STAPSX1FATWS. Dit don iremeentcraad. (Vervolg.) V1*ij van sterken drank. Volgu. 20 dor agenda: Voorstel van B. en \Y. tol, vaststelling eener verorde ning tot aanwijzing van wijken en stra ten, waar geen Drankwetvergunningerl mo gen worden verleend (art. 7, le lid, sub to der Drankwet), lokte een langdui igu en liettigu discussie uit. Do heer WiLtkampf hoeft in de toe lichting tot dit voorstel, in de derde alinea gelezen: „Doch wil men werkelijk daar „een goede woonwijk zien verrijzen, dan „moeten, naar ons oordeel, niet alleen de „fabrieken, maar ook do vorgunningsloka- „liteiten worden geweerd." Spr. zou dit oordeel niet gaarne on derschrijven en vraagt: in welke wijk wo nen wij dan wet? En om eenvoudig alle gelegenheden voor drank verkoop in die wijk onmogelijk te maken, vindt hij wel wal to ver gedreven. Spr.'s indruk van het voorstel is dan ook, dal het aan overdrijving lijdt. Drank is geen dynamiet. Eoa dergelijke verordening bewijst al te veel de diepe verachting, die men voor dit handelsartikel gevoelt, en spr. zou wel eens willen hooren hoe men een wijk kwalificeert, waar wél een gelegenheid tot clrunkverkoop is. Spr. zal dan ook we gens te verre strekking tegen hot voorstel stemmen. De Voorzitter merkt op, dat het voorstel niet is gericht tegen den drank- of tegen de vergunningen in 't algemeen. Logement-vergunningen kunnen voor die wijk immers toch verleend worden, ook met deze verordening. Wat 11. on W. bij dit voorstel gedacht hebben, is dit: willen wij daar een aangename woon plaats geven, waarin de rust niet ver stoord wordt, dan moeten de drankvor- gurmingen daarin geen plaats kunnen vin den. Er is niemand die zegt: Hè, als ik eens een kroegje naast mij bad, even min als dat iemand gaarne een industrie als do Chemische Fabriek naast zich heeft. Do gemeente wil trachten daar een uis- tigc, aangename woonwijk te maken en dus daaruit weren al datgene, wat het aangename niet verhoogt. Den heer v. Br iel Sas se moet liet van 't hart, dat hij met het voorstel niet kan meegaan. Hij gelooft niet dat dekeuze van wijk voor een dergelijke verordening gelukkig is. De plaatsen, waar zoo obscuur to work wordt gegaan, daar zouden der gelijke lokaliteiten geweerd moeten wor den. Maar in de wijken, waar dergelijke localiteiten flink zijn ingericht en do be zoekers voor aller oogen in- en uitgaan, daar zijn die nie-t zoo gevaarlijk dat ze geweerd behoeven to worden. Wil men dus een dergelijke verordening, dan zou die moeten worden gemaakt voor een ander deel der gemeente. Men mag ook niet zeggen, dat een wijk verlaagd wordt door zulke inrichtingen, en hoewel ook spr. wel wat gevoelt voor do drankbestrijding, meent hij toch dat men daarom niet tot overdrijving moet vervallen. De heer G o s 1 i n g a \vil gaarne een woord van verdediging spreken van dit voorstel, dat hij met sympathie heeft be groet. Reeds bij de begrooting hooft hij gezegd met hoeveel vreugde hij dit voor stel heeft ontvangen, vooral omdat het een eerste stap is om van overheidswege aan do drankbestrijding deel te nemen. Men kan hot met. den heer Wittkampt eens zijn, dat drankgebruik niet voor allen gevaar oplevert, maar toch acht spr.'t nood zakelijk dat gebruik zooveel mogelijk te bestrijden door den verkoop to beteugelen. nasiast Paul, dio do deur geopend had, stormde met oen hoogrood gelaat in de woonkamer, waarin zijn moeder en zus- tei zaten. „Doctor Steger,"* kondigde hij aan. „Ik heb hem in den saion gelaten." Tlelene