Zij wcnschtc lifuir moeder niet to dooden.
j)c dood van meviouw Japy is een ongeluk
ge weert.
Mevruiiw Stcinlieil had oen medeplichtige,
om haar hij haar misdaad te helpen. Zij
heeft liever een vrouw dan een man willen
kie/en. De justitie heeft do identiteit van
de/e medeplichtige niet kunnen ontdekken,
heeft althans geen bewijzen kunnen verkrij
gen. Anders zou /.ij stellig haar plicht heb
ben gedaan en de schuldige hebben gearres-
tceul. (Zoudei twijfel luid de heer Trouard-
Riolle hier hef oog op Marietta Wolff.)
„Men heeft ooist mevrouw Jap-- gekne
veld, maar /,ii droeg, ongelukkig voor haar,
een valsch gebit, dat haar heelt doen stik
ken. Op haar doodssnik is de schilder komen
ioeioopen, de beide vrouwen of do man
en do vrouw hebben hem gogiopon en
necigeveld. Hieromtrent koester ik geen en
kelen twijfel: mijn geweten is kalm. Als ik
nog eens een der conclusies van dokter Bal
thazar beschouw, dan /.ie ik, dat de ongeluk
kige "schilder, dooi ociK'.klein wcinigje paslel-
verf, die hij aan de hand had, in den loop
van het drama bijna had ik gezegd: in
den loop van den stiijd, van het gevecht
zijn laatste handteekening heeft achtergelaten
op zijn vrouw. Ik kan u zelfs mijn ziclaloe-
sland in dc/.e zaak beschrijven.
Ik begon met to aarzelen, maar thans
he.n ik overtuigd van de schuld.
Ik vraag u eon bevestigend vonnis. Daar
van zal ik do verantwoordelijkheid aan
vaarden. Men zal wellicht het spook van
de rechterlijke dwaling voor u oproepen.
Gij kunt echter vertrouwen in mij stellen;
ik twijfel niet. Ik aanvaard de algeheele
verantwoordelijkheid vooi oen vcrooidoe
ling!"
De verdediger staat dadelijk op enzegt,
zich wendende lol hel openhaar ministe
rie, on met een luide stem, die con ril
ling door alle aanwezigen doet gaan:
:„Mijnh'ccr dc advocaat-generaal, ik weet,
dal gij te eerlijk zijt om niet ronduit op
mijn vraag te antwoorden. Ileht gij met
uw beweringen het oog gehad op Marietta
Wolff on haar zoon, ja of neen?"
Bij deze woorden gaat er van het pu
bliek een luid on langdurig applaus op.
De advocaat-generaal haalt do schouders
op met een gebaar, dat wil zeggen: Ik
Jieb niol te antwoorden.
De president geeft last, do zaal le doen
ontruimen. Om hnllzcs wordt de zitting,
lo midden ccner onbeschrijfelijke opge
wondenheid, opgeheven.
MsiMet ("is BfMlrij?.
Uitlotingon.
LOTEN" STAD A NT WERP ON 2i
a fr, 100 Van 1SS7.
Trekking 1U Nov. Betaalbaar
1 Juli
1910.
101
174
1959
3227
3508
436.3
4 558
6158
7037
7970
8134
10028
10706
11010
12098
14845
15186
15610
16257
17181
17465
18517
19814
21310
2133 1
22324
22991
23603
26260
27223
2S171
29635
2DS3G
32228
32360
33301
33843
34446
31763
35990
39050
3917 L
40101
41200
43167
45447
48137
50046
50134
53045
548-13
54041
55439
55735
56225
57220
61624
62462
03102
61S95
60752
66906
07836
68864
72458
72717
72963
Serie
1710
5 no.
IS fr.
10,000 serie
3227 no, 14 fr. 1000; serie 34703 no. 7
fr. 500; serie 2G2G0 no. 2 en serie 72717
no. 25' elk fr. 250.
Do \olgende elk fr. 150.
