STAPSX1FATWS.
Dit don iremeentcraad.
(Vervolg.)
V1*ij van sterken drank.
Volgu. 20 dor agenda: Voorstel van
B. en \Y. tol, vaststelling eener verorde
ning tot aanwijzing van wijken en stra
ten, waar geen Drankwetvergunningerl mo
gen worden verleend (art. 7, le lid, sub to
der Drankwet), lokte een langdui igu en
liettigu discussie uit.
Do heer WiLtkampf hoeft in de toe
lichting tot dit voorstel, in de derde alinea
gelezen: „Doch wil men werkelijk daar
„een goede woonwijk zien verrijzen, dan
„moeten, naar ons oordeel, niet alleen de
„fabrieken, maar ook do vorgunningsloka-
„liteiten worden geweerd."
Spr. zou dit oordeel niet gaarne on
derschrijven en vraagt: in welke wijk wo
nen wij dan wet? En om eenvoudig alle
gelegenheden voor drank verkoop in die
wijk onmogelijk te maken, vindt hij wel
wal to ver gedreven. Spr.'s indruk van
het voorstel is dan ook, dal het aan
overdrijving lijdt.
Drank is geen dynamiet.
Eoa dergelijke verordening bewijst al te
veel de diepe verachting, die men voor
dit handelsartikel gevoelt, en spr. zou
wel eens willen hooren hoe men een wijk
kwalificeert, waar wél een gelegenheid tot
clrunkverkoop is. Spr. zal dan ook we
gens te verre strekking tegen hot voorstel
stemmen.
De Voorzitter merkt op, dat het
voorstel niet is gericht tegen den drank-
of tegen de vergunningen in 't algemeen.
Logement-vergunningen kunnen voor die
wijk immers toch verleend worden, ook
met deze verordening. Wat 11. on W.
bij dit voorstel gedacht hebben, is dit:
willen wij daar een aangename woon
plaats geven, waarin de rust niet ver
stoord wordt, dan moeten de drankvor-
gurmingen daarin geen plaats kunnen vin
den. Er is niemand die zegt: Hè, als ik
eens een kroegje naast mij bad, even
min als dat iemand gaarne een industrie
als do Chemische Fabriek naast zich heeft.
Do gemeente wil trachten daar een uis-
tigc, aangename woonwijk te maken en
dus daaruit weren al datgene, wat het
aangename niet verhoogt.
Den heer v. Br iel Sas se moet liet
van 't hart, dat hij met het voorstel niet
kan meegaan. Hij gelooft niet dat dekeuze
van wijk voor een dergelijke verordening
gelukkig is. De plaatsen, waar zoo obscuur
to work wordt gegaan, daar zouden der
gelijke lokaliteiten geweerd moeten wor
den. Maar in de wijken, waar dergelijke
localiteiten flink zijn ingericht en do be
zoekers voor aller oogen in- en uitgaan,
daar zijn die nie-t zoo gevaarlijk dat ze
geweerd behoeven to worden.
Wil men dus een dergelijke verordening,
dan zou die moeten worden gemaakt voor
een ander deel der gemeente.
Men mag ook niet zeggen, dat een wijk
verlaagd wordt door zulke inrichtingen,
en hoewel ook spr. wel wat gevoelt voor
do drankbestrijding, meent hij toch dat
men daarom niet tot overdrijving moet
vervallen.
De heer G o s 1 i n g a \vil gaarne een
woord van verdediging spreken van dit
voorstel, dat hij met sympathie heeft be
groet. Reeds bij de begrooting hooft hij
gezegd met hoeveel vreugde hij dit voor
stel heeft ontvangen, vooral omdat het
een eerste stap is om van overheidswege
aan do drankbestrijding deel te nemen.
Men kan hot met. den heer Wittkampt
eens zijn, dat drankgebruik niet voor allen
gevaar oplevert, maar toch acht spr.'t nood
zakelijk dat gebruik zooveel mogelijk te
bestrijden door den verkoop to beteugelen.
nasiast Paul, dio do deur geopend had,
stormde met oen hoogrood gelaat in de
woonkamer, waarin zijn moeder en zus-
tei zaten.
„Doctor Steger,"* kondigde hij aan. „Ik
heb hem in den saion gelaten."
