(ft
1
63s® Jaargang
Zondag 17 October 1909.
No. 13128
Derde Blad.
Alpen-tochten.
Memoires van een ZtAoover.
aV' ff
i.
VS
SCHIEDAMSCHF IOURANT.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k' S, met uitzondering van Zon-en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: l'oor Schiedam en Vlanrdingen fl. 1.25.France
per post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abon.ueinenten worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middngs vóór een
uur aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.)
M?-
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote lettere naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bjj abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan ziin gratis aan het Bureau te hekomen.
In de nummers, die Dinsd ag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon
f voor de Redactie No. 123.
voor de Administratie No. 103.
MCTOnwurUlllllMiiiiyimi u
Herhaaldelijk hebben wij roods molding
gemaakt van hot tijdschrift „Mededeelingen
dor Nedcrl. Alpen-Vei oenigingon", lot do
redactie, waarvan ook behoort de heer
Ph. C. Visser Gznalhier. Dit tijdschrift
is slceds mot keurige kiekjes opgeluisterd,
die tol het verkrijgen van oen juist beeld
der berggezichten, welke in de beschre
ven lochten \ermcl(l woulen, krachtig me
dewerken. Behalve de vele welgeslaagde
photografische opnamen, vinden wij in het
laatst verschenen nummer het Dau-
phinó-nummer, no. ll van 1909, zesde jaar
gang 'ook conige teekeningen van den
heer Visser, dio ons verlof gaf, eon on
ander uit dit nummer over tc nemen, en
ons in islaat stolde, daarbij ook een paar
teekeningen te voegen, waarvoor wij hier
gaarna onzen dank betuigen.
Wij laten hier volgen de beschrijving van
een tocht op 24 Augustus 1908, aange
vangen, in de Vallée du Vónóon ca La
Bérarde, dio gemaakt werd door den heer
Visser, in gezelschap van den' heer Lu-
gard en den gids Turc.
Bij Pont iSt.-Guillerme stapten wij om
1.10 uit, cn van daar ging het in oen flink
tempo opwaarts in de Vallóe du Venéon.
Het was een wanne wandeling, want het
zonnetje brandde in een wolkeloozcn he
mel on geen windje was er in liet vrij
nauwe dal te bespeuren, terwijl w\j bo
vendien gebukt gingen onder onze buiten
gewoon zware .rugzakken. Het dal zag er
aanvankelijk vrij vruchtbaar uit, on hier
en daar slingerde zich de stoffige rijweg
zelfs door kleine boschjes. Zoo bleet hel
tot Vénosc, waar wij in het eenvoudige
herbergje tlötol Muzclle" (2,35 n.m.) voor
weinig geld een vrij goed middagmaal ge
bruikten.
Juist toen wij om 10 minuten over 4
weder uit de koele gelagkamer naar bui
ten slapten, reed ons een klein kanetjo
voorbij, bespannen mei een goed paard.
Dal was to veel voor ons! En toen j/u-
gard mij zoo zonder omwegen vroeg: „Zeg,
wat denk je er van?" dacht ik aan de
6 uren, die wij anders nog voor de borst
hadden en plotseling voelde ik mijn rug
zak zwaarder worden dan te voien. Wij
vroegen zijn prijs en noemden toen het
bedrag, dat wij wilden geven, daarna lie
pen wij door, met ccti gezicht, alsof wij
voor ons genoegen zes uren giootendeeh.
in de brandende zon gingen wandelen; hel
koetsiertje kwam ons achterop geloopcn;
hij noemde een anderen prijs, wij boden
weer een anderen cn hot slot van dc ge
schiodenis was, dal wij ecnigo minuten
later voor frs. 15, dermate voort hotsten
in een klein wagentje, dat iedere poging
De jicmoi mag weten, hoe de vrouwe
lijke bekoorlijk heiten zoo verspreid zijn.
Louise hooit iielomeiond schoone vlech
ten, Thekla vurige oogon, Anna blinkend
witte landen, Betsie in haar keeltje oen
zilver-helder stemmetje, Marie een hartje
dat gemakkelijk vuur vat, maar éón,
dio al deze eigenschappen tegelijk bezit,
treft men zelden. Zoo'n meisje was Ir
ma. Van haar weet ik wal Ie vertellen.
