ALLERLEI.
TOOK KINDEREN.
VOOR DAMES.
reisboeken, zij magen zoo uitstekend zijn nis
b.v. do Baedekers, toch niet in die behoefte,
voorzien, eensdeels omdat zij ettelijke veel
bezochte stroken verwanrloozcn, anderdeels
omdat zij nog niet, uitvoerig genoog zijn,
niet met onze Nederlandsche wenschen en
opvattingen rekenen en de kleine beurzen
niet nauwkeurig genoeg voorlichten.
Even goed werk als de groote reisgidsen,
verrichten do reisbmenu's. Doch deze be
perken zich uit hun aard tot reizen, speciaal
tot vrij groote reizen en bemoeien zich in
den regel niet veel niet de zomerbuitenver
blijven.
Hier nu kan een groote organisatie als de
A. X. W. B. uitstekend en uiterst dankbaar
werk verrichten, [fut meest voor de hand
ligt, dat hij de inlichtors en do ingelichten
tot elkaar brengt, gelijk enkele bladen vroe
ger getracht hebben te doen. De algcmcenc
dagbladen hebben die pogingen moeten sta
ken, omdat z:j veel extra-werk vereisohtPii
en te veel ruimte innamen, ten nadeele van
het dagelijksfdi nieuws. Doch voor den toe
ristenbond bij uitnemendheid niet zijn week
blad bestaat dit bezwaar niet. FToo g
kelijk kan die een inliclilingendienst inricli-
ten en zijn lezers er toe brengen, eonerzijds
om i 11 liclitingen te geven, aiutorz.ijds om
inlichtingen te vragen. De taak van den lei
der vm| dezen inlichtingendienst is niet
gemakkelijk, doch aan den anderen kant
/.ij zeer zeker niet ondankbaar.
[[ierbij sluif zich als van zelf aan oen uit
breiding van liet inlichtingenbureau, dat de
Boml nu reeds heelt, dat. op zoo voorbeeldige
manier geleid wordt cn den loerenden wiel
rijder al zooveel nuttige wenken heeft ge
geven.
Is men eenmaal zoover, dart komt de
vraag van een meer intensieve controle der
hotels. Ook hier heeft de Bond een begin
gemaakt, doel wat in deze richting gedaan
m, mag niet veel meer dan een begin heelen.
Nu zien wij niet over het hoofd waf een
moeilijkheden aan deze werkzaamheid ver
bonden zijn, hoe noodig liet is, dat hot ver
flouwen in de leiding van zulk een bureau
absoluut in. Doch de Bond heeft al zooveel
moeilijke kwesties opgelost, beschikt over
zooveel uit-lekeiule werkkracht, dat hij hier
veel verder zou kunnen gaan. Hoc deze con
dole zou moeten worden ingericht, is een
uiterst moeilijke vraag. Direct liet volmaakte
en volledige eisclion kan men niet. Doch
indien de hond maar eens elk jaar hij liet
begin van het seizoen een lijst publiceerde
van hotels voor het toeristenverkeer (in den
mimsten zin) in. binnen- en buitenland en
daarbij de prijzen en de opmerkingen gaf,
welke hem ter oore waren gekomen en zoo
noodig waren geschift en indirect of direct
gecontroleerd, dan zou hij reeds een werk
verrichten, dat voor velen van hef aller
grootste belang zou zijn en dat den bont!
<>ok in velerlei opzicht ten goede zou komen.
[Tot, is inb-ehion niet dadelijk duidelijk
van hoeveel gewicht, een dergelijke instelling
zou kunnen worden, indien hij in de goede
richting werd geluid. Doch men overdenke
eens wat een aplomb dc Neilerlandsche rei
ziger iti dun vreemde zou kunnen ontloenctt
unit de omstandigheid, dat hij lid is van don
bond, die voortdurend gegevens omtrent, do
hotels bijeenbrengt en die gegevens con-
tioleerl.