Tlelene sprong als geêlectriseerd in de
hoogte. Ook do wedtnvo Limbach, die go-
lokkig reeds in vol toilet was, verhief zich
van haar stoel on wierp een vragende»,
verwonderden blik op haar oudste doch
ter, die hevig bloosde. Beide dames be
gaven zich nu naar de aangrenzende ka
mer. Dr. Steger was deftig in 't zwart ge
kleed en hield een glanzenden cylinder
in do hand.
„(k was reeds lang van plan, mevrouw,
om ii als collega van mejuffrouw uw
dochter, mijn opwachting te maken en u
mee te doelen, wat mejuffrouw uw doch-
tei u, naar ik hoop, reeds heeft meege
deeld, dat wij het zeer goed met elkaar
kunnen vinden, en dat ik in haar oen zeer
flinke assistente heb."
Mevrouw Limbach straalde van vreugde.
„Dot is mij een groot genoegen dit te
hooren. Ik dank u hartelijk."
Zij noodigdö hein uit om te gaan zit
ten en men praatte opgewekt oen half
uurtje. De bibliothecaris was reeds opge
staan, maar hij nam nog geen afscheid,
scheen nog iets op hot hart te hebben.
Eindelijk kwam hij er, oen beetje verlegen,
rnce voor den dag.
„Ik zou nog wel een verzoek willen doen.
Mejuffrouw uw dochter heeft mij de Dui
velsbergen zoo verlokkend geschilderd, dat
ik u zou willen verzoeken, mij toe te
slaan, hedenmiddag met u mee tc gaan.
Wederom bloosde Helena Limbach he-
Dat kan, door beperking van hot maxi
mum aantal vergunningen en verbod van
vergunningen in bepaalde wijken. Men zou
dit kunnen noemen een local option in
gewijzigden vorm. Hier is liet niet do ge
heele gemeente, maar een wijk, waar
drankvergunuingen geweerd worden. Spr.
zou daar ook geen bezwaar togen hebben,
wanneer het de geheele gemeente gold,
want wil men drinken, dan kan men dat
in huis toch doen...
Stemmen: water of thee
De heer Goslinga: .TuisL om het be
ginsel, dat aan deze verordening ten grond
slag ligt, juicht spr. het voorstel toe.
De Voorzitter wijst er op, dat het
hier in hoofdzaak betreft bouwgrond, die
eigendom der gemeente is. Hij meent dat
o. a. Kortland dankbaar zal zijn voorden
steun, dien zij met deze verordening krijgt,
om dergelijke inrichtingen niet te behoe
ven toe te laten.
Spr. gelooft ook niet, dat de Raad be
reid zou zijn om op den, gemeentegrond
dergelijke lokaliteiten too to laten. Bij
grondverkoop is trouwens altijd de be
paling opgenomen, dat daarop geen ver-
gunningslokalileiten mogen gesticht wor
den.
Stellig had spr. gedacht, dat de Raad
dit voorstel unaniem zoo hebben aange
nomen.
Het is niet de bedoeling, dat agressief
zal worden opgetreden door Schiedam,
maar enkel preventief, en dat laatste acht
spr. toch aanbevelenswaardig.
De heer Wittkampt merkt op, dat
met wat de voorzitter heeft gezegd
n.l. dat het ia hoofdzaak gemeente-bouw
grond betreft de verordening veroor
deeld wordt. Waar de voorzitter de Che
mische Fabriek in vergelijking stelt me'
een behoorlijk café, daar blijkt reeds hoe
zeer hij aan overdrijving lijdt.
En door den heer Goslinga wordt wel
„ezegd: men kan thuis wel drinkenmaar
dat is zooveel duurder, omdat het ge
vaarlijker is.
Ook zal men, wanneer men elke gele
genheid voor drankverkoop weert, daar
niet meer dicht bij huis den drank kun<
nen laten halen, maar moot, men daar
voor kilometers ver loopen, en dat maakt
toch zeker het wonen in die wijk niet
aangenamer.
Spr. is sterk togen drankmisbruik, en
spr. zal ook gaarne zien, dat iemand niet
te veel drinkt en juist door het kweeken
van het buitenshuis drinken, leert men
de inonschen matigheid.