Denk n een zomeravond, warm
gemoedelijk zinhekorond, vol zoete geur
...i. eon park vol wechleriggrocnc, zachl-
fluistcrende hoornen een bank, waarop
ecu meisje zit een zoet kind met allo
schoone eigenschappen van do Mor cn
boeiende lieftalligheid Irma genaamd.
En daarnaast een baardige, hongopge-
schotcn, zwni tlokkigc, door do zon ver
brande spring-in-'t veld met brccdgcrantlcn
hoed, lange boenen, een weinig tc korte
broek cn con goed passend jasje dal
is dc letterkundige dr. Arthur, huurder
dor voorkamers vari Irmn's vader.
Die twee dus de krullcbol mot den
grooton hoed cn liet zoete bekoorlijke
meisje zalen op-con witlc bank, lang,
hang tot rlc zon geheel was weggedo
ken langer nog lot, de zomernacht
haar stralende sterrenoogen open deed cn
do maan door dc wolken gluurde.
Gesproken werd or weinig ,cn toch
Wisten zo wat ieder meende. Ze keken
plkaar nauwelijks aan. cn toch' zagen zo
om con gesprek aan te knoopen, onher
roepelijk opgegeven moest worden.
De weg begon echter spoedig te stijgen
en stapvoets ging het vorder, waardoor het
rijden nog weliswaar geen genoegen, maar
dan toch geen marteling moor was.
ITel dal werd allengs onvruchtbaarder
en somberder; nn kwamen wij pas in het
haitje van den Dauphinó. !k zal niet Dach
ten deze omgeving te beschrijven, want
merkwaardigerwijze herinner ik mij wei
nig bijzónderheden -van het gedeelte, dal
wij por rijtuig aflegden. Alleen weef ik,
dat dc bergvormen steeds wilder weiden
en dat het geheel oen somberen indruk
maakte, dio nog verhoogd werd door hel
ieit, dat de ïotson hier in groot verval
verkeerden, zoodat alles met rotsgruis
overdekt was. Eén punt staat mij nog le
vendig voor ilcn geest cn dat bevond zich
daar, waar de koetsier ons verzocht om
uit te stappen, terwijl hij met zijn paard
en wagen kalm de wildbruLende Vónéon
inreed cn oen zestigtal meters door het
water schokte, omdat de weg onder een
borgsloiting bedolven was. Kr had zicb
n.l. een kegel van rcusaclitigcn omvang
gevormd aan den voet van den borg, die
zich uitstrekte tot bij den bergstroom cn
stellig een 00 a 70 nieterh'oog was. Sinds
maanden reeds vielen daar nacht en dag
voortdurend groolcre en kleinere steencn
naar beneden, en toen wij deze merkwaar
dige plek voorbijgingen, hoorden we on
afgebioken het fijne gruis neerstorten.
In St. Christophc houdt de rijweg op
cn daai namen wij (0.12) dan ook maar
weer de nigzakkcn op den schouder om
vol moed dc wandeling naar het 3 uren
verder gelegen La Bérarde tc aanvaarden,
doch niet voordat wij de graven hadden
bezocht van Thoranl en den groeten Zsig-
mondy, die linn leven hadden gelaten in
dc geweldige wanden van den Aloije. Geen
bergbestijger zal deze plek voorbijgaan z.on-
dei Zsigmondy's graf te bezoeken en zijner
te gedenken. Indien ergens, dan is hot juist
hier, dat de omgeving lot einst stemt,
La Bérarde zicli heeft gekenmerkt, is het
steeds vlugger tempo, waarmede wij voor
waarts marcheerden mot het. oog op den
naderenden avond. Het dal werd -teeds
woester en somberder, en maakt, vooral
toen de duisternis ging vallen, een mach
tigen indruk op ons, In Les Etages was
het volkomen donker, cn Turc-fiis stelde
voor, bij zijn moeder, die daar woonde,
een lantaarn te halen, en noodigde ons
levens uil een glas melk tc drinken.