sprong als geêlectriseerd in de hoogte. Ook do wedtnvo Limbach, die go- lokkig reeds in vol toilet was, verhief zich van haar stoel on wierp een vragende», verwonderden blik op haar oudste doch ter, die hevig bloosde. Beide dames be gaven zich nu naar de aangrenzende ka mer. Dr. Steger was deftig in 't zwart ge kleed en hield een glanzenden cylinder in do hand. „(k was reeds lang van plan, mevrouw, om ii als collega van mejuffrouw uw dochter, mijn opwachting te maken en u mee te doelen, wat mejuffrouw uw doch- tei u, naar ik hoop, reeds heeft meege deeld, dat wij het zeer goed met elkaar kunnen vinden, en dat ik in haar oen zeer flinke assistente heb." Mevrouw Limbach straalde van vreugde. „Dot is mij een groot genoegen dit te hooren. Ik dank u hartelijk." Zij noodigdö hein uit om te gaan zit ten en men praatte opgewekt oen half uurtje. De bibliothecaris was reeds opge staan, maar hij nam nog geen afscheid, scheen nog iets op hot hart te hebben. Eindelijk kwam hij er, oen beetje verlegen, rnce voor den dag. „Ik zou nog wel een verzoek willen doen. Mejuffrouw uw dochter heeft mij de Dui velsbergen zoo verlokkend geschilderd, dat ik u zou willen verzoeken, mij toe te slaan, hedenmiddag met u mee tc gaan. Wederom bloosde Helena Limbach he- Dat kan, door beperking van hot maxi mum aantal vergunningen en verbod van vergunningen in bepaalde wijken. Men zou dit kunnen noemen een local option in gewijzigden vorm. Hier is liet niet do ge heele gemeente, maar een wijk, waar drankvergunuingen geweerd worden. Spr. zou daar ook geen bezwaar togen hebben, wanneer het de geheele gemeente gold, want wil men drinken, dan kan men dat in huis toch doen... Stemmen: water of thee De heer Goslinga: .TuisL om het be ginsel, dat aan deze verordening ten grond slag ligt, juicht spr. het voorstel toe. De Voorzitter wijst er op, dat het hier in hoofdzaak betreft bouwgrond, die eigendom der gemeente is. Hij meent dat o. a. Kortland dankbaar zal zijn voorden steun, dien zij met deze verordening krijgt, om dergelijke inrichtingen niet te behoe ven toe te laten. Spr. gelooft ook niet, dat de Raad be reid zou zijn om op den, gemeentegrond dergelijke lokaliteiten too to laten. Bij grondverkoop is trouwens altijd de be paling opgenomen, dat daarop geen ver- gunningslokalileiten mogen gesticht wor den. Stellig had spr. gedacht, dat de Raad dit voorstel unaniem zoo hebben aange nomen. Het is niet de bedoeling, dat agressief zal worden opgetreden door Schiedam, maar enkel preventief, en dat laatste acht spr. toch aanbevelenswaardig. De heer Wittkampt merkt op, dat met wat de voorzitter heeft gezegd n.l. dat het ia hoofdzaak gemeente-bouw grond betreft de verordening veroor deeld wordt. Waar de voorzitter de Che mische Fabriek in vergelijking stelt me' een behoorlijk café, daar blijkt reeds hoe zeer hij aan overdrijving lijdt. En door den heer Goslinga wordt wel „ezegd: men kan thuis wel drinkenmaar dat is zooveel duurder, omdat het ge vaarlijker is. Ook zal men, wanneer men elke gele genheid voor drankverkoop weert, daar niet meer dicht bij huis den drank kun< nen laten halen, maar moot, men daar voor kilometers ver loopen, en dat maakt toch zeker het wonen in die wijk niet aangenamer. Spr. is sterk togen drankmisbruik, en spr. zal ook gaarne zien, dat iemand niet te veel drinkt en juist door het kweeken van het buitenshuis drinken, leert men de inonschen matigheid. Do heer v. W es tend orp is niet voor geheel-ontjiouding, maar