v. ecu opvallend ver
schijnsel dat, terwijl onder onze jonge
meesiers in de rechten dc trek naar du
Indische rechterlijke macht al sedert jaren
gering is, daarentegoi het aantal hunner,
dat in velerlei particuliere betrekkingen
naar Indië gaat, toeneemt. Over het alge
meen schijnt het hij onze Indische onder
nemingen van landbouw, handel en imlus
trie, althans hij do grooteiv en welvarende,
met dc roeru teering van huil Europeescli
personnel voldoende vlot te gaan.
Biedt het Gouvernement nan onze jonge
mannen dan minder goede vooruitzichten
aan, dan do particuliere ondernemers? ."Min
der betaling, minder gunstige promotie?
Een minder muil re kledij ken werkkring,
minder aannemelijke regelingen van het
me t-vcrlol'-nnar-Eu ropa-gaan
Het zou de moeite waard wezen zoo
omtrent dit eeu en ander oens oen ernstig
üouvernerneiitsomkïrzoek werd ingesteld.
En het is huig niet onmogelijk, <1 at liet
resultaat flaamin in sommige opzichten,
tol op zekere hoogte, en althans hclref-
hel nis een eer beschouwen,, als we hier mo
gen zitten."
Mam- de heer iu dc bonten overjas blccf
lnm mm ritten staren en voegde hen uit de
hoogte toe
„Kr zijn toch in do stad wel theesalons?"
„Maar maar"
De heer in de bonton overjas keerde zich
om. Allen waren verbluft. De eigenaar
luialde hulpeloos de schouders op.
Tnen deed een vroolijkc stem iedereen om
kijken.
„Kan ik hier wat thee krijgen?"
De eigenaar, steeds meer in ver warring,
begon uitlegging te geven en verontschul
digingen te maken.
,,0, daar zijn ecu paar van mijn vrienden."
De anderen begroetten den nieuw-amigeko-
niene met warmte. Zij spraken op half lui
den loon, terwijl 'z.ij sloolsgewijz.e blikken op
den met bont bemantelden heer wierpen.
De eigenaar, zich nog steeds verontschul
digend, verwijderde zich.
„Weet je niet, wie hij isninnr
„De een ol' andere groote
„Dat is zijn automobiel, die huilen
stunt
De man met do vroolijkc stem keek don
lieer met de bonten overjas scherp aan,
gaf hem een wenk eu trad op hem toe.
..Heb ik goed begrepen," vroeg hij ruw,
„dat u er op legen luidt, dat
De heer in de bonten overjas nam een
houding mm en sprak: ,,Jn, mijnheer, (lat
heb ik godnnn, ik was het eerste hier en
ik heli volkomen recht."
„Kn wat moot er mol de automobiel
buiten?"
feilde enkele diensttakken, hierop zou Hoer»
komen: dat hot gebrek aan opgewektheid
van Nedorlandseho jougelui voor den In
dischen Staatsdienst, minder aan die jonge
lui dan wel aan dien Staatsdienst ie wij
ten is
Inderdaad, do Indische Staatsdienst heeft
voor de besten onder onze jongelui weinig
wat op hun fantasie, op hun illusies zou
kunnen werken. Tien jaar naar fndié, f—
één jaar hier terug, nóg eens tien jaar
(of wat langer), naar Indië, en dan
verder, levenslang, liet leven van den ge-
pensionneerde, van den khdniSi lijfrento-
nior, die, in negen van do tien gevallen,
zich in Nederland niet geheel meer thuis
kan gevoelen..,, en in hnlié eigenlijk pi
evenmin, en die, in negen-en-negeiitig
van de honderd gevallen, in zijn verder le
ven eigenlijk heelemaal niets meer uit
voert, niets moer p nies teert vort beko
ring is in dit een eu ander niet gelegen.
