63"le
Jaargang
- ondag 8 Augustus iyui?
nao. 13069
3Üf
weede Blad
Wittebroodsweken.
Een Indisch Informatie
bureau
FRANSCIIE BRIEFEN.
V.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor S eh ie da m en V1 a ar dingo n fl. 125. Franco
per post fl, 1.G5.
Prijs per week: '/oor Scliiedam en VIaardingen 10 cent
Afzonderlijke rummers 2 cent.
Abonnem- worden dagelijks aangenomen.
Advea-ten! ror het eerstvolgend mimmor moeten des middags vóór een
unr aan hot bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (boek Korte' Haven.)
Prijs dor Advertentiën: Van 1G regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Gioote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentie n bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
biervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In do nummers, die Di nsd ag-, D o nderd ag- en Z at erd ag avon d
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, hij vooruitbetaling aam het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon
voor do Redactie No. 123.
voor de Administratie No. 103.
PARIJS, 31 Juli 1909
De Fransehen, en in bot bijzonder de
Parijzenaars, zijn niet weinig trotsch op
hun Blériot, den eersten luchtreiziger, wien
bet gelukt is het Kanaal over te vliegen.
Alen mag die zelfvoldoening niet al te erg
berispen. Niettemin lijkt het feit van dien
Juchtlocht, hoeveel mow], volharding en
bekwaamheid er toe behoort, niet voldoende
om alleen daaruit hot gevolg te trekken,
dat Frankrijk beslist aan het hoofd staat
van de rij dor beschaafde volken. Me
dunkt, dat de arbeid van mannen als Pas
teur, Victor Hugo on Bortholot oer het
recht zou geven op zelfverheffing',' aange
nomen dat er, volgens het wat ruwe Hol-
landsche spreekwoord, niet altijd oen
luchtje is aan eigen lof. Doch in onze
eeuw is liet nu eenmaal niet anders. Men
schijnt geheel uit het oog verloren te heb
ben, dat de ware beschaving niet gelegen
is in elcclriciLeit, automobielen en vlieg
machines. Hoewel men hij een dergelijk
oordeel niet al te apodictisch to work mag
gaan, zou men eer lot do gevolgtrekking
kunnen komen, dat de reusachtige vorde
ringen, die dc technische wetenschappen
in do laatste dertig jaren gemaakt hebben,
er toe bijdragen gecsles- on gemoedsbe-
schnving over het hoofd lc doen ziom
In do eerste plaats zal men moeten toe
geven, dat do strijd voor het leven heviger
wordt naai- gelang de uiterlijke, male-
rieelo vormen der maatschappij ingewikkel
der worden. Van zelf nemen verdraag
zaamheid, liefde tot dc naasten en tevre
denheid dan sterk at. Vervolgens blijft er
den armen, voor het dagelijksch brood
moegestreden, sterveling, geen tijd en ook
geen lust meer over zich aan onstoffelijke
belangen als kunst, letteren en onderwer
pen' van bespiegelenden aard to wijden. Do
vooruitgang der toegepaste natuurweten
schappen wordt ten slotte vorkregen ten
koste van allo andere gaven des gecslcs
en des gomoeds, waarmede do mensclt ge
zegend is.
Aan de jeugd, de spes patriae, die altijd
min of moer do neigingen van do volgende
generatie weerspiegelt, is die geestesrich
ting van den tegenwoordigcu tijd duidelijk
te conslatceren. Behalve automobielen, be
stuurbare luchtballons en aeroplane's, an
ders gezegd vliegtoestellen, bestaat er wei
nig meer wat haar belang inboezemt. Zij is,
althans te Parijs, beter dan meuig volwas
sene, op do hoogte van dc samenstelling
en de verschillende fabrieksmerken dier
moderne producten van het mcuschelijk in
tellect.
Een jongen van acht jaar vertelt u op
„Wat zijn zo toch vervelend, hé, Fernand,
die eeuwige familie Leoni. Ilcitsch, ik dacht,
dat, ze van plan waren nooit heen te gaan."
„Maar Blanche
,,Of dat ze van plan. waren hun leven
aan het onze vast te smeden."
