yooeTjdames.
schillende geesten eenstemmig zijn. is er
voor de belanghebbenden reden, goed te
luisteren. Die reden, om te luisteren, is
er vooral ook, wanneer twee polen als
ten slotte de wecrgalooze practicus Zim
merman en de zeker niet minder prac-
tische Levy hetzelfde desideratum op den
voorgrond schuivenklanten-crediet-beper-
king, ja crediet-opheffing. Hier spreken de
beide bekwame mannen woorden naar het
hart van den Middenstand, en zeker zal
ieder weldenkende hoezeer overigens
met hen van opinie verschillend moe
ten toegeven, dat in de moeste steden
van Nederland het leveren op rekening
de aller-, allergrootste fout is, waartegen
niet krachtig genoeg te velde wordt ge
trokken.
Overigens is het antwoord van burge
meester Zimmerman het uitvoerigst en het
merkwaardigst. Zeer zeker zal het den
middenstander niet geheel aangenaam in
de ooren klinken. Maar juist daarom zal
een verstandig middenstander daarnaar
gaarne luisteren, wetend dat de vriend,
„die mij mijn feilen toont", meer waarde
voor hem heeft, zoo hij al niet meer waard
is dan de vriend, die naar den mond
praat.
Eerst schuift mr. Zimmerman do gewone
congres-huismiddeltjes voor den midden
stand op zijde. Regeeringshulp, staats
commissies-hulp, wetgevings-hulp weg.
Al te veel onderwijs hoort, allen, die
in onderwijs een panacee zien weg.
Wij citeercn:
„Het voortgezet onderwijs moet zeker
„ook met uw behoeften rekening houden,
„maar de zaken, welke gij uitoefent, zijn
„te verscheiden van aard, dan dat hier
„van ander dan van algemeen ontwikke
lend onderricht sprake zou kunnen zijn.
„De specialiseering kan de overheid uw
„kinderen niet schenken; die vinden zij
„slechts door leerjaren in de praktijk, en
„ik waag zelfs de stelling, dat een te
„lang voortgezet schoolonderwijs een ge-
„vaar kan-'Worden voor uw klasse, zoo-
„als voor menige andere. Niet zij, die
„lang luisterden naar het woord van den
„onderwijzer, maar zij, die jong in den
„strijd des levens traden, plegen vooraan
„te komen in de Maatschappij. Niet de
„door anderen klaargemaakte opvatting,
„maai' wat een. oorspronkelijke geest in
„hel moeilijk leven van lederen dag zich
zelf verovert, is in elke klasse do grond
slag, waarop de leiders staan."'
Goedkoop staatscrediet weg. Het kan
niet en het mag niet.
Vijandigheid tegenover warenhuizen
onzin. Zij moeten uw voorbeeld zijn, gij
moet n zoo ook concentrcercn, gij moot
streven naar afzonderlijke afspraken, wel
ke de voordeden va.n het warenhuis-
systeem aan afzonderlijke ondernemingen
ten goede doen komen.
En dan trekt de jonge 'burgervader
ditmaal zeker gevolgd door het geheele
middenstandslegor op tegen het ver
schaffen van crediet aan klanten.
Vervolgens wordt do middenstand nog
vermaand en hier zal wel niemand
van andere meening zijn otn belang
te stellen in het gemeentebestuur. Gij zijt,
zoo heet het ongeveer, meer dan anderen
gebonden aan uw stad. Zorg dus, dat het
vreemdelingenverkeer bevorderd, dat de
stad als woonstad veraangenaamd wordt.
Ilooge belastingen de Duitsche steden
bewijzen dat zijn op zichzelf geen
kwaad, als daartegenover maar staat, dat
het verblijf aangenaam is, dat... „men
„wat voor zijn belastingen krijgt." „Erger
„is het als de belastingen hoog zijn, zon-
„der dat de burgerij er den goeden in-
„vloed van ondervindt, zooals het geval
„kan zijn bij een niet spaarzaam beheer,
„bij maatregelen, welke slechts éénklas-
„se bevoordeelen, bij te grooto vrijgevig-
„beid jegens een al grooter corps van
„personen in gemeentedienst, bij gemis
liefhebberijen van mijn dierbaren Patter
son grondig te leoren kennen en eens ter
dege bij Mama in de leer gaan, om hem
dagelijks met zijn lievelingsgerechten te
kunnen verrassen.