Om niet to spreken van het weinig b'lang-
wekkendo, weinig voldoening gevende van
menige Indische staatsbetrekking zoo
schept b.v. bijna geen enkel jurist op rteu
duur behagen iu liet Landraad-voorzilt?r-
schap, zóó, als het daarmede tegenwoordig
nu eenmaal gesteld is, en zoo vinden vele
officieren van gezondheid, met name die
genen die op kleine binnenplaatsen zijn
geplaatst, al evenmin hun werkkring naar
hun zin;.... om óók niet te spreken van
do vele andere grootere en kleinere mulee-
len, die iedere of bijna iedere Indische
loopbaan nu eenmaal van zelve in meer
dere of mindere male met zich medebrengt,
Zonderen we hen uil, die, in Indie ge
boren, slechts tijdelijk naar Europa zijn ge
komen, voor Sun opvoeding en dk) in Indië
hun ouders en nabestaanden hopen te zul
len terugvinden dan is or voor don NTe-
derlandsehen jongen man meestal een bij
zondere reden noodig om Jiom er toe je
bewegen in Imlischen staatsdienst te gaan;
zoo b.v. financieclo overwegingen voor
jongelieden zonder vermogen die jougwen-
sciieu te huwen niet eveneens nirt-venno
gendo meisjes, of, voor enkele weini
gen (voornamelijk medici, juristen cn in
genieurs): de hoop, or in te zullen slagen
don gouvernementsdienst als stijgbeugel te
bezigen, (Om, zoodra zich een goede ge
legenheid daartoe voordoet, in 't pmtieu-
liere over le gaan cn daar dan fortuin ie
maken.
Ls hel jlnn Snot „hel particuliere" scoo
anders gesteld? In sommige gevallen zeker
wel. De hoop, om in betrekkelijk korten tijd
fortuin le malcen, loot zich iu sommige
particuliere betrekkingen nog steeds gelden.
Zoo ook wel eens de verwachting, dat de
Indische loopbaan kans op voortzetting in
Europa met zich zal brengen, ol' op rteu
duur op oen of andere wijze aan een aan
verwanten, begeerlijken werkkring in Euro
pa zal kunnen aansluiten. Menige i'loree-
rende handels- of industrieele onderneming
De heer in do bonten overjas schrikte.
„Wat bedoelt u?-"
„Doodt ge niet beter met daarnaar ie
kijken, hè?"
Tot verbazing van de omstanders scheen
de lieer in de bouten overjas zieli weinig op
zijn gemak te voelen.
„Waarom wat. wie" -- sfkunulde hij.
„lil alle geval moet ie maken, dat jo
hier vandaan komt."
„Wat is dat? Duister eens, ik
De man mul do vroolijkc stem kwam steeds
naderbij. Ziiti vrienden omringden hem met
wijd geopende oogon.
„Kn je moet die mooie, bonten overjas
uitdoen. Ik zal er mij dim wel mee bela.-ten
om zo min je meester terug te geven."
De heer in do bonten overjas wist niet
wat hij hoorde.
„lloe weet u," stamelde hij, „dat mijn
beer Whitlev mij geen permissie gaf om de
automobiel te gebruiken, vóór ik hem van
avond moei giuui halen?"
„Kn zijn jns te gebruiken tevens? 0, ju,
we kennen dal. Maar ïniink nu verder geen
prentjes, en ontdoe ie onmiddellijk van die
jas. Ik sprak met mijnheer Whitley al', dat
ik hem hier zou ontmoeten, maar ik hen wat
vroeg, ongelukkig voor ion, hè, kereltje!"
Afet ecu vuurrood gehint ontdeed de man
met de bonten ovorins zich van dat prach
tige kieodingsUik en logde het op een stool
neer. Daaronder droog hij do lederen livrei
van chauffeur.
„Denk er aan, dnt go de kar klaarmaakt,
om ieder oogenblik le kunnen vertrokken,"
riep de man met de vroolijkc stom hem
kent zijn personeel na weinige jaren dienst
een kort Europeesch verlof toe. Een tijde
lijk, voor enkele jaren, naar indië gaan
om zicli voor te bereids» voor- -een po
sitie in Europa, waarbij men indirect veel
met Indië te maken zal hebben, komt in
'f particuliere nogal eens voor tegenwoor
dig
Hel is ons niet mogelijk, hot rijke en
veelomvattend? onderwerp vim dit opstel
ook maar eenigszins volledig te behandelen;
juisl het feit, dat wij in de eerste plaats
op een onderzoek aandringen, doet blijken
dat wij tot zoodanige volledige behande
ling dan ook geen kans zien. Er is in
middels tweeërlei, waarop wij de aandacht
wurisehcn te vestigen.
