Zondag 5 Juni 1910 Jaargang INo. 13320 I Tweede Blad Uit de Tweede Kamer. D© verkeerde. Deze courant verschijnt' dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen V Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1,25 franco 5r-post fl. 1.05. Prijs per week: Voor Schiedam on Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnomenlen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een iir pan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). i Prijs der Advertentiën: Vaa 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen, i 1 In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bjj vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon voor de Redactie No. 123. voor de Administratie No. 103. Hel is een oude beproefde waarheid, dat Je storm doorgaans voorafgegaan wordt door een stilte, maar liet is zeker niet minder waar, dat het omgekeerd ook het geval is. Voor do Kamer is hot althans joo. En het kan dus niemand verwonderen, Jat na den afloop van het debat over het CMjnÖte-voorstel-l'roelstra, met zijn volle en zwaar met clectriciteit bezwangerde-Ka mer, met zijn diehtbezettc tribunes, de dis cussies over de „Wijziging der Wet tot regeling van liet Lager .Onderwijs" zich slechts in, een uiterst matige belangstel ling konden verheugen. Het krioelde van ierion die er niet waien, om met Haspel- stok te spreken en de enkele menschen die pp de tribunes plaats hadden geno men, maakten min of meer den indruk van een vergissing, en men was geneigd bun toe te roepen: De groote debatten over de Kuyper-zaak zijn afgeloopen, gij hint nu gerust heengaan. En toch was het ontwerp dat in be handeling was allerminst van weinig ge richt. Integendeel. Deze voorgestelde hoo- fere subsidie aan het Aleer Uitgebreid La ger Onderwijs, dat iederen dag moor een belangrijker plaats in onze middelen van lolkbontwikkeling inneemt, verdient aller belangstelling. Het ontwerp hoeft ecno vóórhistorie, die wij even in het geheugen van onze lezers willen terugroepen. Toen verleden jaar Maart in de Kamer behandeld werd liet wetsontwerp, dat de voorwaarden vast stelde waaronder liet bijzonder Middelbaar Onderwijs subsidie zou kunnen genieten, is zoowol van Linkscli als van Hechts de trees uitgesproken, dut daardoor het Aleer Uitgebreid Lager Onderwijs in den knel zou komen. In de eerste plaats hierdoor, Jat door de oprichting van bijzondere IIoo- gere Burgerscholen de concurrentie nog zivaauler voor liet M. IJ. L. O. zou wor- Jen dan ze reeds is, maar in de tweede on zeker niet in do* minste plaats, omdat Je .subsidie voor het bijzonder Middelbaar Onderwijs het M. U. L. O. in groote ver leiding zou brengen bij den moeilijken strijd om het bestaan die liet voeren jnoct, zich te vervormen tot een 11. 15. S. met 3-j. cursus. Wat uiterst jammer zou wezen. Het AI. U. L. 0. heeft toch voor den mid- Jelmaligen leerling (en dat is de mcer- derheid) dit op het M. O. voor, dat heel wat meer met zijn geaardheid rekening kan gehouden worden, dat er heel wat meer evenwicht betracht kan worden bij Je vakken, die onderwezen worden. Dat 811 hij liet J[. |J. Tj. O. reeds daarom zooveel beter geschieden, o'indat daar liet hoofddeel der vakken door één, en dezelfde onderwijskracht wordt gegeven, terwijl op Jen armen, meestal 12-jarigen, leerling van ®n It, o, 3 voor j0(ior vak een apart leeraar losschiet, een operatie, die slechts knappe leerling met vrucht kan door- daan, en die dan ook mede oorzaak is, Jat zoovele leerlingen de t w ee