yooeTjdames. schillende geesten eenstemmig zijn. is er voor de belanghebbenden reden, goed te luisteren. Die reden, om te luisteren, is er vooral ook, wanneer twee polen als ten slotte de wecrgalooze practicus Zim merman en de zeker niet minder prac- tische Levy hetzelfde desideratum op den voorgrond schuivenklanten-crediet-beper- king, ja crediet-opheffing. Hier spreken de beide bekwame mannen woorden naar het hart van den Middenstand, en zeker zal ieder weldenkende hoezeer overigens met hen van opinie verschillend moe ten toegeven, dat in de moeste steden van Nederland het leveren op rekening de aller-, allergrootste fout is, waartegen niet krachtig genoeg te velde wordt ge trokken. Overigens is het antwoord van burge meester Zimmerman het uitvoerigst en het merkwaardigst. Zeer zeker zal het den middenstander niet geheel aangenaam in de ooren klinken. Maar juist daarom zal een verstandig middenstander daarnaar gaarne luisteren, wetend dat de vriend, „die mij mijn feilen toont", meer waarde voor hem heeft, zoo hij al niet meer waard is dan de vriend, die naar den mond praat. Eerst schuift mr. Zimmerman do gewone congres-huismiddeltjes voor den midden stand op zijde. Regeeringshulp, staats commissies-hulp, wetgevings-hulp weg. Al te veel onderwijs hoort, allen, die in onderwijs een panacee zien weg. Wij citeercn: „Het voortgezet onderwijs moet zeker „ook met uw behoeften rekening houden, „maar de zaken, welke gij uitoefent, zijn „te verscheiden van aard, dan dat hier „van ander dan van algemeen ontwikke lend onderricht sprake zou kunnen zijn. „De specialiseering kan de overheid uw „kinderen niet schenken; die vinden zij „slechts door leerjaren in de praktijk, en „ik waag zelfs de stelling, dat een te „lang voortgezet schoolonderwijs een ge- „vaar kan-'Worden voor uw klasse, zoo- „als voor menige andere. Niet zij, die „lang luisterden naar het woord van den „onderwijzer, maar zij, die jong in den „strijd des levens traden, plegen vooraan „te komen in de Maatschappij. Niet de „door anderen klaargemaakte opvatting, „maai' wat een. oorspronkelijke geest in „hel moeilijk leven van lederen dag zich zelf verovert, is in elke klasse do grond slag, waarop de leiders staan."' Goedkoop staatscrediet weg. Het kan niet en het mag niet. Vijandigheid tegenover warenhuizen onzin. Zij moeten uw voorbeeld zijn, gij moet n zoo ook concentrcercn, gij moot streven naar afzonderlijke afspraken, wel ke de voordeden va.n het warenhuis- systeem aan afzonderlijke ondernemingen ten goede doen komen. En dan trekt de jonge 'burgervader ditmaal zeker gevolgd door het geheele middenstandslegor op tegen het ver schaffen van crediet aan klanten. Vervolgens wordt do middenstand nog vermaand en hier zal wel niemand van andere meening zijn otn belang te stellen in het gemeentebestuur. Gij zijt, zoo heet het ongeveer, meer dan anderen gebonden aan uw stad. Zorg dus, dat het vreemdelingenverkeer bevorderd, dat de stad als woonstad veraangenaamd wordt. Ilooge belastingen de Duitsche steden bewijzen dat zijn op zichzelf geen kwaad, als daartegenover maar staat, dat het verblijf aangenaam is, dat... „men „wat voor zijn belastingen krijgt." „Erger „is het als de belastingen hoog zijn, zon- „der dat de burgerij er den goeden in- „vloed van ondervindt, zooals het geval „kan zijn bij een niet spaarzaam beheer, „bij maatregelen, welke slechts éénklas- „se bevoordeelen, bij te grooto vrijgevig- „beid jegens een al grooter corps van „personen in gemeentedienst, bij gemis liefhebberijen van mijn dierbaren Patter son grondig te leoren kennen en eens ter dege bij Mama in de leer gaan, om hem dagelijks met zijn lievelingsgerechten te kunnen verrassen. Weet jo ook, of reizigers veel te doen hebben, en kunnen zij