Weet jo ook, of reizigers veel te doen
hebben, en kunnen zij eiken dag op ge-
regelden tijd thuis aan tafel komen?
Ilij is werkelijk heel vroolijk, noemt mij
zijn klein „kuikentje" en van avond, toon
mijn vader en hij 'n paar glazen groc gedron
ken hadden, liet hij zich zóó uit over
blauwkousen en moderne wereldverbeto-
raarsters, dat het eon lust was, en mijn
lieve, goede, oude conservatieve vader et
tranen om lachte.
Je kunt jc onmogelijk voorstellen, hoe
trotsch ik gisteren op mijn moeder was.
Zoo'n fijn soupeetje als zij aanrichtte, heb
ik in mijn leven nooit gezien, en mijn
schat zat ook zoo heerlijk te smullen, als
of hij in veertien dagen nit t te eten had
gehad.
Reizigers bobben stellig een zeer inge
spannen leven, dat den eetlust opwekt, en
mijn Pelterson, mot zijn bekenden en geacli-
ten naam, zal het in bet bizonder wel heel
druk hebben.
Vindt je den naam „Pelterson" niet erg
aardig?
Ik vind, dat hij zoo vriendelijk, vader-
landsch en trouw klinkt.
Schrijf nu eens heel spoedig aan
Je grenzenlois gelukkige
Armida.
„aan zorg, dat de werkkracht van deze
„allen ton volle en nuttig wordt aangc-
„wend."
Ook dit zijn zeer behartigingswaardige
woorden, uit den mond van iemand, die
hier, trots zijn betrekkelijke jeugd, rijpe
ervaring heeft. Wij willen overigens niet
alles onderschrijven wat deze burgemees
ter schrijft, die van „jeugdigen overmoed
en onbezonnenheid" bij wat hij schrijft
niet verdacht mag worden, doch die met
het oog op zijn buitengewone capaciteiten
en zijn schitterenden staat van dienst het
recht heeft op een aandachtig gehoor.
ALLERLEI.
EEN EXAMEN-ANECDOTE.
Voor eenigen tijd waren de studenten,
die in Parijs examen moesten doen, bi-
zonder beangst voor professor Laboulbère,
want deze was zeer strong. Zij, die op het
examen in zijn handen moesten vallen,
zagen met angst en beven het tijdstip
tegemoet, waarop zij aan de vragen van
den strengen examinator zouden blootge
steld zijn.
Maar hoe verschillend de problemen ook
waren die Laboulbère door zijn enndida-
ten wilde opgelost zien, één vraag keerde
altijd terug. Die moest iedereen beant
woorden, en bijna allen gaven er een ver
keerd antwoord op.
„Mijn jonge vriend," vroeg de professor,
„je weet don ingang van de „Jardin des
Plantes" in de ruo Cavier, nietwaar!"'
„Jawel, professor."
„Heb je ook don krokodil gezien, die
daar is uitgehouwen?"
„Jawel, professor."
„Is zijn houding niet correct?"
„Jawel, professor."
LaJioulbcre schudde dan ontstemd het
hoofd.
„Mijn beste vriend, ik zal je tot mijn
spijf een slecht cijfer moeten jjeven, want
deze krokodil is anatomisch absoluut on
mogelijk. De krokodil draait den kop naar
de rechterzijde, maar ongelukkigerwijze
zijn de halswervels bij een krokodil
onbeweeglijk en hij kan dus zijn hals niet
draaien,"
De ongelukkige candidaat werd bleek,
maar Laboulbère wreef zich dan verge
noegd de handen en verkneukelde zich
kostelijk over zijn examen-krokodil, dio
bijna ieder zijner candidaten deed strui
kelen.