Serie 3227 no. 23, serie 1 18-15 no. 4,
serie 15186 no. 0, serie 15610 no. 11, se
rie 15010 no. 21, serie 17405 no. 3, serie
17465 no. G, serie 13517 no. 22, serie
22324 no. 1, serie 22991 no. 9,.serie
35996 no. 2, serie 39056 no. 2. serie
39056 no. 22, serie -13167 no. 10, serie
50134 no. 15, serie 56225 no. 12, serie
66906 no. 2, serie 66906 no. 10, serie
72458 no. 23, serie 72963 no. 14.
De overige nos. in bovenstaande seriën
vervat, ëlk met fr. 110.
A L h E It L EI.
DE APPEL IN DE MYTHOLOGIE.
De appel, deze voortieffelijko, gezonde
vrucht, speelt in do legenden der natiën
een groote rol. Reeds op do eerste blad
zijden der wereldgeschiedenis komt Üez.e
vrucht voor, die den eersten monsehen zoo
noodlottig zou wrorden.
Er is zeker in hot gohcelo plantenrijk
geen gewas tc vinden, waaromheen zich
de mythen, spreekwoorden en bijgeloof zoo
groepeeren, als de appel.
In do Grioksehe godensagc bewaakt, do
draak Hora's appelen in don tuin derJIes-
poriden, en in do Noorscho mythologie be
waart Iduna de appelen der eeuwige jeugd.
In de geschiedenis van Willem Teil speelt
eon appel eon beslissende rol on dezelfde
geschiedenis van 'tappelschieten verhaalt
do Dconsche heldensage met betrekking tot
don voormnligcn zeekoning en aanvoerder,
van don beroemden Jonsyikinger aan dc
Ooslzcokust.
Er 'is bijna geen land, in welks sprook-
jos do appel gocn belangrijke rol spoelt.
De Italiaansche, .evenals do Slavische
sprookjes, - zijner vol van. In de Uon-
gaarscho geschiedenis van don ijzeren La-
dislaus, wordt hun hooge bclcekcnis toe
geschreven on in de Fransche gedichten
is een zingende appel oen der wonderen,
dio de prinses Belle Etoilc van hot einde
dor wereld haalde.
'Wie konl niet het aardige Duilscho
sprookje, waarin do fee haar petekind een
onooglijken Routen appel geeft, dien deze
slechts behoeft om te draaien, opdat hij
zich opent en een staatsiekleed schenkt?
In Sicilië werpen de meisjes op Sint-
Jansdag een appel uit haar vensters; raapt
een man dien op, dan trouwt ze in het
zelfde jaar; raapt niemand hom op, dan
wordt zij kort na haar huwelijk weduwe.
In hot Ertsgebergte legt het meisje op
St. Andreas-dag eon appel onder haar
hoofdkussen, en de eerste man, dien zij
bij tiaar volgenden kerkgang ontmoet, ter
wijl zij dezen appel in de hand houdt, I
wordt tiaar man.
Zoo is de appel verbonden aan de le
genden en sprookjes der volken, en ieder
land schat hom hoog.
VEERTIG JAAR OP EEN ROTS.
Onlangs stierf te Yerscy een oude man,
Philip Pinel genaamd, en algemeen bekend
als „de koning van Eerekos". 'De Eerokos
is een groep rotsachtige eilandjes ten
noordwesten van Yerscy, in de St. Ali-
ehaèlsbaai gelegen. Zij liggen slechts een
mijl huiten de Fransche watoren, en ieder
jaar sedoit hun»annexatie door de Riitsche
kroon, komt er een comité uit Yeisey om
op do voornaamste rots plechtig de Biil-
schc vlag te planten.
Plulip Piaci heeft sedert veertig jaar op
dio rots gewoond. Dc ïcdcn, die hem
noopte, hier tc blijven, sproot deels voort
im een gril, deels misschien uit luiheid
en excentriciteit. Hij was zonder ecnig
vast inkomen en leefde grooLendecls van
de liefdadigheid yan visschcrs en reizi
gers. De „koning der Eciekos" had ook
een vorstelijke gemalin, maar geen kinde
ren. Zijn yronw leefde met hem tot on
geveer drie jaar voor zijn dood, maar-
dikwijls was ze verplicht voor eonigen tijd
op het vasteland to wonen, gedeeltelijk
voor afleiding, gedeeltelijk omdat haar ge
zicht niet bestand was tegen do steiko
zeelucht.