wel tegen mis bruik. tiet verrijzen van kroegjes is voor de omgoving gewoonlijk niet amusant en dat zijn allen wel met hem eens. Ook de heer ïur. v. BrioL Susso erkent ihet gevaar van veel kroegjes, en wil de klei nere, de obscure gelegenheden weren. Als men kon zeggen: die willen ,wc daar, en die niet,, dan... Stemmen: Dat kan. gebeuren. Do hoer v. Westendorp: Ook heeft de heer v, Briel Sassc gezegd: de keuze der wijk is niet gelukkig. Spr. wil er daartegenover op wijzen, dat dit terrein nog geheel maagdelijk is ea daarmede dus het gemakkelijkst de verordening is uit te voeren. Niemand wordt belet een bor rel to drinken, en de kilometers, die men hier ter stede heeft af te leggen aim in oen andere wijk le koimon, zijn niet zoo vele. In dio wijk zullen niet enkel gegoeden komen wonen; daarachter komt ook een gedeelte waar avbcideiswoniugen zullen verrijzen, zoodat de werklieden daarlangs zullen komen. Ea waar men weet dat velen hunner de gewoonte hebben, om, als zij van do werkplaats naar huis gaan, even een kioegje in te schieten, waar vig, en weer vloog een vragende blik uit de oogen van mevrouw Limbach naar haar dochter. Het volgend oogenblik antwoord de zij hoffelijk: „Gaarne. Het zal ons zeer aangenaam zijn, als u ons uw ge zelschap wilt schenken. Om drie uur ver trekken wij. Misschien wilt u zoo vrien delijk zijn, ons af tc halen." Precies op den afgesproken tijd meldde zich (le bibliothecaris aan; men dronk gezamenlijk koffie en begaf zich op weg. Vooraan gingen mevrouw Limbach en dr. Steger, achter hen de gymnasiast en zijn jonger, 12-jarig zusje, en ten slotte volgde de Helena met haar collega juffrouw Weg- ner. Do beide jonge meisjes fluisterden mot elkaar. Zo waren nog geheel vol van bewondering en ondervonden tevens een gevoel van levendige bevrediging erover, dat hun gestrenge chef het niet versmaad de, hun buiten do diensturen mot zijn te genwoordigheid te vereoren. Om vijf uur kwam men bij het doel der wandeling aan. Men zocht een rus tig, mooi golegen plaatsje uit. Het was een heerlijke Meidag. Met volle teugen ademde het troepje, dat zich op het groene mostapijt had neergevleid, om eerst een weinig uit to rusten, do geurige bosch- lucht in. Een zacht koeltje streek dooi de bloesoms der boomen, en als een fluis teren ging het door de zacht bewogen tak ken. Het lied van een vink klonk ver door liet woud. De heide assistenten wisselden in stilte vroolijke blikken. Was het niet wonderbaarlijk? Wie zou gisteren nog ge dacht hebben, dat de ernstige dr. Steger hier zoo behaaglijk cn gemoedelijk tus- srhen hen in op den grond zou liggen? Helena was het, die het eerst opsprong. zij langs komen, om een borrel te drin- men, daar* is het goed dat hij niet zulke inrichtingen passeert. Het staat toch zeker vast: de gelegenheid maakt ilea dief. En bovendien, als later blijkt dat een groot café of logement daar gewenscht is, dan behoeft daarvoor do verordening geen onoverkomelijk bezwaar te zijn. De heer De Bruin meent dat het een strijd wordt over fatsoenlijke en onfatsoen lijke cafe's. In fatsoenlijke wijken mogen fatsoenlijke café's verrijzen, en alleen on fatsoen.ijke kroegjes in onfatsoenlijke wij ken. Spr. kan de theorie niet begrijpen van den heer Wittkampf, om door het ver kenen van draökvergunningen hcUlrank- misbmik te weren. Spr. beschouwt het voorstel vau B. en W. als een demonstratie vau overheids wege tegen drankmisbruik, en wil het alleen als zoodanig steunen. Spr. en