d e, als het Iedereen zou stellig twee keer gekeken bon naar het meisje, dat door de groo- 0 Poort van het spoorwegstation kwam, ogelijk met hondorden andere reizigers, 'e van den trein kwamen. Eenmaal uit de volte zijnde, stond zij °on oogenblik aarzelend stil, terwijl haar r°f3r' v°°rt>ijgangors opnamen. Plotse- 'n° viol haar oog op een net uitzienden jongen man, die een roode das droeg en J"me schoenen, on zoo geduldig mogelijk U"! wachten. Zij keek hem zoo vrien- ''"i! .nun, dat hij onwillekeurig een stap oonut deed, zoodat zij naar hem toe kwam. "5' riep het meisje verheugd uit, „het iste oogenblik; dat ik je zag, wist ik al, w. ZÜ11 moest! Toen Holen mij den *'011 k'eqi; schreef, meldde ze mij, dat me niet van den trein kon komen ha- n' maar dut ze haar broeder Dick zou vcri°hic me zooveel van u, "1 u altijd zulke vreesclijke dassen a,'St. Natuurlijk' is uw, das volstrekt niet reeselijk', 'maar rood, ziet ge ii spreek daar toch niet van," sprak heel mooi is, de derde klasse als hot einddoel huns strevons beschouwen. l)e aandrang om dan ook tegelijk met het bijzonder Al. O. ook hot AL U. L. O. in hetere mate dan tot jui toe het geval was, te subsidieeren, was bijzonder groot van alle kanten, en kreeg eindelijk vasten vorm in de volgende motie-Ter Laar: „De Ka mer, van oordeel dat hel stel sel der s u b s i d i e c r i n g der scho len van meer uitgebreid lager 0 li d e r w ij s v e rb e t e r d d i e n t t e w o r- d en, gaat over tol de orde van d o n d a g." Deze motie kwam echter niet in stem ming, omdat de minister aan don aan drang der Kamer toegaf, zoodat do voor steller de motie kon intrekken. Wel ver klaarde do heer Heemskerk, dat er veel voor tc zeggen zou wezen, om met de regeling van deze materie te wachten tot liet rapport der Ineens c ha k, e- 1 i ngs c o m m i s s i o z ou z ij n vcrs'c h'e- n e n, (dat rapport heette toen, d. w. 2 5 Maart 1 009, spoedig opkomst, maar het is eerst 14 maanden, zegge veer tien maanden later gereed gekomen) maar hij stapte over dat bezwaar heen; hij had meerdere hoop gekregen, dal een wetsontwerp tot •meerdere subsidie van het AI. U. L. 0. tot stand zou kunnen komen, zonder mot de Ineenscha- kelingscommissie in conflidt te komen, en kondigde dan ook de spoe dige indiening van zulk een wetsontwerp aan. En hij heeft zijn belofte inet bekwa men spoed vervuld; reeds 10 Juli daar aanvolgende kwam het wetsontwerp, dat thans in behandeling is bij de Tweede Kamer in. Alen zou dus hebben kunnen verwach ten, dal den Afinister van alle kanten hulde gebracht was Voor wat hij deed (want bij een minister is het helaas ook' wel eens Veel beloven en weinig geven, doet de gekken in vreugde leven) maar dal is het geval niet geweest. Is de dankbaarheid dan de wetcld uil? Zacht wat, lezer. Alen zal zich kunnen begrijpen, dat die dank baarheid, die oorspronkelijk was gevoeld in groote teleurstelling was overgegaan, toen de minister een wijziging in zijn ont werp aanbracht, die, zooals de afgevaar digde voor Rriellc het uitdrukte, alle aar digheid er aT dood gaan. Die wijziging be stond hierin, dat de nieuwe subsi die-regeling alleen toep a. s s1 e I ij k is op s'ch o Ien, die vóór 15 Jan. 1910 bestonden. Door deze wijziging werd het karakter van de wel geheel ge denatureerd, en werd niet meer tegemoet gekomen aan den aandrang bij de sub sidiewet op het bijzoiidop AI. 0. geoefend. Dat was een aandrang om in do behoeften van het Al. U. L'. O. te voorzien, niét in de behoefte van enkele