Ten eerste: dal bij de Regeering een
zéér belangrijke maatregel in overweging
is, n.l. inkorting van het aantal Indische
dienstjaren, dat recht geeft op oen jaar
Europeosch verlof, van tien tot zes. pil
zou een gruóte en aanmerkelijke verbete
ring wezen. De termijn van tien jaar js
te lang. Ken Europeaan, die tien jaar ach
tereen in Indie doorbrengt is alliums
zeker, indien hij een groot gedeelte van
dien lijd op binnenplaatsjes of buitenposten
beeft moeten doorbrengen ternauwer
nood nog Europeaan; c;én verlofjaar zal
het hem niet weer maken, en, na aankomst
er van, wacht hem eun termijn uui weer
minstons tien jaar, om hem nog verder,
te veronteuropeesehen. Periodes van zes
jaar die ook meer zouden kloppen met
hetgeen in bloeiende particuliere grootbe
drijven gaandeweg usance begint (e wor
den zullen in dit opzicht heel wat min
der „vat" op onze. jonge mannen liehbein
11e voorgenomen wijziging zal dan ook in
derdaad, zoo zij lot stand komt, belang
rijke nadeden van den Imlischen .Staats
dienst lol veel bescheidener afmetingen
terugbrengen en dien dienst daardoor be
duidend aantrekkelijker maken.
En teil tweede: in het militaire heeft
men de défadicvriiiganmenig jong offi
cier van het N'edertambdie leger gaat euur
enkoio jaren naar Indië. Van .nabij ken
nis maken met andere toestanden aan den
andoren kant van den aardbol, zijn beroep
eenigen. lijd daar ginds uitoefenen ondei-
muh'Lu omstandigheden eu op andere wijze
dan men gewoon is ziedaar mi pens
iets. dal wel op de fantasie en op (1e il
lusies van menig jong man vermag te wer
ken. Vrage: is wel eens ernstig onder
zoekt geworden, of en in hoeverre dusda
nige detucheeringen nu ook bij andere, niul-
itiilitai.ro corpsen mogelijk zouden zijn? Zou
den er onder onze jonge onderwijzers niet
velen wat voor gevoelen, Indië eens voor
ecu jaar of wat te gaan zien? Eu zou
het onzen a.s. rechters niet aanstaan om
hun periode van sollJiciteereii, op-griffies-
cn-parkelten-voloutauun of slapjus-als-jong-
advocaat-practiseeren eens to onderbreken
door b.v. oen drietal jaren aelioven Indi-
Toen de deur zich aclner hem sloot,
barstten de twee toeschouwen» iu een onbe
daarlijk lachen uit.
„Wel, hub ik \an mijn leien, Smithers!
Ik heb nooit geweten dut je een uitsmijter
wu-. Wij hielden hem \oor een grootcn seig
neur. lloe ter wereld kun jij dat raden?"
„lil de eerste plaats zag ik het aan den
un-ui van zijn pet. Bmemlieii wa» do jas
gedeeltelijk open, toon ik binnenkwam, en
zag ik zijn livrei, zoodat ik zijn spel door
zag."
„-Maar wie is zijn meester - mijnheer
Whitley? Ken ie dien werkelijk?"
„Nooit tevoren van hem- gehoord," \er-
kluarde de lieer Bmithers lachend.
Zij klopten hem op den schouder. ,,Ua,
ha, jij bent toch een leuke kerel
Hij lachte flauw.
„Alaar hoe staal het mi met de thee?"
Hij keek eens rond; zijn Idik xiel op do
bonten merjas. ..Hui!" zei hij nadenkend.
„Ik geloof toch niet, dat ik op de the# zal
«lichten."
Ken courant uit zijn zak diende, nis om
slag. Twee nihnitoii later gluurde hij in de
gang. De plei/ierroizigers- namen ieders at
tentie in beslag. Kr was niemand te zien.
,,"1 Is nogal een groot pak," ^piuk do
heer Smithers, spijtig; „maar ik kan er
niets aan doen. Goedendag, kerels."
Toen liii door du zijdeur sloop, schudde
hij van hel lachen.
„Ik hoop, vtx»r hem zelf," mompelde hij,
dal de chauffeur van den heer Whitley er
eeu goeden uitleg aan weel le go\en."