„Blanche, jc moot billijk zijn; je weet.
toch even goed als ik, dat de heer en me
vrouw Leoni, ons dit bezoek schuldig
waren?"
„IIoc kan jo dat nu ccn bezoek noemen?
Ze zijn stellig meet- dan een uur geweest.
Kan men ons dan nooit alleen laten?"
't Ts nu reeds twee maanden dat ze alleen
zijn; alleen in htm groot, oud kasteel, dat
op de oevers der Marnc gelegen is; alleen
met oude bedienden, die niet mederekenen
en een grootmoeder, die bijna altijd slaapt,
en dan vindt, zij nog, dat men haar to veel
lastig Valt. Na een poosje gezwegen te heb
ben, gaat Blanche voor-t:
„Als jo nu eens heel lief wilde zijn,
weetje dan, wat je doen moest? We moesten
naar het eiland gaan, want werkelijk, als
we hier blijven, komt dc heelo wereld ons
nog een bezoek brengen."
Dam* hij haar gehoorzame dienaar is,
mankt hij hot aardige, coquette bootje van
onder do wilgen los en rooit met haar weg.
II.
Do tocht duurt niet lang; slechts enkele
riemslagen en ze zijn aan het doel hunner
bestemming.
twintig meter afstand of er een „Renault
l'rères" of een „Peugeot'' passeert, en ik
herinnor me, dat mijn zoon van veertien
jaar reeds maanden geleden voorspeld
heeft, dat Blériot, dio toen juist voel on
gelukken mot zijn proefnemingen had, een
der beste vliegmachines zou blijken te be
zitten en zich weldra een dor eersten in de
vliegkunst zou toonen.
Alen kan er derhalve zeker van zijn,
dat zij, die na ons zullen komen, zich uit
sluitend aan de techniek' zullen wijden der
snelle vervoermiddelen, welke steeds nieu
we en verrassender vormen zullen aanne
men. En de volgende generation beloven le
bestaan uit schepsels zoo snel, en dus zoo
ongedurig, dat rust voor lichaam en geest
een onbekende toestand op aarde gewor
den zal zijn.
Het is waarschijnlijk met hoL oog daar
op, dat do Presse Associée (een coöpera
tieve daghladagenco te Parijs) lot verschil
lende bekende personen de vraag heeft ge
richt, wat Frankrijk over honderd jaren
na dato te aanschouwen zal geven.
De antwoorden van dc meeste dezer ge-
legenheidsprofcetcn luiden in bovenbedoel
den zin. Sommigen verklaren zich onbe
voegd en er zijn enkeion, die do vraag
met de wedervraag beantwoorden of over
een eouw de aarde nog wol zal bestaan.
Do moesten voorzien, naast de ontwikkeling
der technische wetenschappen, een bote
ren toestand der maatschappij, gegrond op
een tot volmaking gebracht republikeinse]!
stolsel. Die dal oordeel uitspreken, zijn na
tuurlijk dc radicalen en socialisten. Een
kleine minderheid van profecten acht daar
entegen het verdwijnen van 't godsdienstig
gevoel on het veld winnen der vrije ge
dachte zóó gevaarlijk, dat zij uil die tceke-
ncn den ondergang van het Fransche volk
voorspellen. De behoudende partijen of
anti-rev, rcaclionnairen zien dus dc toe
komst donker in. Van hun kant grijpen dc
vooruitstrevenden elke gelegenheid aan om
er op te wijzen, dat Frankrijk in' het ge
heel niet in oen, toestand van verval ver
keert. Ook Blóriot's luchtvaart heeft daar
toe gediend.
Nog gisteren, hij dc plechtige ontvangst
van den triompliater in 'tl'anjsehe Jlülel
do Ville, heeft de lieer Chaussc, Voor
zitter van den Gemeenteraad, in liet be
gin van zijn welkomstspeech betoogd, dat
een ras, dat mannen als Blériol voort
bracht, onmogelijk in decadenlen staal kan
vcrkccren. Die gevolgtrekking lijkt me
mterst gewaagd toe.