Het. is waar, ook met. de reisboeken kan
iets dergelijks gebeuren. Doch cener/.ijds is
daar de band tussehou lezer en uitgever
zwak, anderzijds verschijnt niet elk jaar een
nieuwe editie van de reisboeken, terwijl de
Hond een sterkon band geelt en vvM elk
de gegevens zon moeten publicoeren.
Bij deze werkzaamheid denken wij vooral
aan buitenlundsche hotels, al zullen natuur
lijk ook de biruiotilandsehe reizigers en
de goede liitincnhmdsche hotels van deze
maatregelen kunnen profitecien.
Ticeft de Bond zijn werkzaamheden een
maal in deze richting uitgebreid, wat een
mtwsu nieuw en dankbaar werk kan hij da®
nog verrichten. Hij kan do oprichting van
buitengemeen eenvoudige hotels voor de aller
kleinste beurzen bevorderen, hij kan er de
hand toe Ieenen, dat er kinderhot-el» tot
stand komen, waar meer dan tot nu toe
gedaan wordt, voor het amusement en do
ontwikkeling der kinderen, gelijk wij dat
herlumkleijk hebben aanlxwoleu, hij kan do
kwestie der drijvende hotels oplossen en daar
want' in liet buitenland op veel he/oclito
plaatsen de prijzen kunstmatig hoog gehou
den worden aan dit motiojwlie een einde
maken, hij kan in één woord voor alle zo-
inerbliitenverblijvegt en toeristen een onver
getelijke steun en patroon worden, gelijk
hij liet nu reeds is voer de toerende wiel
rijders.
Wij ontkennen hot. niet.: de tank is niet
gemakkelijk. Doch zoo een haar kan volbren
gen in het kleine Nederland, dan is het deze
werkelijke groote Toeristenbond.
Tegen rheumatiok helpen citroenen vaak
opvallend .snel. Men moet zc afspoelen, in
schijven snijden, van du pitten ontdoen,
en mot water langzaam tot op 1/3 laten
verkoken. Men begint met twee vruchten,
die men in een halven liter water, in schij
ven gesneden, goed toegedekt op een zacht
vuur laat verkoken. Bij die citroenthee
voegt men suiker naar smaak en drinkt
zo vóór het naar bed gaan. Men begint
mot twee citroenen, die men* de eerste
Lwee dagen drinkt, dan drinkt men gedur
rende drie dagen dagelijks drie citroenen
on zoo vorder tot zes ot' acht vruchten.
Meestal is de rhcuniatiek al verdwenen eer
men zoover is.
Bij pijnlijk tandvieesch neme men citroen
sap in het water, waarmee men de tanden
poetst. Bij horigen hoest of heeschlieid
maakt men van citroensap met heel veel'
suiker een dikke brij die spoedig verlich
ting geeft.
Bij onaangename lucht helpt-een schijfje
eiLi-nen, dat men, aan heide kanten met
suiker bestrooid, bij gesloten mond gedu
rende tien minuten op de tong houdt.
Kot binnenste zachte vleosch der uitge
perste citroenen is een zeer heilzaam ge
nees- en schoonheidsmiddel bij puistjes in
hot gezicht en hij gesprongen handen. Men
wrijft gezicht en handen flink ermee in
en laat het sap in de huid drogen. W.nn-
necr men dit miiddel 's avonds vóór liet
naar bed gaan aanwendt, werkt het reeds
gedurende den nacht op verrassende wijze.
Uitgeperste citroenen, die men van dc schil
ontdaan heeft, met hot wasrhwater ver
mengd, vcrleerien daaraan 'n aangename
friscliheid en zachtheid'.
Bij plotseling opgekomen hoofdpijn kun
nen citroenen zeer guinslig werken. Ifei
sap van ecu halven citroen vermengt men
mot een glas spuitwater zonder suiker en
drinkt dit vlug uit. Soms wijkt de- hoofdpijn
reeds na enkele minuten.
Tegen zenuwachtigheid worden in den
laatsten Lijd eitroenbaden voorgeschreven,
dio '11 zeer weldadigeu invloed) uitoefenen
op de liuid/einiwoii. Vijf of zes vruchten
worden in schijven gesneden cn gedmnm-
do een half uur in koud water gelegd,
li durende het linden laat men er diie dan
inhggen. Bij deze baden gebruikt men geen
zeep.
jaar
DE CITROEN ALS GENEESMIDDEL
Dank zij den billijken prijs, heelt de
citroen zich zelf ook in de eenvoudigste
luiidioudens toegang welen te verschaffen.