EEN OUD MAAL.
In liet jaar 1871 noodigde een verzame
laar van antiquiteiten te Brussel, een
zekere Goebel, zes hoeren van zijn clién
tèlo uit, tot een eigenaardig feestmaal.
„Ik zal zoo vrij zijn, u brood aan te bie
den, waarvan de tarwe gegroeid is, vóór
do kinderen Israels door de Roode Zoo
getrokken zijn, u zult het met boter smo
ren, die ten tijde van Maria Stuart ge
karnd word. De appels, die ik u daarbij,zal
aanbieden, zijn reeds meer dan 18 eeuwen
geleden gegroeit. Bovendien zult ge eon
wijntje drinken, dat bij de ontdekking van
Amerika reeds 100 jaar oud was." Met
deze woorden leidde Goebel zijn feest
maal in.
Wat hij had beloofd, kon hij ook doen.
De tarwe, die voor de bereiding van het
brood gediend had, was uit een grafkelder
van een der kleinste ..'Egyptische pyrami-
(lende boter uit een geheim boekje in
een Schotsche bron, waar ze naar ontwij
felbare aanwijzing gedurende het conflict
van de koningin van Schotland, Maria met
koningin Elisabeth, in een aarden, herme
tisch gesloten pot was bewaard en drie
honderd jaar door ijswater was omgeven;
do appels waren uit een aarden pot uit
de ruinen van Pompei', en do wijn uit
een kelder in Korinthië ontdekt.
Veel was er echter van dat alles niet.
Het brood was zoo klein, dat elk der gas
ton maar een hapje kreeg, ook van .tien
wijn kreeg ieder maar oen klein glaasje.
Boter was er echter in overvloed, ongeveer
een kilo, en appelen waren er meer clan
een liter. De opgetogen gasten constateer
den met voldoening, dat het brood uitste
kend smaakte, de wijn zeer kostelijk was,
dat de boter niets te wenschen overliet
en dat hel ooft zoo zoet was en zulk een
heerlijken geur bad, alsof hot van den
jongsten oogst afkomstig was.
ZEVEN.
Zeven is een heilig getal. Er zijn zeven
dagen in do week en de zevende dag is
de Sabbath, of rustdag. Er zijn zeven
geesten voor den troon van God, zeven
beden in het Onze Vader, zeven Sacramen
ten, zeven hoofdzonden, zeven werken van
barmhartigheid, zeven gaven van den Ilei-
ligeu Geest.
Wij moeten onze vijanden zeventig maal
zeven keer vergeven.
Elk zevende jaar was een Sabbathjaar
en zevenmaal zeven jaar brachten het
Joodscho jubeljaar aan.
Dan hebben we de zeven kerken van
Aziö, zeven kandelaren, zeven sterren, ze
ven bazuinen, zeven hoornen, het lam had
zeven oogen, Pharao zag in zijn droom
zeven magere en zeven vette koeien.
Ook buiten de gewijde geschiedenis vindt
men het mystieke getal zeven.
Zeven getallen in de alchemie (de kunst
van goudmaken). De zon is goud, de
maan zilver, Mars ijzer, Mercurius kwik
zilver, Saturnus lood, Jupiter tin, Venus
koper.
Het oude Rome was gebouwd op zeven
heuvelen.
Er waren zeven zintuigen: gezicht, ge
hoor, gevoel, reuk, smaak, begrip en
spraak. De eerste vijf zijn gemeen aan
do hcele lovende schepping, dc mensch
alleen stond er boven, door het bezit der
twee laatste.
De zeven wonderen der oude wereld:
Do pyramiden van Egypte, de hangende
tuinen van Ninivé, het graf van Manso-
leus, de tempel van Diana in Eph'ese,
do kolos van Rhodes, het beeld van Zcus
door Phideas, do vuurtoren van Alexan
dria.