Do heer v. W es tend orp is niet voor
geheel-ontjiouding, maar wel tegen mis
bruik. tiet verrijzen van kroegjes is voor
de omgoving gewoonlijk niet amusant en
dat zijn allen wel met hem eens. Ook
de heer ïur. v. BrioL Susso erkent ihet
gevaar van veel kroegjes, en wil de klei
nere, de obscure gelegenheden weren.
Als men kon zeggen: die willen ,wc
daar, en die niet,, dan...
Stemmen: Dat kan. gebeuren.
Do hoer v. Westendorp: Ook heeft
de heer v, Briel Sassc gezegd: de keuze
der wijk is niet gelukkig. Spr. wil er
daartegenover op wijzen, dat dit terrein
nog geheel maagdelijk is ea daarmede dus
het gemakkelijkst de verordening is uit
te voeren. Niemand wordt belet een bor
rel to drinken, en de kilometers, die men
hier ter stede heeft af te leggen aim in
oen andere wijk le koimon, zijn niet zoo
vele.
In dio wijk zullen niet enkel gegoeden
komen wonen; daarachter komt ook een
gedeelte waar avbcideiswoniugen zullen
verrijzen, zoodat de werklieden daarlangs
zullen komen. Ea waar men weet dat
velen hunner de gewoonte hebben, om,
als zij van do werkplaats naar huis gaan,
even een kioegje in te schieten, waar
vig, en weer vloog een vragende blik uit
de oogen van mevrouw Limbach naar haar
dochter. Het volgend oogenblik antwoord
de zij hoffelijk: „Gaarne. Het zal ons
zeer aangenaam zijn, als u ons uw ge
zelschap wilt schenken. Om drie uur ver
trekken wij. Misschien wilt u zoo vrien
delijk zijn, ons af tc halen."
Precies op den afgesproken tijd meldde
zich (le bibliothecaris aan; men dronk
gezamenlijk koffie en begaf zich op weg.
Vooraan gingen mevrouw Limbach en dr.
Steger, achter hen de gymnasiast en zijn
jonger, 12-jarig zusje, en ten slotte volgde
de Helena met haar collega juffrouw Weg-
ner. Do beide jonge meisjes fluisterden
mot elkaar. Zo waren nog geheel vol van
bewondering en ondervonden tevens een
gevoel van levendige bevrediging erover,
dat hun gestrenge chef het niet versmaad
de, hun buiten do diensturen mot zijn te
genwoordigheid te vereoren.
Om vijf uur kwam men bij het doel
der wandeling aan. Men zocht een rus
tig, mooi golegen plaatsje uit. Het was
een heerlijke Meidag. Met volle teugen
ademde het troepje, dat zich op het groene
mostapijt had neergevleid, om eerst een
weinig uit to rusten, do geurige bosch-
lucht in. Een zacht koeltje streek dooi
de bloesoms der boomen, en als een fluis
teren ging het door de zacht bewogen tak
ken. Het lied van een vink klonk ver door
liet woud. De heide assistenten wisselden
in stilte vroolijke blikken. Was het niet
wonderbaarlijk? Wie zou gisteren nog ge
dacht hebben, dat de ernstige dr. Steger
hier zoo behaaglijk cn gemoedelijk tus-
srhen hen in op den grond zou liggen?
Helena was het, die het eerst opsprong.
zij langs komen, om een borrel te drin-
men, daar* is het goed dat hij niet zulke
inrichtingen passeert. Het staat toch zeker
vast: de gelegenheid maakt ilea dief.
En bovendien, als later blijkt dat een
groot café of logement daar gewenscht is,
dan behoeft daarvoor do verordening geen
onoverkomelijk bezwaar te zijn.
De heer De Bruin meent dat het een
strijd wordt over fatsoenlijke en onfatsoen
lijke cafe's. In fatsoenlijke wijken mogen
fatsoenlijke café's verrijzen, en alleen on
fatsoen.ijke kroegjes in onfatsoenlijke wij
ken.
Spr. kan de theorie niet begrijpen van
den heer Wittkampf, om door het ver
kenen van draökvergunningen hcUlrank-
misbmik te weren.
