ALLERLEI. TOOK KINDEREN. VOOR DAMES. reisboeken, zij magen zoo uitstekend zijn nis b.v. do Baedekers, toch niet in die behoefte, voorzien, eensdeels omdat zij ettelijke veel bezochte stroken verwanrloozcn, anderdeels omdat zij nog niet, uitvoerig genoog zijn, niet met onze Nederlandsche wenschen en opvattingen rekenen en de kleine beurzen niet nauwkeurig genoeg voorlichten. Even goed werk als de groote reisgidsen, verrichten do reisbmenu's. Doch deze be perken zich uit hun aard tot reizen, speciaal tot vrij groote reizen en bemoeien zich in den regel niet veel niet de zomerbuitenver blijven. Hier nu kan een groote organisatie als de A. X. W. B. uitstekend en uiterst dankbaar werk verrichten, [fut meest voor de hand ligt, dat hij de inlichtors en do ingelichten tot elkaar brengt, gelijk enkele bladen vroe ger getracht hebben te doen. De algcmcenc dagbladen hebben die pogingen moeten sta ken, omdat z:j veel extra-werk vereisohtPii en te veel ruimte innamen, ten nadeele van het dagelijksfdi nieuws. Doch voor den toe ristenbond bij uitnemendheid niet zijn week blad bestaat dit bezwaar niet. FToo g kelijk kan die een inliclilingendienst inricli- ten en zijn lezers er toe brengen, eonerzijds om i 11 liclitingen te geven, aiutorz.ijds om inlichtingen te vragen. De taak van den lei der vm| dezen inlichtingendienst is niet gemakkelijk, doch aan den anderen kant /.ij zeer zeker niet ondankbaar. [[ierbij sluif zich als van zelf aan oen uit breiding van liet inlichtingenbureau, dat de Boml nu reeds heelt, dat. op zoo voorbeeldige manier geleid wordt cn den loerenden wiel rijder al zooveel nuttige wenken heeft ge geven. Is men eenmaal zoover, dart komt de vraag van een meer intensieve controle der hotels. Ook hier heeft de Bond een begin gemaakt, doel wat in deze richting gedaan m, mag niet veel meer dan een begin heelen. Nu zien wij niet over het hoofd waf een moeilijkheden aan deze werkzaamheid ver bonden zijn, hoe noodig liet is, dat hot ver flouwen in de leiding van zulk een bureau absoluut in. Doch de Bond heeft al zooveel moeilijke kwesties opgelost, beschikt over zooveel uit-lekeiule werkkracht, dat hij hier veel verder zou kunnen gaan. Hoc deze con dole zou moeten worden ingericht, is een uiterst moeilijke vraag. Direct liet volmaakte en volledige eisclion kan men niet. Doch indien de hond maar eens elk jaar hij liet begin van het seizoen een lijst publiceerde van hotels voor het toeristenverkeer (in den mimsten zin) in. binnen- en buitenland en daarbij de prijzen en de opmerkingen gaf, welke hem ter oore waren gekomen en zoo noodig waren geschift en indirect of direct gecontroleerd, dan zou hij reeds een werk verrichten, dat voor velen van hef aller grootste belang zou zijn en dat den bont! <>ok in velerlei opzicht ten goede zou komen. [Tot, is inb-ehion niet dadelijk duidelijk van hoeveel gewicht, een dergelijke instelling zou kunnen worden, indien hij in de goede richting werd geluid. Doch men overdenke eens wat een aplomb dc Neilerlandsche rei ziger iti dun vreemde zou kunnen ontloenctt unit de omstandigheid, dat hij lid is van don bond, die voortdurend gegevens omtrent, do hotels bijeenbrengt en die gegevens con- tioleerl. Het. is waar, ook met. de reisboeken kan iets dergelijks gebeuren. Doch cener/.ijds is daar de band tussehou lezer en uitgever zwak, anderzijds verschijnt niet elk jaar een nieuwe editie van de reisboeken, terwijl de Hond een sterkon band geelt en vvM elk de gegevens zon moeten publicoeren. Bij deze werkzaamheid denken wij vooral aan buitenlundsche hotels, al zullen natuur lijk ook de biruiotilandsehe reizigers en de goede liitincnhmdsche hotels van deze maatregelen kunnen profitecien. Ticeft de Bond zijn werkzaamheden een maal in deze richting uitgebreid, wat een mtwsu nieuw en dankbaar werk kan hij da® nog