eiken dag op ge- regelden tijd thuis aan tafel komen? Ilij is werkelijk heel vroolijk, noemt mij zijn klein „kuikentje" en van avond, toon mijn vader en hij 'n paar glazen groc gedron ken hadden, liet hij zich zóó uit over blauwkousen en moderne wereldverbeto- raarsters, dat het eon lust was, en mijn lieve, goede, oude conservatieve vader et tranen om lachte. Je kunt jc onmogelijk voorstellen, hoe trotsch ik gisteren op mijn moeder was. Zoo'n fijn soupeetje als zij aanrichtte, heb ik in mijn leven nooit gezien, en mijn schat zat ook zoo heerlijk te smullen, als of hij in veertien dagen nit t te eten had gehad. Reizigers bobben stellig een zeer inge spannen leven, dat den eetlust opwekt, en mijn Pelterson, mot zijn bekenden en geacli- ten naam, zal het in bet bizonder wel heel druk hebben. Vindt je den naam „Pelterson" niet erg aardig? Ik vind, dat hij zoo vriendelijk, vader- landsch en trouw klinkt. Schrijf nu eens heel spoedig aan Je grenzenlois gelukkige Armida. „aan zorg, dat de werkkracht van deze „allen ton volle en nuttig wordt aangc- „wend." Ook dit zijn zeer behartigingswaardige woorden, uit den mond van iemand, die hier, trots zijn betrekkelijke jeugd, rijpe ervaring heeft. Wij willen overigens niet alles onderschrijven wat deze burgemees ter schrijft, die van „jeugdigen overmoed en onbezonnenheid" bij wat hij schrijft niet verdacht mag worden, doch die met het oog op zijn buitengewone capaciteiten en zijn schitterenden staat van dienst het recht heeft op een aandachtig gehoor. ALLERLEI. EEN EXAMEN-ANECDOTE. Voor eenigen tijd waren de studenten, die in Parijs examen moesten doen, bi- zonder beangst voor professor Laboulbère, want deze was zeer strong. Zij, die op het examen in zijn handen moesten vallen, zagen met angst en beven het tijdstip tegemoet, waarop zij aan de vragen van den strengen examinator zouden blootge steld zijn. Maar hoe verschillend de problemen ook waren die Laboulbère door zijn enndida- ten wilde opgelost zien, één vraag keerde altijd terug. Die moest iedereen beant woorden, en bijna allen gaven er een ver keerd antwoord op. „Mijn jonge vriend," vroeg de professor, „je weet don ingang van de „Jardin des Plantes" in de ruo Cavier, nietwaar!"' „Jawel, professor." „Heb je ook don krokodil gezien, die daar is uitgehouwen?" „Jawel, professor." „Is zijn houding niet correct?" „Jawel, professor." LaJioulbcre schudde dan ontstemd het hoofd. „Mijn beste vriend, ik zal je tot mijn spijf een slecht cijfer moeten jjeven, want deze krokodil is anatomisch absoluut on mogelijk. De krokodil draait den kop naar de rechterzijde, maar ongelukkigerwijze zijn de halswervels bij een krokodil onbeweeglijk en hij kan dus zijn hals niet draaien," De ongelukkige candidaat werd bleek, maar Laboulbère wreef zich dan verge noegd de handen en verkneukelde zich kostelijk over zijn examen-krokodil, dio bijna ieder zijner candidaten deed strui kelen. EEN OUD MAAL. In liet jaar 1871 noodigde een verzame laar van antiquiteiten te Brussel, een zekere Goebel, zes hoeren van zijn clién tèlo uit, tot een eigenaardig feestmaal. „Ik zal zoo vrij zijn, u brood aan te bie den, waarvan de tarwe gegroeid is, vóór do kinderen Israels door de Roode Zoo getrokken zijn, u zult het met boter smo ren, die ten tijde van Maria Stuart ge karnd word. De appels, die ik u daarbij,zal aanbieden, zijn reeds meer dan 18 eeuwen geleden gegroeit. Bovendien zult ge eon wijntje drinken, dat bij de ontdekking van Amerika reeds 100 jaar oud was." Met deze woorden leidde Goebel zijn feest maal in. Wat hij had beloofd, kon hij ook doen. De tarwe, die voor de bereiding van het brood gediend had, was uit een grafkelder van een der kleinste ..'Egyptische pyrami- (lende boter uit een geheim boekje in een