Toen prins jlervy van Baltenberg en
prinses Beatrice eens een zeetochtje maak
ten op hun jacht, brachten zij een bezoek
aan do Ëerckosgroep, Dc prins maakte
een korte visite hij don „koning", die,
vereerd door dit bewijs van vorstelijke
gunst, een mand maakte van rijshout. Er
waren cenige maanden vcrloopcn nadat
Pinel zijn .geschenk had afgezonden, toen
generaal Ewout, de toenmalige gouverneur
van Yerscy, den „koning" con extra ge
schenk liet aanbieden, uit naam van prin
ses Beatrice, liet liestc.id uit een blauw
lakcnsch jasje mot koperen knoopen.
In den oudculom van 76 jaar stierf Phi
lip Pinel in het ziekenhuis te Yerscy, en
werd op het kerkhof te St. ./olm hegra
ven.
Op dit oogenblik heeft nog niemand den
overleden „koning" als bewoner van liet
eenzame eiland opgevolgd, en het is nu
overgelaten aan de zeevogels, cenige ko
nijnen, en de voorbijtrekkende zeelieden.
WAAR NIET GEKUST WORDT.
Bij de inboorlingen in hot verre Oosten
is het kussen bijna onbekend. In Birma,
een groot deel van Iiulië, Papoea, Tahiti,
China en Japan kussen do mensclien met.
Jonge Japanscho meisjes, ofschoon zij to/.e
lippen en kuiltjes in de wangen hebben,
weten niet wat kussen is. liet is vreemd,
dat dit niet-kusscn het cenige punt van
overeenkomst is, tussehen dc bewoners van
do tropische Zuidelijke zeeen en hot ijzige
Nocnden. In sommige van die landen wiijft
pion elkaar langs den neus, inplaats van
te kussen, en in Birma is het ruiken het
nauwst aan het kussen verwant. Do min
naar te Birma ruikt, terwijl hij zijn aim
om hel middel van het meisje slaat, haar
letterlijk aan de wang. Hetzelfde doet een
moeder, wanneer zij zich over haar kindje
buigt.
TER ELFDER URE.
Er zijn veel voorbeelden, dat verzeke
ringspolissen nog ter elfder uro gesloten
worden.
Verleden jaar zomer nog ging een Keer,
dio den volgenden dag een reis zou gaan
maken naar Zwitserland, naar een groote
Londensclio firma, om zich liet leven te
laten verzekeren. Nadat dc zaken geregeld
waren, verliet hij liet gebouw, en zonder
er op tc letten, waar hij liep, werd hij
aangereden door het paard van een huur
rijtuig, op den grond goworpen en ernstig
verwond.
Een kruidenier met .een vrouw en
drie kindoren, die geheel van zijn ver
diensten moesten teven, besloot een levens
verzekering te nomen, opdat, ingeval hem
iets mocht overkomen, zijn familie toch
zon kunnen blijven leven. Hij wendde zich'
tot een goodo maatschappij, allo formali
teiten hadden plaats, en hij wachtte zijn
polis. Een paar dagen later, nadat hij
's avonds .zijn winkel gesloten had, zal hij
op een bovenkamer do courant le lozen,
toen hij de post hoorde bellen, [lij wierp
zijn lectuur noor en haastte zich naar he
nedon. Toen hij midden op de trap was,
gleed zijn voet uil, waardoor hij hot overige
gedeelte van de trap afgleed cn met zijn
hoofd terechtkwam tegen oen ijzeren vat,
dat in de winkel stond. Dit had hersen
schudding ten gevolge, en een paar da
gen tater was hij dood.
T AUcrmcrkwnauligste van het geval was,
dat, hetgeen hij in de brievenbus had hoo-
ren vallen, do polis was van de levens-
verzeker i ngsm natschappij
OVERDREVEN.