De zeven wonderen dor nieuwe wereld:
Het colosseum van Rome, de catacom
ben van Alexandria, de groote muur van
China, het stadhuis van Amsterdam, de
schuine toren van Pisa, de porseleinen
toren van Nankin, de moskee van St. So
phia te Conslantinopel.
De zeven slapers: volgens do legende
waren liet zeven adellijke christen-jonge
lingen van Ephesus, die onder de vervol
ging van Decius vluchtten in een grot,
waarvan de opening met steenon werd ge
sloten. Na twee honderd ca dertig jaar
werden zij ontdekt. Zij ontwaakten, maar
stierven na eenige dagen en werden in
eon groote doodkist naai' Marseille over
gebracht.
Men toont aan bezoekers nog steeds
in de Sint Vituskork de steenen doodkist;
het was een oud bijgeloof, dat, als de
slapers zich op oen zijde wentelden, groote
rampen de wereld zouden treffen.
VREEMDE NAMEN.
De Japanners geven aan hun kinderen
dezelfde namen als do Chineezen. Van de
vrouwennamen der Japanners weet men,
dat zij ontleend worden aan de meest
verschillende eigenschappen en voorwer
pen. Zoo zijn er kleuren-voornamen, als
purper, groen, wit, of werk woon Ion, als
borduren, poetsen, enk. Hier roept een
meisje: „Vroolijkheid, kom toch eens hier,
daar wordt een kind beknord." „Maar
Groen, je hebt alweer een scheur in je
jurk," of „Zindelijk, wat heb je je weer
vuil gemaaktI" Nu eens heet een meisje
naar een plant, bijv. Chrysanthemum,
Jasmijn, of naar 'n edelgesteente: Juweel,
Robijn, Safier, of het draagt oen aardrijks-
kimde-naam, als: Lotos-boeket, Rozenveld,
Boschdal; ook huishoudelijke voorwerpen
worden gebruikt, als Vaas, Pan, Kopje,
enz.
Van kleine Chineezen wordt vier maan
den na de geboorte het hoofd kaal ge
schoren, waarbij hij zijn eersten naam, den
zoogenaamden melknaam krijgt. Deze
naam kan A-gam (nummer 1), Alam (num
mer 2), A-luk (nummer 3), enz., luiden,
en eerst als de kleine Chinees naar school
gaat, krijgt hij er een anderen naam bij,
ciie een voorwerp of handeling aanduidt,
als: groeiende boom of mooie gang. Latei-
komt er nog een derde, vierdo, vijfde, ja
zesde ixaain bij. Den laatsten naam krijgt
de Chinees als hij gestorven is. Deze na
men zijn zeker zeer vreemd, maar hebben
dikwijls meer betcekenis dan onze namen
of die van andere volken. Een beu oner
dor Sandwicb-eilanden antwoordt op den
bepaald monsterachtigen voor- en familie
naam van: Kaikinakaoêl ilikea Lenoika-
hiliökiapuokalani. Brr!
veel sneller, in den zomer dan in don
winter.
Do giraf verdwijnt langzamerhand uit
sommige deelen van Afrika. Waar het
eenige jaren geleden geen zeldzaamheid
was een kudde van 80 dieren to zien,
treft men nu slechts kudden van 20
aan.
NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR.
In Engeland en Wales zijn 800.000vrou
wen meer dan mannen.
Bij de Mahomedanen is het groeten met
de linkerhand oen doodelijke belecdiging.
Men zegt, clal vier vijfden der stoomma
chines, die over de geheele wereld ver
spreid zijn, gemaakt zijn in de laatste
dertig jaar.
Het is vreemd en toch waar, dat in
Azië en Afrika, waar geen gras wil
groeien, do prachtigste bloemen en strui
ken bloeien.
Gedurende den Fransch-Duitschen oor
log werd de Venus van Milo uit't Louvre
genomen, in een groote, eikenhouten kist
gelegd, en in den tuin der prefectuur van
politie begraven.