verrichten. Hij kan do oprichting van buitengemeen eenvoudige hotels voor de aller kleinste beurzen bevorderen, hij kan er de hand toe Ieenen, dat er kinderhot-el» tot stand komen, waar meer dan tot nu toe gedaan wordt, voor het amusement en do ontwikkeling der kinderen, gelijk wij dat herlumkleijk hebben aanlxwoleu, hij kan do kwestie der drijvende hotels oplossen en daar want' in liet buitenland op veel he/oclito plaatsen de prijzen kunstmatig hoog gehou den worden aan dit motiojwlie een einde maken, hij kan in één woord voor alle zo- inerbliitenverblijvegt en toeristen een onver getelijke steun en patroon worden, gelijk hij liet nu reeds is voer de toerende wiel rijders. Wij ontkennen hot. niet.: de tank is niet gemakkelijk. Doch zoo een haar kan volbren gen in het kleine Nederland, dan is het deze werkelijke groote Toeristenbond. Tegen rheumatiok helpen citroenen vaak opvallend .snel. Men moet zc afspoelen, in schijven snijden, van du pitten ontdoen, en mot water langzaam tot op 1/3 laten verkoken. Men begint met twee vruchten, die men in een halven liter water, in schij ven gesneden, goed toegedekt op een zacht vuur laat verkoken. Bij die citroenthee voegt men suiker naar smaak en drinkt zo vóór het naar bed gaan. Men begint mot twee citroenen, die men* de eerste Lwee dagen drinkt, dan drinkt men gedur rende drie dagen dagelijks drie citroenen on zoo vorder tot zes ot' acht vruchten. Meestal is de rhcuniatiek al verdwenen eer men zoover is. Bij pijnlijk tandvieesch neme men citroen sap in het water, waarmee men de tanden poetst. Bij horigen hoest of heeschlieid maakt men van citroensap met heel veel' suiker een dikke brij die spoedig verlich ting geeft. Bij onaangename lucht helpt-een schijfje eiLi-nen, dat men, aan heide kanten met suiker bestrooid, bij gesloten mond gedu rende tien minuten op de tong houdt. Kot binnenste zachte vleosch der uitge perste citroenen is een zeer heilzaam ge nees- en schoonheidsmiddel bij puistjes in hot gezicht en hij gesprongen handen. Men wrijft gezicht en handen flink ermee in en laat het sap in de huid drogen. W.nn- necr men dit miiddel 's avonds vóór liet naar bed gaan aanwendt, werkt het reeds gedurende den nacht op verrassende wijze. Uitgeperste citroenen, die men van dc schil ontdaan heeft, met hot wasrhwater ver mengd, vcrleerien daaraan 'n aangename friscliheid en zachtheid'. Bij plotseling opgekomen hoofdpijn kun nen citroenen zeer guinslig werken. Ifei sap van ecu halven citroen vermengt men mot een glas spuitwater zonder suiker en drinkt dit vlug uit. Soms wijkt de- hoofdpijn reeds na enkele minuten. Tegen zenuwachtigheid worden in den laatsten Lijd eitroenbaden voorgeschreven, dio '11 zeer weldadigeu invloed) uitoefenen op de liuid/einiwoii. Vijf of zes vruchten worden in schijven gesneden cn gedmnm- do een half uur in koud water gelegd, li durende het linden laat men er diie dan inhggen. Bij deze baden gebruikt men geen zeep. jaar DE CITROEN ALS GENEESMIDDEL Dank zij den billijken prijs, heelt de citroen zich zelf ook in de eenvoudigste luiidioudens toegang welen te verschaffen. Hij wordt op verschillende wijzen aange wend, zoowel voor verfrisschende limona des als bij het koken en bakken van ver schillende spijzen. Dat hij ook op meer dan één manier als geneesmiddel kan worden gebruikt, is stellig wel van minder bekendheid, Als rlnfilstillende drank, is citroenliinonade of kwast algemeen bekend en gezocht, en ook bij ziekte, als koortsstillend middel. War me citroenlimonadc mot suiker is uitstc- jcend bij verkoudheid of catarrh. DE VIER KNOOPEN. Op do hooge ,,Karlschule" te Stuttgart, waar ook Schiller in zijn jeugd zijn op voeding genoot, was het den leerlingen, geoorloofd, des Zondags luwt vest met drie knoopeu te sluiten, 0111 htm jabot breed naar buiten te laten komen; doch in de weck