63"* Jaargang Zondag 29 Mei 1910. No. 13314 Derde Blad. De inbreker. Deze courant verschijnt dagelijks, roet uitzondering vanZon-enFeestOageW. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen f 1.1.25 franco per post fl, VG5. Prijs per weck: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een onr pan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Pr^s der Advertentiën: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon f voor do Redactie No. 123. I voor do Administratie No. 103. De dood van koning Eduard van En geland heeft opnieuw! de vraag aan do orde gesteld, hoe het toch mogelijk is, dat het koningschap nog altijd beslaat, ja, dat hef veeleer een rijzonde dan een dalende conjunctuur heeft. Jfn hooft deze vraag voor Nedei.and eigenlijk geen praktisch belang. Nog zeer onlangs heeft een der meest gezagheb bende sprekers van de republikeinsclie partij bij uitnemendheid in Nederland zijn schouders opgehaald over dat republikein sche beginsel. Het is minder dan oen pa radepaard. Men laat hot rustig op stal. Maar juist, omdat die vraag voor ons zoo absoluut geen vraag is, daarom mag men in Nederland, dat in den grond pre cies evenveel republiek als koninkrijk is, wellicht grooter objectiviteit dan ergens elders verwachten bij de behandeling de zer zaak. En hoe staat zij nu? Honderd jaar geleden dacht men het koningschap af te schaffen. Tiet lag voor de hand, dat waar - men do „uiterlijke" praerogatieven van de geboorte afschafte, men begon bij het erfelijk' koningschap. Inderdaad leek het to mal, dat men do Vraag, wie aan hot hoofd van eenigland zou staan, zou laten afhangen van liet toeval van do geboorte, dat men X. do eer zou geven van hoofd te zijn omdat zijn vader Y. haar had genoten. Natuurlijk kan men zich op een ander standpunt stellen. Doch stelt men zich' alleen de vraag: „Welken regeeringsvorm, acht ik op zichzelf hel meest geschikt voor een gegeven staat", dan zou men toch nooit tot de meoning kunnen komen, dat het tneesl geschikt was, wie een ze keren titel erfde. Algemeen was men dan toen' ook' on der hen, die zich' op dit standpunt plaat sten, van meening, dat de monarchie zich zelf overleefd had en dat het slechts een kwestie van lijd zou zijn dal zij geheel van h'et aardrijk zou verdwijnen. Dczo leer heeft nog lang nagewerkt. Er zijn oppervlakkigcn in do beide groote republieken, die zich nog altijd iets extraas van hun eigen vrijheid en onafhankelijk heid voorsl dien omdat zij republikeinen zijn en die mei iels van welwillende min achting nooi kijken op do ongclukkigcn, on der wier wetten in plaats van een voor naam van eenig vorst den achternaam komt van don oen of anderen president. Edoch zij beginnen in de minder heid te komen. Want zij, die verder kijken, zien toch Wel hoe weinig onderscheid 'er is tusschen een republiek en oen mo dern koningschap. Ja het koningschap Terwijl Margarotha haar Maupassant in do boekenkast zette, waarschuwde 1 de hoogo,( staande klok haar, dat hot nog een half uur vóór middernacht was. Op Margaretha's jeugdig gezichtje ver toonde zich tusschen de wenkbrauwen een kleine plooi, een bewijs, dat haar ziels- harmonio door het een of ander Verstoord iv'as. - Mj Wachtte haar man, maar' waarom Wachtte zij eigenlijk?' Het kon één uur worden vóór hij terugkwam; zoo lang bleef zij niet op, 'in geen geval; maarzoo alleen te gaan slapen? Neen, en blij zou hij toch'wel zijn als hij-1 zijn Grote nog wlachtend vond. Dus besloot zij 'op