Zondag 5 Juni 1910
Jaargang
INo. 13320
I
Tweede Blad
Uit de Tweede Kamer.
D© verkeerde.
Deze courant verschijnt' dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen V
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1,25 franco
5r-post fl. 1.05.
Prijs per week: Voor Schiedam on Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnomenlen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
iir pan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). i
Prijs der Advertentiën: Vaa 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen, i 1
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bjj vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon
voor de Redactie No. 123.
voor de Administratie No. 103.
Hel is een oude beproefde waarheid, dat
Je storm doorgaans voorafgegaan wordt
door een stilte, maar liet is zeker niet
minder waar, dat het omgekeerd ook het
geval is. Voor do Kamer is hot althans
joo. En het kan dus niemand verwonderen,
Jat na den afloop van het debat over het
CMjnÖte-voorstel-l'roelstra, met zijn volle
en zwaar met clectriciteit bezwangerde-Ka
mer, met zijn diehtbezettc tribunes, de dis
cussies over de „Wijziging der Wet tot
regeling van liet Lager .Onderwijs" zich
slechts in, een uiterst matige belangstel
ling konden verheugen. Het krioelde van
ierion die er niet waien, om met Haspel-
stok te spreken en de enkele menschen
die pp de tribunes plaats hadden geno
men, maakten min of meer den indruk
van een vergissing, en men was geneigd
bun toe te roepen: De groote debatten
over de Kuyper-zaak zijn afgeloopen, gij
hint nu gerust heengaan.
En toch was het ontwerp dat in be
handeling was allerminst van weinig ge
richt. Integendeel. Deze voorgestelde hoo-
fere subsidie aan het Aleer Uitgebreid La
ger Onderwijs, dat iederen dag moor een
belangrijker plaats in onze middelen van
lolkbontwikkeling inneemt, verdient aller
belangstelling.
Het ontwerp hoeft ecno vóórhistorie, die
wij even in het geheugen van onze lezers
willen terugroepen. Toen verleden jaar
Maart in de Kamer behandeld werd liet
wetsontwerp, dat de voorwaarden vast
stelde waaronder liet bijzonder Middelbaar
Onderwijs subsidie zou kunnen genieten,
is zoowol van Linkscli als van Hechts de
trees uitgesproken, dut daardoor het Aleer
Uitgebreid Lager Onderwijs in den knel
zou komen. In de eerste plaats hierdoor,
Jat door de oprichting van bijzondere IIoo-
gere Burgerscholen de concurrentie nog
zivaauler voor liet M. IJ. L. O. zou wor-
Jen dan ze reeds is, maar in de tweede
on zeker niet in do* minste plaats, omdat
Je .subsidie voor het bijzonder Middelbaar
Onderwijs het M. U. L. O. in groote ver
leiding zou brengen bij den moeilijken strijd
om het bestaan die liet voeren jnoct, zich
te vervormen tot een 11. 15. S. met 3-j.
cursus. Wat uiterst jammer zou wezen.
Het AI. U. L. 0. heeft toch voor den mid-
Jelmaligen leerling (en dat is de mcer-
derheid) dit op het M. O. voor, dat heel
wat meer met zijn geaardheid rekening
kan gehouden worden, dat er heel wat
meer evenwicht betracht kan worden bij
Je vakken, die onderwezen worden. Dat
811 hij liet J[. |J. Tj. O. reeds daarom
zooveel beter geschieden, o'indat daar liet
hoofddeel der vakken door één, en dezelfde
onderwijskracht wordt gegeven, terwijl op
Jen armen, meestal 12-jarigen, leerling van
®n It, o, 3 voor j0(ior vak een apart
leeraar losschiet, een operatie, die slechts
knappe leerling met vrucht kan door-
daan, en die dan ook mede oorzaak is,
Jat zoovele leerlingen de t w ee d e, als het
Iedereen zou stellig twee keer gekeken
bon naar het meisje, dat door de groo-
0 Poort van het spoorwegstation kwam,
ogelijk met hondorden andere reizigers,
'e van den trein kwamen.