Les Etages is een verzameling van kleine
huisjes, eigenlijk van krotten, waarvan men
zich nauwelijks een denkbeeld kan vormen.
Ja, hier pas merkt men, dat men zich
bevindt in dc armste, meest onvruchtbare
landstreek van de ganschc Alpen, en wel
licht ook van gansch Frankrijk. In één
van die krotten woonde de familie Turc.
We moesten er Linnen, maar nu ik een
maal weet, hoe het er daar uitziet, blijf
ik er een volgende maal, als ik hier ooit
weer eens mag komen, liever buitenwach
ten, want het intérieur van dit huis gaat
ieder begrip van zindelijkheid ver tc bo
ven. Als hier een woningtoezicht bestond,
zooals hij ons in Holland, dan was niet
het huis van Turc, neen, dan was heel
Les Etages, wellicht do gansche Dauphiné
onbewoonbaar verklaard. De kinderen had
den in geen weken of maanden wasch-
waler gezien, het hutje zelf zeker in geen
jaren, waarschijnlijk nooit, en terwijl het
oudste zusje, gezeten in de deuropening,
een jonger broertje op sciioot in slaap
wiegde, drong een vies, vuil varkentje zijn
snuit tusschen het tweetal, om eens tc
kijken wie wel dc vreemde heoien waren,
die bij vrouw Turc in dc huiskamer zaten.
Maar genoeg voldoende te melden, dat
we er melk moesten drinkenDaarna werd
de lantaarn ontstoken en ging het verder
naar La Bérarde, dat wij in 35 minuten
bereikten. „De wandeling duurt 1 uur,"
had Turc bij het vertrek gezegd, *,,en dat
is mij nog nooit gebeurd." zei hij, toen
wij om 8 40 blazend on wel het kleine,
schaarse!) verlichte Chalet-hotel binnen
ïpirnm' HU.UL,c. «..V ijriiifiH t I,'
Kerkhof tc Sl.-C!iri<-tophc.
Hel ecnigo, waardoor dc wandeling naar kwamen, waar dc hotelhouder ons mede
CTCTnHjuwtr;.1.! aataanoamp ssaaamaswmBaKtwwxwtKnr gggawBgcwfwma
elkaar. Ze waren heel kalm, cn toch
klopten de polsen snel, en de harten be
wogen op en neer in namcloozc zalig
heid.
Ze kwamen zichzelf niet meer alsmeii-
sehen voor; ik weet ook niet als wal wel
misschien als twee, die in hel paradijs
verdwaald waren, als de verpersoonlijking
v„n .menschel) uil oen mooi gedicht.
Slechts éón ding drukte op hun hart; dat
was de last van het geluk.
Ze gaven elkaar nog een kus, een in
nige omhelzing, toen gingen ze naar huis.
Gloeiwormpjes fonkelden in het donke
re loof.
En onder de langzame, dikwijls door
dat wonderlijke viorlippcngeluid onderbro
ken wandeling der geliefden, vertelde Ar
thur voor dc tiende maal, dat nu zijntwee-
dceligo roman: „Memoires van een zce-
roover", nog slechts op het slothoofdstuk
wachtte om aan de wachtende wereld
overgeleverd te kunnen woulen; dat de
schoone heldin van zijn werk ook Irma
beetle, dat het een getrouw evenbeeld van
zijn lief klein meisje was, om wier mid
del hij tiians zijn arm gelegd hnd, dat
hij hij hol schrijven van den roman zijn
origineel steeds voor oogon had gehad
en hoorde van Irma voor do tiende maal:
„Jou booze, booze Arthur, mij zoo in de
onsterfelijkheid binnen te willen smokke
len, daar voel bob jo flink straf ver
diend..." en dan kreeg hij onder bel
voorwendsel van een tuchtiging wol voor
dc tienduizendste maal de kus van dc
trouwste, meest opofferingsgezinde, lec-
derste liefde.