Hij wordt op verschillende wijzen aange
wend, zoowel voor verfrisschende limona
des als bij het koken en bakken van ver
schillende spijzen.
Dat hij ook op meer dan één manier
als geneesmiddel kan worden gebruikt, is
stellig wel van minder bekendheid, Als
rlnfilstillende drank, is citroenliinonade of
kwast algemeen bekend en gezocht, en ook
bij ziekte, als koortsstillend middel. War
me citroenlimonadc mot suiker is uitstc-
jcend bij verkoudheid of catarrh.
DE VIER KNOOPEN.
Op do hooge ,,Karlschule" te Stuttgart,
waar ook Schiller in zijn jeugd zijn op
voeding genoot, was het den leerlingen,
geoorloofd, des Zondags luwt vest met drie
knoopeu te sluiten, 0111 htm jabot breed
naar buiten te laten komen; doch in de
weck moesleu zij vier knoopen van hum
vest dichtdoen. Maar de modepopjes on
der do jongelui knoopten ook op de school
dagen in de week er slechts drie toe 011
verlustigden, zich dan in hun wijd uitpui
lend boczemsieraad. Eens word oen van
Schiller's kameraden door den waclvtheh-
betiden officier daarvoor terechtgewezen en
verontschuldigde de nalatige zich met het
voorwendsel, dat de knoop „toevallig was
opengesprongen".
Don volgenden dag was hel Zondag;
Schiller had verzen zitten, schrijven en
kwam, zonder to denken aan de militaire
voorschriften, met een gesloten vest op
de parade.
Kapitein Scliineckenbacker zette een on
heilspellend gezicht.
„Schiller!"
„Kapitein?"
„Wolkeu dag hebben wij vandaag?"
„Hm Zondag I"
„Met hoeveel knoopen moet het vest
des Zondags gesloten zijn?"
„Hm mot drie."
„Hoeveel heb jij er dicht?"
EEN HARTSTOCHTELIJK ROOKEK,
Toon koning Frederik Wilhelm IV in liet
jaar 1843 do Rijn-provincies bezocht, hield
hij korten tijd verblijf te Wezel, waar hij Hen
oudsten man in het koninkrijk bezocht, die
lOó jaar oud was. Hij vond hom gemak
kelijk in een ouden leunstoel zittetn, een
pijpje rookeiul, zijn' onafscheidelijken ka
meraad. Toen de koning binnenkwam stond
do oude man op en deed een paai- stap
pen vooruit, maar Zijne Majesteit beduid-
do hom weer te gaan zitten en onderhield
zich gemimen tijd met hem, terwijl de oude
voortdurend dikke rookwolken uitblies. Op
liet punt van te vertrokken, vroeg de ko
ning hom, of hij niet een wenisCh had,
dion hij gaarne vervuld zou zien.
„Neen, dank u, Majesteit, ik heb alles
wat ik verlang," was het antwoord.
„Zoo! Donk nog eens eon oogenblik
na, er blijft oms, stervelingen, altijd nog
wel iets te wenschen over."
„Ja, Sire, nu ik er aan denk, lieh ik
toch een gunst van u te vragen. Mijn dok
ter staat er op, dat ik lederen morgen eon
poosje op de wallen ga wandelen. lederen
keer, als ik het kruithuis ptsseer, roept
do schildwacht mij uit de verte toe: „Neem
de pijp uit je mond," en daar ik zeer lang
zaam loop, gaat mijn pijp altijd uit. Als
Uwo Majesteit nu zoo goed vilde zijn, den
schildwacht order te geven, dat ik mijn
pijpje rustig mag blijven rooken, dan zou
ik dat heerlijk vinden." 1
Het bevel werd gegeven, cn do man
maakte nog twee jaar van zijn voorrecht
gebruik, tot hij ten laatste, mot zijn pijp
in den mond, stierf.