Blériot is een zeer moedig en lia.ndig
man. doch met do vraag, of hel Fransche
volk in ontwikkeling af- of wel toeneemt,
heeft hij niets uit te slaan. Meer beza
digder! in den lande zijn dan ook van
mecning, dat cr wel wat al te veel beweging
gemaakt wordt van don Kanaalvlieger. Hel
ligt echter eenmaal in den Franschen aard
alle zaken ecu weinig te overdrijven. Blé-
Nu zijn ze werkelijk alleen
Toen zo aan land stapten, zotte ze een
grappig gczichl, nis had zij haar uitersten
wil gemaakt.
„Als jc nu zoudfc willen, doen, wal ik
graag luid, Fernand, dan moeslen wij do boot
losmaken en laten wegdrijven, om alle plan
nen tot ferugkceren onmogelijk te maken, en
dan zouden we gaan leven als Robinson Cru
soe. AInnr ik zie wel aan je gezicht, dat
je niet wilt. Nu, dan ga ik maar bloemen
plukken."
Zij loopt door liet hoogc gras, nu hier en
dan daar een bloem plukkend. Dc Vogels,
wetend liicr door niets gestoord te zullen
worden, zangen hun hoogste lied. Dc insec
ten gonzen en men hoort hun vleugcis rui-
schcn in .do bloemkelken, waarin zij zich
verschuilen.
Niets is zoo lief als dc landschappen
langs liet water rondom Parijs. Andere lan
den mogen oen krachtiger, vollediger, ner
veuzer karakter hebben, maar er is er geen,
dat zooveel aantrekkelijks heeft.
Zelfs de schaduwen zijn hier minder zwart
dan elders, de lijnen zijn in !t minst niet
schelp, de kleuren zijn zoo uiterst fijn en
teer; liet zijn grijsachtig groene tinten, en
toch niet dof, niet dood, maar schilferend
en tintelend van jicht. Tusschen hot wilde
gras, te midden der hoogc hoornen, die wat
al te slap on tcweckclijk zijn, tc snel ge
groeid in deze vruchtbare aarde, stroomt
de rivier langzaam voort, en deze gehcelc
lieflijke natuur baadt zieli in een atmosfeer,
die dc kleur schijnt aangenomen tc hebben
van den een of anderen droom.
Iiij volgt haar met de oogen en kan niet
riot is ingehaald als een vader dos vader
lands en eon rodder van het volk, terwijl
hij (om bij liet hem eigen beroep te blij
ven) in de ccrsle plaats oen geluksvogel
is, daar er oen samenloop van omstandig
heden, van zijn wil onafhankelijk, loc noo-
<lig is geweest, daar tc slagen, waar Latham
zijn poging heeft zien mislukken. Alen
moot evenwel erkennen, dat Blériot aan
spraak kan maken op den lite! van een
„hommc do realisation", den term, waar
mede Band, do chef van hot nieuwe mi-
iiisLeric, zicli bij zijn eerste optreden als
zoodanig in do Kamer zelf heeft aange
duid. Een man derhalve van de daad, meer
dan van het woord. Of Briand zulks werke
lijk is, even goed als Blériot, zal nog
moeien blijken. Dit ceno is zeker, dat hij
tol heden oven fortuinlijk is geweest als
de luchtvaarder.
Wanneer men nagaat, dat eerst tweejaar
gelcden Santos Durnont er in geslaagd is
conigo meters ver, ter hoogte van een mans
lengte, mot zijn aeroplane over den be-
gancn grond Lo vliegen, moet men erkennen
dal do vliegkunst reuzenschreden liccft ge
daan, waaraan het geluk niet geheel vreemd
kan zijn.
Briand nu heeft op zijn manier, wellicht
nog grooter, meer dan zevcnmijlspasscn, ge
maakt. Zeven jaar geleden was hij niet
anders dan een advocaat, zoonis cr duizen
den in Parijs zijn en daarenboven van vrij
nederige afkomst. Hij had zijn heil ge
zocht in liet socialisme (waaraan ongeveer
evenveel utopie ton grondslag ligt als aan
de luclitkasteelen, c'osl lo ens de lc dire,
van hen, die zich verheelden dat eenmaal
allo tramways voor bestuurbare luchtbal
lons plaats zullen maken), en, men mag
hot gerust zeggen, hij was zelfs een wei
nig anarchistisch getint. Althans kon men
hem hij sommige gelegenheden zich aan
do zijde der militanten van de partij zien
scharen.