Schotsche bron, waar ze naar ontwij felbare aanwijzing gedurende het conflict van de koningin van Schotland, Maria met koningin Elisabeth, in een aarden, herme tisch gesloten pot was bewaard en drie honderd jaar door ijswater was omgeven; do appels waren uit een aarden pot uit de ruinen van Pompei', en do wijn uit een kelder in Korinthië ontdekt. Veel was er echter van dat alles niet. Het brood was zoo klein, dat elk der gas ton maar een hapje kreeg, ook van .tien wijn kreeg ieder maar oen klein glaasje. Boter was er echter in overvloed, ongeveer een kilo, en appelen waren er meer clan een liter. De opgetogen gasten constateer den met voldoening, dat het brood uitste kend smaakte, de wijn zeer kostelijk was, dat de boter niets te wenschen overliet en dat hel ooft zoo zoet was en zulk een heerlijken geur bad, alsof hot van den jongsten oogst afkomstig was. ZEVEN. Zeven is een heilig getal. Er zijn zeven dagen in do week en de zevende dag is de Sabbath, of rustdag. Er zijn zeven geesten voor den troon van God, zeven beden in het Onze Vader, zeven Sacramen ten, zeven hoofdzonden, zeven werken van barmhartigheid, zeven gaven van den Ilei- ligeu Geest. Wij moeten onze vijanden zeventig maal zeven keer vergeven. Elk zevende jaar was een Sabbathjaar en zevenmaal zeven jaar brachten het Joodscho jubeljaar aan. Dan hebben we de zeven kerken van Aziö, zeven kandelaren, zeven sterren, ze ven bazuinen, zeven hoornen, het lam had zeven oogen, Pharao zag in zijn droom zeven magere en zeven vette koeien. Ook buiten de gewijde geschiedenis vindt men het mystieke getal zeven. Zeven getallen in de alchemie (de kunst van goudmaken). De zon is goud, de maan zilver, Mars ijzer, Mercurius kwik zilver, Saturnus lood, Jupiter tin, Venus koper. Het oude Rome was gebouwd op zeven heuvelen. Er waren zeven zintuigen: gezicht, ge hoor, gevoel, reuk, smaak, begrip en spraak. De eerste vijf zijn gemeen aan do hcele lovende schepping, dc mensch alleen stond er boven, door het bezit der twee laatste. De zeven wonderen der oude wereld: Do pyramiden van Egypte, de hangende tuinen van Ninivé, het graf van Manso- leus, de tempel van Diana in Eph'ese, do kolos van Rhodes, het beeld van Zcus door Phideas, do vuurtoren van Alexan dria. De zeven wonderen dor nieuwe wereld: Het colosseum van Rome, de catacom ben van Alexandria, de groote muur van China, het stadhuis van Amsterdam, de schuine toren van Pisa, de porseleinen toren van Nankin, de moskee van St. So phia te Conslantinopel. De zeven slapers: volgens do legende waren liet zeven adellijke christen-jonge lingen van Ephesus, die onder de vervol ging van Decius vluchtten in een grot, waarvan de opening met steenon werd ge sloten. Na twee honderd ca dertig jaar werden zij ontdekt. Zij ontwaakten, maar stierven na eenige dagen en werden in eon groote doodkist naai' Marseille over gebracht. Men toont aan bezoekers nog steeds in de Sint Vituskork de steenen doodkist; het was een oud bijgeloof, dat, als de slapers zich op oen zijde wentelden, groote rampen de wereld zouden treffen. VREEMDE NAMEN. De Japanners geven aan hun kinderen dezelfde namen als do Chineezen. Van de vrouwennamen der Japanners weet men, dat zij ontleend worden aan de meest verschillende eigenschappen en voorwer pen. Zoo zijn er kleuren-voornamen, als purper, groen, wit, of werk woon Ion, als borduren, poetsen, enk. Hier roept een meisje: „Vroolijkheid, kom toch eens hier, daar wordt een kind beknord." „Maar Groen, je hebt alweer een scheur in je jurk," of „Zindelijk, wat heb je je weer vuil gemaaktI" Nu eens heet een meisje naar een plant, bijv. Chrysanthemum, Jasmijn, of naar 'n edelgesteente: Juweel, Robijn, Safier, of het draagt oen aardrijks- kimde-naam, als: Lotos-boeket, Rozenveld, Boschdal; ook huishoudelijke voorwerpen worden gebruikt, als Vaas, Pan, Kopje, enz. Van kleine Chineezen wordt vier maan den na de geboorte het hoofd kaal ge schoren, waarbij hij zijn eersten naam, den zoogenaamden melknaam krijgt. Deze naam kan A-gam (nummer 1), Alam (num mer 2), A-luk (nummer 3), enz., luiden, en eerst als de kleine Chinees naar school gaat, krijgt hij er een anderen naam bij, ciie een voorwerp of handeling aanduidt, als: groeiende boom of mooie gang. Latei- komt er nog een derde, vierdo, vijfde, ja zesde ixaain bij. Den laatsten naam krijgt de Chinees als hij gestorven is. Deze na men zijn zeker zeer vreemd, maar hebben dikwijls meer betcekenis dan onze namen of die van andere volken. Een beu oner dor Sandwicb-eilanden antwoordt op den bepaald monsterachtigen voor- en familie naam van: Kaikinakaoêl ilikea Lenoika- hiliökiapuokalani. Brr! veel sneller, in den zomer dan in don winter. Do giraf verdwijnt langzamerhand uit sommige deelen van Afrika. Waar het eenige jaren geleden geen zeldzaamheid was een kudde van 80 dieren to zien, treft men nu slechts kudden van 20 aan. NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR. In Engeland en Wales zijn 800.000vrou wen meer dan mannen. Bij de Mahomedanen is het groeten met de linkerhand oen doodelijke belecdiging. Men zegt, clal vier vijfden der stoomma chines, die over de geheele wereld ver spreid zijn, gemaakt zijn in de laatste dertig jaar. Het is vreemd en toch waar, dat in Azië en Afrika, waar geen gras wil groeien, do prachtigste bloemen en strui ken bloeien. Gedurende den Fransch-Duitschen oor log werd de Venus van Milo uit't Louvre genomen, in een groote, eikenhouten kist gelegd, en in den tuin der prefectuur van politie begraven. Do Reuzcnclub te Berlijn, heeft onder haar leden geen persoon, die minder dan zes voet lang is. De voornaamste straat in Rio-de-Janeiro is slechts dertig voet breed en nog geen halve mijl lang. Rij- of voertuigen komen er natuurlijk nooit in. Volgens den eed, bij zijn kroning afge legen, verzekert de keizer van Japan mooi weer op gezette tijden. In Frankrijk is h'et ten strengste verbo den, kinderen, beneden h'et jaar, iets an ders dan vloeibaar voedsel te geven, tenzij het door een dokter anders wordt voor geschreven. Twee Fransch'e natuurkundigen hebben aangetoond, dat van do 2*2 jonge vogels, die uitgebroed worden, 17 nog hetzelfde jaar sterven, de meeste nog vóór zij het nest verlaten hebben. Van de 67 nesten in een park, werden er 41 door andere dieren vernield. Het mensch'elijk haar groeit aanmerkelijk 'ANECDOTEN. Hikla: „Mama, Frits wil niet uit dien stoel gaan, hij zal hem nog breken." Frits: „Geen nood, Mama, toen Ililda er gisteren met mijnheer Frank in zat, is hij ook niet gebroken." GERECHTVAARDIGDE TWIJFEL. Tante (die zichzelf voor heel mooi houdt): „Nu, Lotje, hoe bevalt mijn por tret je?" Lotje: „0, wat een prachtig portret" (Na een pauze:) „Hebt u daar zelf voor gezeten?" ZIJ GING ER OP IN. MeVrouw (suikerzoet)Probeer het maar eens, meisje, bij ons behoor je om zoo te zeggen, tot do familie." Dienstmeisje: „Goed, en hoe staat het dan met mijn uitzet, als ik ga trouwen?" Oude jonge juffrouw in een restaurant: „Kellner, van deze courant ontbreekt het eerste blad."' Kellner: „De huwelijksadvertenties staan op de laatste pagina, juffrouw." ROUTINE. Zij: „Je zweert me eeuwige liefde (en tromv. Ben jij jc wel van de beteekenia van dien eed bewust?" Ilij: „Denk je dan, dat' ik vandaag voor de eerste maal zoo'n eed doe?" Verdediger: „Ik verzoek den getuige om to zeggen of de beklaagde de gewoonte had om te Ruiten als hij alleen was." Getuige: „Dat weet ik niet; ik bon nooit met beklaagde samen geweest, als hij al leen was." „Freule, ik, moet