Zo waren nu dicht bij do eentonige hui
zenrijen gekomen en bestogen dc zeer
volle omnibus, die juist haar laatslen
tocht begon.
Jonge, vroolijke, van een uitstapje te
rugkomende hoeren ld even midden in hun
naar kazerne- en jockey-club riekende mop
pen steken cn keken over de gloeiende
sigaren heen onbeschaamd naar de beeld
schoone. Irma,
„Verduiveld, hel is een engel!" zuchtte
dc een.
„Een fee," verbeterde een tweede,
„Prima kwaliteitzei nou-wijs 'n derde
„Een onverantwoordelijk mooi meisje,
oordeelde een vierde.
Ja, Arthur kon Lrolsch op Irma zijn
11.
Middernacht was reeds voorbij. Euuloo
dclijke stille hing over de droomendc
aarde, slechts zoo nu en dan gestoord
door hei geblaf van ccn eenzamen hond,
of don zwaren tred van een naar brande
wijn smachtendcn nachtwacht
Desniettegenstaande kon Arthur den
slaap niet vinden. In het schijnsel van
ccn lamp met groenen kap zat hij met zijn
vriend en secrotaVis Koert aan deschrijf-
fafol, gehuld in tabakswolken, die lang
zaam naar boven warrelden. Do geroeste
theepot, twee gekruiste degens aan den
wand, verscholen sludenienmulsen cn an
dere kleinigheden, gered uit den gouden
jeugdtijd, luisterdon naar wat do tweo
vrienden elkaar in de droomerigo stilte
van hot vertrek te vertellen haddon.
deelde, dat heden... alles bezet was door
een Alpenclubafdeeling, die een cluhtochl
maakte.
Dien nacht sliepen wij op matrassen in
het z.g. salon, een klein, lang vertrek met
witte, kale muren, dat bovendien vol rook
hing, die afkomstig was van leetijk ge
sauste tabak, In wijl door een walmende
petroleumlamp de temperatuur en atmos
feer er niet op waren vgjbctcrd. Dit ver
trek moesten wij deelen met ecu oudach
tig, lastig heer, die niet alleen tot gioote
ergernis van Lugard pertinent zipi toe
stemming weigerde om door middel van
het raam eenige versche lucht binnen te
krijgen, maar die bovendien zoo erbarme
lijk snorkte, dat aan slapen eenvoudig niet
viel te denken. Niets hoegenaamd Von dit
te zijn, en de andere... wat was dat...
zag ik het goed was dat niet Whym-
per, le fameus vainqueur du Mout Cervin
en Suisse, zooals Baedeker hem noemt?
Dadelijk Lugard gewaarschuwd en toen den
heer Taiiraz, den hotelhouder, ongezocht!
Qui c-t ee Monsieur anglais dans le
.salon a manger?" vroeg ik eomgszins ge
jaagd.
„Monsieur Stagg," antwoordde de heer
Tairraz doodkalm. „Maar," zoo ging hij
voort, „u dacht zeker, dat hel AVhymper
wasNn, u is de eerste niet, die dat
denkt. Hij schijnt er sprekend op te ge
lijken."
Dat was de tweede maal, dat wij iemands
dubbelganger ontmoetten. In Parijs reden
wij met oen. koetsier, dien mijn vriend
i
Jlorbojg van Ttodier lo J,a Denude
waai men vrooi;-i oioiiurh£ie>
hindctlijkc geluid blijkbaar ondmbioken
noch ons heftig kloppen mot herghuuzen
of stijgijzers, noch onze luide uitingen van
wanhoop en boosheid, totdat eindelijk Lu
gard 'deimate in woede ontstak, dat hij
hem met het open venster dieigde. Dit
hielp, want tegen het o; gaan van de zon
verdween onze verschrikte vriend en slie
pen wij eindelijk in.
Toen wij 's morgens de eenvoudige eet
kamer binnentraden, was de Alpenelub-
afdecling reeds vei trokken en aan tafel
zagen wij slechts een tweetal toeristen.