Op hot oogcnhlik is dezelfde Briand fei
telijk de ccrsle regeringspersoon in Frank
rijk, met meer macht dan oen vorst in
een beperkte monarchie, iets als een tiran
in de klassieke, (irieksche heteekeiiis van
dal woord. Ongetwijfeld is hij, evenals Blé
riol, door zijn moed, door talen! en grooto
werkzaamheid, tot die voilievcn positiege-
rnakt,
Afaur cr is nictiemin groot geluk,
d. w. z. liet. samen!reffen van int van ge
beurtenissen, waarop hij met had kunnen
rekenen, loc nooöig geweest om hein in
zoo korten lijd zulk een hoogc vlucht te
doen nemen. De val van Clémencenn is
daaronder de laatste en meest gewichtige.
Niemand had dien kunnen vooizicn en
Schrijver dezer regelen gevoelt z.ich ccnigs-
zins verontschuldigd voor de nveieelitsche
voorspelling, waaraan hij zich te dien op
zichte aan liet slot van zijn vorig schrij
ven gewaagd had. Nog een uur voordat het
ministerie in de minderheid gebrachl werd,
dacht niemand, zelfs Clémcnccau niet (dio
op politiek gebied heel wat vreemde din
gen heeft zien gebeuren), aan de mogelijk
heid van een val.
Ongeveer hetz,clfde gevoel moet Latham
gehad hebben toen hij, na over hel Kanaal
gevlogen to zijn, vlak bij Dover was aan
gekomen. Wat voor dezen de windvlaag of
het plotseling weigeren van den motor ge
weest is, dat heeft de aanval van Delcas-
cé, gevoegd hij een ondoordacht, driftig
antwoord van Clómenceau, voor het Alinis-
terie gevormd. In minder dan geen tijd
waren beiden beneden, do een in het wa
ter, de ander gelukkig op den grond. Is
Latham evenwel tc goeder ure opgepikt,
zoo heeft niemand dien dienst aan den
Alinistcr willen bewijzen. En Briand, alias
Blériot, heeft van do gelegenheid, die hem
geboden was, gebruik gemaakt om don
prijs te winnen en te volbrengen wat nog
nooit aanschouwd was, namelijk hot beklou-
teren van den zetel van eersten minister
door iemand, die zeven jaar geleden, ik
zal niet zeggen ccn socialist van echten
bloede, maar toch in elk geval oen vol
bloed socialist was. Gelijk voor Blériot,
wordt misschien ook voor Briand dc belee-
kenis van den „raid" wel eenigszins over
dreven.
De toekomst moet leeron, of heiden de
Fortuin op onafgebroken wijze zal toe
lachen. Voorloopig zal dc ccn zoowel als de
ander cenige maanden rust nemen, waar
aan ze ongetwijfeld goed doen. In de po
litiek', oven goed als in do luclitvaartkunst,
kan overhaasting zeer gemakkelijk nood
lottig worden. Ze zijn echter mannen van
bedaard overleg en-in dat opzicht maken
ze een gunstige uitzondering op de groote
m'ecrdorlicid der Franschen. Dat kan
«enigszins hot pessimisme temperen, dat
ik, onwillekeurig, in hot begin van dezen
brief heb doen doorschemeren.
JUVENIS.
Hoe vaak wezen wij en niet alleen
wij er reeds op, dat liet hier te lande
i zoo bedroefd moeilijk is, om goede inlich
tingen over Indië te krijgen, dat het niet
name voor jongelieden, die er wel eens
over gedacht, hebben een Indische loop-
haan te kiezen en voor hun ouders
schier ondoenlijk is om ter zake goede,
betrouwbare en volledige inlichtingen te
erlangen!
Alet vreugde vernamen wij dan ook, dat
thans een informatiebureau in wording is.