BISMARCKIANA.
Een brief, eens den eersten April (don
verjaardag van vorst Bismarck) op de post
gedaan, had alleen tot adres: „Aan Item!"
De klerk op het postkantoor schreef er
onder: „Waarschijnlijk aan Zijne Hoogheid
vorst Bismarck". E11 hij vergiste zich niet,
de brief was werkelijk een felicitatie voor
den ex-kanselier.
flet aantal van Bismarck's bewonderaars
strekte zich ver huiten de grenzen van
üuitschta.nd, ja, zolfs van Europa uit. Een
Amerikaanschc dame dweejitc zoo met'den
grooten kanselier, dat zij verlangde, een
souvenir van hem te bezitten. Daarom
schreef zij hem een. brief, en vroeg hem
een lok van zijn haar. De brief werd de
ovorzeeschc schoone teruggezonden, met
een aanteokening van Bismarck's eigen
hand: „Totaal onmogelijk."
je zulke wijde mouwen liebt, als je toch
niets hebt om ze tc vullen."
Mevr. F.: „Vul jij dan je hoogen hoed?"
AL TE LETTERLIJK OPGENOMEN.
Mevrouw: „Kijk eens, Marie, wat een
stof er onder de canapé ligt."
Mario: „Ja, mevrouw."
„Heb ik niet uitdrukkelijk gezegd, dat
je onder de canapé moest vegen?"
„Natuurlijk, mevrouw; hoe zou anders
het stof er komen, als ik het er niet onder
geveegd had."
K1NDE11-L0GICA.
Klein meisje: „Ik zal nooit meer tegen
haar spraken."
Haai- moeder: „Maar je zult toch zoo on
deugend niet zijn om dat te doen?"
„Neen, ik wil niet meer legen haai- spre
ken, en dat zat ik haar iederen keer zeg
gen, als ik ze zie.
flrie
vier
„Ik? Een -- twee
„Iloe komt dat?"
„Wel daar is er toevallig ecu dieht-
gcsproncon!" luidde Schiller's antwoord
dat, als pendant op liet excuus van den
vorigeu dag, nogal aardig gevonden werd.
DE OUDSTE HERBERG.
Do oudste herberg van de wereld is waar
schijnlijk „Het gouden kruis", te Regens-
burg. Karot de Vijfde hield er in 1504
verblijf cn Jan van Oostenrijk, de verde
diger van Europa tegen de Turken, werd
er in 1547 geboren. Ferdinand de Eerste
verwijlde er in 1531. In het vreenidelin-
genboek staan de namen vermeld van ver
scheidene aanzienlijke personen. Onder
de-zen belmoren de oude keizer Wilhelm
de keizer en keizerin van Oostenrijk, kei
zer Frederik. de keizer van Brazilië, en prins
bodewijk Bonaparte, die er in 1824 verblijf
hield, voor hij Napoleon 111 werd. Keizer
Maximiliaan bracht er zijn wittebroodswe
ken door. De kamer, gebruikt door vorst
Bismarck, toen hij er met den keizer was,
'is in donzeUdcu toestand gelaten, waarin
hij haar verliet. De eigenaar is or ook
trotseh op, een handteekening van Schil
ler te bezitten.
NIEUWTJES VAN IIIER EN DAAR.
To Birmingham worden wekelijks 220
inillioen stalen pennen gemaakt.
Do heer Felix Brown te Chicago, heel't
oen methode uitgevonden, waardoor de
mannen hun eigen haar kunnen knippen.
Een kleine jongen, die te Boedapest in
een meer viel, wist een zwaan te pakken
to krijgen, die hem naar ondiep water
bracht.
Voor het bouwen en voltooien van een
Dreadnought hebben 1000 tot 1500 han
dige werklieden dagelijks werk. Van de
totale kosten, die 1.950,000 pond bedra
gen, gaat 70 percent, of 1.365.000 pond
af aan arbeidsloon.