moesleu zij vier knoopen van hum vest dichtdoen. Maar de modepopjes on der do jongelui knoopten ook op de school dagen in de week er slechts drie toe 011 verlustigden, zich dan in hun wijd uitpui lend boczemsieraad. Eens word oen van Schiller's kameraden door den waclvtheh- betiden officier daarvoor terechtgewezen en verontschuldigde de nalatige zich met het voorwendsel, dat de knoop „toevallig was opengesprongen". Don volgenden dag was hel Zondag; Schiller had verzen zitten, schrijven en kwam, zonder to denken aan de militaire voorschriften, met een gesloten vest op de parade. Kapitein Scliineckenbacker zette een on heilspellend gezicht. „Schiller!" „Kapitein?" „Wolkeu dag hebben wij vandaag?" „Hm Zondag I" „Met hoeveel knoopen moet het vest des Zondags gesloten zijn?" „Hm mot drie." „Hoeveel heb jij er dicht?" EEN HARTSTOCHTELIJK ROOKEK, Toon koning Frederik Wilhelm IV in liet jaar 1843 do Rijn-provincies bezocht, hield hij korten tijd verblijf te Wezel, waar hij Hen oudsten man in het koninkrijk bezocht, die lOó jaar oud was. Hij vond hom gemak kelijk in een ouden leunstoel zittetn, een pijpje rookeiul, zijn' onafscheidelijken ka meraad. Toen de koning binnenkwam stond do oude man op en deed een paai- stap pen vooruit, maar Zijne Majesteit beduid- do hom weer te gaan zitten en onderhield zich gemimen tijd met hem, terwijl de oude voortdurend dikke rookwolken uitblies. Op liet punt van te vertrokken, vroeg de ko ning hom, of hij niet een wenisCh had, dion hij gaarne vervuld zou zien. „Neen, dank u, Majesteit, ik heb alles wat ik verlang," was het antwoord. „Zoo! Donk nog eens eon oogenblik na, er blijft oms, stervelingen, altijd nog wel iets te wenschen over." „Ja, Sire, nu ik er aan denk, lieh ik toch een gunst van u te vragen. Mijn dok ter staat er op, dat ik lederen morgen eon poosje op de wallen ga wandelen. lederen keer, als ik het kruithuis ptsseer, roept do schildwacht mij uit de verte toe: „Neem de pijp uit je mond," en daar ik zeer lang zaam loop, gaat mijn pijp altijd uit. Als Uwo Majesteit nu zoo goed vilde zijn, den schildwacht order te geven, dat ik mijn pijpje rustig mag blijven rooken, dan zou ik dat heerlijk vinden." 1 Het bevel werd gegeven, cn do man maakte nog twee jaar van zijn voorrecht gebruik, tot hij ten laatste, mot zijn pijp in den mond, stierf. BISMARCKIANA. Een brief, eens den eersten April (don verjaardag van vorst Bismarck) op de post gedaan, had alleen tot adres: „Aan Item!" De klerk op het postkantoor schreef er onder: „Waarschijnlijk aan Zijne Hoogheid vorst Bismarck". E11 hij vergiste zich niet, de brief was werkelijk een felicitatie voor den ex-kanselier. flet aantal van Bismarck's bewonderaars strekte zich ver huiten de grenzen van üuitschta.nd, ja, zolfs van Europa uit. Een Amerikaanschc dame dweejitc zoo met'den grooten kanselier, dat zij verlangde, een souvenir van hem te bezitten. Daarom schreef zij hem een. brief, en vroeg hem een lok van zijn haar. De brief werd de ovorzeeschc schoone teruggezonden, met een aanteokening van Bismarck's eigen hand: „Totaal onmogelijk." je zulke wijde mouwen liebt, als je toch niets hebt om ze tc vullen." Mevr. F.: „Vul jij dan je hoogen hoed?" AL TE LETTERLIJK OPGENOMEN. Mevrouw: „Kijk eens, Marie, wat een stof er onder de canapé ligt." Mario: „Ja, mevrouw." „Heb ik niet uitdrukkelijk gezegd, dat je onder de canapé moest vegen?" „Natuurlijk, mevrouw; hoe zou anders het stof er komen, als ik het er niet onder geveegd had." K1NDE11-L0GICA. Klein meisje: „Ik zal nooit meer tegen haar spraken." Haai- moeder: „Maar je zult toch zoo on deugend niet zijn om dat te doen?" „Neen, ik wil niet meer legen haai- spre ken, en dat zat ik haar iederen keer zeg gen, als ik ze zie. flrie vier „Ik? Een -- twee „Iloe komt dat?" „Wel daar is er toevallig ecu dieht- gcsproncon!" luidde