Eenmaal uit de volte zijnde, stond zij
°on oogenblik aarzelend stil, terwijl haar
r°f3r' v°°rt>ijgangors opnamen. Plotse-
'n° viol haar oog op een net uitzienden
jongen man, die een roode das droeg en
J"me schoenen, on zoo geduldig mogelijk
U"! wachten. Zij keek hem zoo vrien-
''"i! .nun, dat hij onwillekeurig een stap
oonut deed, zoodat zij naar hem toe
kwam.
"5' riep het meisje verheugd uit, „het
iste oogenblik; dat ik je zag, wist ik al,
w. ZÜ11 moest! Toen Holen mij den
*'011 k'eqi; schreef, meldde ze mij, dat
me niet van den trein kon komen ha-
n' maar dut ze haar broeder Dick zou
vcri°hic me zooveel van u,
"1 u altijd zulke vreesclijke dassen
a,'St. Natuurlijk' is uw, das volstrekt niet
reeselijk', 'maar rood, ziet ge
ii spreek daar toch niet van," sprak
heel mooi is, de derde klasse als hot
einddoel huns strevons beschouwen.
l)e aandrang om dan ook tegelijk met
het bijzonder Al. O. ook hot AL U. L. O.
in hetere mate dan tot jui toe het geval
was, te subsidieeren, was bijzonder groot
van alle kanten, en kreeg eindelijk vasten
vorm in de volgende motie-Ter Laar: „De
Ka mer, van oordeel dat hel stel
sel der s u b s i d i e c r i n g der scho
len van meer uitgebreid lager
0 li d e r w ij s v e rb e t e r d d i e n t t e w o r-
d en, gaat over tol de orde van
d o n d a g."
Deze motie kwam echter niet in stem
ming, omdat de minister aan don aan
drang der Kamer toegaf, zoodat do voor
steller de motie kon intrekken. Wel ver
klaarde do heer Heemskerk, dat er veel
voor tc zeggen zou wezen, om met de
regeling van deze materie te wachten tot
liet rapport der Ineens c ha k, e-
1 i ngs c o m m i s s i o z ou z ij n vcrs'c h'e-
n e n, (dat rapport heette toen, d. w. 2 5
Maart 1 009, spoedig opkomst, maar
het is eerst 14 maanden, zegge veer
tien maanden later gereed gekomen)
maar hij stapte over dat bezwaar heen;
hij had meerdere hoop gekregen, dal een
wetsontwerp tot •meerdere subsidie van
het AI. U. L. 0. tot stand zou kunnen
komen, zonder mot de Ineenscha-
kelingscommissie in conflidt te
komen, en kondigde dan ook de spoe
dige indiening van zulk een wetsontwerp
aan. En hij heeft zijn belofte inet bekwa
men spoed vervuld; reeds 10 Juli daar
aanvolgende kwam het wetsontwerp, dat
thans in behandeling is bij de Tweede
Kamer in.
Alen zou dus hebben kunnen verwach
ten, dal den Afinister van alle kanten hulde
gebracht was Voor wat hij deed (want bij
een minister is het helaas ook' wel eens
Veel beloven en weinig geven, doet de
gekken in vreugde leven) maar dal is het
geval niet geweest. Is de dankbaarheid
dan de wetcld uil? Zacht wat, lezer. Alen
zal zich kunnen begrijpen, dat die dank
baarheid, die oorspronkelijk was gevoeld
in groote teleurstelling was overgegaan,
toen de minister een wijziging in zijn ont
werp aanbracht, die, zooals de afgevaar
digde voor Rriellc het uitdrukte, alle aar
digheid er aT dood gaan. Die wijziging be
stond hierin, dat de nieuwe subsi
die-regeling alleen toep a. s s1 e I ij k
is op s'ch o Ien, die vóór 15 Jan.
1910 bestonden. Door deze wijziging
werd het karakter van de wel geheel ge
denatureerd, en werd niet meer tegemoet
gekomen aan den aandrang bij de sub
sidiewet op het bijzoiidop AI. 0. geoefend.
Dat was een aandrang om in do behoeften
van het Al. U. L'. O. te voorzien, niét
in de behoefte van enkele scholen, en
daar in die behoefte niet anders voorzien
kan worden dan door de oprichting van
nieuwe of door ontwikkeling en reorga
nisatie van bestaande scholen, weid liet
wetsontwerp door deze wijziging ontzield;
de bcvriczmgsmelhode werd er op toege
past, zooals de lieer Tydeman het zoo
juist uitdrukte. Was hot wonder, dat liet
allesbehalve een loon van dankbaarheid
was, die hij de algemcene beschouwingen
weerklonk, dat zelfs de vrienden der Re
geering lnm teleurstelling niet verheelden?