scholen, en daar in die behoefte niet anders voorzien kan worden dan door de oprichting van nieuwe of door ontwikkeling en reorga nisatie van bestaande scholen, weid liet wetsontwerp door deze wijziging ontzield; de bcvriczmgsmelhode werd er op toege past, zooals de lieer Tydeman het zoo juist uitdrukte. Was hot wonder, dat liet allesbehalve een loon van dankbaarheid was, die hij de algemcene beschouwingen weerklonk, dat zelfs de vrienden der Re geering lnm teleurstelling niet verheelden? De heer De Geer zei bijv. zeer juist, dat bij do wijziging van het wetsontwerp eigen lijk niet alleen een streep is gehaald door de inwilliging van de belofte door minis ter Heemskerk op 25 Alaart 1909 afgelegd, maar dat het ontwerp totaal van karakter is, veranderd, en niet meer voldoet aan de ratio, die aan die belofte ten grond slag lag. Want, zooals de afgevaardigde uit Schiedam zeer juist opmerkte, die ra tio is n i e t, zooals de Minister hot na zijn wijziging wilde laten voorkomen, liet voortbestaan aan bestaande incer uit gebreid lagere scholen mogelijk tc maken, maar was te voorkomen, dat bij de sub sidiewet Al. 0. reeds een oordeel zouuit- gespioken worden, welke scholen de voor keur verdiende die van AI. O. of van AL U. L. O. Dit alles was zeer juist gezegd, verdrie tig juist, en dezelfde tonen weerklonken uit de monden van de hecren Ketelaar, Tyde man, Rnodhuyzen, Polleman. (er Laan, Van der Alolen en Bos; de laatste van wien nie mand ooit een hard woord hoort, reide zelfs, dat dit wetsontwerp geen groot er v r e n g d e 'n e t o o n v e r d i e n t d a n m e n b ij een d o o d e munch pleegt a a n d e n d a g t e 1 e g g c n. Iloe is ALi uister Heemskerk tot zijne wijzi ging gekomen? Ja, dat is het hom juistdoor de w ijr,e waarop dit geschied is, is alle narigheid gekomen. Minister Heemskerk is in onaangename aanraking gekomen met den vooi/itler van de Ineen.-chakelingscominissie, en dat is niemand minder dan prof. Woltjer, iid van de Eci'ste Kamer en boogtecraar aan de Vrije Universiteit. Voor wien het, niet we ten mocht zij hier bijgevoegd, dat het woord van dien hoogst kundige» man op onderwijs gebied gmot gezag heeft. Deze heeft in eene redevoering in de Eerste Kamer den minister gewaarschuwd niet op don eens ingeslagen weg vooit te gaan. Op een toon die groote geraakt heid verried beduidde hij den Afinister dat het niet aangenaam is voor eene Staatscommissie die zeven jaar gewerkt heeft, indien kort voor hot verschijnen van haar rapport dc Afinister juist op hef punt, waar de ineenscliakcl'ing moet weiken, juist op het eigenlijke terrein van die ineenschakeling met een eenigszins ingrijpend voorstel komt. Vooral omdat die Inectibchakeliiigscommissie ook voor de AL U. Ij. O.-school een norm heeft vastgesteld, die nu volgens den heer Wol-I er door dit wets ontwerp wordt bedreigd. Toen merkte Afinister Heemskerk dat hij zijne vingers geliiand had, wad, hem, den voor zichtige bij uitnemendheid, alleen daar door kon gebeuren, dat hij geen onder wijsman is, dat de gioote gaven, die hem ge- .