to blijven, een si- gArelto aan to steken en naar 'den regen te luisteren, die tegen do ruiten sloeg. Zoo zat zij op do ottomaue en rookte. Daarbij vergastten zich haar blikken aan haar fijn, slank figuur in liet zoo gemak kelijke en chique toilet. Zij betrapte zich °P deze IJdelheid "en lachte cr om een oogenblik maar, want plotseling kwam (tl'tot het bewustzijn, J 'dat zij, behalve utaroude, snorkende keukenmeid 'in do dakkamer, het conige. levende wezen in villaj Was kort vóór het geesten-uur. Raai- kleine gestalte' kromp angstig sa ^en; do sigarotte wilde niet meer bran enj ze beefde over al haar loden. heeft tegen, dat het hoogste ambt in den slaat op een eenigszins wonderlijke wijze begeven wordt. En het is werkelijk merkwaardig, dat men daar oen bevoorrechting door ge boorte toelaat, die men in elke andere betrekking de schandelijkst "denkbare cor ruptie zou achten. Men stelle zicli eens oor, dat men zoo ook van vader op zoon generaal, minister, scerelaris-genc- aal, rechter of burgemeester werd. Heel de moderne staat zou in opstand komen en zelfs in, minder democratische landen dan do West-Europoesche Staten zijn, zou een dergelijke erfopvolging uit den booze geacht worden. En tóch laat men dat alles bij het ko ningschap niet alleen toe, maar zelfs schijnt men meer en meer algemeen tc gaan vinden, dat die erfopvolging ten slotte do voorkeur verdient boven keuze. Het is in de eerste plaats zeker een uiting van een gevoel van macht. Alen is zichzelf bewust, dat het koningschap in bedoelde landen „geen kwaad kan", dat het meer on meer een decoratieve rol speelt, maar dan ook' in die rol niet kan gemist worden. Doch bovendien is liet wel ok een uitvloeisel van het gevoel van onmacht om een gcschikten persoon te kiezen. Alen wil niet voor het leven kie zen, bij de keuze durft men jle besten vaak niet op den „troon" brengen, om dat de andere invloedrijken van hen ^aan tasting van eigen gezagskring vreezen. Alen heeft dus een neiging om telkens te „veranderen" en om gelijk het .vooral in Frankrijk zoo herhaaldelijk gebeurd is vooral niet den man van het gen- blik te benoemen, fin nu is rlo grootste moeilijkheid om dan werkelijk geschikte personen to vinden, die geen enkel „ver- keerd antecedent hebben ,geen gevaar voor een regecring van vriendjes in wolkerich- ling ook opleveren, dio door het politieke leven zijn opgekomen en toch politicus-af zijn, hoven do partijen staan, zoodra zij president zijn. Inderdaad is het wel een beetje komiek, dat dit eigenlijk nergens hcelomaal gelukt is: öf de gekozen presidenten waren te veel decoratief, óf zij waren niel decora tief genoeg, èf zij waren te ^onpersoon- lijk óf zij waren to persoonlijk .en wer den als Zoodanig te veel met ,cen po litieke partij vereenzelvigd. En stel nu daartegenover don onlangs overleden fingelschcn Koning. De lofzan gen, ten slotte op z'ijn persoon aangehe ven, waren stuitend van eenzijdigheid en men moet al de Engelsche aanbidding voor de instelling der koninklijkheid op zich zelf hebben om die met geduld aan te hooren. Zijn persoonlijk leven is van dien aard gcw'ecst, dat hij om tot president go- kozen te worden nooit ook maar .eenigo, zelfs de geringste kans zou. hebben gehad. En toch was hij een volmaakt staats hoofd, die zijn decoratieve betrekking met do grootste eere vervuld heeft, en den Engelschen, ja aan de gcheele wereld dui delijk heeft gemaakt, dat het koningschap toch allerminst uit den tijd is, weeleer