Spr. beschouwt het voorstel vau B. en
W. als een demonstratie vau overheids
wege tegen drankmisbruik, en wil het
alleen als zoodanig steunen. Spr. en zijn
partijgenooten bestrijden niet enkel hel
misbruik, maar achten het geheele drank
gebruik in het nadeel der bevolking. Hij
zal dus, om liet principe dat hij er in
ziet, vóór het voorstel stemmen.
De Voorzitter zegt, dat niet do
open principicele weg kan bewandeld wor
den. De voorzitter mag zijn persoonlijk
standpunt niet te veel op den voorgrond
stellen, en hij herinnert hierbij aan het
Franscho spreekwoord, dat verbiedt te
spreken over het touwtje in het huis va.n
den gehangene.
Om deze reden wil spr. niet te veel
ovei deze zaak spreken. Van zijn stand
punt is hij echter niet afgegaan.
Spr. heefL enkel deze uiteenzetting wil
le ufoven, om niet verkeerd verstaan tc
worden.
De heer nu. Jansen zegt dat wat
hem het meest is opgevallen, is, de treu
rige wijze,, waarop P. en IV. htm voor-
stol hebben toegelicht. Spr. wil ronduit
erkennen, dal de geheelonthouder cn zijn
pogingen, om zijn bedoeling te bereiken,
we! waardeering vinden, maar in het oog
van spreker, en vele anderen, staat degene
voel hooger, die van al zijn doen on laten,
in eten en drinken, matig is.
Spv. begrijpt, dat geheelonthouding voor
enkelen noodig is om niet tot onmatig
heid le vervallen, maar een ideaal is het
niet. Er zijn misbruiken, die -niet tc gene
zen zijn dan door geheelonthouding; dat
is vastgesteld, en daarvoor zou geheelont
houding goed ziji
Maar moreel stolt hij veel hooger, hem
dio matig is, dan hem die in een enkel
opzicht nu eens nog verder wil gaan dan
matig, en zich geheel van iets onthoudt.
Zooals spr. reeds heeft gezegd, zijn be
zwaar geldt in hoofdzaak de toelichting.
Die toelichting zegt iets anders, dan daarin
tc verwachten was.
Spr. wijst op do bepaling, dat geen fa
brieken en vergunningen zullen worden
toegelaten in die wijk, cn op de bewering,
dat vergunningen op gemeentegrond steeds
zijn geweerd. Welnu, men is nagenoeg uit
sluitend grondeigenaar in de Gorzen. Dat
middel had men daar dus in de hand, en
nu wordt hot hier voorgesteld, alsof de
andere grondbezitters alleen vergunningen
zouden toelaten. Spr. heeft in do Goizen
een localiteit met'vergunning gezien, ter
wijl hij meende, dat op don verkochten
grond dat niet zou kunnen voorkomen.
(Beweging.;
Misschien is verzuimd, daarbij er op
te letten.
Dat het bezwaarlijk zou gaan, deze, voor
waarde in de verkoopsvooiwaardon op te
nemen, begrijpt spr. niet. Als men do voor
waarde stelt, moet de kooper er zich aan
houden.
Spr. begrijpt ook niet het beroep op dc
Drankwet. Dat art. 7 heeft de Raad niet
andcis noodig, dan voor zoover dit be
treft den grond van anderen.
„Wat zullen wc spelen?"
Men besloot boompje te verwisselen.
Daarna volgden andere spelen, als blin
deman en krijgertje.
Over dr. Steger scheen een soort be-
toovoring te zijn gekomen. Hij sprong als
was er niets boldngrijkers to doen in de
wereld, dat hot vlug en behendig voor
hem uitlooponde meisje tc vangen. Als
een ree vloog zij over de graszoden. Zijn
bewonderende oogen volgden elk barer be
vallige bewegingen. Hoe lief zag ze er
uit in hel witte batisten japonnetje met
do blauwe ceintuur. Met geheel zijn ziel
was hij bij hot spel cn lachte mot de
anderen om het hardst. Daarbij straalden*
zijn ernstige trekken steeds vroolijker, las
tiger, keken zijn oogen steeds helderder
en nam zijn anders zoo bleek gelaat steeds
levendiger kleur aan.
Helena Limbach on juffrouw Wegncr
fluisterden meer dan eens met elkaar.
„Wat jong ziet hij er vandaag uit. Wer
kelijk aardig."
Tegen adit uur zocht men moe en hon
gerig een nabijgelegen zomerrestaurant op.