-ehöiiken zijn, elders liggen. Hij schijnt waar lijk gedacht te hebben dat men hot ondorwij vinngMuk ergens zou kunnen aanraken zon der op voetangels en klemmen te stuiten. En zijn mis-pas inziende, heeft hij zich gehaast dien goed te maken en prof. Woltjer tevre den tc stellen, en zoo kwam de schijnbaar onschuldige Nota van Wijziging, waarin staat dal do nieuwe subsidie-regeling alleen toe passelijk is op scholen, die vóór 15 Januari 1910 bestonden. Aren kan zich" nu teleurstelling van hen die mot het eerste (werp verheugd waren de jonge man, zeer verlogen wordend. ,,lk heb het altijd te kwaad met mijn dassen I Alaar „En hoe gaat liet Helen?" vroeg hel meisje in het bruin. „Ik verlang vroese- lijk haar to zienl Denk eens aan! We hebben elkaar niet gezien, sinds wc twee jaar geleden van school gingen. Ik vind liet bizonder lief van haar om mij lo iuvi- teeren do feestdagen bij baar door te ko men doorbrengen, en ze vertelde me van een massa leuke plannetjes, die op hot programma stonden. „En wal aardig,,: dat u ook juist thuis bent. Om u de waarheid te zeggen, was Helen op school altijd zoo vol lof over haar broeder, dat we u vervelend begon nen te vinden. U moet me goed begrijpen, wc vonden u niet vervelend, want weken den u niet, maar wrc vonden het vervelend, dal ivo altijd over u moesten hooien. Dat klinkt onbeleefd, dat weet ik, maar ik be doel niet „0„ ik begrijp het!" sprak de jongeman haastig. Hij scheen onder haar betoovering te komen, maar toch' was hij niet op ,'zijn gemak, J „Zoudt ge 't niet goed vinden, als we nu verder gingen?" vroeg het meisje in 't bruin, een aardig huppelpasje makend en hem met haar aardige oogen aankij kend. De jonge man nam haar tasch op en wilde zijn mond openen, maar zij viel hom in dc rede, toen zij den hoek omsloegen naar de trappen. „Ik hoor,, dat cr een danspartij zal zijn niet waar? Helen schreef er tenminste over. Ik vind het zoo heerlijk. Houdt u van dansen?" „Dat. zon ik denken,," stemde de jonge man toe, die hiel veel haast maakte om dc trappen te bereiken. „Toch zou ik willen „Ik weet al, wal u zeggen wilt," sprak liet meisje in 't bruin; „als het hekend is, dat een jonge man van dansen houdt wordt hij overladen met uitnoodigingen omdat er tegenwoordig zoovelcn zijn, die er niet van houden en dan een partij in de war brengen. Gaat Helen veel naar bals? Ze moet wel een heel mooi meisje ge worden zijn, zo zag cr op school al zoo lief uil, Ik hoop maar, Jat go 't niet al te vervelend zult vinden, dal ge mij de eerste veertien dagen tot last hebt? Ik vind het bizonder lief van u, dat -u Helen gezegd ogrijpen, en de Minister is er niet in ge- shiagd zijne veranderde houding goed te praten, We hebben bij dit wetsontwerp Afinister Heemskerk in een karakter gezien, waarin wij hein nog niet hadden Jeeren kennen, nl. ais den boo z e n Heemskerk. Wrevel over do onaangename positie, waarin hij z.iclizeL- en gebracht had was niet te miskennen. Zijne uitnoodiging aan den lieer Roodhuyzcn om bij amendement voor te stellen het gewij zigde ontwei p in don ouden vorm te stellen, welk amendement dan als een baksteen zou allen, was niets anders dan een foefje en de icer Tydeman mocht terecht opmerken dat hel niet aanging den afgevaardigde voor Bi'ielle uit te dagen hel oude ontwerp, waar aan vele fouten kleefden, in zijn ouden vorm tc herstellen. En de uitgedaagde zeil verge leek deze invitatie bij de bekende keuze waar een boer eens zijne kippen \oor stelde, nl. of zij gebraden of ge.