Op 24 Juni j.l. meldde liet „Koloniaal Week
blad" orgaan van de vcrecniging „Oost
en West" daarover een en amlcr, en
ook op dc algemecne vergadering, die do
vcrecniging den lOon Juli te Utrecht hield,
werd de aangelegenheid mulct- besproken.
nalaten, terwijl ze zieli van do eene bloem
naar de andere begeeft, kaar onschuldige,
bevallige gratie le bowcuuleiou. Ilij is een
en al errnkkiiig.
Ben brie.-je, do geur aanbrengend van
honderderlei bloemen, komt haar als oen
lioi'kooziiig strooien, en speelt zachtjes en
vriendelijk met de golvende plooien van haar
licht japonnetje en teekent de omtrekken van
haar slank figuurtje af.
Zooals zij daar gaat, schijnt, zij dc fee der
lente te zijn.
III.
Plotseling evenwel staakt het mooie bloe
menmeisje haar oogst. Ze kijkt onrustig om
en blijft dan staan.
Ileel in de veile ziet zij booten naderbij
komctij hoos maakt zij er haar echtgenoot
attent op en laat allerliefst haar lipje hangen.
„Zie je nu wel," zegt ze pruilend, „dat
men nooit alleen kan zijn."
^De booten zetten koers naar het eiland
zij worden steed grooter en nndcien. Ze schij
nen bemand te zijn met roeiers en vrouwen,
dc Batston zeer opzichtig gekleed, en ze
zingen woeste liederen.
Vol ergernis, omdat ze nu weer gestoord
zijn, Werpt zo haar bouquet weg, en door het
woeste getier angstig geworden, komt ze
dichter bij licm.
Do booten zijn nu vlak bij. en uitgelaten
kan men de bende hoeren schreeuwen
„Hoera, verliefden
Fm 'l is haar of er heiligschennis bedre
ven wordt.
De booten varen vlak langs het eiland.
Eenige Indische verlofgangers en oud-arnb-
tenaicn, hebben, met den secretaris der
gerconiging, een voorloopige commissie ge
vormd, men zal trachten medewerking
van het departement van koloniën tc erlan
gen, en reeds nu kan het publiek zich voor
loopig om informaties wenden tot don se
cretaris der verceniging, den heer E. van
Assen, oud-resident, in Den Haag.
Eindelijk! Als men sedert drie eeuwen
koloniën heeft, mag men er ten langen,
leste wel eens voor gaan zorgen, dat men
er in het moederland goede inlichtingeai!
over krijgen kan!
Hoe het eigenlijk mogelijk geweest is,
dat men het zoo lang zonder oen dusdanige
instelling heeft kunnen doen? Of men dan
waarlijk onze Oost beschouwde als iets,
waarheen voornamelijk lieden togen uit
kringen, waar men toch reeds met de Oost
bekend was, en verder slechts lieden, öf
zoozeer mislukt, öf zoozeer fortuinzoekers
en avonturiers naai- hunne» aard, dat het
er voor hen niet op wat inlichtingen meer
of minder aan kwam? Iloe liet zij 'die
tijden liggen achter ons. Verre achter ons
liggen ze, de tijden, waarin een jong man,
van goeden aanleg en fatsoen, maar niet
vermogend zóó, als die van wien do
roman „Sara Burgerhart" verhaalt op
zijn huwelijksaanzoek van den voogd
van zijn aangebedene ten antwoord be
kwam: „gij hebt geen fortuin, welnu, do
heide Indien staan voor u open!"
Indie scheen toen liet land, waar ieder
die werken wilde en die oogen, ooren en
hersenen en niot al te veel dé veine
had, snel fortuin kon maken althans
indien hij cr niet jong zijn graf vond, zoo
als dat met den jongen man uit „Sara
burgerhart" het geval werd.