Marie, Jeanne, Gomard de Vaubernier,
gravin du Barry, een groote vriendin van
Lodewijk XV, richtte een gedonkteoken op
voor „Tifi", haar kanarievogel. liet mo
nument werd geteekend door Trugouard
cn gemaakt door Clodicr, beidon beroemde
kunstenaars uit de zeventiende eeuw. liet
is van steen gemaakt en een waar kunst
stuk. Bovenaan is 'tdoode vogeltje in lig
gende houding aangebracht, met achterover-
hangend kopje. Nadat het vijf jaar in een
weelderige gevangenschap had doorge
bracht, ontsnapte Tifi op zekeren dag uit
een geopend venster. Bedienden werden
naar allo kanten uitgezonden om het
diertje na te gaan, maar vóór men liet
had kunnen vangen, was het bij ongeluk
reeds gedood. Hot monument is nu in het
museum do Clury te Parijs, waar men een
groot aantal antiquiteiten ca zeldzame
voorwerpen heeft.
WAT KINDEREN VREEZEN.
Een beroemd geleerde heeft een bizon
der belangrijk rapport gemaakt over zijn
langdurige studie van de verschillende soor
ten van vrees, waaraan de kinderen zijn
blootgesteld. Het schijnt, dat donder en
bliksem kinderen meer vrees aanjagen dan
iets anders, en hierop volgen kruipdieren,
duisternis, brand, dood, huisdieren, ziekto,
wilde heesten, water, spoken, insecten, rat
ten en muizen, dieven en storm. liet is
aardig op te merken, dat dc vrees voor
spoken zoo laag op de lijst staal.
VAN DE KRUISTOCHTEN.
Het oude slot en do sleutel van deTem-
pelkerk in Fleetstreet te Londen, zijn reeds
in gebiuik vanaf de kruistochten. De sleu
tel weegt 7 pond, is 40 centimeter lang
on, in tegenstelling van andere sleutels,
word hij niet gemaakt voor het slot, maar
het slot voor den sleutel. De tegenwoor
dige kerk werd gesticht door de ridders
der Tempelorde, en is een van de vier
kerken, die door lien na do terugkomst
van den tweeden kruistocht gebouwd wer
den. De andore drie bevinden zich te Cam
bridge, Northampton, en Maplestead in Es
sex. .liet oudst bestaande slot was dat,
hetwelk vroeger een der deuren te
Nincvéh gesloten hield. Do sleutel ervan
is zoo groot, dat één persoon hem nau
welijks dragen kan, daar hij 3Vg voetlang
on wel 10 c.M. dik is. Ook lieeft men in
Egypte oen slot ontdekt, dat vier duizend
jaar geleden in gebruik was. Hel slot en
do sleutel zijn heide van hout vervaar
digd.
NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR.
In Brazilië is bij do begrafenis van een
ongetrouwde vrouw de rouwklcur schar
lakenrood. Da kist, de lijkkoets, het tuig
der paarden, de livrei van den koetsier,
alles heeft dezelfde kleur.
De bevolking van Groot-Brittanjc ge
bruikt per hoofd minder tabak dan ccnig an
der beschaafd volk van dc wereld.
Gocn persoon onder dc zestien jaar mag
in Helgoland oen schouwburg of herberg
binnentreden.
Met behulp van de nieuwst uitgevon
den machines is hot mogelijk, in 34 minuten
uit een stuk leer een paar schoenen te
maken, in welk tijdsverloop het door de
handen gaat van 63 mensehen, cn door
15 machines.
Men heeft berekend, dat het sterftecijfer
over de gcheole wereld 67 per minuut is,
en dat der geboorte 70; dit schijnbaar
kleine verschil in winst geeft ieder jaar
een toenemende bevolking van 1.200.000
zielen.
Kunstbloemen worden liet eerst vervaar
digd voor de versiering van altaars.
Onder dc regccring van Hendrik II van
Engeland, kwam de handdruk in dc mode.
Een groot olifantjager verhaalt, dat er
sedert het begin van de christelijke jaar
telling, slechts 24 witte Kanten zijn ge
vangen.
Men zegt, dat geen land ter wereld zulk
een groote verscheidenheid van planten op-
levert als Mexico.