-toofd gegeten wilden wor den, en die, toen do arme beesten veikhuu'- den dat ze van geen van beiden gediend wa- ïeu, geslacht werden onder hel veiwijt dat /.e met hunne blanco-stem „buiten de orde wa ren". De Afinister heeft wel in den breed trachten aan te toonen dal met het rapport van de Ineenschakelinesoommis-ie in hot zicht dit wetsontwerp niet van i e f o r m a I o- r i s c h e n aard mocht zijn, en zicli alleen dus kan bemoeien met de bestaande scholen. Dit alles moge een ie verdedigen stand punt zijn; niet weg te praten is dat het niet het oude standpunt is van den Minister, en allerminst het standpunt waai om hem in het Vooiloopig Veislag zoo van alle kanten hulde werd gebracht. Het vasthouden aan art. II, gewijzigd als het thans is, kan dan ook niet anders genoemd worden, dan een terugkomen oji de belofte eenmaal aan de Kamer gegeven. En de heer Tydeman heeft het zoo ji :st ge zogd Wanneer de Minister de zaak juist wil de beschouwen, had hij moeten zeggen, dat het een ontwerp was, dat in zekere mate van re- fonnntorischen aard is, maar tot op zekere hoogte ook weer niet. De vraag die men kan stellen i- in hoeverre is dit onlwerj) van refonnatorischen aard. liet algemeen toe kennen van hoogcre en nieuwe suhsidiën aan scholen van meer uitgebreid lager onderwijs zal ten allen tijde uitbreiding van dat onder wijs ten gevolge hebben. En dit zou alleen niet golden, als de Afi nister v a n d e n beginnen a n gezegd had dat dit wetsontwerp alleen toepasselijk is op de bestaande scholen, maar dat heeft hij niet gedaan. Niettegenstaande allen aandrang op den Afinister, van alle zijden geoefend om niet hardnekkig aan art. II vast te houden is hij eerst blijven staan; hij wilde al leen d i t toegeven, dat hij de mogelijk heid van latere schrapping in uitzicht stolde, maar gaf de Kamer tevens zeer duidelijk te kennen, dat vervvérping van art. 11 of aanneming van het amendement Ter Laan, dat den fatalen termijn naar 1914 verschuift, intrekking van het wets ontwerp tengevolge zou hebben. En laten wij billijk zijn; wij hadden niet anders van dezen minister verwacht. Van een Heemskerk, dachten wij, is wel te ver wachten, dat hij éénmaal zijn vingers brandt, zooals hij dan ook bij dit Wets ontwerp gedaan heeft; niemand is nu een maal onfeilbaar, maar zeker is van hem niet te verwachten, dat hij dan weer om rolt a la Cohen Stuart, zeilende gedachte nissen Alaar het is helaas vèl geschied. Wij hebben bij dit wetsontwerp gehad eerst toegeven aan den heer Woltjer; de vraag blijft echter of het constitutioneel mag ge noemd worden een ontwerp, waarop in de Tweede Kamer geen aanmerking is ge maakt, wat den geest betrof, te wijzigen naar de kritiek van een lid der Eerste Kamer. De lieer Heemskerk heeft er zich wel afgemaakt met de goedgevonden excep tie, dat de lieer Woltjer daar niet sprak als lid der Eerste Kamer, maar als voor zitter der In schakel ingsconunissie. Wat natuurlijk maar een aardigheid is: in (le Eerste Kamer spreekt een lid en ieder lid als lid daarvan. Wat zou deze schrandere bewindsman zeggen van hem, die vci- klaaide, dat in de Tweede Kamer de heer Ter Laan als onderwijzer, de lieer Roodiniijzer. als leeraar, en de hoeren v. d. Alolen en Ketelaar als school- opzien e r s hij het onderhavige wets ontwerp gesproken hadden? Na d'it 1 >e- geven weer c n geheel prijsgeven van don lieer Woltjer en bukken v,oor de wcnschen der rechterzijde, die hij dit wetsontewrp de gelegenheid schoon zagen om subsidie te jagen. Do weifelende houding van den AHnisler heeft zich als vitium origiuïs maar al te veel in dit ontwerp vertoond. Woensdag middag 1.1. werd men zelfs aan de dis- cussiën over do Drankwet 'herinnerd, toon de Afinister zelf schorsing van de debat ten aan de Kamer moest verzoeken. Alaar het ergste wat er gebeurd is, is wel de aanneming van het amendement-Van der Afolen-Wijnbergen, om de verhoogde sub sidie, die gevraagd is voor het AI. U. L. O., ook voor het U, L. O. tc laten gelden, waarvoor het niet gevraagd was. Daardoor werd niet alleen de aard van het wetsontwerp geheel gedenatueerd; daardoor werd niet alleen de subsidie voor het bijzonder L. O. weer aardig wat ver hoogd, zonder behoorlijke waarborgen, want ieder onderwijsman weet wel lioo gemakkelijk kunstje hel is een sehijn-U. L.