zijn partijgenooten bestrijden niet enkel hel misbruik, maar achten het geheele drank gebruik in het nadeel der bevolking. Hij zal dus, om liet principe dat hij er in ziet, vóór het voorstel stemmen. De Voorzitter zegt, dat niet do open principicele weg kan bewandeld wor den. De voorzitter mag zijn persoonlijk standpunt niet te veel op den voorgrond stellen, en hij herinnert hierbij aan het Franscho spreekwoord, dat verbiedt te spreken over het touwtje in het huis va.n den gehangene. Om deze reden wil spr. niet te veel ovei deze zaak spreken. Van zijn stand punt is hij echter niet afgegaan. Spr. heefL enkel deze uiteenzetting wil le ufoven, om niet verkeerd verstaan tc worden. De heer nu. Jansen zegt dat wat hem het meest is opgevallen, is, de treu rige wijze,, waarop P. en IV. htm voor- stol hebben toegelicht. Spr. wil ronduit erkennen, dal de geheelonthouder cn zijn pogingen, om zijn bedoeling te bereiken, we! waardeering vinden, maar in het oog van spreker, en vele anderen, staat degene voel hooger, die van al zijn doen on laten, in eten en drinken, matig is. Spv. begrijpt, dat geheelonthouding voor enkelen noodig is om niet tot onmatig heid le vervallen, maar een ideaal is het niet. Er zijn misbruiken, die -niet tc gene zen zijn dan door geheelonthouding; dat is vastgesteld, en daarvoor zou geheelont houding goed ziji Maar moreel stolt hij veel hooger, hem dio matig is, dan hem die in een enkel opzicht nu eens nog verder wil gaan dan matig, en zich geheel van iets onthoudt. Zooals spr. reeds heeft gezegd, zijn be zwaar geldt in hoofdzaak de toelichting. Die toelichting zegt iets anders, dan daarin tc verwachten was. Spr. wijst op do bepaling, dat geen fa brieken en vergunningen zullen worden toegelaten in die wijk, cn op de bewering, dat vergunningen op gemeentegrond steeds zijn geweerd. Welnu, men is nagenoeg uit sluitend grondeigenaar in de Gorzen. Dat middel had men daar dus in de hand, en nu wordt hot hier voorgesteld, alsof de andere grondbezitters alleen vergunningen zouden toelaten. Spr. heeft in do Goizen een localiteit met'vergunning gezien, ter wijl hij meende, dat op don verkochten grond dat niet zou kunnen voorkomen. (Beweging.; Misschien is verzuimd, daarbij er op te letten. Dat het bezwaarlijk zou gaan, deze, voor waarde in de verkoopsvooiwaardon op te nemen, begrijpt spr. niet. Als men do voor waarde stelt, moet de kooper er zich aan houden. Spr. begrijpt ook niet het beroep op dc Drankwet. Dat art. 7 heeft de Raad niet andcis noodig, dan voor zoover dit be treft den grond van anderen. „Wat zullen wc spelen?" Men besloot boompje te verwisselen. Daarna volgden andere spelen, als blin deman en krijgertje. Over dr. Steger scheen een soort be- toovoring te zijn gekomen. Hij sprong als was er niets boldngrijkers to doen in de wereld, dat hot vlug en behendig voor hem uitlooponde meisje tc vangen. Als een ree vloog zij over de graszoden. Zijn bewonderende oogen volgden elk barer be vallige bewegingen. Hoe lief zag ze er uit in hel witte batisten japonnetje met do blauwe ceintuur. Met geheel zijn ziel was hij bij hot spel cn lachte mot de anderen om het hardst. Daarbij straalden* zijn ernstige trekken steeds vroolijker, las tiger, keken zijn oogen steeds helderder en nam zijn anders zoo bleek gelaat steeds levendiger kleur aan. Helena Limbach on juffrouw Wegncr fluisterden meer dan eens met elkaar. „Wat jong ziet hij er vandaag uit. Wer kelijk aardig." Tegen adit uur