Schiller's antwoord dat, als pendant op liet excuus van den vorigeu dag, nogal aardig gevonden werd. DE OUDSTE HERBERG. Do oudste herberg van de wereld is waar schijnlijk „Het gouden kruis", te Regens- burg. Karot de Vijfde hield er in 1504 verblijf cn Jan van Oostenrijk, de verde diger van Europa tegen de Turken, werd er in 1547 geboren. Ferdinand de Eerste verwijlde er in 1531. In het vreenidelin- genboek staan de namen vermeld van ver scheidene aanzienlijke personen. Onder de-zen belmoren de oude keizer Wilhelm de keizer en keizerin van Oostenrijk, kei zer Frederik. de keizer van Brazilië, en prins bodewijk Bonaparte, die er in 1824 verblijf hield, voor hij Napoleon 111 werd. Keizer Maximiliaan bracht er zijn wittebroodswe ken door. De kamer, gebruikt door vorst Bismarck, toen hij er met den keizer was, 'is in donzeUdcu toestand gelaten, waarin hij haar verliet. De eigenaar is or ook trotseh op, een handteekening van Schil ler te bezitten. NIEUWTJES VAN IIIER EN DAAR. To Birmingham worden wekelijks 220 inillioen stalen pennen gemaakt. Do heer Felix Brown te Chicago, heel't oen methode uitgevonden, waardoor de mannen hun eigen haar kunnen knippen. Een kleine jongen, die te Boedapest in een meer viel, wist een zwaan te pakken to krijgen, die hem naar ondiep water bracht. Voor het bouwen en voltooien van een Dreadnought hebben 1000 tot 1500 han dige werklieden dagelijks werk. Van de totale kosten, die 1.950,000 pond bedra gen, gaat 70 percent, of 1.365.000 pond af aan arbeidsloon. Een jongen te Genèvc, vijftien jaar oud, die bij ongeluk den kogel van oen lueht- geweer in zijn hart kreeg, word naar het hospitaal gebracht, waar dr. Gerard de wond opende, den kogel er uit haalde en hut hart toenaaide. liet slachtoffer is nu buiten gevaar. Schepen cn lading ter waarde van on geveer tO niillioeü pond, gaan jaarlijks op de Engelsche kusten verloren. Dit is de schatting, die de RngelscheJ aan de zee betalen voor het beschermen van hun stranden. Zelden slaagt men er in, de go- zonken schepen weer boven te krijgen. Voor hel. Oosteni-ijksche leger zijn twee duizend vervoerbaro keukens besteld. Iedere keuken bestaat uit een vierwielig voertuig, getrokken door twee paarden, en ongeveer een halven ton wegende. Ieder bevat vier koperen ketels, een kachel, kasten, tafels en verschillende andere voorwerpen om in het veld lo kunnen koken. In een enkele vierkante el van de best gemaakte Perzische klc-eden, zijn van 200,000 tot 300,000 stoken, die door do hand van den wever één voor één moe ten bevestigd worden. Men zegt, dat Red-Castlc in Ross-shirc het oudst bewoonde kasteel is in de Schot- sche Hooglanden, daar het reeds iu 1179 door Willem den Leeuw gebouwd werd. AFGEWEZEN. Angstige moeder: „Mijnheer Wilde is een zoor achtenswaardig mensch. Waarom zou je zijn aanzoek niet aannemen? Hij is oen ruwe diamant." 'Dochter: „Omdat ik niet van polijsten houd." EEN GOED EXCUUS. Een dame, die per .trein eon kleine reis ging maken, kwam toevallig terecht in een rookroupé, waarin twee matrozen cn een heer zaten. Zijn sigaar wegwerpend, merkte de laatste tot de matrozen op: „Me dunkt, je moet in tegenwoordigheid van een dame je pijpen uitdoen." „God zegene u, mijnheer," antwoordde een hunner, „maar ik weet zeker, dat d dame het goed zal vinden, want we komen zoo juist uit een hospitaal' met typhus patiënten, cn 1111 zal de tabak de infectie van oris houden." HAAR GEZICHTSPUNT. Echtgenoot: „Weet je wel, dat iederen keer, als een vrouw zich hoos maakt, zij een rimpel toevoegt aan haar gelaat?" Vrouw: „Neen, dat wist ik niet; maar als dat zoo is, vind ik het een wijze be sticring van de natuur, om de wereld te laten zien, welk soort van echtgenoot een vrouw heeft. Hij was een jong advocaat, en had den naam van een genie te zullen worden het doen van