de beste oplossing is van die eigenaardige moeilijkheden, ondervonden bij het uitkie zen van een staatshoofd. En wat misschien nog merkwaardiger is, het is, dat er ook duidelijk waarneem baar is een neiging om als koning een sprekende persoonlijkheid te hebben, iemand waaraan het publiek gemeen zaam gesproken houvast heeft. Alen wil de majesteit van het staatsbestuur ver zinnelijkt zien in een persoon en men is bereid dien persoon tc vereoren, zoo dra daarvoor maar de geringste aanlei ding is. Het is de toch zeer objectieve „Na tion", die deze conclusie trekt uil de go- beurtenissen van den laatstcn tijd in En geland. Er wij gclooven, dat deze con clusie juist is. Het koningschap gaat vooruit. FJRANSCÏÏEBRIEVEN. PARIJS, 22 Mei 1910. Ofschoon brompotten beweren dat het leien, zelfs dat te Parijs, weinig afwisseling aanbiedt, kan ik verzekeren dat er in de ufgeloopen paar weken zooveel is voorgeval len, wnl zelfs den meest eenzelvigen Hollan der behing kan inboezemen, dut ik bijn» over do gansche ruimte van dit blad zou moeten beschikken, wilde ik van een en ander een eenigs/.ius draaglijk en begrijpelijk verslag samenstellen. Ik beperk mij daarom ditmaal tot een korle samenvatting van twee gebeurte nissen, die niet in staat zijn den n iet-Pa rij ze naar er een idee van te geven, hoeveel er ge- ,-ergd kan worden van den buitenlandsehen journalist te Parijs, die persoonlijk cn op an dere wijze dan alleen door de stedelijke cou- inten, op de hoogte van zijn tijd, of liever van zijn dag moet blijven. Vooiocrst ve. reld ik een nieuwtje aan gaande ons Hollanders, dat nog nimmer in Frankrijk vernomen werdEr is in de Frnn- sclie Hoofdstad een Nederlandsch bind, zij het voorbopig sleölïts weekblad, opgericht. Hem, die niet de toestanden der Nederland sche Kolonie alhier bekend is, mooi dit al zeer zonderling voorkomen. Niet dat niet alles, wat bijdragen kan om het Nederlandsch ele ment in den Vreemde te versterken en de «insluiting der Nederlanders kan bevorderen, met groote ingenomenheid begroet behoort tc worden. Integendeel. Doch in dezelfde Kolonie bestaat zoo weinig cohesie; dc be- standdeeien cr van zijn zoo uiteenloopcncl, het aantal der leden, dio niet de grootste moeite hebben fatsoenlijk door de wereld te konien, i- zoo buitengewoon gering; de gelegenheid om, zoowel wat Nederland als wat Frankrijk betreft, op do hoogte te blijven van hetgeen er in de wei old gebeurt, zoo veelvuldig en goedkoop, dat het verwondering mag haren dat er landgenooten gevonden woidon, die, Trip-tijap, tikketikketik, do regen en de klok, landers alles stil. A!;argaretha had er nu spijt van, dat ze haar kamenier verlof had gegeven tot den volgenden ochtend. Zij verborg haar ge zichtje in do zijden kussens cn begon te schreien. Hjaar eigen bewegingen verschrik ten haar. Zij hield don adem in schre den op de ti|ap dat kon onmogelijk haar man zijn nu 'het gerammel van een sleutelbos haar man droeg den huissleutel steeds alleen in den zak. Duidelijk vernam zij een onzeker tasten niaar hot sleutelgat. In een oogenblik ver zamelden zich haar gedachten, door een mogelijk govtaar gedwongen zijsprong op en snelde maar haar schrijftafel haar vingers woelden krampachtig in do duizend kleinigheden. Eindelijk, zij had den kleinen, schitterenden revolver gevonden twee patronen waren cr op toen wipte zij naar de. deur en hing den klei nen veiligheidsketting ervoor; daar hui ten werd een sleutel ingestoken. Ahtrgarelha trad een