zocht men moe en hon gerig een nabijgelegen zomerrestaurant op. De jonge meisjes pakten de eetvoorraden uit, die zij meegebracht hadden, eenvou dige boterhammen, belegd met kalfs- vleescli, worst en ham. Het smaakto alles voortreffelijk. Ook dr. Steger liet zich niet lang nooden; men zag hem aan, hoe aan genaam het hem te moede was, en hoe goed hem de hem door zijn assistente toe gereikte broodjes smaakten. liet schui mende, vcrfrisschende hier maakte dc ton gen los. Do dames konden niet uit haar verbazing loskomen. Dr. Steger ontpopte zich als een levendig causeur. Hij gaf allerlei leuke herinneringen uit zijn stu- Ilet voorstel is dus niet gedaan voor „het overgrooto deel van den grond van de Gemeente", maar het is gedaan „om den enkelen bezitter" „van een klein ge deelte" te treffen. Spr. verslaat dan ook niet, dat het argument van B. en \V, zou kunnen gelden, cn hij moet dan ook bij vallen, bij wat de hceren v. Brief Sasse en Wittkampf hebben gezegd, dat dc ge meente ook zonder deze verordening vol doende macht in handen heeft, om daar vergunningen te weigeren. Voorts heeft de heer v. Westendorp te kennen gegeven, dat geen andere wijk voor do toepassing gemakkelijk kan worden aan gewezen, maar art. 35 geeft het gemeente bestuur daartoe toch het recht. Spr. leest art. 7 voor. Daaruit blijkt, dat behalve do eischen vastgesteld bij Kon, Besluit, ook andere eischen kunnen ge steld worden. Ook heeft de heer v. Wes tendorp zich veigisl, dat geen kleine kroe gen op door do gemeente verkochte gron den gevonden worden. Spv. zou dan ook wenschen, dal het voorstel werd gewijzigd, zooals de heer Wittkampf heeft gezegd, en wil voorstel len, naar aanleiding van artt. 7 cn 35, B. en W. uit te noodigen, de verordening zoodanig te wijzigen, dal alleen die zaken daar zullen komen, dio geen kwaad of last veroorzaken. De Voorzitter zegt, dat B. on W. gemeend liebben, dat dit niet goed gaan zal. Do Raad zou kunnen hesluiten, dal den man, die maar veel biedt, de grond verkocht werd, ook met een bestemming, die men liever niet wilde. Tegenover de gemeente is Kortland dc zwakkere zuster, en nu zou deze zulke in richtingen kunnen toestaan. Wordt daaren tegen deze verordening aangenomen, dan heeft zij daarin den steun, om ook op haar gronden zulke inrichtingen te wei geren. De hoeren v. Briel Sasse en Jansen, en ook de heer Wittkampf hebben getoond, matigheidsverdedigers te zijn. Maar men moet wel moedig zijn, om in Schiedam de matigheid te willen loeren. Spr. herin nert hierbij aan een fabel van La Fon taine. Daarom hebben 11. en W. gezegd laten wij nu dozen sta_p doen on spr. cjjmkt de hoeren, die het plandpunt van B. en W„ gerechtvaardigd hebben. De heer Wittkampf protesteert tegen do beschuldiging van den voorzitter, dat allo Schiedammers drinkers zouden zijn. Hij verwerpt die beschuldiging geheel. De heer v. d. Schalk sluit zich hierbij aan. Do Voorzitter heeft hooren zeggen dat matigheid is het toppunt van morali teit, maar als men dat toppunt niet berei ken kan, is het beter zich geheel te ont houden. Spr. heeft volstrekt niet beweerd, dat do Schiedammers allen drinkers zijn. Do heer v. d. Schalk betoogt, dat do menschcn niot matig moeten zijn, maar zich zelf moeten kunnen beheer- s c h e n. Spreker wil nog zeggen, dat in een woon wijk gelegenheden tot drankverkoop belmo ren. De voorzitter vindt dat niet, maar er zijn ook nog menschon, die zulke ge legenheden niet zoo gevaarlijk achten. Ook wil hij er