-O.-aéhoolljc te maken van oen school voor gewoon L. O.; maar nu kreeg art.II ook een heel andere bcteekenis. Zij toch, die tegen opname van bet .U L. O. in dit wetsontwerp waren, veranderden nu, voor zoover zij tegenstanders van art. II waren, in voorstanders, om die subsidie zoo beperkt mogelijk te maken, en al leen voor de bestaande scholen tc doen goldenwat zij Voor het Af. U. L. O. juist andersom wilden. De Alinistcr vond er nu dit op, dat hij. hoewel den termijn van 15 Jan. 1910 handhavende, toc.li een subsidie toekent voor de nieuw op te richten AL U. L. O.- en U. L. O.-scholen, door het laatste, zijn clericalen vrienden een bijzonder genoe gen doende. Het is een sterk stuk. Alen heeft den heer Van Doorn zeer kwalijk genomen aan de Room.sc.he zijde, dathij bij de debatten over uo Kuyper-zaak heelt gezegd, dat wij worden geregeerd door Brabant en Limburgniemand zal kunnen ontkennen, dat de Roomsche staatspartij in de coalitie de lakens uitdeelt, hebt, dat u het mij aangenaam wilde mak'en. Alaar ik wil toch' niet, dat u er iets anders om veronachtzaamt bijvoorbeeld uw oude vrienden alleen om beleefd tegen over mij te zijn." „Volstrekt niet, volstrekt 1" zei de jonge man gehaast, met een zucht, die een sa menstelling scheen te zijn van wanhopige bewondering en hopeloosheid. „Ik zou meer dan blij zijn, als „Is mijn tasch' zwaar?" vroeg het meisje met belangstelling, toon de jonge man de trappen op liep. „Het spijt me werkelijk. Maar het cadeautje, dat ik voor Helen heb meegebracht, zit er in, en dat is erg zwaar. „Bent u weer heelcmaal beter? Wat dom van me, om niet naar dat gebroken schou derblad le vragen. Voetballen is toch wel gevaarlijk, hoewel het leuk is, oen goeden goal te zien maken. O, ik wilde, dat ik u in die match' gezien had. De couranten „Zoo heel erg was hot niet," protesteerde de jonge man, die er bizonder ongelukkig uitzag, en zich' naar dea uitgang van liet station spoedde. „Wees toch niet zoo bescheiden 1" zei het meisje in 't bruin. „Waar gaan we nu heen? Nemen w.e nu een tram of moe ten we een rijtuig hebben? Als u het laat ste doet. neemt er dan geen mol zoo'n kuo- kelig paard, daar heb ik altijd zoo'n medelijden mee, en dan geniet ik ook niet van het rijden. Denkt u, dat Helen De jonge man haalde de schouders op, maar op hetzelfde oogenblik kwam een jong meisje het station binnen, cn melden uitroep „Alabell" viel zij het aardige meisje om den hals. Toen keek zij vragend naar den nel uitzienden jongen man, wiens ge laat de klenr kreeg van zijn das. Alabcl was een cn al verbazing. „Wal Rclmelt er aan, Helen, ken je dan je eigen broer niet meer?" „Hij is mijn broer niet!" riep Helen, In een uitroep van de grootste verbazing. „Iloe durfde hij?" „Ik heb niet gezegd, dat ik iemand's broer was," zei de ongelukkige jonge man. „Ik wachtte juist op mijn trein, toen deze jonge dame Alaar het meisje, nam mei oen kreet van schrik haar tasch op en spoedde zich mei Helen de straat op. Het jonge mon«eh veegde zijn voorhoofd af en haastte zich naar zijn trein. SCHIEDJlll'SCiHE COJRJ NI. Use;-."' I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 5