Een jongen te Genèvc, vijftien jaar oud,
die bij ongeluk den kogel van oen lueht-
geweer in zijn hart kreeg, word naar het
hospitaal gebracht, waar dr. Gerard de
wond opende, den kogel er uit haalde en
hut hart toenaaide. liet slachtoffer is nu
buiten gevaar.
Schepen cn lading ter waarde van on
geveer tO niillioeü pond, gaan jaarlijks
op de Engelsche kusten verloren. Dit is
de schatting, die de RngelscheJ aan de
zee betalen voor het beschermen van hun
stranden. Zelden slaagt men er in, de go-
zonken schepen weer boven te krijgen.
Voor hel. Oosteni-ijksche leger zijn twee
duizend vervoerbaro keukens besteld. Iedere
keuken bestaat uit een vierwielig voertuig,
getrokken door twee paarden, en ongeveer
een halven ton wegende. Ieder bevat vier
koperen ketels, een kachel, kasten, tafels
en verschillende andere voorwerpen om
in het veld lo kunnen koken.
In een enkele vierkante el van de best
gemaakte Perzische klc-eden, zijn van
200,000 tot 300,000 stoken, die door
do hand van den wever één voor één moe
ten bevestigd worden.
Men zegt, dat Red-Castlc in Ross-shirc
het oudst bewoonde kasteel is in de Schot-
sche Hooglanden, daar het reeds iu 1179
door Willem den Leeuw gebouwd werd.
AFGEWEZEN.
Angstige moeder: „Mijnheer Wilde is een
zoor achtenswaardig mensch. Waarom
zou je zijn aanzoek niet aannemen? Hij
is oen ruwe diamant."
'Dochter: „Omdat ik niet van polijsten
houd."
EEN GOED EXCUUS.
Een dame, die per .trein eon kleine reis
ging maken, kwam toevallig terecht in een
rookroupé, waarin twee matrozen cn een
heer zaten. Zijn sigaar wegwerpend, merkte
de laatste tot de matrozen op:
„Me dunkt, je moet in tegenwoordigheid
van een dame je pijpen uitdoen."
„God zegene u, mijnheer," antwoordde
een hunner, „maar ik weet zeker, dat d
dame het goed zal vinden, want we komen
zoo juist uit een hospitaal' met typhus
patiënten, cn 1111 zal de tabak de infectie
van oris houden."
HAAR GEZICHTSPUNT.
Echtgenoot: „Weet je wel, dat iederen
keer, als een vrouw zich hoos maakt, zij
een rimpel toevoegt aan haar gelaat?"
Vrouw: „Neen, dat wist ik niet; maar
als dat zoo is, vind ik het een wijze be
sticring van de natuur, om de wereld te
laten zien, welk soort van echtgenoot een
vrouw heeft.
Hij was een jong advocaat, en had den
naam van een genie te zullen worden
het doen van strik-vragen. Onlangs vroeg
hij aan een getuige, een leelijike, maar han-
digo oude vrouw
„Hoeveel geld had je in je zak, toen je
zei, dat het gestolen werd?"
„Vier shillings, twee six-penccs en een
souverein in goud."
„Heb jo dan wel eens een souverein
anders dan in gouid gezien?"
„Ja, ik zag koning Edward onlangs in
oen rijtuig."
AL TE GELEERD.
De geleerde jonge man liep heen cin
weer op liet perron van hol spoorweg
station, met het plan een leeg rijtuig te
vinden in den snelrein, die op hot puuit
was van vertrokken. .Maar tevergeefs. Een
officiocle houding aannemend, liep hij naar
hot laatste rijtuig, en riep met een sten
tor-stom
„Allon uitstappen, dit rijtuig gaat niet
mee."
Uit den overvollen wagen klonken aller
lei uitroepen, maar er was niets aan tc
doen; do passagiers moesten mot hu-u ba
gage in een ander deel van den trein over
stappen. De lach op het gelaat van den
jongen man was kinderachtig verheugd,
toon hij zich op zijn gemak neerzette.
„Oh," mompelde hij bij zich zelf, „wat
is hal toch heerlijk om zoo knap te zijn.
Maar ik wilde mr wel, dat er wat haast
gemaakt werd met vertrekken."