mijn. h'art voor u uit storten, mag ik ronduit spreken?" „Wol zeker, Jonker van Scherpenheu- veh Ik luister." „Dank u, dank u,. Freulq, ik ben tot over de ooren op u verliefd 1" „Is 't werkelijk? Maar baron Drent heeft me precies hetzelfde gezegd." „Ja, maar mijn ooren zijn langer dan do zijne." Mevrouw (tot dienstmeisje, dat zich komt verhuren): „Waarom hen je uitje vorigen 'dienst gegaan? Jc had hot er toch zoo goed, hoor ik." Meisje: „Omdat ik 's avonds, toen er krans was, aan de deur heb geluisterd." Mevrouw: „Dat is niet mooi! Maar op voorwaarde, dat je niets verzwijgt van hetgeen je gehoord hebt, zal ik je in mijn dienst nemen." „Uw man hoeft onlangs een prachlïgo voordracht gehouden, over dc stelling, dat in de natuur nooit iets verloren gaat." Profcssorsvrouw„Zoo, en iedere week raakt hij een paraplu of een paar over schoenen kwijt." BATIKKEN. In den laatsten tijd is het batikken, de huiskunst der Javaansche vrouwen, in ar tistieke kringen zeer in do mode; het zal onzen lezeressen zeker niet onwelkom zijn, te vernomen, hoe zij zonder veel moeite haar woning versieren' kunnen met deze kunstwerken. De grondstof voor het batikken bestaat uit kort-geschoren fluweel, doffe zijde of katoen; men kan er meubelovertrekken, gordijnen, portieres, kleedjes, enz. van ma ken; hot kost weinig moeite en geld, dit alles zelf te maken. Do te decoreeren stof wordt eerst op gen theeblad of een strijk plank gespannen. Dc patronen voor "baiik moeten eenvoudig en decoratief zijn inslijl- vollo lijnen, die elkander fraai kruisen, alsmede moderne planlon-ornamontiek vor- toonen. Hiervoor zijn het meest geschikt bloemmotieven, als magnoliabloemcn, wa terleliën of irissen, zooals men zo in me nigte onder onze borduurpatronen vindt, wanneer men zo teiupinsto niet zelf kan ontwerpen. Dc teekening wordt op karton, bij herhaald gebruik in doorloopend pa troon aangebracht, beter nog in blik, en daiï met een scherp mos uitgesneden. Men bevestigt dit met punaises op de stof, waarna het werk begint. Alle vrijblijvende plaatsen worden door middel van een borstelpenseel met oen wnsmassa (die men verkrijgt door hef smolten in het water bad van schoonc, witte was), bedekt. Men moet de omtrekken zoo scherp mogelijk teckonen: nergens mag do was uitloopen. Is de geheele stof met het patroon be dekt, zoo wordt zij in een ververij in do grondverf, die men verkiest, gekleurd. Een mooi effect maken zwart bij aardbezie- kleur, lila bij lichtgeel, rood en wit. Na h'et verven wordt do was door een ben- zinebad verwijderd, zoodat bet patroon zich in do grondtint van de stof vertoont of in de nieuwe kleur tegen den lichten grond afsteekt. Daar men, zooals bekend is, wel donkorder, maar niet lichter kan verven, zoo is het raadzaam, de stof in een niet te donkere kleur te kiezen ÏÏt marmerachtige, dat zoo mooi staat, W(J verkregen door do met was bedeku stof in elkaar te drukken. Daardoor ontsta zoor fijne aderen in dc wasmassa, die'bi! hot verven het gewenschte marmerpatroon geven. Deze versiering is onvernielbaar daarbij stijlvoller dan elke andere, i]illr zij zoo geschikt is voor allerlei doelein den. Vooral jongen bruiden, die zich)gaarnè een interieur willen vormen mot eigenaar.' dig Individueel cachet, zoowel als° huis", vrouwen, die haar meubels willen meden niseeren, zal deze nieuwe Kuiskunst zeker hoogst welkom zijn, daar ze vlug vorder en geen bedrevenheid in het teekenen ver. eischt. WENKEN. Wratten verdrijft men, door ze dagelijks tc bestrijken met oen mengsel van 1 gram salicylzuur, 5 gram melkzuur en 10 oram collodium. Tegen aambeien is dc volgende behan deling de bosteNa het opstaan een glas warm water, voor hot ontbijt havermout tweede ontbijt karnemelk of vruchten 's middags veel groenten, veel vruchten' weinig vlecsc.h. 