De heer De Geer zei bijv. zeer juist, dat
bij do wijziging van het wetsontwerp eigen
lijk niet alleen een streep is gehaald door
de inwilliging van de belofte door minis
ter Heemskerk op 25 Alaart 1909 afgelegd,
maar dat het ontwerp totaal van karakter
is, veranderd, en niet meer voldoet aan
de ratio, die aan die belofte ten grond
slag lag. Want, zooals de afgevaardigde
uit Schiedam zeer juist opmerkte, die ra
tio is n i e t, zooals de Minister hot na
zijn wijziging wilde laten voorkomen, liet
voortbestaan aan bestaande incer uit
gebreid lagere scholen mogelijk tc maken,
maar was te voorkomen, dat bij de sub
sidiewet Al. 0. reeds een oordeel zouuit-
gespioken worden, welke scholen de voor
keur verdiende die van AI. O. of van
AL U. L. O.
Dit alles was zeer juist gezegd, verdrie
tig juist, en dezelfde tonen weerklonken uit
de monden van de hecren Ketelaar, Tyde
man, Rnodhuyzen, Polleman. (er Laan, Van
der Alolen en Bos; de laatste van wien nie
mand ooit een hard woord hoort, reide zelfs,
dat dit wetsontwerp geen groot er
v r e n g d e 'n e t o o n v e r d i e n t d a n
m e n b ij een d o o d e munch pleegt
a a n d e n d a g t e 1 e g g c n.
Iloe is ALi uister Heemskerk tot zijne wijzi
ging gekomen? Ja, dat is het hom juistdoor
de w ijr,e waarop dit geschied is, is alle
narigheid gekomen. Minister Heemskerk is in
onaangename aanraking gekomen met den
vooi/itler van de Ineen.-chakelingscominissie,
en dat is niemand minder dan prof. Woltjer,
iid van de Eci'ste Kamer en boogtecraar aan
de Vrije Universiteit. Voor wien het, niet we
ten mocht zij hier bijgevoegd, dat het woord
van dien hoogst kundige» man op onderwijs
gebied gmot gezag heeft. Deze heeft in eene
redevoering in de Eerste Kamer den minister
gewaarschuwd niet op don eens ingeslagen weg
vooit te gaan. Op een toon die groote geraakt
heid verried beduidde hij den Afinister dat het
niet aangenaam is voor eene Staatscommissie
die zeven jaar gewerkt heeft, indien kort voor
hot verschijnen van haar rapport dc Afinister
juist op hef punt, waar de ineenscliakcl'ing
moet weiken, juist op het eigenlijke terrein
van die ineenschakeling met een eenigszins
ingrijpend voorstel komt. Vooral omdat die
Inectibchakeliiigscommissie ook voor de AL
U. Ij. O.-school een norm heeft vastgesteld,
die nu volgens den heer Wol-I er door dit wets
ontwerp wordt bedreigd.
Toen merkte Afinister Heemskerk dat hij
zijne vingers geliiand had, wad, hem, den voor
zichtige bij uitnemendheid, alleen daar
door kon gebeuren, dat hij geen onder
wijsman is, dat de gioote gaven, die hem ge-
.-ehöiiken zijn, elders liggen. Hij schijnt waar
lijk gedacht te hebben dat men hot ondorwij
vinngMuk ergens zou kunnen aanraken zon
der op voetangels en klemmen te stuiten. En
zijn mis-pas inziende, heeft hij zich gehaast
dien goed te maken en prof. Woltjer tevre
den tc stellen, en zoo kwam de schijnbaar
onschuldige Nota van Wijziging, waarin staat
dal do nieuwe subsidie-regeling alleen toe
passelijk is op scholen, die vóór 15 Januari
1910 bestonden.