weinig terug en spande den haan. „AVic is daar?" „0, pardon 1" klonk het zaclit en'be leefd terug. .Voor zoover do ketting" het toeliet, werd do dour geopend; een slanke, geringde hand schoof 'zich in do spleet en maakte gemakkelijk den ketting los. Alargarotha was sprakeloos en liet dc hand mot don revolver zinken. -•Een nog jeugdig uitziend heer mot zeer sympathieke trekken,, in uiterst elegant ge kloedo jas, modern est, verlakte schoo met het oog op een eenigszins voldoend debiet, do oprichting van een Hollandsclïö kiant aandurven, Docli er is reden to veronderstellen, dut dezen minder een nieuwsblad bcoogen, dan wel een orgaan, dnt hen in verbinding kan brengen met nieuw aangelande kolonisten of mot hen die Parijs slechts in het voorbijgaan bezoeken en een gids noodig hebben om hen den weg te wijzen bij het zoeken naar een hotel, bij het doen van inkoppen en het vin den van lieltreon, ieder naar zijn verlangen wenscht of mxtdig heeft. Wellicht' st.aan we derhalve voor een handelsonderneming, waar bij liet in Parijs aan zoovelen brood verschaf fende en op elk gebied der samenleving een zoo gioote rol spelende commissie- of fooien- stelsel een eerste factor behoort te zijn. Men zou het althnns mogen ghsen, om twee redenen. Vooreerst belooft het eerste num mer der courant bijzondere voordooien aan dc abonnó's en aan families, die, uit Ttvlié gekomen, eenigen tijd in Parijs wen«ehen te vertoeven. Vervolgen® wordt, zoowel wat de administratie als wat de medewerkers betreft, tenminste in het eer-te nummer, een nnony- imuitin achtgenomen, dnt weinig strookt mot hot wezen van een zuiver journalistiek streven zonder bijbedoelingen. Hoofdredacteur is. naai de tilei vermeld, oen Dr. van Voorden, die mis-chien een zeer notabel landgenoot K doch die niemand te Pa:ijs kent. Do mede werkers hebben allen een pseudoniem gekozen dat op de kleine kern van P.irijscho Hollan ders, voor wie het blad toch in de eerste plants bestemd schijnt, pijnlijk moet werken. Het is alsof men ia een groote familie be vreesd zou zijn rondweg uit te konion voor een, bij pracmisse, als nuttig aangenomen doeleinde. Alleen een bekend Nederlandsch letterkundige, die twintig jaar geleden te Pa rijs vertoefde en voor het verschenen nummer oen bijdrage heeft geleverd, heeft zijn stukje dun en onderteekenen met zijn naam, die ove rigens uitstekend klinkt, want hij is die van Johan de Aleester, redacteur aan de „Nieuwe Rotterdammer". Mies bijeengenomen spoort de wijze, waar op deze papieren eerstgeborene het levens licht gekregen hoeft, tot eenig voorbehoud aan omtrent zijn wezen in de toekomst. Maar, het kan altijd vei koeren. Zoovelen van wie de grootste verwachtingen gekoesterd worden, hebben die beschaamd en menigeen die onder ongunstige tcokenen geboren werd, is later groot cn machtig gebleken. Een voorbeeld daarvan kan men vindon in een gebeurtenis der afgeloopen week, die in groot schandaal dreigt !e ontaarden. De nog kort geleden als de verpersoonlijking der publieke liefdadigheid beschouwde Zuster Cnndidc, is immers in hechtenis genomen, nadat haar gewezen secretaris, oen zoor ge achte personaliteit, dr. Lfon Petit, zich op het onverwachtst van het leven beroofd heeft. Zuster Caudide was oen uit do geestelijke or den ecl roden dame, die ook daarna voort ging zich aan liefdewerken te wijden, en daartoe van talrijke weldoende katholieken groote sommen ontving. Aroor de door lmar georganiseerde loterijen ten behoeve van haar