nog op wijzen, dat do statistiek heeft aangetoond, dat verminde ring van gelegenheden tengevolge heeft verineevdcring_ van gebruik. (Protesten.) Nu willen B. en W. den drankverkoop beperken in do woonwijk, maar niet in de fabriekswijk. Maar als men liet gevaar van drankgebruik wil tegengaan, dan moet dat juist in de fabriekswijk geschieden, waar do gevolgen van het misbruik hel meest gevoeld zullen worden cn de meeste ge varen opleveren. Do Voorzitter antwoordt, dat, als denton tijd ten beste en deed af en toe allerlei geestige opmerkingen hooren. Toen men zich tegen negen uur naar huis begaf, liepen Helone en dr. Steger als vanzelf met elkaar. Hot viel hun niet eens op, dal de anderen allemaal vooruit gingen. Bet gesprok, dat zich lusschenhen ontsjion, hield hen ten slotte zoo bezig, dat ze heclcmaal geen tijd hadden, oj) iels anders to letten. De ernstige bibliotheca ris liet zich' weer van een andere zijde kennen. Hij werd plotseling poëtisch en dwepend, en sprak opgewonden en leven dig van den heerlijken zomeravond, van don betooverendon invloed, die er van het bosch uitging, en van don stillen, heiligen vrede in do natuur. Toen prees hij don genotvollen, tnooien namiddag. Sinds lan gen, langen tijd luid hij zich niot zoo van ganscher harte vroolijk, zoo jeugdig op gewekt, zoo geheel vrij van den ernst en de zorgen van het dagelijksch leven ge voeld. Een dag van reine vreugde, vol schoonheid, geur en glans, vol poëzie cn jeugdgeluk! „En u, juffrouw Holcnc, heb ik die heerlijke uren in dc eerste plaats le danken," eindigde hij, en greep, door zijn gevoel overmand, haar hand en drukte die hartelijk. Zij voelde den druk zijner vingers tot in haar aderen en zenuwen; haar hart klopte luide en in haar ooi- klonk nog steeds de weeke, innige klank, waarmee hij haar voor de eerste maal bij den voornaam genoemd had. Een hooien tijd liepen ze zoo hand in hand naast elkaar, tot zij haar vingers eindelijk zacht uit do zijne losmaakte. Toen verstomde het gesprek en zwijgend Jog den zij den verderen weg naar huis af. Toen Helene zich een uurtje later ter B. eti W. dat haddon kunnen doen, zij hel zeker ook gedaan zouden hebben. De heer Wittkampf blijft van mee- ning, dat de woorden van don voorzitter de hesehuldiging inhield, dat do Schiedam mers drinkets zijn. Deze toch heeft ge zegd: „Hij behoort moed te hebben die aan de Schiedammers matigheid wil loeren". Met andere woorden, die hun matigheid wil lccren, kan rekenen oj> een afstraffing. Uit dio-.uitdrukking moet gelezen worden, dat zij drinkers zijn. Dc* Voorzitter zegt, dat hier onwille keurig veel gelegenheden zijn om do matig heid iu gevaar te brengen, en hel is daar door niet gemakkelijk, hier matig te blij ven. Spr. acht de menschcn hoog, die hier matig gebleven zijn; hij verwondert zich daarover en meent op dezen groiul juist te moeten zeggen: laat ons dubbel oppassen. Een der branders heeft spr. eens gezegd ik wilde, dat de diank ongevaarlijk gemaakt kon worden. Deze erkende dus het gevaar. Spr. jroor zich is overtuigd, dat, wie niet drinkt boter uit is dan die wel drinkt, ook al drinkt hij matig. De heer Wittkampf kon welen, hoe spr, over de Schiedammers denkt, en hij acht ze hoog genoeg, om zo niet zóó te kwa- lificeeren, als de lieer Wittkampf hem nu in den mond legt, maar voor don Schie- damschen werkman acht spr. het 't ver standigst, dat hij in liet geheel geen drank gebruikt. Do heer v. "Westendorp meent dat 11. en W. het toch wol