Do Reuzcnclub te Berlijn, heeft onder
haar leden geen persoon, die minder dan
zes voet lang is.
De voornaamste straat in Rio-de-Janeiro
is slechts dertig voet breed en nog geen
halve mijl lang. Rij- of voertuigen komen
er natuurlijk nooit in.
Volgens den eed, bij zijn kroning afge
legen, verzekert de keizer van Japan mooi
weer op gezette tijden.
In Frankrijk is h'et ten strengste verbo
den, kinderen, beneden h'et jaar, iets an
ders dan vloeibaar voedsel te geven, tenzij
het door een dokter anders wordt voor
geschreven.
Twee Fransch'e natuurkundigen hebben
aangetoond, dat van do 2*2 jonge vogels,
die uitgebroed worden, 17 nog hetzelfde
jaar sterven, de meeste nog vóór zij het
nest verlaten hebben. Van de 67 nesten
in een park, werden er 41 door andere
dieren vernield.
Het mensch'elijk haar groeit aanmerkelijk
'ANECDOTEN.
Hikla: „Mama, Frits wil niet uit dien
stoel gaan, hij zal hem nog breken."
Frits: „Geen nood, Mama, toen Ililda
er gisteren met mijnheer Frank in zat,
is hij ook niet gebroken."
GERECHTVAARDIGDE TWIJFEL.
Tante (die zichzelf voor heel mooi
houdt): „Nu, Lotje, hoe bevalt mijn por
tret je?"
Lotje: „0, wat een prachtig portret"
(Na een pauze:) „Hebt u daar zelf voor
gezeten?"
ZIJ GING ER OP IN.
MeVrouw (suikerzoet)Probeer het
maar eens, meisje, bij ons behoor je om
zoo te zeggen, tot do familie."
Dienstmeisje: „Goed, en hoe staat het
dan met mijn uitzet, als ik ga trouwen?"
Oude jonge juffrouw in een restaurant:
„Kellner, van deze courant ontbreekt het
eerste blad."'
Kellner: „De huwelijksadvertenties staan
op de laatste pagina, juffrouw."
ROUTINE.
Zij: „Je zweert me eeuwige liefde (en
tromv. Ben jij jc wel van de beteekenia
van dien eed bewust?"
Ilij: „Denk je dan, dat' ik vandaag voor
de eerste maal zoo'n eed doe?"
Verdediger: „Ik verzoek den getuige om
to zeggen of de beklaagde de gewoonte
had om te Ruiten als hij alleen was."
Getuige: „Dat weet ik niet; ik bon nooit
met beklaagde samen geweest, als hij al
leen was."
„Freule, ik, moet mijn. h'art voor u uit
storten, mag ik ronduit spreken?"
„Wol zeker, Jonker van Scherpenheu-
veh Ik luister."
„Dank u, dank u,. Freulq, ik ben tot
over de ooren op u verliefd 1"
„Is 't werkelijk? Maar baron Drent heeft
me precies hetzelfde gezegd."
„Ja, maar mijn ooren zijn langer dan
do zijne."
Mevrouw (tot dienstmeisje, dat zich
komt verhuren): „Waarom hen je uitje
vorigen 'dienst gegaan? Jc had hot er
toch zoo goed, hoor ik."
Meisje: „Omdat ik 's avonds, toen er
krans was, aan de deur heb geluisterd."
Mevrouw: „Dat is niet mooi! Maar op
voorwaarde, dat je niets verzwijgt van
hetgeen je gehoord hebt, zal ik je in
mijn dienst nemen."
„Uw man hoeft onlangs een prachlïgo
voordracht gehouden, over dc stelling, dat
in de natuur nooit iets verloren gaat."
Profcssorsvrouw„Zoo, en iedere week
raakt hij een paraplu of een paar over
schoenen kwijt."
BATIKKEN.