slichting der „Tuberculeuze kinderen" werd tot een jaar geleden steeds door den Staat machtiging verleend en hadden als zoodanig altijd succes hij den minderen man. Doch niet temin ging haar afwikkeling niet zeer gere geld en zijn zij oorzaak geweest van een ljcsl.iit, waarbij voortaan dergelijke loterijen verboden en de nog loopeiule geLiquideer'd werden rnet één groote serie trekkingen, die nog steeds Loopende zijn. Zuster Cniuiidae was geen financier en men schijnt, zoonis nu blijkt, raar omgesprongen te hebben mot de door haar geïnde millioe- nen. Haar werk niet willende ovgeven en veel noodig hebbend voor haar verschillende liefde werken, waarvan het Hospitaal te Ormesscn het voornaamste was, heeft ze alle middelen te baat •genomen om aan geld te komen. Pa rijs telt altijd een massa, in naam, zeer eer lijke kooplieden en zakenmannen, die bereid zijn, onder beding van bovenmatige voor dooien, hen aan geld te helpen, die er om vei logen zijn Tiet gewone middel van duur gekochte en voor veel minder geld veipande kleinnodiim is ook hier weer te baat geno men. Zuster Caudide schijnt op haar goed gesternte en op de hulp van rijke dames, zoo als mevrouw do weduwe Lebaudy, gerekend te hebben om al die niet bijster regelmatige operation later te vereffenen. Alaarhetis ham niet gehikt. Er zijn klachten hij het Parket ingekom. i. De hulp, waarop gehoopt was. heeft op deh doen wachten. Ten einde raad heeft de ge wezen secretaris zelfmoord gepleegd en liet gevolg was de in hechtenisneming van de liefdezuster, die tot nu steeds de bescherming ■onofen had van de hoogstcn in den lande. Op zich zelf genomen is dit een déconfiture als er bij elke onderneming kan voorkomen. AVot aan het geval echter een bijzonder ka rakter schenkt, dat zijn de polemieken, waar toe hot begrijpelijkerwijs aanleiding geeft. Reeds nu doen zich voorstanders z.oowel als tegenstanders der Zuster kennen. Deze ver dedigt den dokter, die zich gedood heeft om aan allerlei moeilijkheid te ontkomen en werpt de schuld op de Zuster, gene pleit haar vrij. aanvoerende, dal zij het slachtoffer is geworden, in de eerste plaats van genoemden dr. Petit en voorts van tal van andere per sonen, die van haar en de door haar ont vangen giften geprofiteerd hebben. Hoewel de Historie waarschijnlijk niet den omvang zal krijgen, die eens de Dreyfus-znak gehad heeft, is Parijs er toch weer niet ver an verwijderd opnieuw verdeeld te raken in twee kamp.en, waarvan dc meerdere of mindere godsdienstige rechtzinnigheid 7,00- wel als het nnli-cloricalisme de voornaamste factoren dreigen te worden. Opmerkelijk is het onder dit alles dat de streng katholieke bladen de Zuster, gelijk men in het Fransch pleegt te zeggen, schijnen „los te' laten". Tn plants van haar partij op te nemen, doen zo vooral uitkomen dat Zuster Candidc. uit de orden getreden was, geen deel meer uitmaakte van een officioel-kalholieko instel ling van weldadigheid en uitsluitend op eigen nen, enz., hoog zich glimlachend voor haar, terwijl hij meteen de deur achter zich toetrok. „Om Gods wil, mevrouw I" zei de heer, en nam zacht den revolver uit haar bevende vingers, sloot voorzichtig den haan af on legde hot wapen op den tafel- looper. v „H wenscht, mijnheer?" vroeg Alargarotha eindelijk met bevende lippen. „U ziet er ontdaan uit," antwoordde do andcro met warme stem; „veroorloof mij dus, u eerst te verzoeken plaats te ne men." Hij rolde eon stoel naderbij, vuldo een glas mot water, deed