De jonge meisjes pakten de eetvoorraden
uit, die zij meegebracht hadden, eenvou
dige boterhammen, belegd met kalfs-
vleescli, worst en ham. Het smaakto alles
voortreffelijk. Ook dr. Steger liet zich niet
lang nooden; men zag hem aan, hoe aan
genaam het hem te moede was, en hoe
goed hem de hem door zijn assistente toe
gereikte broodjes smaakten. liet schui
mende, vcrfrisschende hier maakte dc ton
gen los. Do dames konden niet uit haar
verbazing loskomen. Dr. Steger ontpopte
zich als een levendig causeur. Hij gaf
allerlei leuke herinneringen uit zijn stu-
Ilet voorstel is dus niet gedaan voor
„het overgrooto deel van den grond van
de Gemeente", maar het is gedaan „om
den enkelen bezitter" „van een klein ge
deelte" te treffen. Spr. verslaat dan ook
niet, dat het argument van B. en \V, zou
kunnen gelden, cn hij moet dan ook bij
vallen, bij wat de hceren v. Brief Sasse
en Wittkampf hebben gezegd, dat dc ge
meente ook zonder deze verordening vol
doende macht in handen heeft, om daar
vergunningen te weigeren.
Voorts heeft de heer v. Westendorp te
kennen gegeven, dat geen andere wijk voor
do toepassing gemakkelijk kan worden aan
gewezen, maar art. 35 geeft het gemeente
bestuur daartoe toch het recht.
Spr. leest art. 7 voor. Daaruit blijkt, dat
behalve do eischen vastgesteld bij Kon,
Besluit, ook andere eischen kunnen ge
steld worden. Ook heeft de heer v. Wes
tendorp zich veigisl, dat geen kleine kroe
gen op door do gemeente verkochte gron
den gevonden worden.
Spv. zou dan ook wenschen, dal het
voorstel werd gewijzigd, zooals de heer
Wittkampf heeft gezegd, en wil voorstel
len, naar aanleiding van artt. 7 cn 35,
B. en W. uit te noodigen, de verordening
zoodanig te wijzigen, dal alleen die zaken
daar zullen komen, dio geen kwaad of
last veroorzaken.
De Voorzitter zegt, dat B. on W.
gemeend liebben, dat dit niet goed gaan
zal. Do Raad zou kunnen hesluiten, dal
den man, die maar veel biedt, de grond
verkocht werd, ook met een bestemming, die
men liever niet wilde.
Tegenover de gemeente is Kortland dc
zwakkere zuster, en nu zou deze zulke in
richtingen kunnen toestaan. Wordt daaren
tegen deze verordening aangenomen, dan
heeft zij daarin den steun, om ook op
haar gronden zulke inrichtingen te wei
geren.
De hoeren v. Briel Sasse en Jansen, en
ook de heer Wittkampf hebben getoond,
matigheidsverdedigers te zijn. Maar men
moet wel moedig zijn, om in Schiedam
de matigheid te willen loeren. Spr. herin
nert hierbij aan een fabel van La Fon
taine. Daarom hebben 11. en W. gezegd
laten wij nu dozen sta_p doen on spr. cjjmkt
de hoeren, die het plandpunt van B. en
W„ gerechtvaardigd hebben.
De heer Wittkampf protesteert tegen
do beschuldiging van den voorzitter, dat
allo Schiedammers drinkers zouden zijn.
Hij verwerpt die beschuldiging geheel.
De heer v. d. Schalk sluit zich hierbij
aan.
Do Voorzitter heeft hooren zeggen
dat matigheid is het toppunt van morali
teit, maar als men dat toppunt niet berei
ken kan, is het beter zich geheel te ont
houden. Spr. heeft volstrekt niet beweerd,
dat do Schiedammers allen drinkers zijn.
Do heer v. d. Schalk betoogt, dat do
menschcn niot matig moeten zijn, maar
zich zelf moeten kunnen beheer-
s c h e n.
Spreker wil nog zeggen, dat in een woon
wijk gelegenheden tot drankverkoop belmo
ren. De voorzitter vindt dat niet, maar
er zijn ook nog menschon, die zulke ge
legenheden niet zoo gevaarlijk achten.