In den laatsten tijd is het batikken, de
huiskunst der Javaansche vrouwen, in ar
tistieke kringen zeer in do mode; het zal
onzen lezeressen zeker niet onwelkom zijn,
te vernomen, hoe zij zonder veel moeite
haar woning versieren' kunnen met deze
kunstwerken.
De grondstof voor het batikken bestaat
uit kort-geschoren fluweel, doffe zijde of
katoen; men kan er meubelovertrekken,
gordijnen, portieres, kleedjes, enz. van ma
ken; hot kost weinig moeite en geld, dit
alles zelf te maken. Do te decoreeren stof
wordt eerst op gen theeblad of een strijk
plank gespannen. Dc patronen voor "baiik
moeten eenvoudig en decoratief zijn inslijl-
vollo lijnen, die elkander fraai kruisen,
alsmede moderne planlon-ornamontiek vor-
toonen. Hiervoor zijn het meest geschikt
bloemmotieven, als magnoliabloemcn, wa
terleliën of irissen, zooals men zo in me
nigte onder onze borduurpatronen vindt,
wanneer men zo teiupinsto niet zelf kan
ontwerpen. Dc teekening wordt op karton,
bij herhaald gebruik in doorloopend pa
troon aangebracht, beter nog in blik, en
daiï met een scherp mos uitgesneden. Men
bevestigt dit met punaises op de stof,
waarna het werk begint. Alle vrijblijvende
plaatsen worden door middel van een
borstelpenseel met oen wnsmassa (die men
verkrijgt door hef smolten in het water
bad van schoonc, witte was), bedekt. Men
moet de omtrekken zoo scherp mogelijk
teckonen: nergens mag do was uitloopen.
Is de geheele stof met het patroon be
dekt, zoo wordt zij in een ververij in do
grondverf, die men verkiest, gekleurd. Een
mooi effect maken zwart bij aardbezie-
kleur, lila bij lichtgeel, rood en wit. Na
h'et verven wordt do was door een ben-
zinebad verwijderd, zoodat bet patroon
zich in do grondtint van de stof vertoont
of in de nieuwe kleur tegen den lichten
grond afsteekt. Daar men, zooals bekend
is, wel donkorder, maar niet lichter kan
verven, zoo is het raadzaam, de stof in
een niet te donkere kleur te kiezen ÏÏt
marmerachtige, dat zoo mooi staat, W(J
verkregen door do met was bedeku stof
in elkaar te drukken. Daardoor ontsta
zoor fijne aderen in dc wasmassa, die'bi!
hot verven het gewenschte marmerpatroon
geven.
Deze versiering is onvernielbaar
daarbij stijlvoller dan elke andere, i]illr
zij zoo geschikt is voor allerlei doelein
den. Vooral jongen bruiden, die zich)gaarnè
een interieur willen vormen mot eigenaar.'
dig Individueel cachet, zoowel als° huis",
vrouwen, die haar meubels willen meden
niseeren, zal deze nieuwe Kuiskunst zeker
hoogst welkom zijn, daar ze vlug vorder
en geen bedrevenheid in het teekenen ver.
eischt.
WENKEN.
Wratten verdrijft men, door ze dagelijks
tc bestrijken met oen mengsel van 1 gram
salicylzuur, 5 gram melkzuur en 10 oram
collodium.
Tegen aambeien is dc volgende behan
deling de bosteNa het opstaan een glas
warm water, voor hot ontbijt havermout
tweede ontbijt karnemelk of vruchten
's middags veel groenten, veel vruchten'
weinig vlecsc.h. 's Avonds karnemelk, witto
kaas. Vóór het slapen gaan een glas water.
Veel beweging, wandelen, zoo mogelijk
wielrijden. Volstrekt verboden is alcohol
dus bier, wijn, likeur, cognac.
Slechte pensoelen maakt men weerbruik-
baar, door ze in olie tc steken, dan ecnigo
malen op een gloeiend ijzer tc strijken,
zoodat de haren aan alle kanten het ijzer
raken, en clan snel in koud water tedoo-
pen. De penscelen worden zóó dikwijls
heter dan vroeger.