Aren kan zich" nu teleurstelling van hen
die mot het eerste (werp verheugd waren
de jonge man, zeer verlogen wordend. ,,lk
heb het altijd te kwaad met mijn dassen I
Alaar
„En hoe gaat liet Helen?" vroeg hel
meisje in het bruin. „Ik verlang vroese-
lijk haar to zienl Denk eens aan! We
hebben elkaar niet gezien, sinds wc twee
jaar geleden van school gingen. Ik vind
liet bizonder lief van haar om mij lo iuvi-
teeren do feestdagen bij baar door te ko
men doorbrengen, en ze vertelde me van
een massa leuke plannetjes, die op hot
programma stonden.
„En wal aardig,,: dat u ook juist thuis
bent. Om u de waarheid te zeggen, was
Helen op school altijd zoo vol lof over
haar broeder, dat we u vervelend begon
nen te vinden. U moet me goed begrijpen,
wc vonden u niet vervelend, want weken
den u niet, maar wrc vonden het vervelend,
dal ivo altijd over u moesten hooien. Dat
klinkt onbeleefd, dat weet ik, maar ik be
doel niet
„0„ ik begrijp het!" sprak de jongeman
haastig.
Hij scheen onder haar betoovering te
komen, maar toch' was hij niet op ,'zijn
gemak, J
„Zoudt ge 't niet goed vinden, als we
nu verder gingen?" vroeg het meisje in
't bruin, een aardig huppelpasje makend
en hem met haar aardige oogen aankij
kend.
De jonge man nam haar tasch op en
wilde zijn mond openen, maar zij viel hom
in dc rede, toen zij den hoek omsloegen
naar de trappen.
„Ik hoor,, dat cr een danspartij zal zijn
niet waar? Helen schreef er tenminste over.
Ik vind het zoo heerlijk. Houdt u van
dansen?"
„Dat. zon ik denken,," stemde de jonge
man toe, die hiel veel haast maakte om
dc trappen te bereiken. „Toch zou ik
willen
„Ik weet al, wal u zeggen wilt," sprak
liet meisje in 't bruin; „als het hekend
is, dat een jonge man van dansen houdt
wordt hij overladen met uitnoodigingen
omdat er tegenwoordig zoovelcn zijn, die
er niet van houden en dan een partij in
de war brengen. Gaat Helen veel naar
bals? Ze moet wel een heel mooi meisje ge
worden zijn, zo zag cr op school al zoo lief
uil, Ik hoop maar, Jat go 't niet al te
vervelend zult vinden, dal ge mij de eerste
veertien dagen tot last hebt? Ik vind het
bizonder lief van u, dat -u Helen gezegd
ogrijpen, en de Minister is er niet in ge-
shiagd zijne veranderde houding goed te
praten,
We hebben bij dit wetsontwerp Afinister
Heemskerk in een karakter gezien, waarin
wij hein nog niet hadden Jeeren kennen, nl.
ais den boo z e n Heemskerk. Wrevel over
do onaangename positie, waarin hij z.iclizeL-
en gebracht had was niet te miskennen.
Zijne uitnoodiging aan den lieer Roodhuyzcn
om bij amendement voor te stellen het gewij
zigde ontwei p in don ouden vorm te stellen,
welk amendement dan als een baksteen zou
allen, was niets anders dan een foefje en de
icer Tydeman mocht terecht opmerken dat
hel niet aanging den afgevaardigde voor
Bi'ielle uit te dagen hel oude ontwerp, waar
aan vele fouten kleefden, in zijn ouden vorm
tc herstellen. En de uitgedaagde zeil verge
leek deze invitatie bij de bekende keuze waar
een boer eens zijne kippen \oor stelde, nl. of
zij gebraden of ge.-toofd gegeten wilden wor
den, en die, toen do arme beesten veikhuu'-
den dat ze van geen van beiden gediend wa-
ïeu, geslacht werden onder hel veiwijt dat /.e
met hunne blanco-stem „buiten de orde wa
ren". De Afinister heeft wel in den breed
trachten aan te toonen dal met het rapport
van de Ineenschakelinesoommis-ie in hot
zicht dit wetsontwerp niet van i e f o r m a I o-
r i s c h e n aard mocht zijn, en zicli alleen
dus kan bemoeien met de bestaande scholen.