goed gezien hebben dat /.ij niet al le veel moesten wagen. Dooi den beer v. d. Schalk is gezegd pas -le middling toe op de fabriekswijk. Maar ook in deze wijk zullen werklieden komen wonen, n.l. achter do gtoote wijk, zoodra die gumden in exploitatie'komen, zal daar een arbeiderswijk worden gebouwd. Dan wil spr. er op wijzen, dat aan 13. en W. Kortland voor den -loet is geworpen, als zou de verordening alleen strekken om die maatschappij te kunnen treffen. Muur als die opvattitng weikelijk bestaat, dan wil spr. een amendement Do heer mr. Jansen: Dat heb ik niet gezegd. De heer v. Westendorp; mr. J an - -en heeft gezegd, ik heli er niets in gezien - dan een De lieer mr. J an sen: Gaat u door. De lieer v. W" e s t n d o r p Vul u hot woord in, dan weet ik of ik mij vergis. Dc heer M r. J a n s o n merkt op dat Kort land niet noemenswaard bij deze kwestie is betrokkenhoogstens voor één enkele straat. De Vincentius-veiecniging heeft daar veel racer grond liggen. Spr. heeft in eerste instantie te kennen gegeven dat de toelichting hem tegen de borst stuitte, omdat daarin gezochte redenen te over zijn en ernstige redenen daarin wor den gemist. Er wordt daarin o.m. ook gezegd dat de vei ordening geheel voor do toekomst geldt, maar spr. meent dat er ook al vergun ningen zijn, o.a. in de Fabrislraat. Maar die ecne zinancde maakt hem bang, doet hem vreezei dat er iets inzit wat liet ugendoel moet bedoelen van wat er slaat. Spr. herinnert zich nog uit zijn studenten tijd dat prof. Kussering bij gelegenheid van zijn lessen in staatswetenschappen, heeft ge zegd dat onder de re»...uur \.in Koning Willem I, als een ontwerp werd voorgedra gen, waarin de geest van vrijhandel werd be- \orderd, iuisl het tegendeel stond in de toe lichting die een pleidooi was voor pioteclie, en bij een ontwerp dat do protectie bedoel de, een lofrede werd, gehouden op den vrij handel. Dat zinnetje nu lijkt spr. ook ;.oo tc zijn. De Y o o r zift e r: Dank u Do lieer •Tanseii moet niet andoren beoordeelen als hem zelf past. Hij mag niet zeggen dal 13. en W. een onware toelichting geven. Als mr. Jansen de wet niet genoeg kent, dan kan bij inliclitin- rust begaf, glimlacHo zo in één stuk door, gelukkig voor zie/ heen; haar levendige fanlazie spiegeld baar de gelukkigste mo gelijkheden voor. 'Of zij misschien het vol gend jaar dc Pinksteren in een eigen te huis zou vieren? Op hetzelfde oogenblik stond dr. Steger in zijn eenzame vrijgczellenkatner. Jlijhad niet dc moeite genomen de lamp aan to steken. Bet was hom zoo licht en helder, dat hij van de om omgevende duisternhis niets merkte. Hij bevond zich in een zoo heerlijke, vergenoegde stemming, door zijn horst bruisten zulke stormachtige ge voelens, dat hij nog niets geen neiging tol slapen gevoelde. Plotseling breidde hij zijn armen wijd uit en met volle kracht van zijn longen begon hij een Pinkster lied le doeiameeren. Een luid kloppen aan don muur brak liet gezang af en een grove vrouwenstem klonk uit de kamer er naast: „Maar dok ter, het is slapenstijd." Hij schrok in Let eerste oogenblik en trok oen teleurgesteld, boos gezicht. Maar terstond erop lachte hij weer vroolijk en met zachte, fluisterende stem sprak hij voor zich heen„Jo zult mo niet lang moer zien, oude draak. Ik weet wat ik doe, jawel I" Zwijgend kleedde hij zich uit; maar nog lang Jag hij wakker in zijn bed, genietend van gelukkige, heerlijke toekomstdroomen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 10