Na oen poosje stak de stationschef zijn
hoofd b'innen het raampje en zei:
„Ik geloof, dat u het grappige jonge
mensch bent, die aan de reizigers zei, dat
dit rijtuig niet wegging.
„Ja," zei de verstandige jonge man on
glimlachte.
„Dan kunt u er wel uitkomen," sprak
do stationschef, „men hoorde u roepen, en
daar mort u voor een der directeuren hield,
heeft men het rijtuig afgekoppeld."
non en kousen 1 Of deze laatste erg
sterk zullen zijn, durven we niet beweren.
De tule, die in alle denkbare kleuren
vervaardigd wordt, verwelkt men zonder
uitzondering op zijde in dezelfde puance.
Wat do hoeden betreft, hiervoor zijn
bloeimgai-neeringen met een weinig groen
er aan toegevoegd, het allernieuwste. Men
ziet witte kloMdoemen^ witte jasmijnen,
myhrten, tuba-rozen, enz.; de gameering
moet beslist in óénc nuance gehouden wor
den om op modern aanspraak te kunnen
maken.
©0 hoeden, die veelal van fluweel zijn,
komen meer en meer in zwang, de groote
ompirc-modellen hebben slechts cén bride,
die lang genoeg isi om van achter naar
voren om den hals. geslingerd te worden,
en dan tot in de taille af te hangen.
De charlotten, die jonge meisjes zoo hij
zonder flaücercn, vinden weiinig aftrek!
meer, men ziet daarentegen veol breedge
rande klokmodellen met zijden draperieën,
om niet te spreken van den Etngeischen.
chapellinehoed, die slechts een eenvou-
digm flurweclen hand om den bol heelt
met platten strik of metalen gesp.
EEN BEROEMD SCHILDER.
Het zou niet doenlijk zijn, het juiste aan-'
tal schilderijen op te geven, dat de over
leden schilder Sir John Millais gemaakt
heelt, noch het bedrag, dat hij er voor
ontving. Het aantal doeken, dat hij ge
maakt heeft, kan ongeveer op driehonderd
bepaald worden, en naar gissing heeft hij
daar 3.600.000 gulden voor ontvangen.
ANECD0TEN.
Eerste student: „Heb je den oiulen heer
111 geld getelegrafeerd?"
Tweede student: „Jat"
„En antwoord gehad?"
„Ja, ik telegTafeerde: „Waar is het gold,
waar ik 0111 schrcet?"
luidde: „In mijn zak."
en het antwoord
GOED GEANTWOOORD.
Mijnheer F.„Ik begrijp niet, waarom
MODE.
Jongo meisjes kunnen zach met weinig
kosten 'naar do mode klceden, daar dat niet
voor haar do aangewezen dracht is. Ze
kunnen volstaan met een wit cheviot of
serge costuuni, dal, uit oen opgeiknipten
rok en langen paletot bestaat, en een lin
nen tailleur-kostuum met opgeknipten rok
en kort manteltje. De opgeknipte rokken,
dio meestal uit oen smalle voorbaan en
twee groote achterbanen bestaan, worden
ter weers-zijdeu van de voorhaan mot knoo
pen gegarneerd. Aan écne zijde wordt dc
voorbaan van onder tot boven met druk-
sluitiegen ingericht, hetgeen' zeer gemak
kelijk is met het strijken eb in het dragen
geen enkel bezwaar oplevert. Bij deze
meisjestoiletten worden wit batisten, gebor
duurde of kanten blouses gedragen. Ook
in plooitjos genaaide tule verwerkt men
veel. 1
Do fculo is het artikel van; den dag,
men bezigt het voor blouses, complete
toiletten, parasols, ja, zelfs Voor handschoe.
HET GOUDEN HART.
Een sprookje.
Op zekeren dng lag er in een mooi bosch
een jongetje te slapen.
Een groote boom wierp zijn schaduw over
hem heen, als om hom ie besehermen voor de
stralen van de zomerzon. En op een van do
takken van dezen boom zaten drie feeën, dio
zichzelue in vogels veranderd hadden.