In Japan randt men geen schapendaar
om wordt er ook geen wol voor do klcc-
ren gebruikt, maar alleen zijde en linnen.
Er zijn geen varkens, zoodat or ook geen
varkensvleescli gegeten wordt, en spek er
onbekend is. Evenmin zijn er geiten, muil
dieren of ozcls.
Een paard kan vijf en twintig dagen
loven zonder vast voedsel, en alleen op
waterzeventien dagen zonder elon of
drinken, en slechts vijf dagen op vast
voedsel zonder drinken.
De ecnig lovende persoon, die libretto's
voor opera's geschreven heeft in vier ta
len, is Carmen Sylva (de koningin van
Rumenië), Zij heeft ze gemaakt in het
Fransch, Duitsch, Zwecdscli en Rumeensch,
ANECDOTEN.
„Mijn grootvader," sprak Ribs, „stierf op
zijn vier on negentigste jaar,"
„Mijn grootmoeder bereikte den leeftijd
van 103 jaar," merkte Dibs aan.
„En in mijn familie," sprak TornMns,
die niet voor de anderen wilde onderdoen,
„zijn er verscheidenen, die nog niet dood
zijn."
Hij„Ik liet onlangs mijn portret maken,
met Nero, mijn grooten St. Bernaul. Mag
ik n een afdruk aanbieden?"
Zij: „O, heel graag. Ik heb altijd veel
van mooie honden gehouden."
„Dal kan niet," riep mevrouw Bose op
gewonden uit, toen zij bemerkte, dat zij
met 13 personen aan tafel zat.
,,'tKomt er niet op aan, mama!" Spiak
haar veelbelovende zoon Jan, „ik zal wel
voor twee eten, en dan zijn we met 11."
DIPLOMATIEK ONDERWIJZER.
„Nu komen wij aan keizer Caligula. Wat
weet gij van hem te vertollen, prins?"
(Pauze, ontstaan door het stilzwijgen van
den doorluchtigen leerling): „Uw Hoogheid
heeft gelijk, groot gelijk; hoe mimLr wij
van dezen keizer zeggen, des te beter."
Bezoeker (op het slagveld van Water
loo): „Maar man, plant je nu aardappelen
op hel oude slagveld?"
Boer: „Wel neen, mijnheer, het zijn geen
aardappelen. Ik verberg een paar kogels in
den grond, voor de Engelsche en Aineri-
kaansche toeristen."
GROOTE DWALING.
Nachtwaker ('s nachts tot een student,
die voor een brievenbus staat): „Wat doet
ge toch' aan die brievenbus?"
Student: „ïk heb er een dubbeltje inge
worpen, maar de chocolade wü maar niet
komen."
EEN GOED DENKBEELD VOOR ORGEL
DRAAIERS.
Een arme man werd plotseling stokdoof
en verloor daardoor zijn middel van be
staan. Eenige goedhartige mensclien lieten
een inteekonlijst rondgaan en kochten van
de opbrengst een draaiorgel.
Nadat de man een paar maanden met
het orgel zijn kostje verdiend had, kwam
een dergenen, die had bijgedragen, en een
grappenmaker was, op het denkbeeld den
cylinder uit het orgel te nemen, zoodat
er geen geluid meer uitkwam.
Toen de orgeldraaier den eersten dag,
nadat die bewerking had plaats gehad, thuis
kwam, liad hij driemaal zooveel geld op
gehaald als gewoonlijk. Of de mensclien
de grap zoo vermakelijk vonden, of dat
men zoo gul had hijgedragen uit dankbaar
heid, is een vraag, die nog niet is op
gelost.
Zij: „Mijnheer Seppon heeft onlangs zijn
gouden bruiloft gevierd."
Ilij: „Gouden bruiloft? En hij is pas
getrouwd I"
Zij„Ja, maar zijn meisje bracht 3 ton
mee ten huwelijk."
EEN WEBERKEERIGE VERGISSING.
Twee dames stonden op de stoep ccner
vriendin te wachten, tot zij opengedaan wer
den, wat nogal lang uitbleef.