Ook wil hij er nog op wijzen, dat do
statistiek heeft aangetoond, dat verminde
ring van gelegenheden tengevolge heeft
verineevdcring_ van gebruik.
(Protesten.)
Nu willen B. en W. den drankverkoop
beperken in do woonwijk, maar niet in de
fabriekswijk. Maar als men liet gevaar van
drankgebruik wil tegengaan, dan moet dat
juist in de fabriekswijk geschieden, waar
do gevolgen van het misbruik hel meest
gevoeld zullen worden cn de meeste ge
varen opleveren.
Do Voorzitter antwoordt, dat, als
denton tijd ten beste en deed af en toe
allerlei geestige opmerkingen hooren.
Toen men zich tegen negen uur naar
huis begaf, liepen Helone en dr. Steger
als vanzelf met elkaar. Hot viel hun niet
eens op, dal de anderen allemaal vooruit
gingen. Bet gesprok, dat zich lusschenhen
ontsjion, hield hen ten slotte zoo bezig,
dat ze heclcmaal geen tijd hadden, oj) iels
anders to letten. De ernstige bibliotheca
ris liet zich' weer van een andere zijde
kennen. Hij werd plotseling poëtisch en
dwepend, en sprak opgewonden en leven
dig van den heerlijken zomeravond, van
don betooverendon invloed, die er van het
bosch uitging, en van don stillen, heiligen
vrede in do natuur. Toen prees hij don
genotvollen, tnooien namiddag. Sinds lan
gen, langen tijd luid hij zich niot zoo van
ganscher harte vroolijk, zoo jeugdig op
gewekt, zoo geheel vrij van den ernst en
de zorgen van het dagelijksch leven ge
voeld. Een dag van reine vreugde, vol
schoonheid, geur en glans, vol poëzie cn
jeugdgeluk! „En u, juffrouw Holcnc, heb
ik die heerlijke uren in dc eerste plaats
le danken," eindigde hij, en greep, door
zijn gevoel overmand, haar hand en drukte
die hartelijk. Zij voelde den druk zijner
vingers tot in haar aderen en zenuwen;
haar hart klopte luide en in haar ooi-
klonk nog steeds de weeke, innige klank,
waarmee hij haar voor de eerste maal bij
den voornaam genoemd had.
Een hooien tijd liepen ze zoo hand in
hand naast elkaar, tot zij haar vingers
eindelijk zacht uit do zijne losmaakte. Toen
verstomde het gesprek en zwijgend Jog
den zij den verderen weg naar huis af.
Toen Helene zich een uurtje later ter
B. eti W. dat haddon kunnen doen, zij
hel zeker ook gedaan zouden hebben.
De heer Wittkampf blijft van mee-
ning, dat de woorden van don voorzitter
de hesehuldiging inhield, dat do Schiedam
mers drinkets zijn. Deze toch heeft ge
zegd: „Hij behoort moed te hebben die aan
de Schiedammers matigheid wil loeren".
Met andere woorden, die hun matigheid
wil lccren, kan rekenen oj> een afstraffing.
Uit dio-.uitdrukking moet gelezen worden,
dat zij drinkers zijn.
Dc* Voorzitter zegt, dat hier onwille
keurig veel gelegenheden zijn om do matig
heid iu gevaar te brengen, en hel is daar
door niet gemakkelijk, hier matig te blij
ven. Spr. acht de menschcn hoog, die hier
matig gebleven zijn; hij verwondert zich
daarover en meent op dezen groiul juist te
moeten zeggen: laat ons dubbel oppassen.
Een der branders heeft spr. eens gezegd
ik wilde, dat de diank ongevaarlijk gemaakt
kon worden. Deze erkende dus het gevaar.
Spr. jroor zich is overtuigd, dat, wie
niet drinkt boter uit is dan die wel drinkt,
ook al drinkt hij matig.
De heer Wittkampf kon welen, hoe spr,
over de Schiedammers denkt, en hij acht
ze hoog genoeg, om zo niet zóó te kwa-
lificeeren, als de lieer Wittkampf hem nu
in den mond legt, maar voor don Schie-
damschen werkman acht spr. het 't ver
standigst, dat hij in liet geheel geen drank
gebruikt.