Zooivel liet een als bel ander is ver
anderd: men maakt er niet zoo snel en
gemakkelijk fortuin meer maar men laat
er ook niet zoo licht meer bet loven. Er
gaan méér Europeanen boon dan vroeger,
en beter onderlegde on men leeft er
hjgiënischcr. En het is niet. zoo ver meer
weg, sedert bet Suo/.-knnnal gegraven en
de stoomvaart algemeen geworden is. En
is het eigenlijk niet een wonder, een ana
chronisme bijna, dat een Staat als do onze.
in deze legenwoordiae tijdsomstandigheden,
nog steeds de soevereiniteit beeft kunnen
behouden o\et- zulk een wereldrijk nis onze
Oost.Een drietal eeuwen gelegen wa
ren er nog niet zoo veel groote niogeiuD
heden, in en buiten Euiopa als thans;
en die er waren, waren nog niet zoo groot
als "tegenwoordig; en Nederland was, be
trekkelijk, een macht, van don eersten rang;
en Indië was hé» ver weg, een zéér
afgelegen gebied en er was over de heelo
wereld nog land to over voor wie loml--
honger had... en dat alles is nu allemaal
hcelemaal anders: tot ons er niet. op in
gaan, maar- van geluk spreken, dat we
onze Oost nog hebben. En We zouden beter
1 n één daarvan beeft zich een vrouw opge
richt. 't Is een zware brunette, niet. jong
meer.
,,Afaai* 't is Fernandroept zij.
En nu klinkt het van alle booten: „O,
Fernand! O, mijn Fenuud!"
Alaar, nu hel lawaai op zijn hoogst, schijnt,
beveelt de man, die in do voorste hoot aan
liet roer zit met een toornige steil
Houdt je stil!"
En een paar woorden, zacht uitgespro
ken, worden van de eene boot naar de an
dere overgebracht en weldra zijn allen stil.
En vendor eerbiedig grootoud, varen de
gasten langs liet eiland.
IV.
Do booten zijn nog niet eens uit liet oog
verdwenen of Blanche zegt„Laat ons
gaan, o, breng me ergens anders!"
Eu nu hij luim- vraag niet beantwoordt,
gaal ze stil en verdrietig in liet gras zitten.
Hij hoort het goz.ang zich langzaam ver
wijderen.
De booten verdwijnen nu dc een voor dc
ander, en als liet geluid geheel weggestor
ven is, kijkt hij luiar met zijn peinz.ondcn
blik aan en merkt dat zij schreit.
„AVnarom huil je?" vraagt hij ongerust,
en neemt haar blanke lmndies, die zenuw
achtig trillen, in dc zijne. En verdrietig zegt
ze, hem in de richting van den horizont
wijzend
„Ach, ik hel) hel wel gezien, 't. is jo dolle
jeugd, dio daar voorhij gaat, cn die in je
hart allerlei herinneringen oproept cn
spijt,"
„Spijt?" herhaalt hij met een bitteren
glimlach, „o, mijn liefste, lux- kan je jat
zeggennooit voor dezen heli ik zoozeer de
vreugd gevoeld van jc op mijn levenspad ont
moet te hebben je weet gelukkig niet,
hoeveel tranen er verborgen zijg in die zan
gen, en hoeveel treurige dingen in dat uit-
1
bondig gelach als ik er stil van werd,
dan komt dat, omdat ilc getroffen werd van
schrik, toen ik ze langs zag gaan als mijn
oude medeslaven van het bagno."
Terwijl ze nog steeds pruilt, neemt hij
haar zachtjes in do armen als een kind, dat
men sussen wil, en terwijl zijn kussen de tra
nen drogen, die haar wangen bevochtigen,
klept in de verte een klokje met zilveren
klank.
Bij dat geluid kon hij niot nalaten terug
te denken aan de armoedige, oude kerk,
waarin hij haar voor 'l eerst z.ag op een
Zondag in Alei, lui, de vermoeide zwerver,
hij toeval door een gril daar binnengekomen,
liet was geweest in het grijze schemeruur,
waarin de dag wegvlucht, cn hij luid haar
met haar frisschc stem een lied booten zin
gen vol vroomheid en geloof.
Hij zag haar met haar groote blauwe oogen
cn gevouwen handen, en zijn hart. werd door
ccn groote liefde voor haar vervuld.
En nog meer opent z.ich zijn lmrt, nu de
zoete schemering neervalt over de vallei,
en hij dankt en zegent haar als zijn goede
engel.