„Tsjirp, tsjirp, tsjirp," deden de feeën
liooron, want 1111 z.ii in vogels veranderd wa
ren, moesten zij ook de taal der vogels spre
ken.
„Tsjirp, tsjirp, tsjirp, wat zullen wij hem
geven?" vroeg de eerste fee. „Rijkdom?"
„Geen rijkdom," zei de tweede, „macht,"
,,Noch rijkdom, noch macht," zei de derde
met zoovee! nadruk, dat zo bijna van den
booin viel, waarop z.e zat. „Herinner jo je
nog den kleinen prins, aan wieu we ön rijk
dom èn macht gaven, en toch is hij altijd
teleurgesteld en ongelukkig, ik bon in het
bez.it van een gouden hart, dat de macht
heeft, zijn eigenaar voor het loven gelukkig
te maken. Ik zal het aan dez.cn kleinen jon
gen geven. Ilii moet evenwel nooit weten dat
hij het bezit, want op hef oogenblik dat hij
het weet, verliest het ook zijn biz.ondere aatv
t rekkelijkheid."
„Tsjirp, tsjirp, tsjirp", riepen dc vogels
111 koor. Op dat oogenblik werd de kleine
jongen wakker.
Terwijl hij zijn blauwe oogjes wijder open
de, keek het ventje naar haar. Hij was juist
op het punt om te gaan huilen, toen zijn
moeder uit de schaduw van het woud' te
voorschijn kwam, waar zij heen was geweest
om hout te sprokkelen.
„Kom, Eric," sprak ze, hem in haar
armen nemend„wij zullen naar huis gaan
en faelor's avondeten klaar maken, want hij
zal wel honger hebben, als hij van hot werk
thuis komt."
„En zoo gingen moeder en kind naar hun
huisje, dut aan den zoom van het woud ge
legen was, weinig droomende van het groote
geluk, id a t hem ten deel gevallen was.
*0*
Eric werd langzamerhand grooter en was
zoo gelukkig als dc dagen lang waren.
JJij was altijd bereid anderen te helpen,
zoodat do boeren reeds van verre en van
nabij hom kenden om z.ijn vriendelijkheid en
goede daden, en als zij hem zagen naderen,
fluisterden z.ij„Hij heeft een gouden
h a r t
Op zekeren dag, toon Eric vroolijk zingen-
do in zijn tuintje werkte, hoorde hij plotse
ling het getrappel van paardenhoeven cn op
kijkend, zag hij een zonderling iets. Ecu
vreemde jongen van zijn eigen leeftijd kwam
naar liet hek gereden.
Hij was rijk gekleed in blauw fluweel met
zilver geborduurd en de poney, waarop hij
zat, had hoeven van zuiver goud met juvee-
Ien bez.et. Wat schitterden z.ij in de zon.
Eric's oogen deden bijna pijn, toen hij er
naar koek, en hij dacht stellig, dat hij 'droom
de. Hij droomde evenwel niet, want de
vreemde jongen sprong van de poney af,
en kwam in liet tuintje.
„Wat ziet hij er norscli 11 iidacht Eric.
„Wat doe je?" vroeg do vreemde jongen
op onaangename» toon.
,,Tk wied mijn tuin," antwoordde Eric
beleefd.
„Jo tuin wieden?" snauwde de vreemde
jongen. „Wat oen dwaas werk. Wij hebben
tuinlieden om dat voor 011s te doen."
„Liet is niet dwaas," antwoe-ddc hij. „Tk
heb mijn bloemen geplant, en nu moet ik
er voor zorgen, anders willen ze niet groeien.
Kom maar hier, dan zal ik er een paar
voor n plukken," voegde hij erbij, want hij
had medelijden met den vreemden jongen, die
niet van bloemen en werken hield.
Terwijl hij luisterde, werd het gelaat van
den vreemden jongen minder onaangenaam
en ten slotte, toen Eric Item z.ijn kuikens
liet zien, die pas uit het ei gekomen wa
ren, en nu om de moeder heentrippelden,
begon hij even hartelijk als Eric te lachen.