„Wat is het toch vervelend, dat de dienst
bode zoo lang laat wachten," sprak de
eene, „anders wordt de deur altijd zoo
spoedig opengemaakt."
„Ja, ik word er werkelijk moo van."
„Zou er wel iemand thuis zijn?"
„Natuurlijk. We zullen nog eens bel
len."
„Jij liobt zeker den eersten koer ge
hold?"
„Wel neen, ik dacht, dat jij het ge
daan hadt."
„Ik was er van overtuigd, dal jij liet
gedaan hadt. Hoe belachelijk!"
„Ja, zeg dat wol."
Toen helde een barer, en spoedig kon
den zij binnengaan,
TOOI! DAMES.'
BEVALLIGE VROUW.
Is het wol de goede benaming: aanval
lig, beminnelijk, vriendelijk, aantrekkelijk,
van goeden wil, weldadig, aangenaam, be
vallig
't Is een bedenkelijk toeken, dat wij in
onze taal geen juiste verklaring vinden
voor hot woord „gracious", waarmede onze
huren over het water een vrouw noemen,
die alle bovengenoemde eigenschappen kent
en nog iets meer. Beteckent hot, dat onze
vrouwen niet „gracious" zijn? Laton wij het
niet hopen, want gratie is de hoogste eigen
schap van de vrouw niet alleen, maar elke
.deugdzame yrouw kan liaar bezitten.
Daarom kan een vrouw, dio niet deugd
zaam is, onmogelijk zijn, wat wij onder
bevallig verstaan, zij kan dio eigenschap
nabootsen, meer niet. En toch, als men
zulk een vrouw ontmoet, dan is 't duide
lijk, waarom ieder haar zou wonschcn tc
gelijken, want haar charme is duidelijk en
blijvend.
Gratie is zulk oen benijdenswaardige
eigenschap, dat men zich verwondert waar
om niet meer vrouwen trachten ze to ver
krijgen.
Er zijn vele knappe, ontwikkelde vrou
wen, wier gebrok daaraan bedroevend is.
Er zijn vele middelmatige vrouwen, dio
zich daardoor onweerstaanbaar kondon ma-
kon.
Hot wordt zeer gemist en zeer gevraagd
in de dagelijksch'o kleinigheden dos levens.
Pen gratie-volle vrouw kan bevallig zijn
op een kantoor, op een vergadering, in
een gezelschap handwerkslieden, en overal
op haar plaats schijnen. Gebrek aan gra
tie in manieren of taal is een nadeel en
een schaduwzijde voor elke vrouw, rijk of
arm, jong of oud, mooi of leelijk, een werk-
mans- of een rijkelui's dochter. En toch,
wat een gebrek is er aan, van de stijve
gastvrouw in het salon van de milliar-
daiie, tot de ongemanierde winkeljuffrouw
achter de toonbank. Een keukenmeid kan
evenveel gebrek hebben aan gratie als een
koningin.
Een werkelijk gratievolle manier brengt
de nederigste op ieders hoogte en is op
haar gemak met de voornaam Acn. Zij is
eenvoudig, niet geaffecteerd, oprecht, har
telijk, in één woord, aangenaam. Zeker niet
moeilijk om te bereiken in dezen tijd voor
schitterende vrouwen, en toch, Hoe weinig
gratievolle vrouwen kennen wij? Iloc ver
zijn we van aangenaam in ons huis en
daarbuiten met onze gelijken, onze meer
deren en hen, die wij onze meerderen noe
men?
Gratie is geen masker. Het is het ge-
heele leven of niet. „Een beminnelijke
vrouw verwerft roem," zei de wijze Sa
lomo, en alle eeuwen hebben de waarheid
van dit gezegde niet verouderd. De 20e
eeuwsche mag naar roem streven in vele
nieuwe richtingen, maar een bevallige
vrouw bezit onvergankelijke gratie en be
houdt die haar gelieele leven.
WENKEN.
Hel wasschen van flanel.