Do heer v. "Westendorp meent dat
11. en W. het toch wol goed gezien hebben
dat /.ij niet al le veel moesten wagen. Dooi
den beer v. d. Schalk is gezegd pas -le
middling toe op de fabriekswijk. Maar
ook in deze wijk zullen werklieden komen
wonen, n.l. achter do gtoote wijk, zoodra die
gumden in exploitatie'komen, zal daar een
arbeiderswijk worden gebouwd.
Dan wil spr. er op wijzen, dat aan 13. en
W. Kortland voor den -loet is geworpen, als
zou de verordening alleen strekken om die
maatschappij te kunnen treffen. Muur als
die opvattitng weikelijk bestaat, dan wil spr.
een amendement
Do heer mr. Jansen: Dat heb ik niet
gezegd.
De heer v. Westendorp; mr. J an -
-en heeft gezegd, ik heli er niets in gezien -
dan een
De lieer mr. J an sen: Gaat u door.
De lieer v. W" e s t n d o r p Vul u hot
woord in, dan weet ik of ik mij vergis.
Dc heer M r. J a n s o n merkt op dat Kort
land niet noemenswaard bij deze kwestie is
betrokkenhoogstens voor één enkele straat.
De Vincentius-veiecniging heeft daar veel
racer grond liggen.
Spr. heeft in eerste instantie te kennen
gegeven dat de toelichting hem tegen de
borst stuitte, omdat daarin gezochte redenen
te over zijn en ernstige redenen daarin wor
den gemist. Er wordt daarin o.m. ook gezegd
dat de vei ordening geheel voor do toekomst
geldt, maar spr. meent dat er ook al vergun
ningen zijn, o.a. in de Fabrislraat.
Maar die ecne zinancde maakt hem bang,
doet hem vreezei dat er iets inzit wat liet
ugendoel moet bedoelen van wat er slaat.
Spr. herinnert zich nog uit zijn studenten
tijd dat prof. Kussering bij gelegenheid van
zijn lessen in staatswetenschappen, heeft ge
zegd dat onder de re»...uur \.in Koning
Willem I, als een ontwerp werd voorgedra
gen, waarin de geest van vrijhandel werd be-
\orderd, iuisl het tegendeel stond in de toe
lichting die een pleidooi was voor pioteclie,
en bij een ontwerp dat do protectie bedoel
de, een lofrede werd, gehouden op den vrij
handel.
Dat zinnetje nu lijkt spr. ook ;.oo tc zijn.
De Y o o r zift e r: Dank u Do lieer
•Tanseii moet niet andoren beoordeelen als hem
zelf past.
Hij mag niet zeggen dal 13. en W. een
onware toelichting geven. Als mr. Jansen de
wet niet genoeg kent, dan kan bij inliclitin-
rust begaf, glimlacHo zo in één stuk door,
gelukkig voor zie/ heen; haar levendige
fanlazie spiegeld baar de gelukkigste mo
gelijkheden voor. 'Of zij misschien het vol
gend jaar dc Pinksteren in een eigen te
huis zou vieren?
Op hetzelfde oogenblik stond dr. Steger
in zijn eenzame vrijgczellenkatner. Jlijhad
niet dc moeite genomen de lamp aan to
steken. Bet was hom zoo licht en helder,
dat hij van de om omgevende duisternhis
niets merkte. Hij bevond zich in een zoo
heerlijke, vergenoegde stemming, door zijn
horst bruisten zulke stormachtige ge
voelens, dat hij nog niets geen neiging
tol slapen gevoelde. Plotseling breidde hij
zijn armen wijd uit en met volle kracht
van zijn longen begon hij een Pinkster
lied le doeiameeren.
Een luid kloppen aan don muur brak
liet gezang af en een grove vrouwenstem
klonk uit de kamer er naast: „Maar dok
ter, het is slapenstijd."
Hij schrok in Let eerste oogenblik en
trok oen teleurgesteld, boos gezicht. Maar
terstond erop lachte hij weer vroolijk en
met zachte, fluisterende stem sprak hij
voor zich heen„Jo zult mo niet lang
moer zien, oude draak. Ik weet wat ik
doe, jawel I"
Zwijgend kleedde hij zich uit; maar nog
lang Jag hij wakker in zijn bed, genietend
van gelukkige, heerlijke toekomstdroomen.