Dit alles moge een ie verdedigen stand
punt zijn; niet weg te praten is dat het niet
het oude standpunt is van den Minister, en
allerminst het standpunt waai om hem in het
Vooiloopig Veislag zoo van alle kanten hulde
werd gebracht. Het vasthouden aan art. II,
gewijzigd als het thans is, kan dan ook niet
anders genoemd worden, dan een terugkomen
oji de belofte eenmaal aan de Kamer gegeven.
En de heer Tydeman heeft het zoo ji :st ge
zogd Wanneer de Minister de zaak juist wil
de beschouwen, had hij moeten zeggen, dat het
een ontwerp was, dat in zekere mate van re-
fonnntorischen aard is, maar tot op zekere
hoogte ook weer niet. De vraag die men kan
stellen i- in hoeverre is dit onlwerj)
van refonnatorischen aard. liet algemeen toe
kennen van hoogcre en nieuwe suhsidiën aan
scholen van meer uitgebreid lager onderwijs
zal ten allen tijde uitbreiding van dat onder
wijs ten gevolge hebben.
En dit zou alleen niet golden, als de Afi
nister v a n d e n beginnen a n gezegd had
dat dit wetsontwerp alleen toepasselijk is op
de bestaande scholen, maar dat heeft hij
niet gedaan.
Niettegenstaande allen aandrang op den
Afinister, van alle zijden geoefend om niet
hardnekkig aan art. II vast te houden
is hij eerst blijven staan; hij wilde al
leen d i t toegeven, dat hij de mogelijk
heid van latere schrapping in uitzicht
stolde, maar gaf de Kamer tevens zeer
duidelijk te kennen, dat vervvérping van
art. 11 of aanneming van het amendement
Ter Laan, dat den fatalen termijn naar
1914 verschuift, intrekking van het wets
ontwerp tengevolge zou hebben. En laten
wij billijk zijn; wij hadden niet anders
van dezen minister verwacht. Van een
Heemskerk, dachten wij, is wel te ver
wachten, dat hij éénmaal zijn vingers
brandt, zooals hij dan ook bij dit Wets
ontwerp gedaan heeft; niemand is nu een
maal onfeilbaar, maar zeker is van hem
niet te verwachten, dat hij dan weer om
rolt a la Cohen Stuart, zeilende gedachte
nissen Alaar het is helaas vèl geschied.
Wij hebben bij dit wetsontwerp gehad eerst
toegeven aan den heer Woltjer; de vraag
blijft echter of het constitutioneel mag ge
noemd worden een ontwerp, waarop in
de Tweede Kamer geen aanmerking is ge
maakt, wat den geest betrof, te wijzigen
naar de kritiek van een lid der Eerste
Kamer. De lieer Heemskerk heeft er zich
wel afgemaakt met de goedgevonden excep
tie, dat de lieer Woltjer daar niet sprak
als lid der Eerste Kamer, maar als voor
zitter der In schakel ingsconunissie. Wat
natuurlijk maar een aardigheid is: in (le
Eerste Kamer spreekt een lid en ieder lid
als lid daarvan. Wat zou deze schrandere
bewindsman zeggen van hem, die vci-
klaaide, dat in de Tweede Kamer de heer
Ter Laan als onderwijzer, de lieer
Roodiniijzer. als leeraar, en de hoeren
v. d. Alolen en Ketelaar als school-
opzien e r s hij het onderhavige wets
ontwerp gesproken hadden? Na d'it 1 >e-
geven weer c n geheel prijsgeven van don
lieer Woltjer en bukken v,oor de wcnschen
der rechterzijde, die hij dit wetsontewrp
de gelegenheid schoon zagen om subsidie
te jagen.
Do weifelende houding van den AHnisler
heeft zich als vitium origiuïs maar al te
veel in dit ontwerp vertoond. Woensdag
middag 1.1. werd men zelfs aan de dis-
cussiën over do Drankwet 'herinnerd, toon
de Afinister zelf schorsing van de debat
ten aan de Kamer moest verzoeken. Alaar
het ergste wat er gebeurd is, is wel de
aanneming van het amendement-Van der
Afolen-Wijnbergen, om de verhoogde sub
sidie, die gevraagd is voor het AI. U.
L. O., ook voor het U, L. O. tc laten
gelden, waarvoor het niet gevraagd was.