's Avonds karnemelk, witto kaas. Vóór het slapen gaan een glas water. Veel beweging, wandelen, zoo mogelijk wielrijden. Volstrekt verboden is alcohol dus bier, wijn, likeur, cognac. Slechte pensoelen maakt men weerbruik- baar, door ze in olie tc steken, dan ecnigo malen op een gloeiend ijzer tc strijken, zoodat de haren aan alle kanten het ijzer raken, en clan snel in koud water tedoo- pen. De penscelen worden zóó dikwijls heter dan vroeger. YOOR KINDEREN. DE BRUID VAN DEN JONGEN-KONING. Vervolg en slot.) Jacobus was zeer verbaasd bij dezo be groeting, en vernam toen voor het eerst, welken dienst hij bewezen had. Toen, hun paarden aan de bedienden overlatend, snelden do bokle jongensnaar het paleis, en do wachten cn hovelingen in de gangen voorbijsnellend, klopten zij aan de deur van de kamer, waar de koning juist zijn middagdutje dood. „Wie klopt daar zoo hard en haastig? Wie komt mij storen?" riep de koning van uit do kamer. ,,'t Is de koning van Schotland, die Uwe Majesteit komt bezoeken,"' antwoordde de zoon van den koning. En vóór hij nog uitgesproken bad, had de koning zijnkamer- japon en -muilen reeds aangetrokken enden jongen-koning in zijn armen genomen. Dien avond zag Jacobus voor de eerste maal de zachte, bruine oogen en het lieve gezichtje van Magdalene arme, kleine Magdalenn, wier kinderdroom, om den koning van Schotland te trouwen, zoo wreed verstoord was. Eu in minder tijd dan wij noodig hebben om het te ver tellen, hielden Jacobus 'en Magdalcna heel veel van elkaar, en Jacobus van zijn kant bad besloten, dat hij niet anders zou trouwen dan uit liefde. Het was verwonderlijk, Koe van dit oogenblik af, de gezondheid der prinses beter werd, zoodat, toen Jacobus openlijk verklaard had, dat prinsen en prinsessen alleen uit liefde moesten trouwen, even als hun onderdanen, en aanzoek deed om haar hand, er maar één ding tegen was, en wel, dat .Tacobus nog aan Maria van Vendome gebonden was. Maar Jacobus wist heel goed, dal Maria hem alleen aangeno men had, omdat dc Franscho koning het wilde. Maar voor koning Francis was hel een zaak van groot belang, zoodat hij wel een maand lang beraadslaagde met den Grooten Raad van Frankrijk ecu lichaam van grijze andc boeren, deftig in lange, zwarte jassen gekleed. Ten slotte besloten zij, dat, daat* Jacobus, lang voordat hij Maria van Vendomo kende, met de dochter van den koning verloofd was geweest, hij nu dc vrijheid had, om Magdalcna'3 jongere zuster te trouwen. Toen liet bericht van dit besluit uit Parijs kwam, waren de jongelui zeer on gelukkig, cn Magdalcna snelde in do raads kamer des konings, en daar, voor al dc ministers, viel zij op do knieën en vroeg verlof om Jacobus te trouwen. En dc koning, zijn mooi dochtertje in zijn armen nemend, sprak„Wat de dochter van den koning verlangt, zal geschieden." Magdalena en Jacobus trouwden dus, te midden van zooveel feesten en pret, als hot vroolijkc Fransch'e volk nog nooit aan schouwd had. En temidden van al die prot moesten de oude hecrou van den Frau- schcn Raad door de straten van Parijs loopen in schitterende roodc jassen in plaats van in hun daagsche zwarte, en gelukwenschen aanbieden aan don jongen- koning, tegen wiens huwelijk mot Magda lena zij zich een maand geleden nog ver zet hadden. Zoo hadden dus de Schotten een ko ningin, die zij wilden hebben; Jacobus tromvdo het meisje, dat hij liefhad; Mag dalcna was bijzonder gelukkig; haar vader, koning Francis, bad tot schoonzoon een. koning, dien bij even liefhad als zijn eigen zoon; en zelfs Maria van Vendome vond het, hoewel zij een troon verloren liau, prettig, niet te behoeven te trouwen mei oen koning, dien zo niet beminde.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 10