strik-vragen. Onlangs vroeg hij aan een getuige, een leelijike, maar han- digo oude vrouw „Hoeveel geld had je in je zak, toen je zei, dat het gestolen werd?" „Vier shillings, twee six-penccs en een souverein in goud." „Heb jo dan wel eens een souverein anders dan in gouid gezien?" „Ja, ik zag koning Edward onlangs in oen rijtuig." AL TE GELEERD. De geleerde jonge man liep heen cin weer op liet perron van hol spoorweg station, met het plan een leeg rijtuig te vinden in den snelrein, die op hot puuit was van vertrokken. .Maar tevergeefs. Een officiocle houding aannemend, liep hij naar hot laatste rijtuig, en riep met een sten tor-stom „Allon uitstappen, dit rijtuig gaat niet mee." Uit den overvollen wagen klonken aller lei uitroepen, maar er was niets aan tc doen; do passagiers moesten mot hu-u ba gage in een ander deel van den trein over stappen. De lach op het gelaat van den jongen man was kinderachtig verheugd, toon hij zich op zijn gemak neerzette. „Oh," mompelde hij bij zich zelf, „wat is hal toch heerlijk om zoo knap te zijn. Maar ik wilde mr wel, dat er wat haast gemaakt werd met vertrekken." Na oen poosje stak de stationschef zijn hoofd b'innen het raampje en zei: „Ik geloof, dat u het grappige jonge mensch bent, die aan de reizigers zei, dat dit rijtuig niet wegging. „Ja," zei de verstandige jonge man on glimlachte. „Dan kunt u er wel uitkomen," sprak do stationschef, „men hoorde u roepen, en daar mort u voor een der directeuren hield, heeft men het rijtuig afgekoppeld." non en kousen 1 Of deze laatste erg sterk zullen zijn, durven we niet beweren. De tule, die in alle denkbare kleuren vervaardigd wordt, verwelkt men zonder uitzondering op zijde in dezelfde puance. Wat do hoeden betreft, hiervoor zijn bloeimgai-neeringen met een weinig groen er aan toegevoegd, het allernieuwste. Men ziet witte kloMdoemen^ witte jasmijnen, myhrten, tuba-rozen, enz.; de gameering moet beslist in óénc nuance gehouden wor den om op modern aanspraak te kunnen maken. ©0 hoeden, die veelal van fluweel zijn, komen meer en meer in zwang, de groote ompirc-modellen hebben slechts cén bride, die lang genoeg isi om van achter naar voren om den hals. geslingerd te worden, en dan tot in de taille af te hangen. De charlotten, die jonge meisjes zoo hij zonder flaücercn, vinden weiinig aftrek! meer, men ziet daarentegen veol breedge rande klokmodellen met zijden draperieën, om niet te spreken van den Etngeischen. chapellinehoed, die slechts een eenvou- digm flurweclen hand om den bol heelt met platten strik of metalen gesp. EEN BEROEMD SCHILDER. Het zou niet doenlijk zijn, het juiste aan-' tal schilderijen op te geven, dat de over leden schilder Sir John Millais gemaakt heelt, noch het bedrag, dat hij er voor ontving. Het aantal doeken, dat hij ge maakt heeft, kan ongeveer op driehonderd bepaald worden, en naar gissing heeft hij daar 3.600.000 gulden voor ontvangen. ANECD0TEN. Eerste student: „Heb je den oiulen heer 111 geld getelegrafeerd?" Tweede student: „Jat" „En antwoord gehad?" „Ja, ik telegTafeerde: „Waar is het gold, waar ik 0111 schrcet?" luidde: „In mijn zak." en het antwoord GOED GEANTWOOORD. Mijnheer F.„Ik begrijp niet, waarom MODE. Jongo meisjes kunnen zach met weinig kosten 'naar do mode klceden, daar dat niet voor haar do aangewezen dracht is. Ze kunnen volstaan met een wit cheviot of serge costuuni, dal, uit oen opgeiknipten rok en langen paletot bestaat, en een lin nen tailleur-kostuum met opgeknipten rok en kort manteltje. De opgeknipte rokken, dio meestal uit oen smalle voorbaan en twee groote achterbanen bestaan, worden ter weers-zijdeu van de voorhaan mot knoo pen gegarneerd. Aan écne zijde wordt dc voorbaan van onder tot boven met druk- sluitiegen ingericht, hetgeen' zeer gemak kelijk is met het strijken eb in het dragen geen enkel bezwaar oplevert. Bij