Daardoor werd niet alleen de aard van
het wetsontwerp geheel gedenatueerd;
daardoor werd niet alleen de subsidie voor
het bijzonder L. O. weer aardig wat ver
hoogd, zonder behoorlijke waarborgen,
want ieder onderwijsman weet wel lioo
gemakkelijk kunstje hel is een sehijn-U.
L.-O.-aéhoolljc te maken van oen school
voor gewoon L. O.; maar nu kreeg art.II
ook een heel andere bcteekenis. Zij toch,
die tegen opname van bet .U L. O. in
dit wetsontwerp waren, veranderden nu,
voor zoover zij tegenstanders van art. II
waren, in voorstanders, om die subsidie
zoo beperkt mogelijk te maken, en al
leen voor de bestaande scholen tc doen
goldenwat zij Voor het Af. U. L. O. juist
andersom wilden.
De Alinistcr vond er nu dit op, dat hij.
hoewel den termijn van 15 Jan. 1910
handhavende, toc.li een subsidie toekent
voor de nieuw op te richten AL U. L. O.-
en U. L. O.-scholen, door het laatste, zijn
clericalen vrienden een bijzonder genoe
gen doende. Het is een sterk stuk. Alen
heeft den heer Van Doorn zeer kwalijk
genomen aan de Room.sc.he zijde, dathij
bij de debatten over uo Kuyper-zaak heelt
gezegd, dat wij worden geregeerd door
Brabant en Limburgniemand zal kunnen
ontkennen, dat de Roomsche staatspartij
in de coalitie de lakens uitdeelt,
hebt, dat u het mij aangenaam wilde mak'en.
Alaar ik wil toch' niet, dat u er iets anders
om veronachtzaamt bijvoorbeeld uw
oude vrienden alleen om beleefd tegen
over mij te zijn."
„Volstrekt niet, volstrekt 1" zei de jonge
man gehaast, met een zucht, die een sa
menstelling scheen te zijn van wanhopige
bewondering en hopeloosheid. „Ik zou meer
dan blij zijn, als
„Is mijn tasch' zwaar?" vroeg het meisje
met belangstelling, toon de jonge man de
trappen op liep. „Het spijt me werkelijk.
Maar het cadeautje, dat ik voor Helen heb
meegebracht, zit er in, en dat is erg
zwaar.
„Bent u weer heelcmaal beter? Wat dom
van me, om niet naar dat gebroken schou
derblad le vragen. Voetballen is toch wel
gevaarlijk, hoewel het leuk is, oen goeden
goal te zien maken. O, ik wilde, dat ik u
in die match' gezien had. De couranten
„Zoo heel erg was hot niet," protesteerde
de jonge man, die er bizonder ongelukkig
uitzag, en zich' naar dea uitgang van liet
station spoedde.
„Wees toch niet zoo bescheiden 1" zei
het meisje in 't bruin. „Waar gaan we
nu heen? Nemen w.e nu een tram of moe
ten we een rijtuig hebben? Als u het laat
ste doet. neemt er dan geen mol zoo'n kuo-
kelig paard, daar heb ik altijd zoo'n
medelijden mee, en dan geniet ik ook niet
van het rijden. Denkt u, dat Helen
De jonge man haalde de schouders op,
maar op hetzelfde oogenblik kwam een
jong meisje het station binnen, cn melden
uitroep „Alabell" viel zij het aardige meisje
om den hals. Toen keek zij vragend naar
den nel uitzienden jongen man, wiens ge
laat de klenr kreeg van zijn das.
Alabcl was een cn al verbazing.
„Wal Rclmelt er aan, Helen, ken je dan
je eigen broer niet meer?"
„Hij is mijn broer niet!" riep Helen, In
een uitroep van de grootste verbazing.
„Iloe durfde hij?"
„Ik heb niet gezegd, dat ik iemand's broer
was," zei de ongelukkige jonge man. „Ik
wachtte juist op mijn trein, toen deze jonge
dame
Alaar het meisje, nam mei oen kreet
van schrik haar tasch op en spoedde zich
mei Helen de straat op. Het jonge mon«eh
veegde zijn voorhoofd af en haastte zich
naar zijn trein.
SCHIEDJlll'SCiHE COJRJ NI.
Use;-."'
I