er oonigo droppels cognac uit do karaf hij, dio hij van oen klein dientafeltje had genomen. Alargarotha liet zich als verdoofd op den stoel vallen, en dronk oen weinig uit het glas, dat do heer haar voorhield. Haar angst begon allengs te verminde ren; zij vermande zich cn zei: „Alijnhecr, geef u mij opheldering, het doel van uw hierzijn op dit uur mijn kamenier, dc keukenmeid „Ik kan u geruststellen, mevrouw," ant woordde do heer met een buiging, „uw gemaal zal nu verloop van een uur de club verlaten. Uw, keukenmeid slaapt, uw kamenier amuseert zich in goed gezelschap. Wat hot doel van mijn bier-zijn betreft, dat is, den inhoud aan haar gold uit de cassette van mijnheer, uw echtgenoot, in mijn bezit te doen overgaan, cn uit uw schoone Rand, mevrouw, dc sieraden te ontvangen, die een natuurlijke behoorlijk heid hij passende gelegenheid tot onnoo- dige omlijsting dienen." „Ik ben weerloos," snikte de jonge vrouw verontwaardigd en drukte den zakdoek te gen do oogen. Do galante heer kwam naar haar toe. „Alevrouw, ik bid u, geloof mij, ik hen altijd beleefd tegenover dames." Zij werd moediger. „En toch wilt u mij dwingen, u mijn kleinoodiën tc geven?" „Volstrekt niet, mevrouw, ais u dit on aangenaam is, zal ik zelf gaarne omzien naar de bewaarplaats van uw juwcclcu." Hij ging naar de schrijftafel too, en scheen daar iets te zoeken. Alevrouw zag met groote oogen toe, hoe de vreemde man haar heiligdom aan een onderzoek onderwierp. Zou zij vluchten? Noen, dan zou hij misschien bruiaal wor den en haar iets doen. Zij zag in, dat hot het boste was, zelf hem haar voorwerpen van waarde uit te leveren. AEt een zwaar hart ging zij naar de schrijftafel, opende hot bewuste vak, en wierp met een hotsch gebaar don inhoud op het groene laken. Alaar de vingors van den galanten dief grepen niet begecrig naar het schitterende goedje,' zijn opmerkzaamheid scheen ge heel in beslag genomen door een blad papier. „Alevrouw houdt zich ook met litemiren arbeid bezig?" En Alargarctha bemerkte vol schrik, dal het haar gedicht „Zomernacht" was, t dat hem aanleiding gaf tot deze vraag. „Slechts een proeve," antwoordde zij haastig. „Een uiterst wel geslaagde proevo, me vrouw; beslist talent." Margarotha voelde zich gevleid. Zou zij werkelijk talent hebben?" „Aleent u Werkelijk, dat het wat waard zou zijn?" vroeg zij zoo onverschillig mo gelijk. „Zeer beslist,", verzekerde hij met vuur; „ik heb namelijk vroeger zelf tot het schrij vende proletariaat behoord, en was or toen trotsch op voor de opbrengst van mijn lite raire werken brood en spek to koopen." Margaretha's belangstelling was opge wekt, In elk geval was het geen gewone inbreker. De gewezen letterkundige liet zijn oog snel gaan over de voor hein uitgespreide fcloinoodiën en zijn overzicht viel goed uit; toen wendde hij zich weer tot Afar- garetha. „Alevrouw1, do cassette met gold van mijn heer, uw echtgenoot, als u mij die geven wil." Dat Was nuchtere proza; het mooie vrouwtje moest goedschiks of, kwaad schiks den dief zijn werkverlichten. Zou zij zich verzetten? Wat hielp het? Zij be traden té zamen do studeerkamer van haar man. „Daar in*dio kast," zei ATargaretha; „m;>v ik heb geen steutel." De hoffelijkheid van don dief toonde zich weer. „Dal komt er niet op aan," antwoordde hij weer, en in twee minuten had hij de kast door middel van een looper geopend hij haaldo or do cassette uit, de sleutel i i i i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 9