Wit flanel wascht men in een lauw sop
van Sunlightzcep met toevoeging van wat
ammoniak en blauwsel, dan nagespoeld in
een schoon sopje en later weer in water;
dit mag vooral niet te heet zijn en het
flanel mag ook niet hard gewreven worden.
Gekleurd flanel behandelt men op de
zelfde manier, maar inplaats van er am
moniak en blauwsel in tc doen, haalt mm
het flanel vóór het wasschen in azijn en
water door. Men moet liet goed nitdtukken
vóór men liet ophangt.
Tegen brandwonden
is een beproefd middel, spiritus mot water
vermengd. Het verkoelt en vermindert do
pijn en voorkomt blaren. In tijd van nood
kan men ook brandewijn aanwenden. Men
houdt het gebrande lichaamsdeel in deze
vloeistof, of, zoo dit niet gaat, legt men
er zesmaal saamgelegde comprossen op
en drukt die zoolang stijf er op, tol de pij
nen ophouden. Als cr reeds wonden ont
staan zijn, penseelt men die mot colladïnm.
YOOE KINDEREN.
WILDE MIESJEI
Miesje komt vroolijk de kamer binnonloo-
pen, zoodat ze haar hoed en manteltje
gauw in het kabinetje heeft neergelegd.
„Dag Maatje, dag Jantje," roept ze. „Ik
ben één, Moes, en de juffrouw zegt, dat ik
lang zoo wild niet meer hen als vroeger en
moor geduld heb."
„Zoo?" zegt haar moeder, „dat is heel
goed. Ik hen er erg bljj om, on als je
belooft voorzichtig te zijn, mag je even op
broertje passen, terwijl ik mij aankleed
0111 uit te gaan."
„Waar gaat u naar toe, Moetje?"
„Niet zoo nieuwsgierig zijn, kleine Mies,"
zegt Mama, terwijl ze de kamer verlaat.
Miesje heeft broertje intusschen op haar
schoot genomen en houdt liem daar rus
tig, totdat hij roept: „Oope, oope,"
„Ha," zegt Miesje, „vól je loopen, kleine
baas? Kom dan maar," en langzaam, voetje
voor voetje, loopt het kereltje en kraait
het telkens uit van de pref. Maar dat
langzame loopon begint Miesje te vervelen
en zonder te bedenken dat Jantje pas
een jaar oud is, trekt ze hem haastig voort.
Jantje valt en begint to huilen.
„Och, „wat," roept Miesje knorrig uit,
„wat bon je tocli lastig, wacht, ik zal je
maar in jo stoel zetten, dan hen je stil."
Een, twee, drie, pakt ze haar broertje op
en zet ze hem neer, maar zóó wild, dat
de stoel bijna omvalt en Jantje zich erg
zeer doet. Daar gaat de deur open, cn
komt Mama binnen, doch zonder hoed en
mantel.
„Hè, Maatje," roept Miesje verwonderd,
„ik dacht, dat u uitging."
„Dat was ik ook stellig van plan," zegt
Mama ernstig, „ik was van plan om uit
te gaan 011 wel om een cadeautje te koo-
pen voor een meisje, dat No. 1 van haar
klasse zit, maar ik zie nu tot mijn spijt,
dat ze het lieolemaal niet verdient."
„Uè, Mama, en do juffrouw op school
zei toch
„Dat jo minder wild was en wat meer
geduld hadt," wilde Mama don zin aan,
„maar ik merk daar nog niet veel van.
Ik laat jo nog geen vijf minuten alleen cn
jo bent zóó wild en ongeduldig met je
broertje, dat je hem aan hot schreien maakt.
Ik zal nu verder zelf vel op hem letten,
maar jij moot bedenken, dat het niet vol
doende is op school heter op te passen,
maar dat men thuis evengoed zijn plicht
moet doen cn trachten zijn gebreken af
te wennen."
Miesje kreeg een kleur, maar zei niets
en ging stil in een liookjo zitten.
Den volgenden dag vertelde zij Het ge
beurde aan de juffrouw op school, dio liaar,
vriendelijk toesprak: „Ik hoop," zei zo,
•„dat de volgende maand Mama cn ik hei
den over Micsjo tevreden, zullen zijn."