deze meisjestoiletten worden wit batisten, gebor duurde of kanten blouses gedragen. Ook in plooitjos genaaide tule verwerkt men veel. 1 Do fculo is het artikel van; den dag, men bezigt het voor blouses, complete toiletten, parasols, ja, zelfs Voor handschoe. HET GOUDEN HART. Een sprookje. Op zekeren dng lag er in een mooi bosch een jongetje te slapen. Een groote boom wierp zijn schaduw over hem heen, als om hom ie besehermen voor de stralen van de zomerzon. En op een van do takken van dezen boom zaten drie feeën, dio zichzelue in vogels veranderd hadden. „Tsjirp, tsjirp, tsjirp," deden de feeën liooron, want 1111 z.ii in vogels veranderd wa ren, moesten zij ook de taal der vogels spre ken. „Tsjirp, tsjirp, tsjirp, wat zullen wij hem geven?" vroeg de eerste fee. „Rijkdom?" „Geen rijkdom," zei de tweede, „macht," ,,Noch rijkdom, noch macht," zei de derde met zoovee! nadruk, dat zo bijna van den booin viel, waarop z.e zat. „Herinner jo je nog den kleinen prins, aan wieu we ön rijk dom èn macht gaven, en toch is hij altijd teleurgesteld en ongelukkig, ik bon in het bez.it van een gouden hart, dat de macht heeft, zijn eigenaar voor het loven gelukkig te maken. Ik zal het aan dez.cn kleinen jon gen geven. Ilii moet evenwel nooit weten dat hij het bezit, want op hef oogenblik dat hij het weet, verliest het ook zijn biz.ondere aatv t rekkelijkheid." „Tsjirp, tsjirp, tsjirp", riepen dc vogels 111 koor. Op dat oogenblik werd de kleine jongen wakker. Terwijl hij zijn blauwe oogjes wijder open de, keek het ventje naar haar. Hij was juist op het punt om te gaan huilen, toen zijn moeder uit de schaduw van het woud' te voorschijn kwam, waar zij heen was geweest om hout te sprokkelen. „Kom, Eric," sprak ze, hem in haar armen nemend„wij zullen naar huis gaan en faelor's avondeten klaar maken, want hij zal wel honger hebben, als hij van hot werk thuis komt." „En zoo gingen moeder en kind naar hun huisje, dut aan den zoom van het woud ge legen was, weinig droomende van het groote geluk, id a t hem ten deel gevallen was. *0* Eric werd langzamerhand grooter en was zoo gelukkig als dc dagen lang waren. JJij was altijd bereid anderen te helpen, zoodat do boeren reeds van verre en van nabij hom kenden om z.ijn vriendelijkheid en goede daden, en als zij hem zagen naderen, fluisterden z.ij„Hij heeft een gouden h a r t Op zekeren dag, toon Eric vroolijk zingen- do in zijn tuintje werkte, hoorde hij plotse ling het getrappel van paardenhoeven cn op kijkend, zag hij een zonderling iets. Ecu vreemde jongen van zijn eigen leeftijd kwam naar liet hek gereden. Hij was rijk gekleed in blauw fluweel met zilver geborduurd en de poney, waarop hij zat, had hoeven van zuiver goud met juvee- Ien bez.et. Wat schitterden z.ij in de zon. Eric's oogen deden bijna pijn, toen hij er naar koek, en hij dacht stellig, dat hij 'droom de. Hij droomde evenwel niet, want de vreemde jongen sprong van de poney af, en kwam in liet tuintje. „Wat ziet hij er norscli 11 iidacht Eric. „Wat doe je?" vroeg do vreemde jongen op onaangename» toon. ,,Tk wied mijn tuin," antwoordde Eric beleefd. „Jo tuin wieden?" snauwde de vreemde jongen. „Wat oen dwaas werk. Wij hebben tuinlieden om dat voor 011s te doen." „Liet is niet dwaas," antwoe-ddc hij. „Tk heb mijn bloemen geplant, en nu moet ik er voor zorgen, anders willen ze niet groeien. Kom maar hier, dan zal ik er een paar voor n plukken," voegde hij erbij, want hij had medelijden met den vreemden jongen, die niet van bloemen en werken hield. Terwijl hij luisterde, werd het gelaat van den vreemden jongen minder onaangenaam en ten slotte, toen Eric Item z.ijn kuikens liet zien, die pas uit het ei gekomen wa ren, en nu om de moeder heentrippelden, begon hij even hartelijk als Eric te lachen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 10