Dc cene bleek een jeugdige Fransehman
Slechts uit de aangrenzende, door een
gesloten deur gescheiden kamer hooide
mei zoo nu cn dan liet lustige, regelma
tige ademhalen van li ma en Bertha, dc
dochtertjes van den huisbaas,
„De duivel mag het weten!" zei Ar
thur, „ik kan over het slot van mijn 10-
man nadenken, zooveel als ik wil, het be
valt me toch niet. trma, dat lieve kind,
moet ik ombrengen maar hoe, hoe.
dat is do vraag."
„Wil jo Irma absoluut lajen stenen?
Het zal verwenscht moeilijk zijn."
„Arthur, Arthur mijn lieve, lieve jon
gen I" dacht nu zeker Iuna, droomend m
de kamer er naast.
Plotseling werd zc wakker.
dat?' Noemde men daar
naam?"
Ze luisterde.
„Weet je," zei Arthur, „ik
graag laten leven; maar dan
nooit tot ccn einde.
vergiftigen, ophangen
Wal was
niet tiaar
zou Irtna
komt liet
Maar doodschieten,
- dat alles in hee-
leinaal niet naar mijn nn."
Ilij had deze laatste woorden met na
druk uitgesproken; zc slopen door het sleu
telgat tot aan Irma's oor.
„Om Gods, wil," dacht zc, droom of
waak ikl IJoo is dat mogelijkI Een man,
op wiens glooiende wangen het morgen
rood van mijn geluk opvlamde, die mij
do hemel der liefde ontsloot, maakt
noen, neen, peen, hot is niet waar
maar ik heb immers duidelijk doodschie
ten, vergiftigen, ophangen gehoord hij
beraamt een moordaanslag op mij!"
Een ijskoude rilling vger ovqj- haar
Lugard ierMond als een dubbelganger van
Napoleon 1 hinkende en thans ontmoetten
wij niemand minder dan den dubbolgan-
gei van Whympcr
Gedurende het dejeuner nu ikten wij na
der kennis met de hoeren. De Franschninn
Monsieur Trapp, iemand van opgewekien
aaid, had reeds vele grootere bestijgingen
ondernomen en had er nog evenveel op
zijn programma staan Ook lam was de
groote gelijkenis- van den heer Stagg niet
Whympcr opgevallen, en zoodoende werd
onze ïeeds bejaarde vriend gedurende liet
verdere verblijf in La Bêiarde met anders
leden. Het angstzweet kwam op hanrvoor-
hootd In nameloozen angst wekte ze
Bertha, voorzichtig,
„Zie," zei Kooit, „ik ludt dergelijke ge
vallen dikwijls gelezen. Wanneer liet bosch
slaapt, de nacht op de aarde l.gt, do
sDum in de verte rurêeht. en overal gioi-
ten. kloven, afgronden dreigen, drijf je do
goudharige Irma naai huilen. Duisternis
gaapt haar aan, oen geritsel van dorre
bladen veroorzaakt zo door elke schre
de. Waanzinnig staal ze daar aan den
afgrond. Zc rukt haar kleeren oj en, zet
den dolk op de bloote borst enz."
„Vriend, dal gaal niet aan: het halt bloed!
mij, als ik er aan denk, het is to rees-
lijk,"
Dus dan op een zachtere, eenigszins
moer gedistingeerde manier Hoe bevalt
jc dit. liet is eindelijk hekend geworden,
dat Irma met den zwendelaar, dien graaf
een liaison heeft. Dan gloeiende haat,
wilde woede, schuimende toorn, vertwij
feling, erstooting, Irma wordt weg
gejaagd, en een bliksemend afscheidswoord
vvouH haar nageworpen. Wat Irma dan
doet. kan n hetzelfde zijn. Geen stroom
hoeft haar te diep, geen bergtop te hoog,
geen vergift te snel zijn, wie vraagt
daarnaar?"
„Mijn God, dat alles moet ik met mijn
Irma beginnen?"
„Ja, natuurlijk, wanneer ze sterven
mootlMaar daar valt me nog een
betere methode in: Laat, haar door do
liefde worgen!"
„Hoe bedoel je dat, Koert?"
„Nu, zoo bijv,: I)e beleedigde geliefde