YOOR KINDEREN.
DE BRUID VAN DEN JONGEN-KONING.
Vervolg en slot.)
Jacobus was zeer verbaasd bij dezo be
groeting, en vernam toen voor het eerst,
welken dienst hij bewezen had.
Toen, hun paarden aan de bedienden
overlatend, snelden do bokle jongensnaar
het paleis, en do wachten cn hovelingen
in de gangen voorbijsnellend, klopten zij
aan de deur van de kamer, waar de koning
juist zijn middagdutje dood.
„Wie klopt daar zoo hard en haastig?
Wie komt mij storen?" riep de koning
van uit do kamer.
,,'t Is de koning van Schotland, die Uwe
Majesteit komt bezoeken,"' antwoordde de
zoon van den koning. En vóór hij nog
uitgesproken bad, had de koning zijnkamer-
japon en -muilen reeds aangetrokken enden
jongen-koning in zijn armen genomen.
Dien avond zag Jacobus voor de eerste
maal de zachte, bruine oogen en het lieve
gezichtje van Magdalene arme, kleine
Magdalenn, wier kinderdroom, om den
koning van Schotland te trouwen, zoo
wreed verstoord was. Eu in minder tijd
dan wij noodig hebben om het te ver
tellen, hielden Jacobus 'en Magdalcna heel
veel van elkaar, en Jacobus van zijn kant
bad besloten, dat hij niet anders zou
trouwen dan uit liefde.
Het was verwonderlijk, Koe van dit
oogenblik af, de gezondheid der prinses
beter werd, zoodat, toen Jacobus openlijk
verklaard had, dat prinsen en prinsessen
alleen uit liefde moesten trouwen, even
als hun onderdanen, en aanzoek deed om
haar hand, er maar één ding tegen was,
en wel, dat .Tacobus nog aan Maria van
Vendome gebonden was. Maar Jacobus wist
heel goed, dal Maria hem alleen aangeno
men had, omdat dc Franscho koning het
wilde. Maar voor koning Francis was hel
een zaak van groot belang, zoodat hij wel
een maand lang beraadslaagde met den
Grooten Raad van Frankrijk ecu lichaam
van grijze andc boeren, deftig in lange,
zwarte jassen gekleed. Ten slotte besloten
zij, dat, daat* Jacobus, lang voordat hij
Maria van Vendomo kende, met de dochter
van den koning verloofd was geweest, hij
nu dc vrijheid had, om Magdalcna'3
jongere zuster te trouwen.
Toen liet bericht van dit besluit uit
Parijs kwam, waren de jongelui zeer on
gelukkig, cn Magdalcna snelde in do raads
kamer des konings, en daar, voor al dc
ministers, viel zij op do knieën en vroeg
verlof om Jacobus te trouwen. En dc
koning, zijn mooi dochtertje in zijn armen
nemend, sprak„Wat de dochter van den
koning verlangt, zal geschieden."
Magdalena en Jacobus trouwden dus, te
midden van zooveel feesten en pret, als
hot vroolijkc Fransch'e volk nog nooit aan
schouwd had. En temidden van al die
prot moesten de oude hecrou van den Frau-
schcn Raad door de straten van Parijs
loopen in schitterende roodc jassen in
plaats van in hun daagsche zwarte, en
gelukwenschen aanbieden aan don jongen-
koning, tegen wiens huwelijk mot Magda
lena zij zich een maand geleden nog ver
zet hadden.
Zoo hadden dus de Schotten een ko
ningin, die zij wilden hebben; Jacobus
tromvdo het meisje, dat hij liefhad; Mag
dalcna was bijzonder gelukkig; haar vader,
koning Francis, bad tot schoonzoon een.
koning, dien bij even liefhad als zijn eigen
zoon; en zelfs Maria van Vendome vond
het, hoewel zij een troon verloren liau,
prettig, niet te behoeven te trouwen mei
oen koning, dien zo niet beminde.